Selecteer een pagina

Capelle ORA 67
Getranscibeerd door T. Roubos

Folio 1

Omme ’t gemeens lande.

Verclaren wij ondergeschreven Schout en Gerechten van Zuijdewijn ten versoeken van de erffgenamen Handrick Willemsse Brock tot Schrevelduijn Cappel sonder desoondenten overleden, getaxeert te hebben de gerechten helfft van vier geerden lants gelegen in Zuijdewijn, beneden doude vaersien stegen gemeen met desselfs weduwe, belent ten oosten Corstiaen Glaviman cumsius, west de erffgenamen Gerits Dircxce van Nederveen, streckende van de oude straet aff noortwaers tot de Heerlijckheijt Meeuwen toe naer onse beste kennisse in gereeden gelden waerdigh te wesen de somme van vier hondert gulde ge-reet.

Alnoch de helft van twee en een vierden geerden lants in een perceel van vijftalve geerden gelegen in de Zuijdewijn beneden doude vaersien stegen, gemeen met de weduwe voorz. en Wouter van Tilborgh belent ten oosten Jan Philiberts, west Merten van Campen, streckende als vooren naer onsen beste kennisse, weerdigh te wesen de somme van twee hondert vijff en twentigh gulden gereets.

Aldus getaxeerts, om daer van trecht van twintighste penninge of collaterale successie ten behoeven van gemeene lant, volgens placcaten te werden betaelt, desen 9e Januawarij 1686 in mijn present Antonij Tim-mers, Jan Govaert Gijben, Jan de Leeuw.

                                                       Copie procuratie.

Compareerde voor mijn Paulus van Heusden openbaer notaris bijden Ed: raden van Brabant in Schraven Hage geadmitteert tot Breda residerende, ende de getuijgen naergenoemt, Maria Willems, jonge dochter woonende hier ter steden, geassisteert met mijn notaris als hare bekooren voigdt, ende assistent in de-sen, de welcken verclaerde te constitueren ende volmachtigh te maken Jacob Willems haeren broeder, omme uijt der constituatie name ende van hare wegen hem te vervoegen

Folio 2

tot Cappel ten sterffhuijsen van Handerick Willemsse Brock haeren oom was ende aldaer beneffens ande-ren haere meden erffgenamen van den voorsr Henderick Willemse te prosederen tot schiftinge, scheijdin-ge ende deelinge van alle ende igenlijcken de goederen soo haeffelijcke als erffelijcke egeene uijtge-scheijde, die bij hem Henderick Willemsse achtergelaten sijn, der constituante deelte aenveerdig, ende op dat vande mede erffgenamen te renunderen, alle gerequireerde brieven ende bescheden tot dien eijnde te doen, ende te laten passeren, de goetcomende penninge te ontfangen, der constituante portie, oock beneffens d’anderen te vercoopen, te cederen ende te transporteren, soo ende gelijck goet gevonden werden sal, ende voorts generalijck tot reddinge ende erffeninge van het sterfhuijs met des daer aen kleeft, te doen ende te handelen, allen het geene de constituante indien sij present waere, selff soude connen ofte mogen doen, alwaert oock soo dat daer toe naerder ofte speciaelder last vereijscht te sullen hebben ende houden voor goet ende van weerden, onder verbandt als na recht salvo computu. Aldus gedaen ende gepasseert binnen Breda, den vijffden Janwarij XVIc sessentachentich, in presentie van Sr: Jacobus van Erffrente borger alhier ende Johan van Heusden, student als getuijgen hier toe versocht, die de prothacollaire minute deser beneffens de comste ende mijn notario, mede onderteijeckent. Onder stont, quod Attestor, ende was geteeckent.

                                                                                                                   Paulus van Heusden

Conpareerden voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genomineert, Wil-lempje Peerters van Clootwijck, weduwe wijlen Handerick Willemsse Brock, geassisteert met Dirck Pee-ters van Clootewijck haeren broeder voor de helft, Jan Teunissen van Pas in huwelijck hebbende Maijken Willemsen Brock, als mede Peerters Wouter Verscheuren in huwelijck hebben Janneken Willemsen, Hen-derick Willemsse in huwelijck hebbende Adriaentgen

Folio 3

Willemen, mitgaders Jacob Willemsse, als mede last ende procuratie hebbende van Maeijken Willems, Willem Jacobssen als vader, ende verclaren gesamentlijck te intervineren voor de twee onmondigen kin-deren verweckt aen Maeijken Willemsse Brock Za: met Maria Willem ende Jan Willemsse, samen voor een vierde paert, alle als erffgenamen van den boedel ende goederen naergelaten bij Za: Handrick Willemsse Brock, der selver swager ende oomen respective was, de welcke verclaren ider in haere voorchreven qua-lijt met consent van Schout ende gerechten als oppervoogden met den anderen te hebben verdeelt soo danige in meuble goederen soo van haeff, linden, cooper, tin, als anders als den voorschreven Handerick Willemsse Brock mette door heeft ontreijmpt ende naergelaten, alles in gevolgen den staet en inventaris, bij de voorschreven weduer ende eerste Comparante aen Schout ende Heemraden heeft opgegeven ende voordeselve gepasseert van data den 2e Januarije 1686, ende verclaren de voorschreven comparante ider in haeren qualiteijt voor haere bedeelde portie voor soo veel den voorschreven meuble goederen deugde-lijk te voeden te weesen, sonder dat op d’een off des anders eenige pretentie meer te reserveren, aldus gedaen ende gepasseert ter presentie ende overstaen van Adriaen Timmers Schout, Jan Govert Gijben, ende Michiel Janssen Backer Heemraden, Actum desen 8e Januarije 1686.

Adr: Timmers Michiel Jansen Backer
1686 Schout Mijn present
Anth: Glavimans, Scrs.
1686
Jan Goeijaertssen Ghijben

Erffdeelinge voor recht aengebracht bij Willemken Peeters van Clootwijck, wed: wijle Handerick Willemsse Brock, geassisteert met Dirck Peerters van Clootwijck hare broeder, en Wouter Meussen Wijnen voor deene helft, Jan Tonissen van Pas, getrout hebbende Mariken Willemsse Brock voor een vierde paert, mitsgaders

Folio 4

Peerters Wouters Verscheuren in houwelijk hebbende Janneken Willems, Jacob Willemsse soo voor sijn selve als mede last ende procuratie is hebbende van Mariken Willems sijne susters de voorschreven pro-curatie, gepasseert voor Paulus van Heusden, notaris resideerende tot Breda, ende de getuijgen daer in begrepen, wesende van dato den 5 Janwarij 1686 en hier vooren gerisgisteert, en ons Schout ende Heem-raden vertoont ende gebleecken, Handerick Willemsse van Malsen getrout hebbende Adriaenken Willems, als mede Willem Jacobssen als vader ende voogt van sijne twee minderjarige kinderen voor soo veel dese deelintge aengaet, met name Willem Willemsse ende Jan Willemsse gebroeders, ende dat met con-sent van Schout ende Heemraden, oppervooghde van alle wesen, mede voor een vierde paert, alle als erfgenamen van Za: den voorschreven Henderick Willemsse Brock, ende dat van de Erffelijke Goederen laets metter doot ontreijmt ende naer gelaten, bij Za: den voorschreven Brock, der selver broeder ende oome, respective was ende is de voorschreven deelinge als hier naer van woort tot woort volgende is.

Inden ieersten soo is Willemken Peeters van Clootwijck geassisteert als vooren, met een blint lot geloot ende beerffdeelt op twee en een vierde geert Hoij ofte Wijlant gelegen in de Zuijdewijn Cappel, gemeen en onverdeelt met Wouter Ariensse van Tilborgh waer aan gelegen is oost Maeijken van Pelt, west Adri-aen Philibertssen, streckende voor aan den Ambachte van Schrevelduijn Cappel aff, noortwaerts op tot den banne van Meuwen toe.

Folio 5.

Item alnoch soo is de voornoemde Wed: geassisteert als vooren, bedeelt op een geert Hoij ofte Weijlant, gelegen in Clijn Waspijck in acht geerden, van outs genaempt Heeren Oomen lant, waer van de geheelen acht geerden gelegen is, oost de kinderen van Huijbert Janssen cum suis, west Jacob Huijberden de Bruijn, streckende vande Oude Straet aff, noortwaerts op tot de scheijsloot aff Oude Mase toe.

Item alnoch is de voornoemde Wed: geassisteert als vooren met een blint lot, gevallen op een buijtend-eijcxse delle gelegen op Stapeleijnde, groot ontrent dreij Hondt waer van west gelegen is de Wed: Meer-ten van Geijssels, oost de Armen van Cappel cum suis, streckende voor van teen vanden dijck aff, noortwaerts op tot den Ambachte van Nederveen toe.

In kantlijn: Sijn dese ondergeschreven drij posten abuijs ende door slagen.

Item alnoch soo is de voornoemde Wed: verclaren wij ondergeschreven Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel ten versoecke vande Erffgenamen Henderick Willemsse Brock, tot Schrevelduin Cappel sonder decendenten overleden, getaxeert te hebben de gerechte helft van een buijtendeijcxse delle groot 3 hont, gelegen onder Cappel op Stapeleijnt, gemeen met den selven Wed: waervan gelegen is oost den Armen van Cappel cum suis, west de Wed: Meerten van Gijsel, streckende van den dijck aff noortwaerts op tot de Ambachte van Nederveen toe, naer onse beste kennisse in gereden penninge waerdich te wesen ter somme van vijffen ’t seventigh guldens, dus beloopt den XXe penninck.

Item alnogh de gerechte helft van ontrent anderhalfft hont zaijlants gelegen ten westen van Willem van Gentvaert gemeen met de Wed: voorschreven, waer van noorden gelegen is de Wed: Peeter van der Pun-ten, Zuijden een stegen, streckende voor aan ter halver Willem van Gents vaert voorschreven aff, west-waerts op tot de kinderen Za: Huijbert Janssen toe, naer onse beste kennisse ende wetenschap ge-taxeert, waert te wesen in gereeden gelden ter somme van vijff en tseventich gulden, beloopt den XX penninck.

Item alnoch de gerechte helfft van ontrent veertigh roeden zaijlant gelegen als vooren, gemeen als vooren.

Folio 6

Item alnoch soo is de voornoemde Weduwe geassistert als vooren bedeelt op een binnendijcxsse delle, groot ontrent anderhalff hont, gelegen op Willem van Gents vaert ten Westen, waervan noorden gelegen is Govert Gijsbertsse Cluijtenaer, suijden Willem Jacob, streckende voor van ter halver Willem van Gent-vaert voorschreven aff, westwaerts op soo ’t selve met recht streckende is.

Item alnoch soo is de voornoemde Wed: geassisteert als vooren, bevalle op ontrent 40 roede zaijlants, gelegen ten Westen van Willem van Gent vaert, waer van gelegen is West de Wed: van Za: Cornelis Arie Denis oost, de kinderen en erffgenamen van Za: Huijbert Janssen, streckende vande stegen aff noort-waerts op tot de erve van Jan Antonisse van Pas toe, end……. voor een lot offte de gerechte helfft.

Item daer tegens soo sijn Jan Antonisse van Pas nomine uxoris, met de gelijcke kinderen van Willem Jacobsse vervoecht aen Za: Maijken Willemsse Brock, in hare voorschreven qualiteijt int hooft van dese vermelt, samen met een blint lot bevalle op vier geerden hoij ofte wijlant, gelegen in de Zuijdewijn, waer van West gelegen is de kinderen ende Erffgenamen Wijlen Geerits Dircxsse van Nederveen, oost Geer-truijt Glaviman, Wed: Wijlen Aertluijck ende Corstiaen Glaviman cumsus, streckende voor van Ambachte van Cappel aff, noortwaerts op tor de banne van Meuwen toe.

Item alnoch soo sijn Jan Antonisse van Pas met de voorschreven desamentlijke kinderen in hare qualiteijt gelodt ende beerffdeelt op ontrent anderhalff hont Zaijlants, gelegen ten Westen van Willem van Gents vaert, waer van gelegen is noorden de Wed: Peeter vander Punten, Zuijden de stegen, streckende voor van ter halver Willem van Gents vaert voorschreven aff, weestwaers op tot de erve vande kinderen Za: Huijbert Janssen toe, ende dat mede voor een lodt offte kinder helfft.

Ende sijn partijen condivedenten tot doen off des anders proffijt verleijt ende vertegen naer den trchten van Zuijt Hollant, omme ider sijne gedeelde portie te mogen gebruijcken als haer andere vrij eijgen ende alondieel goet, sonder dat d’een ofte des anders gedeelte eenige actie offte pretentie meer en refereeren,

Folio 7

mits ende onder Conditie dat ider voort sijn sal onderhouden alle wegen, stegen, schouwen ende nabue-ren rechten met trchr daer uijt gaende, en oft geviele dat, deen off anders gedeelte eenige actie quamen te ontstaen (nu onbekent) gelovende d’een den anderen te helpen dragen laste ende quranderen sij van Endenest polder als andere laste tot dese dage toe, present Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, Jan Govaert Gijben, Merten Dolck ende Gavaert Cluijtenaer Heemraden, actum geteeckent desen 15e Janwarij 1686.

A:Timmers Jan Goeijaertssen Ghijben
Johan Cnaep
Mijn present
Anth:Glavimanss Secr:
1686

Tacxsatie gedaen bij Stathouder en Heemraden der Heerlijckhijt Cleijn Waspick, ten versoecken vande Erffgenamen van Za: Henderick Willemsse Brock, in sijn leven woonende tot Cappel, deser weerelt is comen te overlijden sonder wettige geboorten naer te laten oversulcks sijn goederen sijnde vervallen int recht van Collectrale Suscessien als volcht.

Erst en ten laetsten een Halve geerden lants gelegen 1 Acht gherden van outs genaemt Heeromen lant, ten naesten gelant van Acht gherden de cinderen van Huijbert Janssen Cumsues oost, en Jacob Huijber-den de Bruijn Cumsues Weest, streckende van de Oude Straet aff, noorden in tot den Scheijsloot ofte Oude Mase toe, geextemeert naer onse beste kennisse nu ter teijt weerdigh te sijn, Contant gelt ter som-me van een hondert vijff en twintigh gulde, comt den XXe penninck ten behoeven van ’t lant ter somme van 6 gulden 5 stuivers 0

Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van ons ondergeschreven, desen 12 Januwarij 1686.

                                                                                                                                   Jan de Bruijn
                                                                                                                                     P:Zeijlmans
                                                                                                                             Aert Bommelker

Folio 8

                                                                 Copie

Verclaren wij ondergeschreven Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel ten versoecken vande Erffgenamen van Handerick Willemsse Brock, tot Schrevelduijn Cappel sonder decendenten overleden, getaxeert te hebben de gerechte helfft van een buijtendecxsse delle, groot 3 hont, gelegen onder Cappel op Stapel eijnt, gemeen met desselffs Wed: waer van gelegen is oost den Armen van Cappel Cumsues, west de Wed: Merten van Gijsel, streckende vanden dijck aff, noortwaerts op tot den Ambachte van Ne-derveen toe, naer onse beste kennisse in gereede penninge waerdigh te wesen ter somme van vijff en tseventigh gulde, beloopt den XX penninck III gulden XV stuijvers

Item alnoch de gerechte helfft van ontrent anderhalff hont Zaeijlants, delegen ten Westen van Willem van Gentsvaert, gemeen met de Wed: voorschreven, waer van noorden gelegen is de Wed: Peeter vander Punten, Zuijden een stege, streckende voor van ter halver Willem van Gentsvaert voorschreven aff, Westwaers op tot de kinderen Za: Huijbert Janssen toe, naer onse beste kennisse ende wetenschap ge-taxeert waert te wesen in gerede gelde te somme van vijff rn rwintigh gulden, beloopt den XXe penninck I gulden 2 stuijvers

Item alnoch de gerechte helfft van ontrent veertigh roeden zaijlants gelegen als vooren, gemeijn, waer van West gelegen is de Wed: Za: Coenelis Arien Denis, oost de kinderen van Za: Huijbert Jansse voorschre-ven stegen aff, noortwaers op tot de erve van Jan Antonisse van Pas toe hebben nart onse beste ken-nisse in gereeden gelde waerdigh te wesen ter somme van seven gulden, beloopt den XX penninck 0 Gulden VII stuijvers

Folio 9

Item alnoch de gerechte helft van een binnendeijxse delle, groot 1 ½ honr, gelegen gemeen met de Wed: voorschreven, ten Westen van Willem van Gentvaert waervan gelegen is noorden Govaert Cluijtenaer, Zuijden Willem Jacobse, streckende voor van ter halver Willem van vaert aff, Westewaers soo verre het selve ’t selve recht streckende is, naer onse beste kennisse getaxeert, waert te wesen in gereden gelde ter somme van vier en twintigh gulden, beloopt den XX penninck I gulden IIII stuijvers

Aldus getaxeert omme daer van recht vanden twintighsten penninck ofte Collaterale successie ten behoe-ven van gemeene lant volgens placcaten te werden betaelt, actum getaxeert dese XVe Janwarij 1686, ende was onderteeckent, Adriaen Timmers Schout, Johan Cnaep, Jan Goovertssen Gijben.

Giffte Adriaen Timmers Schout, Curateur van broeder Za: Phillip Janssen vercooper.
Pieter van Campen woonende inde Nieustraet cooper.

Hier van den brieff uijtgemaeckt op een zegel 1 gulden 4 Stuijvers.

Compareerden voor ons Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genomineert, de Heer Adriaen Timmers Schout, als aengestelde curateur van boedel ende goederen, laets naer gelaten bij Wijlen Aent-gen Geldes Glavimans, die Wed: was Za: Phipipphus Janssen Wagemaker, volgens acte van Commisse bij Heemraden op den voorschreven Schout verleent, in dato den XIIII Janwarij 1686, ende verclaren in sijne voorschreven qualieijt over te geven met eender vrijer giffte soo als recht is, aen ende tot behoeff van

Folio 10

Peeter van Campen, specialijck een huijsinge met ontrent drij hont zaijlants, gelegen ten Zuijden van den Nieustraet, waervan west gelegen is Corst Zeew, oost, de Wed: van Za: Heijliger Aertssen, streckende voor van ter halver Nieustraet aff, Zuijtwaers op tot de Loonse erve toe, ende dat alsoo groot en cleijn als de selve aldaer gelegen is, dat met alle wegen, stegen, schouwen ende nabueren rechten, met recht vuijt gaende, wijders soo gelooft den voorschreven Comparante in sijn voorschreven qualiteijt, tselve goet te vreijen ende te waren naer den rechten vanden landen, en alle voorcommer aff te doen tot desen dage toe. Coram Johan Cnaep, Corst Zeeuw, Michiel Janssen Backer, ende Govaert Cluijtenaer, Heemraden. Actum desen 16e Janwarij 1686.

Partije verclaren voor recht, den voorschreven coop gereet ende contant gelt te wesen volgens conditie ter somme van twee hondert vijff gulden, waervan den voorschreven Schout als Curateur bekennen ten vollen voldaen ende betaelt te sijn. Actum dach datum ut supra.

Adr:Timmers Michiel Jansen Backer
1686 Schout Johan Cnaep
————————————————————————-

Hier van den brieff uijt gemaeckt op een behoorlijck zegel.

Gifte Merten Janssen Mutsarts ende Corstiaen Mutsarts, vercoopers.
Cooper Michiel Janssen Backer.

Compareerden voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, hier onder genomineert, Merten Janssen Mutsaert ende Corstiaen Janssen Mutsert gebroeders, ende hebben overgegeven met eender vrijer gifte soo als recht is, aen ende ten behoeff van Michiel Janssen Backer Heemraden alhier, specialijk een buijten deijcxsse delle, gelegen ten westen ten westen van de Nieuvaert, groot ontrent se-ven hont, ofte dat alsoo groot ende cleijn als de voorschreven delle aldaer in de Hoeffslagh gelegen is, waer van west gelegen is Jurij Colthoff, oost den voorschreven Merten ende Corstiaen Janssen Mutsert, sreeckende voor vanden Ausloot aff, noortwaers op

Folio 11

tot der Ambacht van Zuijdewijn toe, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen ende nabueren rechten, met recht d’uijtgaende, voorts soo gelooft de voornoemde Comparante t’selve goet te vrije ende te waren naer den rechten van de landen, ende alle Calangie ende voorcommer aff te doen tot desen dage toe, ende dat met de servituijten de aerden aen den dijck subject. Coram Adriaen Timmers Schout, Jan Goovert Gijben en Johan Cnaep Heemraden, actum dese 21e Janwarij 1686.

Partije verclaren voor recht den coop gereet ende contant gelt te wesen, ter somme van drij hondert rwelff gulden, tien stuijvers, waer van de vooeschreven Comparante bekenne ten vollen voldaen ende betaelt te sijn, present dach datum ut supra.

Adr:Timmers Jan Goeijaertssen Ghijben
1686 Schout Johan Cnaep

                            ---------------------------------------------------------------------

Hier van den brieff uijgemaeckt op een zagel 1 Gulden 4 stuijvers.

Gifte Govart Cleijtenaer vercooper.
Cooper Huijbert Joost Hermens ende Claes Willemsse Bastert.

Ten voorschreven dage Compareerden voor ons Schout ende Heemraden hier onder genomineert, Go-vaert Gijsberts Cluijtenaer Heemraet alhier, ende heeft overgegeven met eender vrijer gifte soo als recht is, aen ende tot behoeff Huijbert Joost Hermens ende Claes Willemsse Bastert, woonende tot Loon op Sant, specialijk de gerechte helfft van een buijten dijcxse delle, gelegen binnen Cappel voornoempt, ge-meijn ende onverdeelt met Cornelis van Tilborgh ende Adriaen Ockers, bij haer in coope vercregen vande kinderen ende erffgenamen Za: de Hr: Domine Monnicx, predicant tot Hees Leent was, ende dat alsoo groot ende cleijn alst selve aldaer in den Hoeffslagh gelegen is, oost Handrick Sijmensen, weest Goijaert vander Punten cum suis, streckende voor van Ausloot aff, noortwaers op noortwaers op tot de Zuijdewijn toe, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen ende nabueren rechten, met recht d’uijtgaende,

Folio 12

voorts soo gelooft den voorschreven Comparante tselve goet te vrijen ende te waren naer den rechten van den lande, ende alle voorcommer aff te doen tot desen dage toe, ende dat met de Aerden des dijck subject, mirs dat de voorschreven delle sal wegen en stegen in midde dwars over de delle van Govaert vander Punten cum suis, Lijsbets Dirxssen Moetser soo voor uijt over de Oude Vaertse Stege, volgens de voorgaende deene brieven daer van sijnde. Coran Adriaen Timmers Schout, Merten Dolck en Corst de Zeew Heemraden.

Partije verclaren voor recht den coop gereet en contant gelt te wesen ter somme van een hondert ca: gulden, waer van de vooeschreven Comparant bekenne ten vollen voldaen ende betaelt te sijn, present dag datum ut supta. Solvit XX pen-ninck Fl 2-10-0

Adr:Timmers
1686 Schout

                             --------------------------------------------------------------------

Hier van den brieff uijtgemaeckt op een zegel van 1 gulden 4 stuijvers.

Giffte Cornelis van Tilborgh ende Adriaen Ockers vercoopers.
Huijbert Joosten Hermens ende Claes Willemsen Bastaert, woonende tot Loon op Sant, coper.

Ten voorschreven dage Compareerden voor ons, Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hieronder genomineert, Cornelis van Tilborgh ende Adriaen Ockers, ende verclaren ider voor de helfft over te geven met eender vrijer gifte soo als recht is aen ende tot behoeff van Huijbert Joost Hermen ende Claes Willemsse Bastert, woonende tot Loon op Sant, specialijk de gerechte helfft van een buijten delle gelegen binnen Cappel, gemeen ende onverdeelt met Govaert Cluijtenaer, en dat alsoo groot en cleijn als de selve aldaer inden Hoeffslagh gelegen is, waer van int geheel oost gelegen is Hendrick Sij-mens, west Govaert vander Punten cum suis, streckende voor vande Ausloot aff noortwaerts op, tot de Ambachte van Zuijdewijn toe, bij haer Comparante in coope vercregen vande gelijcke kinderen ende erffgenamen van Za: Domine Monnincx, in sijn leven predicant tot Leent, ende dat met alle

Folio 13

wegen, stegen, schouwen ende nabueren techten, met recht daer uijtgaende, voorts soo gelovende de voornoemde Comparante selve te vrije en te waren naer den rechten van den landen, en alle voorcommer aff te doen tot dese dage toe, ende dat met de aerden den dijck subject, mits dat de voorschreven delle sal wegen en tege ontrent uijtmidde dwars over de del van Govaert van der Punten cum suis, Lijbets Dircxssen Moets, ende soo voor uijt over de Oude Vaerties Stegen, volgens de oude brieven daervan sijnde. Coram Adriaen Timmers Schout, Govaert Cluijtenaer ende Michiel Janssen Backer Heemraden.

Partije verclaren voor recht den coop gereet ende contant gelt te wesen, ter somme van seventigh gul-den, waer van de voorschreven Comparanten bekennen ten vollen voldaen ende betaelt te sijn, present dagh datum ut Supra.
Solvit XX penninck Fl 5-17-8

Adr:Timmers Michiel Jansen Backer
1686 Schout

Erffdelinge voor recht aengebracht bij Merten Janssen Wagemaker in huwelijk hebben Willemken Corste de Loos voor deen helfft, Joachem Janse de Loos soo voor sijn selve, als mede intervinierende ende de rato Caverende voor Jan Jansse de Loos gebroeders, bijde woonende tot Dongen, voor de wederhelfft, ende dat van alle de Erffgoederen, laest naergelaten ende metter doot ontruijmt bij Za: Corst Ariensse de Loos, derselver vader ende grootvader respectivelijk was, ende in delinge als hierna volgend is.

Folio 14

Inden iersten soo is Maerten Janssen Wagemaker nomine uxoris bedeelr op de huijsinge, erve ende ge-boomte met den hout was etop staende, gestaen ende gelegen ten Zuijden vande Nieustraet, waer van gelegen is oost de Wed: Za: Teunis Aertssen, west ’t steegke van outs genoempt Corst de Loos Steegg-ke, streckende voor van ter halver Neustraet vooeschreveb aff, Zuijtwaerts op tot de Loonse erve toe, alwaer de voorschreven Corst Ariensse de Loos Za: in sijn leven gewoont en gestorven is.

Item alnoch soo is de selve bedeelt op een ackerken, gelegen ten noorden van de Nieustraat voorschre-ven, waer van gelegen is oost de Wed: van Jan Ariensen Vos, west de Wed: van Corstiaen Peeters, streckende voor van ter halver Nieustraat voorschreven aff, noortwaerts op tot de tot de kinderen ende weffgenamen vanb Za: Geemen France toe.

Item alnoch soo is de voorschreven Merten Jansen Wagemaker nomine uxoris geloot ende geerffdeelt op ontrent tachentigh roeden saeijlant gecomen van Dirck Joachemsse, gelegen op de Hoogevaert, int ge-heel groot ontrent negen hont, gemeen ende onverdeelt met Jan Govaert Gijben cum suis, waervan noor-den gelegen is de kinderen en erffgenamen van Za: Gijsberts Goversse den Ouden, Zuijden Adriaen van Campen, streckende voor van ter halver Hoogevaert aff, tot de 42 geerden toe, deselver daermede inne begrepen is.

Item alnoch soo is de vooeschreven Wagemaker bedeelt op een partijcke uijtgesteken moergronden, gelegen onder Loon in Hoeffnagele Hoeff alsoo genaempt, waer van Zuijden gelegen is Gijsberts Gerits-sen Hoeffnagel, noorden Wouter Peeter Geenen Erffgenamen, streckende vande Egmonsse Stege aff, westwaerts op tot de Hoecxsse looten toe.

Item alnoch een partije moergronden gelegen als vooren, ende streckende als vooren tot de erve van Leenhouwer toe.

Item daer tegens soo sal Joachem Janssen ende Jan Janssen de Loos, gebroeders samen voor haer portie

Folio 15

genieten en proffiteren van Merten Janssen Wagemaker haere voorschreven oom, een somme van een hondert vijff en vijfftigh Car: guldens, te betalen in vijff egale termijne, te weten nu gereet ende contant eenen dartigh gulden, ende soo voorts vervolgens van jaer tot jaer, tot de volle effectue voldoeninge ende betalinge toe in cluijs, onder de conditie dat de voornoemde Merten Janssen Wagemaker nemen tot sijnen laste, omme te voldoen en te batalen alle de schulden, laste, ende naer maninge, die tot laste van-de boedel Za: Corst Adriaensse de Loos derselver haere vader en grootvader tespectieve was, sijn staende souver dar de voorschreven Joachem en Jan Janssen de Loos gebroeders, daer voor niet aenspreeckelijk en sullen sijn, waermeden alle voorgaende actie ende pretentie tusschen den anderen waere hebbende doot en de te niette sijn, voor welcke voorschreven somme van een hondert vijffen-vijfftigh Car: gulden verbint den vooeschreven Wagemaker alle sijne voorschreven gedeelde portie van erff goederen, ende voorts generalijck alle sijne verdere roerende en onroerende goederen, hebbende ende vercrijgende, omme bij foute van quade betalinge daeraen te verhalen en tot dien eijnde verclaren, den voorschreven Merten Wagemaker voorschreven voor Schout ende Heemraden, de voorschreven gedeelde erffgoederen voorde voorschreven betalinge tevooren verbonden ende excutabel, Joachem Janssen de Loos intervenietende voor Jan Janssen sijnen broeder, bekennen van de voorschreven con-rante penninge door handen van Merten Janssen Wagemaker voldaen te sijn.
Joa-chem ende Jan Janssen de Loos, gebroeders, bekennen vande bovenstaende hondert vijff ende vijfftigh car: guldens, wesende de voorschreven uijtkeeringe, den eerste metten leste penning door handen vande Wed: Merten Janssen Wagemaker ten volle voldaen ende betaelt te sijn, ergo …………… Actum desen 3e September 1690.

Aldus dese voorschreven vertichtinge gedaen ter presentie ende overstaen van Adriaen Timmer Schout, Jan Govaert Gijben ende Johan Cnaep Heemraden. Actum geteeckent dese 25 Janwarij 1686.

Adr:Timmers Jan Goeijaertssen Ghijben
1686 Schout Johan Cnaep
Mijn present
Anth: Glavimanss Secr:
1686

Folio 16

                                                                 Copie

Compareerde voor Heemraden van Groot Waspick het meerendeel vande Crediteuren van Willem Jacob-sen, te weten ider proportie naer haer Contingent, accorderen en consenteren dat Willem Jacobsen sijne goederen int bijwesen van den Heer Schout van Waspick, sijne goederen sal mogen verkoopen, die al-reede bij hem ende sijne vrouwe worden gepossideert ende gejusditeert voor den treijn van haere schul-den, ende om alle verdere kosten ’t sij van proceduijren als op executie voor te komen, soo ist dar wij den voorschreven Willem Jacobsen als debiteur, met bijwesen ende overstaen van den heer Schout van Waspick consenteren, omme alle sijne Erffelijcke goederen te sullen mogen verkopen, mits dat inde sel-ve Conditie sal werden gejusereert, dar geen Cooppenningen bij de kopers van haere gekoste goederen sullen werden betaelt dan in handen vanden Officier, omme daer mede afte quiten, voor soo veelt de selve soude mogen strecken desselfs Crediteuren consenteren, de selve Constituante haer kooperen ider int particulier te sullen erven ende veijsten, mits Curgerende de Crediteuren tot die tijt dat de verkopinge in offecte sal geeffectueert sijn gereserveert, ider int particulier haere kosten, maer dat de selve verkopinge sal aenvangh nemen binnen den tijt van ses dagen, ende naer drie achter eenvolgende koopdagen, van acht dagen tot acht dagen, ende sulcx niet doende dat de Crediteuren op haer geheell van haere Executie sullen blijven, actum den 19e Januarij 1686. Den Contracte bij de Crediteuren ende Schepenen onderteec-kent, ende mij Sectetaris present, ende was onderteeckent, P: Seijlmans Secretaris, Willem Jacobsen, Guil: Swaens, Maeijken Jans Cruijs, Grietie Huijbrechts de vrou van Joost Verhoeven, Meerten Geritsen Boudewijns, Jochem Seijlmans, Jan Gielen, M: Seijlmans, Anthonij Swartes, Aert Rijcken, Handrick van Tilborgh, Adrianus van Clootwijck, Baeijen Melsen, Coenraet Baes.

Folio 17

Hier van den brief uijtgemaeckr op een zegel van I gulden IIII stuijvers.

Gifte, Eillem Jacobs, met Govert Zeijlmans Schout van Groot Waspijck in hare qualiteijt als coopers.
Cooper Jan Claesse Vaertman.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier ondergenomineert Willem Jacobsen, ende Geeraert Janssen Zeijlmans Schout van Waspick uijt krachte ende vermogens sekere actie van authoresatie gegeven bij de gelijcke Creduteuren vande voorschreven Willem Jacobs, gepas-seert voor Heemraden van Groot Waspick voorschreven van dato den 19e Janwarij 1686 ons Schout ende Heemraden vertoont, ende hier vooren getegisteert, ende hebben samen indier qualiteijt getransporteert ende op gedragen aen ende tot behoeff van Jan Claessen Vaertman, specialijk een binnen dijcxse delle, gelegen ten weste van Willem van Gents vaert, waer van gelegen is Zuijden de kinderen van Za: Mels Janssen Crol, noorden de Wed: van Handerick Willemsse Brock Za:, streckende voor van ter Halver Wil-lem van Gentsvaert voorschreven aff, westwaers op soo verre tselve met recht streckende is, ende dat alsoo groot ende cleijn als de selve aldaer inden voorschreven Hoeff slagh gelegen is, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen ende nabueren rechten, met recht daer uijtgaende, voorts soo gelovende de voorschreven Comparanten in haare voorschreven qualiteijt ’t selve te vrijen en te waren naer den rechten vanden landen, ende alle Coulangie en voorcommer aff te doen tot dese dagen toe. Coram Adriaen Tim-mers Schout, Johan Cnaep ende Govaert Cluijtenaer, Heemraden, actum desen 18e Febriwarij 1686.

Partije verclaren voor recht den Coop gereet ende Contant gelt te wesen ter somma van hondert eenen-darctigh gulden, waer van de voornoemde Comparante bekennen ten vollen voldaen ende betaelt te sijn, present dach datum ut Supra.
Solvit XX penninck 3-5-8.

Adr:Timmers Johan Cnaep
1686 Schout Giffte ad idin Cooper Jacob Willemssen

                          ----------------------------------------------------------------------

Opgemaeckt den brieff op een zegel van I gulden IIII stuijvers.

Ten voorschreven dage Compareerden Willem Jacobs ende Geeraert Janssen Zeijlmans Schoutet van Groot Waspick, uijt krachten ende vermogens sekere acte van authorisatie gegeven bijden gelijcken Cre-diteuren vande boedel van de voorschreven Willem Jacobssen, gepasseert voor Heemraden van Groot Waspick van dato den 19e Janwarij 1686, ons Schout ende Heemraden vertoont, ende hier vooren gere-gisteert indier qualiteijt, getransporteert ende opgedragen aen ende tot behoeff van Jacob Willemsse, seker specialijk een buijtendijcxsse delle, groot ontrent drij hont, genaempt van outs Geerfte, gelegen op Stapel eijnt, waervan gelegen is oost Peeter Jacobssen Rombouts, west Peeter Huijberde de Bont, strec-kende voor vande suijdense teen vanden dijck aff, noortwaers op tot den Ambachten van Cleijn Waspick toe, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen ende nabueren rechten, met recht daer uijtgaende, voorts soo gelovende de voorschreven Camparante in hare voorschreven qualiteijt ’t selve te vrijen en te waren naer den rechten vanden landen, ende alle Coulangie ende voor commer aff te doen tot desen dage toe, onder de Conditie dat de voorschreven delle subject sal sijn, den wege

Folio 18

van eenige ingelanden van Cleijn Waspick over de voorschreven del behoorende te stegen als van outs met vijfftien voeten dijcks ofte soo veel min offte meer als dan de selve bevonden sal werden te be-hooren. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Cnaep ende Govaert Cluijtenaer, Heemraden.

Partije verclaren voot recht den Coop gereet ende Contant gelr te wesen ter Somma van twee hondert vijff en tachtentigh Car: guldens.
Solvit XX penninck 7-2-8.

Adr:Timmers Johan Cnaep
1686 Schout

                         ------------------------------------------------------------------------------

Hier van den brieff uijtgegeven op een zegel van I gulden IIII stuijvers.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genomineert, den eersamen Peeter Wouters Verschueren in Huwelijck hebbende Janneken Willems, soo voor sijn selve als mede in qualiteijt aen momboir der twee minderjarige kinderen van Willem Jacobsse, verweckt aen wijle Maijken Willems Brock, met name Willem ende Jan Willemse gebrorders, Hendrick Willemsen van Malsen getrout hebbende Adiaentgen Willems, mitsgaders Jacob Willemsse, soo voor sijn selven als mede als last ende procuratie is hebbende van Marijken Willems sijne Suster, gepasseert voor den Notaris Poulis van Heusden, met de getuijgen daer inne begrepen, wesende de voorschreven procuratie in dato den vijffde Januarij 1686, ons Schout rnde Heemraden vertoont ende hier vooren geregistreert, alle aen erffgenamen van Za: Hendrick Willemssen Beock, ende hebben samen in hare voorschreven qualiteijt over gegeven met eender vrijer giffte van soo als recht is, aen ende tot behoeve van Jan Antonissen van Pas, specialijck de gerechte helfte van ontrent twee hont Zaijlant, gelegen ten westen van Willem van Gents vaert, gemeijn ende onverdeelt met den voorschreven van Pas, waer van gelegen is noorde de Wed: Peeter vander Punten, Zuijden seeckere steghe, streckende voor van ter halver Willem van Gents vaert voorschreven aff, westwaerts op tot de erve van Za: Huijbert Jansse kinderen tot haer Comparanten aen bedeelt van Za: den voorschreven Hendrick Willemse Brock, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen ende nabure rechten, met recht daer uijt gaende, voorts gelovende de voorschreven Compa-ranten in hare vooeschreven qualiteijt ’t selve te vreijen ende te waren naer den rechte van Zuijt Hollant, ende alle voorcommer en Callangie aff te doen tot dese dage toe. Coram Adriaen Timmers Schout, Jan Knaep ende Michiel Jansen Backer Heemraden. Actum desen 16e April 1686.

Partije verclaren voor recht den Coop gereet ende Contant gelt re wesen ter sooe van vijff en veertigh car: gulden, waer van de voorschreven Comparanten in hare voorschreven qualiteijt bekennen ten volle vol-daen ende betaelt te sijn, ergo gecasseert, present dagh datum ut Supra.
Solvit XX penninck 1-2-8.

Adr:Timmers Migiel Jansen Backer
1686 Schout Johan Cnaep

Folio 19

Compareerde voor Schout ende Heemraden der Ambachts Heerlijckheijt van Schrevelduijn Cappel, hier onder genomineert, de eerbare Truijken Mertens Wed: Za: Jan Geritsse de Looper, woonende alhier bin-nen Cappel op de Nieuvaart, de welcke verclare bij forma van cavelinge bij hare levende lijven te hebben verdeelt alle hare erffelijcke goederen, soo die voornoemde Truijcken Meertens Jegen woordigh besitten-de is, omme naer doode ende overlijden vande gemelte Comparante, bij Hare kinderen ende kints kin-deren in volcomen eijgendom te werden aen geveert, ende is de voorschreven Cavelinge off deelinge, op de Conditie als haer naer van post tot post staet geexpresseert.

Inden Iersten soo sal Eelant Antonisse van Nieuwhuijsen, in Huwelijck hebbende Lijsken Jans de Looper, naer doode ende overlijde vande voornoemde Truijcken Meertens, Wed: voorschreven der selver moeder, in eijgendom genieten ende profiteren seeckre Huijsinge met het Saij lant ende geboomte daer op staen-de, gestaen ende gelegen is noorden Jan de Roij, Suijde de kinderen van Peeter Bastiaenssen, strecken-de voot van ter Halver Nieuvaert voorschreven aff, oost waerrts op, tot den dwars pat toe. Item met al-noch een partijke Zaijlants, van outs genaempt ’t Heijke, waer van gelegen is noorden, Maijken Mertens, zuijden Teuntgen Jans van Gorcum, streckende uijt den westen vande Cornelis van Tilborg erve aff, oost waerts op, tot der selve van Tilborgh erve toe, met den wegh te gebruijcken als van outs, mits dat dit lodt moet uijt keeren aen het weeskint van Za: Geriken Jans de Looper verweckt aen Cornelis Janssen Aber-daen ter somme van een hondert vijff en ’t seventigh car: guldens, Adriaen Jansse de Looper in qualiteijt als voocht, vant het voornoemde weeskint bekenne van dese bovenstaende somme, ende uijt keeringe wesende een hondert vijff en seventigh gulden, met noch seventien gl. tien stuijvers, over rwee jaren ver-looprn intrest, door handen van Elant Antonisse van Nieuwenhuijse ten volle voldaen ende betaelt te sijn, den 10 Janwarij 1686.

Item hier tegens sal Jenneken Jans de Looper voor Hare portie genieten ende profiteren naer doode ende overlijde van Hare voorschreven moeder, een geert hoij ofte weijlant, gelegen in een stuck van ses geerde onder Nederveen Cappel, gelegen gemeijn ende onverdeelt, met Maijken Mertens cum suis, waer van gelegen is oost Jan Adriaensen Knaep, Eijltgies ende Leijntgen Jans van Nederveen, west Catelijntge Gerits ende de Wed: Za: Arian Tonisse de Leur, woonende tot Rotterdam, streckende voor van de Am-bachte van Cappel aff, noortwaerts op ter Halver Scheijsloot toe, onder conditie dat dit lodt moet uijt keeren naer doode ende overleijden vande voorschreven Truijcken Martens der selver moeder, aent voor-noemde weeskint van Za: Geriken Jans de Looper, verweckt aen den vooeschreven Cornelis Jansse Ab-berdaen ter Somme van vijff en twintigh car: gulden.

Campareerde Jan Abberdaen den welcke bekenne van dese bovenstaende som van 25 gl. met den intrest in desen ten volle voldaen en betaelt te sijn, door hande vande kinderen van Cornelis Jansen Geenen, desen 7e Jannuarij 1695.

Folio 20

Item hier tegens soo sal Jacob Antonisse van Nieuwenhuijsen in Huijweleijck hebbende Willemke Jans de Looper, in eijgendom hebben ende genieten, de gerechte Suijdensse Helft van een binnen dijcksse delle, gelegen ten westen vande Nieuvaart, bedeelt met Arien Jansse de Looper, waer op de selve hiernaer be-deelt is, waer van gelegen is nooede den selve de Looper, suijden Adriaen Tonisse van Pas, streckende voor van ter Halver Nieuvaert vooeschreven aff, westwaerts op tot de Queckel sloot toe.

Item met alnoch de gerechte Helft van een partije moers gronden gelegen in den Hoeck onder Loon Sant, soo ten oosten als ten westen van Heocxse srege gelegen, gemeen en onverdeelt met Arien Jansse de Looper, waer op de selve hier naer bedeelt is, soo en in dier voegen als de voorschreven Truijcken Mer-tens gebruickt ende beseten heeft, mits dat dit mede sal uijt keeren, naer doode ende overlijde als voor en alle voornoemde weeskint, ter somma van vijff en twintigh gulden.

Den 7e Januarij 1695 bekent Jan Abberdaen van dese bovenstaenden somme van 25 gl., met intrest van dien, voldaente sijn door handen van Jacob Anthonissen van Nieuwenhuijsen.

                                                                                                                                Jan Abberdaen

Item hier tegens sullen de weeskinderen van Za: Merten Jansse de Looper verweckt aen Leijntgen Ariens-se van Tilborgh, geassesteert van Hare voochden, in volcomen eijgendom voor des selffts kinders erff portie voor Haer aendeel genieten ende profiteren, een geert hoij ofte weijlant, gelegen in Nederveen Cappel, gemeen ende onverdeelt met Maijken Meertens ende Jenneken Jans de Looper cum suis, waer van gelegen is, oost Johan Knaep, Eijltje ende Leijntgen Jans van Nederveen cum suis, streckende van den Ambachte van Cappel aff, noortwaerts ter Halver Scheij sloot toe, mits dat dit lodt mede moet vuijtkeren, aent weeskint vande voorschreven Gerike Jans Za:, verwecktaende voornoemde Cornelis Janssen Abberdaen, naer doode als voorschreven is, eens ter somme van, vijff en twintigh gulden.

Adriaen Jansse de Looper, als voocht vant voornoemde weeskint, bekenne van dese bovenstaende uijtkeeringe, wesende een somme van vijff en twintigh gulden, met alnoch twee gulden, tien stuijvers over verloop van twee jaer intreste, door handen van Jan Jacobsen Paens, schoonvader, ten vollen voldaen ende betaelt te sijn, den twee Junij 1686.

Item hier tegens, soo sal Jan Peeters Timmers nomine uxoris in erffenis hebben ende behouden voor sijn portie naer doode ende overlijde van Hare voorschreven moeder, een partije ackerlants gelegen ten oos-ten vande Nieuvaart, waer gelegen is Zuijden seeckre steeche, noorden Jan de Roij, streckende uijt den westen vande dwars padt aff, oostwaerts op tot de erve vande Cornelis van Tilborgh toe, mits dat dit lodt meede moet uijtkeeren aent voorschreven weeskint van Za: Geriken Jans de Looper, verweckt aen Corne-lis Janssen Abberdaen ter somme van vijff en twintigh ca: gulden, onder de conditie dat dit lodt sal we-gen ende sregen ten noorden vande erve vande voornoemde Elant Antonisse van Nieuwenhuijsen, hem vooren bedeelt, mirs daer den selve Elant van Nieuwenhuijse deselve stege tot sijn …………… sal werden gebruijcken.

Op heden den 2e Febr. 1708 Compareerde Jan Abberdaen den welcke bekende van dese voorschreven uijtrijckinge van vijffentwintig gl, met alle den verloopen intrest voldaen en betaelt te wesen, door Peeter Timmers.

                                                                                                                                Jan Abberdaen

Folio 21

Item hier tegens soo sal Arien Jansse de Looper nart goede ende overlijde van sijne moeder, genieten ende profiteren de noordense Helft van een binnen del, waer van gelegen is Zuijden Jacob Antonisse van Nieuwenhuijse nomina uxoris, waer op de selve hier vooren bedeelt is, noorden Arien Jansse Potmaker, streckende voor van ter Halver Nieuvaert voorschreven aff, westwaerts op, tot den Queckel sloot toe.Item met alnoch de gerechte Helfft van een partije moer gronden, gelegen inden Hoeck onder Loon, soo gele-gen ten ooste ende ten westen vanden Hoecxse Stege, gemeijn ende onverdeelt met den voorschreven Jacob Antonissen van Nieuwen huijse, waer op deselve hier vooren bedeelt is, ende dat in forme ende manieren als de voorschreven Truijcken Meertens Za: altoos beseten ende gebruijcxt heeft, mits dat het voorschreven lodt mede moet uijt keeren aent wees kint van Za: Geriken Jans de Looper ter Somme van vijff en twintigh car: gulden.

Opden 2e Febr. 1708 soo bekende Jan Abberdaan, van dese bovengeschreven uijtrijckinge met ver-loopen intrest voldaen te wesen.

                                                                                                                                Jan Abberdaen

Item hier tegens soo sal het voorschreven weeskint van Za: Geriken Jans de Looper, verweckt aen Corne-lis Janssen Aberdaen voor Hare portie voor des selffts kinders grootmoeder goet hebben ende genieten ter somme van drij hondert ca: gulde, welcke voorschreven Somme van drij hondert Ca: gulde, sal wer-den voldaen uijt de voorgaende looten, aenstonts naer doode ende overlijde der voorschreven Truijcken Mertens za:, der selver grootmoeder respectiev is.

Item is mede wel expresse Conditie dat in van de huijsinge waer op Elant Antonisse van Nieuwenhuijsen nomine uxoris hier voor in den eerste post bedeelt voort aenverden quamen te verongelucken soo door brant, oorlooge off dier gelijck, soo sal in sieckre gevalle het voornoemde huijs weder omme nijt ge-meene werden op gemaeckt uijt ider Hare portie, sonder eenige de minste dissimilatie, ofte seges strec-ken, ende dat ondert verbant als naer rechten.

Folio 22

Item soo soo heeft de voornoemde Comparante gewilt ende begeert in val den weeskinderen soo van Za: Merten Jansse de Looper, verweckt aen Leijntgen Arienssen van Tilborgh als van het weeskint van Za: Geriken Jans de Looper, deser werelt sonder eenige geborten quamen te overlijden, dat in sulcke gevalle Hare gedeelde portie sullen erven ende sterven aende zijde daer die vandaen gecomen sijn.

Ende is mede geconditioneert ende oock begeert bijde voorschreven Comparanten, offt gebeurde dat op deen off des op des anders portie offte gedeelte, schier ofte morgen quamen geeijscht te werden, eeni-ge pretensie dat dan mede den anderen gesamentlijk sullen helpen lasren dragen ende garanderen, aldus gedaen ende pepasseert ter presentie ende oversraen van Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep ende Govert Cleijtenaer Heemraden, actum geteeckent desen 27e April 1686.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1686 Schout Govert Ghijsberthen Cluijtenaer
Mijn present
Anth: Glavimans Secr.
1686

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden voorschreven, Elant Antonisse van Nieuwenhuijsen no-mine uxoris Jacob van Nieuwenhuijse nomine uxoeis Arien Janssen de Looper voor soo veel haer aen gaende sijn, swagers ende kinderen vande voorschreven Truijcken Meerten, wed: za: Jan Geritsen de Looper, de welcke verclaere te approberen ende ratificeren soo danige erffdeelinge bij Hare voorschreven moeder ende Comparante voor ons Schout ende Heemraden voornoempt, opten 27e April 1686 hier voor hebben gepasseert, omme naer doode ende overlijde ten hare voorschreven moeder, daer tegens te doen, soo directelijk ofte indirectelijck, maer ider met 1 hare te vrede sijn. Actum in presentie overstaen van Adriaen Timmers, Johan Knaep, Corst Zeeuw, Govert Cleijtenaer, Heemraden. Actum desen lesten April 1686.

Adr:Timmers Johan Cnaep
1686 Schout Govert Ghijsbertsen Cleijtenaer

Folio 23

Den Armen exempl.

Transport Naemen …………………………..
Wed: Teunis Aertssen.
Transportante, ende dat ten behoeven vande Armmeesters van den jare 1685 en 1686.

Op huijden desen lesten April 1686 Compareerde voor ons Schout ende Heemraden der Ambachts Hee-relijckheijt van Schrevelduijn Cappel, Hier onder genomineert, de eerbare Neelken Goverts, Wed: wijlen Antonis Aerssen, onse in woonende naburesse, den welcke verclaerde te cederen transporteren ende op te dragen, aen ende ten behoeve van Gerit Arienssen Back, ende Wijnant van Cleeff, in qualiteijt als aemmeesters over des armens middelen ende in comen vander jare 1685 ende 1686, ende dat ten behoe-ven des selffts armen, specialijck hare stede, gestaen ende gelegen ten suijden vande Nieustraat, waer van gelegen is oost Merten Jansse Wagemaecker, weest den selven Wagemaker, streckende voor van ter Halver Nieustraet voorschreven aff, Zuijtwaerts op, tot de Loonse erve toe. Item alnoch een binnen dries, gelegen ten oosten vande Nieuvaert, waer van gelegen is noorden Adriaen de Roij, suijden Govert vander Punten, streckende voor van ter Halver Nieuvaert voorschreven aff, oostwaerts op tot de erve vande voornoemde vander Punten toe, ende voors generalijck, alle Hare soo van Haeff Meuble ende in meuble goederen, als andersints soo ende in dier voegen als de voorschreven comparante nu besittende is, omme bij de voornoemde armmeesters, off in dier tijt sijnde met consent van Schout ende Heemraden, deselve goederen te mogen vercoopen off belasten, ende beswaren, naer derselver wel gevallen, sonder bij Hare Comparanten, offre der selver kinderen en kints kinderen weffgenamen ab=intestato eenigh recht op de selve sijn refererende, waer tegens de voornoemde moeder uijt des armens middelen geduerende Haer leven lanck sal werden gealimenteert ende te nemen tot hare laste, de armmeesters te betalen de schulde ende lasten, voor soo wel de voornoemde Comparantersse aen gaer te voldoen, op Godie toe, is belast den selffe boedel, waer vooren verbinderde voor Hare voorschreven goederen, soo vande sijde vande voorschreven Wed: wegens de trans porte ende voort alimenteren des armens middelen ende aan-gekomen. Aldus gedaan ende gepasseert ten overstaen van Adriaen Timmers Schout, Jan Govert Gijben ende Cornelis Zeeuw, Heemraden, datum ut Supra.

Adr:Timmers Jan Goeijaertssen Ghijben
1686 Schout Corstijaen de Seeu

Folio 24

Hier van den brieff uijtgemaeckt op een zegel van 1 gld IIII stuijvers.

Giffte de gelijcke kinderen ende erffgenamen van Za: Cornelis Rijcke, vercoopers.
Cooper, Adriaen Robben Decker, Jacob van Nieuwenhuijse, Arien Deckers met Elant Antonisse van Nieuwenhuijse.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden der Ambachts Heerlijckheijt van Schrevelduijn Cappel, de persoonen van Aert Corn: Rijcken, soo voor sijn selven, alsmede momboirs vande minderjarige wees-kinderen naergelaten bij Za: Huijbert Zeijlmans, mitsgaders hem sterckmakende ende de rato caverende voor sijnen broeder Huijbert Corn: Rijcken, Adriaen de Roij, in huwelijk hebbende Adriaentgen Corn: Rijc-ken, Niclaes Brouwers in huwelijck hebbende Dingena Corn: Rijcken, Jan Bastiaenssen Boeser, in huwe-lijck hebbende Willemeijn Corn: Rijcken, Antonij Perceijn in huwelijck hebbende Anneken Corn: Rijcke, Jenneken Corn: Rijcke, wed: wijlen Frans Hendricxsse Boeser, de welcke verclaren ider in Hare voor-schreven qualiteijt te cederen, transporteren ende op te dragen soo als recht is, aen ende ten behoeven van Adriaen Robben Decker, Jacob Antonissen van Nieuwenhuijsen, Adriaen Ariesse Deckers, ende Elant Antonisse van Nieuwenhuijssen, specialijck seckre ontrent twee ende een Halve mergen erve ende gronde soo deselve in sijn sloote opgegraven leijt, gelegen ten westen vande Nieuvaert, waer van noorden geerft is Gijsbert Tonisse Paens, cum suis, Zuijden de erffgenamen van Za: Bastiaen Peeter Corsten cum suis, streckende voor van ter halver Nieuvaert voorschreven aff, westwaerts op, tot de erve vande wed: ende kinderen Za: Poulis Vrijsen cum suis toe, ende dat met alle wegen, stege, schouwen ende nabueren rech-ten, met recht hier vuijt gande, voorts soo gelovende de voornoemde Comparanten in Hare voorschreven qualiteijt tselve te vrijen ende waren naer den rechte vanden landen, ende alle Calangie ende voor Com-mer aff te doen tot desen dagen toe.Coram Adriaen Timmers Schout, Jan Knaep ende Govert Cluijtenaer Heemraden. Actum geteeckent desen 22e Maij 1686.

Partije verclaren voor recht den coop te wesen ter somme van ses Hondert vijff en twintigh ca: gulden, te betalen in drij egale gelijcke termijnen, te weten 208 gulden gereet ende contant bij de opdrachte, ende soo vervolgens van jaar tot jaar tot de voldoeninge in cluijs, van welcke voorschreven eerste termijn be-kennen de voorschreven Comparanten voldaen te sijn, present dach datum ut Supra.

Solvit XXe penn. 13-12-8

Adr:Timmers Johan Cnaep
1686 Schout

Op Heden desen XIe Febr: 1689 soo Compareerde mr: Adrian de Roij, in Huwelijk hebbende gehadt Adri-aentge Corn: Rijcken, Claes Brouwers, getrout hebbende Dingena Rijcken, Antonij Perseijn in Huwelijk hebbende Anneken Rijcken, Aert Rijcken soo voor hem selven, als mede momboir vande minderjarige kinderen van za: Huijbert Zeijlmans, ende recte caverende voor de minderjarige kinderen van za: Huijbert Cornelis Rijcken. Jan Boeseren getrout met Willemmeijn-tje Corn: Rijcken, volgens hare ………….. bij geschiften hier …….., ende bekenne …………. vande voorschreven Coop penningen, soo vande tweede en derde termijn, door handen vande voorschreven coopers ten volle vodaen ende betaelt te sijn, ….. gecasseert. Actum dagh datum ut Supra.

Folio 25

Hier van den brieff uijtgemaeckt.

Transport, de armmeesters van Schrevelduijn Cappel vande jaren 1685 (en) 1686, vercoopers in Hare qua-liteijt.
Cooper Pieter Ariensse van Maessluijs.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genomineert, Gerit Arienssen Back ende Wijnant van Cleeff, bijde in qualiteijt als armmeesters over den atmen van Schre-velduijn Cappel vande jaren 1685 ende 1686, ende dat met consent van Schout ende Heemraden, ende hebben indier qualireijt over gegeven met eender vrijer giffte soo als recht is, aen ende tot behoeff van Pieter Arienssen van Maes lants sluijs, Specialijk de gerechte Helft van een stede, wesende de westensse sijde met de bogaert ende den houtwasch daer op staende, waervan gelegen is oost den voorschreven Armen, gelegen in de Nieusreaet, weest gelegen Merten Janssen Wagemaecker, gecomen laest vande Wed: Teunis Aertssen, streckende voor van der halver Nieustraet voorschreven aff, Zuijtwaerts op tot de Loonse erve toe, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, ende nabueren techten, met techt daer uijtgaende, ende dat wijdens in conformite aen de voorschreven Wed: Teunis Aertssen wegens de voor-gaende Transport aen de voorschreven armeesters, voor Wethouders van Schrevelduijn Cappel getrans-porteert heeft, van dato den lesten April 1686, mits geloovende de voornoemde Comparanten in Hare vooeschreven qualiteijt den selven te vrijen ende te ware naer den rechte van lande, ende alle Callangie ende voorcommer aff te doen tot desen dage toe, onder expresse conditie, in val de Huijsinge daer aff gaen, soo sal de de voorschreven Helfft ree recht door gaen naer erffrecht. Coram Adriaen Timmers Schout, Jan Govert Gijben ende Michiel Janssen Backer Heemraden, actum den 6e Augustus 1686.

Partijen verclaren in Hare voorschreven qualiteijt den coop gereet ende contant gelt te wesen ter Somme van rwee Hondert car: gulden, beloopt den XXe penningh tot laste vanden cooper, hier vanden ……….. gepasseert.
Den XXe p: 2-10-0 voor de Haesl:

Adr:Timmers Michiel Jansen Backer
1686 Schout Jan Goeijaertssen Ghijben

Folio 26

Custingh brief pro armmeesters 1685, 1686 tot lassen van Pieter van Maessluijs.

Op heden desen 6e Augustus 1686 Compareerde voor ons Schout en Heemraden van Schrevelduin Cap-pel, in eijgene persoonen, Pieter van Maessluijs woonende in Vrij Hoeven Cappel, den welcke verclaerden gecocht te hebben van Gerit Arienssen Back ende Wijnant van Cleeff, bijde in qualiteijt als Armmrs: van-de dorpe van Cappel voornoemt vanden jare 1685 et 1686 haere gerechte westensse Helfft van een partij zaijlants, gelegen ten Zuijden vande Nieustraat, waer vant geheel, oost gelegen id Merten Janssen Wa-gemaker, weest den selven, streckende voor van ter Halver Nieustraat, voorschreven aff, Zuijtwaerts op tot de Loonse erve toe, alles breeder in de voorgaende op draghte vermelt, van dato den 6en Augustus 1686 ende hier voor geregistreert, de welcke bekennen ende belijden uijt craghte vande voorschreven coop, wel ende deughdelijk Schuldigh te wesen, aen ende ten behoeff vande voorschreven Armmrs: in Hare voorschreven qualiteijt, ter somme van twee hondert ca: gulden, den gulden veertigh Grooten Vlaems gereeckent, te betalen aen Handen vande Armmeesters, op heden datum boven geschreven over een jaer, dat wesen sal den 6e Augustus 1687, offte wel die alsdan, sullen comen te regeren, met den intrest vandien tegens vier gulden tien stuijvers vant hondert, te betalen des vermaendt werdende tot naer Cominge van alles ’t gene voorschreven is, verclaeren den voornoemde Comparant ende debiteur in de-sen te verbunden specialijck het voorschreven vercochte goet, gelegen als vooren, ende voors geneta-lijck sijne persoon ende alle sijne verdere goederen, stellen deselve ten bedwangh en executie van alle Heeren, Hooven, Wetten, bancken, rechten ende rechteren, ende specialijk de judicutie vande Hove ende Hooge Vierschaer van Zuijt Hollant. Coram Adriaen Timmers Schout, Michiel Janssen Backer, ende Go-vert Cleijtenaer Heemraden, dagh datum ut Supra.

Opten XIIIen November 1686 ontfangen bij den voornoemde Aemmeesters op mindernisse van het voor-schreven capitael uijt handen vande voorschreven debiteur ter somme van vijfftigh gl.

Adr:Timmers Govert Ghijsbertssen Cluijtenaer
1687 Schout Migiel Jansen Backer

Folio 27

Hier van den brieff uijtgrmaeckt op een zegel van I gld: IIII st:

Giffte de Armmeesters van Schrevelduijn Cappel vande Jare 1685 et 1686.

Vercoopers
Cooper Jan Arienssen Dolck.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduin Cappel hier onder genomi-neert, Gerit Arienssen Back ende Wijnant van Cleeff, bijde in qualiteijt als Armmeesters over den dorpe van Schre-velduijn Cappel vande jaren 1685 ende 1686, de welcke verclaren in hare voorschreven qualiteijt, met con-sent van Schout ende Heemraden te cederen, transporteren, ende op te dragen, aen ende ten behoeff van Jan Adriaensen Dolck, specialijck de gerechte Oosstense Helfft van vijff hont 25 roijen zaij lants, gelegen ten zuijde inde Nieustraat, waer van ten oosten belent is Merten Jansen Wagemaker, west Peeter Arienssen van Maessluijs, streckende voor van der Halver Nieustraat aff, Zuijtwaerts op tot de Loonse erve toe, ende wijders in conformite, soo ende gelijck laest vande Wed: Za: Teunis Aertssen, bij Transport be…… is, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen ende nabueren rechten, met recht daer uijtgaende, voorts soo gelooven de voornoemde Comparanten in hare voorschreven qualiteijt, tselve goet te vrijen ende waren naer den rechten van Zuijt Hollant, ende alle Calangie ende voorcommer aff te doen tot Nieuwejaer 1687 toe. Coram Adriaen Timmers Schout, Michiel Janssen Backer ende Govert Cleij-tenaer Heemraden, actum desen veertienden November XVIc ses en tachtentigh.

Partijen verclaren de coop gereet ende contant goet te wesen volgens conditie ter somme van twee hon-dert car: gulden, waer de voornoemde Comparanten in hare voorschreven qualiteijt bekennen ten vollen voldaen ende betaelt te sijn, ergo gecasseert.

Adr:Timmers Michiel Jansen Backer
1686 Schout Govert Ghijsbertssen Cluijtenaer

Hier van den brieff uijt gemaeckt:

Ten voorschreven dagen Compareerde voor ons Schout ende Heemraden voornoempt, de voorschreven Armmeesters in Hare voorschreven qualiteijt, ende hebben overgegeven met eender vrije giffte soo als recht is, aen ende tot behoeff van Arnoldus Janssen van Ophorst, woonende tot Loon, specialijck een binnen drieske, gelegen ten oosten vande Nieuvaert, gecomen van de voornoemde Wed: Teunis Aertsen za:, waer van gelegen is, noorden Adriaen de Roij, Zuijden Govert vander Punten, streckende voor van ter halver Nieuvaert voorschreven aff oostwaerts op, tot de erve vande voorschreve vander Punten toe, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen ende nabueren rechten, met recht daer uijtgaende, wijders geloven de voornoemde Comparanten in hare voorschreven qualiteijt ’t selve goet te vrijen ende te waeren naer den rechten vanden landen, ende alle Callangie ende voorcommer aff te doen tot Nieuwe jare 1687 toe. Coram ut Supra.

Partijen verclaren voor recht den coop gereet ende contant goet te wesen ter somme van vijff en negen-tigh car:gl., waer de voornoemde Comparanten in hare voorschreven qualiteijt bekennen ten volle voldaen ende betaelt te sijn. ergo gecasseert.

Adr:Timmers Michiel Jansen Backer
1686 Schout Govert Ghijsbertssen Cluijtenaer

Folio 28

Hier van den brieff uijt gemaeckt.

Transport, Adriaen Stam vercooper.
Cooper Adriaen Timmers, Schout van Cappel.

Compareerde voor ons Heemraden van Schrevelduijn Cappel, hier onder genomineert, Adrien Stam woonende in Babilonien broeck, de welcke verclaren te cederen, transporteren, ende op te dragen aen ende ten behoeven van Adriaen Timmers Schout alhier, specialijk het gerechte vierde paert van acht hont delle, gelegen binnen Schrevelduijn Cappel, gemeen ende onverdeelt met Govert van der Punten, ende de weeskinderen van Hendrik de Jongh Secretaris van Hees ende Leende, verweckt aen wijle Anneken Driesen Verhoeven, hem comparant bij erff deelinge als in huwejijk hebbende Ammerentia Kivits is aen gecomen van za. Dingentie Michielsse, die wed was van do ? Jan Lourissen van den Hout, Comparants vrouwe grootmoeder, waer van west gelegen is Govert vander Punten en de voorss weeskinderen Jan de Jongh, oost Gijsbert Joost Hermens cum suis, streckende voor vande Ausloot aff, noortwaerts tot den ambachte vande Suijde toe, ende dat alsoo groot ende cleijn, als deselve gelegen is, ende dat met alle wegen, stegen, schouwe, ende nabuiren rechten, met recht daer uijtgaende, voorts soo gelove den voorss Comparanr tselve te veijen ende te waren naer den trchten van Zuijt Hollandt, ende alle Calangie ende voot commer aff te doen tot Nieuwjaer 1687 toe, onder de conditie, dat dit vercochte sal wegen ende stegen, voor de delle van het Weeskint van Dirck Melissen Moets, ende soo voorts, Zuijtwaerts op over de Oude Vartiens stege, volgens, de oude gebruijck, Coram, Johan Knaep, Jan Govert Gijben, Go-vert Cleijtenaer Heemraden, actum desen 2e Decembris 1686.

Partijen verclaren voor recht den coop gereet ende contant gelt te wesen, ter somme van acht en twintigh Ca: gulden, waer van den gemelte Compatant in sijnen voorss qualiteijt bekennen ten volle voldaen ende betaelt te sijn, present dagh datum ut supra.

Johan Cnaep Jan Goeijaertssen Ghijben
Govert Ghijsbertsen Kluijtenaer

Folio 29

Hier den brieff uijt genaeckt.

Gifte Bartholomeus van Baerdwijck, verkoper.
Anthonij vander Nat, koper.

Comparerende voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, hier onder genomineert den eersamen Bartholomeus van Baertwijck woonende tot Sprangh, ende heeft over gegeven met eender vrijer giffte soo als recht is aen ende ten behoeff van Anthonij Andriessen vander Nath, sijne neve, speci-alijck ontrent twee hont driesse, sijnde ten deele Quebben putten ende cuijlen, gelegen ten oosten vande Nieuwvaert, ten oosten teijnde de erve van Cornelis Janssen van Gorcum, gelegen west, noorden, ende oost Adriaen Wouterssen Visser, zuijden Arnoldus van Ophort ende dat alsoo groot ende cleijn, als de selve aldaer gelegen is, hem Comparant ab intestato aen gecomen bij deelinge van Willemken Woutersen Maes za., der selver grootmoeder was, ende dat met alle wegen, stege, schouwe ende nabueren rechten met recht daer uijt gaende, voorts soo geloofft den voorss Comparant, tselve te veijen ende waren naer den rechten vande Landen ende alle Callangie ende voor commer affte doen tot desen dage toe. Coeam, Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep ende Mighiel Janssen Backer Heemraden, actum desen XXIIe Januarij 1687.

Parthijen verclaren voor recht den coop gereet ende contant goet te wesen ter somme van seventien car: gulden, waer van den voornoemde Comparant bekent ten volle voldaen ende betaelt te sijn, datum ut supra.

Adr:Timmers Johan Cnaep
1687 Schout Michiel Jansen Backer

Hier van den brief uijt gemaeckt op een zegel I gl IIII st.

Ten voorsz: dagen Compareerde voor ons Schour en Heemraden voornoempt, Daniel Aertsen van Bock-hoven in huwelijck hebbende Aeltgen Jans, woonende op de Haer Stege, onder Heeckissen, ende Jan Peters van Heesbeen de rato caverende voor sijnen soon Peter Janssen van Heesbeen, heeft in sijne voorsz: qualiteijt, gecedeert ende getransporteert soo als recht is aen ende tot behoeff van Arien Peters-sen den jongen, specialijck een driesken gelegen ten noorden van de Nieustraat, groot ontrent ……………………….., waer van gelegen is west ende oost, Dieck Corsten van Pas, streckende uijtten Suijden vande erve offte sloot vande Ed: Heere van Loon aff noortwaerts op tot de erve van Corst Corssen Zeuw toe, ende dat alsoo groot ende cleijn, als de Comparanten nomine uxoris bij erffdeelinge za: Willemken Wouters Maes is aengecomen, ende dat met alle wegen, stege, schouwe, ende nabueren rechten met recht daer uijt gaende, wijders soo geloofft de voorsz Comparanten in sijne vooesz: qualiteijt den selven te vrijen ende te waren naer den rechten vande landen, ende alle calangie ende voor commer aff te doen, tot desen dage toe. Coram Adriaen Timmers Schout, Jan Knaep, Michiel Backer Heemrade.

Partijen verclaren voor recht den coop gereet ende contant te wesen ter somme van, twintigh car gulden.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1687 Schout Michiel Jansen Backer

Folio 30

Hier van den briet uijt gemaeckt.

Transport Mr: de Roij cooper, vercooper Peeter Adriaenssen de Roij, sijnen broeder.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genomineert, Peeter Adriaenssen de Roij den welcke heeft gecedeert, getransporteert, ende op gedragen met eender vrijer giffte soo als recht is atn ende tot behoeff van Adriaen Adriaenssen de Roij, Schoolmeester, sijnen beoeder specialijck, eenen dries gelegen, ten noorden vande Nieustraet, waer van oost gelegen is de kinderen, ende erffgenamen van Bastiaen Huijbertssen Boer, west de wed, za: Adriaen de Roij, strecken-de voor van ter halver Nieustraet aff, noortwaerts op, tot de erve van Jan Arienssen Knaep, cum suis toe, ende dat alsoo groot ende cleijn als deselve aldaer inden Hoeff slagh gelegen is, ende dat met alle we-gen, stegen, schouwe ende nabueren rechten met recht daer uijt gaende, voores soo gelooffr den voorsz: comparant het voorsz vercochte goet te veijen ende te waren naer den rechten vande landen, ende alle Callangie ende voor commer aff te doen tot desen dagen toe. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, ende Michiel Janssen Backer, Heemraden. Actum desen XVIIIe Meert XVIc seven en tachtentigh.

Partijen verclaren voor recht den coop gereet ende contant gelt te wesen ter somme van een hondert vijftigh car: gulden, waer van den voorsz: Comparant bekenne ten volle voldaen ende betaelt te sijn, pre-sent dagh datum supro.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1787 Schout Michiel Janse Backer

                                                                 Copie

Op huijden den XXII September anno 1685 Compareerde voor mij Engebrecht van Dalem openbaer Nota-ris bij den Ed: Hove van Hollandt geadmitteert inden dorpe van Out Beijerlant residerende ter presentie vande naer beschreven getuijgen, den Eersaemen Erit Janss Duijser, borger ende inwoonder van desen dorpe, de welcke verclaerde volkome last ende procuratie te geven, gelijck hij doet bij desen aende Hr: Anthonij Glaviman, Secrs tot Cappell inde Langstraet, omme uijt den naem ende van wegen hem Consti-tuant ’t sij uijtter hanr ofte publijcq te doen opneijlen, ende verkopen seecker stuck lant, gelegen tot Cap-pel voorss genaemt den Suijdersen dries, soo de selve in sijn slooten leijt afgegraven, waer noorden naest gelegen is den Geer, suijden Adriaentie Francen, streckende vander halver vaert aff, oostwaert op tot den stelt vande noordense Geer toe, hem Constituant aengekomen bij ’t overlijden van Jan Anthonisse Duijser sijn vader sa:, verweckt bij Geriche Lambertss sijn moeder, volgens den Testamente daer van sijnde, ende specialijcke mede als de voorss landen sullen verkost wesen aenden koper in vollen eijgen-dom op te dragen, behoorlijck transport ofte ontgrondinge dart van te doen, naer Costuijmen aldaer, alsmede de landen te vrijen ende waeren van alle ongelden ten dage vande verkopinge ende ontgrondin-ge toe, de kooppenningen

Folio 31

te ontfangen ende behoorlijck Apuijt aenden koper daer van te passeren, ende voorts alles generalijck te doen wes hij Constituant selfs present ende voor oogen sijnde soude komen ofte mogen doen, beloven-de voor goet vast, bondig ende van waerde te houden ende doen houden allen ’t gene bij de geconstitu-eerde hier inne gedaen ende gehandelt sal werden, onder den verbanden als naer rechten, des blijft den geconstitueerde gehouden van sijnen ontfang te dorn behoorlijcke reeckening, bewijs ende reliqua onder gelijck verbant als vooren, aldus gedaen ende gepasseert binnen den dorpe van Out Beijerlant ten huijse van mijn Notaris, ter presentie van Sr Cornelis van Gorp Schepen alhier, ende Jasper Kievit beijde als getuijgen die de minute neffens den Comparant ende mij Notaris hebben onderteeckent opden datum als in ’t hooft van desen. Lager stont, in kennisse geteeckent, ende was geteeckent A:van Dalem Notaris publ:

Hier van den brieft uijtgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genomineert, Wou-ter Janssen Duijser, soo voor sijn selven, den selven intervenierende ende de rato caverende voor sijnen dwagers ende suster respectiven, mirs gaders Antonij Glaviman, Secretaris van Cappel, als speciale last ende procuratie hebbende van Erit Janssen Duijser, woonende in Out Beijerlant, gepasseert voor Enge-brecht van Dalem, Openbare Noraris bij den Ed: Hove van Hollant, geadmitteert inden dorpe van Out Beijerlant voorsz. residerende, met de getuijgen daer inne begrepen, wesende deselve procuratie van dato desen XXIIe September 1685, ons Schout ende Heemraden vertoont ende gebleecken ende hier vooren geregistreert, ende hebben in dier qualiteijt, gecedeert ende getransporteert soo als recht is aen ende ten behoeven van Peeter Adriaenssen de Roij, specialijck twee binnen dijcxsse driessen nevens den anderen gelegen, genaempt van outs den Geer, gelegen ten oosten vande Nieuvaert, waer van geheel gelegen is noorden het dorp van Cappel offte de ………., zuijden Elant Antonissen van Nieuwenhuijsen, streckende voor van ter halver Nieuvaert voorsz aff, oostwaerts op, tot de driesse ende erve vande Ed: Heere van Loon toe. Haer comparanten in hare voorsz qualiteijt ab intestate aengecomen van Za: Jan Antonissen Duiser des selffs Comparante vader was, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, ende nabueren rechten, met recht daer uijt gaende, voorts soo gelovende de voornormde Comparanten in hare voorsz: qualiteijt, ’t selve vercochte te vrijen ende te waren naer den rechten vande landen, ende alle Cal-langie ende voorgommer aff te doen tot desen dage toe, present dagh datum ut supra.

Partijen verclaren voor recht den coop gereet ende conrant te wesen ter somme van drij hondert cae gul-dens, waer van de vooesz Comparenten bekennen ten volle voldaen ende betaelt te sijn, ptesent dagh datum ut supra.

Adr:Timmers Johan Cnaep
1687 Schout Michiel Jansen Backer

Folio 32

                                                       Copie et Copia

Assoo questie ende verschil ontstaen was tusschen Cornelis van Gorp, Chirurgijn woonende in Out Beijer-lant, getrout hebbende Dircxken Glaviman, ende Geertruijt Glaviman wed: van Aert Luijcx woonende tot Roosendael als Testamentaire erffgenamen van Adriaen Glaviman za:. Ter eenre, ende Antonij Glaviman Secr. van Cappel, soo voor hem selven ende mede als vooght vande minderjarige kinderen van Antonij Glaviman, sijnen broeder saliger, in sijn leven mede Secr. van Cappel, ende Josina Heuvelcamp, als moeder ende vooghdesse van hare minderjarige weeskint verweckt bijde voorsz Antonij Glaviman, ter andere sijden. Eerstelijck aen gaende de successien ende nalatenschap vande voornoemde Adriaen Glaviman, ende ten tweeden over seecre Obligatie van twee hondert twee en seventigh gulden tien stuij-vers capirael bij den voornoemde Adriaen Glavimans tot behoeve vande voornoemde Antonij Glavimans, gepasseert ende verleden in dato den 12e 7 ber 1675, waer overgeslagen was proces ende verdre verwe-ijderinge te rijsen omme ’t welck te sorteren ende voor te comen, soo sijn de voorsz: pertijen door inter-cessie ende russchen speacken van Cornelis van Baertwijck Sectetaris van Meeuwen, haren respective oom , metten anderen verdeagen ende geaccordeert in dese wegen (te weten) dat de voornoemde Corne-lis van Gorp inden voorsz: qualiteijt ende de voornoemde Geertruijt Glavimans sullen blijven behouden de effecte ende nalatenschap vande voorn: Adriaen Glavimans, volgens den voorsz: testamente, behoudens dat aende voornoemde Antonij Glavimans, Secretaris van Cappel voorsz: rnde aende kinderen vande voornoemde Antonij Glavimans zal: ider voor de helft ter saecke de voorsz Obigatie ende verdere preten-tie, in eijgendom sullen laten seeckre halve delle, gelegen tot Cappel vooesz: gemeen met den vooe-noemde Antonij Glaviman, belent als inde brieven daervan sijnde, en daer en boven nogh een vereervinge van twintigh gulden, waer mede de voorsz: partijen ten wedersijden verclaren wel vernoeght ende tevreden te wesen, met gelofte van desen auerden onver breeckelijck sullen naercomen sonder daer tegens te sullen doen, ofte doen doen, directelijck offte indirectelijck, in rechten off van buijten, onder ’t verbant als naer regtten, ende dat mitsdien hiermede alle de voorsz: questien ende in sonderheijt de voorsz: Obliga-tien sal doot ende te niette sijn. Aldus gedaen tot Meuwen ende in lucken naer waerheijt, dese bij de res-pective paerhijn, Contra henten onder teeckent op den 29e Maij XVIc virentachtigh, ende was onderteckent Antoni Glaviman, Josina Heuvelcamp, Cornelis van Gorp voor mijn selven, ende als procuratie hebbende van Geertruijt Glavimans. Onder stont mijn present, ende was geteeckent: Cornelis van Brantwijck.

                                                                                                       Collate Concordat
                                                                                                               Ad testor:
                                                                                                   Anthonij Glavimans, Secr:
                                                                                                                   1687

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genomineert, de Heer Johan van Bergen, Schout van Sundert, in qualitijt als oom ende toesiender maternel der minderjari-ge weeskinderen van Za: Antonij Glaviman, in sijn leven Secretaris van Cappel, verweckt aen wijlen …….. Adriana van Bergen, mitsgaders Josina Heuvelcamp, in qualitijt als moeder ende vooghdesse van

Folio 33

hare dochter Maria Glaviman, dewelcke verclaren met consent ende toestaen van Schout ende Heemra-den, als oppervooghde van alle weesen binnen Cappel voornoempt, over te geven met eender vrijer gifte soo als recht is, aen ende tot behoeff van Antonij Glaviman, Secretaris, als oom ende vooght der voorsz weesen, specialijck het gerechte vierdepaert van een buijtendijcxsse delle, gelegen ten oosten vande Nieuvaert, gemeen ende onverdeelt met den vooesz zooper, waer van oisr gelegen is de voorschreven weesen, weest de wed. Peeter vander Punten, streckende voor vande erve vande voorsz cooper aff, noortwaerts op tot den ambachten van Nederveen toe, haer Comparanren aen gecomen, uijt seecker con-tracte tusschen de Testamentaire erffgenamen ban Za: Adriaen Glaviman, ter eenre ende de voorsz: Comparanten ter andere sijden aen gegaen opren 29e Maij 1684, ons Schour ende Heemraden vertoont ende gebleecke, ende hirt vooren geregistreert, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, ende nabue-ren rechten, met recht daer uijtgaende, wijders soo geloven de voorsz: Comparanten in hare voorsz: quali-teijt ’t selve te vrijen ende re waeren vaer den rechten vande landen, ende alle Callangie ende voorcommer aff te doen tot desen dage toe. Coran Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, ende Mighiel Janssen Backer Heemraden. Actum desen XIe April 1687.

Partijen verclaren voor recht den coop gereet ende contant gelt te weesen ter somme van Hondert vijf-frigh gulden, welcke voorsz: somme bij den cooper is voldaen ende in reeckeninge vander.. den XIe April 1687 gebracht, ergo gecasseert, dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1687 Schout Michiel Jansen Backer
Gifte Johan Cnaep

Hier van den brieff uijt gemaeckt op een zegel van I gulden IIII stuijvers.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genomineert, den eersamen Sr Gijsbert van Selst woonende tot Sprangh, als last ende speciale procuratie hebbende van Sr Jacob Bommelaer, coopman in hout, ende Lodewijcke Verwiel, meester koukebacker als in Huwelijck hebbende Marijke Bommelaer, bijde woonende tot Delft, nogh vervangende hem sterckmakende, ende de Rato caverende voor Aelbertus ter Smette woonachtigh in ’s Gravenhage, in Huwelijck hebbende Lijs-bet Hennekijn, voormaels wed: ende boedelhoudster van Za: Jan Bommelaer, den voornoemde Lo-dewijck Verwiel nomine uxoris, ende nogh den voornoemde Jacob Bommelaer als speciale last ende procuratie is hebbende van Jacob Cool, haren swager als in Huwelijck hebbende Catharina Bommelaer, die hem selven nevens den voornoemden Lodewijck Verwiel was sterck maeckende, ende de Rato Cave-rende voor den voornoemde Aelbertus ter Smete, in sijn op gemeete qualitijt sijnde de gemelte procuratie van dato den eerste Februarij 1682 voor Notaris Willem Westerhoven, ende seeckre getuijgen alhier verle-den, in houdende de clausule van substitutie, welcke voorsz: Jacob Boommelaer, als oom ende Testa-mentaire vooght over de minderjarige kinderen ende erffgenamen van sijnen overleden broeder Za: Lau-werens Bommelaer, den welcken verclaren uijt kraghte ende vermogens des selffts procuratie gepasseert voor Willem van Ruijver, Notaris bij den Hove van Hollant geadmitteert binnen den Stadt Delft resideren-de, met de getuijgen daer inne begrepen, wesende deselve procuratie van dato den 13e Februarij

Folio 34

1683 ons Schout ende Heemraden vertoont ende gebleecken gecedeert ende getransperteert, aen ende ten behoeven van Sr Johan Schoonhoven, Stadthouder tot Sgravemoer, specialijck seeckere erve Bos-sagie, groot ontrent vier mergen, gelegen onder den Amdachte van Schrevelduijn Cappel voorsz, waer van gelegen is oost Hendrick van Gils cum suis, west Heer Pieter Raus Secretaris van Sgravemoer, noor-den de Leij, Zuijden de Swarte Mannekens, haer comparante aen gecomen ab intestato Za: vader ende Schoon vader respectivelijck, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, ende nabueren rechten met reght daer uijtgaende, wijders geloofft den voornoemde Comparant in sijne voorige qualiteijt ’t selve te vrijen ende waren naer den rechten vande Landen, ende alle Calangie ende voor commer aff te doen tot Nieuwejaer 1687. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep: ende Mighiel Backer met Jan Govert Gijben Heemraden. Actum desen 21e April deses Jaers 1687

Partijen verclaren voor recht den coop gereet ende contant gelt te wesen ter somme van ses en dartigh car: gulden, waer van den voornoemde Comparant in sijn qualiteijt bekennen ten vollen voldaen ende betaelt te sijn ergo gecasseert, present dagh datum ut Supra.

Adr:Timmers Johan Cnaep
1687 Schout Jan Goeijaertssen Ghijben

Hier van den brieff op een behoorlijcken zegel uijt gemaeckt.

                                                                 Gifte

Jacob Jansen Deckers koper. Elant van Nieuwenhuijsen verkoper.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genomineert, den eersamen Elant van Nieuwenhuijsen onsen inwoonder, de welcke heeft gecedeert, getransporteert ende overgegeven met eender vrije gifte soo als recht is, aen ende ten behoeve van Jacob Jansen Deckers wonende tot Sprangh, specialijck een binnen dijckse delle, gelegen aen de westsijde vande Nieuvaert, suijden belent Cornelis Jansen van Gorcum, noorden Adriaen Jacobsen Paens, streckende van der halver Nieuvaert aff, westwaert op tot de Quekel sloot toe, ende de Quekel selve daer inne begrepen, ende dat alsoo groot ende kleijn de selve aldaer gelegen is inde Hoeffslagh, ende bij de Comparant is gebruijckt grweest, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, ende naebuijren rechten met recht daer uijtgaende, voorts soo gelooft den voornoemde Comparant ’t selve te vrijen ende waren naer den rechten vanden Landen, ende alle voorcommer ende Calangie afte doen tot Nieuwejaer 1687. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Cnaep, Jan Getersen Gijben, ende Govert Cleijtenaer Heemraden. Actum desen 30e April 1687.

Partijen verclaeren voor recht den koop gereet ende contant gelt te wesen ter somme van twee hondert vijf en twintigh gulden, waer van den voornoemde Comparent bekent ten vollen betaelt ende voldaen te sijn ergo gecasseert, present, dag, datum voorsz.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1687 Schout Jan Goeijaertssen Ghijben
Govert Ghijsbertsen Cluijtenaer

Folio 35

Hier van den brieff uijt gemaeckt.

Gifte Hendrick vanden Hoeck vercooper. Cooprt Jan vander Punten.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genomineert, Hen-drich Hendricxsse vanden Hoeck, ende heeft over gegeven mer eender vrijer gifte soo als recht is, aen ende ten behoeff van Jan Antonissen vander Punten, specialijck een binnen dijcxsse dries, gelegen ten oosten vande Nieuvaertm waer van gelegen is Zuijden Adriaen de Roij, noorden de erffgenamen za: Jan Willemssen Kouwens, ende Arien Arienssen Timmers, den enen tijden den anderen gelegen, streckende voor van der halver Nieuvaert voorsz: aff, oostwaerts op tot de erven van Govert vander Punren toe, soo ende in dier maniere, ende forme als bij den voorsz: comparant in coop vercregen is, vande voocht kin-derenende erffgenamen za: Peeter Sebastiaenssen van dato den XI Febr: 1683, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen ende naburen rechten, met recht daer uijtgaende, wijders soo geloofft den voornoem-de Comparant ’t selve te vrijen ende te waren naer den rechten vande Landen, ende alle Calangie ende voor commer aff te doen tot Nieuwjaer 1687 toe. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, ende Jan Govert Gijben Heemraden. Actum desen 6e Maij 1687.

Partijen verclaren voor recht den coop gereet ende contant goet te wesen ter somme van vijfftigh car: gulden, waer van den gemelte Comparant bekennen ten volle voldaen ende betaelt te sijn ergo gecas-seert, present, dagh datum ut Supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1687 Schout Jan Goeijaertssen Ghijben

                                     Hier van uijtgegeven Copie.

Op huijden desen XXe Maij 1687 Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, de eerbare Seijcken Peters, wed: wijlen Tonis Dircxssen Melen, ter eenre, ende Govert Janssen Hoevenaer, in Huwelijck hebbende Maijken Teunisse Melen haren swager, bijde woonende onder de juris-dictie van Schrevelduijn Cappel vooesz: ter andere sijde, de welcke verclaren te hebben gecontracteert ende geslooten dese hare contracte in manieren als hier volgende is, als te weten dat de eerste Compa-rante offte moeder over geeft aen haeren voorsz: swager tweede Comparant, specialijck ontrent twee ende een halff hont zeijlants gelegen ten westen van Willem van Gentsvaert, gemeen ende onbedeelt met den voorsz: tweede Comparant, waervan gelegen is Zuijden de weeskinderen van za: Adriaentgen Jan Sijmens, noorden den voorsz: tweede Comparant, streckende voor van ter halver Willem van Gents vaert, ende erve vande tweede Comparant aff, westwaerts op tot de erve van Hendrick de Roij toe. Item alnoch soo geeft de voornoemde wed: ende Comparanten aende tweede Comparant over, anderhalff banck binnen delle offte gronden, gelegen ten oosten van Willem van Gentsvaert voorsz, waer van noorden gelegen is de weeskinderen van Pr. Cornelis, Zuijden Merten Janssen Mutsert cum suis, streckende voor van ter halver Willem van Gents vaert voorsz: aff, oostwaerts op tot de Queckel sloot toe, mitsgaders alle hare meuble ende in meuble goederen,

Folio 36

soo van gout, silver, gemunt, als ongemunt, mitsgaders van alle actie, credite, in ende uijtgaende schulde egeen van dien gerefereert, omme deselve goederen bij den tweeden Comparant nu aenstonts in volle besit ende eijgendom te werden aen gevaert, onder de conditie dat den voorsz: tweede Comparant ge-houden blijfft te betalen alle de schulde ende beswaernisse aen den voorsz: eerste Comparante, tot hare lasten loopende sijn, ende nogh te loopen, egeen van dien uijtgesondert, hoedanigh deselve schulden soude mogen sijn, voor welcke voorsz: overgiffte, soo verclaert den voorsz: tweede Comparant sijne voorsz: moeder Sijken Peeters, wed. voorsz: daer voor te alimenteren ende te onderhouden in cost, dranck, Redingh ende cleedinge, linden cousen, schoon, vuer ende light, wasschen ende vringen, soowel in sieckte als gesontheden, haer eerste Comparante leven langh geduerende, egeen tijt van perijckel uijtgescheijde, alle ’t gene voorsz: is, verclaren de voorsz: Comparanten te wesen hare contragte belo-vende ’t selve van tijt tot tijt te sullen werden naergecomen, daer vooren verbindende de vooesz: Compa-ranten haere persoonen ende goederen, alle den selve onderworpende alle Heere Hooven, wetten, rechten ende redhteren, ende specialijck de indicature vande Hove ende Hooge vierschaer van Zuijt Hollandt. Aldus gedaen ende gepasseert ter presentie ende voerstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep ende Jan Goijert Gijben Heemraden.

Adr: Timmers Mijn present
1687 Schout Anth: Glavimans, Secr.
1687
Johan Cnaep
Jan Goeijaertssen Ghijben

Hier van den brieff uijt gemaeckt op een zegel van I gulden IIII stuijvers.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genomineert Janne-ken Peeters van Clootwijck, wed. wijlen Jan Bleesen, woonende op de Hoogevaert, ende heeft verwilcort ende geloofft soo als recht is aen ende ten behoeff van Govert Janssen Hoevenaer, ter somme van een hondert tien car: gulden, den gulde ad: vertigh Grooten Vlaems gereeckent, spruijtende dese voorsz: somme van ten dancke gelende gelde ende aen getelde penninge, als den voorsz: Govert Jansse Hoe-venaer, in haren noodt onder gedaen heefft Renmichierende tot dien eijnde vande beneffitie denon nume-rato pecunia dictereude van onaen getelde gelde, welcke voorsz: hooste somme geloog de voorsz: Jan-neken Peeters van Clootwijck, wed: voorsz: wederomme te restitueren van huijden datum onder geschre-ven over een jaer, dar wesen sal den negende Junij 1688, met den intrest vandien tegens vijff car: gulden vant hondert int jaer, offte den toonder deses, ende oft geviele dat de voorsz: wed: met gelieffte vande toonder, de hooff somme langer onder hielde gelovende daer van intrest te betalen, tot de volle ende effectuele betalinge toe, …… van te betalen des bijde crediteur vermaeckt werdende, voor welcke voorsz: hoofft somme met de verloopen intrest stelt de vooesz: Janneken Peeters van Clootwijck wed: voorsz: ten onder pandt specialijck seecker huijsinge met drie hont zaijlants daer aen gelegen, gestaen ende gelegen op den Hoogevaert, waer van Zuijden gelegen is Lambert Cornelissen, noorden Handrick Back, streckende uijt den oosten vande erve van Govert Janssen Cleijtenaer aff westwaerts op tot de erve van Hendrick Back ende Anronij van Campen toe. Item met alnogh drij ende een halff hondt zaijlants, gelegen ten westen van Kreuwers Hoeve, alsoo genoempt, waer van gelegen is zuijden Wouter van Til-borgh, noorden Bastiaen Peters westwaerts op tot de Peijs toe, ende

Folio 37r

ende voorts generalijck alle hare verdre roerende ende onroerende goederen, hebbende ende vercrijgen-de egeen gereserveert, waer gelegen offte bevonden soude worden soo in Hollandt als Brabant, deselve subjecterende alle Heeren Hoven, bancken, wetten, rechteren ende rechten, ende voornamelijck de indica-tire vande Hove ende Hooge Vierschaer van Zuijt Hollandt et: Aldus gedaen ende gepasseert ter presen-tie ende overstaen van Adriaen Timmers Schout, Jan Goijert Gijben ende Merten Dolck Heemraden. Ac-tum geteeckent desen negende Junij 1687.

Adr: Timmers Jan Goeijaertssen Ghijben
1687 Schout Meerten Adriaenss Dolck

In kantlijn van bovenstaande akte staat op folio 36.

Compareerde Govert Jansen Hoevenaer, den welcke bekende van desen neffens staende willeceur met de verloopen intrest voldaen te sijn door handen vanden debiteur, datum den 13e Junij 1694.

                                                                   Dit ist X hantmerck van Govert Jansen Hoevenaeren.

Hier van den brieff uijt genaeckt op een zegel van I gl IIIIst.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, Willemken Corsten de Loos, wed: ende universele erffgename van Merten Janssen Wagemaker haren man za: woonende alhier, ende bekenden boven seeckere obligatie in capitael een hondert ende vijfftigh car: gulden, in dato den tienden November 1663 bij Merten Janssen Wagemaker ten behoeven van Peeterken Joosten de Hoogh gepas-seert, waer in tot borge is geconsitueert Corstiaen Adriaenssen de Loos, onder behoorelijcke tenunchiatie loopende intrest tegens ses ten hondert int jaer alhier gebleecken, wel ende deughdelijck schuldigh te wesen aen Gijsbert Oostvogel als getrout hebbende Peeterke de Hoogh, de somme van twintigh gulden beloopende nu samen in capitael de somme van een hondert seventigh gulden, te restitueren tallentijde des door den crediteur versocht, metten intrest van dien tegens vijff ten hondert int jaer, te reeckenen van nu aff totte volle effectuele quitinge ende afflossinge toe, voor welcke obligatie in cappitael een hondert vijfftigh ca: dulde als mede nu aengetelde twintigh gulde, beloopende samen de voorsz: somme van een hondert seventigh gulde, ende sij comparante ten behoeve van Gijsbert Oostvogel voorsz:, specialijck is verbinderde ende effecterende seeckre huijsinge ende ackerlandt daer aen gelegen, gestaen ende gele-gen ten Zuijden vande Nieustraet, waer van gelegen is oost Peter van Maessluijs, west seecker stege genaempt Corst de Loos Stege, streckende voor van ter halver Nieustraet voorsz: aff, Zuijtwaerts op tot de Loonse erve toe, mitsgaders alnoch ontrent twee hont zaijlants, gelegen ten noorden vande Nieustraet, belent oost Maijken Francken, west de kinderen van za: Corstiaen Peeters, streckende voor van ter halver Nieustraet voorsz: aff, noortwaerts op tot de erven van Gemen Francen za: toe, ende voorts generalijck alle hare verdre roerende ende onroerende goederen, egeen van dien uijtgesondert, waer die gelegen soude mogen sijn soo in Beabant als Hollandt, deselve subjecterende, alle bancken wetten rechten ende rechteren, ende voornaementlijck de indicature vanden Hoove ende Hooge Vierschaer van Zuijt Hollant. Aldus gedaen ende gepasseert ten oversraen van Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, ende Mighiel Janssen Backer Heemraden. Actum desen negende Junij 1687.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1687 Schout Michiel Jansen Backer

Joost Lamderts de Hoogh als last hebbende van Gijsbert Oostvogel, bekent vanden inhouden deses voldaen en betaelt te sijn doorde debiteuren deses, compareert inde cassatie deses ten registeren desen 14 Januarij 1695.

Los briefje liggende bij folio 36 en 37r, dit briefje behoort bij bovenstaande akte.

Gijsbert Jansen Ostvoogel gheeft Joost Lammers de Hooge van prockeratie om te kasseren desen wil-leceur, want ick en cost niet meij caveren.

                                                                                                                Gijsbert Jansen Ostvogel

Folio 37v

Op huijden den 10 Junij 1687 Compareerde voor ons Schout ende Heemraden des Ambachtsheerlijckheijt van Schrevelduijn Cappel hieronder genomineert den eersamen Peeter Jansen vander Mijden, ende Arien Janssen Naijen, bijde woonende tot Op Andel, Lande van Althena, den welcken bekende ende verclaer-den op waterrecht wel ende deugdelijck schuldigh te wesen aen Hendrick Peeterssen Timmers onsen nabuer, ter somme van drij hondert vijfftien gulders, spruijtende dese voorsz: somme over coop van een damschuijt, seijl, cabels, anckers, touwen, ende verders ’t gene daer aen dependeert, ende op huijden bijden voorsz: coopers, gecocht ende ten darcke ontfangen, ende bijde voornoemde Hendrick Prs Tim-mers geboert, welcke voorsz: hooft somme van drij hondert vijfftien cae gulden gelovende de voor-noemde Comparanten te betalen in twee termijnen offte jaer paeijen, te weten nu gereet ende contant twee hondert car gulden, ende de resterende hondert vijfftien ca: guldes te bamis eerdt comende anno 1687, tot de volle voldoeninge ende betalinge incluijs, sonder intrest aen handen vande voorsz: crediteur offte met der selver consendt aenden wettige toonder deses, voor welcke capitale somme stellen de voor-noemde Comparanten ten onder pandt, niet alleen specialijck de voorsz: vercochte damschuijt soo die alddan sal worden bevonden, omme de selve schuijt op alle wateren ende rivieren, havenen ende stromen vermogen te arresteren in egeene procraties offte andere hooge plaetssen, gereserveert et insgelijcx. Onder het gebiet vande Connick van Spaengen als Neder- landen, als Hollandt Zeelandt offte elders, vooren ’t gene voorsz: is soo verclarende voorsz: Comparanten daer en boven te stellen voor al, als prin-cipale ende eijge schuldenaer onder de Rennuchiatie vande beneffitien in rechten betoonde, verclaerende de voorsz: coopers ende debiteuren vande effecte vandien, daer van ten volle te sijn onderticht, ende dat alleen onder verbant als naer rechten. Alsdus gedaen ende gepasseert ten presentie rnde voerstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep ende Michiel Janssen Backer Heemraden. Actum desen 10e Junij 1687.

Adr: Timmers Michiel Jansen Backers
1687 Schout Johan Cnaep

Op heden datum vooesz: soo bekennen Hendrick Prs. Timmers van dese bovenstaende twee hondert car., wesende den eersten termijn, door handen vanden voornoemde copers ten volle voldaen ende be-taelt te sijn.

                                                                                                          Hendrick Peetersen Timmers

Folio 38r

Hier van gegeven Copie.

Op huijden desen 28e Jinij 1687 soo Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder gwnomineert, Wouter Janssen Duijser woonende alhier ten eenre, ende Ocker Wout-wessen Duijser sijne soon ten andere sijde, dewelcke verclaren te hebben gecontracteert geslooten ende geaccordeert dese hate contracte in manieren als hier naer volgende is, als te weten dat den voorsz: eer-ste comparant, vader vande tweede comparant, voor geeft aen Ocker Wouterssen Duijser, sijne soone specialijck een huijsinge ende erven daer aen gelegen, gestaen ende gelegen ten westen vande Nieuvaert, waer van gelegen is Zuijden Aelbert van Cleeff, noorden Joachem Temijs, streckende voor van ter halver Nieuvaert voorsz: aff, westwaerts op tot de erve van Swger Claessen de Greeff toe. Item alnoch ontrent anderhalff hont zaijlant, gelegen ten oosten vande Nieuvaert waer van oost belent is Wouter Arienssen van Tilborgh, west de Ackers vande Nieuvaert, streckende voor uijt den noorden vande driesse vande Graeff van Bockhoven aff, Zuijtwaerts op tot de erve van Pr. De Roij toe, met alnogh een gerechte vierde paert van een buijtendijcxsse delle, gelegen op Stapeleijndt, gemeen ende onverdeelt mer de erffgena-men Za: Aert Gerit Francen, cum suis, waer van int geheel gelegen is oost de wed: Arien Corsten, west de wed: Peeter vander Punten, streckende uijt den Zuijde vande Suijdensse teen vande dijck aff, noortwaerts op tot den Ambachte van Cleijn Wasbeeck toe, den selve dijck daer inne begrepen. Irem alnoch soo geefft den vooesz: eerste comparant over het gerechte vierde paert van negen geerden Hoijlants, gele-gen in Cleijn Waspijcq, gemeen ende onverdeelt met de voorsz: erffgenamen van Aert Gerit Francen, waer vant geheel naest gelegen is, oost Joost Verhoeven, west Cornelis Hendricx cum suis, streckende voor vander Ambacht van Cappel aff, noortwaerts op tot de Scheij sloot toe. Item alnoch soo geeft hij eerste comparant over aende tweede comparant sijne soone, seecker obligatie staende tot laste van Pee-ter Adriaenssen de Roij, inhoudende capl. Vier hondert vijfftigh ca gulden. Item soo geeft den voor-noemde eerste comparant anden tweede comparant alnogh over een gerechte helffr van een damschuijt met sijne toe behoorten, gemeen mer den voorsz: tweede comparant, mitsgaders alle de meuble ende inmeuble goederen, soo ende gelijck den eerste comparant tegenwoordigh besittende is, welcke voorsz: goederen bij den tweede comparant aenstonts in volle besit ende eijgendom sal werden aengevaert, waer tegens soo verclaert en belooft den tweede comparant, sijne vootnoemde vader ende moeder respectie-velijk, mirsgaders Peeterken Hendricx Timmers, den eerste comparante dochter kint, te onderhouden in cost deanck in cleedinge ende Reedinge, soo van linden wolle cousen schoen wasschen vringen vuer ende light, soo wel in sieckte als gesontheden, ende dat geduerende haer leven lanck, egeenen tijt van perrijckel uijtgescheijden, allentgene voorsz: is verclaren de voorsz: compatanten over ende weder te weesen Hare contracte, gelovende deselven van tijt tot tijt te sullen werden naer gecomen, daer vooren

Folio 38v

verbindende de voorsz: Comparanten Hare persoonen ende goederen, de selve onderwerpende alle Hee-ren Hoven bancken, wetten rechters ende Rechteren, ende specialijck de indicature vande Hove ende Hoge vierschaer van Zuijt Hollandt. Aldus gedaen gesloten ende gecontracteert ter presentie ende over-staen van Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep ende Mighiel Janssen Backer Heemraden. Actum dagh datum als boven.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1687 Schout Migiel Jansen Backer
Mijn present
Anth: Glavimans, Scrs:
1687

                                                  Acte van borghtochte.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden der Ambacht heerlijckheijt van Schrevelduijn Cappel, hieronder genomineert, Adriaen Arienssen Timmers, ende Antonij Swarten, de welcke verclaren haer te stelle als borgen, een voor al als principale ende eijgen schuldenaren, voor Cornelis Antonisen Swart Hare soone, ende schoonsoone, onder de reannchiatie vande benefue ordines divisionis et executionis ver-claren de voornoemde Borgen vande effecte vandien wel te verstaen ende daer van volcomentlijck tesijn onder recht ten behoeve van Dirck Adriaenssen Timmers, voor een somme van twee Hondert car: gulden, hercomende dese voorschreven somme van rwee Hondert gulden over coop van een damschuijt, want ende zeijlagie, ende verders ’t gene daer aen dependeert bij den voornoemde Cornelis Antonissen Swart, vande gemelte Dirck Arienssen Timmers gecocht, ende bij Cornelis Antonisen Swart ontfangen, welcke voorsr: somme sal betaelt werden te weten een Hondert ca: guldr, over twee maende naer dato deses, ende de resterende hondert ca: gulden te Maert eerst comende 1688, ende dat precies op den voorsz: verscheijn dage, sonder eenig de minste delaij uijtstel offte executie ondert verbant als naer rechten. Al-dus gedaen ende gepasseert ten presentie ende voerstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, ende Mighiel Janssen Backer Heemraden. Actum desen vierden Julij 1687.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1687 Schout Migiel Jansen Backer

Op heden desen Ie Seprember 1687 soo bekennen Dirck Ariensen Timmer op mindernisse van dese voorsz: borghtochte, ontfangen te hebben van Cornelis Antonisse Swart een swomme van een Hondert ca: gulden, voor coop vande voorsz: damschuijt. Actum dagh datum ut supra.

Op Heden desen Ie Junij 1688 soo bekennen Dirck Arienssen Timmers, vande Resterende hondert ca: guld:, wesende dese vooesz: acte van borghtochte, door Handen van Coenelis Antonisse Swart, ten volle voldaen ende betaelr te sijn ergo gecasseert, ende geroijeert.

                                                                                                                   Dierck Aersen Timmer

Folio 39r

Hier van den brieff uijtgemaeckt op een zegel van I gld IIII st.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genomineert Jan Peeterssen Timmers, ende heeft overgegeven met eender vrijer giffte soo als recht is aen ende ten be-hoeffven van Merten Janssen Mutsert ende Corstiaen Janssen Mutsert, gebroeders, specialijck op ontrendt drij ende een halff hont zeijlants, gelegen ten Oosten vande Nieuvaert, waer van Zuijden gelegen id seecker stedecke, noorden Jan de Roij, streckende uijt dem westen vanden dwars path aff, oostwaerts op tot de erve van Cornelis van Tilborgh toe off erven van Basriaen Pr: Corsten erffgenamen, ende dat alsoo groot ende cleijn ald ’t selve aldaer inden Hoeffslagh gelegen is, ende dat met alle wegen steegen schouwen ende nabueren rechten met recht daer uijtgaende, wijders geloofft den voornoemde compa-rant, ’t selve te veijen ende te waren naer den techten vande Landen ende alle Callangie voorcommer aff te doen tot gesen dage toe, onder de conditie dat dit voorsz: lant Heefft eenen vrijen Wegh voor uijt ten noorden over de erve van Elant Antonisse van Nieuwenhuijse. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep ende Mighiel den Backer Heemraden. Actum desen 9e Julij 1687.

Partijen verclaren den coop gereedt ende contant goet te wesen ter somme van rwee hondert ca: gulden, Waervan den voornoemde Comparant bekennen ten volle voldaen ende betaelt te sijn, ergo gecasseert dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1687 Schout Migiel Jansen Backer

Hier van op gemaeckt op zegel van I gl IIII st.

Ten voorsz: dagen Compareerde voor ons Schout ende Heemraden voornoempt, Elant Antonissen van Nieuwenhuijsen den welcke heeft gecedeert, getransporteert, ende op gedragen aen ende ren behoeff van Jan Peeterssen Timmers sijnen swager, specialijck de gerechte helfft van eenen dries genaempr Den Geer, gelegen ten oosten vande Nieuvaert, bedeelt met den voorsz: cooper, waer van gelegen is vant geheel, noorden Peeter de Roij, Suijden Hendrick Sprangers, streckende voor van ter halver Nieuvaert vooesz: aff, Oostwaerts op tot de erve vande Ed: Heere van Loon toe, ende dat alsoo groot ende cleijn als deselve aldaer gelegen is, met alle wegen, stegen, schouwen ende naburen rechten, met recht daer uijtgaende, wijders geloofft den voornoemde Comparant ’t selve te vrijen ende te waren naer den rechten vande landen, ende alle Calangie ende voor commer affte doen tot desen dagen toe. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, Mighiel Janssen Backer Heemraden.

Partije verclaren voor recht den coop gereet ende contant goet te wesen ter somme van vijff en seventigh ca: gulden, waer van den voornoemde Comparant, bekennen ten volle voldaen ende beraelt te sijn, ergo gecasseert, present dagh datum ut Supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1687 Schout Migiel Jansen Backer

Folio 39v

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, hier onder genomineert den eersamen Sr. Otto van Reijswijck, in huwelijck hebbende Aeltie Hendricx den Grooten, borger ende Her-bergier der Stadt van Heusden, den welcke verclaert te consenteren ende te approberen, in soodanige vercoopinge, van een binnen dijcxsse delle, met die laste van dien, ende andere goederen als de Wed: van za: Hendrick Mighielsen den Grooten, der selver Schoonmoeder heeft vercoght, offende nogh te vercoopen, als mede te approberen de overdraghte vande voorsz: vercoopinge, die in corsten staen tedoen, onder de conditie dat de voorsz: Wed: gehouden sal blijven te voldoen de schulde tot lasten des boedels, staende voor soo veel deselve coop penningen sullen strecken, ende dat onder geloffte van ratificatie ende verbant, als naer rechten gedaen ende gepasseert, ter presentie ende overstaen van Adri-aen Timmers Schout, Johan Knaep ende Mighiel Janssen Backer Heemraden. Actum desen XIIIIe Julij 1687.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1687 Schout Micgiel Jansen Backers

Hier van den brieff uijtgemackt op behoorlijcken zegel I gl IIII st.

                                                       Transport

De wed: ende Erffgenamen van za: Hendrick den Grooten vercoopers.
De wed: Johan Sprangers, ende Cornelis Sprangers, ider voor de helfft coopers.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier genomineert Lijsken Ariens Verster, wed. wijlen Hendrick Migielssen den Grooten, mitsgaders Joachim Hendricx den Grooten met nogh Otto van Reijswijck, Borger tot Heusden, als in Huwelijck hebbende Aeltie Hendricx den Groote, den welcke inde voorsz: coop ende Transporte gefacteert ende accepteert in gevolge de bovenstaende acte voor Schout ende Heemraden alhier gepasseert in dato den 9e Julij 1687, ende hebben in haren voornoemde qualiteijt overgegeven met eender vrijer gifte, soo als recht is aen ende tot behoeff van Adriana Merkus, weduwe Jan Sprangers, woonende inde Vrijhoeven, ende Cornelis Sprangers hare Soone, ider voor de helfft, specialijck een binnendijcxsse delle, met den omloop daer aen gelegen, gele-gen aende oost sijde vande Nieuvaert, waer Zuijden naest geeerft is Wouter Joosten Verhagen, noorden Adriaen Arienssen Timmers, Streckende voor van der halver Nieuvaert voorsz: aff, oostwaerts op tot de erve van Jan Jacobssen Paens toe, ende dat alsoo groot ende cleijn deselve aldaer gelegen is, ende dat met alle wegen stegen schouwen ende nabueren rechten met recht daer uijt gaende, wijders beloven de voornoemde Comparanten, in hare voornoemde qualiteijt ’t selve te vrijen ende te waren naer den rechten vande landen, ende alle voorcommer ende Calangie aff te doen tot Nieuwejaer 1688 toe. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, ende Jan Goijertssen Gijben Heemraden. Actum desen 23e Julij 1687.

Partijen verclaren voor recht den coop gereet ende contant goet te wesen ter somme van drij hondert ca: gulde, waer van de voornoemde Comparanten in hare voorsz: qualiteijt bekennen ten volle voldaen ende betaelt te sijn ergo gecasseert, present dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Jan Goijertssen Ghijben
1687 Johan Cnaep

Folio 40r

                                                       Copie et Copie

Wij Wihelmus Swaens Medicine dr. voor dartien gerden Ego de Wit voor, mitsgaders Roelant Rutten ende Barent van Vas, als meesters ende vant oude manhuijs binnen G: denbergh cum suis voor negen gerden lants, gelegen onder Cleijn Waspijck tesamen ter eenre, ende Jan Willemsse Bauck als eijgenaer van veer-tien geerden lants, mede aldaer gelegen ter andere sijde, bekennen met den anderen overrcomen ende veraccordeert te sijn, nopende het gebruick vande steegh, den voornoemde Wilhelmus Swaens, met sijn mede consoorten toe behoorende in manieren als volght, te weten dat Jan Willemssen Bauck van nu aen ende in toecomende, voor altijt eeuwighlijck ende erffelijck met sijne voorsz: veertien geerden lants sal …gen wegen ende stegen, over de voorsz: steegh, met alsulcken recht als de eijgenaers van dien doen, ende dat hij voor dese vergunninge tot sijne lasten neempt te maken, ende leggen een nieuwe houte brugge reijnde de steegh, over de Oude straet sloot, met een bequaem hecken en sluijt boom, oock moens dien de voorsz: steegh te slooten ende op hoogen indier voegen als het selve op den 3e Junij lestleden besteedt is, welcke brugge ende steegh in toecomende onder partijen geerts gewijsen sal wor-den onderhouden, gelijck oock alleen de voor deesen comende vande selve steegh onder ons geerts gewijse sal werden getroocken, des soo sullen alle nootsaeckelijcke reparatien aen brugge, steegh, ende hecken, gedaen mogen worden op de eerste ordre van een vande ingelanden, offte Contractanten vooren genoempt offte des selffte recht vercrijgende, mits den anderen gevende tijdelijcke kennisse offte ten naasten het meer gedeelten vandien, Geloovende die gecontracteerde te sullen achtervolgen ende naer comen, verbindende hier onder onse persoonen ende goederen, stellrnde die ren bedwank ende executie van allen Sheeren Hoven Wetten rechten ende rechteren, ende sijn hier van gemaeckt twee eensluijdende actens die bij ons sijn geteeckent op den 26e Julij 1687, ende waren geteeckent Guil. Swaens, Ego de Wits, R. Rutters, B. van Ves, Jan Willemsse Bauck. Bij mijn G. Zeijlmans voor den Armen tot Waspijck.

Dat dese met de copie is accorderende verclaert den ondergesz: Secretaris tot Cappel, actum dese 28e Julij 1687.

                                                                                                                 Anth: Clavimanss. Secr.
                                                                                                                                  1687

Hier van den briefe gekeert.

Gifte Govert vander Punten ende de wed: Govert van der Hoeven, vercoopers.
Cooper Adriaen Putman.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, Govert vander Punten Stad-houder van Nederveen, ende Catharina van Gils wed. wijlen Govert vander Hoeven, in sijn leven Secretaris vande Zuijdewijn, geassisteert met Hendrick vander Hoeven, haren soone, ende hebben overgegeven met eender vrijer gifte soo als techt is, aen ende tot behoeff van Adriaen Putman, woonende onder Cappel, specialijck ontrent negen hont Zaijlandt als Heijvelden, gelegen binnen Cappel, ten Zuijden rnde ten Noor-den vande Santschell, waervan noorden gelegen sijn de kinderen ende erffgenamen Cornelis Jogchems-sen Rijcken, Zuijden den voorsz: cooper, Oost den Grooten Geer, ende soo westwaerts op ter halver Nieuvaert toe, ende dat met alle wegen sregen schouwen ende nabueren rechten met recht daeruijt gaen-de, wijders geloovende de voornoemde Comparanten, ’t selve te vrijen ende te waren naer den techten vander Landen, ende alle Calangie ende voorcommer aff te doen tot desen dage toe. Coram Adriaen Rimmers Schout, Johan Knaep, ende Corstiaen de Zeeu Heemraden. Actum desen Xe December 1687.

Partijen verclaren voor recht den coop gereet ende contant gelt te wesen ter somme van een hondert ca: gulden, van welcke cooppenningen……………. is gepasseert.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1687 Schout Corstiaen de Seeu

Folio 40v

Custinghbrieff op de voorgaende transporte.

Ten voorsz: dagen soo Compareerden voor ons Schout ende Heemraden voornoempt, den persoon van Adriaen Putman woonende onder Cappel voorsz:, de welcke verclaert gecocht te hebben van Govert vander Punten, Stadthouder van Nederveen Cappel, ende Catterina van Gils wed. wijlen Govert vander Hoeven, in sijn leven Secretaris vande Zuijdewijn, seeckre ontrent negen hont Zaijlant als Heijvelden, ge-legen ten Suijden ende ten noorden vande Sant Schelle, met de bepalinge ende limitatie alles breeder, bij de voorgaende opdrachte vermelt gepasseert van werhouders van Schrevelduijn Cappel voornoempt, in dato den Xe December 1687, hiervoor geregistreert, den welcke bekennen uijt krachten der voorsz: coop wel ende deughdelijck schuldigh te wesen, aen ende ten behoefven vande voorsz: vercoopers, ter som-me van Hondert ca. gld., den gulden ad: veertigh Grooten Vlaems gereckent, te betalen aen handen van-de voornoemde crediteurs van huijden datum ondergesr: over een jaer, dat wesen sal den Xe Xber 1688 met den intrest van dien, tegens vier ca. gulden percente, ende dat naer coop ende lapts des tijts, doch niet te min te betalen, des bij de voorsz: crediteurs vermaent werdende tot naercominge vant geen voorsz: is verclaert den voornoemde comparant debiteurse desen te stellen ten onderpant, Specialijck het voorsz: getransporteerde goet, gelegen als inde gemelte opdrachte vermelt. Ende voorts generalijck alle sijne verdre goederen, soo wel in Hollant als Brabant gelegen, stelle ’t selven ten bedwanck ende executie voor alle Heeren Hooven Wetten bancken rechten ende Rechteren, ende specialijck de indicature vande Hove ende Hooge Vierschaer van Zuijt Hollant. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep ende Corstiaen de Zeeuw Heemraden.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1687 Corstiaen de Seeu

Opden 13e Junij 1701 soo bekende Govert vander Punten ende Carharina van Gils opden intrest van dese bovenstaende Custingh brieff ontfangen te hebben negentien gl. ses stuijvers.

Bekenne van het derdepart van vooren staende kustinghbrieff met het derdepart van den intrest voldaen te sijn uithanden van Arij van Dam. Actum Kappel den 16 April 1743.

                                                                                                                                        D.G. Crol

Bekenne mijn part in de resteerende twee derde part in den voorenstaende kustingh brieff vande Debiteu-ren ………………….. daer van voldaen te sijn. Capel den 17 Meert 1744.

                                                                                                                                                 Crol

In kantlijn staat geschreven:

Hier van ……. van Gerard van der Hoeven en Pieter van der Hoeven ……….dat dese Custing Brieff met de intreste van dien bij aenneming …. sijn voldaen van datum den 7e Maert 1743 en 18e Meij 1749, en daer bij versogt op mijn om dese te Cassere ten Register.

                                                                                                                                  B:v:d:Hoeven

Bij bovenstaande akte behoort het onderstaande losse briefje:

Ik ondergesr. Bekenne voldaen en beraelt te sijn door Arian van Dam als een derde part bij Erffenisse van sijn vrouwe vader Arian Putman, aangecomen sijnde in de stede van Putman, gelegen onder Cappel op de Santschel, daer op nog pr. ….. vande Cooppenningen onbetaelt staet, eene somme van wwn hondert Gulden, ’t welke mijn ondergesr met Dhr: Secretaris Crol op ’t gemelde goet is Competerende, ende sulx bij acconnadatie, eene somme van dartig gl. voor mijn aanpart uit een derde vande gemelte resterende Cooppenningen met de interesse daer op verlopen, versoekende aan den Secretaris, det dese ten Regis-tere dus verre de gemelte resterende Cooppenningen nog Casseren, en het 1/3 door Arien van Dam aan Pr: Pols vercogt, dus daer van ontheffen en quiteren. Actum Oisterhout, den 7e Maert 1743.

                                                                                                                           C:van der Hoeven

Op de achterzijde van dit briefje staat:

Bekenne ik ondergesr. vande resterende twee derde parten, inde helft vande gemelte Custing Brieff van Dato den 10e December 168, voldaen en Betaelt te sijn met eene somme van Seven en dartig Gulden bij acconnadatie. Actum Oisterhout desen 18e Meij 1749, versoekende van den Secrs. Van Cappel, desen ten Register werde geroeijeert mag werden

                                                                                                                            P:van der Hoeven

Folio 41r

Hier van den brieff uijtgemaeckt op een zegel van I gl IIII st.

Giffte Grietgen Jans, wed. wijlen laest Arien Hendricxsse Back, vercoopers.
Cooper Tijs Janssen van Riel.

Compareerde voor ons Schout ende gerechten van Schrevelduijn Cappel hier onder genomineert, Griet-gen Jansse wed. laest van za: Arien Handricxsse Back, geassisteert met Cornelis Janssen Vos haren soon, ende Lambert Cornelissen haren swager, ende heeft in die qualiteijt over gegeven met eender vrijer gifte soo als recht is, aen ende tot behoeff van Matthijs Janssen van Riel haren broeder, Specialijck ontrent eene halve morgen Zaijlants gelegen op den Hoogevaert, waer van gelegen is noorden den coo-per, Suijde de wed. Arien Gijsberts Hoeffnagel, streckende voor van ter halver Hoogevaert voorsz: add, weestwaerts op tot de erve vande voorsz: cooper toe, ende dat met alle wegen, stegen schouwen ende nabueren rechten, met recht daer uijtgaende, voordens soo geloofft de voornoemde vercoopersse in hare qualiteijt, ’t selve te vrijen ende te waren naer den Rechten vande lande, ende alle Callangie ende voor commer, soo van cheijns ende verpondinge aff te doen tot desen dage toe. Coram Adriaen Tim-mers Schout, Johan Knaep, ende Jan Govert Gijben Heemraden. Actum desen 18e December 1687.

Paetije vervlaren voor trcht den coop gereet ende contant goer te wesen ter somme van een Hondert vijftien car: gulde, waer van de voornoemde comparanten bekennen ten volle voldaen ende betaelt te sijn, ergo gecasseert, present dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1687 Schout Jan Goeijaertssen Ghijben

Folio 41v

Hier van den brief uijtgemaekt op een zegel van 1-4-0

Giffte, Arien Gijsberts de Graaff in Huwelijk hebbende Elisabeth Dircxssen Moets, woonende tot Breda.
Cooper Claes Cornelissen vander Saken ende Matthijs Janssen van Riel. Coopers.

Compareerde voor ons Schout ende Heemeaden van Schrevelduijn Cappel, hier onder genomineert, Adeiaen Gijsbertssen de Greeff in Huwelijck hebbende Elisabeth Dircxssen Moets woonende tot Breda, ende heefft overgegeven met eender veijer gifte soo als recht is aen ende ten behoeff van Claes Corne-lissen vander Saeck, ende Matthijs Janssen van Riel, specialijck een buijtendijcxssen delle gelegen bin-nen Cappel, groot ontrent seven ende een halff hont, waer van oost gelegen is Govert vander Punten ende Adriaen Timmers Schout cum suis, weest de Oudevaertkens stegen, streckende voor vande Ausloor aff, noortwaerts op tot den Ambachte vande Zuijdewijn toe, ende dat met alle wegen stegen schouwen ende nabueren Rechten met recht daer uijtgaende, ende wijders soo gelooven de voornoemde Compa-ranten ’t selve te veijen ende te waren naer den rechten ende wetten, sacade van Zuijt Hollant, ende alle Callangie ende voor commer aff te doen tot Nieuwjaer 1688 toe, onder de casatie, dat over de voorsr: delle moet wegen ende stegen, de oostensse delle dwars over, soo alls van outs wegens de voorgaende brieven, deselve delle subject ende onderworpe sijnde, de aerden tot den dijck als anders. Coram Adri-aen Timmers Schout, Johan Knaep, Mighiel Janssen Backers, ende Corstiaen de Zeeuw Heemraden. Ac-tum desen 27e December 1687.

Partijen verclaren voor recht den coop gereet ende contant goet te ewsen ter somme van vijff en negen-tigh ca: gulden, waervan den voornoemde Comparant in sijne voorsz: qualiteijt bekenne ten volle voldaen ende betaelt te sijn, ergo gecasseert, present dach datum ut supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1687 Michiel Janssen Backer
Corstiaen de Seeu

Folio 42r

Hier van den brieff uijtgemaeckt op rrn zegel van I gl IIII st.

Gifte Adriaen de Greeff in Huwelijck hebbende Elisabet Dircxsse Moets, woonende tot Breda.
Cooper, Bastjaen Janssen Boer.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden hier onder genomineert, Arien Gijsbert de Greeff in Hu-welijck hebbende Elisabeth Dircxssen Moets, woonende tot Breda, ende heeft overgegeven met eender vrijer gifte soo ald recht is, aen ende tot behoeff van Bastiaen Jansen Doer, woonende tot Loon op Sant, specialijck een buijtendijcxsse dellr, gelrgen op Stapeleijnt binnen Cappel voornoempt, groot ontrent drij hont vijffen seventigh roeden, waer van gelegen is west de Molenstege alsoo van outs genaempt, oost Jan Antonissen van Pas, streckende uijt den Suijde vande dijck aff, noortwaerts op tot den Ambachte van Nederveen toe, ende dat wijders met alle wegen stegen schouwen ende nabueren rechten met recht daer uijtgaende, wijders soo geloofft den voornoemde Comparant in sijne voorsr: qualiteijt ’t selve te vrijen ende te waren naer den rechten ende wetten locael van Zuijt Hollant, ende alle Calangie ende voor-commer aff te doen tot Nieuwejaer 1688 toe, onder de conditie dat de voorsr: delle, subject blijft te mae-ken ontrent twee roeden dijck, ontrent de voorsr: delle gelegen, ende van ons daer toe behoorende. Co-ram Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, Michiel Janssen Backer, ende Corstiaen de Zeeu Heemra-den, actum dagh datum ut Supra.

Partije verclaren voor recht den coop te wesen, gereet ende contant goet te wesen ter somme van een Hondert vijff ca: gulden, waervan den voornoemde Comparant bekenne ten volle voldaen ende betaelt re sijn, ergo gecasseert, actum 27e Decembris 1687, present dach datum als boven.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1687 Migiel Jansen Backer
Corstiaen de Seeu

Folio 42v

Hier van den brieff gepasseert.

Transport, Peeter Janssen de Leeuw vercooper.
Bastiaen de Leeuw sijne soone cooper.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, hier onder genomineert Peeter Janssen de Leeuw, ende heeft overgegeven met eender vrijer giffte soo als recht is, awn ende tot be-hoeff van Bastiaen Pieterssen de Leeuw sijn soone, specialijck een Huijsinge met ontrent eenen mergen zaijlants daer aen gelegen, met houtwasch ende geboomten daer op staende, gestaen ende gelegen op de Hoogevaert, waer van Zuijden gelegen is Jan Goijert Gijben, noorden Jan Teunissen de Haen cum suis, den eenen teijnden den anderen gelegen, streckende voor van der halver Hoogevaert voorse: aff, wesrwaerts op tot de rtven van Jan Tonissen de Haen voornoempt toe, ende dat met alle wegen stegen schouwen ende nabueren rechten met recht van outs daer uijtgaende, wijders geloofft den voornoemde Comparant het voorsr: goet te veijen ende te waren naer den rechte vande landen, ende alle Calangie ende voorcommer aff te doen tot desen dage toe, onder de conditie dat den voornoemde Comparant behout in de voorsr: Huijsinge sijne vrijen wooninge, geduerende sijn leven langh. Coram Adriaen Tim-mers Schout, Johan Knaep, Jan Goijert Gijben ende Michiel Janssen Backer Heemraden. Actum desen XXe Januarij XVIc acht en tachtigh.

Partijen verclaren voor recht den coop gereet ende contant goet te wesen ter somme van twee Hondert vijff ca: gulden, waer van den voornoemde Comparant bekennen ten volle voldaen ende betaelt te sijn, ergo gecasseert, present dach datum ut Supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1688 Jan Goeijaertssen Ghijben
Michiel Jansen Backers

Hier van den brief uijt gemaeckt.

Ten voorsr: dagen Compareerde voor ons Heemraden van Schrevelduijn Cappel voornoempt Sr. Adriaen Timmers Schout, als oppervoocht, ende Aert Koeckman als toesiender der minderjarige weeskinderen van wijlen Gerit Arienssen Hoeffnagel, verweckt in egte bedde za: Judick Aertssen Koeckman, ende heb-ben in dier qualiteijt met consent van Heemraden overgegeven met eender veije giffr soo als recht is aen ende tot behoeff van Jan Arienssen Hoeffnagel aengestelde voocht, den voorsr: kinderen specialijck een Huijsinge met ontrent eenen mergen zaijlants daer aen gelegen, gestaen ende gelegen op den Hooge-vaert, waer van Zuijden gelegen is den Armen van Cappel, noorden Claes Cornelissen vander Saecken cum suis, streckende voor vander halver Hoogevaert voorsr: aff, westwaerts

Folio 43r

op tot de Reeders Heijde, alsoo genaempt van outs toe, ende dat met alle wegen, sregen, schouwe ende naburen techten met recht daer uijtgaende, wijders gelooffte de voornoemde Comparanten in Hare voorsr: qualiteijt ’t selve te vrijen ende te waren naer den rechten van Zuijt Hollant, ende alle Calangie ende voorcommer aff te doen tot desen jare 1688 toe, met de lasten van Chijns als Godts Huijs van Dordrecht jaerlijcx, op Maij dagh daer uijt eijsschende sijn. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, Jan Goij-erts Gijben, ende Michiel Janssen Backer, Heemraden, dach datum ut Supra.

Partijen verclaren voor recht den coop, te wesen ter somme van vier hondert vijfftigh ca: gulde te betalen in vier egale ende gelijcke termijnen, te weten een hondert twelff gulde vier stuijvers nu gereet bij de voorsr: opdrachte, ende soo vervolgens gelijcke hondert twelff gulde van jaer tot jart, tot de volle vol-doeninge incluijs, van welcke cooppenninge bekenne de voornoemde Comparanten in haren voorsr: qua-liteijt van den eerste termijn ten volle voldaen ende betaelt te sijn, actum Supra.

Adr: Timmers Jan Gorijaertssen Ghijben
1688 Johan Cnaep
Michiel Jansen Backer

Aert Coeckman als toesiender, bekenne vande voornoemde cooppenningen door den voogt en cooper in desen, voldaen te sijn van alle de termijnen, en bij hem op dato deses, in sijne gedane zaeck voor ont-fangh verantwoort. Consereteren den halven mede Collatie deses. Actum 8e Appril 1694.

                                                                                                                     Aert Dierks Coecman

Folio 43v

Hier van den brief uijtgemaeckt op een zegel van I gl IIII st.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genomineert, Wil-lemken Corsten de Loos, wed. wijlen Merten Janssen Wagemaecker, geassisteert met Jan Mertens Wa-gemaker haren siin, ende heeft overgegeven met eender vrijer gifft soo als recht is aen ende tot behoeff van Cornelis Claesen vander Saeck, specialijck een Huijsinge met ontrent vier ende een halff hont zaijlants rnde geboomte daer op staende, gestaen ende gelegen ten Zuijden vande Nieustraet , waervan west gelegen is Jan Arianssen Dolck, oost de wie tot Dirck Gielen, streckende voor … ter halver Nieustraet voorsr: aff Zuijtwaerts op tot de Loonse erve toe, ende dat alsoo groot ende cleijn als ’t selve aldaer inden Hoeffslagh gelegen is, ende dat met alle wegen, stege, schouwe ende nabueren rechten, met techt daer uijtgaende, wijders soo geloofft de voornoemde Comparante in hate voorsr: qualiteijt ’t selve te veijen ende te waren naer den rechten vande landen, ende alle Calangie ende voorcommer aff te doen tot Nieuwejaer 1688 toe. Coram Adriaen Timmers Schourt, Johan Knaep, Jan Goijertsen Gijben ende Corstiaen Zeeu Heemraden. Actum desen 21e Januarij 1688.

Partijen verclaren voor recht den coop gereet ende conrant goet te wesen ter somme van drij Hondert vijfftigh ca: gulde, ontfangen bijden voornoemde Comparante, van de voorsr: cooper in vordernisse de-ser coop, ter somme van drij Hondert ca: gulde, dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1688 Jan Goijertssen Ghijben
Corstijaen de Seeu

Erffdeelinge voor Recht aengebracht bij Meester Adriaen Adriaenssen de Roij, weduwnaer za: Adriaent-gen Cornelisen Reijcken voor de eene helfft, Jacob Bervoets in qualiteijt als voocht ende Aert Reijcken in qualiteijt als toesiender der minderjarige, soo van wijlen de voornoemde Adriaentgen Reijcken, verweckt bij za: Peeter Huijbertssen Bervoets, voor de wederhelft, ende dat van alle de erffgoederen soo ende gelijck de voornoemde Adriaentgen Reijcken ende Meester Adriaen de Roij, samen beseeten hebben, ende metter doot ontruijpt, ende is deelinge als hier naer volgende is.

Inden eersten soo is Mr. Adriaen Adriaensen de Roij bedeelt

Folio 44r

op een Huijsinge, groot ontrent negen Hont zaijlants, daer aen gelegen, gestaen ende gelegen ten noor-den vande Nieustraat waer van gelegen is, West Jan Arienssen Snaphaen ende Cornelis Janssen van Gorcum, den eenen teijnden den anderen gelegen, oost Jenneken Joosten van Campen, weduwe za: Adriaen de Roij, streckende voor van ter halver Nieustraet voorsr: aff noortwaerts op, tot de Cruijsvaert toe.

Item alnoch soo is den voornoemde Mr: Adriaen de Roij bedeelt op eenen weijdries, gelegen inden Dul-laert groot ontrent acht hont, waer van gelegen is west Marcelis Vreijsen Reckers, oost Peeter Janssen Dolck, streckende voor uijt den Zuijden vande Sestigh Roeden aff, noortwaerts op soo verre ’t selve met recht streckende is.

Item alnogh op eenen weijdries gelegen ten noorden vande Nieustraat, groot ontrent vier hont, waer van gelegen is oost de kinderen van za: Basriaen Huijberssen Boer, weest Jenneken van Campen, wed: wijlen Adriaen de Roij, streckende voor van ter halver Nieustraet voorsr: aff, noortwaerts op tot de erve van Johan Knaep cum suis toe, onder de conditie dat dit lodt tot meliolatie ende verbeeteringe aende voor-noemde voochde in hate voorschreven qualiteijt ten behoeve vant voornoemde weeskint moet uijtkeeren een somme van een Hondert vijff en seventigh ca: gulde behoeven, ende daer en boven noch een som-me van drij Hondert ca: gulde, ende dat voor des voornoemde weeskints vaderlijcke gerediteijt breeder volgens testament tusschen de voornoemde Adriaentgen Rijcken, ende Peeter Bervoets, haer eerste man za:, alsmede bij contracte tusschen den voornoemde Mr. De Roij ende Adriaentge Cornelis Rijcken, echteluijden op gerecht, bijde gepasseert voor Notaris Miesse.

Item daer en tegen soo sijn de voornoemde voochde in hare voorsr: qualiteijt bedeelt op twee Geerden hoij ofte weijlant, gelegen in Cleijn Waspijck, gemeen met Adriaen Kiede cum suis, waer van oost gelegen is de erffgenamen za: Jan Willemssen Buijs, west de Heer van Gils erffgenamen, streckende voor vande Oudestraat aff, noortwaerts op tot de Scheijsloot toe.

Item alnoch soo sijn de voornoemde voochde in hare voorsr: qualiteijt bedeelt op eenen acker saijlants groot drij hont, gelegen in Groot Waspick, gemeen ende onverdeelt met Ardus Sterrenbergh cum suis, waer van zuijden gelegen is de Armen van Waspick, noorden de erffgenamen van za: Cornelis Stevens Swart, streckende uijt den westen vande wal aff oostwaerts op tot de erve van Cornelis Janssen Zeeuw toe.

Folio 44v

Item alnoch soo sijn de voornoemde voochde in hare voorschr: qualiteijt bedeelt op een partije zaijlants, bogaert, ende weijdriessen daeraen gelegen, geoot ontrent drie ende een halff hont gelegen als vooren, genaempt de Brantstee, gemeen met Jenneken Cornelis Rijcken waer van Suijden gelegen is een ge-meene dorps stege, noorden den Armen van Waspijck, streckende vooe van Vroukensvaert aff, west-waerts op tot de Graeffelijckheijt erve toe, ende dat van een lodt offte de wederhelfft

Item blijvende int gemeen ende onverdeelt vier parceelkens moergronden, sa gelegen binnen Schre-velduijn Cappel voornoempt als Groot Waspijck, onbedeelt leggende met de erffgenamen za: Cornelis Reijcken, alles vuijtwijsens den staet ende inventaris.

Aldus desen voorsr: vertightinge gedaen ter presentie ende overstaen van Adriaen Rimmers Schout, Jo-han Knaep ende Corstiaen de Zeeu Heemraden. Actum geteeckent desen XXIIIe Januarij XVIc acht en tachtentigh gereserveert, het doen vande boedel eet dat de voochde sustiseren bij de boedelhouders te sullen moeten presteren.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1687 Corstiaen de Seeu

Compareerde voor ons Schout ende Heemraders van Schrevelduijn Cappel voornoempt, den voorsr: Meester Adriaen de Roij weduwnaer van za: Adriaentgen Cornelis Reijcke, ende verclaren voor soo danige somme van penningen als het voornoemde weeskint compiteert uijt den boedel vande voornoemde de Roij, soo van seecre uijtkoop voor de helft bij de voornoemde de Roij, vande voochde gewicht volgens contract daer van tusschen de vooghden vant voornoemde weeskint en den voorsr: Meester de Roij ge-passeert van dato den 21e November 1677, als mede voor des weeskints vaderlijcke herediteijt ende ….. mede over een ……………. dat mr: de Roij aant voorsz: weeskint, volgens erffdeelinge hier vooren gere-gistreert ……… geexpresseert, als van alle andre pretensse egeen van dien gereseveert, daer vooren ende tot betalinge van dien, stelt den voornoemde verkoper ten onderpant, specialijck een huijsinge met ontrent negen hont zaijlants daer aen gelegen, gestaen ende gelegen ten noorden vande Nieustraet, waer van oost gelegen is des voorsr: Comparants moeder, oost Jan Ariaenssen Snaphaen cum suis, strec-kende voor van ter halver Nieustraat voorsr: aff, noortwaerts op ter Cruijsvaert toe, ende voorts …. . Al-dus gedaen ende gepasseert ten overstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep ende Corstiaen de Zeeu Heemraden, actum dagh, datum ut supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1688 Corstiaen de Seeu

Folio 45r

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genomi-neert Cor-nelis Aertssen vanden Hoeck, den welcke verclaren te verwilcouren ende gelove soo als recht is, aen ende tot behoeff van Wijnant van Kleeff ende Gerit Arienssen Back, bijde in qualiteijt als gewesenen Armmeesters van de prochie van Schrevelduijn vanden jare XVIc vijff ende XVIc ses en tachtentigh, ende dat tot behoeff vande voorschreve Armen ter somme van twee en seventigh car: gulden, den gulden ad veertigh Grooten Vlaams, precederende dese voorsr: somme van ten dancke geleende gelden, ende aen getelde penninge als de voorsr: Crediteurs in haere voornoemde qualiteijt aen den voorsr: Cornelis van-den Hoeck in sijnen noot met sijne wil ende danck, onder gedaen heefft, ende bij den voorsr: vanden Hoeck ontfangen, Reminchierende tot dien eijnde vande benefitie dezen mimerato pecinice dicteriade van ………. getelde gelde, welcke voorsr: hoofft somme geloofft den voornoemde debuteur wederomme te restitueren van huijden datum ondergeschreven voor een jaer, dat ersen sal den III en Februarij 1689 met den intrest van dien tegens vier gulde, tien stuijvers vant hondert, te Reeckenen van nu aff tot de volle voldoeninge in cluijs, te betalen aen handen vande voorsr: Armmeesters in hare voorsr: qualiteijt, offte wel aen diegeene die alsdan come te Regeren, ende offte geviele dat den voorst: debiteur de penninge langer quamen te onderhouden, geluvende daer van intrest te betalen naer loop ende lapts des tijts, niet te min te betalen des voornoemt werdende, van welcke voorsr: hoofft somme van intrest stelt den voor-noemde Comparant ten onderpant, specialijck een huijsinge met de erve daer aen gelegen, gestaen ende gelegen ten oosten vande Nieuvaert, waer van oost gelegen is Antonij Rombouts, weest Wouter Peeters Verheijden, streckende voor uijt den noorden vande Herstraet aff, Zuijtwaerts op tot de erve vande wed: Aert Mighielssen toe, ende voorts generalijck sijne verdre Roerende ende onroerende goederen egeen van dien gerefereert, waer die gelegen soude mogen sijn etc:. Aldus gedaen ende gepasseert ter presen-tie ende overstaen van Adriaen Timmers Schout, Michiel Janssen Backer ende Jan Knaep Heemrade. Actum desen III en Februarij 1688.

Adr: Timmers Michiel Jansen Backer
1687 Johan Cnaep

Op heden den 13e September 1726 bekende Wijnant van Cleeff en Aert Cuijsten, regerende Armmeesters 1725 en 1726, vanden inhout deses met de verlopene Intreste, bij moderatie en consent van Schout en Schepenen, met de somme van sestig gl voldaen te wesen, en dus dese willeceur gecasseert.

                                                                                                                                  W. van Cleeff

Folio 45v

Hier van den brieff op behoorlijke zegel uijt gemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genomineert Maria Peeters, wed: za: Alicxander vander Lidt, in sijn leven predicant van ter Heijden, ende heeft overgegeven met eender vrijer giffte soo als recht is, aen ende ten behoeff van Chatarina van Gils, weduwe wijlen Go-vert vander Hoeven, in sijn leven Secretaris vande Zuijdewijn, specialijck een gerechte derdepaert van eenen dries met den omloop van dies, gelegen op de Hogevaert, gemeijn ende onverdeelt met Hendrick van Gils, ende die …………. Predicant tot de Schaerloos, waer van gelegen is zuijde Arien Cornelissen Leempoel ende Antonij van Campen den eenen t’eijde den anderen gelegen, noorden de kinderen van Hendrick de Jongh, Sectetaris van Hees ende Leent, ende den Ed: Heere van de Zuijdewijn, d’eene mede t’eijnden den anderen gelegen, streckende van den halven Hoogevaert aff waerts, tot de erve van Antonij van Campen cum suis toe, soo ende gelijck de selven gecomen is van za: Peeter Tonissen Paep, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, ende nabueren rechten, met recht daer uijt gaende, ende wijders gelooft de noornoemde Comparante ’t selve te vrijen ende te waren naer den rechten vande lande, ende alle Calangie ende voorcommer aff te doen tot desen dagen toe. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Cnatp ende Michiel Janssen Backer Heemraden, actum desen 17e Februarij 1688.

Partije verclaren voor Recht den coop gereet ende contant gelt te wesen ter somme van een Hondert car: gulde, waer van de voornoemde Comparanten bekennen ten volle voldaen ende betaelt te sijn ergo cas-seert, present dach datum ut supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1688 Michiel Jansen Backer

Op huijden dese vijfde Meert 1688 hebbe ick ondergeschreven Srs: ontfangen vande vrinden ende erffgenamen za: Teunisken Dirck van Nederveen, overleden tot Waelwijck, het collerade van twee wilcoir-den, ider in gerede cap. 250, die tot laste van Merten Jans Wagemaecker staende, sijn wesende samen vijff hondert ca: gulden Capitael, beloopt den 20e penningh offte Collaterale daer van ter somme van ………………………………………………………. 25-0-0
De tienden verhooginge vande selve ……………………………………………………… 2-10-0
———–
Somma 27-10-0

                                                                                                                       Anth. Glavimans Srs
                                                                                                                                      1688

Folio 46r

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Cappel hier onder genomineert, Jan van Wijck als man ende voocht van Maria Peeters Schaep, woonende tot Meeuwen, Repudieert ende verlaten te heb-ben gelijck hij repudieert ende verlaten mits desen, alsulcke erffenisse ende versterffenisse als hem comparant inde voorsr: qualiteijt, bij doode ende overlijde van Peeter Janssen Schaep ende Teuntgen Goverts , alhier binnen Cappel voorsr: in haer leven gewoont hebbende op de Hoogevaert hebben naer gelaten, latende den voornoemde boedel ten behoeve van die geene die daer toe sustineren recht te hebben. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep ende Jan Govert Gijben Heemraden, actum dese IIIe Mert 1688.

            Dit is het X merck van Jan van Wijck, verclaerde niet te connen schrijven

Adr: Timmers Johan Cnaep
1688 Jan Goeijaertssen Ghijben

Erffdeelinge voor recht aengebracht bij Govert Peetersen Schaep, Anneken Peeters Schaep, Leijntgen Peeters Schaep, ende Adriaentgen Peeters de Leeuw wed. wijlen Jan Peeterssen Schaep, geassisteert met Jan Peeterssen de Leeuw als voocht in desen …………., alle als kinderen ende erffgenamen van za: Peeter Jansse Schaep ende Teuntgen Goverts, ende dat van alle de erffelijcke, haeffelijcke, meuble ende inmeuble goederen, laest naer gelaten bijde voornoemde Teuntgen Goverts, wed. za: Peeter Janssen Schaep, vader ende moeder resp., ende is de deelinge als hier naervolgende is.

Inden eersten soo is Govert ende Leijntgen Peeters Schaep, ider voorde helfft bedeelt op een huijsinge scheur ende zaijlant, gestaen ende gelegen op de Hoogevaert, groot ontrent vijff hont, waer van Zuijden naest geerfft is Teunis Woutersen Clootweijck, noorde de kinderen van Hendr: de Jongh, Secrs: van Hees ende Leende, streckende voor van ter halver Hoogevaert aff westwaerts op, tot de Hoogen veertigh geerden, ende de conditie dat dit lot subject blijfft de ondergesr: looten sal wegen ende stegen voor uijt.. van vooren.

Item alnoch soo sijn de selven samen geloot op drij hont zaijlants, gelegen inden 42 geerden, waervan zuijden geerfft is Peter Janssen de Leeuw, noorden de wed: za: Bernt Scholte, streckende van de erve van Jan Govert Gijben aff, westwaerts op tot de erve van Bastiaen de Leeuw.

Folio 46v

Item soo sijn deselve bedeelt op de gerechte Suijdensse helfft van eenen halven mergen lants, gelegen als vooren, waervan suijden gelegen is Anneken Peeters Schaep, waerop de selve hem aenbedeelt is, noorden Jan de Leeuw als voocht der kinderen van Jan Peeters Schaep, streckende voor vande erve van Govert ende Leijtgen Peeters Schaep aff, weestwaers op tot de erve vande voornoemde Bastiaen de Leeu toe.

Item daer tegens soo is Jan de Leeuw, in sijne voorschreven qualiteijt als voocht der weeskinderen van za: Jan Peeters Schaep verweckt aen Adriaentgen Peeters de Leeuw bedeelt op de gerechte noordense helfft van eenen halven mergen lants, gelegen als vooren, waer van suijden gelegen is Govert Peeters Schaep cum suis, hier voor bedeelt noorden Peeter Jansse de Zeeuw, streckende als voor.

Item alnoch soo is den selven in sijne voornoemde qualiteijt bedeelt op deij hont zaijlants, gelegen als vooren, waer van suijden gelegen is den Here vande Zuijdewijn, noorden Anneken Peeters Schaep, waer op de selve hier naer bedeelt is, streckende vande erve van de kerck van Cappel aff, wesrwaerts op tot de erve vande voornoemde Bastiaen de Leeuw toe.

Item hier tegens soo is Anneken Peeters Schaep bedeelt op drij hont zaijlants, gelegen als vooren, waer van Suijde gelegen is Jan Verlau, in sijne voorsr: qualiteijt, noorden Govert ende Lijntgen Peeters Schaep, streckende uijtten oosten vande erve van Teunis ende Peeter Wouters Clootwijck aff, westwaerts op tot de erve van Bastiaen de Leeuw voornoemt toe.

Ende wat vergoet den inboedel hebben partijen condividenten ten anderen met …….. ende vrintschappe, verstaen dat Govert ende Lijntge Peeters Schaep, gesuster ende gebroeder behouden sal in vollen eij-gendom den voorsr: inboedel, mits dat deselve prtsoonen voor aen Jan de Leeuw in sijn voorsr: qualiteijt sal uijtkeeren de somme van twelff gulden.

Nemende Govert ende Lijntgen Peeters Schaep tot haren last, te betalen aen Adriaen Cornelis Mutsert, woonende tot Sprangh, eenen wilcoir wesende Capitael twee hondert ca: gulde, met alle den intresten, soo gaende als staende, gehijpothequeert op de stede, vande voornoemde Teuntgen Goverts za:

Item nemen deselve alnoch tot haren last tr betalen aende kerck van Cappel, een wolcoir offte obligatie capitael en hondert ca: gulden, met alle de verloopen ende gaende intresten, met noch dartigh ca: gul-den, voor de loopende schulde, tot laste vande voornoemde boedel, sijnde welcke binnen den tijt van een maent naer dato deses moet worden voldaen.

Folio 47r

Item hiertegens soo neempt Anneken Peeters Schaep tot haren last te betalen aenden Armen van Groot Waspijck een obligatie Capitael vijfftigh ca: gulden, met eene loopende aende staende intreste, met al-nogh een waerde van seventigh gulde voor de van de loopende schulde, die tot leefte van de voornoem-de boedel staende sijn, omme die bij haer binnen den tijt van een maent als vooren te voldoen.

Item nemt Jan de Leeu in sijne voorst: qualiteijt tot sijne laste te betalen voor de loopende schulde, die tot laste vande voornoemde boedel loopende sijn, een somme van een hondert vijfftigh ca: gulde, te betalen binnen den tijt als voren offtewel daer bij Schout ende Gerechte van Cappel …… den voorsr: sal worden geordonneert.

Ende blijvende tot dien eijnde de voorg: schulde, die alsdan sal worden bevonden tot lasten vande voor-noemde boedel te staen, gelijckelijck in vieren te verdeelen.
Ende wat belanghe de Hijpotecatie ende obligatie die ider als voorsr: is, aengenomen heeft te voldoen blijvende hare verdeelde portie daer vooren verbonden ende exentabel, sonder daer voor eenige andere gedeelte inde deelinge geroert daervoor aenspraekelijck sal sijn, maer het verdere daervan te bevrijden, imdemaeren costeloos ende schadeloos te houden ondert verbant als naer rechten.

Ende sijn partijen condividenten tot dien ende des anders profijt vertijt ende vertegen naer den rechten vande lande, omme ider sijne te mogen gebruicken als andere vrij eijgen ende aloudiael goet, sonder dat d’een op des anders gedeelte eenige actie offte pretentie can refereren, maer dat ider voort ’t sijne sal onderhouden alle wegen stegen schouwen ende nabueren rechten, met recht daer uijtgaende, onder de conditie dat den op des anders uijt den voornoemde boedel heeft geprofiteert, ende oock te pretenderen heefft, met dese voorsr: deelinge sal sijn ende blijven doot ende teniet, sonder hier naer iders d’ene op des anders te pretendere maer daer van volcomentlijck te defisteren, doen ofter tusschen de voorsr: condividenten, offte hare ouders sij mondelingh ofte schrijftelijck voor dato deses waren gepasseert. Aldus gedaen ende gepasseert ter presentie ende overstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, ende Jan Govert Gijben Heemraden. Actum desen 20e Meert 1688.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1689 Jan Goeijaertsen Ghijben

Folio 47v

Hierbij den brieff opgemaeckt op een zegel van I gl IIII st.

Wilcoir Jacobken Teunis Duijser ende Arien Corsten, woonende tot Wasbeeck.
Michiel Janssen Backer, crediteur.

Op huijden desen 5e April 1688 Compareerde voor ons Schout ende Heemraden, genomineert de eerbare Jacobken Teunis Duijser wed: wijlen Arien Corsten, woonende tot Waspijck, geassisteert met Wouter Arienssen haren soone, de welcke heeft verwilcoort ende geloefft soo als recht is, aen ende ten behoeff van Michiel Jansen Backer, Heemraet alhier ter somme van drij Hondert ca: gulde, den gulde ad veertigh Grooten Vlaems, spruijtende dese somme van ten dancke geleende gelde, ende aen getelde penninge als de voorsr: debiteurisse geassisteert als vooren, is genootdruckt op te nemen, ende bij hare compo-rante ten dancke ontfangen renuncheerende vande benefitie de non numerata jolenma dicte, ende van on….. getelde gelde, welcke voorsr: hoofft somme, geloofft de voornoemde debiteuresse wederomme te restitueren van huijden datum bovengeschreven over een jaer, dat wasen sal den vijffden April 1689, met den intrest van dien tegens vijff car: gulden vant hondert, te betalen aen handen vande voorsr: credi-teur, offten wel aen die gene die recht indier tijt mochte comen te compiteren, des offt geviele dat de voornoemde debiteuresse daer gelieffte vande voornoemde crediteur de voorsr: hoofft somme langer quamen te onderhouden, geloovende daervan intrest te betalen naer loop ende ……… des tijts, als voorsr: staet, edoch niettemin te betalen des bijde voorsr: crediteuren vermaent werdende, onder de con-ditie dat de voornoemde debiteuresse deselve hooffr somme vermagh aff te leggen in twee egale ende gelijcke termijnen sonder meer, voor welcke voorsr: hoofft somme, met alle intreste staet de voornoemde Comparante ende drbiteuresse ten onderpant specialijck een buijtendijcxsse delle, gelegen binnen Cappel op Stapeleijnt, waer van weest geerfft is Adriaen Peeters Paep, oost seeckre stege, streckende voor vande dijck aff, noortwaerts op tot Cleijn Wasbeeck toe, rnde voorts generalijck alle hare verdre roerende ende onroerende goederen, soo haeff als erve, waer die gelegen offte bevonden soude mogen worden, soo wel in Brabant als Hollant, omme bij foirte van quade betalinge daer aen te verhalen. Coram Adriaen Timmers Schout, Cornelis vanden Hoeck ende Johan Knaep, Heemraden. Actum dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1788 Cornelis van den Houck

Compareerde ter Secretarije van ’s Grevelduin Cappel Jan Glaviman, Peeter Joosten Smits in houwelijck hebbende Jenneken vanden Hoeck, ende Cornelis vanden (Hoeck) als vader ende vooght over sijne on-gertouwde kinderen, verweckt aan Huijbertjen Jacobsen Glaviman, oock interveniert voor sijnen swager Jacob Buerman in houwelijck hebbende Jacomijn vanden Hoeck, ende Jan Glaviman als vooght over het onmondigh kindt van Geerit de Focker verweckt aan Leentjen Jacobsen Glaviman, als erffgenamen van Heijster Jansen Genewit, de welcke verclaarde te geven accioman gessam vande helft van dese bo-venstaende willeceur van 300 gl. aan Wouter Jansen Duijser, woonende ror Cappel. Actum geteeckent desen 22e Meij 1699.

                                                                                                                Jan IJacopsen Glavimans
                                                                                                                        Pieter IJosten Smits
                                                                                                                  Cornelis vanden Houck

Op den 14e Februarij 1701 soo Compareerde ………… Jansen Duijser ende Aert Geritsen vander Hoeven, in houwelijck hebbende Marieken Jansen, Michiel Jansen Back, de welcke bekende van dese bo-venstaende willeceur voldaen en betaalt te wesen.

                                                                                                            Aert Geertsen vanden Hoek
                                                                          Dit ist X handtmerck van Wouter Jansen Duijser

Folio 48r

Hier van den brief uijtgemaeckt op een zegel van I gl IIII st.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel, Wouter Peeters Verheijden schoenmaker, den welcke verclaren te cederen, trasspoeteren, ende op te deagen met eender veijer giffte, soo als recht is, aen ende ten gehoeff van Nanningh Gerirsen de Zeeuw, specialijck een huijsinge, met de erve, ende geboomte daer op staende, gestaen ende gelegen ten westen vande Niuvaert, binnen den dorpen van Cappel, waer van gelegen is oost Cornelis vanden Hoeck, weest Walborgh Goverts we-duwe wijlen Peeter Handricxssen Timmer, streckende voor uijt den noorden vande Herstraet aff, Zuijtwaerts op tot tot de erve van de wed: Aert Michielssen toe, ende dat met alle wegen stegen schou-wen, ende nabueren rechten, met recht daer uijtgaende, wijders soo geloofft den voornoemde Compa-rant, ’t selve gecochte offte vercochte huijsinge ende weve te bevrijden ende te waren naer de wetten rechten ende constuijme locale van Zuijt Hollant, ende alle Calangie ende beswaernisse aff te doen tot desen dage toe, onder de conditie dat Walbeurgh Govert weduwe voorsr: ten oosten vande voorsr: huijsinge ende soo daer achter huijsinge op hare erve te comen, sal moeten gedooge haer daer over te laten wegen ende stegen, comform de voorgaende transporte offte contracte tot dien eijnde gepasseert. Coram Adrian Timmers Schout, Cornelis vanden Hoeck, ende Migiel Jansen Backer, ende Jan Govert Gijben Heemraden. Actum desen 29e April 1688.

Partijen verclaren voor recht den coop gereet ende contant gelt te wesen ter somme van Hondert ca: gul-den, ontfangen op minderinge vande voorsr: cooppenninge bij de vercooper een somme van vijfftien ca: gulden.

Adr: Timmers Jan Goeijaertssen Ghijben
Micgiel Jansen Backer

Op heden den 12e Augustus 1689, soo bekenne de voorsr: vercooper alnoch ontfangen te hebben uijt handen vande voornoemde de Zeeuw, in mindernisse vande voorsr: coop ter somme van een hondert vijff en tachtentigh gulde, soo datter noch suijver resteert ter somme van twee hondert ca: gulde.

Op heden desen 1e Junij 1690 soo bekennen Wouter Peeters Verheijde, vande voorsr: twee hondert gul-de, wesende de resterende laetste cooppenningen, der voorsr: huijsinge, ende erve, door handen vande voornoemde cooper ten volle voldaen ende betaelt te sijn, ergo gecasseert. Actum ut supra.

                                                                                                             Wouter Peeters Verheijden

Folio 48v

Omme ’t gemeene lant.

                                                                 Copie

Verclaren wij ondergesr: Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, ten versoecken vande erffgenamen van Andries de Bie Schoutet, tot Baertweijck overleden, getaxeert te hebben.

  1. Eerstelijck de gerechte helft van eenen Geer off buijtendijccxsse delle, groot ontrent ander halff hont, beleent oost de gemeene Stege, west Bastiaen van Esch, streckende vanden dijck aff, noortwaerts op tot Nederveen toe, naer onse beste kennisse waerdigh te wesen de somme van vijff en veertigh gulde.
  2. Item de gerechte helfft vande helfft is een vierde van de Huijsinge ende delle, gelegen ten oosten van-de Nieuvaert, gemeen met de kinderen van Wouter Peeters Dingemans, beleent oost Geraert Verheijden, west de erffgenamen Govert Versterre, streckende vanden dijck aff noortwaerts op tot den ambachte van Nederveen toe, groot int geheel ontrent seven hont, waerdigh tr wesen de somme van een Hondert vijfftigh car: gulde.
  3. Item de helfft van drie vierde hont ackerlants op de Nieuvaert, beleent Zuijde de wed: Antonis Kou-wens, noorden Hendrick Arienssen Timmer, streckende vander halver Nieuvaert, oostwaerts op tot de erve van Wouter Duijser toe, waerdigh te wesen een somme van tien gulde.
  4. En de helfft van een derde part in een binnen dijcxsse delle aende weste sijde vande Nieuvaert, beleent Suijden Peeter Ariens den jongen, noorden Corst de Zeeuw, streckende van de halve Nieuvaert tot de Queeckel toe, groot int geheel ontrent vier hont, getaxeert een derde paert daer van op vijff gulde.
  5. Een gerechte helft van een parceel uijtgedolven putten moeren ende bruijckbare gronden, belent oost den Drossaert van Druenen, west Peeter Dolck, streckende vande Kruckvaert tot de waterganck toe, naer onse beste kennisse waerdigh te wesen in gerede gelde, de somme van sestien gulde.

Aldus getacxeert naer onse beste kennisse, desen 5en Maij 1688, ende was geteeckent, Adriaen Tim-mers, Johan Knaep ende Migiel Janssen Backer.

                                                                                                                         Collate es oncondat

                                                                                                                   Anth: Glavimans. Secr:
                                                                                                                                  1688

Folio 49r

                                                                 Copie

Schout ende Gerechten van Schrevelduijn Cappel gesien de requeste gepresenteert, en Antonij Glaviman Secretaris alhier, in qualiteijt als voocht vande minderjarige kinderen wijlen sijnen groeder Antonij Glaviman, mede in sijn leven Secretaris alhier, mitsgaders de orriginrlr missiven ende consent vande Heer Johan van Bergen, Schout tot Sundert, oom maternel, ende toesiender vande selve kinderen ten desen annecx, ende over gemerckt ’t versoeck bij de selve requeste gedaen, accorderen int selve en consente-ren dien volgende den suppliant, soo veel vaste goederen t’sij huijs erve ende dellen in Schrevelduijn, off hoijlant in Nederveen Cappel off ………………. gelegen den selven boedel aengaende publijcq te ver-coopen rnde transporteren, als tot voldoeninge der schulden noodigh sal verdeelen, mirs doende vande ontfanck rnde uijtgaven van haer … Reeckeninge bewijs ende Reliqua. Actum in Collegie desen XIII en Maij 1685, ende was geteeckenr, Adr: Timmers Schout, Johan Knaep, Michiell Janssen Backer, Meerten Arienssen Dolck, Cornelis vanden Hoeck, Corstiaen de Zeeuw, Govert Gijsberts Cleijtenaer, Jan Govert Gijben.

Dat dese met de principale accordeert, verclaert den voirn: gesr: Secretaris tot Cappel.

                                                                                                                  Anth: Glavimans Secrs.
                                                                                                                                 1688

Hier van den brieff uijt gemaeckt op een zegel van II guld. VIII st.

Giffte de voochde der minderjarige kinderen van sa: Anth: Glavimans, in sijn leven Secretaris van Cappel, indier qualiteijt vercoopers.

Adriaen Timmers, Schout alhier, cooper.

Compareerden voor ons Hemeraden van Schrevelduijn Cappel, Antonij Glavimans Secretaris alhier, in qualiteijt als voocht, ende de Heer Johan van Bergen, Schout tot Sundert ende Reijsbergen …. als toe-siender over de drij onmondige voorkinderen van za: Antonij Glaviman, in sijn leven Secretaris alhier, en-de Josina Heuvelcamp wed: vande voorsr: overleden Secretaris, als moeder ende voochdesse van Maria Glaviman, hare minderjarige dochter ende gaven in qualiteijt als ………., bij consent van Schout ende gerechte alhier, in dato den XIIIe Maij 1685 alhier gebleecken ende hier vooren geregistreert, wettelijck over met eender vrijer gifte soo gewoon ende recht is, aen ende ten behoeven van Adriaen Timmers Schout alhier, seeckere huijs erve ende delle, daer teijnde gelegen alhier tot Schrevelduijn Cappel ten oosten vande Nieuvaert,

Folio 49v

Belent ten oosten de erffgenamen van Govert Versterre, wesr den voornoemden Antonij Glaviman Secre-taris, streckende uijr den Zuijden vanden teen vanden dijck aff, noortwaerts op tot den Ambachte van Nederveen toe, soo groot ende cleijn ’t selve alvoor gelegen is, mits dat de voorsr: getransporteerde erven sal wegen ende over stegen aende west seijde, over de erve vande voorsr: Secretaris Glaviman volgens deelinge daer van sijnde, verders met alle schouwen watergange wegen stegen ende nabueren rechten, met recht daer toe behoorende, ende belooffde sij Comparante in het voorsr: ’t selve getranspor-teerde huijs erve ende delle te vrijen ende waren, mitsgaders alle aentaele voor commer ende Calangie daer op is aff te doen tot desen dagen toe. Coram Johan Knaep, Mighiel Janssen Backer ende Jan Go-vert Gijben Heemraden. Actum desen 5e Maij 1688.

Partijen verclaerden voor recht den coop te wesen ter somme van negentien hondert vijfftigh ca: gulde, te betalen de eene helft gereet bij de gifte, ende de resterende in drij paijen, te weten den 5e Maij 1689 drij hondert vijff en twintigh gulde, den 5 Maij 1690 gelijcke drij hondert vijff en twintigh gulde, ende de reste-rende drij hondert vijff en twintigh gulde den 5e Maij 1691, van welcke voorsr: gereede ende contante penningen bekenne de voorsr: vercooper in hare voorst: qualiteijt door handen vande cooper ten volle voldaen ende betaelt te sijn, dagh darum ut supra. Johan Cnaep, Michiel Jansen Backers.

Verclaarde ick ondergeschreven, de bovenstaande veste ofte gifte te hebben geapprobeert ofte toege-staan, voor soo veele mijn perticuliere persoon is aengaende.

                                                                                                                              Jacob Glaviman

Bekenne ick ondergeschreven Anthonij Glaviman, Secrs. van Cappel, in qualiteijt als oom ende vooght der voorsr: kinderen za: Anthonij Glaviman, in sijn leven Secretaris in Cappel, vande voorsr: tweede ter-mijn, wesende 325 guld, door hande van Adriaen Timmers Schout voornoemt in desen, ten volle voldaen ende betaelt te sijn, actus dese 21e Maij 1689.

                                                                                                                   Anth: Glaviman, Secrs.

Opten XIe Julij 1689 kenne ick als voocht ontfangen te hebben vande voorsr: Schout, in mindsse vande derde termijn ter somme vijfftigh gulde.

Op heden dese 22e Junij 1690 bekenne ick als voocht …………… te hebben vande voorsr: Schout een somme van twee hondert vijff en seventigh gulde, in volle voldoeninge vande derden termijn over coop vande voorsr: huijsinge ende delle, waer mede den derden termijn ten volle voldaen ende betaelt is.

                                                                                                                              Anth: Glaviman
                                                                                                                                       1690

Compareerde ter Secretarij van Schrevelduijn Cappel de Hr: Christiaen Glaviman, Secretaris tot Druijnen, Jacobus Glaviman ende Johan Glaviman desse onderteeckent en bekenne ten volle voldaen te sijn we-gens den lesten termijn van dese, neffens staende, coop van het huijs door hande van Adr: Timmers Schout als cooper, wesende de somme van twee hondert drieenveertigh gl vijftien stuijvers, ergo gecas-seert op den 26e Maij 1691.

                                                                                                                                    C: Glaviman 
                                                                                                                                            1691
                                                                                                                           Jacobus Glaviman
                                                                                                                                J: Glavimansse
                                                                                                                                          1691
                                                                                                                        Mij present
                                                                                                              Jan Goeijaertssen Ghijben
                                                                                                                           H: vander Hoeven
                                                                                                                                     1691

Ick Josina Heuvelcamp als moeder van Maria Glaviman bekenne voldaen te wesen, desen 1e Junij 1691.

                                                                                                                             Josina Heulkamp

De wed: vande overleden Srs: als voochdesse van haer dochter Maria Glaviman, bekende haer portie vande derde termijn door handen van Antonij Glaviman, Srs: voldaen te sijn, acte ut supra.

                                                                                                                             Josina Heulkamp

Folio 50r

Hier van den brieff uijtgemaeckt op een zegel van I gulde IIII st.

Giffte Jacob Janssen van Hamet, vercooprt.
Cooper Adriaen Arienssen Deckers.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduij Cappel hier onder genomineert Jacob Janssen van Hamet, ende heeft overgegeven met eender vrijer giffte soo als recht is, aen ende ten be-hoeff van Adriaen Adriaenssen Decker, specialijck de gerechte Suijdense helfft van ontrent drij ende een halff hont zaijlants, gelegen op de Hoogevaert, waer van noorden gelegen is Jan Jacobssen van Hamet, Zuijde de Nieustraet, streckende uijt den oosten van der halver Hoogevaert voornoempt aff, westwaerts op, ror de erve van Leendert Arienssen Wijnen toe, ende dat alsoo groot ende cleijn als de selve aldaer inden Hoeff slagh gelegen is, ende dat met alle wegen stege Schouwe ende nabueren rechten, met reght dart uijtgaende, wijders soo loofft den voornoemde comparant ’t selve goet te vrijen ende re waren naer den techten vande landen, ende alle Calangie, ende voorcommer aff te doen tot Nieuwejaer 1689 toe. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, Mighiel Janssen Backer ende Jan Govert Gijben Heemra-den. Actum dese 5e Junij 1688.

Partijen verclaren voor recht den Coop, te wesen ter somme van twee hondert vijfftigh car.gulde, te beta-len in twee egale ende gelijcke termijnen, te weten den eerste termijn van huijden datum bovengeschr: voer een jaer is 1689, ende den tweede een jaer daer aen volgende, tot de volle effectuele betalinge toe.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1688 Micgiel Jansse Backers
Jan Goeijaertssen Ghijben

Op den 10e Julij 1689 soo bekenne Jacob Janssen van Hamet vercooper in desen, vande voornoemde eerste termijn, wesende ter somme van een honderet vijff en twintigh, door handen van Adriaen Adriaen-sen Decker voldaen te sijn.

Opden 10e Januarij 1692 soo bekende Jacob van Hamondt vercooper in dese, van den lesten paeij vol-daen ende betaelt te wesen door hande van Adr: Adriaensen Decker cooper in desen, wesende ter som-me van een hondert vijff en twintigh gulden, ergo gecasseert.

                                                                                                                Jacob Janssen van Hamet

Folio 50v

Erffdeelinge voor Recht aengebeacht bij de gelijcke kinderen ende erffgenamen van za: Neeltgen Pee-ters, die was laest van za: Gijsbert Goverts den Jongen, ende dat van alle de erffelijcke, haeffelijcke, meuble ende im meuble goederen, mitsgaders van alle actie, crediten, in ende uijtgaende schulden, heeft bij de voornoemde Neeltgen Peeters, wed: voorsr: metter doot ontruijmpt, ende naer gelaren heeft, ende is de delinge als volght.

Inden eersten soo is Jan Stevens Huijsmans in Huwelijck hebbende Peeterken Ariens Dolck mrt een blindt, gelodt ende beerffdeelt, op het gerechte vierde paert van seven geerden min een vierendeel hoij offte weijlant, gelegen in Nederveen Cappel, gemeijn ende onverdeelt met de kinderen za: Jan Hoffmans cum suis, waervan gelegen is oost den Armen van Cappel, weest de wed: Johan Sprangers, streckende voor van Cappel aff, noortwaerts op ter halver Scheijsloot toe.

Item daer tegens soo is Merten Arienssen Dolck beerffdeelt op het gerechte vierdepaert van negen ende een halve geert hoij offte weijlant, gelegen onder Cleijn Waspijck gemeen ende onverdeelt met Hendrick Frances Smarius, waer van gelegen is oost, de erffgenamen van Verdij, west …………………………………… , streckende van Cappel aff, noortwaerts op ter halver Scheijsloot toe, mits dat dit lodt moet uijtkeeren tot melioratie ende verbeeteringe van de andere looten, een somme van een hondert dartigh car: gulde, als te weten aen Michiel Claessen van Raemsdonck, als getrouwt hebben-de Elisabet Ariensen Dolck, een somme van dartigh gulde, ende aen Jan Arienssen Dolck een somme van vijf en vijfftigh ca: gulde, als mede aen Jan Stevens Huijsmans een somme van vijff en veertigh ca: gulde, ende bekennen de voornoemde Comparanten, vande voorsr: uijtkeeringe ten volle voldaen ende betaelt te sijn, ergo gecasseert. Actum dese XIe Junij 1688.

Folio 51r

Item daer tegens soo is Jan Arienssen Dolck beerffdeelt op een scheur, met het zaijlandt daer aen gele-gen, gestaen ende gelegen ten westen van de Nieuvaert, groot ontrent vijfftalff hont, gelegen noorden Govert Cleijtenaer, Zuijden Dirck Wouters Smits, streckende voor van ter halver Nieuvaert voorsr: aff, westwaerts op tot de erve vande voornoemde Govert Cleijtenaer toe.

Item alnoch soo is den selven beerffdeelt op anderhalff hont zaijlants, gelegen in den Queeckel op de Nieuvaert, waer van gelegen is Corst Govert Cleijtenaer, west de weduwe Wouter van Nederveen, strec-kende uijt den zuijden vande erve van Corst Zeeuw cum suis toe, onder de conditie, dat dit lot sal wegen ende stegen, dwars voer den Queckel vande voornoemde Govert Cleijtenaer.

Item alnoch op drij hont zaijlants gelegen op de Nieuvaert, waer van belent is noorden de wed: Peeter Otterdijck, zuijde de wed: Steven Swart, streckende voor van ter halver Nieuvaert voorsr: aff, weestwaerts op tot de erve van Merten Dolck toe, met sijn aenpaert vande dijck dat aent voornoemde lant depende-rende is.

Item alnoch is den selven bedeelt op een binnen dijcxsse delle, groot ontrent drij hont, gelegen ten wes-ten vande Nieuvaert, noorden Dirck Wouters Smits, zuijden Govert Cleijtenaer, streckende voor van ter halver Nieuvaert voorsr: aff, westwaerts op tot den Queeckel toe.

Item alnoch op een binnen driesken gelegen ten westen van Willem van Gents vaert, belent noorden Jan Paulissen, zuijden Jacob Janssen van Hamet, streckende voor van ter halver Willem van Gents vaert aff, westwaerts op tot de erve van Sr: Merten van Campen cum suis toe.

Item alnoch op een binnendijcxsse delle, gelegen ten oosten van Willem van Gents vaert, groot ontrent twee hont, waer van gelegen is noorden Niclaes van Tilborgh, zuijden de wed: Poulus Vrijsen, streckende voor van ter halver vaert voorsr: aff, oostwaerts op tot den Queeckel toe, mits dat dit lodt moet uijtkeeren aen Jan Stevens Huijsmans nomine uxoris een somme van twee hondert dartigh ca: gulde, waer van hij bekennen ten volle voldaen ende betaelt te sijn, ergo gecasseert. Actum desen XIe Junij 1688.

Folio 51v

Item daer tegens soo is Michiel Claessen van Raemsdonck in Huwelijck hebbende Elisabeth Adriaensen Dolck, met een blindt lodt gevallen ende beerffdeelt op het gerechte vierde paert van seven ende drij vierde geert, met alnoch het gerechte vierde paert van een geert, min een twee ende dartichste paert ge-legen in Nederveen Cappel, gemeen ende onverdeelt met Peeter Janssen Dolck den Ouden cum suis, waer van gelegen is oost …………………………………….. , weest ……………………………………… , streckende voor vande Armen van Cappel aff, noortwaerts op tot de bannen van Meuwen toe, met die verstaende dat het voornoemde lodt geefft sijnen vrijen wegh voor uijt, over het lant vande voornoemde Armen, ende den voornoemde Armen van voor naer Schiptsdiep, onder de conditie, dat de middelste dan tusschen den voornoemde Armen, bij hem Michiel Claesen van Raemsdoncq, nevens sijne mede geerfdens met een Sufficant hecken sal moeten werden beheijnt als voor dato deses.

Ende verclaren partijen condividenten te hebben verdeelt den imboedel, soo van haeff, gout silver ge-munt als ongemunt, mitsgaders alle acte credite, in ende uijtgaende schulde, ende verclaren ider met hare gedeelde portie te sijn bevredight ende geconsenteert.

Aldus dese voorschreve vertightinge ende schijdinge gedaen ende gepasseert ter presentie ende over-staen van Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, ende Govert Cleijtenaer Heemraden. Actum desen XIen Junij 1688.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1688

Folio 52r

Omme ‘t gemeene lant.

Verclaren den ondergesr: Schout ende Gerechten van Schrevelduijn Cappel ten versoecken van Govert van Alphen, doctor inde Medicijnen ende out Schepen der stadt Breda, als Administrateur vande boedel ende goederen vande Heer Johan Meijers, sonder eenige decedenten deser werelt overleden sijnde ge-tacxeert te hebben, specialijck seeckre partije van landerijen, dreven, plantagie, schaerbossen ende moergronden, alle gelegen onder Schrevelduijn Cappel voornoempt, oostwaerts gelegen teijnde ende aende giederen van den Heer Adriaen van Alphen cum suis, tot Waspijck, van den Wel Hoogh Ed: Heere Mattijs van Asperen, Heere van Heeswijck ende Dinteren, et ontfangen ende over gevest is, streckende vande selve limiet schijdinge, tusschen Cappel ende Waspijck gelegen, oostwaerts op tot den ooste kant vande Leije, teselves leijde daer toe behoorende stuijtende Zuijtwaerts op tot de scheijdinge van Hollant ende Brabant, met …………………… gronden inden Queckel onder dese jurisdictie van Cappel voor-noempt gelegen, alles breeder de transporte voot de Ed: gerechten van Cappel, gepasseert van dato den XXXe Julij 1664, soo hebben wij Schout ende Heemraden voorsr: dir naer onsen beste kennisse ende wetenschap getacxeert in gereede ende contante gelden, waert te wesen ter somme van een Hondert vijff en vijfftigh ca: gulde.

Aldus getaxeert omme daer van het recht vanden 20e penning, offte Collaterale cuccessie ten behoeve vant ’t gemeene lant wegens placcaet ende ordonnantie te werden betaelt. Actum deze 9e Julij 1688, ende was getekent Adriaen Timmers, Johan , Michiel Janss Backer, lager stont, mij present, ende was getec-kent Anth: Glavimanss, Sris.

                                                                                        Accordeert dese met de geteckende acte

                                                                                                                 Anth: Glavimanss suppl.
                                                                                                                                1689

Folio 52v

Compareerde voor ons Schout ende Heemraders der Ambacht Heerlijckhijt van Schrevelduijn Cappel, de eerbare Sijcken Denis de Haen, wed: wijlen Teunis Teunisse de Langen, geassisteert met Migiel Denis de Haen haren broeder, ter eenre, ende Huijbert Bastiaenssen, woonende tot Raemsdonck, in Huwelijck heb-bende Anneken Teunis de Langen, Jan Janssen Metsert, in Huwelijck hebbende Peeterken Teunis de Lan-gen, Leendert Teunisse de Langen, alle als kinderen ende erffgenamen van za: de voornoemde Teunis Teunisse de Langen ter andere sijden, de welcke verclaren te hebben gecontracteert, geaccordeert ende geslooten dese haer luijder contracte, in manieren als hier naer volgende is, als te weten dat de voor-noemde wed: ende eerste comparante, in erffel…. sal hebben ende behouden alle erffelijcke, haef-felijcke, meuble ende in meuble goederen, soo van gout silver gemunt als ongemunt, mitsgaders alle actie credite in ende uijtgaende schulde, egeen van dien gerefereert, soo ende gelijck bij zaliger den voornoemde Teunis Teunisse de Langen haer twee comparanten vader, ende de voorsr: eerste comparan-ten samen beseten hebben, waer tegens de voorsr: tweede comparanten, voor hare vaderlijcke herediteijt, vande voorsr: eerste comparante sal genieten ende profiteren, een somme vijff en seventigh ca: gulde, waermede de voornoemde tweede comparanten haer houden geconsenteert, welcke voorsr: somme bij de voornoemde eerste comparante te Bamis eerst comende anno 1688 sal werden betaelt, ende blijvende de coste deser contracte halff ende halff sonder meer, allent geene voorsr: is, verclaren de voorsr: com-paranten ’t selve van tijt tot tijt naer te comen, ende te achtervolgen, daer vooren verbindende hare per-soonen ende goederen, ende voorts generalijck alle haere verdere, stellende de selve ten bedwanck ende executie, van alle 3 Heeren Hoven bancken Rechten ende Rechteren, ende voornamelijck de indicatuere vande Hove ende Hooge vierschaer van Zuijt Hollant, aldus gedaen ende gepasseert ter presentie ende overstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, ende Mighiel Janssen Backer Heemraden. Actum dese 7e 7ber 1688.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1688 Migiel Jansen Backer

Opden 9e Appril 1701 soo Compareerde Anneken Teunis de Langen, huijsvrouw van Huijbert Bastiaensen, Jan Jansen Metser ende Leendert Teunisen de Langen, de welcke ’t saamen ende ieder int bijsonder be-kenne, van dese bovengeschreven uijtcoop voldaen ende betaelt te wesen.

Folio 53r

Erffdeelinge voor recht aengebracht bij ende van wegen Leendert Ariaensse Wijnen, weduwnaer van za: Janneken Arienssen Bonts voor de eene helfft, Adriaen Adriaensse Wijnen als vader ende voocht van sijne vijff minderjarige weeskinderen verweckt aen za: Aechtien Jans, Maijken Arien Geemens geassisteert met Jan Govert Gijben, hare gecoren voocht in deses, Anneken Arien Geemens geassisteert als vooren, Clara van der Bruel wedewe wijlen Adriaen Arien Geemens als moeder van hare twee minderjarige kinderen verweckt bij de voornoemde Adriaen Arien Geemens, geassisteert met Schout ende Gerechte als opper-voochde van alle weesen, Adriaen Leendersse Wijnen, alle als kinderen ende erffgenamen vande voorsr: Jenneken Arienssen Bonts, samen voor dander helfft, ende dat vande erffelijcke, haeffelijcke, meuble ende in meuble goederen. Laest metter doot ontruijmpt ende naergelaten bij de voornoemde Jenneken Ariensen za: derselver moeder was, ende is de deelinge als hier naer volgende is.

Inden eersten soo is Leendert Wijnen bedeelt op eenen acker, gelegen inde Vrijhoeven ten noorden vande Straet, waer van oost gelegen is Jan de Leeuw cum suis, west de kinderen ende erffgenamen van za: Cornelis Geritsen Hoeffnagel, streckende voor van ter halver Straet aff, noortwaerts op tot de erve vande kinderen za: Teunis Arienssen Vught toe.

Item alnoch soo is den selven bedeelt op eenen

Folio 53v

dries, gelegen op de Hoogevaert, onder de Vrijhoeven, waer van Zuijden naest gelegen is, Maaijken Gie-len, noorden Arien Elen, streckende vande Vaert aff, oostwaerts op tot de erve van Antonij Timmers, Srs: van Sprangh cum suis toe.

Item alnoch op een Hooffken gelegen inde Vrijhoeve, oost Teunis Geldens, Adriaen Adriaensse Wijnen, streckende uijt den noorde vanden dijck aff, zuijtwaerts op tot de waterloop toe, ende dat met sijn se-rentuijt van outs daerop staende, onder de conditie dat dit lodt aende ondergeschreven looten moet uijt keeren een somme van vijfftigh car: gulde, te betalen binnen den tijt van acht eerst comende dage.

Item hier tegens soo sijn de voorsr: gesamentlijcke kinderen ende erffgenamen met een blindt lodt beerffdeelt op een huijsinge met het zaijlant, daeraen gelegen, gestaen ende gelegen ten noorde vande Nieustraet onder Cappel, waervan oost belent is Adriaen Adriaensen Geckers cum suis, noorden Jan Ja-cobssen van Hamet, weest de voorsr: kinderen, waerop deselve hier naer bedeelt sijn.

Item alnoch soo sijn de voornoemde kinderen bedeelt op eene acker, gelegen als vooren, waer van oost gelegen is eene padt, weest Peeter Ariensse Gijben, streckende voor van ter halver Nieuwstraet voorsr: aff, noortwaerts op tot de erve van Joost Bertrams de Bruijn toe, onder de conditie dat dit lodt sal profi-teren van Leendert Ariensse Wijne, hare voorsr: vader en schoonvader respective, een somme van vijftigh car: gulde, te betalen binnen den tijt van 8 eerst comende dage.

Aldus gescheijde geaccordeert ende geerffdeelt ter presentie ende overstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, Jan Govert Gijben ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden. Actum dese veertien-de September 1688.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1688 Jan Goeijaertssen Ghijben
Cornelis vanden Houck

Folio 54r

Onderlinge deelinge voor Recht aengebracht bij Adriaen Adriaensse Wijnen als vader ende voocht van sijne vijff minderjarige kinderen, verweckt bij za: Aechtien Jans, Maijken ende Anneken Arien Gemens, geassisteert met Jan Goijert Gijben Heemraet, mitsgaders Schout ende gerechte als oppervoochde der minderjarige kinderen van za: Adriaen Adriaensen Geemens, verweckt bij Clara vanden Bruel, mitsgadert ……………. Leendert Wijnen, susters ende gebroeders ende dat van alle de erffelijcke goederen metter doot ontruijmpt, ende naergelaten bij za: Janneken Ariensen Bonts, hare voorsr: moeder, ende is de voorsr: deelinge als volght.

Inden eersten soo is Adriaen Adriaensse Wijnen in sijne voorsr: qualiteijt bedeelt west, ende Arien Leen-dert Wijne bedeelt, oost op eene acker gelegen in de Nieustraet, geteeckent met noemer d: ende e:, groot ontrent …….. hont, waer van van het geheel gelegen is oost, eene seeckre padt, weest Peeter Arien Gijben, streckende voor van ter halver Nieustraat aff, noortwaarts op tot Joost Bertrams de Bruijn erve toe, onder de conditie dat Adriaen Adriaensse Wijnen ende Arien Leenders Wijnen voornoempt, sullen profiteren de voorsr: vijfftigh car: gulde als Leendert Ariensse Wijne, aende voorsr: kinderen volgens de generale deelinge moest uijtkeeren, te betalen binnen den tijt als vooren, en dat voor twee loote.

Item daer tegens soo sijn Maijken ende Anneke Arien Geemens geassisteert als vooren geteeckent, met noemer a: ende b: beerffdeelt op de huijsinge met twee derde parten vant zaijlant, daer aen gelegen als vooren, waer van Zuijde gelegen is de Nieustraat, noorde de kinderen za: Adriaen Adriaensse Geemens, streckende uijt den oosten vande erve van Adriaen Adriaensse Deckers, westwaerts op tot de erve van Adriaen Leenderts Wijne toe, waer op deselve hier voren bedeelt is,

Folio 54v

mits dat dese voorsr: twee looten, moet uijtkeeren aen dit ondergeschreven lodt, noemer e: een somme van vijff en veertigh cae: gulde te betalen als vooren, alsmede dat dese voorsr: twee loten nevens dit ondergesr. lodt, geteeckent, als vooren sullen betalen ider voor een derdepaert, van eene gulden chijns aen de Wel Hoogh: Ed: gebooren Heere van Cappel, jaerlijcks op Sint Emerteus dagh hieruijt heffende is, ende dat voor twee loote, offte twee derde paerte.

Item hier tegens soo is Schout ende Gerechte van Cappel in qualiteijt int hoofft vermelt, bevalle wegens de minderjarige twee kinderen van za: Adriaen Adeiaensse Geemens, verweckt bij Clara van Bruel op het resterende noordensse derde paert vant voorsr: zaijlant, nomer c:, waer van beleendt is zuijden, Ma(ij)ken ende Anneken Gemens gesusters, waer op sij hier vooren bedeelt sijn, noorden Jan Jacobssen van Ha-met, streckende als vooren onder de conditie dat dit lodt moet profiteren vande voorsr: twee looten, een somme van vijff ende veertigh car: gulde, te betalen als vooren, mits dit lodt sal moeten wegen ende sregen over dese voorsr: twee looten, ende dat mede voor een lodt. Opten XIIe October soo bekenne Clara vanden Bruel vande voorsr: uijkeeringe door handen van Maijken ende Anneken Adriaenss Gee-mans voldaen te sijn.

Aldus dese voorsr: vertightinge ende scheijdinge gedaen ende gepasseert ter presentie ende overstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, Jan Govert Gijben, ende Cornelis vanden Houck Heemraden. Actum dese veertiende September 1688.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1688 Jan Goeijaertssen Ghijben
Cornelus vanden Houck

Folio 55r

Hiervan de brieff uijtgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraders van Schrevelduijn Cappel, Wouter Peeters Otterdijck, den welcke verclaren voor recht te cederen, transporteren ende op te deagen aen ende ten behoeff van Hendrick Adriaensse de Toij, specialijck alle sijne meuble ende in meuble goederen, soo van paerdens, wage, ploegh, acht, ende havere, beeste als andersints, korn, hoij ende stroij, als andere imboedel, mirs-gaders van soodanige erffenis, als hem Comparant uijr den hooffde dan sijne vader ende moeder za: als gecomen ende bestorven is, ende dat in voldoeninge van seecre pretensse schulden, als den voornoem-de Hendrick de Roij op den voorsr: comparant, Wouter Peeters Otterdijck, te pretenderen hadden, waer mede alles is doot ende teniet. Aldus gedaen ende gepasseert, ter pretentie ende overstaen van Adriaen Timmers Schout, Migiel Janssen Backer, ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden. Actum desen 18e 7 ber 1688.

Schout ende Heemraden hebbende dese voorsr: erffenissen, voor soo veel hem aengaet in contant gelt getaxeert, waerdigh te wesen ter somme van vijff en veertigh gulde.

Adr: Timmers Cornelis vanden Houck
1688 Migiel Jansen Backer

Hiervan den brieff opgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, de Eerbare Clara vanden Bruell, wed: za: Adriaen Adriaenssen Gemens, ende Jan vanden Bruell, als aengestelde voocht vande weeskamer der Stadt Mechelen der minderjarige kinderen van za: de voornoemde Adriaen Adriaensen Gemans, verweckt bij de voornoemde Clara vanden Bruell, den welcken verclaren met consent van Schout ende Heemraden als opper voochden van alle weesen binnen Cappel, over te geven met eender vrijer gifte, soo als recht is aen ende tot behoeff van Bartrum Joosten de Bruijn, specialijck seeckere gerechte achtiende paert van een huijsinge en zaijlants daer aen gelegen, gestaen ende gelegen op de Hoogevaert, gemeen ende onverdeelt met Joost de Bruijn en de kinderen van za: Willem Gemens, waer van het geheel gelegen is noorden, Arien Robben Deckers Zuijden Hendrick Corsten, streckende voor van ter halver Hogevaert voorsr: aff, wesrwaerts op tot de Reeders Heijde toe, ende dat alsoo groot ende cleijn als deselve aldaer gelegen is, mitsgaders alle hare gerechtigheden, als haer comparanten van za: Geemen

Folio 55v

France, des comperante mans Grootvader aengecomen is, ende dat met alle wegen stegen schouwe ende nabueren Rechten, met Recht daer uijt gaende, weijders soo verclare de voornoemde comparanten in hare voorsr: qualiteijt, ’t selve te vrijen ende re waren naer den rechten vande landen, ende alle calangie ende vootcommer aff te doen tot desen dagen toe, Coram, Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, Jan Goijert Gijben ende Corstiaen de Zeeuw Heemraden, actum desen XIIe October 1688.

Partijen verclaren voor Recht den coop gereet ende contant gelt te wesen ter somme van elff ca: gulde, waervan de voornoemde comparanten bekennen ten volle voldaen ende betaelt te sijn, present dach da-tum ut supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1688 Jan Goeijaertssen Ghijben
Corstiaen de Seeu

                                                                 Copie

Op huijden den 26e October 1688 compareerde voor mij Willem vander Buijs, Notaris publijck bij den Ho-ven van Hollandt geadmitteert, residerende binnen de Stadt Rotterdam, ende de ondergenoemde getuij-gen, Gelden Paen, woonende alhier, voor hem selven ende in desen vervangende, ende hem sterck ma-kende voor Antonij Paen, woonende tot Gouda, zijnen broeder, ende verclaerden hij comparant bij desen te constitueren ende volmachtigh te maken Govert Paen, mede sijnen broeder, woonende tot Cappel, aende Langestraet, omme uijt sijn constituants name als nevens sijne voornoemde broeder, Antonij Paen voor een sevenste paert erffgename ab intestute van wijlen Lijsbet Goverts Smits, in haer leven wed: van wijlen Gijsbert Antonissen Paen, haer luijder moeder gewoont hebbende tot Cappel, aende Langestraat voorschreven, ende aldaer overleden, den nagelaten boedel ende goederen vande voornoemde hare moeder te redden, de vaste goederen te vercoopen, ’t sij int openbaer offte uijtten handt, na sijn welge-vallen, de coopers vande vaste goederen, de selve goederen na constuijme locael te transporteren ende op te dragen de belooffde cooppenninge, daer aff te ontfangen, quitantie om meede sijnen ontfanck te passeren voor de vrijinge ende weeringe van sijn constituants ende voorsr: sijne broeder Antonij Paen hun gedeelte inden voorsr: vaste goederen haer luijder persoone en goederen te verbinden, ende voorts alles anders te doen wat

Folio 56r

daer aen, ende aende reddinge vande voorsr: boedel eenighsints, dependeert tot de finale scheijdinge ende delinge vanden voorsr: boedel toe, acte van scheijdinge te doen msken, passeren ende teijckenen, en tgeene hen constituant, ende de gemelte sijner broeder Anthoni Paen daer bij te beure vallen, ofte aenbedeelt sal werden, aen over te nemen ende ontfangen, ende vanden selve ontfanck quitantie als vooren te passeren. Item omme over de deferente die souden mogen comen te ontstaen, te mogen ac-corderen ende transigeren, ofte deselve submitteren alles soo sijnen goeden rued gedragen sal met macht oock omme procureurs Ad lites te mogen submitteeren, beloovende hij constituant voor vast bon-digh ende van waerde te houden, alle tgene bij sijne voornoemde geconstitueerde, in krachte deses sal werden gedaen ende verricht onder verbant als naer rechten. Aldus gedaen ende gepasseert binnen Rot-terdam, ter presentie van Willem van Dongen ende Frans Waghtmans als getuijge hier toe versocht, die de minute deses, nevens den comparant met mij Notaris hebben onderteijckent ten dage maande ende jaren als boven. Lager stont Quod Attestor, ende was gereeckent W: Buijs, Notaris 1688 10/26.

Accordeert dese met de principael ’t welck gehouden gesr: srs. ben verclarende.

                                                                                                                      Anth: Glavimans Srs.
                                                                                                                                    1688

Hier van de brieff op een zegel van I gld. IIII st. opgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, Govert Gijsbertsen Paen, soo voor sijn selven, ende alsmede last ende procuratie hebbende van Gelden Gijsberts Paen, woonende binnen den Stadt Rotterdam voor hem selven, ende in dese vervangende ende hem sterck makende voor Anthonij Paen, woonende tot Gouda sijne broeder, sijnde de voorsr: procuratie gepasseert voor Willem Buijs, Notaris tot Rotterdam ende de getuijgen hierinne begrepen wesende, deselve van dato den 26e October 1688, ons Schout ende Heemraden vertoont, gebleecken, ende hiervooren geregistreert, als me-de Hendrick vander Horst, in Huwelijck hebbende Maria Gijsberts Paen woonende tot Breda, Adriaen Gie-len van Esch, in Huwelijck hebbende Adriaentgen Paen, Arien ende Cornelis Gijsberts Paen, alle als kin-deren ende erffgenamen van saliger Lijsbet Goverts Smits, weduwe was Gijsbert Antonissen Paen, ende hebben samen in hare voorsr: qualiteijt overgegeven met eender vrijer gifte, soo als recht

Folio 56v

is aen ende tot behoeff van Jan Stevens Huijsmans, specialijck een binnen dijcxsse delle, gelegen ten westen vande Nieuvaert, waervan gelegen is noorden Cornelis vanden Hoeck, Suijden den Armen van Cappel, streckende voor van ter halver Nieuvaert voorsr: aff, westwaerts op tot de erve vande wed. Seger de Graeff toe, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, ende nabueren rechten, met recht hieruijt gaende, wijders soo geloven de voorsr: Comparanten in hare voorsr: qualiteijt ’t selve vercochte te vrijen ende te waren naer den Rechten vande Landen, ende alle callangie ende voorcommer aff te doen tot de-sen dage toe. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, Govert Cleijtenaer, ende Cornelis vanden Hoeck, Heemraden. Actum desen 18e November 1688.

Partijen verclaren voor recht, den coop gereet ende contant gelt te wesen ter somme van een hondert twee car: gulde, waer van de voornoemde comparanten in hare voornoemde qualiteijt bekennen, ten volle voldaen ende betaelt te sijn, ergo, gecasseert dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1688 Cornelis vanden Houck

Hier vande brieff uijtgemaeckt op zegel I gl. IIII st.

Ten voorsr: daghen soo Compareerde voor ons Schout ende Heemraden voornoemt, Govert Paen soo voor sijn selven, ende als mede last ende procuratie hebbende van Gelden Paen, woonende tot Rotter-dam, voor hem ende in desen vervangende ende sterck makende voor Antonij Paen, sijnen broeder, woonende ter Stede Gouda, sijnde deselve procuratie gepasseert voor Willem Buijs, Nots: tot Rotterdam, met de getuijghen hierinne begrepen, van dato den 26e October 1688, ons vertoont ende gebleecke, hier vooren geregistreert, als mede Hendrick vanden Horst, getrout hebbende Maria Paen, Arien Gielen van Esch, getrout hebbende Adriaentie Ghijsberts Paen, Adrien ende Cornelis Paen, alle als kinderen ende erffgenamen van za: Gijsbert Antonissen Paens ende Lijsken Govers Smiths, haer Comparanten vader ende moeder respectivelijck was, ende hebben in dier qualiteijt over gegeven met eender vrije gifte, soo als recht is aen ende tot behoeff van Jan Adriaenssen Dolck, specialijck een hont zaijlant, gelegen ten oosten vande Nieuvaert inden Queeckel, ende dat alsoo groot ende cleijn als ’t selve aldaer inden Hoeff Slagh gelegen is, waer van weest gelegen is de kinderen van za: Jan Peeters Geenen, oost den voor-noemde cooper cum suis,

Folio 57r

streckende uijt den noorden vande erve van Meerten de Bie aff, suijtwaerts op tot de erve vande kinderen za: Jan Peeters Geene voornoempt toe, ende dat met alle wegen, stegen, schouwe ende nabueren rech-ten, met recht daer uijtgaende, wijders soo geloven de voornoemde Comparanten in hare voorsr: quali-teijt, ’t selve vercochte te vrijen ende te waren naer den rechte van Zuijt Hollant, ende alle calengie ende voorcommer aff te doen, tot desen daghen toe. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, Govert Cleijtenaer, Heemraden. Actum dagh datum ut supra.

Partijen verclaren voor recht den coop gereet ende contant gelt te wesen ter somme van drij en tachten-tigh gulde, waer van de voornoemde comparanten in haere voorsr: qualiteijt, bekennen voldaen te sijn.

Adr: Timmers Cornelis vanden Houck
1688 Johan Cnaep

                                                                 Copie

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, Peeter Peeters Otterdijck, Jan Christ in Huwelijck hebbende Gijsbertie Peeters Otterdijck, Cornelia Peeters Otterdijck, wed. van za: Wil-lem Faessen van Bavel, Willem van Bavel in Huwelijck hebbende Adriaantgen Peeters Otterdijck, Mattijs Janssen van Riel, in qualiteijt als voocht der minderjarige weeskinderen van za: Mariken Peeters Otter-dijck, verweckt bij za: Bastiaen Adriaensen Vos, Leentien Peeters Otterdijck, Hendrick de Roij als cooper der erffenis van Wouter Peeters Otterdijck, Jan Sebrechts van Hardinghsvelt in qualiteijt als voocht der minderjarige kinderen van za: Hendrick Peeters Otterdijck, verweckt bij Elisabet Sebrechts van Hartig-hvelt, Handrick van Mammeren in Huwelijck hebbende Anneken Peeters Otterdijck, ende voorts te samen intervenierende voor de kinderen van za: Francois de Kock, verweckt aen Lijsbet Peeters Otterdijck, alle gesamenrlijcke kinderen ende kints kinderen, ende erffgenamen van za: Peeter Cornelissen Otterdijck ende Anneken Peeters de Haen, tot Schrevelduijn Cappel overleden, ende verclaren sij comparanten, te constitueren ende machtigh te maken bij desen, Antoni Timmers Schout vande Vrijhoeven, specialijck omme te Compareren voor Schout ende Gerechte van Schrevelduijn Cappel voorsr: ende aldien in henne twegen ende haerent ewegen te sederen, transporteren ende over te geven, aen ende ten behoeffven van Niclaes van Tilborgh, seeckre een geseet, mettet ’t huijs, schuer, ende gebouwen daer op staende, gele-gen alhier op de Nieuvaert,

Folio 57v

waervan suijden ende noorden gelegen is Handrick Handricxsse Molder, groot int geheel ontrendt drie hondt bij haer comparanten publijck volgens coopcedulle, aenden voornoemde van Tilborgh, naer drij publijcke coopdaghen vercocht, brieven van Cessie ende opdrachte te verleenen, waerschap te beloven ende veerders de cooppenninghe te ontfanghen, ende quitantie vande ontfanck te geven, deselve pen-ninghe te onaploijeren tot betalinghe vande aengebeachte schulden, ende verdere costen ende lasten des selffts boedel daer reeckeninge tegens Antonij Glaviman, Secretaris van Cappel te doen ende passeren, die door de comparanten wert geauthorseerd ende mede gecommitteert bok desen, omme deselven ten overstaen van Schout ende Gerechte alhier te Hooren, ende inder comparantes naem te sluijten de overi-ge penninge, aen haer comparanten volgens de rechten van Zuijt Hollant te distribueren, gevende sij Comparanten den voornoemde Antoni Timmers ende Antoni Glaviman geconstitueerdens mede macht omme de overige erffgoederen der naerlatenschap van Peeter Cornelisse Otterdijck ende Anneken Pee-ters de Haen voor Schout ende Gerechten alhier te erffdeelen, ende ider stock sijn portie offte erffdeel te adsugueren, off aen wijsen ende meer alles te doen, wes sij comparanten selffts presente, soude connen offte mogen doen, belovende allen ’t selve altijt van waerden te sullen houden, ende doen houden nu ende ’t allen dagen onders verbant als naer rechten. Aldus gedaen ende gepasseert ter presentie ende overstaen van Adriaen Timmers Schout, van Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep ende Cornelis van-den Hoeck Heemraden, die de minute deses nenens den voorsr: comparanten ende mijn Secretaris heb-ben onderteeckent. Actum desen 6e December 1688.

                                                                                                                            Collate concordat
                                                                                                                Anth: Glavimanss Secrts
                                                                                                                                 1688

Hier van den brieff uijtgemaeckt op een zegel van I gld. IIII st.

Dat voor ons gecomen ende gecompareert is Anthoni Timmers Schout vande Vrijhoeven, als last ende procuratie hebbende van Peeter Peeters Otterdijck, Jan Christ in Huwejijk hebbende Ghijsbertie Peeters Otterdijck, Cornelia Peeters Otterdijck, wed: wijlen Willem Faessen van Bavel, Willem Stoffers van Bavel in Huwelijck hebbende Adriaentie Peeters Otterdijck, Matthijs Janssen van Riel, in qualiteijt als voocht der minderjaruge weeskinderen za: Mariken Peeters Otterdijck, verweckt bij za: Bastiaen Adriaenssen Vos, Leentie Peeters Otterdijck, Hendrick de Roij als cooper, actie ende transport hebbende van Wouter Pee-ters Otterdijck, Jan Sebrechts van Hardinghxvelt, in qualiteijt als voocht der minderjarige kinderen van za: Hendrick Peeters Otterdijck, Hendrick van Mammeren in Huwelijck hebbende Anneken Peeters Otterdijck, dien allen intervenierende waren voor de kinderen za: Francois de Cock, verweckt aen Lijsbet Peeters Otterdijck, alle gesamentlijcke kinderen ende kintskinderen en erffgenamen van

Folio 58r

Peeter Cornelis Otterdijck ende Anneken Peeters de Haen, wegens deselve ptocutatie gepasseert voor Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel alhier, in dato den 6e December 1688ons alhier ge-bleecken ende geregistreert, ende daff indier qualiteijt wettelijck over met een vrije gifte, soo gewoon ende techt is, aen ende ten behoev van Niclaes van Tilborgh, seeckere geseet mettet ’t huijs schuer ende geboomte daerop staende, gelegen alhier op de Niruvaert, waer van Zuijden ende noorden gelegen is Handrick Molders, groot ontrent int geheel drij honr, streckende van halver Nieuvaert tot de Queckel, met alle schouwe, watergangen, wegen, stegen, ende gebuerelijcke techten, met recht daer tor behootende, ende belooffde hij comparanten in qualiteijt voorsr:, ’t selve getransporteerde te vrijen ende waren, mits-gaders allen voorcommer affte doen, ende aentael daerop is, tot desen dagen toe. Actum dese 18e De-cember 1688, in presentie van Adriaen Timmers Schout, Johan, Michiel Jansse Backer, Heemraden.

Partijen verclaren voor recht de cooppenninge te wesen de somme van ses hondert guldens, in twee paij-en, de eene helfft gereet, ende dander helfft over een jaer. Den vooenoemde comparant bekent van eer-sten paij ten volle voldaen ende betaelt te sijn. Actum dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1688 Micgiel Jansen Backers

Compareerde voor ons Schoudt ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, Antoni Timmers Schout van de Vrijhoeve, ende Antoni Glaviman Secretaris van Cappel, bijde als last hebbende vande voorsr: kin-deren ende kintskinderen van za: Peeter Cornelis Otterdijck, ende Anneken Peeters de Haen, volgens procuratie hiet vooren getegistreert te hebben, gedeelt de overige erffgoederen naer gelaten, bij de voorsr: Peeter Cornelisse Otterdijck, ende Anneke Peeters de Haen, ende is deelinghe als hier naer van post tot post volgende.

Eersteleijck soo sijn de kinderen van Peeter Peeters Otterdijck, ende Hendrick van Mammeren in Huwe-lijck hebbende Anneken Peeters Otterdijck samen bevallen op een binnen dijcxsse delle, geleghen ten westen vande Nieuvaert, waer van noorde ghelegen is, Cornelis Geritssen Smits, zuijden ………………………………, streckende voor van ter halver Nieuvaert voorsr: aff, westwaerts op tot den Queeckel toe, dat voor twee staecke ofte loote.

Folio 58v

Item daertegens soo sijn Hendrick de Roij, als actie ende transport hebbende van Wouter Peeters Otter-dijck, ende de kinderen van Francois Cock, gevalle te deel op eene acker, gelegen ten weste vande Nieu-vaertm waer van gelegen is noorde Dirck Wouterssen Smits, Zuijden Govert Gijsberts Cleijtenaer, strec-kende voor van ter halver Nieuvaert voorsr: aff, westwaerts op tot den Queeckel toe, mits dat dit lodt aende ondergeschreven Lodt offte vier stocken moet uijtkeeren een somme van veertigh car: gulde.

Item daer tegens soo sijn de kunderen van Ghijsbert Peeter Otterdijck ende het kindt van Jan Christ, in Huwelijck hebbende de voornoemde Ghijsbertie Otterdijck, Jan van Hardinxvelt in qualiteijt als voocht der minderjarige kinderen van za: Handrick Peeters Otterdijck, verweckt bij Elisabet Sebrechts van Hardinx-velt, de kinderen wijlen Willem Faessen van Bavel, verweckt aen Cornelia Peeters Otterdijck, mitsgaders de kinderen van Leentie Peeters Otterdijck, samen gelodt ende bedeelt op eenen acker offte saijlants, groot ontrent …….. hont, waervan gelegen is noorden Govert Cluijtenaer, Zuijden Jurij Colthoff, strecken-de als vooren, mits dat dese vier stocke offte portie moeten genieten ende profiteren vant voorschreven twee stocke een somme van veertigh car: gulde, wesende ider stock tien gulde, waervan hij voor ider ons contigent, vande voornoemde de Roij ende de kinderen de Cock, bekenne ten volle voldoen, ende be-taelt te sijn volgens vier districte quitantie bij haer tot dien eijnde verleent, ende hier naer geregistreert.

Item daertegens soo is Willem Stoffels van Bavel in Huijwelijck hebbende Adriaentie Peeter Otterdijck bevallen op eene dries gecomen za: Ariaen Geldens, gelegen ten westen vande Nieuvaert, waer van noorden gelege is Adriaen Jacobssen Paens, suijden Peeter Jansse van Gorcum, streckende voor van ter halver Nieuvaert voorsr: aff, westwaerts op tot de voornoemde Queckel toe, met alnoch op de gton-de, onder Loon gelegen, ende dat voor een staeck, ofte tiende paert.

Iten daertegens soo is Matthijs Jansse van Riel

Folio 59r

in qualiteijt als voocht der minderjarige weeskinderenvan za: Mariken Peeters Otterdijck, verweckr bij wij-len Bastiaen Adriaenssen Vos, bedeelt op een partije zaijlants, gelegen op de Hooghevaert, waer van noorden belent is ………………………………., zuijden de wed: Handrick Handrixsse Back, streckende voor van ter halver Hoogevaert voornoempt aff, weestwaerts op tot het Heijke , alsoo genoempt toe.

Item alnoch soo is deselve in sijne voorsr: qualiteijt bedeelt op een drieske, gelegen ten oosten vande Nieuvaert, waer van belent is noorden Mighiel Denis de Haen, zuijde een stege, streckende voor van ter halver Nieuvaert voorsr: aff, oostwaerts op tot de erve de kinderen za: Jan Wouters toe.

Item alnoch op een gerechte seste paert van twee mergen moer gronden gelegen onder Cappel, geseem ende onverdeelt met Peeter Otterdijck ende Dircxke Willems, waer van gelegen is oost de erffgename za: Teunis Janssen Duijser, west de kinderen za: Melis Janssen, streckende voor vande erve van Arien Jans-sen Hoevenaer aff, suijtwaerts op soo verre ’t selve met recht streckende is.

Item met noch een parceeltie moergronden gelegen inden Eijndenest, gemeen ende onverdeelt met de kinderen za: Jan Wouters.

Item alnoch soo is den selven van Riel in sijne voorsr: qualiteijt bedeelt op een cleijn partijcke gronde, genaempt de Cleijne Kouwen onder Cappel gelegen, gemeijn ende onverdeelt met de kijnderen ende erffgenamen za: Bastiaen Peeter Corsten, belent noorden en suijden Elandt van Nieuwenhuijse cum suis, streckende vande halver Nieuvaert aff, westwaerts op tot de Queeckel toe.

Aldus dese voorsr: vertijdinghe, schifftinge, ende deelinghe gedaen ende gepasseert ter presentie, ende overstaen van de onder geteecken Schout ende Heemraden. Actum desen 18 December 1688.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1688 Micgiel Jansen Backer
Cornelis van den Houck
Jan Goeijaertssen Ghijben

Folio 59v

Reeckeninghe bewijs en reliqua die doende is, Anthonij Timmers ende Anthonij Glaviman Secretaris, als geauthoriseert geweest tot den ontfanck der cooppenningen vant geseet, bij Niclaes van Tilborgh vande gelijcke erffgenamen Peeter Cornelis Otterdijck, ende dat over sulcx, wegens deselve cooppenninghe ende uijtgaeff daer van gedaen.

                                                                 Ontfanck

Ontfanghen door handen vande voornoemde Niclaes van Tilborgh den eersten ende lesten paij der cooppenninge samen. Fl 600-0-0
Item de cooppenninghe vant erffhuijs ende vercochte meuble beloopen. Fl 113-0-0
—————–
Somma Fl 713-0-0

                                                                 Uijt geefft

Aende Borgemeesters van Schrevelduijn, 1687, verpondinghe. Fl 17-14-6
Aende Borgemeesters, 1688, verpondinghe. Fl 15-12-8
Aen Govert vander Punten cum suis, collectave vande Eijndenest van een omslagh,
d anno 1679 bij gat. Fl 37-13-0
Aen Niclaes van Tilborgh ende Antonij van Campen, Borgemeesters d ano 1679, verpondinghe. Fl 5-15-0
Aende Borgemeesters d ano 1685, verpondinghe. Fl 23-2-6
Aende Heer Schuijffke Brouwer tot Geertruijdenbergh, over leverantie van bieren. Fl 5-16-0
Item aen Anthonij Heijblom, brouwer tot Geertruijdendergh, ter saecke voorsr: Fl 17-8-0
Aen Christoffel Molegraeff ter saecke voorsr: Fl 24-16-8

Folio 60r

Aen Francois Gruijters Boisters indie hant dat Geertruijdenbergh ter saecke voorsr:
Aen Migiel Denis de Haen over arbeijts loon. Fl 3-11-0
Aende Borgemeesters 1680 voorschreve. Fl 0-7-8
Aen Handrick Peeters Timmers. Fl 0-15-0
Aende Borgemeesters 1686. Fl 7-17-14
Aende weduwe Leendert van Pelt, winckel waer. Fl 3-0-0
Aen Hendrick van Gils, over pachten van Landt. Fl 13-0-0
Aen Peeter Dolck voort weijen van een beestie. Fl 2-0-0
Cornelis van Tilbeurgh over leverantie van bieren ende accoort. Fl 9-14-0
Aen Elandt van Nieuwenhuijse over leverantie van winckelwaer, tot de begraeffenis vande wedue Peeter Otterdijck. Fl 3-3-0
Jan Elen ter saecke voorsr: voorsr: Fl 2-5-0
Aen Govert Ghijsbertssen Cleijtenaer. Fl 1-17-8
Aende Borgemeesters 1684, over verpondinge. Fl 18-5-12
Aende Borgemeester 1678 rest verpondinghe. Fl 8-0-0
Bij de erffgename geaccordeert aen Dirck van Pelt, voor intrest vande resterende paij tot 300 gld., bij avancie geschooten te hebben, te baralen. Fl 21-0-0
Betaelt aen Schout en Scheepenen voor gemeene salarissen, geleden op maken vanden inventa-ris, erffhuijs presteren der procuratie ende eenighe vacatien voor den Schout, breerder bij speci-ficatie. Fl 25-9-0

Folio 60v

Aen den Schout voor verteeringhe bij de gelijcke erffgenamen, in diversse rijse opmaken van-de inventaris accoorde submissien ende acconimodatie, erffhuijs respe: coopdaghen ende verders stichten deses boedels gedaen. Fl 78-7-0
Aenden Secrts: ende Notaris Timmers voort Schrijven ende passeren van een Testament, als-mede copie met eenige pra besongieus. Fl 9-14-0
Aenden selven voor diversse vacatie, gehadt in het accorderen, vercoopen, compromit- teren, giffte ende deelen deses boedels bij procuratie. Fl 11-4-0
Aenden Secrts: van Cappel, verteeringe, salierisse ende voorschodt nolgens schult- boeck. Fl 41-9-0
De helfft vande oncoste gevalle op de gifte, soo van 40e penninck, leges ende anders, wegens geseet volgens conditie, vermits de meninghvuldigheijt alle gecomen op 10 stocken. Fl 33-10-0
Betaelt aen salaris, ledes, ende rechts costen, gevalle op de erffdeelinghe van Schout, Ge-rechten ende Secrts: boode. Fl 23-2-0
Betaelt tot zegel van dese. Fl 2-15-0
Schrijven deses vanden Srs: te Cappel. Fl 2-2-0
Den Schout hooren, ende besongies deses. Fl 1-10-0
Heemraden ten desen. Fl 1-4-0
Antonij Emmers sijne besr: hier over geleden ende gehadt. Fl 3-12-0
Jan de Jongh. Fl 1-1-0
Den Srs: van Cappel voor een procuratie Collect vande rendanten geremitteert regie. Fl 1-16-0
Aen Jan Christ, solder hier vant cora deses boedels verschooten. Fl 0-10-0
Aenden Srs: van Sprangh voor oncoste bij hem te hebben, voort aen teeckenen der quitantie op de oude reeckeninghe. Fl 1-16-0
Aen verteertheijt op dese Reeckeninghe bij Schout, Gerechte ende erffge gedaen. Fl 7-10-0

Folio 61r

De uijtgeefft bedraeght ter somme van vier hindert twee en t’negentigh gulden negentien stuijvers, affgetrocken vanden ontfanck woort bevonden, alhier te gelden te blijven ten behoeven vande gelijcke erffgenamen, de somme van twee honderet twintigh gulden eene stuijver.

                                                                            Dico                                                   Fl 220-1-0
                                                                            Noch verteert                                       Fl 10-1-0
                                                                                                                                      --------------
                                                                            Blijft                                                   Fl 210-0-0

Compr ider stock uijt dese reeckening XXI gulden.

Aldus gereeckent, gehoort, ende geslooten, desen 23e December 1688 ten overstaen van Schout ende Gerechte van Cappel, ende de ondergeteeckende Erffgenaamen, ende was geteeckent Peeter Peeters Otterdijck, dit handmerck X van Jan Christ, Hendrick van Mammeren.

                                                                 Copijen quitantien.

Ontfangen bij mijn Dirck van Pelt, door handen vande geauthoriseerde vande erffgenamen van Peeter Cornelissen Otterdijck, de somme van eenentwintigh gulde, in betalinge vant contigent de kinderen off boedel van Willem Faessen van Bavel, competerende in slodt der reeckeninghe bij den Secrts. van Sprangh ende Cappel, gedaen op huijden wegens den boedel van Peeter Cornelissen Otterdijck voorsr:, als mede ontfangen tien gulden, die de kinderen van Cock ende Hendrick de Roij, moeten bij deelinghe des voorsr: boedels moeten uijtteijcken, ende dit om aen Schout ende Gerechten van Vrijhoeven off de crediteurs van den boedel van Willem Faessen, voer te leveren off verantwoorden, toirconden geteec-kent, 23e December 1688, ende was geteeckent.

                                                                                                                                 Dirck van Pelt

Ontfangen bij mijn Jan Christ, als in huwelijck hebbende Gijsbertie Peeters Otterdijck door handen voorsr:, de somme van eenendartigh gulden, te weten eenentwintigh gulde, in voldoeninge vant sloth der

Folio 61v

ter voorsr: reeckeninghe, ende tien gulde die de voorsr: Cock ende de Roij op den acker bij deelinghe moeten uijtrijcken, dat van haer contigent vant slodt aff gaet, t’oirconde geteeckent dato voorsr:, ende was geteeckent, dit merck X heeft Jan Christ selffts gestelt, verclaert niet te connen schrijven

Ontfangen bij mij Peeter Peeters Otterdijck ter somme van eenende twintigh gulde, in betalinghe van con-tigent mij competerende, in slodt der reeckeninge des voorsr: boedels ,op huijden voorsr: gedaen toir-conde, geteeckent dato voorsr:, ende was geteeckent Peeter Otterdijck.

Ontfangen bij Cornelis Gabriels Cool als in Huwelijck hebbende Leentie Peeters Otterdijck door handen voorsr:, de somme van wwnen daetigh gulde, te weten eenentwintigh gulde, in voldoeninge vant slodt der voorsr: reeckeninghe, ende tien gulde, die de kinderen van Cock ende de Roij op den acker bij deelinghe moeten uijtreijcken, ende dat van haer contigent, uijt slodt addgaet, des toirconden geteeckent, actum desen 27e December1688. Aldus geteeckent. Dit merck X stelt Cornelis Gabriels Cool, verclaert niet te conne schrijven. Dit merck X stelt Leentie Peeters Otterdijk, verclaere niet teconne schrijve.

Ontfangen bij Johan Knaep als last hebbende van Jan Sebrechts van Hardincxvelt, ter somme van eenendartigh gulde te weten, te weten eenentwintigh gulde, in voldoeninghe van slodt der teeckeninghe ende tien gulde, die de kinderen van Cock ende de Roij op den acker bij deelinge moeten uijtreijcken, ende dat voor haer contigent, dar van slodt mede aff gaet. Actum desen 28e December 1688, ende was geteeckent, Johan Knaep.

Ontfangen bij Willem van Bavel in Huwelijck hebbende Adriaentgen Peeters Otterdijck, uijt handen vande voorsr: geauthoriseerdens, ter somma van eenentwintigh gulde, ende dat in voldoeninghe vant gene hen comperant slot vande Reeckeninghe ovrt mede slodt voor haer contigent betaelt is. Actum dese lesten December 1688, ende was geteeckent Willem Stoffels van Bavel..

Ontfangen bij mijn Hendrick van Mammerden in Huwelijck hebbende Anneken Peeters Otterdijck, uijt han-den vande voorsr: geautoriseerders, de somme van eenentwintigh gulde, ende dat in voldoeninghe vant ’t gene hen compt uijt slodt van dese reeckeninge, waer mede ’t slodt van dien voor mijn contigent betaelt is. Actum dese derden Januarij 1689, ende was getekend.

Folio 62r

Ontfanghen bij mijn ondergesr: Matthijs Janssen van Riel, als voocht der minderjarige weeskinderen van za: Bastiaen Adriaenssen Vos, uijt handen vande geauthoriseerdens vanden voornoemde boedel za: An-neken Peeters de Haan, ter somme van eenenteintigh gulde, in voldoeninge voor sijn contingent dat hen compt uijt slodt vande voorsr: reeckeninghe. Actum dese 5e Januarij 1689, ende was geteeckent Matthijs Janssen van Riel.

Folio 62v

Den brieff affgemaeckt op een zegel van I gld IIII st.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, Hendrick Peeters Timmers, Govert Peeters Timmers, Gerit Peeters Timmers, alle als kinderen ende Erffgenamen Za: Peeter Handricxse Timmers ende Walburgh Goverts, ende hebben samen overgegeven, met eender giffte soo gewoon ende recht is aen ende ten behoeff van Jan Dingemans Decker, specialijck een woonincxke erve ende geboomte daer op gestaen ende ghelegen ten westen vande Nieuvaert, waer van belent is west Jacob Kivirs, oost Nanningh de Zeeuw, streckende voor uijt den noorden, noorden vande Herstraet aff, Zuijtwaerts rot de erve vande wed: Aert Jan Migielsse toe, ende dat in conformitie soo ende gelijck bijde voornoemde Walburgh Goverts, des comparanten moeder za:, van za: Huijbert Zeijlmans, als in huwelijck hebbende gehadt Leendertie Dircx van Nederveen, volgens transport voor Schout ende Gerechte van Cappel, gepasseert van dato den 26e Januarij 1678, ende verders soo ende ghelijck bijde voorsr: Wal-burgh Coverts in haer leven gebruijckt is geweest, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen ende na-bueren rechten, met recht daertoe behoorende, ende dat met eene vrijen wegh door de Huijsinghe vande voornoemde de Zeeuw, wegens contract daer van sijnde, voorders soo gelovende de voorst: comparan-ten, t’selve vercochte te vrijen ende te waren naer den rechten vande Landen, ende alle commer ende beswaernisse aff te doen tot desen daeghen toe. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, ende Migiel Janssen Backer Heemraden. Actum desen 3e Februarij 1689.

Partijen verclaren voor recht den coop gereet ende contant gelt te wesen, ter somme van een hondert vijfftien car: gulde, waer van de voornoemde vercoopers bekennen ten volle voldaen ende betaelt te sijn, ergo gecasseert , present dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1689 Micgiel Jansen Backer
Cornelis vanden Houck

Hiervan den brieff uijtgemaeckt op een zegel van.

Ten voorschreven daghen, soo heeft Jan Dingemans Decker, overgegeven met eender veijer giffte soo trchr ende gewoon is, aen ende ten behoeff van Migiel Jansen Backer sijne oome, specialijck een buijten dijcxsse delle, gelegen binnen Cappel, ten oosten vande Nieuvaert, groot ontrent drij hont, waervan be-lent is weest de wed. ende kinderen za: Arien Janssen Potmaker oost, Gerit Janssen suijden, streckende voor vande rtve van Elant Adrianssen Oirlmans aff, noortwaerts op tot den ambachte vande Zuijdewijn toe, ende dat met alle wegen, sregen, schouwen, ende nabueren rechten, met recht daeruijt gaende, ge-looft den voornoemde comparant ’t selve te vrijen ende te waren naer den rechte vande Landen, ende alle collangie ende beswarenisse aff te doen tot desen dagen toe, ende dat met den vrijen wegh als van outs over de erve van …. Gerit de Snijder, present dagh datum ut supra.

Paetijen verclaren voor recht den coop gereet en contant te wesen ter somme van een hondert vijfftigh gulden, ende bekennen daervan ten volle voldaen ende betaelt te sijn, ergo gecasseert, dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1689 Cornelis van den Houck

Folio 63r

Hiervan den brieff opgemaeckr op een zegel van I gulden IIII st.

Dat voor ons gecompareert is de Hr: Antonij Timmers, Schout vande Vrijhoeven als curateur vande boe-del ende goederen naer gelaten bij za: Willem Faessen van Bavel als derselver Huijsvr:. bijde overleden inde Vrijhoeven Cappel voornoempt, ende heeft indier qualiteijt gecedeert, getransporteert soo als recht, ende behoordelijck is aen ende tot behoeff van Jan Christ, specialijck het gerechte vierde paert van eene acker, met houtwasch ende geboomte daerop sraende, gestaen ende gelegen ten westen vande Nieu-vaert, groot ontrent int geheel ses hont, gemeijn ende over verdeelt met des coopers vrouwe voorsoon, ende sijne kinderen, met de kinderen za: Hendrick Peeters Otterdijck cum suis, waer van vant geheel ge-legen is Zuijde Jurije Colthoff, noorden Govert Cleijtenaer, streckende voor van ter halver Nieuvaert voorsr: aff, westwaerts op tot den Queckel toe, ende dat soo ende gelijck za: de voorsr: Willem Faessen van Bavel ende Cornelia Peeters Otterdijck, derselver huijsvrouwe voorsr: bij deelinge van Peeter Cornelis Otterdijck ende Anneken Peeters de Haen, derselver vader ende moeder resp. naergelaten is, ende dat met alle wegen, stegen, schouwe, ende nabueren rechten, met recht daeruijt gaende, wijders soo gelooft den voorsr: comparant in sijne qualiteijt ’t selve te vrijen ende te waren naer den techten vande Landen, ende alle Calangie ende vootcommer aff te dorn tot desen daghen toe. Corum Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep ende Jan Goverts Gijben Heemraden, actum desen 25e Januarij 1689.

Partijen verclaren voor recht den coop gereet ende contant gelt te wesen ter somme van een hondert acht car: gulden, waervan den voorsr: comparant bekent voldaen te sijn. Actum dese dato ut supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1689 Jan Goeijaertssen Ghijben

                                                                 Wilcor.

Hiervan uijtgemaeckt op een behoorlijcke zegel den brieff.

Compareerde voor Schout ende Heemraden voornoempt, Jan Christ woonende alhier, rmde bekenden wel ende deughdelijck schuldigh te wesen aen ende ten behoeve van Dirck van Pelt, schepenen in Vrijhoe-ven, de somme van een hondert achtien gulden tot rwintigh stuijvers Hollants stuck, spruitende ter saecke van deughdelijck verstreckte ende aengetelde penningen, bij hem Christ geimploijeert tot betalinge vant vierde paert inden acker op huijden bij den curateur vanden boedel vanWillem Faessen aen hem getrans-porteert, beloovende derhalven hij comparant de voorsr: somme van hondert achtien gulde te Restitueere ende voldoen te wesen den 1e Meij 1689 vijfftigh gulden,

Folio 63v

ende de Resterende acht en sestigh gulde prima Maij 1690 precies, daer voor specialijck verbindende sijn, ende sijner kinderen gerechte twee onbedeelde vierde paerten in eenen acker gelegen op de Nieu-vaert onder Cappel, gemeen met de kinderen van zaliger Handrick Peeters Otterdijck cum suis, beleent noorden Govert Cluijtenaer, suijden Jurij Colthoff, streckende voor van ter halver Nieuvaert aff, west-waerts op tot den Queeckel toe, als uijt den hooffde van Peeter Cornelissen Otterdijck ende bij coop als vooren hen compiteert, aengecomen ende tot meerder secutiteijt, dat den voornoemde crediteur vrij sal staen in cas van precisse voldoeninghe, sonder eenigh vigeur van proces gebruijck vanden halven acker te aenverden, gebruijcken, verhueren, ende de huerpenningen voor sijne intresten van het voorsr: caple off onbetaelde paij tegens den erffelijck, gevende hij comparant aen den voornoemde van Pelt onweder respectivelijck ende volcomen maght om den voorsr: halven acker te mogen vercoopen, ende aen den cooper te transporteren tot becominghe van zijn Crediteuts voorsr: capitael off paijen. Actum dach datum ut surpta.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1689 Jan Goeijaertssen Ghijben

De hondert en achtien gl. hier boven in dese obligatie gementionelt, bekent Dirck van Pelt ten volle vol-daen en betaelt te wesen door hande van Jan Crist ergo gecasseert, desen 3e 8ber 1693.

Folio 64r

                                                                 Waterbrieff

Compareerde voor ons Schout ende Heemraders der Ambachts Heerlijckheijt van Schrevelduijn Cappel, Govert Peeterssen Timmers woonende alhier, denwelcke verclaren ende bekennen bij desen wel ende deughdelijck schuldigh re wesen aen ende tot behoeff van Anthonij Andriessen van der Nadt, ter somme van elff Hondert vijffrigh car: gulde, den gulde gereeckent ad: XX stuijvers stuck Hollants, spruijtende ter saecke ende overcoop, een damschuijt met anckers, touwen, zeijlen, ende ’t gene daer aen verders de-pendeert, ende speecterende sijn, onder de conditie dat vande voorsr: twee hondert guldens vande voorsr: somme sal betaelt werden aende voornoemde vander Nadt, gereet ende contant ende de reste-rende negen Hondert vijfftigh gulde, te betalen alle jaren hondert gulde precies, tot de effectuele voldoe-ninghe toe, te weten eerst aen Dirck Jacobs den Dooven, Scheepstimmerman, woonende tot Dordrecht, hebbende eene bijlbrieff op de voorsr: schuijt ter somme noch van acht Hondert vijff en tachtentigh gul-de, de welcke eerst, op den voorsr: termijnen aende voornoemde Dirck Jacobs moeten werden betaelt, ende de resterende drie hondert vijff en sestigh gulden aen den voornoemden vander Nat, op de voorsr: termijnen van hondert gulde sjaers tot de effectiele voldoeninghe toe, ende offt geviele dar den voor-noemde Comparant, opten voorsr: termijndagh niet en quam te betalen beloofft daer van intrest te beta-len tegens vier gulde ten hondert int jaer tot de voldoeninghe toe, daer voor binderde den voorsr: compa-rant sijne voorsr: gecochte damschuijt soo het vaert ende zeijlt, ende voorts alle sijne verdere soo roe-rende als onroerende, hebbende ende vercrijgende, omme bij fonte vab quade betalinge dier aen te ver-halen ende tot meerder securiteijt, soo compareerde Hendrick ende Jan Peeters Commers, gebroeders haer voor de voldoeninghe te constitueeren als borghe, een voot al ende alsmede schuldenaers onder de renimchiertien vande Benefitien Ordinus Dwisionis et Executionis, verclaren den voorst :borgen de effecte van dien wel te verstaen ende daer van volcomentlijck te sijn onder recht, ende dat alles onder vrijwillige condemnatie vanden Hove ende Hooge Vierschaer van Zuijthollandt, offte dese Ed: Gerechten daer toe onwederroepelijck constituerende, ende machtigh makende de persoonen van Adriaen van Hagoort, ende Pieter van Son, beijde als procureurs, vooe de op gemelte Hoven, den selve omme de voorsr: vrijwillighe coordenatie

Folio 64v

te versoecken, ende den anderen daer inne te consenteren, verclaert den voorsr: comparanr sijne voorsr: borgen, sij int geheel offte ider voor heeft te indemneren costeloos ende schadeloos te houden, ende dat ondert gelijck verbant als boven. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden. Actum desen 28e Januarij 1689.

Opten dato voorsr: soo bekenne Antonij vander Nat, vande voorsr: rwee Hondert gulde conrante pen-ninghen door Handen vande voorsr: Govert Peetersen Timmers comparant, ten volle voldaen ende betaelt te sijn.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1689 Cornelis vanden Houck

                                                                 Copije

Ick ondergeschreven bekenne ontfangen te hebben uijt hande van de huijsvrouw van Govert Timmers de somme van hondert gulden, op den 5e Meij 1690, ende dat over de paeijen van schuijt die hij gekoght heeft van Anthonij vander Nat, en was onderteeckent bij mij Dijrck Jacobsen.
Hier op ontfangen hondert gulden opden 6e Junij 1691.

Dat dese met ..de geteeckende quitantie is accorderende, verclaere ik als Sris desen 3e Januarij 1692.

                                                                                                                           H: vander Hoeven
                                                                                                                                     1692

Op den 8e December 1696 soo bekent Hendrick Prs: Timmers van alle de paijen die ten achteren staen, te weten 1696,1697, 1698 en 1699 ter somme van 350 gld, voldaen te wesen door handen vande vooghde van de kinderen van Govert Prs: Timmers, ergo gecasseert.

                                                                                                                          Hendrick Timmers

Compareerde ten voorschreven dagen Anthonij vander Nat, de welcke dese quitantie voorsr: accepteert, ende consenteert inde cassatie.

Ick ondergesr: bekenne ontfangen uijt hande van Govert Timmere, de twee hondert gl van 1692 en 1693, ende dat vande schuijt die hij van Anthonij vander Nath voort opden 3e Mert 1693. Onder stont: bij mij Dirck Janse.

Dat dese met de geteeckende quitantie is accorderende verclare ick Secretaris desen 5e Julij 1693.

                                                                                                                           H: vander Hoeven
                                                                                                                                     1693

Opden 28e December 1694 gebleken de ……………. quitantie van hondert gld, getekent bij Dirk Jacobs, in afflossinge vande voorstaande termijnen, datum ut supra.

Opden 24e September 1695, soo bekenne Dirck Jacobsen ontfangen te hebben van Dirck Timmers, de somme van vijffen twintigh gulden, volgens quitantie opden beijlbrieff, en gegeven aen Hendrick Prs. Timmers, op affcortinge van coop van dese schuijt met vijfftien gulden, beloopt alsoo t’samen 100 gld., off eenen paeij.

Losse briefjes behorende bij bovenstaande akte, deze liggen bij Folio 64v/65r.

Briefje 1.
Ick ondergeschreven bekenne ontfange te hebben ut hande van de huijsvrouw van Govert Timmers de somme van hondert gulde op den 5 Meij 1690, ende dat over de paeije van schuijt dije hij gekost heeft van Antonij van der Nat.

                                                                                                                    Bij mij Dijrck Jacobse

Hijer op ontfange hondert gulde op den 6 Junij 1691.

Briefje 2.
IJck ondergeschreven bekenne ontfange ut hande van Govert Timmers de twee hondert gulde ontvange van 1692 ende 1693, ende dat van de schuijt dijen hij van Antonij van der Nat wert, op den 13 Maert 1693.

                                                                                                                    Bij mij Dijrck Jacobse

Briefje 3.

Ontfange van Govert Tijmmer op rekening van de schuijt van Antonij van der Nat, somma van hondert gulde.

                                                                                                                    Bij mij Dijrck Jacobse

Folio 65r

Compareerde voor Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genomineert, Jacob Jansen Mouthaan, getrout hebbende Francijntie Abramsse van Ammelroij, Maria van Ammelroij, geassis-teert met Jan Govert Gijben heemraat alhier, Rombout France van Ammeltoij, ende Ghijsbert de Ruijter als voochden ende toesienders van Dinghena ende Frans Abramsse van Ammelroij, verweckt alle als kin-deren ende erffgenamen vande voorsr: Abram France van Ammelroij za: den welcke verclaren, met minne ende vant schatten, d’anderen te hebben verstaen, geaccoort, ende gecontracteert, op de manieren als hiernaer volgende is.
Ierstens soo heeft Jacob Janssen Mouthaen, nomine uxoris, voor sijne voorsr: erffportie eens ter somme van twee hondert seven gulde tien stuijvers, voort ’t gene den selve uijt den voorsr: boedel bestaende in twee distuicte obligaties heeft geprofiteert uijt den voornoemde boedel, mits dat den voorsr: Jacob Jansse Mouthaen, van Maria ende Dinghena France van Ammelroij moet uijtkeeren een somme van dar-tigh gulden, te betalen te Bamis comende 1689, ende dat sonder intrest. Item is den voornoemde Jacob Jansse Mouthaen nomine uxoris, mede bedeelt op het gerechte derdepaert in een acker, gelegen onder Loon, gemeen ende onbedeelt met de voorsr: Marike ende Dinghena van Ammelroij, waer van van’t ghe-heel gelegen is oost Willem Geldens Stege, west Wouter Driesse Smits, ende Arien Cornelis Leempoel, streckende uijt den noorden vande erve Handrick Peeters Oirlemans, zuijtwaerts op tot de Rechtvaert toe, ende dat met de serintuijte, als van outs daer op staende.
Item daer tegens soo heeft Mari ende Dinghena Abrams van Ammelroij gesusters, in eijndom, soo voor haere vaderlijcke ende moederlijcke erffportie, een huijsinghe met het zaijlant daer aen gelegen, gelegen ten zuijde vande Nieuwstraet, beleent oost de stege, west Govert Janssen Cleijtenaer, streckende voor ter halver Nieuwstraet aff, zuijtwaerts op tot de Loonse erve toe, alsmede op den imboedel, soo van bed bult kisten kasten linde ende wollen, haeff, rogh, boeckwijt, haver en gort, als verder koren, volgens staet ende inventaris daer van gemaeckt, uijtgenomen de kleerderen ende Hemden etc., die ten lijve vande voornoemde Abram van Ammelroij za:, der selver vader sijn geweest.
Item sijn noch de voorsr: twee dochters bedeelt op twee derdepaerten vanden acker onder Loon voor-noempt ghelegen, grmeen met den voorsr: Jacob Jansse Mouthaen nomine uxoris, haeren swager, strec-kende als vooren, onder de conditie dat den voorsr: Jacob Jansen Mouthaen aende voorsr: twee kin-deren moet uijtkeeren een somme van dartigh car: gulde, te betalen Bamis eerst comende 1689, daer voor soo verclaert den voorsr: Jacob Janssen Mouthaen, voor de betalinge te verbinden sijne persoon, ende voorts generalijck alle sijne verdre roerende ende onroerende goederen, hebbende ende vercrijgen-de, omme bij fonte van quade betalinghe daer aen te mogen verhalen.

In kantlijn staat: Ick ondergeschreven Peter Dirxsen Smits, in houwelijck hebbende Maria van Ammelroij, en een briefje van Cornelis Janse Beijnen in houwelijck hebbende Dingena van Ammelroij, bekennen van-de dartig gld. in dese contract vermelt, voldaen en betaalt te sijn door hande van Jacob Mouthaan, desen 9e Februarij 1702.

                                                                                                                   Peeter Dierckse Smidts

Folio 65v

Item daertegens soo heefft Rombonis Francen van Ammelroij, in qualiteijt als voocht van het minderjarigh weeskint van za: den voorsr: Abram Francen van Ammelroij, verweckt buj za: …… …………………………… voor sijn vaderlijck erffportie, de Smisse, soo van out eijser, ende kolen, sleijp-steen, met allen de gereetschappen, tot de voorsr: Smisse specterende, sijn met een kiste, staende inde voorsr: Smisse, alsmede een kist staende inde keucken, tot bewaringhe sijner gereetschappe, onder conditie dat de voornoemde Frans Abramssen van Ammelroij weeskint voorsr:, als weduwnaer hij de musse comende, waer te nemen, sal maacken ten behoeve van sijne voorsr: twee susters, een hael son-der meer.

Item daer en boven, soo heeft den voorsr: voocht in sijne gemelte qualiteijt, noch voor sijn portie een somme van een Hondert ca gulden, welcke voorsr: somme, Mariken ende Dinghena Abramsen van Am-mel voorsr: aen den voorsr: voocht moet vuijtkeren, tegens intrest vijff cae gulde vant hondert int jaer, te reeckenen van nu aff tot volle betalinge toe, met die expressie dat de voorsr: Mariken ende Dingena van Ammelroij, de voorsr: somme vermogen op te seggen, en aff te leggen naer haer gelieven ende welgeval-len, mits intrest te betalen naer loop ende l…ts des tijts daer voor verbinde haere voorsr: geerffde por-tien, ende voors generalijck alle hare verdere goederen, soo roerende als onroerende, hebbende ende vercrijgende, gheen van gerefereert, omme buj foute van quade betalinghe daeraen te verhalen.

Item profiteert alnoch den voorsr: voocht in sijne voorsr: qualiteijt, boven de voorsr: Smisse van Jacob Jansse Mouthaen nomine uxoris, de somme van vijff en twintig gulde, daer voor verbindende den voor-noemde Mouthaen sijne wooning ende erve, gelege inde Nieustraet daer hij in ende opwoonende is, ende voort …….. omme bij foute van quade betalinghe daeraen te verhalen.

Ende behouden de voornoemde drie vootkinderen en alle die hiertoe gemaeckte eijserwercke, omme onder drijen te werden verdeelt.

Blijvende int gemeen alle de incomende ende uijtgaende schulde, streckende tot wel ende nadeel vande voorsr: boedel.

Item mede soo blijvende de moeren ende gronder onder Loon gelegen ten behoeve van Marike ende Dinghena van Ammelroij gesusters voorsr:

Aldus dese voorsr: deelinge ende vertightinge, gedaen in presentie ende overstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, en van Govert Gijben Heemraders. Actum desen XIIe Februarij 1689.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1689 Jan Goeijaertss Ghijben

Den intrest van dese 100 gl is voldaen tot Febr. 1700, volgens een brieffken op den 9e Mert 1704, soo bekende Frans van Ammelroij vande 100 gl. hem competerende, volgens quatantie voldaen te wesen, met den intrest tot data deses toe, door hande van Peter Dirxsen Smits, in houwelijck hebbende Maria van Ammelroij.

Opde 29e Junij 1705 compareerde Frans van Ammelroij, den welcke bekende van dese nevenstaande uijtrijcking tot 25 gl voldaen te wesen door Jacob Jans Mouthaen.

                                                                                                                      Frans van Ammelroij

Losse briefjes behorende bij bovenstaande akte

Briefje 1. (ligt bij Folio 64v/65r).
Cornelijs IJan Beijn beccenen voldaen te seijn van IJacop Mouthaen haen.

                                                                                                          Corneles IJanschen Beijnnen

Briefje 2. (ligt bij Folio 65v/66r).
Ick ondergeschteve Frans van Ammelroij bekenne van de intrest van hondert gul. voldan te sijn van ijder 1705.

Briefje 3. (ligt bij Folio 65v/66r).
Ick ondergeschreven bekenne ontfangen te hebben uijt handen van Peter Dirxse Smits mijn swager, de somme van een hondert gl. met den intrest, als denselven volgens deelinge aen mij moeste uijtrijke, ten conse…. ende dat dese ten registere gecasseert wort. Actum den 9e Mert 1704.

                                                                                                                    Frans van Ammelroije

Folio 66r

Alsoo seeckte clachte ende verschillen waren ontstaen tusschen de voochden der minderjarighe ende de meerderjarige kinderen van za: Abram France van Ammelroij, ter eenre Heijliger Cornelissen ende Maria Cornelisse, gebroeder ende gesuster, ter andere sijden, soo sijn door tusschenspreecken van goede mannen …. den anderen verstaen, verdragen, ende veraccordeert op de manieren als volght, te weten dat alle actien ende pretentie die sij comparanten over ende weder over geen op d’ander sussturen te heb-ben, soo van affgeloste penninghe, huren, chijnssen, gelooffde gelden, bij huwekijck voorwaerden, al andere schulde hoedanigh die genoempt soude mogen worde, die sij comparanten bij desen den andere sijn remitterende, ende volcomentlijck te desisteren, onder expresse excecutie, ende bedingh dat de voorsr: Maria Cornelis, bij Maria ende Dinghena van Ammel eerste comparanten voor den tijt van veertien eerst comende dagen, montcost ende huijsvestingh hebben sal, waermede alle de voorsr: hare questie ende verschillen, doot ende teniet sijn, onder verbant als naer rechten, aldus gedaen, geslooten, ende geaccort ten presentie ende overstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Cnaep ende Jan Govert Gij-ben Heemraders, actum dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Jan Goeijaertssen Ghijben
1689 Johan Cnaep

Compareerde voor Schout ende Heemraders van Schrevelduijn Cappel, Wouter Peeters Verheijden, den welcke verclaerde te ontlasten Peeter den Jongen van seeckre eene stuijver elckel, beide verpondinghe van een huijsinge bij de voornoemde comparant, vande voorsr: Arien Peeters de Jongen, gecocht ende affgetroocken inden jare 1688, voor welke voorsr: eene stuij enckel bede stelt de voornoemde compa-rant, ten onderpant sijne huijsinge ende erve daeraen gelegen, gestaen ende gelegen binnen Cappel, be-lent oost Dierck Hoff ende Bastiaen de Roij, den eenen teijnden den anderen gelegen, west Johan Knaep ende Antonij Glaviman Secretaris, streckende voor vanden dijck aff, Zuijtwaerts op tot de waterganck toe, blijvende de selve van de voorsr: eene streijv enckel beede altoos verbonden ende specitabel, ge-daen ende gepasseert ter presentie ende overstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, Michiel Backer, Corst Zeew ende Cornelis vanden Hoeck Heemraders. Actum desen 16e Februarie 1689.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1689 Corstijaen de Seeu

Folio 66v

Transport Steventie Jacobs, wed. van ………………………………, aen ende ten behoeff vande Armmees-ters van Cappel, vande jaren 1689 ende 1690.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel, hieronder genomineert de Eerbare Steventie Jacobs, wed. van …………………………….., den welcke verclaren voor recht te cede-ren, transporteren, ende op te dragen aen ende ten behoeff van Claes Cornelissen vander Saecken ende Jan Stevens Huijsmans, bijde in qualiteijt als Armmeesters ende ver den dorpe van Cappel vanden jaren 1689 ende 1690, specialijck het gerechte derde paert van twee hont saijlants, ghelegen ten Zuijden vande Nieusreaet, gemeen ende onverdeelt met Maijken Joachems wed. van za: Cornelis Jacobssen Snel ende Teuniske Jacobs wed. wijlen Handrick Geldens Glavimans, waervan gelegen is oost Huijbert ende Willem Peeters Talen gebroeders, west den Armen voornoempt, streckende voor van ter halver Nieustraet voorsr: aff, Zuijtwaerts op tot de Loonse erve toe, offtewel hare voorsr: comparante gerechtighede, daer in heb-bende soo ende gelijck bij deselve comparante, voor dese is gebruijckt geweest, ende dat met alle we-gen, stegen, schouwe ende naburen rechten, met recht daeruijt gaende, ende voorts …….. onder conditie dat de voornoemde comparanten, uijt de Armens middelen ende incomen haer leven langh sal worden onderhouden ende gealimenteert, in cost dranck, cleeden reden, als andersints, aldus dedaen ende ge-passeert ter presentie ende overstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, ende Jan Govert Gij-ben Heemraden. Actus dese IIe April 1689.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1689 Jan Goeijaertssen Ghijben

                                                                 Copie

Brabant te ’s Gravenhagen geadmitteert, binnen de vrijheijt Oisterhout residerende, ende de looffverdige getuijgen naer genaempt Joost Sijmons Goverts ende Adriaen Meertens Adriaenssen, bijde woonende tot Dongen, den welcke gesamentlijck verclaren te constitueren machtigh te maken, ende in henne stede te stellen bij desen, Antonij Joost Sijmens omme uijt hen comparanten namen te compareeren voor den Gerechte van Cappel, ende aldaer Sr. Johan de Bongh te gelden, vesten, ende herven in ontrent vijff vierendeel honts zaeijlants, van outs genaempt de Dees, gelegen tot Cappel, die de voornoemde gecon-stitueerde sal ontfanghen uijtten comparanten name aenden voornormde de Bruijn heeft vercocht, ende haer comparanten daervan te ontgelden ende tonterven, en voor den selven Gherechten offte ter plaetse, daer den van nooden wesen sal, te laten passeren, soodanuge brieven ende beschaeden als aldaer naer stilen ende bancken rechten gerequireert is met maght, verders omme de cooppenningen te ontfangen, ende daervan te geven behoorelijcke quitantie offte acte van acquit ende wijders te doen uijt ceachte deses, wes sij comparanten selffs present sijnde soude cunnen offte mogen doen met maght…….., een offte meer persoonen te mogen substitueren, geloovende allen te geven bij den voorsr: geconstitueerde, ende den selven te substitueeren sal werden gedaen, gehandelt en verricht, getijt te sullen houden ende dorn houden voor goet recht bondigh ende van weerden, ende verbant als naer rechten. Aldus gedaen ende gepasseert den 1e Meert 1689, ter presentie van Ad: Peeters van Loon ende Adriaen …….. Melis-sen, bijde als getuijgen, het tot verkoght ende geleden die de minuute verder mijn Notaris berustende ….. de comparanten ende mijn …… hebben onderteecken, onder stondt Quod Attestor, ende was geteec-kent Cornelis van Vorsel, Notaris publijck, 1689.

Folio 67r

Hiervan den brieff uijtgemaeckt op een zegel van I gld IIII st.

Transporteren Antonij Joost Sijmens, als last ende procuratie hebbende van Joost Sijmens Goders ende Adriaen Mertens Adriaensse, bijde woonende tot Dongen in dier qualiteijt vercoopers.
Coper Jan de Bruijn, Secretaris van Cleijn Waspick.

Op heden desen 14e April 1689, soo compareerde voor ons Schoudt ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genomineert, den eersamen Antonij Joost Sijmens als speciale last ende procuratie hebbende van Joost Goders ende Adriaen Adriaen Martens Adriaenssen bij(de) woonende tot Dongen, gepasseert voor Cornelis van Vorssel, Notaris voorsr: met de getuijgen daer inne begrepen, wesende de voorsr: procutatie van dato den elffde Meert 1689, ons Schout ende Heemraden vertoont ende gebleec-ken, ende oock hier vooren geregistreert, ende heeft uijt crachte der selver procuratie overgegeven met eender vrijer giffte soo als recht is, aen ende tot behoeff van Sr: Johan de Bruijn, Secretaris van Cleijn Waspijck, specialijcke vijff vierendeel honts zaijlants, gelegen onder Cappel voornoempt inden Geer (als-oo genaempt), waer van zuijde belendt is den voorsr: de Bruijn ende cooper, noorde de weduwe Poulis Veijsen, west de Geer voornoept, oost de Hoeff van Joncfrou de Jongh tot Dongen woonende, ende dat alsoo groot ende cleijn als deselve aldaer gelegen is, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen ende naburen rechten, met recht daeruijt gaende, voorts drloofft den voornoemde comparant in sijne voorsr: qualiteijt ’t selve vercochte te vrijen ende te waeren naer den rechten vande Landen, ende alle calangie ende voorcommer aff te doen tot desen dage toe. Coram Adeiaen Timmers Schout, Jan Govrty Gijben, ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, dach datum ut supra.

Paertijen verclaren voor recht den coop gereet ende contant gelt te wesen ter somme van een hondert sevenen twintigh gulde tien stuijvers.

Adr: Timmers Jan Goeijaertssen Ghijben
1689 Cornelis vanden Hoeck

Anthonij Joost Sijmens bekent van dese bovenstaende coop voldaen ende betaelt te wesen door hande van Sr. Johan de Bruijn, desen 20e April 1691.

Hiervan den brieff uijtgrmaeckt op een zegel van I gld IIII st.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genomineert, Joa-chem Aertssen Remijs, Adriaen Cornelisse Buijs in huwelijck hebbende Dingentie Aerts Vermijs voor d’eene helft, Wouter Jansse Bacx getrout hebbende de wed. Dirck Aertssen Vermijs, Arien Commerssen ende ende Sara Commerssen Brivius, suster ende broeder voor de wederhelfft, alle als kinderen ende erffgenamen van Aert Joachemsse Vermijs, haer comparants bij versterff za: Commerken Aerts Vermijs, derselver suster, ab inttrestatie aenbestorven, ende hebben samen indien qualiteijt voor recht als men gewoon is, overgegeven met eender vrijer giffte, aen ende tot behoeff van Mattijs Aerts Vermijs, haer comparante broeder, swager ende ………………….. alsmede erff gegaen, specialijck een huijsken off wooninxken, met de erve daer aen gelegen, gestaen ende gelegen op Stapeleijnt onder Cappel, waer van belent is oost Joachem Teunisse ende Commerken Teunis Vermijs cum suis, den eene teijnde den ande-ren

Folio 67v

gelegen, west Corstiaen Glaviman, streckende voor vande straet aff, zuijtwaerts op te de gronde van Jonftou de Jongh toe, ende dat met alle wegen, stegen, schouwe ende naburen rechten, met recht daer uijtgaende, voors soo gelovende de voornoemde comparanten ’t selve vercochte goederen, in haere qualiteijten te vrijen ende te waren naer den rechten van de Landen, ende alle Calangie ende voorcommer aff te doen tot desen dagen toe. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, Migiel Jansen Backer Heemraden. Actum dese 29e April 1689.

Partijenverclaren voor recht den coopgereet ende contant gelt te wesen ter somme van vijff en tseventigh gulde, waervan de voornoemde comparanten in hate voorsr: qualiteijt bekennen ten volle voldaen ende betaelt te sijn, present dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1689 Migiel Jansen Backer

Hiervan den brieff opgemaeckt op een zegel van I guld. IIII st.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, Dirck van Eck in huwelijck hebbende Zara Peeters vander Hoeven, Marike Peeters vander Hoeven, wed. za. Laurens Peeter Verhoe-ven, die bekent van haere paert ten volle voldaen ende betaelt te sijn, volgens seeckre procuratie, gepas-seert voor den Notaris Haenendoes tot Woudrichem ende de getuijgen, daer inne begrepen wesende de voorsr: procuratie van dato den 17e Maij 1689, ons Schout ende Heemraden vertoont ende gebleecken, ende heeft in dier qualiteijt over gegeven met eender vrijer giffte soo als recht is aen ende tot behoeff van Antonij Otten Havelaer, getrouwt hebbende Cornelia Peeters vander Hoeven, specialijck een gerechte derde paert van eenen acker, groot ontrent drie hont ofte soo groot ende cleijn als deselve aldaer inden Hoeffslagh gelegen is, gemeen ende onverdeelt met den comparanten susters ende broeders, gelegen ten westen van Willem van Gentsvaert, waer van gelegen is noorden de kinderen za. Ariaentgen Jans Sij-mens, zuijden de erffgenamen Jan Peeters Geenen, streckende voor van ter halver Willem van Gentsvaert voorsr: aff, westwaerts op soo verre ’t selve met recht streckende is, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen ende nabueren rechten, met recht daer uijtgaende, voorts soo gelooft den voornoemde com-parant in sijne voorsr: qualiteijt ’t selve te vrijen ende te waeren naer den techten vanden Landen, ende alle Callangie ende voorcommer aff te doen tot desen dage toe. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Knarp, Jan Goijert Gijben Heemraden. Actum desen 18e Maij 1689.

Partijen verclaren voor recht den coopgereet ende contant gelt te wesen ter somme van vijfftigh ca: gld., waervan den voornoemde Comparant bekent ten vollr voldaen ende betaelt te sijn, ergo gecasseert, pre-sent dagh datum ut supra.

Folio 68r

Hiervan den brieff uijtgemaeckt op een zegel van I gld. IIII st.

Ten voorsr: dagen compareerde den voornoemde Dirck van Eck, grtrout hebbende Sara Peeter vander Hoeven, Marike Peeters vander Hoeven wed. za: Laurens Verhoeven, die bekende voir hare paert in de-sen ten volle voldaen ende betaelt te sijn, volgens seeckre procuratie gepasseert voor den Notaris Har-nendoes, woonende tot Woudrichem, ende de getuijgen daerinne begrepen, wesende de voornoemde procuratie van dato den 17e Maij 1689 ons vertoont ende ghebleecken, ende geeft den voornoemde Dirck van Eck in dier qualiteijt over, met eender vrijer giffte soo als recht is, aen ende tot behoeff van Antonij Otto Havelaer, getrout hebbende Cornelia Peeters vander Hoeven sijne swager specialijck een gerechte derde paert van twee bancken moerdellen, gelegen ten oosten van Willem van Gentsvaert, gemeen ende onverdeelt met derselver gesuster ende broeders respecktivelijck, waer van gelegen is noorden Govert vander Punten, zuijden ………………………………, streckende voor van ter halver Willem van Gentsvaert voorsr: aff, oostwaerts op, rot den Queckel toe, ende dat met alle wegen, stegen, schouwe ende naburen rechte, met recht daeruijt gaende, wijders gelovende den voornoemde comparant in sijne voornoemde qualiteijt ’t selve te vrijen ende te waren naer den rechten vande Landen, ende alle vootcommer aff te doen tot desen dagen toe. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, Cornelis vanden Hoeck ende Jan Govert Gijben Heemraden.

Partijen verclaren voor recht de coop gereet ende contant gelt te wesen ter somme van vier en tseventigh hld., waervan den vooenoemde comparant bekennen ten volle voldaen ende betaelt te sijn, ergo gecas-seert, present dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1689 Cornelis vanden Hout
Jan Goeijaertssen Ghijben

Hiervan den brief uijtgemaeckt op zegel I gld. IIII st.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden, den eersamen Sr: Hendrick van Gils, Scheepene van Nederveen Cappel, ende heeft overgegeve met eender vrijer gifte soo als recht is, aen ende tot behoeff van Cathaina van Gils, wed: za: Govert vander Hoeven, in sijn leven Secretaris vande Zuijdewijn, sijne dochter, specialijck het gerechte derde paert van eenen dries met den omloop van dien houtwas, gelegen op de Hoogevaert, gemeen ende onverdeelt met de voornoemde cooperssen, ende Domine Schalckens, predicant tot ’s Hee-renloo, waervan gelegen is, zuijden Arien Cornelissen Leempoel wnde Antonij van Campen, den eenen teijnde den anderen gelegen, noorden den Ed: Heere vande Zuijdewijn ende de kin-deren van Hendrick de

Folio 68v

de Jongh, Secretaris van Hees ende Leende cum suis, den eene mede teijnde den anderen gelegen, streckende voor van ter halver Hoogevaert voorsr: aff, westwaerts op soo verre tselve als van outs strec-kende is, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen ende naburen rechten, met recht daer uijtgaende, wijders soo gelooft den voornoemde comparant tselve te veijen ende te waren naer den rechten vande Landen, ende alle callangie ende voorcommer aff te doen tot desen dagen toe. Coram Cornelis vanden Hoeck ende Johan Knaep Heemraden. Actum desen 8e Junij 1689.

Partijen verclaren voor recht den coop gereet ende contant gelt te wesen ter somme van een hondert dartigh car: gulde, waervan den voornoemde comparant bekent ten volle voldaen ende betaelt re sijn, ergo gecasseert, present dagh datum ut supra.

                                                                                                                                    Johan Cnaep
                                                                                                                  Cornelis vanden Houck

Hiervan een brieff uijtgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genomineert Sr: Handrick van Gils, Heemraet in Nederveen Cappel, ende heefft overgegeven met eender vrijer giffte soo als recht ende gewoon is, aen ende tot behoeff van Adriaen Jacobssen Paens, specialijck ontrent drie hont moer met den gront, gelegen ten westen vande Nieuvaert, waervan noorden belent is de kunderen ende erffgenamen van Teunis Bastiaenssen Smits, zuijden de erffgenamen za: Thijs Ottiens cumsuis, streckende voor van ter halver Nieuvaert voorsr: wesrwaerts op tot den Queeckel toe, offte soo verre ’t selve gelegen ende met recht streckende is, ende gelegen bij den comparant ende sijne voorsaten altoos in gebruijck is geweest, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen ende nabueren rechten, met recht daeruijt gaende, voors soo gelooft den voorsr: comparant ’t selve te vrijen ende te waren naet den rech-ten vande Landen, ende alle voorcommer aff te doen tot desen dagen toe. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, actum desen 27e Junij 1689.

Partijen verclaren voor recht den coop gereet ende contant gelt te wesen, volgens conditie ter somme van een hondert vijff en ’t sestigh gld., te betalen d’eene helfft gereet bij de giffte, ende de wederhelft ten Alder Heijligen eerstcomende 1689.

Den voornoemde comparant authotiseert Jurij Colthoff, Armmeester van Sprangh vande jare 1689, omme de voorsr: cooppenningen te inne ende te ontfangen ter profijte vande voornoemde Armen van Sprangh, present dagh datum ut supra.

Folio 69r

                                                       Waterbrieff

Hendrick Prs: Timmer, vercooper tot laste Huijbert Melis vanden Dam, cooper.

Compareerde voor ons Schout en Heemraden van Schrevelduijn Cappell, hieronder genomineert Huijbert Melis vanden Dam, den welcke vercladen op waterrecht wel ende deuchdelijk schuldich te wesen, aen ende tot behoeff van Hendrick Peeters Timmers ter somme van een hondert vijff en tnegentigh car: gld., den gulden ad: veertigh Grooten Vlaems gereckent, hercomende dese voornoemde somme voer coop van een damschuijt, met want zeijl cabers anckers, touwen ende wat verders daer aen dependerende is, bij den voorsr: comparant, vande voornoemde Hendrick Peeters Timmers gecocht, ende op hoe die ge-levert ende ontfangen, welcke voorsr: hoofft somme belooft den voorsr: comparant te betalen, vijff en seventigh car: gulde nu gereet ende contant bij de leveringe, ende de resterende hondert twintigh car: gulde in twee egale ende gelijcke termijnen, te weten de sestigh gulde van huijden datum ondergeschre-ven over een jaer’dat wesen wesen sal den 22e Julij 1690, ende de resterende sestigh gulde een jaer daer aen volgende, tot de volle voldoeninge ende betalinge incluijs, sonder intrest aen handen vande voorsr: crediteur offte mer sijne gelieffte, den wettige toonder van deses, voor welcke voorsr: hoofftsomme stelt hij comparant ten onderpant Specialijck het voorsr: vercochte damschuijt, soo als ’t selve sal worden bevonden te vermogen achtervolgen, op alle havens stroomen ende rivieren te arresteren, soo inde pro-vintie van Hollant, Zeelandt, Gelderlant als onder gebiet van den Coninck van Hispanien off Elders te executeren met de corste middel van rechten, mitsgaders sijne huijsinge, erve ende geboomte daer op staende, gestaen ende gelegen binnen Cappel voornoempt, ten oosten vande Nieuvaert, alwaer den voornoemde comparant in ende jegenwoordigh op woonende is, ende voors etcetera. Aldus gedaen en-de gepasseert ter presentie ende overstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, Cornelis vanden Houck, Heemraden. Actum desen 22e Julij 1689.

Hendrick Peeters Timmers bekende vande voorsr: eerste termijn, wesende ter somme van vijff en tseven-tigh gulde, door handen vande gemelte comporant ten volle voldaen ende betaelt te sijn, present dagh datum ur supra.

Adr: Timmers Cornelis vanden Houck
1689 Johan Cnaep

Den bovengenoemde Hendrik Prs. Timmer verclaerde de Damschuijt, in dese bovenstaende waterbrieff vermelt, weder in coope aengenomen te hebben voor de resterende somme, ende daerenboven heeft hij geloofft te betaelen aen handen van voornoemde Huijbert Melisse, contant eens de somme van 25 gld., dewelcke deselve bekende op coodis te hebben ontfangen soo dat de voorsr: comparanten ten we-dersijden hebbende voldarn te sijn, ende volcomentlijck hebben contantement onder conditie soo be-looft, den voornoemde Huijbert Melis soo den incas van Timmeringe ietwes aen voornoemde schuijt mochte zijn gedaen bij zijnen tijt tot zij aen laste tekenen, actum

Folio 69v

Alsoo de voochden der minderjarige weeskinderen van za: Cornelis Rommen van Dijck, verweckt bij za: Maria Teunissen Vught, aen ons Schout ende Heemraden van Cappel versochte dat de kinderen vande voorsr: Cornelis Rommen van Dijck inden volle boedel machten blijven sitten, soo ist dat wij Schout ende Heemraders, naer alle rijpelijcke delibaratien hebben geaccordeert met de voorsr: voechde, dat deselve kinderen bij provisie met den anderen sullen blijven in hare volle besith ende huijshoudinge, tot den eerste December 1689 toecomende toe, ende den voorsr: kinderen niet wel en come te gedragen, soo sal den voorsr: boedel bijde vooesr: Schout ende Gerechten wederomme werden aengeveert, omme daer dan mede te doen ende handelen als tot voordeel vande voorsr: weesen, bevonden sal worden te behooren, mits dat de voorsr: voochden offte der selver kinderen vooraff sulle betalen trecht van Schout, Secreta-ris, ende gerechte insgelijcx de verpondinge, sout ende seep gelden .. die den voorsr: boedel, tot op hodie toe den achterensijden gereserveert ’t geene de voorsr: weeskinderen uijt den boedel van hare ou-ders grootvader ende grootmoeder, respectivelijck overleden inde Vrijhoeven competerende sijn, blijven-de derhalven den voorsr: boedel tot den vooesr: tijt in staet, ende dat ondert verbant als naer rechten, als gepast ter presentie ende overstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, ende Jan Govert Gijben Heemraders, actum desen 23e Augustus 1689.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1689 Jan Goeijaertssen Ghijben

Hier den brief van uijtgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraders van Schrevelduijn Cappel hier onder genomineert, Adri-aen Cornelissen Timmers ende heefft overgegeven met eender vrijer gifte soo als recht ende rewoon is, aen ende tot behoeff van Dirck Ariaenssen Timmer sijne soone, specialijck specialijck de gerechte noor-densse helfft van een huijsinge ende dries daer aen gelegen, gestaen ende gelegen ten oosten vande Nieuvaert, waervan gelegen is zuijden Huijbert Melis van Dam, mette wederhelfft, Jan Melisse van Dam noorden, streckende voor van ter halver Nieuvaert voorsr: aff, oostwaerts op tot de erve van Govert van-der Punten toe, ende dat met alle wegen, stegen, schouwe ende nabueren rechten, met recht daer uijtgaende, voorts soo geloofft den voornoemde Comparant ’t selve te vrijen ende te waren naer den rechten vande Lande, ende alle Callangie ende voorcommer aff te doen tot desen dagen toe, onder de conditie ende expres bedingh, dat den voorsr: Comparant ende den selffts huijsvrouwe haer leven langh behout inden voorsr: huijsinge vrije wooninghe. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, Cornelis vanden Hoeck Heemraders. Actum desen 15r September 1689.

Partijen verclaren voor recht den coop gereet ende contant gelt te wesen ter somme van een hondert gulde, waervan den voornoemde Comparant bekent te volle voldaen ende betaelt te sijn, present dagh datum ur supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1689 Cornelis vanden Houck

Folio 70r

Hiervan den brieff uijtgemaeckt op zegel I gld IIII st.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraders van Schrevelduijn Cappel, hieronder genomineert Adri-aentgen Aerts Luijcx wed: wijlen Willem Peeter Corsten, geassisteert met Antonij Glaviman Secretaris, haren vercooren voocht in desen, ende heeft overgegeven met eender vrijer giffte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Peeter Joosten de Bruijn haer neve, specialijck een partijken zaijlants met houtwas ende geboomte daerop staende, gestaen ende gelegen ten noorden vande Nieustraet onder Cappel, ende dat alsoo groot ende cleijn als ’t selve aldaer inden Hoeffslagh gelegen is, waervan west gelegen is de wed. Peeter Ockers, noort de voornoemde Comparante, streckende uijt den noorden vande erve vande vooenoemde wed. Peeter Ockers aff, zuijtwaerts der halver Nieustraet voorsr: toe, mits dat de voorsr: Comparant ten westen van hare huijsinge behout vijff voeten breet, te reeckenen vande Duseldrop aff westwaerts op ende soo voorts, uijtten zuijde vande voorsr: getransporteerde erve, noortwaerts op tot het sloijken achter teijnde haere huijsinge, loopende sijn zuijde ende noorde daer de voorsr: erve op seperrerende is, ende mort den voorsr: sloot halff ende halff onderhouden werden, ende dat voors met alle wegen, stegen, schouwe ende nabueren rechten, met recht daer uijtgaende, wujders soo verclaert de voornoemde comparante, in haere voorsr: qualiteijt haere vercochte ende getransporteerde goederen te vrijen ende te waren naer den rechten vande Landen, ende alle calangie ende voorcommer aff te doen tot Nieuwejaer 1690 toe. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck Heem-raders. Actum desen 22e September 1689.

Partijen verclaren voor recht den coop te wesen ter somme van vijff en tseventigh ca: guld., te betalen 25 gulden nu gereet bij de opdraght, 25 gulden voor een jaer daeraen, ende de resterende 25 gulden int jaer 1691, tot de volle voldoeninge effectuele betalinge incluijs, welcke voorsr: contante ende gereede pen-ningen bekent de voornoemde Comparante daervan voldaen ende betaelt te sijn, present dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Cornelis vanden Houck
1689 Johan Cnaep

Adriaentgen Aers Luijcx wed. voorsr: bekennen vande voorsr: tweede ende laetste termijn, wesende ider paij vijff en twintigh ca: gulde, door handen van Peeter Joosten de Bruijn cooper voorsr: ten volle vol-daen ende betaelt, ergo de eerste met de laetste penningh, alhier gecasseert ende geroijeert, desen 23e September 1690.

Dit merck X stelt Adriaentie Aerts Luijcx wed. voorsr:, verclaert niet te connen schrijven.

Folio 70v

Erffdeelinge voor recht aengebracht bij Neeltien Adriaenssen Maes wed. Jan Teunisse van Willegen, Ma-ria, Mechgel end Joachem Adriaensse Maes, mitsgaders Cornelis Cornelisse Bierlanghs soo voor sijn selve, als mede den selve intervenierende ende de rato caverende voor sijne swager, ende suster Pieter ende Anneken Jaspers Bogaers, mitsgaders den voorsr: Corneles Bierlanx in qualiteijt als voogt, neffens des heere officier als oppervoocht van alle weesen der minderjarigh weeskindt van za: Adriaentgen Jas-pers Bogaerts, alsmede Arien Willemssen Mars, woonende op Out Claeswael, alle als kinderen ende kintskinderen van za: Neeltien Joachems ende der selver weessen, ende dat van alle erffelijcke, haef-felijcke, meuble ende inmeuble goederen, en laest metter doot ontruijmpt ende naergelaten bijden voor-noemde Neeltgen Joachems za:, ende is dese deelinge als volgende is.

Inden eersten soo is Marike, Mechgel ende Joachem Adriaensse Maes, samen ider voor een derde paert, met een blindt gelodt ende beerfdeelt op de huijssinge ende ackerlande daer aen gelegen, gestaen ende gelegen ten noorde vande Nieustraet binnen Cappel, waervan gelegen is oost Bastiaen Jansse Maes, west Cornelis Jansse Ockers, streckende voor van ter halver Nieustraet voorsr: aff, noortwaerts op de erve ende kinderen za: Jan Wouters toe.

Item alnoch soo sijn de selve gelodt ende beerffdeelt op 80 roeden zaijlants, gelegen op de Hoogevaert gemeijn ende onverdeelt met Jan Govert Gijben cum suis, waervan vant geheel naest belaendt is Adriaen van Campen, noorden de kinderen van Gijsbert Govers den Oude, streckende van ter halver Hoogevaert aff, westwaerts op tot den Pijs alsoo genaempt toe.

Folio 71r

Item alnoch soo sijn de selve bedeelt op een partijke moergronden, soo gedolven als ongedolven, gele-gen onder Loon, ten ooste vande Hoecxsse stege, waervan zuijden gelegen is Jacob van Nieuwenhuijse cum suis, noorden Gijsbert van Dommelen, streckende van uijtten westen van de stege voornoept aff, oostwaerts op soo verre ’t selve met recht streckende is, mits dat deselve drie staecke nemen tot haren last omme te betalen een somme van vijff en ’t seventigh car. Gulde als Gerit Aertssen van Beest, ende Mechtel Ariensen Maes, bij obligatie op den voorsr: boedel te pretendeeren ende op staet ende inventaris gebracht, ende die voor drie looten ofte de helft.

Item daer tegens soo sijn Neeltien Adriaensse Maes, weduwe wijlen Jan Teunisse van Willigen, Adriaen Willemsse Maes, wonende op Out Claeswael, ende Cornelis Cornelis Bierluicx soo voor sijn selven ende in qualiteijt als voocht, neffens des Heere Officier vant het minderjarigh weeskint van za: Adriaentgen Jaspers Bogaerts, den selve intervenierende ende de Rato caverende voor Pieter ende Anneken Jaspers Bogaerts, susters ende gebroeders respective, ende sijn samen met een blindt lodt gelodt ende beerffgeelt op drie hont zaijlants, gelegen ten zuijden vande Nieustraet, waervan gelegen is oost de wed. Baltus Jansse Verhoeven cum suis, weest den Armen van Cappel, streckende voor van ter halver Nieustraet voorsr: aff, zuijtwaerts op tot de Loonse erve toe.

Item alnoch soo sijn de selve bedeelt op een partij zaijlants, driese ende moervelden onder Loon gelegen, waervan oost beleendt is de wed. Arien Janssen Hoijmaijer, Dirck Woutersse Smidts, streckende vanden Hollantsse dijck aff, zuijtwaerts op soo verre tselve met recht streckende is, mits dat de voorsr: drie staecken mede aennemen ende tot hare laste houden, te betalen een somme van 76 gulde, die tot laste vande voorsr: boedel koopende is, als int eerste lot deser deelinge gerevereert is, te voldoen ende mede van drie looten offte de wederhelfft.

Folio 71v

Item nemen Joachem Ariensse Maes tot sijnen laste te betalen alle de dootschulden, die tot de begraef-fenisse van za: Neeltie Joachemssen, der selver moeder te betale sijn, mits dat de gemelte Joachem ende sijne twee susters Mari ende Megheltie Adriaensse Maes, den volle imboedel ende korn, mits dat deselve aende voorsr: drie staecken moet uijtkeeren een ducaton, aenstonts te voldoen.

Item nemen deselve mede tot haren laste te voldoen, den intrest van alle die tot laste vande voorsr: boe-del loopende sijn tot datum deses toe.

Partijen tot des een off des anders, profijt vertijt ende vertegen naer den rechten van Zuijt Hollant, omme ider ’t sijne te mogen gebruijcken als haere andere vrij eijgen ende alandiael goederen, mits dat ider voort sijn sal onderhouden alle wegen, stegen, rechten, schouwen, daer uijtgaende sijn, in val eenige pretentie op des, off op des anders gedeelte quamen te ontstaen, twelck verhoopt w………. geloovende bij de-sen, den eene den ander te helpen dragen rnde garandeeren, aldus gedaen ende gepasseert ter presentie ende overstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, Corstiaen de Zeeuw Heemraders. Actum desen 15e November 1689.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1689 Corstiaen de Seeu

Hiervan den brieff uijtgemaeckt als voor.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraders van Schrevelduijn Cappel hier onder benomineerdt, Dirck Adr: Timmers, ende heeft overgegeven met eender vrijer vrijer giffte, soo gewoon ende recht is aen ende tot behoeff van Cornelis Antonisse Swart sijne swager, specialijck een woonincxke ende erfke daer t’selve op staende is, gelegen ten oosten vande Nieuvaert binnen Cappel ontrent de sluijs, waer van ge-legen is zuijde Govert Peeters Timmers, nooeden Jan Janssen vandeb Dam, streckende voor van ter halver Nieuvaert voorsr: aff, oostwaerts op tot de erve van Hendrick vanden Hoeck toe, ende dat mer alle wegen, stege, schouwe ende nabueren rechten, met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den voorsr: comparant ’t selve te vrijen ende te waren naer den rechte van de Landen, ende alle Callangie ende voor-commer aff te doen tot dese dagen toe. Coram Adriaen Timmers Schout, Corstiaen de Zeeuw ende Jan van Pas Heemraden, actum dese 25e November 1689.

Partijen verclaren voor recht den coop contant gelt te wesen, ter somme van 40 ca: gulde, waervan den voornoemde comparant bekent ten volle voldaen te sijn, dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Corstijaen de Seeu
1690 Jan van Pas

Folio 72r

Hiervan den brieff uijtgemaeckt op een zegel van I gulde IIII st.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hieronder genomineert, Neeltie Ariensse Maes weduwe wijlen Jan Teunissen van Willigen, Arien Willemsse Maes, Cornelis Cornelisse Bierlancx, soo voor sijn selven, ende mede als voochde ende toesiender, nevens Joachem Adriaens Maes der minderjarige kinderen van za. Adriaentie Jaspers Bogaerts, deselve intervenierende ende de rato caverende van Peter ende Anneken Jaspers Bogaerts, suster ende broeder respective, alle als kin-deren, kints kinderen ende erffgenaemen van za: Neeltie Joachemssen ende Arien Teunissen Maes ech-teluijde, ende hebben samen indier qualiteijt voor geschreven met eender vrijer giffte, soo recht ende gewoon is aen ende tot behoeff van za: Dirck van Pelt, scheepen vande Vrijhoeven, specialijck drie hont zaijlants, offte soo groot ende cleijn als ’t selve deel inden Hoeffslagh gelegen is, gelegen binnen Cappel ten suijden van de Nieustraet, waervan west beleent is den Armen van Cappel, oost de wed: Baltus Jans-se Verhoeven cum suis, streckende voor van ter halver Nieustraet aff Zuijtwaerts op tot de Loonse erve toe, ende dat indier voegen ende vootcomen als haer comparanten uijt den hooffde, ende bij deelinge vande voorsr: Neeltie Joachems ende Arien Maes, derselver vader, grootvader ende grootmoeder res-pectivelijck aengecomen is, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen ende nabueren rechten met recht daer uijtgaende, voors soo geloove de voornoemde comparant in haren voorsr: qualiteijten ’t selve te vrijen ende te waeren naer den rechten van de Landen, ende alle Callangie ende voorcommer aff te doen tot Nieuwejaer 1690 toe. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, Corstiaen de Zeeuw ende Corne-lis vanden Hoeck Heemraden, Actu desen 8e December 1689.

Partijen verclaten volgens conditie den coop te wesen ter somme van twee hondert tien car: gulde, te betalen in twee egale ende gelijcke termijnen, als te weten d’eene helft gereet ende contant bij de voorsr: transporte, ende de wederhelfft over een jaer, tot de volle effectuele betalinge incluijs, de voornoemde comparanten bekennen van de voorsr: eerste ende tweede termijn …………… de geheele cooppenninge, door handen van de voorsr: cooper ten volle voldaen ende betaelt te sijn, ergo gecasseert, present dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Cornelis vanden Houck
1691 Johan Cnaep
Corstijaen de Seeu

Folio 72v

Erffdeelinge voor Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel aengebracht, bij ende vanwegen Teunis Hendricxsse Timmerman, getrout hebbende Teuntien Bastiaensse Boer ……, Handrick Teunisse Timmerman in qualiteijt als voocht, ende Gerit Ariaensse Back als toesiender van Cornelis Bastiaensen Boer, met consent van Schout ende gerechte, als oppervoochde der weesen ter andere sijde, ende dat van alle hare erffelijcke, haeffelijcke goederen, obligatien etc., haer ab intestato aengecomen van haer grootvader ende grootmoeder, Bastiaen Huijberssen Boer ende der selver huijsvrouwe respective, ende is dese deelinge als volgende is.

Ten eersten soo is Teunis Handricx Timmerman nomis uxoris, met een blindt lodt gelodt ende beetffdeelt op eene dries, gelegen ten noorde van de Nieustraet, wartvan gelegen is oost Schoenmakers Stege als-oo genoempt, west het ackerke waer op de selve hem waer bedeelt is, streckende voor van ter halver Nieustraet voorsr: aff, noortwaerts op tot de sestigh roede toe.

Item alnoch op een ackerken gelegen als voorsr:, belent oost Teunis Handricx Timmerman waerop desel-ve van vooren bedeelt is, weest …………………………….., streckende voor van ter halver Nieustraet voorsr: aff, noortwaerts op tot de voorsr: 60 Roeden toe.

Irem alnoch soo is den selven in sijne voorige qualiteijt gelodt ende bedeelt op twee en een halve geert aenwasch, gelegen in Nederveen Cappel, gemeen ende onverdeelt met Jan Ariens Sijmen Back, waervan vant geheel gelegen is oost ………………………………, west …………………, streckende voor van ’t Scheepsdiep, noortwaerts op ter halver Scheijsloot toe.

Item alnoch soo is den selven bedeelt op de gerechte helfft van een buijten dijcxsse delle, gelegen bin-nen Cappel, ten westen vande Nieuvaert, gemeen ende onverdeelt met de kinderen za: Teunis Aersse Pharo, waervan gelegen is west de wed. Zeger de Graeff …… Migiel Backer, streckende van den teen van den dijck aff noortwaerts op, tot den Ambachte van Nederveen toe.

Folio 73r

Item alnoch soo is den selve bedeelt op twee honr zaijlants, gelegen inde Nieustraet ten noorde achter de huijsinge van Gerit Arienssen Back, waervan oost gelegen is den voorsr: Gerit Ariensse Back, weest Claes Janssen Mouthaen streckende.

Item daertegens soo is Hendrick Teunisse Timmerman in qualiteijt als voocht, ende Gerit Back toesiender van Cornelis Huijbersse Boer, ende dat met consent van Schout ende Heemraders als oppervoochde van alle weesen bedeelt, eerstelijck op een partij zaijlants gelegen ten zuijden vande Nieustraet, groot ontrent vier hondt, waervan oost gelegen is Seijcke Gerits, weest de wed. Handrick Jansse Joachem, offtewel den Arme van Cappel, streckende voor van ter halver Nieustraet voorsr: aff, zuijtwaerts op tot de Loonse erve toe.

Item alnoch soo is den selven in hare voorsr: qualiteijt bedeelt op eene dries genaempt de Sants dries, waervan gelegen is oost Christiaen de Zeeuw, weest Mr: Ariaen de Roij, streckende voor van der halver Nieustraet aff, noortwaerts op tot de erve van Jan Knaep cum suis toe.

Item alnoch soo sijn de selve bedeelt in hare voorsr: qualiteijt op een buijten dijcksse delle, gelegen bin-nen Cappel, waer van (ge)legen is oost ende west Handrick Sijmenssen Vos, streckende voor van de ….sloot aff, noortwaerts op tot den Ambachte van de Zuijdewijn toe.

Item alnoch soo sijn deselve in haere voorsr: qualiteijt bedeelt op ontrent twee ende een vierendertig honts zaijlants, gelegen ten noorden vande Nieustraet, waervan oosten gelrgen is de wed: Handrick Wou-ters Verhagen, west Gerit Back, streckende uijt den noorden van de Behoeden aff, alsoo genaempt, zuijtwaerts op tot de kersseboom, die achter de schuer vande wed: Handrick Wouters Verhagen staende is toe, ende dat voor een lodt ofte de wederhelfft.

Item houdende de voorsr: condividenten

Folio 73v

int gemeen, alle het hoijlant onder de Zuijdewijn gelegen, mitsgaders alle de moergronden ende moervel-de, soo onder Loon ende Schrevelduijn Cappel, ten zuijde ende noorde vande Kruckvaert gelegen, omme aldaer van de vrughten samen te gebruijcken.

Aldus dese voorsr: vertightinge gedaen ende gepasseert ten presentie ende overstaen van Adriaen Tim-mers Schout, Johan Knaep, Corstiaen Seeu, ende Cornelis vanden Houck, Heemraders. Actum desen 16e December 1689.

Adr: Timmers Cornelis vanden Houck
1692 Johan Cnaep
Corstijaen de Seeu

Erffdeelinge voor recht aengebracht bij ende van wegen Teunis Woutersse Clad, in huwelijck hebbende Barbara Lamberts, Lammert Cornelis ende Peeter Cornelissen, ider voor een derde paert van alle de erffelijcke goederen met doot ontruijmt ende naergelaten bij haere voorsr: vader, moeder, grootvaders ende grootmoeders respectivelijck overleden binnen Cappel, op de Hoogevaert, ende is de deelinge als volght.

Inden eerste soo is Teunis Wouters Clad nomine uxoris, geloot ende beerffdeelt op de gerechte helft van een huijsinge met de erve daer aen gelegen, groot ontrent twee honden, waervan gelegen is noorden de wed: Handrick Backer, zuijde Govert Jansse Cluijtenaer, streckende voor van ter halver Hoogevaert aff waers op, tot de erven de wed: Jan Bleesen toe, met de cheijns als van outs.

Item alnoch soo is den selven bedeelt op drie hont zaijlants met de Stege daertoe behorende, gelegen op de Hoogevaert inde 42 geerde, waervan noorde gelegen is Corstiaen Gijsberts cum suis, zuijden Jan Din-gemans Decker cum suis, streckende uijt den ooste van de erve Gerit Jansen van Vught aff, westwaerts op tot den Peijs alsoo genaempt te ………………… gaende ’t selve subject als van outs dat van een lodt offte part.

Folio 74r

Item daer en tegens soo is Lammert Cornelisse bedeelt op de gerechte helfft van een huijssinge ende erve, groot ontrent …….. 64 hont zaijlants daeraen gelegen, gemeen ende onverdeelt met de kinderen van Wouter Bogaerts, waervan noor(d)en gelegen is de Stege van de wed: Jan Bleesen, zuijden den Armen van Cappel, streckende voor van ter halver Hoogevaert voorsr: aff, westwaerts op tot Reiders heijde als-oo genaempt, mits dat dit lodt sijner vrijer wegh heeft over de stege voor uijt voort thuijs gelegen op des armens acker gecomen van za: Seijcke Wildens, ende dat voor een lodt ofte paert, ende dat mede met den Cheijns als van outs.

Item daer tegens soo is Peeter Cornelisse bedeelt op sw helfft van een huijsinge ende erve, groot inr geheel twee hont, gelegen op de Hoogevaert, gemeen ende onverdeelt met Tomas Wouters Clad nomine uxoris, waerop den selve hier voren bedeelt is, gelegen zuijden ende noorde als voren, streckende als voren.

Item alnoch soo is den selve bedeelt op een ackerken inde Driessen ende houtwas daerop staende, gestaen ende gelegen op de Hoogevaert, groot ontrent drie ende een halff hont, waervan gelegen is noordwaerts Joost Bertrams de Bruijn, zuijden Aert Berude cum suis, streckende voor van ter halver Hoogevaert voorsr: aff, westwaers op tot Reeders Heijden alsoo genoempt toe, ende dat mede met den cheijns aen Godts huijs van de.t jaerlijcks op Maij pretenderende is, ende dat mede voor een lodt offte paert.

Aldus vertight ende vertegen naer den rechten deser Lande gewoonlijck sijn te doen, ter presentie ende overstaen van de Heer Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep ende Jan Goverts Gijben Heemraden. Ac-tum desen 22e December 1689.

Adr: Timmers Jan Goeijaertssen Ghijben
1691 Johan Cnaep

Hiervan den brieff uijtgemaeckt op behoorlijcke zegel.

Ten voorsr: dagen Compareerde voor ons

Folio 74v

Schout ende Heemraden voornoempt, Peeter Cornelissen jegenwoordigh woonende tot Strijen, ende heeft overgegegeven met eender veijer gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Corne-lis Claessen vander Saecken, specialijck eene acker ende Driesse vooraen gelegen op de Hoogevaert, groot ontrent drie ende een halff hont, offte soo groot ende cleijn als tselve aldaer inden Hoeffslagh ge-legen is, waervan beleent is, noorden Joost Bertrums den Bruijden, Zuijden Aert Berude cum suis, strec-kende voor van ter halver Hoogevaert voorsr: aff, westwaerts op tot Reeders Heijde alsoo genaempt toe, hem Comparant bij deelinge van sijne grootvader ende grootmoeder respecktivelijck aengecomen ende op ….. gepasseert, ende dat vooers met alle wegen, stegen, schouwe ende nabueren rechten, met recht daer uijtgaende, wijders gelooft den voorsr: comparante t’selve te vrijen ende te waren naer den rechte van de Lande, ende alle Callangie ende voorcommer aff te doen tot Nieuwjaer 1690 toe, ende dat met soodanige chijns als het Godtshuijs van Dordrecht jaerlijcks op Meijdagh daer uijt heffende is. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, Jan Govert Gijben Heemraden, actum ut supra.

Partijen verclaren voor recht den coop te wesen ter somme van hondert car: gulde, te betalen seventigh car: gulde gereet ende contant bij de opdrachte, ende het resterende dartigh car: gulde, in twee egale ende gelijke termijne, jaerlijcks vijfftien car: gulde offte derde termijn, een jaer daer aen tot volle betalinge incluijs, van welcke voorsr: eerste termijn bekenne door handen van de voorsr: cooper wesende 70 gulde voldaen te sijn, present dagh datum ut supra.

Ten voorsr: dagen soo compareerde den voorst: Pr: Cornelisse, ende verclaren te transporteren ende op te dragen, aen ende ten behoeff van Jan Adr: Knaep Heemraet alhier, ter somme van dertigh car: gulden, sijnde de voorsr: tweede ende laetste termijn der voorsr: getransporteerde van deselve somme bij dito Knaep van de voorsr: cooper, op sijne voorschreven dagen te werde ontfangen, met alle recht ende toe-seggen vandirn, present dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Jan Goeijaertssen Ghijben
1691 Johan Cnaep

Folio 75r

                                                       Contract

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genomineert, den eersamen Jan Wouters Cladbooter, weduwnaer van za: Adriaentien Arienssen Hoeffnagel ter eenre, Jan Arienssen Hoeffnagel, soo voor sijn selven, alsmede voocht der minderjarige kinderen van za: Gerit Arienssen Hoeffnagel, den selve de Rato caverende fort ende sterck makende voor Janneken Ariensse Hoeffnagel, wed: Cornelis Hermensse Duijser, met consent ende toestaen van Schout ende Geregte als oppervoochde van alle wed: ende weesen van Cappel, Gijsbert Ariensse Hoeffnagel, alsmede de voorsr: Jan Ariensse Hoeffnagel intervenierende ende de Rato caverende, van Jan Leenderts Dries, ende Anne-ken Leenderts Dries, soone ende dochter van Dingena Ariensse Hoeffnagel, alle als erffgenamen van de voornoemde Adriaentke Ariensse Hoeffnagel za: die huijsvrouwe was van Jan Wouters Cladboter voor-noempt ter andere sijden, dewelcke verclaren int neme ende vrintschappen des ander te hebben verstaen ende geanondeert, gelijck sij den anderen in minnen ende vrintschappen hebben verstaen ende geaccor-deert bij desen, in manieren als volgende is, eerstens dat den voorsr: Jan Wouters Cladboter eerste comparant sal hebben in volcomen eijgendom en volle besit alle die erffgoederen die hem eerste compa-rant, van sijne sijde sou aengecomen ende nogh aen te comen, alsmede den geheelen imboedel, bij den voornoemde eerste comparant ende derselver huijsvrouwe za: in ende bij staende huwelijck beseten heb-ben, ende bij deselve metten doot naergelaten is, soo van haeff bed bult linde wolle gout silver gemunt als ongemunt, mitsgaders van alle actie crediten, in ende uijtgaende schulden etc: vuijtgenomen de klee-ren soo van linde ende wolle, die ten lijve van de overleeden eerste comparants huijsvrouwe behoorende is sullen comen aende zeijden vande voorsr: tweede comparante, alsmede sullen blijven aen de sijden vande voorsr: tweede comparanten, alle de erffelijcke haeffelijcke meuble ende inmeuble goederen die haer tweede comparanten door doode van haere vader za: al beede aenbestorven sijn ende noch naer doode van Maijken Jans Suijder derselver moeder, mochten comen aen te besterven daervan den voorsr: eersten comparant volcomen desisteert, sonder daerop eenigh pretens off toeseggen, en behoudt bij den voorsr: ……… parant tussen sijne naercomelingen, alsoo off hij eerste comparant met Adeiaentie Ariensse Hoeffnagel, hem tweede compatante suster oijt getrouwt

Folio 75v

en waren geweest naerlatende deselve goederen ten behoeven vande voorsr: tweede comparanten, ver-claren mede de voorsr: twede comparante op des voorsr: eerste comparants goederen als voorsr: is, van gelijke geen recht nochte pretentie en behodiden waer over ende weder over daer sijn resisterende, soo ende als gewoon is tselve wier alle wetten ende rechten gebruijckelijck ende te gebruijcken, ider sijne als haer andere vrij ende alondiael goet, desen allen tgene voorsr: is verclaren de voorst: comparanten in allen deelen ende poinden te achtervolgen ende naer te comen voor aen ende ten eeuwigen dage, onder verbant als naer rechten, aldus gepasseert ter presentie ende oversraen van de Hr. Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep ende Jan Govert Gijben Heemraden, actum geteeckent desen 28 December 1689.

Adr: Timmers Jan Goeijaertssen Ghijben
1690 Johan Cnaep

                                                       Waterbrieff

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genomineert, Gerit Claessen Molenaer, woonende alhier, dewelcke verclaerde op waterrecht wel ende deughdelijck schuldigh te wesen, aen ende tot behoeff van Handrick Peeters Timmers, ter somme van hondert vier ende twintigh gulde, eene stuijver acht penningen, tot XX stuijvers stuck Hollants prucederende dese voorsz: somme over coop van een smal schipke, met want, zeijl, kabels, anckers ende touwen ende t’verder daer aen dependerende is, bij den voorsz: comparant op hodie vande voorsz: Hendrick Peeters Timmers overge-dragen ende gelevert, gelijck oock van gelijcke, Handrick Peeters Timmers de damschuijt van hem com-parant, met want, zeijl, kabels, ankers ende touwen, mede op hode over ende weder over ontfangen heb-ben, welcke voorsz: hooftsomme gecoost den voorsz: comparant te betalen in twee egale ende gelijcke termijnen, te weten twee en sestigh car: gulde, twelff penningen aenstonts gij den leveringe vant voorsr: schip, onder de conditie dat hij comparant boven de voorsz: …… hondert vierensestigh gulde eene stuij-ver acht penningh tot sijnen last neempt te betalen een somme van twee hondert vijfftigh car: gulde, ende dat op soodanige jaerpaijen als Handrick Peeters Timmers inde maent van Julij vande voorsz Cornelis Vrolijck gepacht heeft volgens de brieven daervan sijnde, ende den voorsz Cornelis Vrolijck van sijnen laetsten termijn voldaen seijnde,

Folio 76r

soo sal den voorsz: tweeden termijn wesende tweeen tsestigh car: gulden rwaelff penninge aende voorsz: Hendrick Peeters Timmers werden betaelt een jaer daeraen volgende, ende dat alles sonder intrest des offt gevielen dat hij debiteur den penninge op sijne verscheijndagh niet en quamen te voldoen, belooven-de daervan intrest te betalen tegens vier gulde tien stuijvers vant hondert, doch een maendt de twee on-begrepen, van welcke voorsz: hooftsomme soo van de termijn van Handrick Peeters Timmers, alsmede de cooppenninge van Cornelis Vrolijck offtewel voor den selven termijnen stelt den voorsz: Gerit Claes-sen Molenaer, debiteur in desen ten onderpant het voorsz; vercochte smalschip, soo als tselve sal wer-den bevonden, omme tselve te doen ende vermogen te arresteren op alle havens, stromen, ende rivieren, soo inden provintie van Hollant, Zeelandt, Gelderlant, onder het gebiet vande Coninck van Hispanien off elders mitsgaders sijne huijsinghe, erve ende geboomte daerop staende, gestaen ende gelegen binnen Cappel, waervan gelegen is west de stege van de wed: Eijltie van Nederveen cum suis, oost Teuntken Govers Bierman, streckende voor van den dijck aff, noortwaerts op tot de erve van Niclaes van Tilborgh toe, ende voorts generalijck rn Coram Adriaen Timmers Schout, Migiel Janssen Backer ende Coenelis vanden Hoeck. Heemrs. Actum desen 19e Januarie 1690. Handrick Peeters Timmers bekent vande voorsz: gerede ende contante penninge door handen vande voorsz: cooper voldaen te sijn, actum ut supra.

Adr: Timmers Michiel Jansen Backer
Cornelis vanden Houck

Handrick Peeters Timmers, crediteur in desen bekent vande tweede offte laetste termijn voer coop vant vooesz: smalschip, door handen van Gerit Claesse Molenaer ten volle voldaen ende betaelt te sijn, actum desen 2e Februarie 1690.

Handrick Peeters Timmer, crediteur in desen bekent ontfangen te hebben van Gerit Claesse Molenaer de somme van hondert car: gulde, over coop vant smalschip hier genoemt, wesende den eersten termijn verschenen in dese Jaers 1691. Actum den 22e Januarie 1691.

Hendrick Peeters Timmer bekende vanden eersten als laetste penningen van dese bovengesr: coop van Geerit Claesen Moolenaer ten volle voldaen en betaelt te sijn, ergo gecasseert, dese 11e Augustus 1693.

                                                                                                                          Hendrick Timmers

Folio 76v

Schiffinge ende verdeelinge gedaen wettelijck tusschen Teunis Handricxsse Timmerman, getrout hebben-de Teuntie Bastiaenssen Boer, ende Cornelis Bastiaenssen Boer, geswagers voor verscheijde obligatie, die buijten de voorsz: deelinge der erffgoederen gebleven sijn, ende is de verdeelinge als volght.

A: Inden eerste soo is ten deel gevallen Teunis Handricx Timmerman, in huwelijck hebbende Teuntie Bas-tiaensse Boer, op eene wilcoir capitael vijfftigh gulde, loopende ende staende tot laste van Peeter Corsten de Haen.

Item alnoch soo is den selve bedeelt op een obligatie van 100 car: gulde capitael, staende ende loopen-de tot lasten van Gerit Jacobssen Mouthaen, gepasseert.

Item alnoch op de gerechte helfft van een obligatie vier hondert car: gulde cappitael, staende tot laste van dorp van Cappel.

B: Item daer tegens soo is Cornelis Bastiaensse Boer bedeelt op een obligatie van hondert car: gulden capitael, staende tot laste van Arie Dircxse Smits.

Item alnoch soo is den selve bedeelt op een obligatie capitael, slaende tot lasten vande wed: Hendrick Wouters Verhagen.

Item alnoch soo is den selve bedeelt de gerechte helfft van een obligatie capitael vier hondert car: gulde, staende tot laste van dorp van Cappel.

Aldus dese voorsz: schifftinge ende verdeelinge gedaen ter presentie ende overstaen van Adeiaen Tim-mers Schout, Johan Knaep ende Cornelis vanden Hoeck, Heemraden. Actum desen 26e Januarie 1690.

Adr: Timmers Cornelis vanden Houck
Johan Cnaep

Folio 77r

Erffdeelinge voor recht aengebracht bij Cornelis Geritsse Smits, Pieternel Gerits Smits, Arien Ariaenssen Schoute in huwelijck hebbende Janneken Gerits Smits, geassisteert met Jan Arienssen Snaphaen haere schoonvader, Arien Geritse Smits, Willem Gerits Smits, daervoor compareert Jan Arienssen Snaphaen voorsz haere schoonvader, ende daer voers intervenierende is, alle als kinderen ende erffgenamen van saliger Gerit Arienssen Smits, ende Eijcken Gerits Looper, vader ende grootmoeder respectivelijck, ende dat van alle de erffelijcke, haeffelijcke goederen bij de voorsz: haere vader ende grootmoeder respecti-velijck metter doot ontruijmpt ende naergelaten hebben, ende is de deelinge als volgende is.

Inden eersten soo is Cornelis ende Willemke Gerits Smits geassisteert als vooren, samen met een blindt lodt gelodt ende beerffdeelt op ses geerden aenwas, gelegen inde Zuijdewijn, waervan belent is oost Maria de Roij, wed. Dirck Janssen van Poppel cum suis, west de wed. Wouter Janssen van Nederveen cum suis, streckende voor van Schipsdiep aff nordewaers op tot de banne van Meeuwen toe, ende dat voor twee looten offte twee vijffde paerten.

Item daer tegens soo is Arien Arienssen Schouten nomine uxoris, ende Pieternel Gerits Smits geassis-teert als vooren, samen bedeelt op een binnen dijcxsse delle, gelegen ten oosten vande Nieuvaert waer-van gelegen is, zuijde Migiel Janssen Backer, noorden Bastiaen Janssen Boer, streckende voor van ter halver Nieuvaert voorsz: aff, oostwaerts op tot de Kercke delle, alsoo genaempt toe.

Item alnoch soo sijn deselve bedeelt op een binnen drieske, gelegen ten noorden vande Nieustraet, waer-van gelegen is oost Jacob Antonisse van Nieuwenhuijsen, west Cornelis van Tilborgh cum suis, strecken-de voor uijtten zuijden vande Hoofftsloot aff, noortwaers op tot de erve van Corst de Zeeuw toe, ende dat mede voor twee vijffde paert, offte twee Looten.

Item daer tegens soo is Arien Geritssen Smits bedeelt op een binnen dijcxsse delle, gelegen ten westen vande Nieuvaert, waervan gelegen is noorden Joost Smits, suijden Peeter Peeters Otterdijck ende van mannieren, streckende voor van ter halver Nieuvaert voorsz: aff, westwaers op tot de Queeckel, alsoo genaempt toe, ende dat mede voor een lodt offte een vijffde paert.

Folio 77v

Ende sijn partijen condividenten vertijt ende vertegen naer den rechten vande landen. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, Cornelis vanden Hoeck Heemraders, Actum desen XIe Febr. 1690.

Adr: Timmers Cornelis vanden Houck
Johan Cnaep

Hiervan den brieff uijtgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genomineert, Adri-aen Geritsse Smits metselaer woonende in Sgravenhagen, ende heeft overgegeven met eender veijer giffte soo recht ende gewoon is, aen ende tot behoeff van Handrick de Roij, specialijck een binnrn dij-cksse delle, gelegen ten westen vande Nieuvaert, waer van gelegen is noorden Joost Smits, Zuijden Pee-ter Peeters Otterdijck, ende van …………… streckende voor van ter halver Nieuvaert voorsz: aff, west-waerts op tot de Queckel alsoo genaempt toe, ende dat alsoo groot ende cleijn als ’t selve aldaer inden Hoeffslagh gelegen is, hem Comparante aengecomen bij deelinge uijtten hooffge van sijnr vader, ende grootmoeder respect:, ende dat met allen wegen, stegen, schouwen ende nabueren rechten, met recht daeruijt gaende, wijders soo gelooft den voorsz: Comparant ’t selve vercoghte te vrijen ende te waren naer den rehten vande Landen, ende alle Callangie ende voorcommer aff te doen, tot Nieuwjaer 1690 toe. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemraders, actum desen XIe Febr. 1690.

Partijen verclaren voor Recht den coop te wesen ter somme van twee hondert vijfftigh car: gulden, waer-van gereet ende contant bij de opdrachte 87 gulde, ende de Resterende penningen in drie egale ende gelijcke termijnen, ende dat van jaer tot jaer tot der volle effectieve voldoeninge, ende betalinge incluijs. Den Comparant bekent vande contant ende gerede penningen door handen vande cooper ten volle vol-daen ende betaelt te sijn, present dagh datum ur supra.

Adr: Timmers Cornelis vanden Houck
Johan Cnaep

Folio 78r

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden, de eerbare Truijcken Jans wed: za: Heijliger Adriaensse, woonende inde Nieustraat onder Cappelle, de welcke verclaren bij forme van deelinge, uijt haere pure ende eijgen wille, te vergunnen gelijck sij vergunt bij desen, als haere comparante kinderen, te weten voor eerst aen Gerit Heijligers ontrent drie vierendeel honts zaijlants gelegen inde Nieuwstraet, waer van gele-gen is oost Cornelis Gabriels Cool, west Jan Geritsse Zeeldraijer, vervolgens de palen aldaer geslagen, streckende uijtten zuijden van Duijl huijske aff, zuijtwaerts op tot de Honse erve toe.

Item van gelijcke Jan Geritssen Zeeldraijer nomine uxoris gelegen ten westen van Gerit Heijligers, volgens de palen aldaer mede geslagen, streckende als vooren, met alnoch op een drieske gelegen inde Sestigh Roeden, waervan oost gelegen is Handrick Tonisse Timmerman, west de steege, streckende uijtten Zuij-den vande erve vande voorsz: Handrick Tonisse Timmerman, off noortwaerts op tot de waterloop toe, onder de expresse conditie dat bijde de voorsz: eerste looten maelcanderen moeten wegen ende stegen van haere voorsz: zaijlande, mits dat dit locht op uijtkeeren, aende gelijcke kinderen, een somme van dartigh car: gulde, te betalen in vier eerstcomende jaren.

Item daeraen soo is gelegen nevens de voorsz: Jan de Zeeldraijer, Peeter Peeters van Dommelen nomine uxoris volgens de pale aldaer mede geslagen, belent west, Dries Heijligers, waerop den selve volght, streckende als vooren.

Item daer tegens soo is Arien Heijligers gelegen ten westen van Peeter Peeters van Dommelen, op de geheele huijsinge met een paerijke zaijlant daeraen gelegen vlgens de pale, aldaer mede geslagen, waer-van gelegen is west Peeter van Campen, oost den voorsz: Pr: van Dollemekes, streckende voor van ter halver Nieustraet voorsz: aff, zuijtwaerts op de Loonse erve toe, mits dat dit lodt moet uijtkeeren aen den voorsz: Pr: Peeters van Dommelen nomine uxoris een somme van twintigh cae: gulde, te betalen over een jaer naer dato deses, mits dat dit lodt den voorsz: Peeter van Dommelen over sijne erve sal wegen ende stegen.

In kantlijn staat: Ick ondergesr: bekenne ontf: te hebben van Arien Heijligers de somme van twintigh gul-de, in de nevenstaende lot vermelt, ergo gecasseert desen 15 Meert 1691.

                                                                                                   Peeter Peeterssen van Dommelen

Onder expresse condotie ende met dien voorstaende dat de voorsz: viet kinderen voor haere voorsz: gedeelde goederen gehouden blijven de vooesz: Comparante hare moeder, haer leven lanck geduerende te alimenteren ende te onderhouden in cost, dranck,

Folio 78v

Zwarten wollen cousen, schoen, wassen, vringen, vuer ende licht, soo sieck als gesont, gemaeck, ende geruck te doen, alles naer staet ende gelegenhijt soo ende gelijck een kint aen haer ouders toestaet, ende behoort te doen, ende sal haeren voorsz: moeder, in range omgaen bij ider kint een vierendeel haers, sal moeten worden onderhouden, ende in val dat eenige der voorsr: kinderen deser werelt quamen te over-leijden in suffiaent offte armoede quame te vervalle, ende haere voorsr: moeder niet conden onderhou-den offte subsisteren sullen in sulcke gevallen, haere gedeelde goederen en daervooren sullen sijn ende blijven verbonden, sonder dat de voorsr: kinderen deselve goederen sal dragen, belasten, offte beswaren veel ende vercoopen, ten waeren dat hare voorsr: moeder quame te overlijden, staen dat in sulcke gevalle de voorsr: vier kinderen vrij omme sulcx te connen doen, allentgene voorsr: is verclaren de voorsr: ge-lijcke kinderen, in allen deele ende poncte, te achtervolgen ende naer te comen voorsr: welcke voorsr: alimentatie ende onderhoudinge verbinden de voorsr: kinderen haere voorsr: verdeelde goederen ende voorsr:generalijck alle hare verdre soo roerende als onroerende goederen hebbende ende vercrijgende, ..: aldus gedaen gecontracteert ende gedeelt ter presentie ende overstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, Jan Govers Gijben ende Corstiaen de Zeeuw: Heemraden, actum desen 27e Februarij 1690.

Adr: Timmers Jan Goeijaertssen Ghijben
1690 Johan Cnaep

Hiervan den brieff uijtgemaeckt op behoorelijck zegel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, Cornelis Claessen vander Saecken ende heefft overgegeven met eender vrijer giffte soo als recht ende gewoon is, aen ende tot behoeff van Peeter Joosten de Bruijn, specialijck eene acker, driesen ende houtwasch daerop staende, gestaen ende gelegen op de Hoogevaert, groot ontrent drie ende een halff hondt, offte soo groot ende cleijn als tselve aldaer inden Hoeffslagh gelegen is, waervan gelegen is Zuijden Aert Bernden, noorden Joost de Bruijn, streckende voor van ter halver Hoogevaert voorsr: aff westwaers op tot Reeders heijden alsoo genaempt toe, bij hem comparant in coope vercregen van Peter Cornelis, ende dat voorts met alle wegen, stegen, schouwen, ende nabueren rechten, met recht daer uijtgaende, wijders soo geloofft den voorsr: comparant tselve te vrijen ende te waren naer den rechten vande landen, ende alle calangie ende voorcommer aff te doen tot desen dagen toe, ende dat met soodanige cheijns als Godts huijs van Dor-drecht, jaerlijcks op Maijdagh heffende is. Coeam dach datum ut supra.

Partijen verclaren voor Recht den coop gereet ende contant gelt te wesen ter somme van vijfftigh car gulden, waervan den voornoemde comparant bekent ten volle voldaen ende betaelt te sijn, present dagh, datum ut supra.

Adr: Timmers Jan Goeijaertssen Ghijben
1690 Jan Cnaep

Folio 79r

Hiervan den brieff uijtgemaeckt.

Coop habliti.

Ten voorsr: dagen Compareerde voor ons Schout ende Heemraden, de eerbare Adriaentie ende Peeter-ken Hermens Lochten gesusters, ende hebben overgegeven met eender vrijer giffte soo gewoon ende recht is aen ende tot behoeff van Peeter van Campen, specialijck een huijsinghe ende zaijlant daer aen gelegen, groot ontrent vijff hont, gestaen ende gelegen ten Suijden vande Nieustraet, waervan west be-lent is, de wed: Baltus Janssen Verhoeven cumsuis, oost Jan Dircxssen Smits, streckende voor van ter halver Nieustraet voorsr: aff, zuijtwaerts op tot de Loonse erve toe, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen ende nabueren rechten, met recht daeruijt gaende, wijters soo verclaren de voornoemde com-paranten, tselve te vrijen ende te waren naer den rechten vande Landen, ende alle Callangie ende voor-commer aff te doen tot den jare 1690 toe onder de conditie, dat de voorsr: comparanten inde voorsr: huijsinge behouden haere veije wooninge met 9 ….. roeden hoffts, ende dat voor hare leven lanck, son-der langer. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, Corstiaen de Zeeuw ende Jan Govert Gijben Heemraden.

Paetijen verclaren voor Recht den coop gereet ende contant gelt te wesen ter somme van twee hondert car gulde, waervan de voornoemde Comparanten bekennen, ten volle voldaen ende betaelt te sijn ergo gecasseert, dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Jan Goeijaertssen Ghijben
1690 Johan Cnaep

Hiervan den brieff uijtgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Sgrevelduijn Cappel, den eersamen Arien Ari-aenssen Schouten in huwelijck hebbende Jenneken Gerits Smits, ende Pieternel Gerits Smits, geassis-teert met Jan Adriaens Snaphaen haren Schoonvader, ende hebben ider voor de helft overgegeven met eender vrijer giffte, soo als recht ende gewoon is, aen ende tot behoeff van Jan ende Gerit Dircxsse van der Hoeven gebroeders, specialijck een binnen dijcxsse delle gelegen ten oosten vande Nieuvaert, groot ontrent anderhalven mergen, waervan gelegen is noorden Bastiaen Janssen Boer, Zuijden Michiel Jansse Backer, streckende voor van ter halven Niruwvaert aff, oostwaerts op tot de Kercke delle (alsoo genaempt) toe, ende dat alsoo groot ende cleijn als tselve aldaer inden Hoeffslagh gelegen is, ende haer comparanten bij deelinge aengecomen, van haer vader ende grootmoeder respectivelijck, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen ende nabueren rechten, met recht daeruijt gaende, wijders soo geloven de voornoemde Comparanten in hare voorsr: qualiteijt, tselve vercochte te vrijen ende te waren naer den rechten vande Landen, ende alle callangie ende voorcommer aff te doen tot Nieuwejaer 1690 toe. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep ende Migiel Janssen Backer Heemraden. Actum desen 25e Februarij 1690.

Partijen verclaren volgens conditie, den

Folio 79v

den coop te wesen ter somme van acht hondert vijff ende sestigh car gulden te betalen in drie egale rnde gelijcke termijnen, te weten, een derde nu gereet ende contant bij de opdrachte, ende de resterende twee termijnen, een jaer naer den anderen, tot de volle effectie .. betalinge ende voldoeninge incluijs, van welc-ke voorsr: eerste termeijn offte gerede penninge, bekennen de vooenoemde Comparanten in hare voorsr: qualiteijt door handen vande voorsr: coopers ten volle voldaen ende betaelt te sijn present, dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Michiel Jansen Backer
1690 Johan Cnaep

Opden 10e Meert 1692 soo bekende de voorsr: vercooper vanden tweeden en lesten termijn ten volle voldaen en betaelt te sijn door hande van Jan vander Hoeven ende de Erffgenamen van Geerit vander Hoeven, ergo gecasseert.

                                                             Dit ist X handtmerck van Arien Arienssen Schouten
                                                                                                                        Pieternel Smits

Hiervan den brieff uijtgemaeckt op een zegel I gulden IIII stuijvers.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, hieronder genomineert, Peeter Peeters Otterdijck ende Handrick van Mammeren schoolmr: tot Spreundel, in huwelijck hebbende Anne-ken Peeters Otterdijck, ende hebben samen ider voor de helft overgegeven met eender vrijer gifte, soo als recht ende gewoon is aen ende tot behoeff van Janneken Janssen Abberdaen, wed: za: Zeger de Greeff, specialijck een binnen dijcxsse delle gelegen ten westen vande Nieuvaert, groot ses hont, waer-van gelegen is Noorden Handrick de Roij, Zuijden Adriana vanden Hout wed: za: Jan Buijs cum suis, streckende voor van ter halver Nieuvaert voorst: aff, westwaerts op tot de Queckel alsoo genaempt toe, bij haer comparant bij deelinge aengecomen van haer vader ende moeder respecktievelijck, ende dat alsoo groot ende cleijn als tselve aldaer inden Hoeffslagh gelegen is, ende dat voorts met alle wegen, stegen, schouwen, ende nabueren rechten, met recht daeruijt gaende, wijders soo geloven de vooe-noemde Comparanten, tselve vercochte delle te vrijen ende te waren naer den rechten vande Landen ende alle Callangie ende voorcommer aff te doen tot Nieuwjaer 1690 toe. Coram Adriaen Timmers Schout, Jo-han Knaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden. Actum desen XVe Meert 1690.

Partijen verclaren voor Recht den coop gereet ende contant goet te wesen ter somme van een hondert vijfftigh car: gulden, waervan de voornoemde Comparanten bekennen ten volle voldaen ende betaelt te sijn, ergo gecasseeret, present dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Folio 80r

Hiervan den brieff uijtgemaeckt.

Coop Hub Litra.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, Janneke Ariens Hoeffnagel wed: Cornelis Hermens Snijder, Gijsbert Ariens Hoeffnagel, Jan Aertse Hoeffnagel, den selven in qualiteijt als voocht, ende Aert Koeckman toesiender der meerderjarige weeskinderen van Gerrit Ariens Hoeffnagel, Jan Leenderts Driesse woonende tot Loon, soo voor zijn selven, mede intervenierende ende de Recto caverende voor zijne susters ende gebroeders, mitsgaders Dirck van Pelt als last hebbende van Arien Leenderts Driesse, alle als erffgenamen za: Maijken Jans, wed: Arien Gijsbers Hoeffnagel, ende hebben ider in haere voorsr: qualiteijt voor soo veel ider haer aenpaert aengaende is, overgegeven met eender vrije gifte gewoon ende recht is, aen ende ten behoeve van Jan Wouters Cladbooter, een wel ende gele-gen huijsinge met zaijlants daeraen gelegen, groot ontrent drie hont, gestaen ende gelegen op de Hooge-vaert, waervan zuijden gelegen is Claes Cornelisse van der Saecken, noorden Matthijs Janssen van Riel, streckende voor van ter halver Hoogevaert voorst: aff, westwaerts op tot de voorsr: erve vande voorsr: vander Saecken toe, ende dat soo groot ende cleijn als tselve aldaer gelegen is, ende voorts met alle wegen, stegen, schouwen, ende nabueren rechten, met recht daer uijtgaende, wijders soo geloven de voorsr: Comparanten in haere voornoemde qualiteijt deselve goederen vercocht te vrije ende te waeren naer den rechten vanden landen, ende alle Calangie ende voorcommer ende achterwesen te voldoen ende te betalen tot Nieuwjaersdagh 1690 toe, ende dat met soodanige cijns, als Godts huijs van Dordrecht op Meijdagh daer uijt heffende is. Coram d’Heer Adriaen Rimmers Schout, Johan Cnaep, Jan Govert Gijben ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden. Actum den eersten April XVIc tnegentigh.

Parthijen verclaeren voor Recht den coop gereed te wesen volgens de conditie ter somme van twee hon-dert vijff gulden te betaelen d’een helfte gereet ende contant bij dese opdrachte ofte gifte, en d’ander helfte van huijden date dese bovengeschreven over een jaer, tot de voldoeninge toe, van welcke voorst: termijn ….. contante penningen, bekenne de voorst: Comparanten daervan ten volle voldaen ende betaelt te zijn, present dagh datum ut Supra. Van welcke resterende coop hier naer custingh is gepasseert, ende oock voldaen. Actum desen leste Julij XVIc negentigh.

Adr: Timmers Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck
Jan Goeijaertssen Ghijben

Folio 80v

Custing Brieff tot laste vanden vooest: Jan Wouters Cladbooter ten behoeve vande vooesr: erffgenamen.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Capel, Jan Wouters Cladboter beken-ne ende verclaeren, uijt krachte ende vermogens seeckere transport op date voorsr: voor Heeren Wet-houderen van Cap. gepasseert, wel ende deuchdelijck schuldigh te wesen aen ende ten behoeve van de kinderen ende erffgenamen van Maijken Jans, wed: zal: Arien Gijsberts Hoeffnagel, eene somme van hondert vijff car: gulden, spruijtende dese schult ter saecke als Reste vande Cooppenningen van den lesten termijn vande voorsr: huijsinge ende erven in dese voorenstaende gifte vermelt, inde gevalle den voorsr: Comparanten op zijne verscheijndagh, de voorsr: coopsomme niet quamen te voldoen, belooft daer van te betaelen vier gulden vijffthien stuijvers tot intrest, van ider hondert, ende dat soo lange tot de volle ende effectuele ende voldoeninge toe, daer vooren verbindende sijne voorsr: gecochte huijsinge, ende zaijlants inde voornoemde Transporte gestelt, ende voorts generalijck alle sijne verdere goederen, roerende ende onroerende, hebbende ende vercrijgende den selven subjecterende aen alle Heeren, Ho-ven, wetten, Rechten, ende rechteren ende voornamentlijck de indicatuelen vande Hoog ende Hooge Vierschaer van Zuijt Hollant, oftewel voor desen Gerechten ende dat onder vrijwilligh Comdemnatie. Acte desen 1e April 1690.

Compareerde de voorsr: kinderen ende erffgenamen van zal: Maijken Jans, wed: Arien Gijsberts Hoeffnagel, verclaeren vande voorsr: Kustingh brieff te geven actionam ceffam aen ende ten behoeve van Jan Aertse Hoeffnagel ende Aert Koeckman, voocht ende torsienderen vande minderjarige wesen van Zaliger Gerrit Ariens Hoeffnagel, ende dat met alle recht ende toeseggingh van dien, actum gepasseert ter

Folio 81r

presentie ende overstaen van Adriaen Timmers Schout, Jan Cnaep en Jan Govert Gijben Heemraden, desen 1e April 1690.

Adr: Timmers Jan Goeijaertssen Ghijben
Johan Cnaep

De voorsr: voochden in haere voornoemde qualiteijt bekenne van dese bovenstaende Custingh brieff, wesende een somme van een hondert vijff cae: gulden, door hande van Adriaen Timmers, Schout als Curateur vande boedel za: Jan Wouters Cladboter, ten volle voldaen ende betaelt te sijn ergo gecasseert. Actum desen lesten Julij 1690.

Hiervan den brieff uijtgemaeckt.

Comparerende voor Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, Jan Woutersse Cladbooter, be-kenne ende beleijden met mijnen willekeur wel ende deuchdelijck schuldigh te zijn, de somme van hondert gulden aen ende ten behoeve van Jan Aertse Cnaep, spruijtende ter saecke van geleende gelde, ende aengetelde penningen, als ick debiteur ter goeder trouwe overgenomen hebben, Remuctierende tot dirn eijnde van alle exceptie de non numeratio pecunie dicterende van onaengetelde penningen, gelooft den voorsr: Comparant die voorsr: somme weederom te geven van huijden date ondergeschreven over een jaer, dat wesen zal den eersten April 1691 met den intrest vandien tegens ses gulden percente, te betae-len aen handen vande voorsr: Crediteureste zijnen toondere deses, ende off het geviel dat den voor-noemde debiteur de voorsr: zomme langer ender hiel geloven dan den intrest te Continueren totte volle betaelingh vandien, mits drie maenden van te vooren op te seggen, waervoor hij Comparant ten onder-pant is stellende spacialijck een huijsingh met saijlants daer aengelegen, groot ontrent drie hont, gestaen ende gelegen op de Hoogevaert, waervan Suijden gelegen is, Claes Cornelisse van der Saecken, noor-den Matthijs Janssen van Riel, streckende voor vande halver Hoogevaert voorsr: aff, westwaerts op tot de erve vande voorsr: van der Saecke toe, ende voorts generalijck zijn persoon en alle zijne verdere goe-deren, roerende ende onroerende,

Folio 81v

egeen vandien gereserveert waer die gelegen soude mogen zijn. Actum ten dagh, maent, jaere als vooren.

Adr: Timmers Johan Cnaep
Jan Goeijaertssen Ghijben

Jan Arienssen Knaep, bekennen van dese bovenstaende wilcoor met alle verloopen intrest, door hande van de Hr: Adriaen Timmers Schout, als curateur vande boedel ende goederen za: Jan Wouters Clad-booter ten volle voldaen ende betaelt te sijn. Actum den sesten Julij 1690.

Hiervan den brieff uijtgemaeckt.

Ten dage voorsr: Compareren de voorsr: weffgenamen van zal: Maijken Jans, die weduwe was van Zal: Arien Gijsberts Hoeffnagel, ende hebben alnoghider in haere voorsr: qualiteijt voor soo veel ider haer aenpaert aengaende is, overgegeven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende ten brhoeve van Jan Ariensse Hoeffnagel een der mede weffgenamen inne desen, specialijck een hont Zaijlants gelegen op de Hoogevaert inde stede van Claes Cornelissen vander Saecke, waervan geheel gelegen is Jan Ariens Hoeffnagel cooper voorsr: zuijden, noorden den voorsr: vander Saecken, strec-kende uijtten oosten 2 roeden op op den suijdensse kant vanden schuer vande voornoemde vander Saecken aff, wesrwaerts op tot Reeders heijden alsoo genaempt toe, ende dat soo groot wnde cleijn als tselve aldaer gelegen is, ende dat met alle wegen ende stegen, mits verclaeren de voorsr: Comparanten tselve vercochte goet te vrijen ende te waeren naer den rechte vanden landen, ende alle Commer, Calan-gie, ende achterwesen, te voldoen ende te betalen tot Nieuwsjaerdaghen 1690 toe, ende dat met soodanige cijns als Godts huijs op Meijdagh daeruijt heffende is. Coram Dhr: Adr: Timmers Schout, Jan Cnaep, Jan Govertsen Gijben, ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden. Acte desen eersten April 1690.

Paerijen verclaeren voor recht den coop te wesen volgens Conditie ter somme van twee en vijfftigh car: gulden, waervan de voornoemde Comparanten in haer vpprnoemde qualiteijt bekenne ten volle voldaen en betaelt te zijn, present dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
Jan Goeijaertssen Ghijben
Cornelis vanden Houck

Foliio 82r

Hiervan den Brieff uitgemaeckt.

Coop hab litr.

Compareerde voor ons Schout ende Heehraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genomineert, Joris de Bie jongh man woonende tot Baertwijck, ende heeft overgegeven met eender veije gifte soo gewoon ende recht is aen ende tot behoeff van Arien Claessen Vaertman, specialijck de gerechte helfte van een huijsinge, erve ende de geboomte daer op staende, geoot een hont, gestaen ende gelegen binnen Cap-pel, gemeijn ende onverdeelt met de voorsr: cooper cumsuis, waervan beleent is, west de wed: Govert Verster, oost Willem Mertens Pruijssers, ende Sr: Geerit Verheijden, den eene teijnde den andere gelegen, streckende voor vanden dijck uijtten Suijden aff, noortwaerts op tot den halver delsloot toe, ende dat-voorts met alle wegen, stegen, schouwen ende nabueren techten met rechr daer uijtgaende, sonders dat den voorsr: cooper uijtte delle vande voorsr: vercooper geen aerde vermagh te haelen tot onderhout der schouwe voor de voorsr: vercochte ende getransporteerde huijsinge, wijders soo gelooft den voornoem-de Comparant tselve vercochte te vrijen ende te waeren naer den rechte vande landen, ende alle Calangie ende voorcommer aff te doen tot Nieuwenjaer 1690 toe, onder de conditie soo behout den voorsr: ver-cooper, sijnen vrijen wegh vande voorsr: delle vooruijt over de voornoemde erve ende getransporteerde goet soo als van ours. Coram Adr: Timmers Schout, Johan Cnaep en Jan Govert Gijben Heemraden. Actum desen 4e April 1690.

Partijen verclaeren voor recht den coop te wesen ter somme van twee hondert vijff en sestigh car: gulden te betalen de eene helft nu gereet ende contant gelt bij de voorsr: opdrachte, ende de wederhelfte van huijden darum bovengesreven over een jaer, van welcke eerste ende contante cooppenningen bekent den voorsr: Comparant vande voorsr: coopers ten volle voldaen ende betaelt te zijn, present dagh darum ut supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
Jan Goeijaertssen Ghijben

Bekenne ik ondergesr: van dese bovenstaende laetste termijn ten volle voldaen ende betaelt te sijn, we-sende een hondert twee en dartigh gulden tien stuijvers, door hande van Arien Claesen Vaertman. Acrum den 15e Maij 1691.

                                                                                                                             Joris de Bie

Folio 82v

Schiftingh, Scheijdingh ende erffdeelingh voor Recht der Heerlijkheijd van Schrevelduijn Cappel aenge-bracht, bij Adriaen Vaertman getrout hebbende Geertruijt Wouters, Dielis Aertse Coeckman wednr. van zal. Peeterken Wouters, ende Willemke Wouters, en dat van een gerechte helft van den huijsinge en erven met den halve delle daer achter gelegen, staende ende grlegen binnen dese Heerlijcheijt voornoemt, hier-onder breeder geroert ende geregensteert is dat in manieren als volcht.

Eerstelijck is den voornoemde Adriaen Vaertman nomine uxoris, gelooft ende geerffdeelt op de voorsr: halve huijsinge ende erve, staende ende gelegen in dese Heerlijckheijt Cappel, gemeen ende onverdeelt met Joris de Bie oftewel den voornoemde Vaertman, als get selve vanden voorsr: de Bie bij Transport en overdracht becoomen hebbende, waer ten oosten van het geheelen huijs naest geerft is Willem Pruijsers en Gerrit Verheijden, Secretaris van Besoijen, deen tenden den anderen, gelegen ten westen de wed. ende erffgenamen van zal: Govert Verster, streckende Suijden vanden dijck aff noortwaerts op tot den halven delsloot toe, en dat soo groot en cleijn als in zijn voorsr: lemeten gelegen is, dan sal die noornoemde huijsingh en erve den voorsr: onder gementioneerde delle behoorlijck moeten wegen en stegen, mits dat dit loth tot melieratie sal moeten uijtreijcken aen het loth daer Dielis Coeckman en Willemke Wouters hier naer op bedeelt zijn, de somme van dertigh gulden eens.

Daertegens soo sijn de voornoemde Dielis Koeckman en Willemke Wouters

Folio 83r

geloot ende geerffdeelt op de gerecht helft van een del achter de vootnoemde huijsinge gelegen, ge-meen en onverdeelt met Joris de Bie voor de andere helft, waervan ten oosten vande geheele delle naest belent is den voornoemde Verheijden, ten Westen de wed: ende erffgenamen vande voorsr: Verster, streckende uijt den Suijden vanden voornoemde halve delsloot aff, noortwaerts op tot den Ambachte van Nederveen toe, en dat soo groot en cleijn als in zijn voorsr: lemiten gelegen is, mits dat dit loth zal geme-ten tot meliotatie van het loth daer den voorsr: Vaertman hiervooren op bedeelt is, de voorsr: somme van dertigh gulden eens.

Aldus sijn partijen in voegen als vooren geloot, gescheijden ende geerffdeelt, om ider het zij te gebruijc-ken als haer andere vrije en eijgen goet, en hebben deen ten behoeve van den anderen vertijt en gerenun-sieert, gelijck sij vertijen en Renuncieren bij desen naer den rechten van de landen, onder expresse pro-testatie soo hier naermaels op deen off dander lot eenige actie ofte Calangie quamen te ontstaen,(des overhoopt wert neen) soo geloven partijen condividenten pro rato, die malcanderen te sullen helpen affdragen en garanderen des gedaen en gepasseert ter presentie en overstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Cnaep, en Jan Govert Gijben Heemraden. Actum desen 4e April 1690.

Adr: Timmers Jan Goeijaertssen Ghijben
1690 Johan Cnaep

Folio 83v

Hiervan extract uijtgeven op Segel van 6 st.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, den eersamen Wouter Meus-sen Wijnen Schepen inde Vrijhoeven, dewelcken verclaren te hebben verwilcoort en gelooft sooals recht is aen en ten behoeff van Sr: Dirck van Pelt, Schepen vande Vrijhoeven ter somme van een hondert car: gulden, den gulden ad. veertigh Grooten Vlaems gereeckent, ptocederende dese voorsr: somme van ten da….. geleende gelde ende aengetelde penningen, als ick debiteur, in mijne noot vande voorsr: van Pelt ondergenomen hebben, ……….. hier en tot dien wijnde vande executie de nonnumdrato pecunia dictbrende van die aengetelde gelde, welcke voorsr: hooftsomme gelove ick obligant wederomme te Restitueren van Huijde datum ondergeschr. Over een Jaer, dat wesen zal den 25 April 1691, metten Intrest vandien, tegens vijff car: gulden vant hondert, te betalen aen handen vanden voorsr: crediteur ofte den wettigen toonder van deses, ende off gevielen dat den voorsr: debiteur de voornoemde hooftsomme met gehefte vande voorsr: crediteur quamen te onderhouden geloven daervan Intrest te betalen naer loop ende lapts destijts als voorsr: staet echter niettemin te betalen des bij de vooesr: crediteur vermarnt wer-dende , voor welcke voorsr: hooftsomme stelt den voorsr: debiteur ten onderpant specialijck de gerechte derdepart in een steede off ackerlant daeraen gelegen, gestaen ende gelegen op de Hoogevaert, gemijn en onbedeelt met Jan Govert Gijben cum suis, waervan int geheel naestgelegen is, noorden de kinderen van Gijsberts Goverts den Ouden, zuijden Adr: van Campen, streckende voor van der halve Hoogevaert aff, westwaerts op tot de Peijs alsoo genaemt, Item alnoch het gerechte derdepart in twee hont zaijlants, gelegen in de Nieuwstraet, gemeijn en onverdeelt met den Armen van Cappel cum suis, waervan oost gelegen is Willem Peters Talen cum suis, west den voorsr: Armen, streckende voor van der halver Nieuw-straet aff, Zuijtwaerts op tot de Loonse erve toe, ende voorts generalijck sijne verdere roerende ende onroerende goederen, hebbende ende vercrijgende, omme bij fonte van quade betalinge, daer aen te verhalen. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Cnaep ende Jan Govert Gijben, Heemraden. Actum desen 25e April 1690.

Adr: Timmers Jan Goeijaertssen Ghijben
Johan Cnaep

Opden huijden 30e Appril 1719, is mij Secretaris geble……. quiestie opde Copije, waerbij de bekent van desen bovenstaende somme en intrest is voldaen.

Folio 84r

Hiervan uijt geven gros.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hieronder genomineert, Jan Cornelissen Visscher, in huwelijck hebbende Jenneken Huijgens woonende tot Waspijck, de welcke ver-claerde te remuicheren, ende te desisteren van soodanigse pretensie, moervelden als hij Comparant sus-tineerde te hebben, nevens anderen personen, gelegen onder Cappel aende Zuijtsijde vande molewerff, als Govert vander Punten ende de wed: Peeter vander Punten, in eijgendom toebehoorende ende Compi-terende sijn, ende hoewel den vooenoemde Comparant niet en was vervoeght, omme den voorsr: gront ende moervelden, te gebruijcken veel in te steecken gelijck alreede geschiet is, verclaren den voorsr: Comparant de voorsr: moervelden, sij voor hem offte eijne naercomelinge, niet meer te Reppen, te roeren offe te turberen als den gesteecke torff daervan te halen, vervremden als andersints, maer de selve moervelde, bij de voorsr: Govert vander Punten ende de weduwe Pieter vande Punten, als bij acte van coop en transporte ………. hebbende, gerustelijck ende verdelijck te laten gebruijcken als haer ander, vrij, eijgen, ende aulodiale goederen, ende dat onder verbant als naer rechten, aldus gedaen ende gepasseert ter presentie ende overstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, die dese nevens den voorsr: Comparant hebben onderteeckent. Actum dese IIIen Junij XVIc tnegentigh

Jan Cornelissen Visser

Adr: Timmers Johan Cnaep
1690 Cornelis vanden Houck

Folio 84v

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, de eerbare Adriaentie Teunis-se Paens, weduwe van wijlen Cornelis Janssen van Gorcum, den welcke verclaerde te hebben aengeno-men gelijck deselve aenneempt bij desen van Peeter Janssen van Gorcum, in qualiteijt als voocht van mijne drie kuinderen, met namen Jan, Adriaentie, ende Anneken Cornelis van Gorcum, ende dat met ad-voij van Schout ende Gerechten voornoempt, als oppervoochden van alle weduwen en weesen, omme de voorsr: haere voorsr: drie kinderen, verweckt bij za: de voorsr: Cornelis van Gorcum, te alimenteren in cost dranck, cleeden ende Reeden, wasschen ende vringen vuer ende light, hach ende gemaeck te doen soo in sieckte als gesontheden, de selve haere voorsr: kinderen aen de schoole te houden, te laten leeren lesen ende schrijven, alsmede een eerlijck hantwerck van naijen spoelwercken als andersints, alles naer staet ende gelegentigheijt, vande voorsr: Comparante. Ende dat tot haere kinderen mondige dagen, hu-welijcke staet, ofte andere geapprobeerde state, ende tot haren mondigen dagen Huwelijck, offte andere geapprobeerde staten sullen gecomen sijn, aen hare voorsr: drie kinderen sullen laten volgen voor eerst eenen halven mergen zaijlants, gelegen inde Nieustraet waervan oost gelegen is Arien Jansse de Looper, west Peeter Cornelis Leempoel, streckende voor uijt den noorden vande Berghse pat, alsoo genoempt aff Zuijtwaerts op tot de erve vande voornoemde de cooper toe. Item alnoch een binnen dijcxsse delle, gelegen ten westen vande Nieuvaert, waervan Zuijden gelegen is den Ed: Heere vande Zuijdewijn, Noor-den Jacob Deckers, streckende voor van ter halver Nieuvaert, voorsr: aff westwaerts op, tot den Queec-kel alsoo genaempt toe. Item alnoch een binnendijcxsse delle gelegen ten oosten vande Nieuvaert, waer-van noorden gelegen is de wed: za: Arien Woutersse Visser cum suis, Zuijden Peeter Janssen van Gor-cum voocht voorsr:, streckende voor van ter halver Nieuvaert voorsr: aff, oostwaerts op tot de erve van Antonij Andriesse vander Nath toe. Item alnoch een halff lodt moergronde gelegen teijnde de Nieuvaert onder Cappel ten westen vande Geer, oost gelegen de erve vande voornoemde Geer, weest ……………………….., Zuijden ………………………….., noorden …………………………………, gemeen ende onverdeelt met de kinderen za: Jan Wouters.

Folio 85r

Item alnoch soo sal de voornoemde Comparante daer en boven aen haere voorsr: drie kinderen uijtkeeren een somme van twee hondert car: gulden sonder meer, ende dat voor haere vaderlijcke, gerediteijt ende erffportien verstervende van eene kindt op d’ander ende laeste kint mede deser werelt komende te over-lijden sonder naer te laten eenige wettige geboorten, sulle deselve goederen ab intestato, erve ende be-sterven naer rechten wnde costuijmen deser landen Locael, nemt sij Comparante tot haren last, te betalen voor soo veel de voorsr: goederen de minderjarige als gaende sijn te bevrijden van alle laste ende contri-butie, sonder dat de Reegeerders sullen nemen eenige reflextie wie het voornoemde goet soude mogen aengaen, ende dat tot haere voorsr: kinders mondige dagen toe, waertegens sij moeder voornoempt, vande voorsr: goederen ten dage voorsr: toe sal trecke, de uslefrutuarie ende vreughtgebruijck, voor soo veel de minderjarige aengaet, waer tegens sij eerste Comparante naer alle baleesheringe, van den voorsr: boedel in erffelijckheijt sal hebben ende behouden alle haere verdere erffelijcke goederen buijten dese voorsr: aenneminge gebleven, mitsgaders roerende als onroerende, haeff meuble gout silver gemunt als ongemunt, actie crediten in ende vuijtgaende schulden etc., omme die bij de voorkinderen ende naerkin-deren voornoempt, naer dooden vande voorsr: eerste Comparante, ende moeder voornoemt egalijck sullen gepartiseert ende gedeelt, sonder eenige onderscheijt van kinderen, voor welcke voorsr: uijtkeeringe ende alimentatie stelle de voornoemde Comparante ten onderpant haere voorsr: goederen, hebbende ende vercrijgende, omme bij foute van quade betalinge ende onderhout te verhalen, ende sijn partijen tot deen off des anders proffijt, verteijt ende vertegen naer den rechten vande landen. Aldus ge-daen ende gepasseert ter presentie ende overstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, ende Cornelis vanden Hoeck, Heemraders. Actum desen 12e Junij XVUc negentigh.

Adr: Timmers Cornelis vanden Houck
Johan Cnaep

Opden 6e Januarij 1698 Compareerde ter Secretarij van Cappel Jan Cornelisen van Gorcom ende Teunis Cuijsten in houwelijck hebbende Anneken van Gorcom, de welcke t’samen bekennen ider voor haer part inde bovengeschreven 200 gl. voldaen te sijnde, sijnde 2/3 parten.

                                                                                                                      Jan van Gorcom
                                                                                                                       Antoni Kuijsten

Folio 85v

Erffdeelinge voor Recht aengebracht bij ende vanwegen Jan Cornelisse van Gorcum, alsmede Peeter Jansse van Gorcum in qualiteijt als voocht der twee minderjare kinderen van za: Cornelis Jansse van Gor-cum, verweckt bij Adriaentie Teunis Paens, met Adriaentie ende Anneken Cornelis van Gorcum, ende dat met consent ende toestaen van Schout ende Gerechte als oppervoochden van alle weesen, ende dat van alle de erffelijcke goederen haer Comparante aengecomen uijt den hooffde van aenneming offte haer vaderlijck bewijs tuschen de voorsr: kinderen, ende haere voorsr: moeder, gepasseert opten 12e Junij voor wethouderen van Cappel voornoemt, gepasseert ende hiervoor geregistreert, ende ts de deelinge als volght.

Inden soo is Jan van Gorcum met een blindt lodt gelodt ende beerffdeelt op een binnendijcxsse delle, gelegen ten westen vande Nieuvaert, waervan Zuijden gelegen is den Ed: Heeren vande Zuijdewijn, Noor-den Jacob Deckers, streckende voor van ter halve Nieuvaert voorsr: aff Westwaerts op, tot den Queeckell alsoo genaempt toe, alsmede op een somme van een hondert vijffentwintigh gulde, ende dat voor een lodt offte derde paert, welcke penningen uijt Reedelijck bewijs moet werde geprofiteert.

Item daertegens soo is Peeter Jansse van Corcum, in sijne voorsr: qualiteijt als voocht van Adriaentie Cormelis van Gorcum bedeelt op eene halve mergen zaijlants gelegen inde Nieustraet, waervan oost ge-legen is Arien Janssen de Looper, west Peeter Cornelis Leempoel cumsuis, streckende uijtten noorden vande Berghse padt aff Zuijtwaerts op tot de erve vande voornoemde de cooper toe, ende mede een halff loth moergronden gelegen teijnde de Nieuvaert, gemeen ende onverdeelt met de kinderen van za: Jan Wouters ten westen vande Geer, oost de erve vande voornoemde Geer, Weest ………………………….., Zuijden …………………………………………, Noorden …………………………………, ende dat mede voor een lodt offte derde paert.

Folio 86r

Item daertegens, soo den voorsr: voocht wegens Anneken Cornelis van Gorcum, bedeelt op een binnen dijcxsse delle gelegen ten Oosten vande Nieuvaert, waervan Noorden gelegen is de wed: za: Arien Wou-tersse Visscher cum suis, Zuijden den voorsr: Peeter Jansse van Gorcum voocht voornoempt, Strecken-de voor van ter galver Nieuvaert voorsr: aff oostwaers op tot de erve van Antoni Andriessen vander Nath toe, alsmede op een somme van vijffentseventigh ca: gulde welcke penninge, mede uijt haere vaderlijck bewijs moet worden geprofiteert, ende dat mede voor een Lodt offte derde paert.

Aldus dese voorsr: verdeelinghe ende vertightinge gedaen naer de wette deser landen, ter presentie ende overstaen van de Heer Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, actum desen XIIe Junij XVIc negentigh.

Adr: Timmers Cornelis vanden Houck
Johan Cnaep

Hiervan den brieff uijtgemaeckt.

Compareerde voor ons Heemraden van van Schrevelduijn Cappel, de Heer Adriaen Timmers Schout al-hier, als een gestelde curator vanden boedel ende goederen naergelaten bij za: Jan Wouterssen Clad-booter, volgens acte van authorisatie voor wethouderen voornoempt gepasseert, van dato den 22e Junij 1690 lest leden, ende heeft indier qualiteijt, overgegeven soo gewoon ende recht is aen ende tot behoeff van Pieter Corsten Schoen=maecker, specialijck een huijsinghe, bogaerdt met ontrent drie hont lants dae-raen gelegen, gestaen ende gelegen op de Hoogevaert, waervan beleent is, Zuijden Claes Cornelis van-der Saecken, Noorden Mattheijs Janssen van Riel, streckende voor van ter halver Hoogevaert voorsr: aff westwaers op tot de erve vande voornoemde Claes Cornelisse vander Saecke toe, ende

Folio 86v

alsoo groot ende cleijn als tselve aldaer inden Hoeffslagh gelegen is, ende dat voorts met alle wegen stegen schouwe, ende nabueren rechten met recht daeruijt gaende, wijders soo geloofft den voornoemde Comparant, in sijne voornoemde qualiteijt tselve vercochte te vrijen ende te waren naer den rechten van de Landen, ende alle Callangie ende voorcommer aff te doen tot Niruwejaer 1691 toe, ende met soodani-ge servituijren van cheijns als Godts huijs van Dordrecht daeruijt jaerlijcks heffende is, op Maij.

Partijen verclare, voor recht den volgens conditie te wesen gereet gelt ter somme van twee hondert tien car. gulden, waervan hij Comparant, bekenne ten volle voldaen ende betaelt te sijn ergo gecasseert. Al-dus gedaen ende gepasseert ter presentie ende voerstaen van Johan Knaep, Coenelis vanden Hoeck, relateert Jan Govert Gijben. Actum desen 22e Julij XVIc negentigh.

                                                                                                          Cornelis vanden Houck  
                                                                                                      Jan Goeijaertssen Ghijben
                                                                                                                            Johan Cnaep

Extract getrocken uijt seecker rtffdeeling tusschen de kinderen van za: Adriaen Rombouts, in leven Schout van Cappel, dewelcke is als volght.

Ierstelijck een stuck hoijlants genaempt een del gelegen inden dorpe van Cappel, waer ten oosten naest beleent is Adriaen de Roij, ende westwaerts Corstiaen de Bie, streckende van dijck aff, noortwaerts op tot de Oudestraet toe, sijnde vrij ende aloudiael goet is bij blinde lootinge ten deel gevallen aen Lou-werens Rombouts sijne erve ende naercomelingen, mits dat den selven gehouden sal sijn uijt te keeren aen ende ten behoeve van Johan Hoffmans sijne swager, in voldoeninge van sijne aenbedeelt lodt ter somme van een hondert rwintigh gulden eens, alsmede aen Antonij Rombouts sijnen broeder aen gelt ter somme van vijfftien gulden, ende daerenboven hem

Folio 87r

quit schellende, een obligatie van twee hondert gulden capitael metten intrest vandien, die hij tot lasten vande gemelten Antonij Rombouts was eijsschende, ende dat in voldoeninge van sijne aenbedeelen lodt, waermede sij Comparanten wederseijts sij affstaende van alle pretenssien die sij d’een tot des anders last soude mogen hebben offte Reserveren in eeniger ………

Aldus dese scheijdinge en deelinge bij ons ondergeteeckende beraempt ende voltroocken binne dese vrijheijt van Waelwijck, belovende allen tgene voorsr: staet bij ons sal achter volght, ende volcomen naergecomen werden, voor welcke naercominge wij een iegelijck verbinden, onse persoon ende goe-deren, egeen uijtgesondert, alles ten rechten gebroch sijnde, tot vasticht deses, soo hebben wij dese onse deijlinghe eijgenhandich onderteeckent opten 21e Jilij 1690, ende was deteeckent Jan Rombouts, Laurens Rombouts, Peeter Schut, Jan Hoffmans, Antonij Rombouts, lager stont:

Bekenne ick ondergesr: Jan Hoffmans, ontfangen te hebben van Laurens Rombouts ter somme van hon-dert en twintigh gulden, ende dat in volle voldoeninge van mijn aenbedeelt lodt, inde voorsr: deijlinge gementioneert beder…. sijner goede betalinge, actum bij mijn ondergeteeckent opten 30e Julij 1690, ende was geteeckent Jan Hofmans.

Bekenne ick ondergesr: Antonij Rombouts ontfangen te hebben van Laurens Rombouts mijne broeder ter somme van vijfftien gulden als sijnde een Restant van mijn aenbedeelt Lodt inde voorst: deijlinge ge-mentioneert waermede deselve volcomen voldaen ende betaelt is. Actum bij mijn onderteeckent op den 30e Lulij 1690, ende was geteeckent Antonij Rombouts.

Geextrageert vuijt de orginele geteeckende deelinge, ende wert bevonden voor sooveel dit geextrageerde met deselve deelinge te accorderen, actum desen IIe Augustus 1690.

                                                                                                              Anth: Glavimans sris
                                                                                                                             1690

Folio 87v

                                                   Wilcoir, pro de Armmrs: van Cappel, Anno 1689 en 1690,
                                                                                      laste
                                                                       Arien Dircxsse Smits, debiteur.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hieronder genomineert, de eersamen Arien Dircxsse Smits, dewelcke heefft verwilcoort ende geloofft soo als recht is schuldich te wesen aen ende tot behoeff van Jan Stevens Huijsmans, ende Claes vander Saecken in qualitijt als Arm-mrs: van Cappel voornoempt, vande jare 1689 ende 1690, ende dat tot behoeff vande voorsr: Armmrs ter somme van een hondert car: guldens, den gulden as: veertigh Grooten Vlaems gereeckent, spruijtende dese vooesr: hooffsomme van ten dancke geleende gelde, ende als getelde penninge als hij obligant, met wil ende danck ter goeder trouwe onder ondergenomen heeft, welcke voorsr: hoofftsomme is geno-ten ende geproffiteert uijt het lodt van Reeckeninge van Johan Knaep ende Migiel Denisse de Haen als gewesene Armmeesters van Cappel voorsr: vande jaren 1687 ende 1688, Rennichterende tot den eijnde vande exceptie de non ninnerato plinnia dicterende van ……. getelde goede welcke voorsr: hoofftsomme geloofft den voorsr: Smits wederomme te Restitueren van huijden datum ondergesr: over een jaer, dat wesen sal den 19e September XVIc eenen tnegentigh metten intrest van dien tegens vijff gulde vant hon-dert int jaer, te betalen aen handen vande Armmeesters, die alsdan comen te Regeren offtewel aen die-geene die Recht soude compiteren, ende des ofdt geviele dat den vooesr: Comparant met gelieffte van-de voornoemde Crediteurs in haere voornoemde Qualiteijt Cangetesaam te onderhouden gelove dartvan intrest te betalen naer loop ende leepte des tijts, niettemin te betalen de voornoemt, werdende voor welc-ke voorsr: hoofftsomme et intreste, staet hij debiteur ten onderpant, specialijck sijne huijsinghe ende zaijlants aengelegen, gestaen ende ghelegen ten zuijden vande Nieustraet, waervan beleent is, oost Huij-bert Ockers, west Pr: Corsten de Haen, streckende voor van ter halver Nieustraet voorsr: aff, zuijtwaerts op tot de Loonse erve toe, ende voorts generalijck sijne verdre roerende ende onroerende goederen, ende dat alles onder verbant als naer Rechten. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van de Hr: Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, ende Jan Govert Gijben, Heemraders. Actum desen 19e Septem-ber 1690.

Adr: Timmers Jan Goeijaertssen Ghijben
1689 Johan Cnaep

Opden 3e November 1700 soo bekende Merten Dolck en Corstiaan Glaviman armmrs: van Cappel van dit bovenstaande Cappitaal voldaan te wesen volgens quitantie.

Los briefje behoort bij bovenstaande akte.

Wij Armeesters van Sgrevelduijn Cappel, Corstiaen Glavimans ende Meerten Dolck bekennen ontfanghen te hebben uijt handen van Arien Dirxssen Smits de somme van hondert gulden, ……………… ende dese penningen zijn spruijtende van een wilcoor die zijn afgele… bij Arien Dirxssen Smits, actum den 3 No-vemder 1700.

                                                                                                                                Meerten Dolck

Folio 88r

Waterbrieff voor Handrick Prs: Timmers, tot lasten van Gerit Jansen Boudewijns.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel Gerit Janssen Boudewijns, dewelcke verclaren op waterrecht wel ende deughdelijck schuldigh te wesen, aen ende tot behoeff van Handrick Peeters Timmers ter somme van twee hondert car: gulden tot XX stuijvers stuck Hollant gereec-kent, spruijtende dese voorsr: somme over coop van een damschuijt met want zeijlagie, anckers ende touwe met met tgene inden Roeff is bevonden, ende aende voorsr: schuijt dependerende is, welcke voorschreve somme geloofft den voorsr: Comparant te betalen in drie termijnen, te weten tnegentigh car: gulde gereet ende contant bij de leveringhe vande voorsr: damschuijt nu aenstonts, ende de Resterende in twee egale ende gelijcke termijnen, vijff en vijfftigh car: gulde van huijden datum onder geschreven over een jaer, ende het Resterende derde termijn over een jaer daer aen volgende, tot de volle effectueele voldoeninghe ende betalinghe incluijs, ende vrtmagh den voorsr: crediteur bij ghebreecke van quade be-talinghe, de voorsr: damschuijt te vervolgen op alle havenen, stromen ende Riviere, soo in Hollant, Ger-derlant, Brabant, gebiet vande Conninck van Hispanien, aen elders deselve te doen arresteren sonder eenige Rechtsplichtinghe conne te doen, voor welcke voorsr: cooppenninghen soo stelt den voorsr: comparant ten onderpanr de voorsr: danschuijt, ende voorts generalijck alle sijne verdere Roerende ende onroerende goederen, hebbende ende vercrijghende, egeen vandien uijtgesondert waer die gelegen offte bevonden mochten worden, soo in Hollant als Brabant, omme bij fonte van quade betalinghe daeraen te mogen verhalen. Aldus gedaen ende gepasseert ter presentie ende overstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep, ende Migiel Jansse Backer Heemraden, actum desen 25e October 1690.

Handrick Peeters Timmers vercooper in desen bekennen vande voorsr: eerste termijn, wesende tnegen-tigh gulde contante penninghen door handen van Gerit Jansse Boudewijns, cooper ten volle voldaen en beraelt te sijn, ergo gecasseert.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1690 Migiel Jansen Backer

Opden ersten April 1692, soo bekende Hendrick Peeters Timmers vanden tweeden termijn voldaen te sijn, wesende de somme van vijff en vijfftigh gulden door hande van Geerit Jansse Boudewijns.

Opden 17e ……. 1693 soo bekende Hendrick Prs: Timmers vanden derden en laetsten termijn voldaen te wesen met de somme van vijffenvijfftigh gld: door hande vande voorsr: Geerit Janssen Boudewijns ergo gecasseert.

Folio 88v

Hiervan den brieff op een behoorlijck zegel uijtgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout en Heemraden van Shrevelduijn Cappel hier onder genomineert den eer-samen Nanningh de Zeeuw, en heeft overgegeven met eender vrije gifte soo als recht is aen en ten be-hoeve van Adriaen Ockers, seecker huijsinge en hoff, geoot ontrent rwee hont off soo groot en cleijn t’selve alhier binnen Shrevelduijn gelegen is, waervan oost gelegen is Cornelis van den Hoeck, west Jan Dingeman Deckers, streckende voor van s’Heeren Steaete aff, Zuijdewaerts op tot de wed: Aert Jan Die-len toe, en dat voorts met alle wegen, Stegen, Schouwe en nabuere rechten, met recht daeruijt gaende, en sal coopen moeten gedogen dat den voorsr: Jan Dingeman Deckers zal moeten wegen door de voorsr: huijsinge wesrwaerts in, en oostwaerts uijt aen te vaerde de voornoemde huijsinge terstont, en gelooft de voornoemde Comparanr t’selve goet te vrije en te waeren na den rechte van den landen, en alle Commer en Calangie aff te doen tot dese dage toe geheelijck. Coram Johan Cnaep, Giel Jansse Backer en Corne-lis van den Hoeck Heemraden. Actum desen 26e Januarij 1691.

Partijen verclaeren voor recht den coop gereet ende Contant gelt te weesen ter somme van twee hondert gulde, waervan voornoemde Comparant ten vollen voldaen en betaelt te zijn, ergo gecasseert, present dagh datum ut supra.
In kennis van mij, als bij provisie
Geauthoriseert, Secretaris

A: Glaviman Srts: Johan Cnaep
1691 Michiel Janse Backer
Cornelis van den Houck

Folio 89r

                                                                 Copie

Heer Schout

Dient tot ve… naricht dat Jacob Dircxsse van Brantwijck, wednr: van Cornelia Bastiaens van Ouwerkerck za: alhier onder de jurisdictie van Giessen Oudekerck overlijden, met mijn als oppervoocht, Livens Joa-chim van Ouwerkerck als bloetvooght ovrt de minderjarige kinderen bij de voornoemde Cornelia van Ou-werkerck aenden opgeseijde Brantwijck geprocureert, heeft gecontracteert ende uijtcoop gedaen omtrent de goederen op de voornoemde kinderen wegens derselver moeders besterffenisse gesuccedeert, ende alsoo wij van de vooenoemde kinderen hebben bedongen gereede penningen, dienvolgens heeft den voornoemde Brantwijck absolutie authoriteijt binnen mits de verdere goederen bij hem wegens ziujne huijsvrouw gepossibeert te handelen, en daervan te disponeren in voegen als hem geraden danckt waer-mede verblijve Heer Schout. Nevens stont U Edele Dienstwillige Dienaar, en was ondert: A. Broothoft, in margine stont. Giessen Oudekerck den 17 Januarij 1691, de Scheperscriptie luijt, omme de Heer Schout tot Capelle.

Dat dese met zijn principael is accorderende bevonden verclaere ick als bij provisie geauthoriseert, Srs

A: Glaviman
1691

                                                                 Copie

Alsoo Hendrick Bastiaensse Ouwerkerck dese werelt is coomen te overlijden, nalatende twee minderjaeri-ge kinderen, het eene genaemt Arij Hendricxse out ses jaeren, en Aentie Hendricx out drie jaeren, in echte geprocureert bij sijnr nagelaten wed: Neeltie Abrams van Alpen en hij Hendrick Bastiaensse in zijn leven deselve ziujne kinderen van geen vooghde heeft voorsien, soo hebben wij Schout ende Schepenen (tege-lijck zijnde weesmannen) over de Moercappelle en wilde nemen tot vooghden ende toesienders over de opgemelte weeskinderen aengestelt (na ingekomen bericht en kennisse van haer luijdende bequaemheijt inde getrouwicheijt) gelijck wij aenstellen bij desen, Joachim Bastiaenen Ouwerkerck en Cors Abramse van Alpen als Oomen en bloedvooghden over deselve weeskinderen.

Folio 89v

gevende henluijden ten dieneijnde soodanige ampele macht en bevel als vooghden na rechte compateren mits blijvende sujluijden gehorden ende verplichr te allen tijde, van haer vooghdie ende administratie te doen behoorlijcke Reeckeningh, bewijs ende reliqua, versoeckende alle ende den ygelijck die ’t aengaet deselve persoenen daervoor te houden ende erkennen, Beloovende de verrichtinge uijt crachte deses ontrent de voorsr: vooghdie te doen van waerde te houden ende doen houden, Rectificerende ende ap-proberende, mede allen t’geene bij de voorsr: Joachim Basriaensse en Kors Abr: van Alpen gesamentlijck offe ider bij haer int besonder in desen bedeelt is, gedaen ende verricht. Aldus gedaen ende gepasseert bij ons Cornelis Helemans Schout, item Cornelis Jansen Backer en Aelbert Jansse Winter Schepenen ende t’egelijck …..mannen inde Moercappelle, den achtste Januarij 1691, en was ondert: C: Heleman, Cornelis Jansse Backer, Aelbert Jansse Winter.

Dat dese met zijn principael is accorderende bevonden, verclaere ick als bij provisie geauthoriseert Sec-tetaris.

A: Glaviman
1691

                                                                 Copie

Op huijden den 21e Januarij anno 1691 Compareerde voor mijn Anthonij van Rhijn, Notaris publieck bij de Ed: Hove vsn Hollant geadmitteert, Residerende met de nagenoemde presente getuijgen alhier tot Bode-graven, de eerbaere Arijaentie Bastiaens Ouwerkerck, bejaerde dogter woont mede alhier, dewelcke ver-claerde op het aldercraghtiste te constitueren ende volmachtigh te maken gelijck sij Comparanten doet bij desen, Joachim Bastiaensse Oudekerck haer broeder, woont tot Moercappelle om uijt haere naem met de andere mede erffgenamen van haer overleden oom, Govert Arijense Versteerre, te vercoopen alle de vas-te goederen,

Folio 90r

lant, huijs ende erff, nagelaten bij de vooenoemde Comparantes oom, haeren naem opdraght en cessie doen, de cooppenningen ontfangen, quitinge te geven voor de Gerechte van Cappelle off daer die gele-gen zijn, de selven uijt haere naem met de andere erffgenamen divideren en scheijden, en voorts genera-lijck ad negotia alles doen off sij Comparanten selffs present sijnde soude konne ofte mogen doen, be-lovende de Rato, onder verbant en Construcktie als na rechte mits dat den geconstitueerde gehouden blijft, tot allen tijden des vermaent zijnde, te doen behoorlijcke Reeckeningh van zijne administratie, als na behooren, aldus gedaen en gepasseert tot Bodegraven ten Comptoire mijns Notaris, in presentie van Gerrit van Krimpen ende Claes Ockijssen Camp getuijgen van goeden geloven hiertoe versocht, die de minute benevens de Comparanten ende mijn Notaris mede onderteeckent hebben, date ut supra. Onder stont Quod Attestor, en was onderteeckent A: van Rhijn Notaris Publ:

Dat dese met zijn principael is accorderende bevonden, Attestere ick ondergesr: als bij provisie geautho-riseert, Secretaris

A: Glaviman
1691

                                                                 Copie

Op heden den 2e Februarij 1691 Compareerde voor mij Albertus van Braeckel, Openbaer Notaris bij den Hove van Hollant geadmitteert, residerende tot Sevenhuijse ende voor de getuijgen ondergenoemt Neeltie Abrams van Alphen, laetst wed: wijlen Hendrick Bastiaens Ouwerkerck, woonende aende Moercappelle, mijn Notaris bekent, welcke voorsr: Hendrick Bastiaens in zijn leven mede erffgenaem abjitestato is ge-weest van Govert Verster, overleden in Cappelle in Brabant, sijne moederlijcke volle oom zaliger, ende sulcx sij Comparante achterachte vande Conjugale gemeenschap binnen de provintie van Hollant geintra-deert, tot de voorsr: portie erffenisse

Folio 90v

vande voorsr: haeren man saliger, voor deene helfte gerechtight, dewelcke verclaerde in die qualitijt te constitueren ende volmachtigh bij desen Joachim Bastiaens Ouderkerck, haer gewesene swager, mede wonende aen de Moercappelle voorsr: omme inden naem vande Comparante in haer qualitijt met de ver-dere naergelate erffgenamen vande voorsr: Goverd Verster te procederen tot inventarisatie, schiftinge, scheijdinge ende reddinge des boedels ten dien eijnde te maken, passeren ende verlijden alle alle be-scheijden soodanige instrumenten ende bescheijde, als daertoe eeniger maten moghte coomen te veree-ijsschen alle de goederen des boedels int openbaer ofte uijtterhand te mogen vercopen ende tot gelde te maken behoorlijck transport en opdragen ende …..doen van eijgendom te mogen verlijden de cooppen-ningen alsmede haer Comparanten contingent inde voorsr: portie erffenisse te mogen ontfangen, quit van alles te passeren, alle onwillige debiteuren in rechte te convenieren, alle questien ende processen, soowel eijsschende als verweergere waer te nemen, ende alles ten uijteijnde toe te vervolgen, mitsgaders over alle deselve te mogen submitteren aen soodanige arbitere ofte goede manieren, ende op alle alzulcke Conditien als hij geconst raetsaem verdelen zal, wijders alles te doen handelen ende verrichten, t’g …. eenichsints dese aengaende mochte coomen te vereeijsschen ende sij Comparanten in haer qualiteijt (selffs present sijnde) soude connen effe vermogen te doen met macht van substitutie, belovende de verrichtinge en crachte deses te doen, van waerden te sulle houden ende doen houden onder verbant van haer persoom en goederen, behoudens reeckening ende verantwoorde gedaen tot Sevenhuijsen, ter pre-sentie van Emond Struijck mijnen clercq, wnde Abram Klasen Bijl als getuijgen. Onder stont quod Attes-tor en was onderteeckent. A v. Braeckel Notaris publ.

Dat dese met zijn principael is accorderende bevonden, Attestere ick ondergeschreven, als bij provisie geauthoriseert Secretaris.

                                                                                                                                    A. Glaviman
                                                                                                                                            1691

Folio 91r

Hiervan den brieff uijtgemaeckt op een behoorlijcken zegel

Compareerde voor ons Schout en Heemraden van Schrevelduijn Cappel hieronder genomineert, Lijske Ariens wed: wijle Hendrick Grelen, Joachim Hendricx en Sr: Otto van Rijswijck als man en vooght van Aletta sijne wettige huijsvrouwe, woonende tot Heusden voor deen helft, Driewe Teunis gr Vechter, wed: wijle Johannis Ouwerkerck uijt crachte van seeckere testamentaere dispositie tussen haer ende haeren voorsr: man za: gemaeckt als langstlevende haer daerbij gegeven ende vergunt wedende, de voorschre-ven testamente gepasseert voor Notaris en seeckere getuijgen binnen Woudrichem Resideren, wesende van date den 12e April 1690 ons Schout en Heemraden voorgelesen, Joachim Bastiaensse Ouwerkerck soo voor zijn selven alsmede last ende procuratie hebbende van Adriaentie Bastiaensse Ouwerkerck, gepasseert voor Notaris en seeckere getuijgen tot Bodegra Residerende, wesende in date den 21e Janua-rij 1691 hier vooren geregistreert de voornoemde Joachim Bastiaens Ouwerkerck, alnoch als last en pro-curatie hebbende van Neeltie Abrams van Alpen, laest wed: van wijle Handrick Bastiaensse Ouwerkerck, gepasseert voor Notaris en seeckere geruijgen binnen Sevenhuijse Residerende, wesende deselve procu-ratie van date den 2e Februarie 1690, hiervooten geregistreert Jacob Dircxse van Brantwijck als in huwe-lijck gehadt hebbende Cornelia Bastiaensse Ouwerkerck, woonende tot Giessen Ouwerkerck en Corst Abrams van Alpen in qualiteijt als oomens en bloedvooghden van twee onmondige kinderen van de voorsr: Handrick Bastiaensse Ouwerkerck, volgens acte van Schepenen en Weesmannen op hem gede-pescheert wesende in sate den 8e Januarij 1691, mede hiervooren geregistreert voor dandre helft, alle als erffgenamen van za: Govert Verster, in sijn leven gewoont hebbende alhier tot Schrevelduijn Cappel, hebben overgegeven met eender vrije gifte soo als recht is aen en ten behoeve van Peeter Claesse Ro-senbrant, spedialijck seecker huijsinge en hoff, gestaen ende gelegen binnen Schrevelduijn Cappel voorsr:, waervan west gelegen is Dhr: Adriaen Timmers Schout ter halve dwarssloot toe, oost Arien Claesse Vaertman mede ter halve sloot toe, streckende voor vanden Dijck aff, noortwaerts op tot den eersten halve dwarssloot toe, off soo groot en cleijn’t selve gelegen is, en dat voorts met alle wegen, stegen, schouwe ende nabuere rechten met recht daer uijtgaende, en sal nevens de voorsr: huijsinge en erve moeten wegen als van outs Hendrick Gerrirs Pachter, waervoor den voorsr: Handrick Gerritse zal moete maken twee roede schouwe aenden oosttense kant, voorts soo Belovende de voornoemde Com-paranten ider in haere voorsr:

Folio 91v

qualiteijt ’t selve huijs en hoff te vrije en te waeren na den rechte van Zuijt Hollant, ende voorts allen Commer en Calangie daer inne wesende aff te doen tot Nieuwe jaer 1691 toe, mits dat de cooper de hu-ere vande voorsr: huijsinge van heden aff zal trecken ende proffiteren. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Cnaep, en Jan Goverts Gijben Heemraden, dese sevende Februarij XVIc eenentnegentigh.

Partije verclaere voor recht den coop gereet en contant gelt te wesen ter somme van seshondert vijffen-veertich gulde, waervan de voornoemde Comparanten ider in haere voorsr: qualiteijt bekenne voldaen en betaelt te zijn, ergo gecasseert dagh datum ut supra.

Adr: Timmer Jan Goeijaertssen Ghijben
Johan Cnaep

Hiervan den brieff uijtgemaeckt op een behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Schout en Heemraden van Schrevelduijn Cappel hieronder genoemt de voorsr: vercoopers, ider in haere voorsr: qualiteijt, hebben alnogh overgegeven met eender vrije gifte soo als gewoon ende recht is aen en ten behoeve van Hendrick Gerrits Pachters, specialijck een buijten dijcxsse delle, gelegen alhier binnen Schrevelduijn Cappel, waer van west gelegen is Dhr: Adriaen Timmers Schout, oost Joris de de Bie cum suis, streckende voor vande eersten halven dwarssloot aff, noort-waerts op tot de Oude straet toe, off soo groot en cleijn ’t selve ter plaetse voorsr: gelegen is, sonder nochtans in de voorsr: precise maten te wille vervadt wesen, en dat voorts met alle wegen, stegen, schouwe en nabuere techten met techt daer uijtgaende, en zal dit paeceel moeten wegen nevens de huijsinge en erve van Peeter Claesse Rosenbrant aende oostensse kant als van outs, met wagen, karre, koije peerden etc:, waervoor de voorsr: Handrick Gerrits zal moeten onderhouden twee roede schouwe

Folio 92r

aenden oostensse kant, voorts soo belovende de voornoemde Comparanten ider in haere voorsr; quali-teijt ’t selve goet te vrije en te waeren na den rechte van Zuijt Hollant, ende vooers alle voorcommer en Calangie daer op wesende aff te doen tot dese dage toe. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Cnaep en Jan Goverts Gijben Heemraden, dese sevende Februarij 1691.

Partijen verclaere voor recht den coop gereet en contant gelt te wesen ter somme van een duijsent twee hondert vijffentwintich gulden, waer vande voornoemde Comparanten bekenne ten volle voldaen en be-taelt te sijn, ergo gecasseert, dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Jan Goeijaertssen Ghijben
1691 Johan Cnaep

Hiervan den Brieff uijtgemaeckt op een behoorlijcken zegel.

Ten voorsr: dage Compareerde voor ons Schout en Heemraden van Schrevelduijn Cappel hieronder ge-nomineert, de voornoemde Comparanten, ider in haere voorsr: qualiteijt uijtgenomen Joachim Hendricx hebben overgegeven met eender vrije gifte soo als recht is, aen en ten behoeve vande voorsr: Joachim Hendricx, een seventte achtste part in een binnendijcxsse delle, gelegen aende westkant vande Willem van Gentsvaert, waervan Zuijtwaerts gelegen is de wed: van Claes Teunis Vaertman, noorden Jan Teunis van Pas, streckende voor van Willemkensvaert aff westwaerts op tot de erve van Jan Dingeman Deckers toe, off soo groot en cleijn ’t selve gelegen is ter plaetse voorsr: geloegen is, en voorts met alle wegen, stegen, schouwen, en nabuere rechte, met recht dart uijtgaende, voorts soo beloven de de voornoemde Comparanten ider in haere voorsr: qualiteijt het voorsr: zevende achrste part in de voorsr: delle, den coo-per te waeren na den rechte van Zuijr Hollant, en voorts alle voorcommer en Calangie daerop wesende aff te doen tot dese dage toe. Coram Adr: Timmers Schout, Jan Cnaep en Jan Goverts Gijben.

Folio 92v

Heemraden datum ut Supra.

Partije verclaeren voor recht den coop gereet en Contant gelt te wesen ter somme van sestich gulde, waervan de voornoemde Comparanten bekenne ten volle voldaen en betaelt te zijn, dagh datum ut Supra.

Adr: Timmers Jan Goeijaertssen Ghijben
1691 Johan Cnaep

Hiervan den brieff uijtgemaeckt op een zegel van I gl. IIII st.

Compareerde voor Schout en Heemraden van Schrevelduijn Cappel hiet onder genomineert Lijske Ariens, nagelaten wed: Hendrick Michielsse de Grooten, en heeft overgegeven met eender vrije gifte soo als recht is aen en ten behoeve van Hendrick de Roij, de helft onbedeelt in drie hont ackerlant, waervan west gelegen is de voornoemde Handrick de Roij coopers, oost de ackeren van Willem van Gentsvaert, strec-kende voor van Merten Dolcke aff, noortwaerts op tot de erve vande voornoemde Hendrick de Roij toe, en dat soo groot en cleijn ’t selve ter plaetse voorsr: gelegen is, en dat voorts met alle wegen, stegen, schouwe ende nabuere rechte, met recht daer uijtgaende, voorts soo gelooft de voornoemde Comparant de voornoemde helfte in de voorsr: drie hondt ackerlant den cooper te waeren na den rechte van Zuijt Hollant, ende voorts alle commer ende Calangie daerinne wesende, aff te doen tot dese dage toe. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Cnaep en Jan Goverts Gijben Heemraden, dese achtste Februarij 1691.

Partijen verclare voor recht den coop gereet en contant gelt te wesen ter somme van tachentigh gulde, waervan de voornoemde Comparanten bekenne ten volle voldaen wnde betaelt te zijn, ergo gecasseert, dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Jan Goeijaertssen Ghijben
1691 Johan Cnaep

Folio 93r

Hiervan den brieff uijtgemaeckt op een behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Schout en Heemraden van Schrevelduijn Cappel hieronder genomineert Johan de Loos, en heeft overgegeven met eender vrije gifte soo als recht is, aen en ten behoeve van Jacob Jansse van Hamont, den schoone en welgelegen huijsinge, hoff en lant groot ontrent twee hondt, off soo groot en cleijn ’t selve gelegen is, sonder noghtans in de precise mate te wille vervadt wesen, gelegen inde Nieustraet, waervan west gelegen is Willem Jansse van Vucht, oost den armen van Cappel, streckende voor van ter halve Nieuwstraet aff tot de Loonse erve toe, en dat voorts met alle wegen, stegen, schouwe en nabuere rechte met recht daer toebehoorende, voorts soo gelooft den voornoemde Comparant het voorsr: huijs, hoff en lant den cooper te waeren na den rechte van Zuijt Hollant, ende alle voorcommer ende Calangie daerinne wesende, aff te doen tot dese dage toe, en voorts volgens de orginele conditie daervan zijnde. Coram Adriaen Schout, Johan Cnaep en Jan Goverts Gijben Heemraden, dese negende Februarij 1691.

Partije veclaere voor recht den coop te wesen volgens de conditie vuer hondert tien dulde, te betalenin twee egale ende gelijcke termijnen als te ewten d’eene helft bij de gifte, en dander helft ovrt een jaer dae-raen volgende, tot de volle betalinge ende voldoeninge toe, waervan de voornoemde de Loos, Compa-rant van dese bovenstaende somme, bekent voldaen ende betaelt te zijn, alsoo van deen helft obligatie is gemaeckt dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Jan Goeijaertssen Ghijben
1691 Johan Cnaep

                                                       Copie

Aen mijn …… Heeren Weesmeesteren deser Stadt en Provincie van Meghelen.

Verthoont Reverentlijck Clara van den Bruel, wed: van

Folio 93v

Adriaen Ariens, geborne was vande Langhstratte, binnen de parochie van Cappellen boven Breda, vanden welcken sij behouden heeft, een minderjarige dochterke met naemen Margreta volgens de declaratie van-de Eerwaarde Heere de Rouw, volgens pastoir Sinte Catharina parochie alhier, dat aen haeren voornoem-de man Competerende zijn eenige erffelijcke goederen, gelegen binnen de voorsr: parochie, waervan de suppleanten seer weijnich geniet, jae dat suppleanten om ’t selve te haelen, bij naer soo veel moet verte-ren als sij Comt te genieten, soodat sij en der wese momboirs Jan vanden Bruel ende vancent Besaan, geraden vinden deselve goederen aldaer te vercopen, om de penningen daervan procederende, alhier aengeleijt te worden dan ’t selve niet comende geschieden sonder de permissie ende authorisatie, keeren hun tot in Eerwaerde Heer ootmoedelijck biddende ende gedient te wesen haer suppletien te authoriseren tot het vercoopen derselver goederen, mits observerende de solemniteijten daertoe geregistreert, den cooper te goede en desen quitantie van haeren ontfangh te verlijden, naer den ontfanck der cooppennin-ge, en voorts te doen dat in soodanige moet geschieden, om alsdan de penningen alhier aengeleijt te worden, twelck doende etc:, en was onderteeckent, dit is X het hantmerckteecken van Jan vanden Bruel, dit is het X hantmerck van Vincent Besaen, in margine stont het appt: luijt aldus: Mijn Heeren Weesmees-teren, gesien dese requeste, ende op alles geleth authoriseren de momboirs vande minderjaerige te ver-coopen met alle gerequireerde solemniteijten, de erffelijcke goederen ten dese geroert, de coopers te goede ende erven voor Heere ende hoff competent, ende de cooppenningen te ontfangen, om alhier ter selver natuere aengeleijt te worden ten proffijte vande minderjaerige. Actum Coram Heer ende Mr: Rom-bout Haens, Jor: Louis Francois Pijnssen van der Aa Weesmeesteren, ende mij Griffier ondergesr:, den 18e Augustij 1690, was onderteeckent J. Scheppers 1690.

Callata concordat cumsuc orginale, bij mij als bij provisie geauthoriseert. Secretaris.

                                                                                                                              J: Glavimanssen  
                                                                                                                                       1691

Folio 94r

                                                       Copie.

Aende Eerwaerdige Heeren Schout en Schepenen van Schrevelduijn Cappel.

Geeft met alle reverentie te kennen Clara van den Bruel, wed: wijlen Adriaen Ariensse Gemens, woonende in de Stadt Mechelen, ende met haer gevoocht Jan van den Bruel haer supplianten broeder, als bij Heeren weesmeesteren van Meghelen voornoemt aengestelde momboir volgens seeckere regte ende dopge-volghde appoinctemente van date den 19e Augustus 1690, hiernevens gaende over haer minderjaerigh weeskint van haer suppliante verweckt bij wijle Adriaen Adriaensse voorsr: hoe dat al… bij … als opper-voochden, ten hooghsten ende meesten oirbaer, ende tot benefitie vande voornoemde supp0liante, ge-negen soude wesen omme publijckelijck te vrtcoopen seecker erffgoederen, naergelaaten bij wijle Anneke Ariensse Buijcx, ende alsoo de voornoemde suppliante beducht is de voornoemde erffgoederen niet en hadde mogen vercoopen, tensij met consent van Schout ende Gerechte voornoemt, als oppervoochden van weesen sijnde, soo et dat sij suppliante, als wesende een arme ende bedruckte wed: haer is kerende tot U ed: versoeckende, dat der selver goeder geliefte sij, wat belanght haere suppliants kints erffgoet, ofte portie tot onderhout ende subsidie, habatiatie derselver kint te vercoopen, temeer alsoo den comen-de winter voor de deur staet, ende nakende is daerinne gelieven te accorderen ende te laten volgen, de cooppenningen die vande voorsr: erffenisse, coomen geprocedeert te werden, tot welcke eijnde ved: gelieven te authoriseeren denwel ende bequaem man tot vercoopinge van het voornoemde erffgoet, tot leveringe vandien, ende verders deser landen alhier gebruijckelijck zijnde, onder stont: dit doende etc: ende was onderteeckent, dit merck stelt X Clara van den Bruel, verclaere niet te connen schtijven.

Dat dese met zijn principael is accoorderende bevonde, Attesteren ick ondergesr: als bij provisie ge-authoriseert Srs.

                                                                                                                                 J:Glavimansse
                                                                                                                                          1691

Folio 94v

                                                       Copie

Heemraden gesien de Requeste gepresendeert bij Clara van den Bruel, wed: wijlen Adriaen Ariensse Ge-mens, woonende tot Meghelen, versoeckende haer suppliments kints erfgoet off portie tot onderhout, subsidie der selver haer kint in de naerlatenschap van Janneke Ariensse Buijcx, wed: Adriaen Gemans te mogen werde verkocht, ende authorisatie op den bequaem man, tot deselve vercoopinge ende transport te doen, alsmede gesien de appte van Heeren Weesmrs: der stadt Meghelen in date den 18e Augustus 1690, waerbij de selve authoriserende momboirs van de minderjarige hebben aen de momboiresse over haere kinderen geconsenteert, in de vercoopinge in dese vermelt, ende volgens haere versoeck, authori-seren Adriaen Timmers Schout alhier, omme de goederen in dese gemelt, publieck te vercoopen, ende deselve aen de coopers te transporteren, de cooppenningen aen de suppliante als voogdesse over te tellen naer dat dan van alhier reeckeninge ad Reliqua sal zijn gedaen, actum desen 23e October 1691. Onder stont: ter ordonnantie van Schout ende Gerechten, gereeckent, en was onderteeckent: Anth: Glaviman Srs 1690.

Dat dese met sijn principael is accorderende bevonden bij mijn als bij provisie geauthoriseert, Secretaris,

J: Glaviman Srs.
1691.

Hiervan den brieff uijtgemaeckt op een behoorlijcken zegel.

Compareerde voor ons Schout en Heemraden van Schrevelduijn Cappel hieronder genomineert, dhr: Adriaen Timmers Schout, in qualiteijt als bij Heemraden van Schrevelduijn Cappel voorsr: geauthoriseert zijnde wesende acte van authorisatie van date den 23e October 1690, alhier gebleecken ende hiervooren geregistreert, alsmede op de consente van Heeren Weesmeesteren der stede Mechelen, in dato den 18e Augustij 1690, hiervooren mede geregistreert,

Folio 95r

en heeft indier qualiteijt overgegeven met eender vrije gifte soo als recht is, aen en ten behoeve van Pee-ter Corsten Schoenmaker een gerechte noordens derde part inden steede, gecomen van zaliger Jenneke Ariensse Ruijcx, gelegen inde Nieustraet ten noorden, waervan zuijden Maijken en Anneke Ariens Gemens belent sijn, noorden Jan Jacobsse van Hamont, streckende ten oosten vande erve van de voornoemde Jan Jacobsse van Hamont aff, westwaerts op tot de erve van Arien Leenderts Wijne toe, soo groot en cleijn ’t selve gelegen is, en dat voorts met alle wegen, stegen, schouwe en nabuere rechte, met recht daer uijtgaende, voorts soo gelooft de voornoemde Comparant in sijne voorsr: qualiteijt het voorsr: erf-fenis den cooper te waeren na den rechte van Zuijt Hollant, ende voorts alle voorcommer ende Calangie daerinne wesende aff te doen tot Nieuwejaer 1691 toe, nochtans subject soodanige cijns als den Wel Edele Hoogh Edele Heer van Cappel jaeren daerop heffende is. Coram Dhr: Adriaen Timmers Schout, Jan Cnaep en Jan Goverts Gijben Heemraden, dese negende Februarij XVIc eenennegentigh.

Partijen verclaere voor recht den coop gereet en contant gelt te wesen ter sommen vierentnegen- tigh gl: gl: tien stuijvers, waervan de voornoemde Comparant bekent ten volle voldaen en betaelt te zijn, ergo gecasseert dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1691 Jan Goeijaertssen Ghijben

Hiervan den Brieff uijtgemaeckt op een behoorlijk zegel.

Compareerde voor Schout en Gerechten van Schrevelduijn Cappel hieronder genomineert Sr: Otto van Rijswijck, en heeft overgegeven met eender vrije gifte soo als recht is, aen en ten behoeve van Joachim Handricx een vierde paert in een steede, groot ontrent vier hont, gestaen ende gelegen binnen Cappel, waervan oost gelegen is vande geheele steede de wed: Claes Swaen, west Peeter Spoele, streckende vanden dijck aff, west Peeter Spoele, streckende van den dijck aff, zuijtwaerts op tot de erve van Jan Dingeman toe, item alnogh den gerechte vierde part in een stucxkie ackerlant, groot ontrent int geheel drie hont, gelegen aende westkant van Willem van Gentsvaert, waervan erst gelegen is de kinderen van Cornelis Jan Geenen, oost de ackers van Willem van Gentsvaert, streckende voor vande erve van Merten Dolcke aff, noortwaerts op tot de erve van Handrick de Roij toe, en dat voorts met alle wegen, stegen, schouwe en nabuere rechten, met recht daer uijtgaende, voorts soo gelooft hij Comparant het voorsr: goet te vrijen en te waeren na den rechte van Zuijt Hollant, ende alle voorcommer en Calangie

Folio 95v

daer inne wesende aff te doen, tot dese dage toe. Coram Adriaen Timmers Schout. Jan Cnaep en Michiel Janssen Backer Heemraden, dese twelffde Februarij XVIc eenentnegentich.

Partijen verclaeren voor recht den coop gereet ende contant gelt te wesen ter somme van twintigh guld:, waervan den voornoemde Comparant bekent ten volle voldaen en betaelt te zijn, ergo gecasseert dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Michiel Jansen Backer
1691 Johan Cnaep

                                                       Copie …..

Op huijden den 14 Januarij anno 1699 Compareerde voor mij, Hendrick van Bergen Openbaer Notaris bij den Hove van Hollant geadmitteert, en in Out Beijerlant Residerende inde tegenwoordigheijt vande onder-gesr: getuijgen Mr: Cornelis van Gorp Chirigijn, woonende in Out Beijerlant mij Notaris bekent, sieckelijck van lichamen te bedde leggende, edogh zijn verstant memorie gebruijckende soo als opentlijck ende claerelijck bleeck te kennen gevende, hij was aenmerckende de swackheijt des menschelijcken leven, datter ter werelt niet seeckerde en is als de doot, ende niet onseeckerde dan den tijt ende d’uijre vandien, daeromme niet gaerne van deser werelt scheijdende sonder alvoorens zijne minderjaerige kinderen voor-sien, tot dien eijndestellende ende nominerende Adrianus van Gorp zijnen broeder, ende de Heer Anthonij Glaviman, Secretaris van Cappel zijnen swager, bijde als administrerende vooghden, mitsgaders Sr: Aert Verstolck woonende tot Rotterdam in qualite als toesiender voocht, haer versoeckende ende recomman-derende de opsichte zijner

Folio 96r

kinderen, ende de administratie naer te laten goederen, met buijtensluijtinge van allen andere, ende inson-derheijt Schout ende Gerechten alhier, niet willende ofte begerende datte selve, behoudens hun respect en eere haer eenichsints metten boedel ende goederen van hem Comparant sulle hebbe te bemoijen di-rectelijck ofte indirectelijck in geenderlij manieren, maer ’t selve wel expresselijck te verbieden, Consente-rende hier van acte gemaeckt ende gelevert te werden in forma alles sonder froude. Aldus gedaen ende verleden ten huijse van hem Comparant, ter presentie van Pieter Dircxsse Duijt ende Andries Walburgh, beijde als getuijgen hiertoe versocht, datum ut supra, ende was onderteeckent Cornelis van Gorp, Pieter Dircxsse Duijt, Andries van Walburgh en J. v. Bergen Notaris Pub:, lager stont: naer gedaene Collatie is dese met zijn orginele bevonden te accorderen, Huijden den XXI Februarij anno 1691, en was onderteec-kent J.v. Bergen Nots Publ.

Dat dese met zijn principael is accorderende bevonden Attester. Ick ondergesr: als bij provisie geauthori-seert.
Secretaris
J. Glaviman Secr:
1691

Hiervan den brieff uijtgemaeckt op een behoorlijcken segel.

Compareerde voor Schout en Heemraden van Schrevelduijn Cappel hieronder genomineert, Jan Kievits in huwelijck hebbende Christina Glaviman, Zeger Loeff als in huwelijck hebbende Antonetta Claviman, Reij-mer van den Broeck als in huwelijck hebbende Maria Glaviman, Jan van Beoechoven als in huwelijck heb-bende Adriana Glaviman, mitsgaders Johanna Glaviman, geassisteert met Corstiaen Glaviman, Srs: van Druenen, alle als kinderen van zal: Dhr: Christiaen Glaviman, in zijn leven Drossaert tot Druenen voor deen helft, en Adriaen van Gorp, woonende tot Oud Beijerlant als testamentaire voocht, nevens Christiaen Glaviman als tot dien eijnde mede beeedight voocht, vermits het overlijden van Anthonij Glaviman in zijn leven Srs: van Cappel, als nessens de voornoemde van Gorpvolgens testamente gepasseert voor Nota-ris en seeckere getuijgen binnen Out Beijerlant geconstitueert bij zal: Cornelis van Gorp. Hier voorens geregistreert, waertoe wert geregistreert,

Folio 96v

en dat over de twee onmondige kinderen van zal: den voornoemde Cornelis van Gorp, verweckt mede bij wijlen Dircxse Glaviman voor d’ander helft, en hebben gesamentlijck overgegeven met eender vrije gifte soo als recht is, aen en ten behoeve van Adriaentie Teunis Paens nagelate wed: Corn: Jansse van Gor-cum, en Jan Dircxsse Smit seeckere huijsinge mitsgaders het ackerlant daer aengelegen, gestaen ende gelegen inde Nieustraet, groot int geheel vier mergen off soo groot en cleijn ’t selve inden Hoeffslagh gelegen is, sonder inde precise mate te wille vervat wesen, waervan oost gelegen is Gerrit Mouthaen cum suis, west de wed: Peeter Ockers, en de wed: Aert Luijcx, deen teijnde den ander gelegen, streckende voor van ter halve Nieustraet aff, noortwaerts op tot der halve Cruckvaert toe, en dat voorts met alle schouwe en nabuere rechten soo teijnde de voorsr: huijsinge en ackerlant als inden uijtganck, en sulle coopers moete gedogen, dat de wed: Aert Luijcx nevens de voorsr: huijsinge en erve zal moeten wegen met karren, wagen, peerden en hoije etc:, mirsgaders de kinderen en erffgenamen van zal: Christiaen Glaviman, in sijn leven Drossaert tot Druenen, met haere gronden gelegen aende noorde sijde vande Kruckvaert, soowel deen als dander, en voor alle andere die weckt met recht daer over zijn hebbende, en dan voorts volgens de d’orginele coopcedulle daer van zijnde waer toe wert gerefereert, voorders soo belovende de voornoemde Comparantrn ider in haere voorsr:qualiteijt de voornoemde huijsinge en acker-lant den cooper te waeren na den rechte van Zuijt Hollant, ende voorts alle voorcommer en Calangie daer inne wesende aff te doen tot dese dage toe. Coram Adriaen Timmers Schout, Jan Cnaep en Corstiaen de Zeeuw, Heemraden, dese 27e Februarij 1691.

In kantlijn staat:

Cornelis Sprangers als actie en transport hebben van de gelijcke erfgenamen van Corstiaen Glaviman in sijn leven Drossaert tot Druenen, bekent vanden tweeden paij voor sijn portie voldaen te sijn, met een somme van 94 gl 5 st: den 2 Februarij 1692.

Compareerde Adriaen van Gorp als voogt, borger in Outbeijerlant, dewelcke bekende vanden tweede paij mede voldarn te sijn, actum desen 7 Febr: 1692.

                                                                                                                          Adrianus van Gorp

Compareerde den voorsr: van Gorp in qualitijt als vooght, den welcke bekende vanden derde termijn vol-daen te sijn, actum den 17e Feb: 1693, mer de somme van 93 gl 5 st.

                                                                                                                          Adrianus van Gorp

Ten voorsr: dage soo bekende de huijsvrouw van Cornelis Speangers met een quitantie oock vanden derden termijn voldaen te sijn met 93 gl 5 st, actum dagh datum ut supra.

Compareerde Ad: van Gorp als vooght ende borger binnen Out Beijerlant, den welcken bekende vanden lesten termijn met de somme van 94-7-8 door hande vande voorsr: cooperen voldaen te sijn den 7e Meert 1694 gecasseert.

                                                                                                                           Adriaen van Gorp

Ten voorsr: dage is vertoont den quitantie van Corn: Speangers als acte ende transpoer hebbende van de Erffgenamen van zal: Corstiaen Claviman, in sijn leven Srs: tot Druenen, waerin hij bekend vande voorsr: coopers ontfangen te hebbe 93-10-8.

Partijen verclaere voor recht den coop te wesen ter somme van achthondert negenenveertigh gulden, en dat in vier egale ende gelijcke termijnen, mits dat den cooper bij den eersten termijn hondert gulden merer zal geven, en dan voorts in drie egaele ende gelijcke termijnen tot de volle ende effectuele betalinge toe, ende bekende de voornoemde Comparanten van de eerste termijn, wesende ter somme van twee hondert sevenentachentigh gulden vijff st. voldaen ende betaelt te zijn, dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1691 Corstijaen de Seeu

Folio 97r

Compareerde voor ons Schout en Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genomineert, Jan Dircxsse Smits ter eenre, ende Aentie Teunis Paens nagelaten wed: Cornelis van Gorcom ter andere zijde, en hebben onderlinge met malcanderen gedaen ende gemaeckt een erffdeijlinge, en scheijdinge, van seeckere huijsinge en ackerlant daer aengelegen, gestaen ende gelegen inde Nieuwstraet, groot ontrent in geheel vier mergen, waer van oost gelegen is Gerrit Mouthaen cumsuis, west de wed: Peter Ockers, en dat in maniere hier na beschreven, te weten dat de voornoemde Jan Dircx Smits zal blijven behouden en besitten de huijsinge en erve tot den tweede stelt toe, aende oost zijde ende aende westensse zijde, tot de Kruickvaert toe, waer tegens de voorsr: Aentie Teunis Paens wed: Cornelis van Gorcom sal hebben ende blijven behouden de westense zijde tot den voorsr: tweede stelt toe, ende daer vervolgens aende oostzijde tot de Kruijckvaert toe, mits malcanderen deen den anderen tweemael over dwers moeten we-gen en stegen, met die conditie dat se die stegen malcanderen sullen helpen onderhouden, en offt ge-beurde dat de voorsr: Aentie ofte derselver erffgenamen een huijsinge op de westzijde van de steede quamen te timmeren, beloven den anderen en malcanderen te sulle wegen en stegen, ’t sij met wagens, karren, peerden, koije etc:. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van Adriaen Timmers Schout, Jan Cnaep en Corstiaen Zeeuw Heemraden, dese 27e Februarij 1691.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1691 Corstijaen de Seeu

Bij bovenstaande acte behoren de volgende losse briefjes:

Briefje 1.
Ick ondergeschr: bekennen ontfangen te hebben uijt handen van de weduwe wijllen Cornelis Jansen van Gorkom de somme van drie ende tgegentigh gulden vijff stuijvers, ende dat van eenen paij van een huijsinge ende landereijen die de erfgenamen van den Drossert van Druenen hebben verkost aende we-duwe voorsr:, waervan ick van de voorschreven sommen bekennen voldaen te sijn. Actum desen 7 Februarius 1692.

                                                                                                                          Cornelis Sprangers
                                                                                                                                     1692

Briefje 2.
Ick ondergeschreven beken ontvangen … vijf handen handen vande wed: van Cornelis Jansen van Gor-com de somme drie en negentig gulden en vijftien stuijvers, en dat van den paeij van het jaer 1693, waer-van ick daervan beken voldaen te sijn …… absent van mij man, actum desen …
………

                                                                                                   De huijsvrou Cornelus Sprangers

Briefje 3.
Ick ondergesr: bekenne ontfangen te hebben uijt handen van de …….. weeu van Corneles Jansen van Gorcom de somme van drie en thegentigh gulden tien stuijvers, ende dat van de leesten paij van de huijsinge en landereijen die de eerfgenamen van drossaert van Druenen, Cristiaen Glaviman hebben ver-koost aen de voorsr: weduwe van Cornelis Jansen van Gorkom, waer van ick van de voorschreven som-me bekennen voldaen te sijn. Actum desen driede Mertij 1694.

                                                                                                                          Cornelis Sprangers
                                                                                                                                    1694

Hiervan den Brieff uijtgemaeckt op een behoorlijken zegel.

Compareerde voor Schout en Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genoemt Peeter Claesse Rosenbrant, en heeft overgegeven met eender vrije gifte soo als recht is, aen en ten behoeve van Niclaes van Tilborgh, seecker huijsinge en hoff, gestaen ende gelegen binnen Schrevelduijn Cappel voorsr:, waer van

Folio 97v

west gelegen is Dhr: Adriaen Timmers Schout ter halve sloot toe, oost Arien Claesse Vaertman mede ter halve sloot toe, streckende voor van den Dijck aff noortwaerts op tot den eersten halve dwers sloot toe, off soo groot en cleijn ‘t selve ter plaetse voorsr: gelegen is, en dat voorts met alle wegen, sregen, schouwe, en nabuere rechte met recht daer uijtgaende, en zal nevens de voorsr: huijsinge en erve moete wegen als van outs Hendrick Gerrits Pachter, waervoor de voorsr: Handrick Gerritsse zal moeten maken twee roede schouwe aende oostensse kant, voorts soo belooft den voornoemde Comparant het ’t selve huijs en hoff den cooper te waeren na den rechte van Zuijt Hollant, ende voorts alle voorcommer en Ca-langie daer inne wesende, aff te doen tot dese dage toe, mits dat den cooper de huere van de voorsr: hiojsinge van heden aff zal trecken ende genieten. Coram Adriaen Timmers Schout, Jan Goverts Gijben en Cornelis van den Hoeck Heemraden, dese 1e Meert XVIc eenentnegentigh.

Partijen verclaere voor recht den coop te wesen de somme van negen hondert gl, en dat in tien egale ende gelijcke termijnen, waervan den eersten termijn zal wesen gereet en contant bij de gifte, en dan voorts in negen egale ende gelijcke termijnen, tot de volle betalinge ende voldoeninge toe, ende bekent den noornoemde Comparant van den eersten termijn, te weten 90 gulden voldaen en betaelt te zijn, dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Jan Goeijaertssen Ghijben
1691 Cornelis van den Houck

Opden 29e Februarij 1692 soo compareerde Peeter Claessen Roessenbrant, den welcke bekende van den tweede termijn, wesende 90 gl voldaen te sijn door handen van Niclaes van Tilborgh.

Opden 23e Februaij 1693 soo bekende Peeter Claessen Rosenbrant van den derden termijn met de som-me van 90 gl door handen als vooren voldaen te sijn.

Opden 10e April 1694 soo bekende Peeter Roesenbrant van de vierden termijn met de somme van 90 gl door handen van Niclaes van Tilborgh voldaen te sijn.

Opden 6e Maart 1696 soo bekende Peeter Claesse Roesenbrant vanden vijffden termijn met 90 gl door Niclaes van Tilborgh voldaen te wesen.

Opden 27e 8 ber 1696 soo bekende Peeter Claesen Roesenbrant van den sesden en sevenste termijn met 180 gl voldaen te sijn.

Opden 10e Maert 1698 soo bekende Peeter Claesen Roesenbrant van den achtsten termijn met negentigh gl.

Opden 30e Januarij 1699 soo bekende Peeter Claessen Rosenbrant van den negende termijn met negen-tigh gl voldaan te wesen.

Opden 24e Januaeij 1700 soo bekende Peeter Claasen Roosenbrant vanden tienden en laatste termijn met negentigh gl voldaen te wesen.

Folio 98r

Compareerde voor Schout en Heemraden van Schrevelduijn Cappel, hier ondergenoemt Huijbert Melis van den Dam en Dirck Timmeren, en hebben met malcanderen gedeelt seeckere huijsinge ende erve, daer de voorsr: Comparanten in woonende zijn, waer van zuijden gelegen is Bastiaen Jans Maes, noorden Jan Melissen van den Dam, en dat in manieren hier na volgende, dat de voornoemde Huijbert Melisse sal blijven behouden ende besitten de zuijtzijde van de huijsinge, en Dirck Timmeren zal blijven behouden ende besitten de noortsijde van de voornoemde huijsinge, ende oft gebeurde dat de voorsr: huijsinge quamen te verongelucken ofte vervallen sal den voornoemde Huijbert Melisse hebben ende genieten de gerechte helfte, inde erve aende zuijtzuijde voor en achter, soo als den sloot affgegraven leijt, en den voornoemde Dirck Timmeren aen de noortsijde mede gerechte helfte inde voornoemde erven als vooren, aldus gedaen en gepasseert ten overstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Cnaep en Jan Goverts Gijben Heemraden, dese 5e Meert 1691.

Adr: Timmers Jan Goeijaertssen Ghijben
1691 Johan Cnaep

Hiervan den brieff op een behoorlijken zegel uijtgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout en Heemraden van Schrevelduijn Cappel hieronder genomineert, Maijken Ariens Gemens, nagelaten wed: Jan Jansse Snijder en Anneke Ariens Gemens, en hebben overgegeven met eender vrije gifte soo als recht is, aen ende ten behoeve van Peeter Corsten Schoenmaker, seeckere huijsinge met twee zuijdens derde parten in een stucqke zaijlants, groot ontrent twee hont off soo groot ende cleijn ’t selve gelegen is inde Nieuwstraet, waervan int geheel gelegen is noorden, Peeter Corsten Schoenmaecker, zuijden de Nieuwstraet

Folio 98v.

streckende uijt den oosten van Adriaen Ariens Deckers aff westwaerts op tot de erve van Adriaen Leend-erts Wijnen cum suis toe, haer Comparante aengecoomen bij doode en overlijden van henne ouders, vol-gens de deelinge daer van zijnde, wesende in date den 14e September 1688, vooers soo beloovende de voornoemde Camparante in haer voorsr: qualitijt de voorsr: erffenis den cooper te waeren na den techte van Zuijt Hollant, ende voorts alle voorcommer ende Calangie daer inne wesende aff te doen tot dese dage toe. Nochtans met soodanigen chijns als den Wel Hoogh Ed: Heere van Cappel die betaelt wort op St: Mertendagh, jaerlijcks daerop heffende is, coram Adr: Timmers Schout, Jan Cnaep en Jan Goverts Gijben Heemraden, desen 16e Meert 1691.

Partijen verclaeren voor recht den coop te wesen ter somme van twee hondert gulden, en dat in 2 termij-nen, waervan de eerste termijn betaelt zal worden een hondert gulden van date onderge- schreven over een jaer, en de resterende hondert gulden van heden over twee jaeren, present dagh datum ut supra.

Adr: Timmers Jan Goeijaertssen Ghijben
1691 Johan Cnaep

Den 10e Januarij 1695 bekende Anneke Ariens Gemens, vande twede resterende termijne hierboven ge-noemde hondert, ten volle voldaen te sijn volgens quitantie.

Los briefje gespelt aan deze pagina:

Ick ondergeschreven Anneke Ariens Gemens, bekenne van de twee resterende termijnen, vant huijs ………… de Schoenmaker, gecogt da 1691 beloopende ter somme van twee hondert gulden voldaan te sijn, constitueren derhalven inde Cassatie deses ter registere. Actum den 10e Januarij 1695.

                                                                                                                               Anneken ……..

Reeckeningh, Bewijs en Reliqua die doende is Adriaen Timmers Schout van Schrevelduijn Cappel als opt versoeck van Clara van den beuel, wed: van Adriaen Ariens Gemens, geauthoriseert

Folio 99r

totte vercoopinge van haerer kinderen portien inde nalatenscap van Janneke Ariens Buijcx derselver groot moeder, tot Schrevelduijn Cappel overleden, volgens authorisatie van Heemraden van Schrevelduijn Cap-pel in dato den 23e October 1690 gevolght op de consente van Heren weesmeesteren der Stede Meghe-len in date den 18e Augustus 1690.

                                                       Ontfanck.

Den rendant heeft in crachte vande voorsr: authorisatie publijck ten overstaen van Heemraden alhier, na drie Sondaghse ptoclamatien ende gehouden coopdagen bij insettinge ende vercoopinge, vercocht enen gerechte noordense dersepart inde stede, gecoomen van za: Janneke Ariens Buijcx, gelegen inde Nieuwstraet ten noorden, waervan zuijden Maijken en Anneke Ariens Gemens be-lent, noorden Jan Jacobs van Hamont, streckende uijt den oosten van de erve van Jan Jacobs van Hamont aff, westwaerts op ror de erve van Adriaen Leenderts Wijne toe, subjet soodanige cijns etc: aen Peeter Corsten Schoenmaker voor de somme van vierentnegentigh gulden X stuijvers ge-reet, alle costen halff ende halff, dus alhirt ontfangen de voorsr: cooppenningen tot —————————————————————————— Fl 94-10-0
Ontfangen van Jacob Jansse van Hamont over den jaer huer, zijnde ’t leste jaer vant
voorsr: part ——————————————————————————————- Fl 3-12-8
———–
Uitgeeff Fl 98-2-8

Betaelt aenden Secretaris voor verschodt van zegels totte requesite ende appointement
totte vercoopinge ———————————————————————————– Fl 0-19-8
Aen Schout, Heemraden en Secretaris voor de authorisatie totte vercoopinge ————– Fl 1-4-0
Betaelt aen costen voor de helft van XLe penn: en verhoogh zegels, leges, van Schout ende Ge-rechten en Secretaris, armgelden, wijncoopen ende treckgelden op de vercoopinge, ende gifte gevallen ten laste van de vercoopersse voor haer helft Fl 15-13-8
————-
Fl 17-17-0

Folio 99v

Nogh verteeringe op de gifte betaelt ————————————————————- Fl 1-10-0
Alnogh int houden der drie coopdagen bij Secretaris ende Schepenen int opwachten
verteert ———————————————————————————————– Fl 2-10-0
Aenverpondinge ende achterstellige contributien dannis 1689 en 1690 ——————– Fl 2-8-12
Aenden randant voor zijn recept ende distributie den XL penning van den ontfanck is
orderen ————————————————————————————————- Fl 2-9-0
Aenden Secretaris voorschrijven ende Registreren deser Reeckeningh mettet zegel ——- Fl 3-0-0
Aenden Schout voort overstaen deser ————————————————————- Fl 1-4-0
Aende Heemrade haer overstaen deser ———————————————————- Fl 0-18-0
Aen advies gelt ende besoignes van Anthonij Timmers ————————————— Fl 0-18-0
Op het doen van de Reeckeningh verwert bij de gerechten ———————————– Fl 1-10-0
————–
Fl 16-7-12
Fl 17-17-0
————-
Fl 34-4-12

Den uijtgeeft bedraecht vierendartigh gulden vier stuijvers 12 penningen, affgetrocken vande ontfangh wort bevonden alhier meer ontfangen, als uijtgegeven te zijn de somme van 63 gulden 17 stuijvers 12 penningen, twelck Clara van den Bruel, wed: Adr: Aeren Gemans, in qualiteijt als inde Coopcedulle suijver te goede ……

Aldus gereeckent, gehoort wnde geslooten bij ende ten overstaen van Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, desen 19e Meert 1691, was onderteeckent Ad: Timmers, Johan Cnaep, Jan Goverts Gijben, Cornelis vanden Hoeck, Michiel Jansse Backer, Corstiaen de Zeeuw, Jan van Pas.

Folio 100r

Compareerde voor Schout en Heemraden van Schrevelduijn Cappel, Govert Jansse Hoevenaers ter eenre, Peeter Tonis en Adriaen Dircxse Spoor alias Melis, mitsgaders Claes Jansse Maes als vooght van sijn vijff kinderen, verweckt aen Sijke Tonis Meelen ter andere zijde, te kennen gevende dat tussen henluijden was questie gereden over de nalatenschap van Teunis Dircxse Melen en Sijke Peeters henne vader en moeder, grootvader en grootmoeder respectivelijck principalen, dat deselve haer Comparants grootmoe-der de erffgoederen, ende de effecte van haer ende haeren voorsr: man za: aengemelte eerste Compa-rant had getransporteert daer tegens de tweede Comparanten sustineerde dat deselve haere grootmoe-der, daertoe niet bevoeght en was geweest, omdat geen erffdeelinge van haer vaderlijcxs goet en was geschiet, en om processe voor te coomen verclaeren de Comparanten minnelijck, door intersessie ende goetvinden van Schout ende Heemraders ovrtcoomen te zijn, dat den voornoemde Govert Jansse Hoe-venaer .ens aende tweede Comparanten zal betaelen de somme van een een hondert twelff dulden, daermede verclaerende de tweede Comparanten alle de transporten bij haere grootmoeder aenden eerste Comparante gedaen, te approberen sonder eenigh recht op eenige onroerende meuble off roerende goe-deren ofte naerlatenschap vande selve haer ouders grootvader en grootmoeder te hebben behouden, off teferveren als latende alle deselve den gemelte Govert Hoevenaers, belovende sij Comparanten dese Contracte na te coomen onder verbant van wedersijts persoonen en goederen. Acte desen 21e Meert 1691. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Cnaep, en Jan Goverts Gijben Heemraden.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1691 Jan Goeijaertssen Ghijben

Date voorsr: Compareerde voor Schout en Heemraden voornoemt, Peeter Tonis en Adriaen Dircxse Spoor alias Meelen, dewelcke bekende ontfangen te hebben uijt hande Govert Jansse Hoevenaer de somme van sesenvijfftich gulden, wesende haer contingent inde hondert twelff gulden, hierboven ge-noemt.

Peeter Diercken Spoor.
Antonie Diercken Spoor.
Signom van Adriaen Diecxse Spoor X verclaert niet te connen schrijven.

Compareerde Claes Janss Maes, dewelcke bekende dese bovenstaende somme van ses en vijftig gul-den, sijnde de resterende helft, door handen van Govert Janss Hoevenaer ontfangen te hebben. Coram Adriaen Timmers Schout, ende Jan Goijertss Gijben Heemraet, desen 26e November 1691.
Dit handmerck ….. X Claes Janss Maes
Adr: Timmers. Jan Goeijaertssen Ghijben
1691

Folio 100v

Hiervan den brieff op een behoorlijck zegel uijtgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hieronder genoemt Claes van Tilborgh, en heeft overgegeven met wwnder vrije gifte soo als recht is, aen ende tot behoeve van Hen-drick Hendrix Mulder, seeckere huijsinge ende schuer met ontrent drie hont lants, daer aen gelegen, gestaen ende gelegen opde Nieuwvaert onder Cappel, waer van ten noorden en ten suijden den cooper is leggende, streckende vander halver Nieuwvaert aff, westwaerts op tot den Quekel toe, ofte soo groot ende cleijn als ’t selve tusschen sijne tengenoten is leggende, en dat voorts met alle wegen, stegen, schouwen ende nabueren rechten, met recht daer uijt gaende, mitsgaders de chijnse daer op staende, vooers soo belooft den voornoemde Comparant ’t selve huijs, schuer, ende erve te vrije ende te waeren na den rechten van Zuijt Hollant, ende voorts alle voorcommer aff te doen tot Nieuwejaer 1691, mirs dar den voorsr: cooprt de huere van het voornoemde huijs, schuer, ende erve van Maij aff sal trecken. Actum den vierentwintighsten April XVIc eenentnegentigh. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Cnaep ende Jan Teunis van Pas Heemraden.

Parthijen verclaeren voor recht de Cooppenningen, te wesen drie hondert gulden contant, waervan hij bekent ten volle voldaen ende betaelt te sijn, ergo gecasseert, datum ut supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1691 Jan van Pas

Folio 101r

Hiervan den brieff op een behoorlijck zegel uijtgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hieronder genoemt, Jan Aerten Dolck, ende heeft overgegeven met eender vrije gifte soo als recht is, aen ende eor behoeff van Niclaes van Tilborgh seeckere drie hont saeijlant, gelegen opde Nieuwvaert onder Cappel, waervan ten noorden gelegen is de kinderen van Hendrick Speangers cum suis, Suijden Janneken wed: Jan Stevens Swart, streckende vander halver Nieuvaert aff, westwaerts op tot den Quekel toe, ofte soo groot ende cleijn als ’t selve tusschen sijne voorsr: rengenoten is leggende. Ende dat voorts met wegen, stegen, schouwen ende nabueren rechten, met recht daeruijt gaende, voorts soo belooft den voornoemde Comparant ’t selve lant te vrije ende te waeren naden techten van Zuijt Hollant. Ende voorts alle voorcommer ende Ca-langie daer inne wesende aff te doen tot Nieuwejaer 1691, mits dat den cooper de huere ofte ’t genr daer op staet sal proffiteeren. Actum den virtrntwintighsten April XVIc eenentnegentigh. Coram Adriaen Tim-mers Schout, Johan Cnaep ende Jan Teunis van Pas Heemraden.

Paethijen verclaeren voor recht de coopers te wesen een hondert en vijftigh gulden contant, waer van hij vrtcooper bekent ten volle betaelt te sijn, ergo gecasseert, datum ut supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1691 Jan van Pas

Omme ‘t gemeene landt.

Wij Schout ende Schepenen van Suijdewijn

Folio 101v

verclare bij desen ten versoecke vande erffgenamen van Cornelis Geerits Smits tot Schrevelduijn Cappel, sonder desendenten overleden, getaxeert te hebben drie geerden laegh lants gelegen in Suijdewijn, belent ten oosten Marie wed. van Poppel, west Hendrickse vanden Hoeck wed. Wouter van Nederveen, strec-kende van Scheepsdiep aff, noortwaerts op tot den banne van Meuwen toe, gemeen met Willemke Geerits Smits met gelijcke drie geerden, naer gelaten bij voorsr: Cornelis Geerits Smits, naer onse beste kennisse in gereede gelde, waerdigh te wesen de somme van een hondert en twintigh gulden, om daer van ’t recht van Collateraele successie aen den Secretaris van ’s Cappel ten behoeve van ’t gemene lant te werden betaelt. Actum den 3e Maij 1691, ten overstaen van Anth: Timmers Schout, Jan Govertsen Gij-ben, Hendrick Oerlemans ende Michiel Duijser Schepenen.

Hiervan den brieff uijtgemaeckt op een behoorlijck segel.

Compareerde voor Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, Dielis Aertse Coeckman, ende heeft overgegeven met eender vrije gifte soo als recht is, aen ende tot behoeff van Jan Stevens Huijs-man, een gerechte vierdepart van een buijtendeijckse delle, gemeen ende onverdeelt met Joris de Bie, gelegen achter de huijsinge van Arien Claessen Vaertman, waervan ten oosten vande geheele delle belent is Geerit Verheijde Secretaris van Besoijen,

Folio 102r

ten westen Hendrick Geerits Pachters, streckende uijt den zuijden vanden voornoemde halver delsloot aff, noortwaerts op totten Ambachte van Nederveen toe. Ende voorts met alle wegen, stegen, schouwen en nabuere rechte, met recht daeruijt gaende, voorts soo belooft den voornoemde Comparant het voorsr: vierdepart vande voorsijde delle, den cooper te waeren naer den rechte van Zuijt Hollant, en voorts alle voorcommer ende Calangie daer inne wesende, aff te doen tot Nieuwejaer 1691, mits dat den cooper de voorsr: delle aen sal veirden terstont. Actum den sevenden Meij XVIc eenentnegentigh. Coram adriaen Timmers Schout, Johan Cnaep ende Michiel Jansse Backer Heemraden.

De cooppenningen sijn volgens conditie ter somme van tweehondert en twintigh dulden gereedt ende contant gelt, en bekenne van dese voorsr: cooppenningen voldaen en betaelt te wesen, ergo gecasseert.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1691 Michiel Jansen Backers

Hiervan den brieff uijtgemaeckt op een behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel ondergenoemt, Anthonij van-den Kieboom als in houwelijck hebbende Willemken Wouters Dingemans, ende heeft overgegeven met eender vrije gifte soo als recht is, aen ende tot behoeff

Folio 102v

van Jan Stevens Huijsman een gerechte vierdepart van een buijten dijckse delle, gemeen ende onverdeelt met Joris de Bie ende den voorschreven cooper, gelegen achter de huijsinge van Arien Claessen Vaert-man, waervan ten oosten vande geheele delle belent is Geerit Verheijden, Sectretaris van Besoijen, ten weste Hendrick Geerits Pachters, streckende uijt den Zuijden vanden voorn: halver del sloor aff, noort-waerts op tot den Ambachte van Nederveen toe. Ende dat voorts met alle wegen, stegen, schouwen ende nabueren rechten, met recht daer uijt gaende, voorts soo belooft den voornoemde Comparant het voorsr: vierdepart vande voorsijde delle, den cooper te waeren naer den rechten van Zuijthollant, ende voorts alle voorcommer ende Calangie daer inne wesende, aff te doen tot Nieuwejaer 1691, mits dat den cooper het voorsr: vierdepart vande delle aen sal verden terstont. Actum den elfden Meij XVIc eenentnegentigh. Co-ram Adriaen Timmers Schout, Michiel Janssen Backer ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden.

Parthijen verclaeren voor recht de coopenningen gereet ende contant te wesen ter somme van twee hon-dert en tien gulden, en bekenne van dese voorsr: voldaen ende betaelt te sijn, ergo gecasseert, datum ut supra.

Adr: Timmers Magiel Jansen Backers
1691 Cornelis van den Houck

Folio 103r

Uitgemaeckt op een behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genoemt, Jan Kivits als in houwelijck hebbende Christina Glaviman, Zeger Loeff als in houwelijck hebbende Antoneta Glaviman, Reijnier vanden Broeck als in houwelijck hebbende Maria Glaviman, Jan van Broeckhoven als in houwelijck hebbende Adriaena Glaviman, mitsgaders Johanna Glaviman geassisteert met Zeger Loeff, alle als kinderen ende erffgenamen van zal: d’ Hr: Christiaen Glaviman, in sijn leven Drossaert tot Drue-nen, ende geven alsoo gesaementlijck actionans cessum aen, Cornelis Sprangers alsulcke somme van penningen, wesende twee hondert en tachtentigh gulden, ingevolge van alsulcke paeijen volgens conditie die sij te pretenderen hebben vande wed: van Cornelis Jansse van Gorcum, ende Jan Dirckse Smits, over coop van een huijsinge ende landerije daer aen gelegen, gestaen ende gelegen alhiet inde Nieuwstraet onder Cappel, tusschen sijne regenoten inden transporte vermelt, gepasseert op den 27e Februarij 1691 voor Schout ende Heemraden alhier, waermede sij comparanten alle bekennen voldaen te sijn. Actum den 14e Meij 1691, ten overstaen van Adr: Timmers Schout, Johan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck Heem-raden.

                                                                                                                    Jan Janssen Kievidts
                                                                                                                  Reijnier vanden Broeck
                                                                                                                                     Zeger Loeff
                             Dit handmerck X stelde Jan van Bockhoven, verclaert niet te conne schrijven
                                                                                                                          Johanna Glaviman

Adr: Timmers Johan Cnaep
1691 Cornelis vanden Houck

Uijtgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genomineert, d’Hr Anthonij Timmers Schout vande Vrijhoeven, ende

Folio103v

gaff over met eender vrije gifte soo als recht is aen ende ten behoeve van Cornelis van Tilborgh, een gerechte vierdepart in ontrent eenen mergen moergronden, ende houwen gemeen metten cooper voor een vierde, ende de kinderen van Adriaen Anthonissen Timmer voor d’ander helft, gelegen inde Groote Geer onder ’s Grevelduijn Cappel, waer van ten oosten belent de Heerlijckheijt van Loon, west den cooper cum suis, suijde ……………………………………., noorden ………………………………………, soo ende in voe-gen ’t selve hem bij erffdeelinge van sijn ouders aengecomen is, met alle schouwen, watergangen, we-gen, stegen ende gebuerlijcke rechten, met recht daer toe behoorende, actum den 8e Junij 1691, ten over-staen van Adriaen Timmers Schout, Johan Cnaep, Jan Govertsen Gijben en Cornelis vanden Hoeck Heemraden.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen gereet ende contant te wesen ter somme van ses gul-den, ende den vercooper bekent hiervan voldaen te sijn, ergo gecasseert.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1691 Cornelis van den Houck
Jan Goeijaertssen Ghijben

Uitgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genoemt, Adriaen Peeters Paep, ende gaff over met eender vrije gifte soo als recht is aen ende tot behoeff van Wouter Jansse Duijser, seeckere helft van een buijten deijckse delle, onverdeelt met den voorsr: cooper cum suis, groot ontrent int geheel acht hondt, gelegen op het Stapeleijnde onder Cappel, waervan oost gele-gen is Wouter Arien Corsten, west de wed. van Peeter vander Punten, streckende vande erve toebe-hoorende Thijs Vermijs cum suis aff, noortwaerts op totten ambachte van

Folio 104r

Cleijn Waspick toe, ende dat met de hejfr van vier rooien en ses voeten dijcks, en vooers met alle schouwen, watergangen, wegen ende stegen als van outs hier inne wesende, voorts soo belooft den voornoemde Comparant, den cooper hierinne te vrijen ende te waeren, naer den rechte van Zuijt Hollandt, ende alle voor commer ende calangie daer inne wesende, was te doen tot Nieuwe jaer 1691 toe, mits dat den cooper de voorsr: helft van dese delle aen sal veirden ter stont, actum den 8e Junijn1691. Coram Adr: Timmers Schout, Cnaep, Gijben ende Vanden Hoeck Heemraden.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen te wesen ter somme van twee hondert gl. contant, waervan den vercooper bekent ten volle voldaen te wesen, ergo gecasseert, datum ut supra.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1691 Cornelis vanden Houck
Jan Goeijaertssen Ghijben

Uitgemaeckt op behoorlijck zegel.
Hiervan een extract uijtgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, Adriaen Coenen als in houwe-lijck hebbende Anneke Bastiaens Timmerman, ende gaff wettelijck over met eender vrije gifte soo ge-woon ende recht is, aen Hendrick Teunissen Timmerman in qualiteijt als vooght van Teunis Bastiaensen Timmerman, voor ende ten behoeve van den selven Teunis Bastiaensen Timmerman, seecker een gerech-te vierde part in een geseetjen mettet huijsken daer op staende, gelegen inde Nieuwstraet, belent oost Geerit Paenacker, west d’erffgenamen Arien Heijligers, streckende vande halve Nieuwstraet aff, tot de Loonse erve toe, gemeen metten cooper ende sijne moeder, groot ont geheel ontrent vijff hondt, item een vierdepart in eenen acker, gelegen inden Dullaert, groot ontrent int geheel ses hondt, gemeen als vooren, belent oost Hendrick Teunis voorsr:, west Jan Back, streckende vande sestigh roeden aff tot de Cruijckvaert

Folio 104v

toe, alnoch sijne gerechtigheijt inden Dullaert, ende andere moeren ende gronden waer die gelegen ende hij Comparant in gerechtight soude mogen wesen, met den laste van een hondert Car: guldens Capitael, die de wed. van Baltus Janse Verhoeven op hem Comparant te pretenderen hadde, loopende ’t selve Capitael intrest tegen den penningh twintigh, laetende het getransporteerde daer voor geaffecteert bij desen, verder met alle wegen, stegen, schouwen ende gebuerlijke rechten, met recht daer toe be-hoorende, sijnde Conditie in cas den voornoemde Tonis Bastiaensen Timmerman ’t sijnen mondigen dae-gen gecomen sijnde, dese gifte ende coop metten laste als vooren quame te inproberen, dat de voor-noemde wed: Baltus Janse Verhoeven, de voorsr: getransporteerde parthijen van goederen voor de voornoemde haere uijtgeschotene een hondert gulden, in eijgendom na haer sal mogen nemen, tot welcke gifte aen haer wed: Verhoeven, den voornoemde Hendrick Teunisen off sijne erffgenamen, in voldoenin-ge vande voorsr: schult bij desen in cas voorsr: wert ende blijft geauthoriseert ende gequalificeert, actum desen 29e September 1691. Coram Adr: Timmers Schout, Johan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden.

Parthijen verclaeren de cooppenningen te bedragen de somme van een hondert gl., gereet bij de gifte, ende bekende de voorsr: cooper daervan voldaen re sijn.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1691 Cornelis vanden Houck

Compareerde de wed. Jan Baltesse Broekmans, die eenige dogter en efgename is geweest vande wed. Baltus Jansen Verhoeven. Actum den 2e Julij 1741, die bekende vier hondert gld. met de interest van dien voldaan en betaalt te sijn. Actum den 21e Julij 1741.

                                                                                                                                      Mij present
                                                                                                                                 C.v.d. Hoeven
                                                                                                                                           Sris

Folio 105r

Compareerde voor ons Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel, Wouter Wouters Geenen woonende tot Raemsdoncq, Arien Wouters Geenen, Peeter ende Giel Denis de Haen, Cornelis Jansen Schouten als in houwelijck hebbende Anneken Gijsberts de Haen, woonende mede tot Raemsdoncq, mitsgaders Matthijs Janssen van Riel als vooght vande kinderen van zal: Bastiaen Ariensen Vosch, in houwelijck gehadt heb-bende Maria Peeters Otterdijck, alle kints kinderen ende verdere erffgenamen van Peeter Denis de Haen, alle te saemen intervenierende voorde verdere vrienden ende geerfdens, en hebben in dier qualiteijt overgegeven met eender vrije gifte soo als recht is, aen ende ten behoeve van Adriaen Timmers, Schout alhier tot Cappel, ende Jan Christ ontrent twee en halff hondt van outs uijtgedolven mort met de gronden, genaemt de Kouwen, gelegen aende westsuhde vande Nieuwevaert, waer van Zuijden en noorden gelegen is Elandt van Nieuwenhuijsen cum suis, streckrnde vande halve Nieuwvaert aff, westwaerts op tot den Quekel toe, dat met alle wegen, stegen, schouwen en nabueren rechten, met recht daer uijtgaende, en beloven het selve te vrijen naer den rechten vanden Landen, mitsgaders alle voorcommer aff te doen tot desen daegen toe. Actum desen 15e October 1691, present Johan Cnaep, Cornelis vanden Hoeck ende Jan Govertsen Gijben Heemraden.

Parthijen verclaeren voor recht den coop te wesen dertigh gulden, te betaelen t’ste Jan in de somer 1692.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1691 Cornelis vanden Houck
Jan Goeijaertssen Ghijben

Opden 30e 9ber 1692 bekende Peeter ende Giel Denis de Haen continghent voldaen te sijn, met de som-me van ses gulden, ergo voor heur part gecasseert wesende een halffen hont.

                                                                                                                        Peter Denis de Haen
                                                                                                                  Giel Denisssen de Haen

Opden 13e December 1692 soo bekende Anthonij van der Nath voldaen te sijn van sijn part, ende sigh selve intervenierende voor sijne verdere gewesen desende, doch voor een ½ honr met de somme van ses gl., ergo gecasseert.

                                                                                                                      Antonie van der Nadt

Op heden den 13e Januarij 1695 soo bekende Aentken Bastiaensen Vos voor parte met een half honr voldaen te sijn met 6 gl., ergo gecasseert.

Op den 29 December 1692 soo bekende Wouter Wouters Geemen voldaen te sijn van sijn paert met de somme van twaelff gulden, ergo voor sijn paert gecasseert wesende een hont.

                                                                                                                              Wouter Geemen

                                             Copije

Compareerden voor mij Floris van Gils, openbaer

Folio 105v

Notaris ende de getuijgen naergenoemt d’heeren Pieter Oudewater ende Mr. Johan Brandelaer adt voor de hoven van justitie in ’s Gravensgae.., de welcke uijt crachte vande procuratie op haer te saemen, ende ider in het bijsonder gepasseert, voor d’hr. Pauwels van Heusden als notaris, ende seeckere getuijgen binnen Breda den 18e April 1691, bij d’hr. Govert van Alphen medicine doctore ende Schepen deser Stadt, item bij de hr. ende mr. Rogier van Alphen adt ende Secretaris der Heerlijchijt Dongen, mitsgaders bij de hr. Adrianus Wilhelmus Reijers, Secretaris der Stadt Helmondt, als erffgenamen van s’vaders sijde van wijlen Rogier Meijers, als mede uijt crachte vande clocisule van substistuitie inde voorsr: procuratie geinfereert, verclaerde te substituerem ende in haere plaetse ende stede te stellen bij desen, den voor-noemde hre Pauwels van Heusden Schepen, ende Cornelis van Eijll Secretaris vande weeskamer respec-tive deser Stadt Breda voorsr:, gesamentlijck ende oock ider in het particulier, omme ter plaetsen daer sulcx sal werden gerequireert, de coopers vande Erffgoederen, die den gemelten Regier Meijers metter doot ontruijmt ende achter gelaten heeft, voor soo veele die van sijne vaders sijde gecomen, ende de heren constituanten uijt crachte van desselffs testamente competerende sijn, daer inne te goeden wesen ende erven, de genoemde hren vaderlijcke Erffgoederen te ontgoeden, te ontvesten, ende te onterven, behoorlijckr brieven tot dien eijnde te passeren, de cooppenningen te ontfangen daervan quitantie te passeren, ende voorts generalijck alles te doen, het gene de heren Comparanten uijt crachte vande voorsr: op hen gepasseerde procutatie, vermogen en waren te doen, welcken last ende macht sij aende gessubstitueerde, weijders verclaerden te pransseren bij desen, behoudelijck dat sij tebligeert blijven aende meergemelte heren Comparanten, van haeren ontfangh, te doen behoorlijcke reeckening, bewijs ende reliqua. Aldus gepasseert

Folio 106r

Op de Heerlijckheijt den enere, gestaen ende gelegen onder de Hage in de Baronije van Breda, desen 19e September 1691, in presentie van Johan Wouters van Dorst ende Cornelis Manschot, beijde als getuijgen enz. Ende was onderteeckent, P: Onderwater, J: den Brandeler, Jan Wouters van Dorst, ende Cornelis Manschot, qud attestor, ende onderteeckent J van Gils Notaris publ. 1691. Onder stont stont gecollatio-neert dese copije tegens de minute gedateert ende geteeckent als boven, onder mij ondergeschreven Notaris binnen Breda residerende, berustende, ende is daer mede van woorde tot woorde bevinden te accorderen. Actum desen 28e September 1691. Lager stont qoud attestor, ende was geteeckent.
F: van Glis Notaris publiek.

Dat dese met sijne met sijne principaele Copie is bevonde te accorderen verclaere ik als Secretaris

                                                                                                                           H: vander Hoeven
                                                                                                                                    1691

Compareerde voor mij Pauwels van Heusden, openbaer Notaris bijden Ed: Raden van Brabant in ’s Gra-venhage geadmitteert, tot Breda residerende, ende de getuijgen naergenoemt, d’Hr. Govert van Alphen, medicine Doctor ende Schepen alhier, d’Hr. ende Mr: Rogier van Alphen Advokaat ende Secretaris der Heerlijckheijt Dongen, etc, ende noch d’Hr. Adrianus Wilhelmus Reijers, Secretaris der Stadt Helmont etc, alle vaderlijcke vrienden ende Erffgenamen van Rogier Meijers, ende verclaerden te constitueren ende machtigh te maecken, gelijck sij doen bij desen, d’Hr. Pieter Onderwater ende de Hr. en Mr. Johan vande Brandeler Advokaat voor de Hoven van Justitie in ’s Gravenhagen, te saemen ende ider van hen int bijsonder, omme inden naeme ende van wegen de constituanten, publicq ofte uijter handt, te vercoopen alle ende een iegelijke erffgoederen, soo tot ’s Gravenmoer, Raemsdoncq, Waspick, Dongen, Capelle, Teteringen, Terheijden, Hage ende Breda, als eldert gelegen, die achtergelaeten sijn ende metter doot ontruijmt bijden

Folio 106v

voorsr: Rogier Meijers, hem aengecomen sijnde van sijne vaders sijde, ende de Comparanten uijt crachte vanden testamente van den voorsr: Rogier Meijers competerende, ende dat voor soodaenge sommr van penningen, ende op alle sulcken Conditien ende termijnen van betaelinge als de heren geconstitueerden sullen goet vinden, de coopers te goeden, vesten ende erven, daer ende soo des sal werden gerequireert behoorlijcke beieven te verlijden ende te passeren, de cooppenningen te ontfangen, quitantie daer van te geven met macht van een ofte meer persoonen te substitueren, ende voorts generaelijck alles te doen, het gene de heren constituanten indien sij tegenwoordigh waeren, selffs souden comen ofte mogen doen, alwaert etc:, gelovende etc:, Actum in Breda, desen 18e April 1691, in presentie vande Hr: ende Mr: Johan Cnaep ontfanger vande verpondingen over de Baronije alhier, ende d’Hr: ende Mr: Godefridus van Wijck, Advocaet, residerende in ’s Gravenhage als getuijgen hier toe versoght etc:, ende was onderteeckent G. van Alphen, M.D.R. van Alphen, A.W: Reijers, J: Cnaep ende G. van Wijck. Onder stont: quod attestor, ende was geteeckent P: van Heusden. Onder stont: Accordeert mette minute daer tegens, dese copije is gecollationeert, ’t oorconde geteeckent in Breda, desen 28 7ber 1691. En was geteeckent.

                                                                                                                               P: van Heusden

Dat dese met sijne autenticque copije is accorderende, verclaere ick als Secretaris.

                                                                                                                           H: vander Hoeven
                                                                                                                                     1691

Uitgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Schout ende Richter inden Ambachte ’s Grevelduijn Cappel, ende met mij als Heemraden Johan Cnaep ende Jan Teunissen van Pas, oirconde ende kennen dat voor ons gecomen ende gecompareert is in eijgener persoonen, Cornelis van

Fol 107r

Eijll, Secretaris vande Weeskamer, Rentmr: vanden Gasthuijse, ende Notaris tot Breda, in qualiteijt als beneffens de Heere Pauwels van Heusden, Schepenen der voorsr: Stadt Breda, gesaementlijck ende oock ieder in het particdlier, bij acte van substitutie geauthotiseert sijnde, onder anderen ten saecken naer beschreven van de Heeren Pieter Onderwater ende Mr. Johan vande Brandeler, Advocaet voot de Hoven van Justitie in ’s Gravenhage, de welcke beijde te saemen ende ider van hen in het besonder last ende procuratie hadden van ‘d Heere Govert van Alphen Medicine Doctor, ende mede Schepen der voorsr: Stadt Breda, item vande Heer ende Mr: Regier van Alphen, Advocaet ende Secretaris der Heerlijckheijt Dongen, mitsgaders vande Heere Adrianus Welhelmus Reijers, Secretaris der Stadt Helmont, als testa-mentaire erffgrnamen van ’s vaders sijde, van Regier Meijers, volgens d’acte van procuratie met de clau-sule van substitutie daer inne geinsereert, gepasseert voor den voorsr: Heere Schepen van Heusden als Notaris, ende seeckere getuijgen tot Breda voornoemt, in dato den 18e April 1691, ende de voorsr: acte van substitutie gepasseert voor den Notaris Floris van Gils, aldaer mede residerende, ende seeckere getuijgen, in dato den 19e September 1691, sijnde beijde geauthotuseert bijde voorsr: Notarissen, te we-ten bij ider het gene voor hen is gepasseert opden 28e diro, respective alhier vertoont ende gelesen, ken-den ende bijden de Comparant voorgenoemt in den naeme ende qualiteijt als boven, (achtervolgens de vercoopinge bijde voorsr: vaderlijcke erffgenamen van Renier Meijers publiequelijck naer diverse sirdagen tot Breda gehouden selfrfs gedaen), ende uijt crachte der actens van procuratie ende substitutie voor geroert, al nu wettelijcken te cederen, transporteren, op te deagen, ende over te geven bij desen, met eender vrije gifte soo als recht is, aen ende ten behoeven vanden Hoogh Geleerden Eetwaerden Heere Samuel Junius, Medicus van sijn Konincklijcke Majesteijt van Groot Brittanien, residerende tot Breda voorst:, present ende selve accepterende

Folio 107v

de schaerbossen, dreven, ende gronden van erven, gelegen onder desen Ambachte van ’s Grevelduijn Cappel, met alle de toebehoorten van dien, soo groot ende cleijn onbegrepen der maete, als die den voorsr: Renier Meijers toebehoort hebben, ende bij den selven metter doot ontruijmt ende naergelaten sijn, oost de Loonse Spuij, Suijden den Vogelbanck ofte de Limidt scheijdinge van Hollant ende Beabant, west de goederen heden aenden Heere Cooper tot Waspick overgevest, ende noort de Leij aldaer. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen ende naerbueren rechten daer toe behoorende, belovende den bovengenoemden Comparant in sijne voorgemelte qualiteijt het selve te vrijen ende te waeren naer den rechte van den Landen, ende alle voorcommer aff te doen tot desen daegen toe, alles sonder fraude ende des t’oirconden etc:, Actum desen 25: October 1691.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen te wesen twee duijsent guldens in twee egaele paeijen.

Ad: Timmers Johan Cnaep
1691 Jan van Pas

Uitgemaeckt op een behoorlijken zegel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappewl hier onder genomineert, Din-gena Abrahams van Ammelroij jonge dochter, de welcke verclaerde iver re geven met eender vrije gifte soo als recht is, aen ende ten behoeve van Peeter Dircksen Smits haeren swarger, de helft van seecker geseetjen met de huijsinge ende geboomten daer op staende, gestaen ende gelegen aende suijt sijde vande Nieuwstraet, groot

Folio 108r

ontrent drie hondt, ofte soo groot ende cleijn het selve aldaer gelegen is, waer van oost gelegennis de steegde genaemt …………., west Govert Janssen Cleijtenaer, streclende vande halve Nieuwstraet aff, suijdewaerts op totte Loonse erve toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, ende naebuere rech-ten met recht daer uijtgaende, voorts gelooven de voornoemde comparanten ieder voorde helft t’selve te vrijen ende te waeren naer den rechten vanden Landen, en alle voorcommer, calangie ende aentael aff te doen, soo ordinaire als extraordinaere lasten tot Nieuwe jaer 1692. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Cnaep ende Michiel Janssen Backer Heemraden opden 24e November 1691.

Parthijen verklaeren voor recht den coop te wesen hondert gl. gereet te betaelen te Nieuwejaer 1692 aenstaende.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1691 Michiel Jansen Backer

Compareerdt Dingena van Ammelroij, en bekendt dese bovensraebde 1900 gl. ontfangen te hebben en voldaen te sijn, desen 26 April 1692.

                                                                                                                                          Dinghna

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genoemt, Claes Ariens als in houwelijck hebbende Maeijcken Jansen Vos, ende Huijbert Cornelis Vos in qualiteijt als vooght van Dingena Jansen Vos, alle kinderen ende Erffgenamen van Maeijcken Franssen van Ameroijen zal., geven alsoo in dier qualiteijt over met eender vrije gifte, soo als recht is, aen ende tot behoeff van Michiel Wouters Verhagen, seecker geseetjen met het huijsken ende boomgaert daer op staende, groot ontrent vijff ’t halff hondt off soo groot ende cleijn als t’selve gelegen is inde Nieuwstraet onder Cappel, waer van oost gelegen is

Folio 108v

Peeter Ariens Gijben, west de wed: Meerten Janssen Wagenmaecker, streckende vanden Zuijden, noort-waerts op, tot de Dwaers ackers toe, metten last van een rente van tweendartigh en eenrn halven stuijver Jaerlijcx te betaelen aen het Geestelijck Comtoir. Ende verders met alle wegen, sregen, schouwen, ende nabueren rechten met recht daer uijt gaende, voorts soo geloove de voorsr: vrtcooperd de coopers in het voorsr: huijsken met het geseetje te vrijen ende te waeren naer den rechten van Zuijt Hollandt, ende alle voorcommer ende Calangie aff te doen tot Nieuwe Jaer 1692. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Cnaep ende Corstiaen Zeeuw Heemraden, desen veertienden December XVIc eenent negentigh.

De Cooppenningen sijn volgens Conditie ter somme van vier hondert elff gulden, in twee paeijen, de ver-coopers bekenne den eersten paeij ontfangen te hebben tot twee hondert gulden.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1691 Corstijaen de Seeu

Bekende Niclaes Adriaens ende Dingena Jansen Vos, bekende van den laetsten termijn van dese bo-venstaende trasporte voldaen te sijn met de somme van 211 gl., door Michiel Worter Verhagen, cooper ergo gecasseert, den 12e Januarij 1693.

Uijtgemaeckt op behoorlijck segel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier ondergenoemt Cornelis Cornelisen Leempoel, geeft overe met eender vrije gifte soo als recht is, aen wnde tor behoeff van Geerit Michielsen de Haen, seecker huijs met het geseet daer aen gelegen, groot ontrent twee en halff hondt, ofte soo groot ende cleijn als ’t selve gelegen is op de Nieuwvaert onder Cappel, belent noorden de kin-deren van Peeter Bastiaenen, Zuijden Peeter Jansse van Gorcum, streckende vande halve Nieuwevaert aff, oostwaerts op tot Meerten Mutsaerts erve toe, mits dat den cooper sal moeten gedoogen dat de huijsinge ende erven, toebehoorende de kinderen van Peeter Bastiaenen achter dese voorsr: huisingeom moet wegen, als van outs, met noch de gerechte drie vierde parten

Folio 109r

in een paeceel genaemt het Heijken, groot ontrent int geheel vijffvierendeel honts ofte soo groot ende cleijn als ’t selve tusschen sijne regenoten gelegen is, beleent noorden de kinderen van Peeter Bas-tiaenen, Zuijden Niclaes van Tilborgh, oost Cornelis van Tilborgh, west Peeter Janssen van Gorcum. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen ende nabueren rechten, met recht daer uijtgaende, voorts soo ge-looft den voorsr: verccooper het voorsr: huijs met de erven te vrijen ende te waeren naer den rechten van Zuijthollant, ende alle voorcommer ende Calangie aff te doen, tot Nieuwe Jaer 1692 toe. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Cnaep, Jan Goijertssen Gijben ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen tweentwintighsten December XVIc eenentnegentigh.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van drie hondert gulden, en bekent den vercooper ’t selve ontfangen te hebben, ergo gecasseert.

Adr: Timmers Johan Cnaep
1691 Cornelis vanden Houck

Folio 109v

                                                       1692.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, Hendrick Prs: Timmers, de welcke bekende vercoght te hebben eenen damschuijt met het want, anckers, seijlen etc.,ende verders met alle apendevendentien vandien aen Anthonij vander Nath, die de coop oock accepterende is bijde-sen, beijde inwoonderen alhier, voor de somme van vierhondert en veertigh gulden, onder Conditie dat de voorsr: somme sal werden betaelt, eerst vijffentseventigh gulden gereet, ofte wel ten uijtterste te Maij aenstaende 1692, ende de resterende drie hondert vijffentsestigh gulden op paeijen, volgens de water-brieff van seeckere damschuijt als Govert Timmer vanden voornoemde vander Nath gecost heeft, gepas-seert opden 28e Januarij 1689, voor Schout ende Heemraden alhier, opden voornoemden vander Nath, den voorsr: Hendrick Timmer is aff guerende bij desen, met desen verstaende nochtans dat de voorsr: paeijen blijven verbonden ter tijt en wijlen sal worden bewesen de selve damschuijt, de welcke de voorsr: vander Nath vanden voornoemde Hendrick Timmeren op heden bij desen heeft gelevert, vrij vaert sonder lasten vam bijlbrieff off anders, waer tegens den voornoemde vander Nath aen d’andere voor de voorsr: 75 gulden als anders verbindt specialijck de voorsr: damschuijt, ende verders alle sijne soo roerende als onroerende goederen, egeen vandien gereserveert ofte uijtgesondert, subjecterende sij Comparanten allen Heeren, Hoven, rechten ende rechteren ende principaelijck den Ed: Hoven van Hollant, ende voorts als naer rechten. Actum desen 3e Januarij 1692. Coram Adr: Timmers Schout, Johan Cnaep ende Michiel Janssen Backer Heemraden.

                                                                                                                   Machiel Jansen Backer
                                                                                                                                    Johan Cnaep

In kantlijn staat:

De vijffentseventigh gulden, hier neffens vermelt, bekent Hendrick Prs: Timmers ontfangen te hebben in het bijwesen van Geerit Claesen, uijt handen van Anthonij vander Nath, desen 11e 8 ber 1692, ergo gecas-seert.

Los briefje behoort bij bovenstaande akte.

Ick ondergeschteven bekenne onrfangen te hebben uijt handen van Antoni van der Nadt de somme van twee en seventigh gulden acht stuijvers ende dat in voldoeninge van de schuijdt die Antoni van der Nadt van mij Handrick Timmers gekoost heeft, actum den elfden October anno 1692.
Bij mij Hendrick Timmers
In kennisse van meij Geerit Claessen

Folio 110r

Erffdeelinge voor recht overgebracht bij Peeterken Arien Paens, wed: van Dirck Woutersen Smits ter een-re, Wouter, Peeter en Jan Dircksen Smits, Govert Janssen Hoevenaer in houwelijck hebbende Willemken Dircx Smits, Sijcken Dircx Smits, geassisteert met Jan Goverts Gijben, alle kinderen ende Erffgenamen van Dirck Woutersen Smits, verweckt aende voorsr: Peeterken Arien Paens ter andere sijde, ende dat van alle Erffgoederen bij den voornoemde Dirck Woutersen Smits naergelaten, soo ende gelijck als hier naer is volgende.

Inden eersten is Peeterken Arien Paens bedeelt op vier en een halff geerdt hoijlant, gelegen inde Suijde-wijn, in een stuck van ses geerden, onverdeelt met de kinderen van Peeter Jansen Dolck den Ouden, belent oost Dirck Tenhage cum suis, west Jan Jacobs Paens cum suis, streckende van Schrevelduijn aff noortwaerts op totten banne van Meeuwen toe, item alnoch een huijs hoff met de noordense helft van het lant, groot ontrent twee hondt, gestaen ende gelegen opde Nieuwvaert onder Cappel, belent noorden de Erffgenamen van Gijsbert Anthonisen Paens, zuijden Seijcken Dircksen Smits, sijnde de wederhelft, streckende vande

Folio 110v

halve Nieuvaert aff, westwaerts op tot den Quekel toe, mits dar dit leste parceel met de helft hier tegen affgedeelt maelcanderen gehouden sijn te wegen en stegen, ter lenghte van veertien roeden, vande halve Nieuvaert voorsr: aff westwaerts op.

Item is Wouter en Peeter Dircksen Smits bedeelt, inden eersten een buijtendijcxse delle, gelegen alhier binnen Cappel, ontrent de Oude Vaertjens, groot ontrent eenen mergen, belent oost Jan Philiberden, west d’erffgenamen van Jacob Huijberden, streckende vanden Ausloot aff noortwaerts op, totte Suijdewijn toe. Item alnoch eenen acker gelegen onder Loon, waervan bedeelt is Wouter aende oostsijde, en Peeter aende westsijde, streckende vande Santschel aff noortwaerts op totte Hollantse erve toe, belent vanden geheelen acker oost Joachem Maes, west d’erffgenamen van Cornelis van Gils. Item is Wouter Smits voorsr: te deel gevallen op een streepken teijnden sijnen acker hier vooren geroert gelegen, onder Condi-tie dat sij te saemen sullen uijtsteecken de moeren op dit voorsr: loth gelegen.

Item is Jan Dircksen Smits, bedeelt op een binnen dijckse delle, gelegen aenden westenkant vande Nieu-wevaert, groot ontrent drie hondt, belent noorden Jan Melissen vanden Dam, Suijden Jan Aertsen Dolck, streckende vande halve Nieuwvaert aff, westwaerts op, totten westense Quekelsloot toe, met den om-loop van dien.

Item is Govert Janssen Hoevenaer

Folio 111r

in houwelijck hebbende Willemken Dircx Smits, bedeelt op eenen acker gelegen aende westsijde vande Nieuwvaert, groot ontrent drie hondt, belent noorden Jan Aertsen Dolck, suijden Meerten de Bie, strec-kende vande halve Nieuwvaert aff, westwaerts op, tot ten Quekel toe. Item alnoch eenen acker gtoot ontrent twee hondt, gelegen aenden westen candt van Willem van Gents vaert, belent noorden de wed. van Claes Teunisen, zuijden Seijcken Dircx Smits sijnde de wederhelft, streckende vande halve Vaert voorsr: aff, westwaerts op, totte erve van Hendrick de Roij toe.

Seijcken Dircx Smits is bedeelt op een schuer met de erve daer aen gelegen, gestaen ende gelegen opde Nieuwvaert, sijnde de suijdense helft van het huijs hier vooren genoemt, groot ontrent twee hont, belent Zuijden Hendrick de Roij, noorden Peeterken Arien Paens haere moeder, sijnde de wederhelfft, strecken-de voor vander halver Nieuwvaert aff, westwaerts op, totten Quekel toe, mirs de helft hier tegen affge-deelt, maelcanderen te wegen ende te stegen, ter lenghte van veertien roeden, vande halfe Nieuwvaert aff westwaerts op. Item alnoch eenen acker gelegen ten westen van Willem van Gentsvaert, groot ontrent twee hondt, belent noorde Govert Janssen Hoevenaer sijnde de wederhelft, Zuijde Arien Claessen Vaert-man cum suis, streckende vande halve Vaert voorsr: aff westwaerts, totte erve van Hendrick de Roij.

Paehijen tot des een, off anders, proffijt vertijt ende vertegen, naer den rechte van Zuijthollant, omme ieder ’t sijne te

Folio 111v

mogen gebruijcken, als haere andere vrije eijgen ende allodiaele goederen, mits dat ieder voort sijne sal onderhouden, alle wegen, stegen, schouwen, ende nabueren rechte, met recht daer uijtgaende. Ende in-geval eenige pretensie op des een off des anders gedeelte, quame te ontstaen, ’t welck (:verhoopt werde neen gelovende bij desen den eenen den anderen, te helpen dragen, ende garanderen tot het jaer 1692, onder exprese Conditie dat sij Comparanten gehouden sijn in vier paeijen te helpen lossen, seeckere obligatie van rwee hondert gulden Ap:, staende tot behoeff van Dircxken Willems, wed: Cort Lottens, wesende Jaerlijcx voor Peeterken Ariens Paens haere moeder ter somme van vijffentwintigh gulden, ins-gelijcx voor haere kinderen, ieder voort sijne vijff gulden jaerlijcx. Ende soo iemant in gebreecke blijft van dese voorsr: somme, op sijn behooelijcke tijt, niet quame te voldoen, sullen daervoor paratelijck werden geexecuteert. Aldus gedaen ende gepasseert opden dartienden Februarij XVIc tweeentnegentigh, ten overstaen van Adriaen Timmers Schout, Jan Govertse Gijben ende Jan Teunisen van Pas Heemraden.

                                                                                                              Jan Goeijaertssen Ghijben
                                                                                                                                      Jan van Pas

Uitgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genoemt, Adriaen van Pas ende Baeijen Melsen van Driel, maer door indispositie vande voorsr: van Driel, soo Compareer-de alhier den Schout

Folio 112r

van Waspick ende Dirck Zeijlmans, de welcke consenteren in dese gifte, ende intervenierende voor den opgemelten van Driel, als bij Schour ende Gerechte van Groot Waspick aengestelde Curateuren over den boedel ende nalatenschap vande goederen achtergelaeten bij Huijbert den Smit ende Jenneken Janssen, als mede in qualitijt als armmrs. over het voorsr: dorp van Waspick, vande jaere 16902 wn 1693. Ende hebbe alsoo indier qualitijt overgegeven met eender vrije gifte soo als recht is, aen ende tot behoeff van Adriaen Aertsen Bommelaer, seecker parceel Dries groese groot ontrent twee hondt, ofte soo groot ende cleijn als ’t selve gelegen is inden Geer onder Cappel, belent west Adriaen Peeter Berthouts cum suis, oost Cornelis Zeeuw cum suis, Zuijde Adriaen Anthonis van Pas cum suis, noorden Wouter Aertsen. Ende dat met alle wegen, stegen, schoiwen ende nabueren rechten met recht daer uijtgaende, voorts soo ge-loove de voornoemde vercooperen in haere voorsr: qualitijt den cooper int voorsr: goet te vrije ende te waeren naer den rechten van Zuijthollant, ende alle voorcommer ende Calangie aff te doen tot Nieuwejaer 1692. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden. Actum desen eersten Meert XVIc tweentnegentigh.

De Cooppenningen sijn volgens Conditie ter somme van hondert vijffendartigh gulden, gereet ende con-tant, en bekenne de voorsr: vercoopers daer van voldaen te sijn ergo gecasseert.

                                                                                                                  Cornelis vanden Houck
                                                                                                                                    Johan Cnaep

Folia 112v

Uijtgemaeckt op behoorlijcken zegel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genoemt, Reijnier vanden Broeck, in houwelijck hebbende Maria Glaviman, ende geeft alsoo over met eender vrije gifte soo als recht is, aen ende tot behoeven van Jan Aertsen Snaphaen, Jan Jacobsen Mouthaen, de wed: Corne-lis Janssen van Gorcum, ende Anneken Cornelis wed: Peeter Stoffels, seecker parceel moergronde, ge-legen inde Dullaert onder Cappel, groot ontrent twee mergen, ofte soo groot ende cleijn als ’t selve tus-schen sijne regenoten gelegen is, belent oost Jan vander Punten, west Joris de Bie cum suis, streckende vande Crucvaert aff noortwaerts op, tot den watergangh toe, mits dat dit voorsr: parceel moeren sijnen uijtwegh sal hebben over de erve toebehoorende de wed: Cornelis Janssen van Gorcum ende Jan Dircxsen Smits. Ende voorts met alle wegen, stegen, schouwen ende nabueren rechten, met recht daer uijtgaende, en gelove de voorsr: coopers int voornoende goet te vrijen en te wairen naer den rechten van Zuijthollant, ende alle voor commer ende Calangie aff te doen tot Nieuejaer 1692. Coram Adr: Timmers Schout, Johan Cnaep, Jan Gijben ende Corstiaen de Zeeuw. Actum desen sesden Meert XVIc tweentne-gentigh.

Parthijen verclaeren voor techt de cooppenningen te wesen 800 gulden, in twee egaele ende gelijcke ter-mijnen, waervoor hij vervooper bekent den eersten termijn onrfangen te hebben, wesende 400 gld.

Opden 3e December 1692 soo bekende Renier vanden Broeck van den leste paij, hier boven vermelt, voldaen te sijn met de somme van 400 gld. ergo gecasseert.

                                                                                                              Jan Goeijaertssen Ghijben
                                                                                                                           Corstiaen de Seeu

Folio 113r

Opden sesden Meert 1692 ontfangen vande erffgenamen van Leijntjen Jansen van Nederveen tot Wael-wijck, sonder wettige descendente naergelarten te hebben overleden, den 20e penning van eenen wilceur, staende tot laste vande wed: Meerten Janssen Wagemaecker wesende de hoeft somme , een hondert vijffentwintigh gulden

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, Willemken Hoppenbrouwers wed: van Adriaen Verhoeven, woonende binnen ’s Hertogenbosch, de welcke bekende vercoght te heb-ben seeckere Damschuijt met sijn anckers, taeckels, tauwen ende sijne verdere toebehoorte, aen Adriaen Hendricxse Timmers, woonende alhier binnen Cappel, den welcken bekent deselve gecoght te hebben, ende dat voorde somme van twee hondert en dartigh gulden eens, en bekent de eerste Comparante de voorsr: somme ontfangen te hebbe, uijtgenomen eene somme van vijffendartigh, die den voorsr: twee-den Comparant bekent aende voorsr: wed: schulgigh te weswn, en belooft de selve somme te betaelen van huijden datum ondergesr: over een jaer, aende hande vande voorsr: wed: ofte den rechten thoonder deses. Ende van langer onderhoudinge edogh met believe vande voorsr: Creditrice, soo sal den Debiteur gehouden wesen tot intrest te betaelen tegens vijff gulden percento, onder Conditie dat de eerste Com-parante de voorsr: Damschuijt sal moeten vreijen van alle naer maninge ende Calangie, die opde voorsr: Damschuijt soude mogen comen, tot desen dagen toe. En den tweeden

Folio 113v

Comparante sal gehouden wesen te betaelen aen …………………….., schips timmerman, woonende tot Eijselmonde, overt timmeren en repateren van dese voorsr: Damschuijt, tot achtien gulden incluijs, ende want den tweeden Comparant meer aende voornoemde schips timmerman moet geven, sal hij het selve met q…… aende geloofde 35 gulden mogen corten sonder meer, verbindende hij Debiteur voort gene voorsr: staet, specialijck sijne Dam schuijt, op hodie aen dem getransporteert ende gelevert, en voorts generalijck sijne persoon ende alle sijne verdere swoo roerende als onroerende goederen, en stelle sijn selve ten bedwange van alle Heeren, Hoven, rechten ende rechteren ende principaelijck de Ed: Hove van Hollant, ende tot meerder verseeckeringe vandien soo Compareerde Hendrick Ariensen Timmers, de welcken sigh selve Constitueert tot borge principael, voor de voorsr: gelooffde somme, onder de remin-tiatie vande beneffitie ordinis divisirnis et excesionis, verclaert de effecte van dien wel te verstaen, onder verbant als naer rechte. Actum den 15e Meert 1692. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden.

                                                                                                                  Cornelis vanden Houck
                                                                                                                                    Johan Cnaep

De vijffendartigh gulden aen dander sijde vermek, bekent de voorsr: Cretrice vanden Debiteur ontfangen te hebben ergo gecasseert, desen 3e Maij 1693.

Dir ist X hantmerck van Willemken Hoppenbrouwer.

Folio 114r

Erffdeelinge voor recht overgebracht bij Jan en Michiel Peetersen Dolck ende Aelbert Weghmans, Corpo-rael onder het Regiment Cavallerij vande Heer Colonel Suijlenstijl, in houwelijck hebbende Janneken Pee-tersen Dolck, alle kinderen ende erffgenamen van zal: Peeter Janssen Dolck den ouden, verweckt bij Neeltjen Gielen, ende dat van alle de erffgoederen bijde voorsr: Peeter Janssen Dolck ende Neeltjen Gie-len achtergelaten, soo ende gelijck hier naer volght.
Inden eersten is Jan ende Michiel Peetersen Dolck voorsr: te deele gevalle opde stede met het huijs ende erve daer aenbehoorende, gestaen ende gelegen ten westen van Willem van Gents Vaert, groot ontrent in’t geheel eenen mergen, belent noorden Jan van Pas, zuijden de wed: Peeter van der Punten, strecken-de vande voorsr: halve Vaert aff westwaerts op, tot de Dwars ackers toe. Item alnoch de de helft van twee hont ackerlant, wesende de zuijdense seijde gelegen ten oisten van Willem van Gents Vaert, belent noorden Aelbert Weghmans de helft hier tegen affgedeelt, zuijden Anthonij van Nederveen, streckende van de voorsr: halve Vaert aff oistwaerts op, totten Quekel alsoo genaempt toe. Item alnoch een geerd hoij ofte weijlant gelegen onder Nederveen, gemeen in een stuck van acht geerden min een vierendeel, toebehoorende de kinderen van Michiel Claessen cum suis, belent west Sr: Meerten van Campen, oist Corstiaen Glaviman cum suis, streckende van Schrevelduijn Cappel aff noortwaerts, tot den Scheijsloot toe. Item alnoch een parceel moeren, groot ontrent vier hondt, gelegen onder Loon, belent zuijden Gijs-bert Hoeffnagel, noorden Christoffel Molegraeff, streckende van de Hoecxe Steegde aff, oistwaerts totte oude Loope toe.

Folio 114v

Item is Aelbert Weghmans te deel gevalle, inden eersten op anderhalff geerd hoij ofte weijlant gelegen in Zuijdewijn, onverdeelt in een stuck van ses geerden, toebehoorende de wed: Dirck Wouters Smits, belent oist Dirck Tenhage cum suis, west Jan Jacobsen Paens cum suis, streckende van Schrevelduijn Cappel aff noortwaerts, totten Banne van Meeuwen toe. Item de helft van twee hont ackerlant sijnde de noortden-se seijde, gelegen ten oisten van Willem van Gents Vaert, belent nooeden Jan Stevense Huijsman, zuij-den Jan en Michiel Peetersen Dolck de wederhelft hier tegen affgedeelt, streckende vande voorsr: halve Vaert aff oistwaerts totten Quekel, alsoo genaempr toe.

Parthijen hebben tot des een, off des anders proffijt ende vertegen naer den rechten van Zuijthollant, omme ieder ’t sijne te mogen gebruijcken, als haere andere vrije eijgen ende allodiaele goederen, mits dat ieder voort sijne sal onder houden alle wegen, stegen, schouwen ende nabueren techten, met recht daer uijtgaende, ende ingeval eenige calengien ofte pretensien op des een off des andert gedeelte quame te ontstaen, ’t welck (:verhoopt werdt neen:) geloven bij desen, den eenen den anderen te helpen dragen, ende garanderen tot het jaer 1692. Aldus gedaen ende gepasseert opden negenen teintighsten Meert XVIc tweeentnegentigh, ten overstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Cnaep ende Jan van Pas Heemraden.

                                                                                                                                      Jan van Pas
                                                                                                                                    Johan Cnaep

Folio 115r

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier ondergenoept, Geerit Jansen Snijder ten eenre, ende Frans Vermeer ter andere sijde. De welcke verclaerde met maelcanderen verdragen te sijn dat den voornoemde Frans Vermeer alnoch het huijs in eijgendom sal behouden en bewoonen een jaer naer dato deses, soo ende gelijck het bij sijn Zal: bewoont en beseeten is geweest, onder expresse conditie dat Frans Vermeer ten vermaenevan den voornoemden Geerit Jansen Snijder nae het expereren van een jaer, het voorsr: huijs sal moeten ruijmen vande erve vande voorsr: Geerit Jansen Snijder, sonder verder gebruijck te behouden van de voornoemde erff en hoff, waervoor den voornoem-de Vermeer eens in dat jaer sal betaelen een somme van vijff gulden, waeronder sij parthijen verbinden haere persoonen ende goederen egeen uijtgesondert, alles onder verbant als naer rechten. Present Adri-aen Timmers Schout, Michiel Jansen Backer ende Jan Goijertsen Gijben Heemraden, desen 23e April 1692.

                                                                                                                    Michiel Jansen Backer
                                                                                                              Jan Goeijaertssen Ghijben

Folio 115v

Tacxatie voor Recht aengebracht bijde Erffgenamen van Adriaen Jacobsen Paens alhier binnen Cappel opde Nieuwvaert sonder eenige wettige descendenten achter gelaeten te hebben overleden, bij ons on-dergesr: Schout ende Heemraden, ten versoecke vande voorsr: Erffgenamen getacxeert dese naervol-gende parceelen in contante weirdigh te wesen.

Inden eersten een binnen dijckse delle groot ontrent ses hont, gelegen ten westen vande Nieuwvaert, be-lent zuijden Jacob Janssen Deckers, noorden Joost Bastiaensen Smits, streckende voor de voorsr: halve vaert aff, westwaerts totten Quekel van outs alsoo genoempt toe, in contante weirdigh te wesen ter som-me van ——————————————————- 150:0:0
Item alnoch een paeceeltjen uijtgedolve putten en cuijlen, groot ontrent een hondt, belent zuijden Willem van Bavel, noorden d’Erffgenamen van Gijsbert Paens, streckende vande halve Nieuwvaert aff, weest-waerts totten Quekel van outs alsoo genaemt toe, in contante weirdigh te wesen ter somme van ———————————————————————————– 9:0:0
Somma totalis beloopt dese tacxatie int geheel ter somme van ——————————– 159:0:0
Den 20e penning daer van beloopt t’saemen ter somme van ———————————— 7:19-0
Het 10e verhoogh ————————————————————————————– 0:16:0
———-
8:15:0

Aldus dese voorsr: parceelen getacxeert bij ons ondergesreven Schout ende Heemraden van Schre-velduijn Cappel, desen 14e April 1692 en waeren onderteeckent. Adr: Timmers, Jan Goeijaertsen Gijben, Johan Cnaep, onder stont: In kennisse van mij, ende was onderteeckent.

                                                                                                              H: vander Hoeven. Secrts:

Folio 116r

Tacxatie van soodanigen onroerende goederen alhier in ’s Gravenmoer gelegen, als metter doot ontruijmt ende naergelaeten is bij Adriaen Jacobsen Paens, gewoont hebbende tot Cappel op de Nieuwvaert, ende aldaer sonder wettige descendenten naergelaeten te hebben deser werelt overleden, omme dien volgende daervan betaelt te werden den 20e penning, volgens den placcaten ende ordonnantie bij haer Ed: Groot mogende Heeren Staeten van Hollant ende West Vrieslant, op het stuck van het Collaterael Successie geamaneert.

Opden 27e Januarij 1692 is bijde Erffgenamen van Adriaen Jacobsen Paens, overleden tot Cappel op de Nieuwvaert, sonder wettige desendenten naer gelaeten te hebben, derhalven den 20e penning subject omme daer van betaelt te werden, en is het naervolgende.
Eerstelijck de gerechte helft van anderhalff lange veertel lants, gelegen alhier ’s Gravemoer, aende Straet op het noorteijnde ontrent ter halver wiel, gemeen met Claes Cornelis Huijben, noort Dielis Antonis Qui-reijns, suijt …………., streckende met de smalle straete oostwaerts op tot int hol vande Oude Vaert.
Ende is deselve helft van de voorsr: Lange Veertel bij de Stadthouder ende Heemraden getacxeert op ——————————————————————————————– 70:0:0
Comt voor ’s lants 20e penning ——————————————————————— 3:10:0
Ende voor de 10e verhooging ————————————————————————– 0:7:0
———
3:17:0

Adus bij ons Stadhouder ende Heemraden getacxeert naer ons beste kennisse ende wetenschap als voorsr: is. Actum den 14e April 1692, ende waeren onderteeckent: J: Schoonhoven, Peeter Vermeulen.
Onder stont: Sris absent, in kennisse van mij als Clercq J: Keernicx.

Fol 116v

Uitgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genoemt, Michiel Dingemans Lochten, in houwelijck hebbende Janneken Gijsberts de Haen, ende heeft alsoo indier quali-teijt overgegeven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Anthonij vander Nath, seecker derdepart in een binne dijckse delle met den omloop van dien, soo groot ende cleijn, als ’t selve ter plaetse genaemt de west sijde van Willem van Gents Vaert gelegen is, onverdeelt met den cooper ende Cornelis Schouten, belent noorden Marcelis Vreijssen, zuijde Willemken Claessen wed: Claes Teunissen, streckende vande voorsr: halve Vaert aff westwaerts, rotte Hoeffbancken van outs alsoo genaemt toe, met alnoch een negende part in twee binne dijckse dellekens, groot ontrent drie hont, gelegen ten westen van Willem van Gents Vaert, belent zuijden Joachem Hendricx, noorden Maijcken Meertens, Streckende vande halve Vaert aff, westwaerts tot ‘d erve van Jan Dingemans toe, onverdeelt met Jan van Pas cum suis. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, ende nabueren rechten, met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den voorsr: verciiper, den cooper int voorsr: goet te vrijen ende te waeren naer den rechte van Zuijthollant, ende alle voor commer ende calangie aff te doen tot Nieuwe jaer 1692. Coram Adr: Timmers Schout, Corstiaen de Zeeuw ende Jan van Pas, Heemraden, desen 8e Maij 1692.

Partheijen verclaeren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van vijffenvijfftigh gulden, en bekent daer van voldaen en betaelt te wesen, ergo gecasseert.

                                                                                                                                      Jan van Pas
                                                                                                                          Corstijaen de Seeu

Folio 117r

Uitgemaeckt op behoorlijck segel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel hier onder genoemt, Peeter van Gorcum in houwelijck hebbende Anneken Jacobsen Paens, Michiel Denis de Haen den jongen in houwelijck gehadt hebbende Teuntjen Jacobsen Paens, den voorsr: de Haen intervenierende ende de rato caverende voor sijne drie kinderen verweckt aende voornoemde Teuntjen Paens, mitsgaders Hermanus van Rees in houwelijck hebbende Janneken Michielsen Vlees, den selven intervenierende ende de rato caverende voor Dingena, Anna ende Maria Michielsen Vlees, kinderen van Michiel Vlees, verweckt aen Maeijcken Jacobsen Paens, alle als Erffgenamen van Adriaen Jacobsen Paens, ende hebben alsoo indier qualitijt overgegeven met eender vrije gifte soo recht is, aen ende tot behoeff van Jan Jacobsen Paens, seecker drie vierde parten van een binnen dijckse delle, gelegen ten westen vande Nieuwvaert, groot ontrent ses hont en ’t sestigh roeden, belent zuijden Jacob Janssen Deckers, noorden Joost Bastiaensen Smits, streckende vande halve Nieuwvaert aff, westwaerts totten Quekel sloot toe, ende dat met alle we-gen, stegen, schouwen en nabueren rechten, met recht daer uijtgaende, voorts geloove de voorsr: ver-coopers in haere voorsr: qualitijt, den cooper int voornoemde goet te vrijen ende te waeren naer den rech-ten vanden landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1692. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Cnaep ende Jan Goijers Gijben, Heemraden. Actum desen 31e Maij 1692.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van hondert gulden, en bekennen de voorsr: vercoopers daer van voldaen te sijn, ergo gecasseert.

                                                                                                              Jan Goeijaertssen Ghijben
                                                                                                                                    Johan Cnaep

Folio 117v

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel ondergenoemt, Geerit Jansen Boudewijns, weduwnaer van Adriaentjen Peeters de Haen, verclare en bekenne hier mede aff te staen, gelijck ik affstae mitsdesen, voor mij en den mijnen ten allen dagen, van al het geen ik uijt crachte van Testamente, bij mijn vrouwe Zal: Adriaentjen Peetersen de Haen voornoemd gemaeckt, soude kunnen off mogen pretenderen, op den boedel en alle naegelate goederen van Maria Hendricx Back, in haer leven vrouwe van Peeter de Haan, het sij oock onder wat narm, recht ofte titel ik die verstorvene en nagelate off door sterffrecht, off bij Testament off bij donatie off hoe het soude mogen wesen, op mijn vrouw Zaliger gedevolveerde goederen, soude mogen eijsschen off kunnen eijsschen, houdende mij daer van als op het deugdelijckste voldaen, mits dat oock Peeter de Haen voor sigh en sijne kinderen alle broederen en susters van mijn overledene vrouwe, afstaen van alle het gene in mijn vrouwe Zaliger leven, tot haeren lijve behoorde, en bij Testament aan hem Peeter de Haan voornoemt, en sijne kinderen gemaeckt, actum den 12e Junij 1692. Coram, Adr: Timmers Schout, Cnaep ende van den Hoeck, Heemraden.

                                                                                                                  Cornelis vanden Houck
                                                                                                                                    Johan Cnaep

Folio 118r

Tacxatie voor Recht aengrbracht bijde Erffgenamen van Zal: Maria Coenelisen Rommen, alhier binnen Schrevelduijn Cappel opde Hoogevaert sonder wettige descendenten achtergelaeten te hebben overle-den, bij ons ondergeschreven Schout ende Gerechten ten versoecke vande voorsr: Erffgenamen ge-tacxeert het gerechte seste part in een huijs met de erve daer aen gelegen, in contante weirdigh te wesen.

Eerstelijck ende ten laetste een gerechte seste part in een huijs, hoff met de erve daeraen gelegen, groot ontrent int geheel acht hont, gelegen op de Hoogevaert, belent Zuijden Jan de Leeuw, noorden Maria wed: Aert Oirlemans, streckende uijt den oosten vande halve Vaert aff, westwaerts tot de erve van Marie Aerts Oirlemans voorsr: toe, in contante weirdigh te wesen ter somme van ——————————————————————————————– 60-0-0

Den 20e penning daer van beloopt ter somme van ———————————————— 3-0-0
Het 10e verhoogh ————————————————————————————– 0-6-0
——–
3-6-0

Aldus dit voorsr: sestepart getacxeert bij ons ondergesr: Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, desen achtentwintighsten Augustij XVIc tweentnegentigh, waren onderteeckent Adr: Timmers, Johan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck.
Onder stont: in kennissen van mij, en was geteeckent
A: vander Hoeven, Sris
Folio 118v

Uitgemaeckt op een segel van vier schellingen.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel ondergenoemt, Joffr: Aleda Bollekens woonende tot Dongen, ende heeft verwilceurt ende gelooft schuldigh te sijn, aen ende ten be-hoeve van Joffr: Aeltjen van Campen ter somme van een duijsent Car: gulders, den gulden tot twintigh stuijvers, hiercomende de gemelte somme van geleende ende ten dancke aengetelde penningen, remin-tierende derhalve de exceptie van niet aengetelde gelden, welcke voorsr: hooftsomme van een duijsent gulden met alle intresten vandientegens den penning twintigh int jaer, de voornoemde comparante weder-om belooft te restitueren in goeden gevaludeerden gelde aende voornoemde creditrice ofte deses actie hebbende van heden date deses over een jaer, welcken intrest cours houden sal totte volcomen quitinge der voorsr: hooftsomme toe, voor welcke voorsr: somme met alle te verloopene intresten, stelt sij com-parante speciaelijck ten onderpande alle haer ackerlant inde Hoeff van Heuckelingh, alhier onder Cappel gelegen, mette Dreeff daer noorden aen, ende de Drieskens benoorden de Dreeff, geheel ontrent vijftien hont, oostwaerts vant selve gelegen. Maarten ende de voornoemde Aeltjen van Campen, west de ackers inde Geer. Item noch een dubbel buijten dijckse delle genaemt de Bagijnen dellen, groot ontrent dertien hondt, gelegen oostwaerts naest de Bagijnen steeghte, streckende vanden Dijckstal aff, noortwaerts op totte Oude straete off Nederveen toe. Enge voorts generalijck alle haere verdere roerende ende onroe-rende goederen, ende tot meerder verseeckertheijt, soo compareerde mede Joffr: Matia de Jongh, de welcke verclaerde haer selve te stellen als borge ende principael schuldenaresse voorde voornoemde Aleda Bollekens haere moeder, onder expresse remuntiatie van het beneficium ordinis et excutionis, mitsgaders het beneficium senatus consulti velleiani haer houdende vanden effecte der selver beneficien volcomentlijck onderight. Ende daer en boven haere portien ende gerechtigheijt inde voorenstaende pae-ceelen, specialijck mede verbindende ende vastelijck verwilleceurende, ende mede generalijck

Folio 119r

haer persoon ende goederen, roerende ende onroerende oock hebbende ende vercrijgende deselve alle submitterende allen rechteren bedwonck ende specialijck den Ed: Hove van Hollant. Aldus gepasseert ten overstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Cnaep ende Michiels Jansen Backers, Heemraden, desen vijffentwintighsten 7 ber XVIc tweentnegentigh.

                                                                                                                    Michiel Jansen Backer
                                                                                                                                    Johan Cnaep

Opden 1e Meert 1700 soo bekende Jacob Sprangers als soone van Joffr: Alida van Campen, van dese bovengeschreven willeceur voldaan te sijn met den intrest van dirn, door hande van Maria de Jongh.

                                                                                                                                     J: Sprangers

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel Jenneken Jansen, wed: Jan Peeter Timmers, ende verclaerde bij consent van Hendrik Peetersen Timmers en Arien Jansse Looper als bloetvooghden van hare kinderen, verweckt in egte staet aenden voornoemde Jan Petersen Timmers, voorts bij consent van Adriaen Timmers Schout alhier als oppervooght onwederroepelijck vercoght, ende dienvolgende bij desen over te geven aen Poulus van Rijnst tot Oosterhout, een poonschuijt met seijlen, anckers, clouwen en toebehoorten op huijden overgelevert, welcken coop ende transporte den voor-noemde van Rijnst, mede comparerende is accepterende bij desen, ende dat binne ende voor de somme van seven hondert Car: guldens, belovende hij cooper deselve somme te betalen, te weten drie hondert gulden gereet aende vercooperse, ende de resterende vier hondert gulden aen de Schipstimmerman tot Ouwerschie off die’t reget daer op heeff, welck vier hondert gulden vanden Schipstimmerman moeten betaelt werden in paijen, te weten hondert gulden gereeth ende soo voorts, jaerlijcks hondert gulden tot deselve virthondert gulden aenden timmerman sullen sijn betaelt, daer van den voornoemde Poulus Rijnst haer vercooperse belooft te indenmeren, onder verbant vant voorschreven Schip op water recht, belo-vende sij vercooperse verder tselve getransporteerde schip van alle verdere Calangien ende nacominge te vrijen ende waren onder verbant van haer persoon ende goederen hebbende ende vercrijgende. Actum den 8e October 1692, ten overstaen van Adriaen Timmers Schout, Jan Cnaep ende M: Backer.

                                                                                                                                    Johan Cnaep
                                                                                                                    Michiel Jansen Backer

Folio 119v

Aengemaeckt op zegel van 24 stuijvers.

Dat voor ons gecomen ende gecompareert sijn Maijcken Ariensen Gemans, wed. Jan Jansen Snijder, Anneken Ariensen Gemans ende nog Antonij Timmers, Schout van Vrijhoeven als oppervoogd ende Dirck van Pelt Schepen, voor Grietje, onmondig kint van Adriaen Ariensen Gemans Za:, ende geven wettelijck over met een vrije gifte soo gewoon ende reght is aen ende ten behoeve van Jenneken, Anneken, Johan-nes, Jacomijna, ende Adriaentje Adriaensen Wijnen, drie geregte vierdeparten in ontrent anderhalf hont zeijlant, gelegen onder Schrevelduijn Cappel inde Heijstraet, belent oost de Dwarsackers, west de voorsr: Coopers, streckende vande Nieuwstraet noordwaerts tot de erve van Joost de Bruijn toe, gemeen met de voorsr: Coopers voort resterende vierdepart, met alle schouwen, wegen, stegen, ende gebuerlijcke reg-ten, met regt daer toe behoorende, ende belooffde sij Comparanten in qualiteijt voorsr: tselve te vrije ende waren, mitsgaders alle vootcommer, calangien ende aentael, dier op is tot desen dage toe aff te doen. Actum 18e October 1692.

Partijen verclaerde de Cooppenningen te bedragen de somme van sestigh gulden, ende bekenden de vercoopere dart van voldaen te sijn, dato voorsr:. Coram Adriaen Timmers Schout, Johan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck.

                                                                                                                  Cornelis vanden Houck
                                                                                                                                    Johan Cnaep

Erffdeelinge aengebraght voor Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel bij ende tussen Maria Hendricxsen wed. Peeter Willemsen, Claes Hendricxsen, Aert Hendricxsen, Corst Hendr; Antoni Hen-dricxsen, Teuntje Hendricxsen, mitsgaders Heijliger Cornelissen van Esch, als in huwelijck hebbende Wil-lemke Hendricx, gesamentlijcke erffgenamen

Folio 120r

van Hendrick Corsten ende Aentje Tonis henne ouders, alhier tot Schrevelduijn Cappel overleden, ende dat van alle soodanige Erffgoederen als deselve henne ouders haer naergelaten hebben, ende sijn de lothen gevallen als volght.

Eerstelijck is Maria Hendricxse wed. Peeter Willemsen bij blinde lothen te deele gevallen, ende sal in erffelicheijt hebben ende behouden ’t halff huijs ende middelste derdepart int geseeth inde Heijstraet, belent oost Heijliger Cornelissen van Esch met sijn loth, west Corst Hendricx met sijn loth, soo tselve aldaer gelegen is, metten laste van een derde van een gulden rentje jaerlijcks daer uijtgaende, ende dit voor een loth.

Ten andere is Claes Hendricx geerffdeelt op de gereghte Suijdense helfft vant geseeth opde Hoogevaert, alsmede op de helft vant huijs daer op staende, belent Zuijden Dirck Corsten van Pas, noorden Antonij Hendricx met sijn loth, met de helft vant hout daer op staende, om te dienen tot reparatie vant gemeene huijs, uijt te reijcken vijftien guldens eens, te weten aen Aert Hendricx tien gulden ende vijff gulden aen Teuntje Hendricx.

Item is Antonij Hendricx te deel gevallen, ende sal in erffelicheijt hebben de noordense helft vant geseeth op de Hoogevaert, alsmede de helft vant huijs daer op staende, belent suijden Claes Hendr: met de we-derhelft, noorden Joost de Bruijn mette helft van het hout daer op staende , te dienen tot reparatie vant gemeene huijs aldaer, mits uijtreijckende mede vijftien gulden eens te weten aen ……. Hendricxsen tien gulden, ende aen Teuntje Hendricxse vijff gulden, dit voor een loth.

Verder is Heijliger Cornelisen van Esch nomine uxoris te deel gevallen, ende sal in erffelicheijt

Folio 120v

hebben het gereghte oostense derde part breette int geseeth inde Heijstraet, met de helft vant huijs daer op staende, belent oost Peeter Corsten, west Maria Hendricx met haer loth, metten laste van een derde, inde rente van eene gulden jaerlijcx daer uijtgaende, ende dit voor sijn loth.

Item is Corst Handricx te deele gevallen het westense derdepaert breette int geseeth inde Heijstraet, be-lent oost Maria Hendricxsen met haer loth, west de kinderen van Potmaker, ende te genieten van Antonij Hendricxsen thien gulden eens, dit voor sijn loth.

Nogh is Teuntje Handricx beerfdeelt op de oostense helft van den acker, gelegen aen de west sijde van Corst de Loose steefhde, belent oost deselve stege, west Aert Hendricx met sijn loth, mette helff vande kronckers inden Dullaert, mits genietende van Claes Handricxe vijff gulden, ende van Antonij Hendricxs vijff gulden eens, als voorsr: staet, ende dit voor haer loth.

Ende is Aert Hendricxsen te deel gevallen de westense helft van den voorsr: acker, beneffen Corst de Loosen stege, belent oost Teuntje Hendr: met haer loth, west Hendrick Abraham Sprangers, mette helft vande kronckers inden Dullaert onder Cappel, mits genietende tien gulden eens van Claes Hendricxsen als voorsr: is, in egalisatie van cavel ende dit voor sijn loth.

Ende sal ieder t’sijne bedeelde aenveerden aenstonts ende sulcx met Nieujaer 1693, meden in alle dorps-lasten commer ende buraet, ieder wegen sijn bedeeld, sijnde conditie, dat de contributie vant …ije blijft op’t huijs ende die vant seijlant op’t selve.

Folio 121r

Ende verclaerde parthijen d’een ten behoeve vanden anderen te verleijen ende verteijen na den reghten vanden lande, onder renunciae: van alle benefitien van reliven ende excasitien.

Aldus geerffdeelt, geloot ende gecavelt, ten overstaen van Adriaen Timmers Schout, Johan Cnaep ende Michiel Backer, Heemraden, dese 7e November 1692.

                                                                                                                    Michiel Jansen Backer
                                                                                                                                    Johan Cnaep

                                                       Copie

Verclaren wij Borgemrs. van Schrevelduijn en Vrijhoeven Cappel, bij consent van onse resp: Schouten ende Gerechten mits desen getranspoort, ende in vrijen ende absoluten eijgendom overgegeven te heb-ben aen Jacob Jansen Deckers des voorsr: onsen respect: dorpsdijckske, genaempt den Dieffdijck, gelegen tusschen d’erven vanden Ho: Ed: Heere van Sprangh, ten oosten ende westen d’erffgen: Corne-lis Claessen vander Saecken, streckende van d’Oudestraete tot de Overmasen toe, soo den selven dijck ons bij coop competerende is, omme denselven erffelijck te besitten, bepoten ende gebruijcken tot sij-nen nutschappe, mits den selven Jacob Deckers ende sijne nacomelingen geobligeert sal blijven densel-ven dijck, hoff, etc: op te maecken ende eeuwighen te onderhouden tot bequame ende sustisante wate-ringe van’t Sprangh ende boven affcomende water, opdat de leege gronden onder Schrevelduijn ende Vrijhoeven gelegen, voortaen door t’selve van boven comende water niet beschadight werden, bij man-cqument ende quade off

Folio 121v

insusscante onderhoudinge tot genoeghsaem ende volcomen waterceringe, dat opde minsten aenclachte der geerffdens, denselven dijck door gecommitteerdens uijt de gerechten van Schrevelduijn ende Vrij-hoeven respect: sal mogen werden besichtight, ende in sulcken cas tot laste vanden selven Jacob Dec-kers off sijne nacomelingen, tot opmaeckinge de facto sal mogen werden bestedet, off anders ter keuze ende optie vande voornoemde onse gecommitteerden van Schrevelduijn en Vrijhoeven Cappel, wederom vervallen aen dese onse dorpen, alles sonder eenige figure van processe, mits dat den voornoemde Ja-cob Deckers ende sijne nacomelingen, mede onder gelijcke conditie ende verbant geobligeert blijft, den Zeedijck teijnden den Dieffdijck erffelijck te onderhouden ter keuze van die gerechten, die de jurisdictie daer over competerende is, voor alle welcke goede onderhoudinge ende preserve van schade van onse geerffdens, den voornoemde Jacob Deckers genoten, ende daer en boven van ons ontfangen heeft de somme van vijffentwintigh, dit alles onder wedersijts verbant als naer rechten, des t’oirconde dese we-dersijts geteeckent den IX Junij 1676. Ende was onder geteeckent, Wouter Peeter Dingemans, P: vander Hoeven, Joost de Bruijn, Jan de Leeuw, A: Rombouts, Anth: Timmers, Jan de Roij, Seger de Graeff, Ael-bert Weijnants, Elant van Nieuwenhuijsen, Huijbert Cornelissen Boer, Peeter Janse de Leeuw, Jacob Jan-sen Deckers, A: Glavimans Srs.

Accordeert mettet principael ende gecollationeert den 8e November 1692.

                                                                                                                     H: vander Hoeven Srs
                                                                                                                                  1692

Folio 122r

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel ondergenoempt, Cornelis vanden Hoeck in houwelijck hebbende Eltjen Cornelis Cluijter, Neijs Bleesers in houwelijck hebbende Cor-nelia Cornelisen Cluijter, ende Cornelis van Gulick, Trompetter onder her Regiment Cavallereij vande Heer Colonel Fittinghoff, in houwelijck hebbende Chatharina Cornelisen Cluijter, alle als kinderen en Erffgena-men van Cornelis Cluijter. Ende hebbe alsoo in dier qualiteijt overgegeven met eender vrije gifte soo ge-woon ende recht is, aen ende tot behoeff van Jacob, Arien ende Gerit Cornelisen Cluijter gebroederen, den gerechte helft van eenen huijs, werff met de steenen daer op leggende, ende hoff daer aen be-hoorende, gelegen ten westen vande Nieuwvaert onder Cappel, groot ontrent int geheel anderhalff hont, belent west Anthonij Rombouts, oost Hendricxe wed: Wouter van Nederveen, streckende vande erve van Peeterken wed: Aert Gielen Vuijser, totte erve off Herstraet van Adriaen de Roij toe. Wnde dat met alle dijcken, schouwen, wegen, stegen, en watergangen, die met recht uijt dit voorsr: goet sijn gaende, mits gedoogende dat de huijsinge van Anthonij Rombouts west daer aen gelegen, achter over dit voorsr: goet moet uijtwegen met peerden, wagen, hoijen etc:, mirs dat den voorn: Rombouts offte sijne huijsinge moet onderhouden de stoep als van outs, voorts gelove de voorsr: vercoopers in haere voorsr: qualitijt, de coopers int voorsr: goet te vrijen en waeren naer den rechten van

Folio 122v

Zuijthollant, ende alle voor commer ende Calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1693, aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van Adr: Timmers Schout, Johan Cnaep ende Michiel Jansen Backers, Heemra-den, den erffden December XVIc tweentnegentigh.

Paerhijen verclaren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van hondert tweentsestigh gulden tien stuijvers, en bekenne de voorsr: vercoopers daer van voldaen te sijn, ergo gecasseert.

                                                                                                                  Michiel Jansen Backers
                                                                                                                                    Johan Cnaep

                                                       Copije

Compareerde voor mij Pieter de Wolf, Openbaer Notaris bij de Ed: Mogende Heeren Staten van Seelant gecreeert, ende bij den Provintialen Raden in Hollandt geadmitteert binnen de Stadt Goes in Zeelandt residerende, ende den getuijgen naergenoemt de Eersame Elisabeth Pietersen, wed: ende Boedelhoud-ster van wijlen Nicolaes Swaen, woonaghtigh binnen dese Stadt, mij Notaris bekent, dewelcke verclaerde te constitueren ende authoriseren gelijck sij doet bij desen, Jan van Gorcum, varende voor kneght bij Cornelis Jansen Moets, omme inden naeme ende van wegen de Comparante te verschijnen voor den Gereghte van Cappel inde Langhstraet, ende aldaer te leveren ende in vollen eijgendom over te dragen aen Cornelis Janssen Wagemakers, woonaghtigh

Folio 123r

tot Loon op het Sant, sekere partije waije ende dijck gelegen binnen en buijten den gesegden dijck, onder gemelte Heerlijckheijt van Cappel aende westsijde van Willem van Gentsvaert, soo groot als het gelegen is verkoght den hoop om een hondert veertigh gulden ende waerop bij de Comparante is ontfangen vijf-tigh guldens, denselven cooper dier voegen als die gebruijckel is, ende de Comparante selffs present sijnde, soude comen, ofte mogen doen, de resterende Cooppenn: te ontfangen, daer aff quitantie te passeren, ende voorts daer in te doen ende handelen als bevinden sal te behooren, alwaert schoon eenigh speciaelder bevel vereijschende was, beloovende eghter voor goet ende van waerde te bevinden tgeene bij denselven geconstitueerde hier sal werden gedaen, onder verbant als na reghte. Aldus gedaen binnen de Stadt Goes, op den tweeden November XVIc tweeentnegentigh, ter presentie van Jacob Jans-se ende Cornelis Paulussen borgers alhier, als getuijgen ten dese versoght, dewelcke deser minute, beneffens de Comparante ende mij Notaris in kennisse der waerheijt hebben onderteijckent, onder stont, quod attestor, ende was geth:

                                                                                                         Pieter de Wolff, Notaris publ:
                                                                                                    Accoordeert met sijn principaele
                                                                                                                 Copije attesteren in sigh

                                                                                                                           H: vander Hoeven 
                                                                                                                                     1692

Na folio 245v ligt onderstaande losse acte, deze behoort bij bovenstaande acte.

                                                       Copie

Voorzijde.

Compareerde voor mij Pieter de Wolff Openb: Notaris bij de Ed: Mogende Heeren Staten van Zeelant gecreeert, ende bij de Provintialen Rade in Hollant geadmitteert binnen de Stad Goes in Zeeland reside-rende, ende den getuigen naergenoemt, de eersamen Elizageth Pieters, weduwe ende boedelhoudster van wijlen Nicolaas Swaan, wonagtigh binnen dese Stad, mij Notaris bekent, dewelcke verclaarde te con-stitueren ende authoriseren gelijk zij doet bij dezen, Jan van Gorcum, varende voor knegt bij Kornelis Janse Moets, omme uit den naam ende van wegen de comparante te verschijnen voor den Geregte van Cappel in de Langestraat, ende aldaar te leveren ende in vollen eijgendom over te dragen aan Cornelis Jansen Wagemaker, wonagtigh tot Loon op het Sant, sekere partije weije ende dijk, gelegen binnen ende buijten den gesegden dijk onder gemelte Heerlijkheijt van Cappel, aende westsijde van Willem van Gents-vaart, soo groot als het gelegen is verkogt den hoop om een hondert veertigh guldens, waar op bij de Comparante is ontfangen vijftigh guldens, denselven

Achterzijde.

cooper daer in te erven ende vestigen, soodanigh ende in dier vougen als des gebruikelijk is, ende de comparante selfs present sijnde, soude konnen ofte mogen doen, de resterende coopenningen te ont-fangen, daar af quitantie te passeren, ende voorts daar in te doen ende handelen als bevinden sal te be-hooren alwaart schoon eenigh speciaalder bevel vereijschende was, beloovende egter voor goet ende van waarde te houden ’t geene bij denselven geconstitueerden hier in sal werden gedaan, onder verband als na regte. Aldus gedaan binnen de Stad Goes, op den tweeden November XVIc twee-entnegentigh, ter presentie van Jacob Jans ende Cornelis Paulussen borgers alhier, als getuigen ten desen versogt, dewel-ke deser minute beneffens de comparante ende mij Notaris in kennisse der waarheijt hebben onderteij-kent.

                                                                                                                      Quod Attestor
                                                                                                              P: de Wolff. Notaris Publ. 
                                                                                                                               1692

Uijtgemi op een zegel van 1 gld: 4 st:

Compareerde voor ons Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel hier ondergenoemt, Jan van Gorcum, schipperskneght vatende bij Cornelis Jansen Moets uijt craghte van procuratie hem verleent bij de eersa-me Elisabeth Pietersen, wed: ende boelhoudster van wijlen Nicolaes Swaen, woonaghtigh binnen de Stadt Goes, gepasseert voor

Folio 123v

voor den Notaris Pieter de Wolff in dato den 2e November 1692, hier voren geregistreert, ende heeft als-oo indier qualiteijt overgegeven met eender vrije gifte soo gewoon ende reght is, aen ende tot behoeff van Cornelis Jansen Wagemakers den jongen, woonende onder de Heerlijckheijt Loon, seekere binnen en buijtendijckse delle met den dijck daer aen behoorende, groot ontrent eene mergen, ofte soo groot ende cleijn als tselve ter plaetse genaemt de west sijde van Willem van Willem van Gentsvaert gelegen is, be-lent west Gijsbert Gerrits Holtnagen cum suis, oost de steghd, streckende uijr den Zuijden vande erve toebehoorende de wed: Claes Jan Sijmons, noordwaerts op tot Nederveen Cappel toe, ende dat met alle schouwen, wegen, stegen, watergangen, ende nabuerlijcke teghten, met reght hier uijtgaende, voorts ge-looft den voorsr: vercooper in sijne voornoemde qualiteijt de cooper in dit voorsr: goet te vrijen ende waren naer den reghten van Suijthollant, ende alle voorcommer ende Calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1693 toe. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van Johan Cnaep, Jan Gijben, en Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen 15e December 1692.

Paethijen verclaren voor reght de cooppenningen te sijn hondert en veertigh gulden, en bekent den ver-cooper in sijne voorsr: qualiteijt daer van voldaen te sijn, ergo gecasseert.

                                                                                                              Jan Goeijaertssen Ghijben
                                                                                                                  Cornelis vanden Houck
                                                                                                                                    Johan Cnaep

Folio 124r

Uijtgemaeckt op een zegel van 24 st:

Compareerde voor ons Stadthouder ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel hier genoemt, Peeter Jansse de Leeuw, en heeft overgegeven met eender vrije gifte soo als reght is, aen ende ten behoeve van Jan Teunisen de Haen, sekere ses a seven rn dertigh roeden zaijlant gelegen op de Hoogevaert, ofte soo groot ende cleijn ‘tselve gelegen is, streckende uijt den oosten vande erve van Jan Teunisen de Haen, westwaert op tot denselven de Haens erve toe, belent zuijden de wed: Leendert van Pelt, noorden den voornoemde de Haen, ende dat voorts met alle wegen, stegen, schouwen ende nabueren reghten, met reghr daer toe behoorende, voorts soo belooft den voornoemde Comparant tselve te vrije ende wa-ren na den reght van Zuijthollant, ende voorts voor alle voorcommer ende Calangie daer op wesende, aff te doen tot Nieuwjaer 1693. Actum ten overstan Hendrick vander Hoeven, Stadthouder, Jan Goijertsen Gijben, en Cornelis vanden Hoeck Schepenen, desen 29e December XVIc twee en tnegentigh.

Phartijen verclaren voor reght de Cooppennimgen te wesen de somme van vijff en twitigh gulden contant, waer van hij bekent ten volle voldaen ende betaelt te sijn, ergo gecasseert, datum ut supra.

H: vander Hoeven Jan Goeijaertssen Ghijben
1692 Cornelis vanden Houck

Folio 124v

                                                       1693.

Uijtgemaeckt op een zegel van 24 st:

Compareerde voor ons Stadthouder ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel ondergenoempt, Adri-aentjen Aertsen Luijx, wed: wijlen Willem Peter Corsten, geassisteert met Adriaen Vinck haaren neeff ende gecooren vooght in desen, ende heeft overgegeven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aan ende tot behoeff van Anthonij Hendricx, seecker huijsken, hoff met het geseetjen daer aen behoorende, groot ontrent int geheel twee hont ofte soo groot ende cleijn als ’t selve aenden noorden cant vande Nieuwstraet gelegen is, gelent oost de wed: Peeter Ockers, west Peeter Joosten de Bruijn, streckende uijt gen noorden vande erve vande wed: Peeter Ockers voorsr: aff, zuijtwaerts totter halver Nieuwstraet toe, ende dat mer alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechten, met recht hier uijtgaen-de, voorts gelooft de voornoemde vercoopersse den cooper int voorsr: huijsken met het geseetjen te vrijen en waeren naer den rechten van Zuijthollant, ende alle voorcommer ensw calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1603. Coram Hendrick vander Hoeven Stadthouder, Johan Cnaep, Jan Goijers Gijben ende Corstiaen de Zeeuw Heemraden, desen negenden Januaruj XVIc drieentnegentigh.

De cooppenningen sijn volgens conditie ter somme van een hondert vijffentseventigh gulden, in drie ter-mijnen, te wesen hondert gulden gereet, en de twee resterende termijnen egaal, ieder een jaer naer mal-cander, en bekent de voorsr: Comparante vande hondert gulden voldaen te sijn.

H: vander Hoeven Jan Goeijaertssen Ghijben
1693 Corstiaen de Seeu
Johan Cnaep

Den tweeden paeij ofte termijn deser gifte ter somme van sevenendartigh gld: tien stuijvers, sijn voor den cooper aende vercoopersen betaelt den 22 Januarij 1694.

                                                                                                            Gelden Handricx Glaviman

Opden 14e Meert 1695, soo bekende de gelijcke Erffgen: vande derden termijn doot hande vanden coo-per voldaen te sijn. Ergo gecasseert.

                                                                                                                               Adrijaen Vinck
                                                                                                                             Maijken Handrix
                                                                                                            Gelden Handricx Glaviman
                                                                                    Dit is het X hantmerck van Claes Teunisen

Folio 125r

Uitgemaeckt op een zegel van 24 stuijvers.

Ten voorsr: dage Compareerde voor ons Stadthouder ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, Antho-nij Hendricx geeft over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Nico-laes Hendricx sijnen broeder, de helft van een huijs hoff met den acker daer aen gelegen, groot int geheel ontrent drie hont, ofte soo groot ende cleijn als t’selve opde Hoogevaert gelegen is, belent Zuijden den cooper, noorden Adriaen de weduwe Bartrum Joosten de Bruijn, streckende vande halve Hoogevaert aff, westwaerts op tot d’erve van Adriaen Wijnen toe, ende dat watergangen, wegen, stegen, schouwen, ende nabueren rechten, met recht hier uijtgaende, voorts gelooft den voorsr: vercooper, den cooper int voorsr: halff huijs ende ackerlant te vrijen en waeren naer den rechten van Zuijthollant, ende alle voorcommer ende Calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1693. Coram Hendrick vander Hoeven, Stadthouder, Johan Cnaep, Jan Gijben en Corstiaen de Zeeuw Heemraden, dagh datum ut supra.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van een hondert gulden, en bekent den cooper daer van voldaen te sijn, ergo gecasseert.

H: vander Hoeven Jan Goeijaertssen Ghijben
1693 Corstijaen de Seeu

Folio 125v

Uijtgemaeckt op behoorijck zegel.

Compareerde voor ons Stadthouder ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel ondergenoemt Jan Corsten van Pas, woonende in Besoijen, ende geeft over met eender veije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Corstiaen Glaviman seeckeren acker, groot ontrent drie en een halff hondt, ofte soo groot ende cleijn als den selven aenden oosten candt vande Nieuwvaert gelegen is, belent noorden de wed: van Adriaen Jacobsen Paens, Zuijden Hendrick Ariensen Timmer den ouden, streckende vander halver Nieuwvaert aff, oostwaerts tot d’erve van Anneken Tuensen van Tilborgh toe, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen, ende nabueren rechten, met recht hier uijtgaende, voorts gelooft den voorsr: vercooper den cooper inden voornoemde acker te vrijen en waeren naer den rechten vanden Landen, ende alle voorcommer ende clangie aff te doen tot Nietwjaer 1693. Coram Hendrick van-der Hoeven Stadthouder, Joan Cnaep ende Jan Teunisen van Pas Heemraden, desen seventienden Ja-nuarij sestienhondert drieentnegentigh.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van twee hondert gulden, en bekent den cooper daer van voldaen te wesen, ergo gecasseert.

H: vander Hoeven Jan van Pas
1694 Johan Cnaep

Folio 126r

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Stadthouder ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel onder genoempt Anthonij Rombouts, ende geeft over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is aen ende tot behoeff van Daniel van Son een huijs hoff met de erve daer aen gelegen, gestaen ende gelegen op het Stapel eijnde onder Cappel, groot ontrent vijffentwintigh roeden ofte soo groot ende cleijn als t’selve aldaer gelegen is, belent west Cornelis vanden Hoeck, oost Jacob, Aeien en Geerit Coenelisen Cluijter, streckende vande Herstraet aff suijrwaerts op tot d’erve vande wed: Aert Jan Michielsen toe, ende dat met alle wegen, schouwen, sregen, watergangen ende nabueren rechten, met recht hier uijtgaende, voorts geloofr den voorsr: vercooper den cooper int voorsr: voorsr: huijs hoff en erve te vrije ende waeren naer den rechten vanden Landen, ende allr voorcommer ende Calengie aff te doen tot Nieuwejaer 1693, mits dar dese voorst: huijsinge sijne uijtweght sal hebben achter over de erve van Jacob, Arien, ende Geerit Cornelisen Cluijter, ten oosten van dese huijsinge leggen, met wagen, peerden, beesten etc:, mirs te onderhouden de stoep. Coram, Hendrick vander Hoeven Stadthouder, Johan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck Heem-raden, desen negentienden Januarij sestien hondert drieentnegentigh.

Paerhijen verclaren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van drie hondert gulden, en bekent den vercooper daer van voldaen te wesen, ergo gecasseert.

H: vander Hoeven Cornelis vanden Houck
1693 Johan Cnaep

Folio 126v

Compareerde vooe ons Stadthouder ende Heemraden van s’Grevelduijn Cappel. Elsken Claessen de Roij, wed: van Hendrick Baeijensen vanden Hoeck, de welche bekent int leven van haeren man zal: dar hij heeft ontfangen allen gene hij had te pretenderen, ende hem was competerende soo van gour, zilver, gemunt als ongemunt, meubile etc:, uijt den boedel van sijn vader ende moeder za: mer naeme Baeijen Hendricx vanden Hoeck ende Janneken Driessen Sneeuw. Actum den 23e Januarij 1693.

               Dit ist X handt merck van Elsken Claessen de Roij, verclaert niet te connen schrijven.  

H: vander Hoeven Johan Cnaep
1693 Jan Goeijaertssen Ghijben

Uitgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Stadthouder ende Heemraden van s’Grevelduijn Cappel onder genoemt, Huijbert Eertijtse Haverhals ende Stoffel Eertijtse Haverhals, de voorsr: Comparanten hen fort ende sterck ma-kende voor henne broeders, met namen Dirck en Adriaen Eertijtsen Haverhals, ende hebben alsoo in dier qualiteijt over gegeven met eender vrije gifte, aen ende tot behoeff van Jan Huijbertsen van Heijst, seec-ker huijs hoff, met de erve daer aen gelegen, groot ontrent int geheel eenen mergen ofte soo groot ende cleijn als ’t selve gestaen ende gelegen in Cnoppen Ambaght onder Capprl, belent west Jacob Deckers, oost de gemeente van Sprangh, streckende van’t eind van de buijten den dijck aff, suijtwaerts tot d’erve van Speangh toe, ende dat met

Folio 127r

allen wegen, stegen, schouwen, watergangen, ende nabueren reghten met reght hier uijtgaende, voorts gelove de voornoemde vercooppere in haren voorsr: qualiteijt het voorsr: goet te vrijen ende waren naer den teghten vanden Landen, ende alle voor commer ende Calange aff te doen tot Nieuwjaer 1693. Coram Hendrick vander Hoeven Stadthouder, Michiel Backer, en vanden Hoeck Heemraden, desen 26e Januarij 1693.

Parthijen verclaeren voot reght de cooppenningen in twee egale paeijen, te wesen ter somme van vier-hondert gulden, en bekenne vande eerste termijn met de somme van twee hondert gulden voldaen te sijn.

H: vander Hoeven Cornelis vanden Houck
1693 Michiel Jansen Backer

De voorsr: vercooperen bekennen vanden tweeden paeij door hande vande cooper voldaan te wesen volgens drie stuks ………….. quitantie, een in dato den 17e Januarij 1694, een vanden 4e November 1694, en een vanden 3e Januarij 1698, ergo gecasseert.

Verclaere ik Secretaris, de voorsr: quitantie gesien en gelesen te hebbe, en bijden cooper mede geno-men.

                                                                                                                          H: vanden Hoeven
                                                                                                                                   1698

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Stadthouder ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel onder genoemt, Anneken en Helena Bastiaensen Vos, geassisteert met Bastiaen Jansen Mouthaen ende Jan Christ, bijde haren gecooren vooghden in desen, ende geven alsoo over met eender vrije gifte soo gewoon ende reght is, aen ende tot behoeff van Hendrick de Roij, seeckeren drieske gelegen

Folio 127v

’t eijnde de Nieuwvaert alhier, groot ontrent taghtentigh roeden ofte soo groot ende cleijn alst selve tus-schen sijne regenoten gelegen is, belent noorden Michiel Denus de Haen den jongen, zuijden Peeter Adri-aenssen den Jonghen, streckende uijt den westen vander halver Nieuvaert aff, oostwaerts tot d’erve van-de kinderen van Jan Woutersen van Tilborgh toe, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergan-gen ende nabueren reghten met reght hier uijt gaende, voorts geloven de voornoemde vercooperesse den cooper int voorsr: driesken te vrije ende waren naer den reghten vanden Landen, wnde alle voor-commer ende Calangie aff te doen tot Nieujaer 1693. Coram Hendrick vander Hoeven Stadthouder, Cnaep, ende vanden Hoeck Heemraden, desen 27e Januarij 1693.

Parthijen verclaren voor reght de cooppenningen in twee egguale paijen te wesen ter somme van sestigh gulden, en bekennen de vercooperesse vanden eersten paeij met dertigh gulden voldaen te sijn.

H: vander Hoeven Johan Cnaep
1693 Cornelis vanden Houck

Opden 10e Maij 1693 Compareerde Jan Christ Cornet, den welcken bekende als oom ende vooght van Anneken Bastiaensen Vos, voor gaer part vanden lesten termijn, mer de aomme van vijftien gl: voldaen te wesen.

Op heden den 10e Febr: 1694 soo Compareerde Helena Bastiaensen Vos, de welcke bekende vanden lesten termijn voor haer part mer sw somme van vijfftien gl: voldaen te wesen door handen van Hendrick de Roij, gecasseert.

De voorsr: vercoopersse hebben alnogh overgegeven met eender vrije gifte soo gewoon ende

Folio 128r

reght is, aen ende tot behoeff van Jan Willemssen Borghout ende Hendrick vanden Hoeck, seecker pae-ceeltje moeren, gelegen inden Endden Nest onder Cappel, groodt ontrent veertigh roeden ofte soo groot ende cleijn alst selve aldaer tusschen sijne regenoten gelegen is, onverdeelt mer de kinderen van Jan Woutersen van Tilborgh, belent zuijden Meerten Mutsaert, noorden Merten Dolck, west Hendrick de Roij, oost Willeken Claes Teunisen, mits dat dit lodt sijnen uijtwegh moet hebben over de erve van Willemken Claes Teunissen, ende dat mer alle wegen, stegen, schouwen, watergangen, ende nabueren reghten met reght hier uijtgaende, voorts gelove de voorsr: vercoopersse den cooper in dit voorsr: parcheeltje te vrije ende waren naer den reghte vanden Landen, ende alle voorcommer ende Calangie aff te doen tot Nirujaer 1693. Coram en dagh datum ut supra.

Parthijen verclaeren voor reght de cooppenningen in twee efguale paijen te wesen sesigh gulden, waer van sij vercoopersse bekennen vanden eersten paeij met dertigh gulden voldaen te wesen.

H: vander Hoeven Johan Cnaep
1693 Cornelis vanden Houck

Opden 1e April 1693 compareerde Anneken Bastiaensen Vos, die bekende vanden lesten termijn voor haer paet, met de somme van vijftien gld voldaen te sijn.

Op heden den 19e Febr: 1694 soo compareerde Helena Willemsen Bortghout en Hendrick vanden Hoeck, voor haer vanden lesten termijn voldaen te sijn, met de somme van vijftien gld:

Uitgemaeckt.

Ten voorsr: dage Compareerde de voorsr: Comparanten, ende hebben overgegeven met eender

Folio 128v

vrije gifte soo gewoon ende reght is, aen ende tot behoeff van Cornelis vanden Hoeck, seeckeren par-ceeltje ackerlants met eenige putten ende cuilen, groot ontrent drie hont ofte soo groot ende cleijn alst selve op de Hoogevaert gelegen is, belent noorden Jan Hoeffnagel, Zuijden de wed: Hendrick Paep, streckende uijt den oosten vander halver Hoogevaert aff, westwaerts op tot Bijckens van outs genaemt toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren reghten met reght hier uijtgaende, voorts gelove de voorsr: vercoopersse den cooperin het voorsr: paeceeltjen te vrije ende waren naer den reghten vanden Landen, ende alle voorcommer ende Calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1693. Coram rn dagh datum ut supra, met Jan Goijerts Gijben.

Parthijen verclaeren voor reghr de Cooppenningen in twee ofguale paijs, te wesen ter simme van seven-endertigh gulden, en bekennen vanden eersten paije met aghtien gulden tien stuijvers voldaen te wesen.

H: vander Hoeven Johan Cnaep
1693 Cornelis vanden Houck
Jan Goeijaertssen Ghijben

Op heden den 19e Febr: 1694 Compareerden Anneken en Helena Bastiaansen Vos, de welcke bekende vanden lesten termijn door handen van Cornelis vanden Hoeck voldaen te sijn, met de somme van achtien gulden tien stuijvers gecasseert.

Folio 129r

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Stadthouder ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel ondergenoempt, Teunis Jansen van Hamont, ende geeft over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot be-hoeff van Peeter Huijbertsen Taelen, seecker parceel driese ende ackerlant, groot ontrent vier hont en een halff, ofte soo groot ende cleijn alst selve opde Hoogevaert gelegen is, belent noorden den Kercken-acker van Cappel, zuijden den Hr: vande Zuijdewijn, streckende uijt den oosten vande halver Hoogevaert voorsr: aff, westwaerts op, tot de erve ofte Heijkens van outs alsoo genaempt toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechten , met recht hier uijtgaende, voorts gelooft den voorsr vercooper den cooper int voorsr goet te vrijen ende waaren, naer den rechten vanden Landen, ende alle voorcommer ende Calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1693. Coram Hendrick vander Hoeven Stadthouder, Corstiaen de Zeeuw ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen negenden Februarij XVIc drieentnegentigh.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenningen gereet en contant te wesen ter somme van twee hondert gulden, en bekent hij cooprt daer van voldaen te wesen, ergo gecasseert.

H: vander Hoeven Cornelis vanden Houck
1693 Corstiaen de Seeu

Folio 129v

Uitgemaeckt op behoorlijck zegel.

Ten voorsr: Dage Compareerde voor ons Stadthouder ende Heemraden hier vooren genoemt Jacob Jan-sen van Hamont ende Peeter Huijberts Raelen als Erffgenamen van wijlen Janneken Jansen van Hamont, ende hebben alsoo indier qualitijt overgegeven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen rnde tpt behoeff van Teunis Jansen van Hamont, seecker twee sesteparten in een binnen dijckse delle, gele-gen ten westen vande Nieuwvaert, onverdeelt met de resterende Erffgenamen vande voorsr: Janneken Jansen van Hamont, groot inr geheel eenen mergen, ofte soo groot ende cleijn alst selve aldaer gelegen is, belent suijden Cathalijn Geerits, noorden de Erffgenamen van Arien Jansen Potmaecker, streckende uijt den oosten vander halver Nieuwvaert voorsr: aff, wesrwaerts op tot den Quekel sloot toe, Ende dat met alle wegen, stegen,schouwen, watergangen ende nabueren rechten, met recht hirt uijtgaende, voorts geloove de voornoemde vercooperen den cooper inde voorsr: twee sesteparten te vrijen ende waeren naer den rechten vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1693. Coram en dagh datum ut supra.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van vijfftigh guldrn, en be-kenne sij vercoopers daer van voldaen te wesen, ergo gecasseert.

H: vander Hoeven Cornelis vanden Houck
1693 Corstiaen de Seeu

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Stadthouder ende Heemraden

Folio 130r

van Schrevelduijn Cappel ondergenoempt Geerit Claessen Molenaer, ende geeft wettelijck over met een-der vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Anthonij vander Nath, seecker twee derde parten van een huijsinge, gelegen ten oosten vande Nieuwvaert onder Cappel, belent west den weght van Eltjen Jans van Nederveen, wed: Arien Jansen Hoijmaeijer cum suis, oost Ueuntjen Goverts Buermans cum suis, met een derde part, streckende voor vanden dijckstal aff, noortwaerts op tot de erve van Niclaes van Tilborgh toe, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechten, met recht hieruijt gaende, voorts gelooft den vercooper in dese twee derde parten, van huijsinge te vrijen ende waeren naer den rechten vanden Landen, emde alle voor commer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1693, mits belooft den voornoemde vander Nath, cooper voorsr: dese twee derde parten van dit huijs niet te vercoopen, veralineren, belasten ofte beswaren, soo lange sijn huijsvtouw Teuntjen Gijsbert de Haen in leven is, dan met consent vande voorsr: Teuntjen de Haen, op dese huijsinge blijft staen eenen wilceur tot behoeff vanden Armen van Cappel. Cap: hondert en veertien gulden, gepasseert den 27e September 1683, die hij cooper voornoemt neemt ende hout ten sijnen laste. Coram Hendrick vander Hoeven Stadthouder, Johan Cnaep ende Corstiaen de Zeeuw Heemraden, desen seventienden Febr: XVIc drieentnegentigh.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter simme van twee hondert vijffentwun-tigh gld:, en bekent hij cooper daervan voldaen te sijn, ergo gecasseert.

H: vander Hoeven Corstijaen de Seeu
1693 Johan Cnaep

Folio 130v

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Stadthouder ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel ondergenoemt, Jacob Jansen van Hamont in qualiteijt als vooght, ende Willem Jansen van Vught als toesiende vooght over het onmondigh weeskint van zal: Peeter Jansen van Hamont, ende dat voor de helft, Wouter Verhoeven in qualiteijt als vooght ende Jacob Jansen van Hamont als toesiende vooght over de minderjarige weeskin-deren van zal: Willem Peeters Verhoeven, mitsgaders Adriaentjen Iwens Oirlemans, wed: van zal: Willem Peeters Verhoeven, geassisteert met Hendrick Hendricx Back, alsoo t’samen voot d’ander helft, ende hebben alsoo gesaementlijck indier qualiteijt, wettelijck overgegeven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Jacob Jansen van Hamont seecker huijs, hoff, boogaert ende erve daer aen gelegen, gestaen ende gelegen opde Hoogevaert onder Cappel, groot ontrent eenen mer-gen, belent noorden Gelden van Pas, Zuijden Peeter Huijbertsen Taelen cum suis, streckende uijt den oosten vander halver Hooghvaert voorsr: aff, westwaerts op tot d’erve van Adriaen Adriaensen Weijnen toe, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen, ende nabueren rechten, met recht hier uijtgaende, voorts geloove de voorsr: vercooperen in haere voorsr: qualiteijt den cooper inde voorsr: huijsinge ende erve te vrije ende waren naer den rechten vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1693. Coram Hendrick vander Hoeven Stadhouder, Jan Goijers Gijben, Cornelis vanden Hoeck ende Michiel Jansen Backer Heemraden, desen 3 Meert 1693.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenningen volgens conditie in drie egale paeijen te wesen ter som-me van twaelffhondert en tien gulden, en bekenne vanden eersten paeij voldaen te wesen.

H: vander Hoeven Jan Goeijaertssen Ghijben
1693 Cornelis vanden Houck

Op heden den 16e Meert 1694 Compareerde de voorsr: voogden ende toesienders, mitsgaders Adriaentje Iwens Oirlemans, de welcke gesaemetlijck gekenne vanden tweeden termijn hier boven vermelt, met de somme van vier hondert en twee gulden vijf stuijvers voldaen te sijn.

Op heden 12e Meert 1695 Compareerden de voorsr: vooghden ende toesienders, mitsgaders Adriaentje Oirlemans, de wekcke gesaementlijck bekenne vanden derde ende laetste termijn, hier boven vermelt, met de somme van vier hondert en twee gulden vijf stuijvers, door Jacob van Hamont voldaen te sijn, ergo gecasseert.

Folio 131r

Uitgemaeckt op behoorlijck zegel.

Ten voorsr: dage Compareerde voor ons Stadthouder ende Heemraden van s’Grevelduijn Cappel onder-genoempt, Jacob Jansen van Hamont in qualiteijt als vooght ende Willem Jansen van Vught als toesien-de vooght over het onmondigh weeskint van zal: Peeter Jansen van Hamont, Wouter Teunissen Verhoe-ven in qualiteijt als vooght ende Jacob Jansen van Hamont als toesiende vooght over de onmondige kinderen van zal: Willem Peters Verhoeven, Adriaentje Iewens Oirlemans, wed: van zal: Willem Peters Ver-hoeven, geassisteert met Hendrick Hendricx Back, alsoo t’saemen voor twee derde parten, mitsgaders Peeter Adriaens de jongr in houwelijck hebbende Adriaentjen Jansen van Hamont, mede voor een derde part, alle Erffgenamen van Janneken Jans van Hamont, ende hebbe alsoo indier qualiteijt wettelijck over-gegeven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Anthonij vander Nath, seecker binnen dijckse delle, gelegen ten westen vande Nieuwvaert onder Cappel, groot ontrent drie hont, belent noorden Teunis Jansen van Hamont, mits dat dit lot off parceel inden Quekel, meer moet hebben seven voeten als den voorsr: van Hamont, Zuijden Cathalijn Geerits, streckende vander halver Nieuwvaert aff, westwaerts op totten halve Quekelsloot toe, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergan-gen ende nabueren rechten met reght hier uijtgaende, voorts gelove de voorsr: vercooperen in haere voorsr: qualiteijt den cooper int voorsr: goet te vrije ende waeren naer den rechten vanden Landen, ende alle voor commer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1693. Cotam en dagh datum ut supra.

De cooppenningen sijn volgens Conditie ter somme van hondert sevenentachtigh gulden tien stuijvers in twee egaele paeijen, en bekenne sij vercooperen vande eersten paeij voldaen te sijn.

H: vander Hoeven Jan Goeijaertssen Ghijben
1693 Cornelis vanden Houck

Op heden den 23e Maij 1694, soo bekende de voorsr: vooghden ende toesienders , mitsgaders Adri-aentjen Jewels en Peter Adr: den jongen, vanden lesten termijn voldaen te te sijn. Ergo gecasseert, dagh datum ut supra.

Folio 131v

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel.

Ten voorsr: dage Compareerde voor ons Stadthouder ende Heemraden van s’Grevelduijn Cappel onder-genoempt Cornelis vanden Hoeck, ende geeft wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van de vooghden vande minderjarige kinderen van zal: Willem Peters Ver-hoeven, verweckt aen Adriaentjen Jewels Oirlemans, ende dat tot behoeff vande voorsr: weeskinderen, seecker parceeltjen ackerlants met eenige putten en cuijlen, gtoot ontrent drie hont ofte soo groot ende cleijn als t’selve opde Hoogevaert gelegen is, belent nooeden Jan Horffnagel, Zuijden de wed: Hendrick Back, streckende uijt den oosten vander halver Hooghvaert aff westwaerts op, tot de Heijckens van outs alsoo genaemt toe, ende dat met alle wegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechten met recht hier uijtgaende, voorts gelooft den voorsr: vercooperen de coopers in haren voorsr: qualiteijt hier inne te vrije ende waren naer den rechten vanden Landen, ende voor commer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1693. Coram dagh datum ut supra.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenningen in twee paeijen te wesen ter somme van sevenendartigh gulden, en bekent hij vercooper daer van den eersten paeij voldaen te sijn.

H: vander Hoeven Jan Goeijaertssen Ghijben
1693 Cornelis vanden Houck

Op heden den 19e Febr: 1694 Compareerde Cornelis vanden Hoeck, den welcke bekende vanden lesten termijn met de somme van achtien gulden tien stuijvers voldaen te sijn, door handen van Jacob van Ha-mont en Wouter Verhoeven als vooghden over de onmondige kinderen van Willem Peters Verhoeven, gecasseert.

Folio 132r

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Stadthouder ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel ondergenoemt, Willem-ken Jansen wed: wijlen Claes Teunissen, ende heeft verwilceurt ende gelooft schuldigh te wesen aen ende tot behoeff van Jan Claessen van Raemsdoncq, Jan Stevens Huijsman, Maarten Aertsen Dolck, ende Jan Aertsen Dolck alle in qualiteijt als vooghden vande minderjarige weeskinderen van zal: Michiel Claessen van Raemsdoncq, ende dat tot behoeff vande voorsr: weeskinderen, de somme van een hondert tweeentsestigh gulden, hercomende deselve somme van geldende ende aengetelde penningen renitieren-de der halve d’excemptie van niet aengetelde penningen, gelovende de voorsr: somme wederomme te restitueren van huijden datum ondergeschreven over een jaer, aenden rechten thoonder deses, met den Intrest van dien, tegens vier gulden vant hondert int jaer. Ende ingeval van langer onderhoudinge edogh met believe vande voorsr: crediteuren, soo sal den selven intrest blijve continueren totte vollr effectuele voldoeninge ende afflossinge toe, daervoor verbint sij debitrice specialijck een binnendijckse delle gele-gen ten westen van Willem van Gentsvaert onder Cappel, groot ontrent vier hondt, belent Zuijden Meerten Aertsen Dolck, noorden Anthonij vander Nath cum suis, streckende uijt den oosten vander halver Vaert voorsr: aff, westwaerts op tot d’erve van den voorsr: vander Nath sum suis toe, ende voorts generalijck alle hare verdere goederen, soo roerende als onroerende, hebbende ende vercreijgende egeen uijtgeson-dert, subjecterende alle Heeren, Hoven, rechten ende rechteren en principaelijck den Wd: Hove van Zuijthollant. Aldus gepasseert ten overstaen van Hendrick vander Hoeven Stadthouder, Johan Cnaep en Jan van Pas Heemraden, desen 7e Meert 1693.

H: vander Hoeven Johan Cnaep
1693 Jan van Pas

Op den 20e Febr: 1697 soo bekende de voorst: vooghden van dese willeceur voldaen te wesen met de intrest van dien.

Folio 32v

Erffdeelinge aengebracht voor Stadthouder ende Heemraden van s’Grevelduijn Cappel bij ende tusschen Cornelis rn Arien Geeritsen Snijders, mitsgaders Jan Dircxken Metselaer, in houwelijck hebbende Willem-ken Geerits Snijders, kinderen ende Erffgenamen van zal: Geerit Jansen Snijders, alhier tot Cappel over-leden, ende dat van ajsulcke goederen als hen bij testamente van henne voorsr: vader zal: sijn gemaeckt, gepasseert den voorsr: testamente voor den Notaris Anth: Timmers, in Vrijhoeven Cappel residerende, ende seeckere getuijgen in date den 19e Febr: 1693, soo ende gelijck als volght.

Inden eersten soo sijn te deel gevalle met blint lot, Arien Geeritsen Snijders ende Jan Dircxken Metselaer in houwelijck hebbende Willemken Geeritsen Snijder, te saemen op een ackerken gelegen opde Hooge-vaert inne vaders zar: grootvaders geseet, groot ontrent twee hont rn vijfftigh roeden, belent Zuijden Arien Robben Deckers, noorden Matthijs van Riel, streckende vander halver Hoogevaert aff westwaerts op tot d’erve vande wed: Peeter Ockers toe.

Item daer tegen is bij blint lot te

Folio 133r

deel gevallen Cornelis Geerits Snijders op een hondert gulden als haer gelijck bij testament hier vooren vermelt sijn gemaeckt.

Ende sal ider t’sijne bedeelde aenveerden aenstonts, ende sulcx met Nieuwjaer 1693, treden in alle dorps lasten, comme ende onraet, ider wegen sijn bedeelde, ende verclaerden parthijen d’een ten behoeve van-den andere te verlijen ende leijen na den techten vanden Landen, onder remintiatie van alle beneffitien van reliven ende exceptie.

Aldus geerffdeelt geloot ende gecavelt ten overstaen van Hendrick vander Hoeven Stadthouder, Johan Cnaep, Jan Goijers Gijben ende Michiel Jansen Backer Heemraden, desen seventienden Meert XVIc drieent negentigh.

H: vander Hoeven Johan Cnaep
1693 Michiel Jansen Backer

                                                       Copia

Op huijden den 26e October 1688 Campareerde voor mijn Willem van der Buijs, Notaris Publ: bij den Ho-ven van Hollant geadmitteert, residerende binnen de Stadt Rotterdam ende ondergenoemde getuijge, Gelden Paen woonende alhier, voor hemselven, ende in desen vervangende

Folio 133v

ende hem sterckmakende voor Antonij Paen (woonende tot Gouda) zijnen broeder, ende verclaerde hij comparant bij desen te constitueren ende volmaghtigh te maken Govaert Paes mede sijne broeders, woonende tot Capelle aende Lange Straet, omme uijt sijn constituants name, als nevens sijnen voorn: broeder Anthonij Paen, voor een sevensste paert Erffgenaem ab intestato van wijlen Lijsb: Govaert Smids, in haer leven wed: van wijlen Gijsb: Antonis Paen, haerlieder moeder, gewoont hebbende tot Ca-pelle aende Lange straet voorsr: ende aldaer overleden, den nagelaten boedel ende goederen vande voorn: haere moeder te redden, de vaste goederen te vercoopen t’sij int openbaer ofte uijtter hant nae sijn welgevalle, de Coopers vande vaste goederen, deselve goederen na Costuijme Locael te transporte-ren ende op te dragen, de belooffde Cooppenningen daer aff te ontfangen, quitantie van alle sijne ont-fanh te passeren, voor de vrijinge ende waeringe van sijn constituants ende de voorsr: sijnen broeder Anthonij Paen haer gedeelte inde voorsr: vaste goederen, haerlieder persoonen ende goederen te verbin-den, ende voorts alles anders te doen, wat daeraen ende aende reddinge vande voorsr: boedel eenigh-sints dependeert tot de finale scheijdinge ende deijlinge vande voorsr: boedel toe, acte van scheijdinge te doen maken, passeren ende teijckenen, ende t’gene hem constituant ende de gemelte sijnen broeder Antonij Paen, daer bij te buere valle, ofte aenbedeelt sal worden aen over de nemen ende ontfangen, ende vanden selven ontfanck quitantie alsvoren te passeren, item omme over de differente, die ende mogen comen te ontstaen, te mogen accorderen, ende transigeren, ofte deselve submitteren, alles soo sijnen goeden raet gedragen sal, met maght oock omme procurente ad lites te mogen submitteren, belo-vende hij constituant voor vast bondigh, ende van waerde te houden alle t’gene bij den voorn: geconsti-tueerde in craghte deses, sal werden gedaen ende verright onder verbant als na reghten. Aldus gedaen ende gepasseert binnen Rotterdam, ter presentie van Willem van Dongen ende Frans Waghtmans, als getuijge hiertoe

Folio 134r

versoght, die de Minute deses, nevens den Comparant met mij Notaris, hebben ondertekent ten dage, maende ende jare als boven. Onder stont: quod attestor, ende was geteijckent W: Buijs, Notaris 1688-10/26.

                                                                           Collata Concordat
                                                                              Quod Attestor
                                                                           H: vander Hoeven
                                                                                       1697

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Stadthouder ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel ondergenoemt, Govert Paen voor voor hem selven, als mede last ende procuratie hebbende van Anthonij ende Gelden Paen, gepasseert de voorsr: procuratie voor den Notaris Willem vander Buijs ende seeckre getuijgen, binnen Rotterdam residerende, in dato den 26e October 1688 hier vooren geregistreert, Adriaen Paen, Cornelis Paen, Maria Paen, geassisteert met Govert Paen als haren gecooren vooght in desen, ende Adriaen Mi-chielsen van Esch in houwelijck hebbende Adriaentjen Paen, alle als kinderen ende Erffgenamen van zal: Gijsbert Anthonisen Paen, ende hebben alsoo indier qualiteijt wettelijck overgegeven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Cornelis Willemsen Swart seecker huijs, schuer met de erve en schop daer aen en opgelegen, gestaen ende gelegen aenden westen candt vanden Nieuwvaert onder

Folio 134v

Cappel, groot ontrent vijff hont ofte soo groot ende cleijn alst selve aldaet tusschen sijne tegenoten ge-legen is, belent noorden de kinderen van Jan Wouters van Tolborgh, zuijden de wed: Dirck Wouters Smits, streckende vander halver Nieuwvaert aff westwaerts op tot den Quekel van outs alsoo genaemt toe, belast met Heeren chijns van drieendartigh stuijvers jaerlijcx in Maaij tot Dordrecht te betaelen. Ende voorts met alle wegen, stegen , schouwen, watergangen ende nabueren rechten, met recht hier uijtgaende, voorts geloove de voorn: vercooperen in haren voorsr: qualiteijt den cooper in het voorsr: goet te vrijen ende waren naer den rechten vanden Landen, ende alle voor commer ende calangie aff te doen tot Nieuw-jaer 1693. Coram Hendrick vander Hoeven Stadthouder, Jan Goijerts Gijben ende Michiel Jansen Backer Heemraden, desen tweeden April XVIc drieentnecentigh.

De cooppenningen sijn volgens Conditie in twee egaele parthen ter somme van vijfhondert en tachtentigh gulden, en bekende sij vercooperen vanden eersten paeij voldaen te wesen.

H: vander Hoeven Michiel Jansen Backer
1693 Jan Goeijaertssen Ghijben

Op heden den 3e Maij 1694 soo Compareerde de voorsr: vercooperen, dewelcke gesaementlijck bekenne vanden lasten termijn door hande vanden cooper voldaen te wesen, ergo gecasseert dagh datum ut su-pra.

Folio 135r

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel.

De voorsr: vercooperen hebben alnoch in haren voorsr: qualiteijt wrttelijck overgegeven met eender vrije gifte soo gewoon ebde recht is, aen ende tot behorff van Jan Dircxhen Smits seecker paeceel driese, mortrn soo putten als chuijlen, gelegen ten westen vande Nieuwvaert onder Cappel, groot ontrent vier hondt, ofte soo groot ende cleijn alst selve aldaer gelegen is, belent noorden Peeter Jansen van Gorcom, Zuijden Jacob Teunisen Nieuwenhuijsen cum suis, streckende vander halver Nieuwvaert aff, westwaerts op tot d’erve van Peeter Jansen van Gorcom toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergan-gen ende nabueren rechten met recht hier uijtgaende, voorts geloove sij vercooperen in haaren voorst: qualiteijt den cooprt int voorsr: goet te vrijen ende waren naer den rechten vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1693. Coram dagh datum ut supra.

Parthijen vweclaeren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van hondert vijffentwintigh gulden, en bekenne daer van voldaen te wesen, ergo gecasseert.

H: vander Hoeven Michiel Jansen Backer
1693 Jan Goeijaertssen Ghijben

Uijtgemaeck op behoorlijck zegel.

Ten voorsr: dage Compareerde voor de voorsr: Erffgenamen, ende geve wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht ia aen ende tot behoeff van Adriaen Paen haeren broeder, ende

Folio 135v

swager, seecker sessevenste parten van een driesken, gelegen ten westen vande Nieuwvaert onder Cap-pel, groot ontrent drie hont ofte soo groot ende cleijn als ’t selve aldaer gelegen is, belent noorden Ni-claes van Tilborgh, Zuijden d’Erffgenamen van Jacob Huijberden Paens, streckende vander halver Nieuw-vaert aff, westwarts tot den Quekel van alsoo genaempt toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schou-wen, watergangen ende nabueren rechten, met recht hier uijtgaende, voorts gelove de vercooperen den cooprt hier inne te vrije ende waren naer den rechten vanden Landen, ende alle voorcommer ende calan-gie aff te doen tot Nieuwjaer 1693. Coram dagh datum ut supra.

De cooppenningen sijn soo parthijen verclaren gereet ter somme van vijfftigh gulden, en bekenne sij ver-cooperen daer van voldaen te wesen, ergo gecasseert.

H: vander Hoeven Michiel Jansen Backer
1693 Jan Goeijaertssen Ghijben

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Stadthouder ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel ondergenoemt, Bastiaen de Roij, ende geeft wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Hendrick

Folio 136r

vander Hoeven, Secretaris van Cappel voornoemt, seecker huijs met d’erve daer aen gelegen, gestaen ende gelegen aenden oosten candt vande Nieuwvaert onder Cappel, groot ontrent dartigh roeden ofte soo groot ende cleijn alst selve tusschen sijne regenoten gelegen is, belent oost Niclaes van Tilborgh, west Teuntjen Goverts Buermans, streckende vanden teen vanden dijck aff noortwaerts op tot d’erve van Niclaes van Tilborgh toe, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rech-ten, met recht hier uijtgaende, voorts gelooft den voorsr: vercooper den cooper int voornoemde huijs ende erve te vrije ende waren naer den rechten van den Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot dese dagen toe. Coram Hendrick vander Hoeven Stadthouder, Michiel Jansen Backer, Johan Cnaep ende Corstiaen de Zeeuw Heemraden, desen sestienden Maij XVIc drieentnegentigh.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van drie hondert en vijfftien gulden, en bekent den cooprt daer van voldaen te wesen, ergo gecasseert.

H: vander Hoeven Michiel Jansen Backer
1693 Johan Cnaep
Corstijaen de Seeu

Uijtgemaeckt op behooelijck zegel.

Ten voorsr: dage Compareerde voor ons Stadt-

Folio 136v

houder ende Heemraden ondergenoemt Anthonij vander Nath, ende geeft wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Frans Bastiaensen Vermeer, seecker binnendij-cksen authoff, groot ontrent eenen mergen, gelegen aenden oosten candt vande Nieuwvaert onder Cap-pel, belent oost ……………………………, west Ocker Wouters Duijser, streckende vander ausloot aff Zuijtwaerts op, tot den halven scheijsloot toe, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechten, met recht hier uijtgaende, voorts gelooft den voorsr: vercooper den cooper int voorsr: goet te vrije ende waeren naer den rechten vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot desen dagen toe. Coram en dagh datum ut supra.

Paethijen verclaeren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van vijffentwintigh gulden, en bekent den cooper daer van voldaen te wesen, ergo gecasseert.

H: vander Hoeven Michiel Jansen Backer
1693 Johan Cnaep
Corstijaen de Seeu

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde vooe ons Stadthouder ende Heemraden ondergenoemt, d’Heer Jogannes Schalcken, pre-dicant tot Sarloos, ende gaff wettelijck

Folio 137r

over met een vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende ten behoeve van Carharina van Gils, wed: Govert vander Hoeven de gerechte derde part in eenen weijdeies met den Dullaert daer aen gelegen, sijnde saemen groot int geheel ontrent drie mergen, gemeen met de cooppersse voor de resterende twee derde parten, gelegen opde Hoogevaert onder Cappel, belent ten Zuijden de wed: Arien Cornelissen Leempoel, noorden Hendrick de Jongh, Secretaris tot Heese ende Leende, ende de Heer vande Zuijde-wijn, streckende vande halver Hooghvaert aff westwaerts op tot den Dullaert van Anthonij van Campen cum suis toe, ofte soo ’t selve aldaer in sijne Limiten gelegen is, met alle schouwen, watergangen, wegen, stegen, ende gebuerlijke rechten daer toe behoorende. Ende belooffde hij Conparant’t selve getranspor-teerde te vrijen ende waren, mitsgaders allen voorcommer, calangie, ende aentael dier op is tot desen dage toe aff te doen. Coram Hendrick vander Hoeven Stadthouder, Johan Cnaep ende Jan Goijers Gij-ben Heemraden, desen twintighsten Julij XVIc drieentnegentigh.

Parthijen verclaeren voor de cooppenningen gereet te wesen ter somme van twee hondert gulden, en bekende den vercooper daer van voldaen te wesen ergo gecasseert, present ut supra.

H: vander Hoeven Johan Cnaep
1693 Goeijaertssen Ghijben

Folio 137v

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel

Compareerde voor ons Stadthouder ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenomt Sr: Dirck Stael, Borger ende inwoonder tot Breda, in houwelijck hebbende Cornelia Vissers, ende Maria Vissers mede woonende tot Breda geassisteert met den voorsr: Stael als haeren gecooren vooght in desen, ende geven tesaemen wettelijck over met eender vrije gijfte soo gewoon ende recht is aen ende tot behoeff van Neeltjen wed: Adriaen Visseren, ende Arien Hendricx Timmer, de gerechte helft van seecker parceel dries, moeren, putten en cuijlen, genaemt den Dullart, soo groot ende cleijn als t’selve aenden oosten candt vande Nieuwvaert gelegen is, onverdeelt met de voornoemde Neeltjen wed: Arien Visseren, belent ten noorden de Cruckvaert, Zuijden de kinderen van Cornelis Jansen van Gorcom ende Johan Cnaep cum suis, streckende uijt de westen vander halver Nieuvaert aff oostwaerts op, tot de gemeente alsoo genaemt toe, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechten, met recht hier uijtgaende, voorts geloove de voorsr: vercooperen de coopers int voornoemde goet te vrije ende waren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1693. Coram Hendrick vander Hoeven Sradthouder, Johan Cnaep ende Michiel Jansen Backers Heemra-den, desen 3e September 1693.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen in twee termijnen te weten ter somme van
Srs hondert gulden, te weten den eersten termijn van dato deses over een jaer, en den anderen een jaer daer naer.

H: vander Hoeven Micgiel Jansen Backer
1693 Johan Cnaep

Op heden 1e September 1699 soo bekende Dirck Staal, vanden eersten paij cooppenningen, in dese transporte vermelt, met 300 gulden voldaen te sijn door hande van Arien Hendricxe Timmer.

Opden 27e September 1695 soo bekende de voorsr: Stael volgens quitantie vanden lesten paeij voldaen te sijn door hande van Adr: Timmers. Ergo gecasseert.

Bij Folio 137v/138r ligt een los briefje, wat luid als volgt:

Bekennen ack ondergesr ontfangen te hebben den eersten met den lesten paij van den coop vanden Dullaert, gemeen leggende met Ariaen Visseren Dullaert onder Cappel, uitgaende van Anna Vissers, huijsvrouw van Adriaen Timmer. Actum den 27 September 1695.

                                                                                                                                          Th: Stael
                                                                                                                                              1695

Heer Secretaris gelieft den lesten paij mede te casseren, alsoo het blijckt ick daervan voldaen ben, en mijn sal vrientschap, actum ut supra.

                                                                                                                                          Th: Stael
                                                                                                                                              1695

Folio 138r

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoempt Joachem Aertsen Vermeijs, weduwnaer van Zal: Teuntjen Cornelis, den welcke bekende ende verclaerden te cede-ren ende over te geven aen ende tot behoeve van Cornelis Joachemsen Vermeijs, Arien Huijbertsen Co-nincx in houwelijck hebbende Teuntjen Joachems Vermeijs, Frans Bastiaensen Vermeer in houwelijck hebbende Maria Joachems Vermeijs, alle kinderen van hem Comparant verweckt aende voorsr: Teuntjen Cornelis, ende dat voor haer moederlijck goet ende portie, als eerstelijck Cornelis Joachemse Vermeijs een ackerken groot ontrent int geheel drie hont, gemeen ende onverdeelt met Maarten Mutsaert, gelegen aenden westen candt vande Nieuwvaert onder Cappel, belent Zuijden Michiel de Haan den ouden cum suis, streckende vander halver Nieuwvaert aff, westwaerts op tot den Quekel van outs soo genaemt toe. Item Arien Huijberts Conincx nomine uxoris op anderhalff vierdepart van een buijten dijckse delle, groot int geheel vijff hondt, onverdeelt mry de kinderen Commer Hendricx, belent west een steghijen, oost Pee-ter Huijberden de Bont, streckende vanden teen vanden dijck aff noortwaerts op tot Cleijn Waspick toe. Item alnoch een parceel moeren soo putten als cuijlen, genaemt den Bester, met den dijck daer aen be-hootende, gelegen opt Stapel eijndt, belent west de wed: Peeter vander Punten, oost de wed: Arien Vis-sers cum suis, streckende voor vanden buijten teen vanden dijck aff, Zuijdewarts op tot d’erve van Joffr: de Jongh toe. Item alnoch een ackerken gelegen onder Waspick op Vroukens vaert, groot ontrent een en een vierde hont, belent Zuijden Hendrick van Tilborgh, noorden Arien Buijs, streckende vande erve van Commerken Vermeijs aff, westwaerts op tot d’erve van

Folio 138v

de wed: Maarten van Gijsel toe. Item aen Frans Bastiaensen Vermeer nomine uxoris een huijs met de erve daer aen behoorende, groot ontrent vijffentseventigh roeden, gestaen ende gelegen opt Stapel eijndt onder Cappel, belent Zuijden Wouter Jansen Duijser, noorden Dingeman Deckers, streckende vander halver Nieuwvaert aff, westwaerts op tot d’erve vande wed: Zeger de Greeff toe, alnoch tweederde parten van een binnen dijckse authoff gelegen aenden oosten candt vande Nieuwvaert, groot int geheel eenen mergen, onverdeelt met Grietjen Wiggers, belent west Hendrick Timmeren, oost Lambert Cornelissen van-den Hoven wed:, streckende vanden buijten ausloot aff Suijtwaerts op tot den watergangh toe. Ende dat ieder opt sijne, met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende naburen rechten, met recht daer uijtgaende, voorts verclaert hij Comparant ende overgever ieder int sijne te vrije ende waaren naer den rechten vanden Landen, ende alle voor commer ende calangie aff te doen tot desen dagen toe. Coram Adriaen van Andel Schout, Johan Cnaep ende Corstiaen de Zeeuw Heemraden, desen sestienden Sep-tember XVIc drieentnegentigh.

A:v:Andel Johan Cnaep
1693 Corstiaen de Seeu

Folio 139r

Hier van extract uijtgegeven.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ‘s Gevelduijn Cappel ondergenoemt Cornelis Lawende ten eenre ende Frans Vermeer ten andere sijde, beijde schippers alhier tot Cappel, ende ver-claerden hij eersten Comparant vercoght te hebben aenden tweeden Comparant, die den coop bekende ende accepteerde, seecker damschuijt soo die reijt ende seijlt, die hij Frans Vermeer bekende aen hem gelevert te sijn ende ten dancke ontfangen te hebben, waer voor hij cooper heeft belooft eene somme van drie hondert veertigh guldens, te betaelen in termijnen als volght, te weten hondert gulden den 12e October 1694, gelijcke hondert gulden den 12e October 1695, gelijcke hondert gulden den 12e 8ber 1696, ende de resterende veertigh guldens den 12e 8ber 1797, alles precies op water te voldoen aen Wouter Jansen Duijser als het recht vanden voornoemde Lawende, vercooper in desen toecomende, latende hij Frans Vermeer de voornoemde damschuijt bij desen voor de voornoemde somme legalijck geaffecteert ende verbonden, onderwerpende hij Frans Vermeer sigh ende sijne voornoemde damschuijt alles vier-schaeren ende watergerechten, rivieren, havens ende stroomen, mitsgaders de indicature vandien, ’t sij bij arrest off anders, om de voornoende drie hondert en veertigh gulden ende costen daer omme te vallen, aenden voornoemde Vermeer sijn persoon ende goederen, hebbende ebde vercrijgende , ende sijn voorsr: schip te werden verhaelt, alles als naer rechten, aldus gepasseert ten overstaen van Adriaen van Andel Schout, Johan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen negenentwintighsten Octo-ber XVIc drieentnegentigh.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Opden 23e September 1694 soo bekende hij Wouter Jansen Duijser vanden eersten termijn met 199 gl voldaen te sijn

                                                                        Dit X ist handt merck van Wouter Jansen Duijser.

Folio 139v

Uitgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt Pieter van Maessluijs, ende geeft wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon rnde recht is, aen ende tot be-hoeff van Jan Adriaens Dolck seecker parceel ackerlants, groot ontrent twee hondt en tweeentsestigh roeden, ofte soo groot ende cleijn alst selve aenden Zuijdencandt vande Nieuwstraet gelegen is, belent oost den cooper, west de wed: Maarten Wagemaecker, streckende vander halver Nieuwstraet aff, suijdtwarts op, tot de Loonse Erve toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechten, met recht hier uijrgaende, voorts gelooft den voornoemde vercooper den cooper inden voorsr acker te vrijen ende waren, naer den rechten van Suijthollant, ende alle voorcommer ende Calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1694. Coram Adriaen van Andel Schout, Johan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen 30e November 1693.

Paethijen verclaren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van tweehondert en vijf-fentseventigh gulden, en bekent hij vercooper daer van voldaen te wesen, ergo gecasseert.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis van den Houck

Folio 140r

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt Meerten Mut-saert woonende onder Loon, ende geeft wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Dirck Ariensen Timmer, seecker binnen dijckse delle groot ontrent vier hondt, ofte soo groot ende cleijn als deselve aenden westen candt vande Nieuwvaert gelegen is, belent noorden den Armen van Cappel, Zuijden Anneken Visseren, streckende vander halver Nieuwvaert aff, westwaerts op tot den Quekelsloot van outs lsoo genaemt toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, water-gangen ende naburen rechten, met recht hier uijtgaende, voorts gelooft den voornoemde vercooper den cooper inde voorsr delle te vrije ende waaren naer den rechte van Zuijthollant, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1694. Coram Ad: van Andel, Cnaep, Gijben, Zeeuw, van den Houck, Backers ende van Pas Heemraden, desen 7e December 1693.

Parthijen verclaren voot recht de cooppenningen in drie egaele termijnen, te wesen ter somme van drie hondert gulden, en bekent hij vercooper van den eersten termijnen met hondert gulden voldaen te wesen.

A:v:Andel Jan Goeijaertssen Ghijben
Johan Cnaep

Op huijden den 22e Febr: 1695 bekenne ick ondergesr Meerten Mursaert, door Dirk Timmeren vanden 2e termijn ter somme van hondert gl: voldaen te sijn, datum ut supra.

                                                                                                                             Merten Mutsaert

Opden eersten Febr: 1696 soo bekende de huijsvrouw van Meerten Jansen Mutsaert, vanden lesten vol-daen te wesen, door Dirck Timmeren, met de somme van hondert gl, ergo gecasseert, dagh datum ut supra.

Folio 140v

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt Niclaes van Tilborgh, ende geeft wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot be-hoeff van Frans Ftansse Vermeer, seecker binnen dijckse halven authoff, groot ontrent met de putten en cuijlen drie hont, ofte soo groot ende cleijn als den selven aenden oosten candt vande Nieuwvaert gele-gen is, belent oost den cooper, west Philibert Adriaensen kinderen, streckende voor vanden buijten sloot aff, zuijtwaerts op tot den watergangh toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechten, met recht hier uijtgaende, voorts gelooft de voornoemde vercooper den cooper int voorsr goet te vrije ende waeren naer den rechte vanden Landen, ende alle voor commer ende aff te doen tot Nieuwjaer 1694. Coram Ad: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck Heem-raden, desen negenden December XVIc drieentnegentigh.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van tien gulden, en bekent hij vercooper daer van voldaen te wesen. Ergo gecasseert.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis van den Houck

                                                       1694.

                                                       Copie

Procuratie gegeven vande kinderen offte Erffgenamen vande nagelaeten goederen van Cornelis Hoeffnagel en Geertruijt Roesen echte man en vrouw.
Wij ondergesr broeders en susters, geven aen onse broeder Gerit Hoeffnagel volle macht en authorisatie, om de goederen soo huijs en hoff ende landerije, waer die oock gelegen soude sijn, die van onse ouders sijn spruijtende, om die goederen te vercoopen, soo onder de handt ofte int openbaer, soo het best ge-legen comt, mits redelijcke reeckeninge, en uijtrijckinge van onse rechte part de doen, ende sijt tot getuij-gen ofte verseeckerin met onse eijgen handt ondertijkent. Onder stont, getijckent X Arien Hoeffnagel, Geertruijt Jansen, getijckent X Cornelis Hoeffnagel.

Dat dese met de getijckende is accorderende desen 4e Januarij 1694.

                                                                                                                                 Quod Attestor
                                                                                                                            H:vander Hoeven
                                                                                                                                   1694

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenormt, Geerit Hoeffnagel, Adriaen Hoeffnagel, den voorsr Gerit Hoeffnagel als last ende onder de handt procuratie hebbende van Cornelis ende Maria Hoeffnagel, als mede van Geertruijt Jansen, wed: Aert Hoeffnagel, alle kinderen ende Erffgenamen wijlen Cornelis Hoeffnagel,

Folio 141v

volgens de selve handt teeckingh hiet vooren geregistreert. Ende geven alsoo indier qualiteijt wettelijck over mer eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Anthonij van Campen ende Dirck van Clootwijck, seeckeren halven acker, groot int geheel ontrent eenen mergen, onverdeelt met Gijsbert Geeritsen Hoeffnagel, gelegen opde Hoogevaert, belent Zuijden en noorden Jan Goijerts Gijben, streckrnde vander halver Hooghvaert aff, westwaerts op tot de 40 geerden toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen, ende nabueren rechten, met recht hier uijtgaende, voorts ge-loove de voornoemde vercooperen in hare voorsr qualitijt de coopers inden voorsr halven acker te vrijen ende waeren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuw-jaer 1694. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Jan Goijerts Gijben Heemraden, desen vier-den Januarij XVIc vierentnegentigh.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van vijffentseventigh gulden, en bekenne sij vercooperen daer van voldaen te wesen. Ergo gecasseert.

A:v:Andel Johan Cnaep
Jan Goeijaertssen Ghijben

Folio 142r

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel ondergenoemt Niclaes van Tilborgh, ende geeft wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot be-hoeff van Corstiaen Mutsart seecker parceel ackerlant, groot ontrent een hont, ofte soo groot ende cleijn alst selve aenden oosten candt vande Nieuwvaert opt Heijcken genaemt gelegen is, belent Zuijden Jan Bastiaensen de Roij, noorden Geerit Gielen de Haen, streckende uijt den westen van d’erve van Peeter van Gorcom aff oostwaerts op, tot d’erve vande kinderen Cornelis van Tilborgh toe, mits dit parceel sijnen uijtwegh heeft over d’erve van Jan Bastiaensen de Roij, gecomen van Dirck Aert Goosens. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechten, met recht hier uijtgaende, voorts gelooft den voornoemde vercooper den cooprt int voorsr goet te vrije ende waren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1694. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Jan Goijaerts Gijben Heemraden, desen 5e Januarij 1694.

Parthijen vweclaren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van Vijfftigh gulden, en bekent hij vercooper daer van voldaen te wesen, ergo gecasseert.

A:v:Andel Johan Cnaep
Jan Goeijaertssen Ghijben

Folio 142v

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt Heijlken Goij-erts, ende geeft wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Peeter van Campen, seecker parceel driese groot ontrent vijff hondt, ofte soo groot ende cleijn alst selve aenden noorden candt vande Nieuwstraet teijnde de ’t sestigh roeden gelegen is, belent oost Maria Cor-ten wed: van Hendrick Verhagen, west Peeter Jansen Dolck den ouden cum suis, streckende vande ’t sestigh roeden ajj noortwaerts op, tot de cruckvaert toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechten, met recht hier uijtgaende, vooers gelooft de voornoemde vercoo-persse den cooper int voorsr goet te vrijen ende waaren naer den rechte vanden Lande, ende alle voor-commer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1694. Coram Adriaen van Andel Schout, Jan Goijerts Gijben ende Corstiaen de Zeeuw Heemraden, desen sestienden Januarij XVIc vierentnegentigh.

Paerhijen verclaeren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van hondert en vijfftigh gulden, en bekent sij vercooperse daer van voldaen te wesen, ergo gecasseert.

A:v:Andel Jan Goeijaertssen Ghijben
Corstiaen de Seeu

Folio 143r

                                                       Copije

Wij Borgemeesteren, Schepenen ende Raedt der Stadt Nijmegen, certificeren hier mede, dat voor ons persoonelijck gecompareert is Maria Cuijpers, de welcke verclaerde te constitueren en volmacgtigh te maecken sulcx doende mits desen haere twee heele broeders, Huijbert ende Cornelis Cuijper saempt ende bijsonder, omme de gerede ende ongerede goederen van haer vader Anthonij Cuijper, aenden meest biedende te vercoopen, ende het provenue van dien op intreste op een goet onderpant te beleg-gen, tot proffijt van Willemken Cornelissen, tweede vrouw van haer voornoemde vader, de welcke de gehele nalatenschap in tochr besit, ende sulcx haer voornoemde stijffmoeders leven geduerende, sonder arge list. In waaren oirconde hebben wij onser Stadts secreet zegel hier onder op doen drucken den 13e December 1693. Onder stont: ten ordonnantie van haer Ed: en achtbare, was geteeckent, W:v:Loon Sece-taris. Lager stont: Het opgemelte Stadts zegel in roode ouwel overdeckt met papier.

Dat dese is accorderende met de principaele copije attesteren ik Secretaris, desen 22e Januarij 1694.

                                                                                                                            H:vander Hoeven
                                                                                                                                      1694

                                                       Copije

Op huijden 17e Januarij 1694 Compareerde voor mij Hermanus van Berckhout, Openbaar Notaris bijden Ed: Hove van Hollant geadmitteert in ’s Gravenhage residerende, ter ptrsentie vande getuijgen naerge-noemt, Thomas Cuijpers, borger ende inwoonder alhier inden Hage, de welcke verclaerde te constitueren ende volmachtigh te maecken, sulcx hij Comparant is doende bij desen den Ed: Cornelis Cuijpers ende Huijbert Cuijpers sijn Comparants broeders, specialijck ende generalijck, omme uijt sijns Comparants naemen ende van sijnent wegen waer te nemen, alle soodanige saecken ende affairens, als den Compa-rant nevens de geconstitueerdens te verrichte heeft, over ende

Folio 143v

ter saecke wegens het vercooprn van alle soodaenige goederen als hem Comparant nevens sijn broeders ende susters sijn competerende, uijt hooffden van haeren vader za: Thonis Cuijpers, welcke gelegen sijn inde Langhstraet tot Cappel onder de jurisdictie van Dordregh, ofte elders waer het van noode wesen sal, ende daer bevonden sal werden den comparant eenighsints toegerechtigh te sijn, deselve te vercoopen ’t sij publiquelijck ofte onder de handt, soo als sij geconstitueerdens goet sullen vinden te behooren, de penningen vande vercooghte goederen procederende onder hare quitantie te mogen onrfangen, ende generaelijck ende specialijck hier inne ofte ontrent, alsmede wegens de erffenisse welcke hem Comparant uijt hooffden vande voornoemde sijn vader zal: is competerende , alles te doen ende te verrichten wes hooghnoodigh wesen sal, ende eenighsints naer rechten gerequireert sal cunnen werden, weijders mede alle voorvallende saecken ofte processen waertenemen, ende alles te doen als off hij Comparant selffs present wesende, soude cunnen ofte mogen doen. In omnibus ad lites cum potestate substituendi, in communi forma, ratificerende ende approbeerende alle ‘t gene bijde voornoemde sijne geconstitueerde ofte wel desselffs gesubstitueerdens uijt crachte deses sal werden gedaen ende verright onder verbant als naer rechten, des blijft de geconstitueerdens ofte wel desselffs gesubstitueerdens gehouden, van hunnen ontfangh te doen behoorlijck reeckeningh, bewijs ende reliqua, aldus dedaen ende gepasseert alhier in ’s Gravenhage, ter presentie van Jacobus van Berckhout ende Jan van Maesel, als getuijgen hier toe versoght, de welcke de minute deses beneffens den comparant, ende mij Notaris behoorlijck hebbe onderteeckent op dato als boven. Onder stont Quod Attestor, en was geteeckent. H:v:Berckhout, Notaris publiek 1694.

                                                                                             Accordeert met de principaele copije
                                                                                                              Quod Attestor
                                                                                                      H:vander Hoeven, Secr.
                                                                                                                     1694

Folio 144r

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Willemken Cornelisen wed: Anthonij Cuijpers, Cornelis ende Huijbert Cuijpers voor haer selven, en noch als last ende procuratie hebbende van Thomas rnde Maria Cuijpers, d’eene grpasseert voorde Ed: achtbare Heeren Borgemrs en Schepenen der Stadt Nijmegen in dato den 13e December 1693, en d’ander voorden Nots Hermanis van Berckhout en getuijgen binnen ’s-Gravenhage residerende in dato den 17e Januarij 1694, hier vooren geregistreert, den voorsr Cornelis Cuijpers noch als vooght over’t onmondigh kindt van An-thonij Cuijpers. Ende geven alsoo t’saemen wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Teunis Hendricx Timmerman, seecker huijs hoff met de erve daer aen gele-gen, groot ontrent drie en een halff hondt, ofte soo groot ende cleijn alst selve aenden Zuijden candt vande Nieuwstraet gestaen ende gelegen is, belent oost den Armen van Cappel, west Aentjen Jacobs, streckende vande Nieuwstraet aff, Zuijdtwaerts op totte Loonse erve toe. Ende dat met alle wegen, ste-gen, schouwen, watergangen ende nabueren rechten, met recht hier uijtgaende , voorts gelove de voor-noemde vercooperen in hare voorsr qualitijt den cooper int voorsr huijs ende erve te vrije ende waaren nart den rechte vande Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1694. Co-ram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Corstiaen de Zeeuw Heemraden, desen tweeentwin-tighsten Januarij XVIc vierentnegentigh.

De cooppenningen sijn volgens conditie in twee egaele ende gelijcke termijnen ter somme van ses hon-dert en vijfftigh, en bekennen sij vercooperen vanden eersten termijn met drie hondert en vijffentwintigh voldaen te sijn.

A:v:Andel Johan Cnaep
Corstiaen de Seeu

Folio 144v

Datum ut supra Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt de voorsr Comparanten, de welcke gesaementlijck bekende ende verclaerden te geven accornam cessam aen ende tot behorff van Johanna vander Hoeven, wed: Adriaen Timmers in sijne leven Schout alhier, van alsulcken lesten paeij als Teunis Hendricx Timmerman over coop van seecker huijsinge bij hun op den 22e Januarij 1694, aen hem Timmerman getransporteert schuldigh bleeff, wesende ter somme van 325 gulden, welcken voorsr paeij verschenen sal wesen den 22e Januarij 1695, waermede sij comparanten bekennen voldaen te wesen vande heele cooppenningen van het voornoemde huijs. Coram Adr: van Andel Schout, Cnaep en vanden Hoeck dagh datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis van den Houck

Op den 17 April 1695 heeft Antonis Handr: Timmerman in minderings deses betaelt vijffentwintigh gl.

14 April 1696 ontfangen opt suppl: deses 150 gl., actum ut…….

                                                                                                                                       A:v:Andel

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel Teungen Jansen Duijnen als last hebbende van Arien Willemsen Visschers veirman haeren man, ende verclaerde te transporteren vercoght ende over te geven bij desen aen ende ten behoeve vande regeerende Borgemrs deses dorps, ten be-hoeven deser gemeente, Christoffel Molegraeff ende Catharina van Gils, wed: Govert vander Hoeven, de veerpont, bruggen, touwen ende gereetschappen, leggende tegenwoordigh opt Cappelse veir, sonder eenigh recht daer op is reserveeren, beloovende deselve van alle voorcommer te vrijen ende waren, ende bekennende sij comparante door de cooperen voldaen te sijn, den eersten penning metten lesten. Actum den 25e Januarij 1694, ten overstaen van Adr: van Andel en Schepenen hieronder genoemt.

Dato voorsr verclaerde den voornoemde Arien Willemsen Visschers de voorsr vercoopinge ende transporte vande pont op ende dependentien vandien te approberen ende rarificeren met bekentenisse van daer van voldaen te sijn, onder stont: dit ist X handtmerck stelde Arien Willemsen Visser veirman, ter presentie van Corstiaen de Zeeuw, Jan van Pas Heemraden ende Hendrick Molegraeff.

A:v:Andel Jan van Pas
Corstiaen de Seeu

Folio 145r

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoempt, Corn: van Eijll, Secr: vande Weeskamer, Rentmr: vanden Gasthuijsen, Notaris residerende tot Breda, in qualitijt als beneffens d’Hr: Pauwels van Heusden, out Schepen ende mede Notaris ror Breda voorsr, gesaementlijck ende oock ieder in het particulier bij acte van Substitutie onder andere geauthoriseert sijnde ten saecke naerbesz: vande Here Pieter Onderwater ende Mr: Johan vanden Brandelaer Advocaet voor de respective Hoven van Justitie in ’s Gravenhage, de welcke beijde last ende procuratie hadden van de Hr: Govert van Alphen, Medicine Doctor ende mede out Schepen tot Breda voornoemt. Item vande Heer ende Mr: Rogier van Alphen, Advocaet ende Secr: der Heerlijckheijt Dongen inde Baronije van Breda voorsr, mitsgaders vande Hr: Adrianus Wilhelmus Reijers, Secr: der Stadt Helmont inde Meijerije van ’s Hertogenbos, als tesamentaire Erffgenamen van ’s vaders sijde, van wijlen Rogier Meijers, volgens d’acte van procuratie, mette clousule van substitutie daer inne gejusereert, gepasseert voor den voorsr Hr: van Heusden als Notaris ende seeckere getuijgen binnen Breda voornoemt, den 18e April 1691, ende de voorsr acte van Substitutie gepasseert voor den Notaris Floris van Gils ende seeckere getuijgen aldaer trsiderende, den 19e September 1691, beijde alhier authenticq verthoont ende gelesen, ende hier vooren op den 25e Octo-ber 1691 geregistreert. Ende heeft den Comparant inden naeme ende qualitijt als boven, ende uijt

Folio 145v

chrachte der actens van procuratie ende substitutie voor geroert, gecedeert, getransporteert, overgege-cen met eender vrije gifte soo recht is, aen ende tot behoeve van Adriaen Cornelis Everts, woonende tot ’s Gravenmoer, ende Johannes Conincx mercktschipper van Breda voornoemt op Dordrecht, present ende het selve acepterende ieder voor de helft, allen het recht ende acte niet daer van uijtgesondert, dat de voorsr testamentaire Erffgenamen van ’s vaders sijde vanden voorsr Rogier Meijers sal: souden mo-gen hebben, aen ende tot seeckere beijster ofte gront, groot ontrent de vijff ofte ses hondt, ofte wel soo groot ende cleijn ombegrepen den maeten als die gelegen is inden Quekel onder dese Juridictie van Cappel, oost de wed: ende Erffgenamen van Jan Peetersen Wit, Suijt de Hr: Adr: van Alphen met de wed: ende Erffgenamen van Frans Cornelisen Swart, ende noort de Erffgenamen van Jan Wouters van Tilborgh, ende dat in alle manieren gelijck dat de voorsr testamentaire vaderlijke Erffgenamen soude mo-gen gecompareert hebben. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen, ende nabueren rechten, met recht hier uijtgaende, alles sonder froude. Coram Adriaen van Andel Schout, Corstiaen de Zeeuw ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen 6e Febr: 1694.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van tsestigh gulden, en be-kent hij comparant in qualitijt voorsr daer van voldaen te sijn, dagh datum ut supra.

A:v:Andel Corstijaen de Seeu
1694 Cornelis van den Houck

Folio 146r

                                                       Copije

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel, Hendrick de Roij out Borgemr: alhier, mitsgaders Bastiaen de Roij ende Meerten Dolck borgemeesters 1691 alhier, de welcke ten instan-tie ende versoecke van Nanningh de Zeeuw getuijght, verclaert, ende bij eede solemneel geastinneert hebben waerachtigh te wesen, eerstelijck den voornoemde Hendrick de Roij, dat hij op den selven avont als den requerant sijn huijs ende erve aen Adriaen Ockers had getransporteert, comende van Tilborgh ontrent sijn huijs heeft ontmoet, denselven Adr: Ockers, ende dat hij deponent Ockers vraegt den waer hij had geweest, daer op Ockers antwoorde dat sal ick u daer naer seggen, dat Adr: Ockers ontrent twee dagen daer naer, daer op vervolgens is gecomen ten huijse vanden deponent, ende dat dito Ockers als-doen tegens den deponent tot ontlastinge van sijn gemoet seijde ende verclaerde, dat Nanningh de Zeeuw requerant in desen, sijn huijs ende erff aen hem Ockers had getransporteert, om daer door te ont-gaen d’executie van Crillaerts ende andere Crediteuren, dogh dat hij Ockers daer voor geen gelt had be-looft off betaelt, ende de voornoemde Bastiaen de Roij ende Meerten Dolck Borgemrs verclaeren, dat sij inden jare 1691, sonder den precisen dagh onthouden te hebben, sijn gecomen ten huijse van Adr: Oc-kers om hem te maenen de extra ordinaire verpondinge d’anno 1691 voorsr, dat dito Ockers wel betaelde de extraordinaire verpondinge van sijn eijgene goederen, dogh belangende ’t huijs ende erve bij Nanningh de Zeeuw aen hem getransporteert, renvoijerende den voornoemde Ockers nopende de lasten desaengaende hen borgemeesters aen Nanningh

Folio 146v

de Zeeuw, requerant in desen, declareerden den eijgendom vant selve getransporteerde huijs en erve hem niet aen te gaen, hoe wel’t getransperteerde was, dat hij daer mede in geenen deele te doen had, en dat Nanningh de Zeeuw haer most betaelen, verclaerende den voornoemde Bastiaen de Roij verder, dat hij op seeckeren tijt is geweest aenden Nieuwendijck, ten huijse van Huijgh den Boer, dat dito Ockers daer was beneffens Chrillaerts, dat hij Ockers bevindende de misnoegheijt van Chrillaers overt frauduleus transport voorsr, seijde wel te wenschen, dat sulcx noijt geschiet was, ende dat op hem niet was geschiet. Ende want men in alle rechtveerdighheijt saecken schuldigh is der waerheijt getuijgenisse te geven, insonderhe-ijt daer over versoght, soo hebben sij deponenten desen verleent, soo waerlijck wilde hen Godt almach-tigh helpen, Actum den 15e November 1692.
Waren onderteeckent : Hendrick de Roij, Bastiaen de Roij, Heerten Aertsen Dolck, Adr: Timmers, Johan Cnaep, Cornelis vanden Hoeck.
Dat dese met de principaele is accorderende
Quod Attestor
H:vander Hoeven Srs.
1694

Uijtgemaeckt op behoorlijck,

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Jan Ockers ende Peeter de Roij beijde als vooghden, mitsgaders Arien Teunissen van Pas als toesiende vooght over de onmondige kinderen van Adr: Ockers, verweckt bij Adriaentjen Cornelis,

Folio 147r

de welcke verclaerden uijt crachte van seeckere attestatie gepasseert voor Heren Schout ende Heemra-den van ’s Grevelduijn Cappel, opden 25e November 1691 hier vooren geregistreert, over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Nanningh de Zeeuw, seecker huijs, werff, en hoff, met de steenen daer op leggende, waer van het huijs is affgebrant, groot ontrent int ge-heel twee hont ofte soo groot ende cleijn alst selve opt Stapel eijnde gelegen is, belent oost Cornelis vanden Hoeck, west Jan Dingeman Deckers, streckende voor van ’s Heeren straete aff Suijtwaerts op tot de erve vande wed: Aert Jan Michielsen toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte, met recht hier uijtgaende, voorts geloove de voorsr Comparanten de cooper int voorsr goet te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1692. Coram Adr: van Andel Schout, Corstiaen de Zeeuw, Corn: vanden Hoeck ende Jan Teunissen van Pas Heemraden, desen 10e Febr: 1694.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen te wesen ter somme van 25 gulden, en bekenne sij vercooperen in qualitijt en redenen voorsr niet van ontfangen, derhalve gecasseert, dagh datum ut supra.

A:v:Andel Jan van Pas
Corstiaen de Seeu

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel.

Datum en present ut supra, soo Compareere den voorsr Nanningh Zeeu, den welcke verclaert het voorsr goet aen hem getransporteert weder over te geven aen Joffr: Dingena van Nederveen, belent ende strec-kende als boven, te vrije tot Nieuwjaer 1694.

De cooppenningen sijn soo parthijen verclaren contant 25 gld. en bekent hij vercoper daer van voldaen te sijn, dagh, datum ut supra.

A:v:Andel Jan van Pas
Corstijaen de Seeu

Folio 147v

                                                       Copije

Op huijden den 22e Januarij 1694 sijn voor mij Johan van Naeltwijck, openbaer Notaris bijde Hove van Hollant geadmitteert binnen de Stadt Dordrecht residerende, ende de onder genoemde getuijgen gecom-pareert Hendrick de Leeuw, Exploichiet vande Hove ende Hooge Vierschaere van Zuijthollant, Anthonij de Leeuw, Deurwaerder vande gemeene middelen, ende Pieter de Leeuw, Stadsboode alhier, alle borgers deser Stede, mij Notaris bekent, de welcken verclaerden, dat ijder van hen Comparanten nopende haer-luijder grootmoederlijcke goederen, mitsgaders ter saecke van haer moederlijck bewijs, ende oock van hunne vaderlijcke besterffenisse, door handen van haeren Comparanten broeder Jan de Leeuw, woonen-de onder Cappel, geheel en al ten genoegen voldaen ende betaelt te sijn, uijt de nalatenschap vande selve haeren vader Pieter Jansen de Leeuw za: Ende mits den selven bij dese daer van volcomentlijck te quiteren, sonder eenigh recht, actie, ofte prentensie, op den selven boedel te behouden ofte te reserve-ren, verclaerende sij Comparanten vervolgens den voornoemde Jan de Leeuw, haeren broeder bij desen te consenteren, dat hij met de naerlatenschap vanden voorsr haeren Comparanten vader za: (voor soo veel haren Comparanten portien aengaet), soo in rechte als daer buijten, sal mogen doen handelen ende verrichten, als hen te raede sal werden. Ende dien volgende den selven oock te authoriseeren ende voor soo veel des noots volcomen last, maght ende procuratie te geven bij desen, omme in cas van vercoo-pinge van eenige vaste goederen vande voorsr boedel, deselve mede uijt haeren Comparanten namen, aende coopers te mogen transporteren, cederen ende overdragen met bekentenisse van voldoeninge ende

Folio 148r

beloften van waringe, alles naer costuijmen locael met macht om… de cooppenningen ende andere uijtstaende schulden vanden boedel, onder sijne q:tie te ontfangen, ende verder alles generalijck te doen handelen ende verrichten wes eenighsints gerequireert wert, en als off sij comparanten selffs present ende tegenwoordigh sijnde, soude konnen offte mogen doen, gelovende van waerden te houden allen ’t genen bij hare geconstitueerde in crachte deses gedaen ende verricht. Aldus gedaen ende gepasseert binnen Dordrecht voornoemt, ter presentie van Sr: Abraham Cuijper ende Willem de Grefe, borgers deser Stede als getuijgen hier toe versoght, datum ut supra, onder stont quod attestor, en was geteeckent J:v:Naeltwijck, nots: publ:

Accordeert met de principaele copije autenticq.
Quod Attestor.

                                                                                                                    H:vander Hoeven, Srs.
                                                                                                                                 1694

Uitgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel onder genoemt, Jan de Leeuw, uijt crachte van procuratie hem gegeven ende vergunt bij Hendrick de Leeuw, exploicteur vanden Hove ende Hoogevierschaer van Zuijt Hollant, Anthonij de Leeuw, Deurwaerder vande Gemeene middelen, ende Pieter de Leeuw, Stadtsbode der Stadt Dordrecht, ende alle borgers ende inwoonders der voorsr Stadt, gepasseert de voorsr procuratie voor den Notaris Johan van Naeltwijck ende seeckere getuijgen

Folio 148v

binnen de Stadt Dordreght voorsr, residerende in dato den 24e Januarij 1694, hier vooren geregistreert, ende geeft uijt crachte voorsr wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Jan de Leeuw voorsr, alle hunnen gerechtigheden hen aengecomen uijt den hooffden van hunnen grootmoeder, vader ende moeder, te weten seecker parceel ackerlant als gras, gelegen inde tweenveertigh geerden op de Hoogevaert onder Cappel, genaemt den Pettelaer, groot ontrent drie hont, belent Zuijden Adriaentjen de Leeuw wed: Jan Prs Schaep, noorden Govert Prs Schaep cum suis, strec-kende vande erve vande Hr: Hendrick de Jongh, Srs aff, westwaerts op tot d’erve van Bastiaen de Leeuw toe. Item alnoch de helft van een parceel ackerlant, soo putten als cuijlen, groot int geheel een en een halffven mergen, onverdeelt met Jan Hoeffnagel, ofte soo groot ende cleijn als ’t selve opde Hoogevaert voorsr gelegen is, belent Zuijden de kinderen van Willem Prs Verhoeven, noorden Jan Dingeman Dec-kers, streckende vande halve halve Hoogevaert aff westwaerts op, tot de erve van Jan Dingeman Dec-kers ende de wed: Bastiaen Peeters toe. Ende dat beijde met alle wegen, stegen, schouwen, watergan-gen ende nabueren rechten, met recht hier uijtgaende, voorts geloove sij vercooperen den cooper int voorsr goet te vrije ende waeren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1694. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Jan Huijsman Heemraden, desen 11e Febr: 1694.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenningen, int geheel te wesen ter somme van vijfftigh gulden, en bekenne sij vercooperen daer van voldaen te sijn, dagh datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
1694

Folio 149r

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel ondergenoemt Bastiaen Jan-sen Maes, ende geeft wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is aen ende tot be-hoeff van Wouter Jansen Duijser, seecker twintighste part van een binnen en buijten dijckse del, gelegen opt Stapeleijndt, groot int geheel acht hont, onverdeelt met den cooper cum suis, belent oost Wouter Corsten, west de wed: Peeter van der Punten, streckende vande erve van Thijs Vermeijs aff noortwaerts op tot Cleijn Waspick toe. Ende dat met alle dijcken, wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabu-eren rechten, met recht hier uijtgaende, voorts gelooft den voornoemde vercooper, den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechten vanden Lande, ende alle voor commer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1694. Coram Adriaen van Andel Schout, Johan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemra-den, desen 13e Februarij 1694.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van twintigh gulden, en be-kent hij vercooper daer van voldaen te wesen, dagh datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
1694 Cornelis van den Houck

Folio 149v

Uitgemaeckt op begoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt Cornelis van-den Hoeck mede Heemradt alhier, den welken heeft verwilleceurt ende gelooft schuldigh te sijn, aen ende tot behoeffve van Jacob en Arien Cornelisen Cluijter gebroeders, de somme van drie hondert gulden, te weten Arien een hondert, en Jacob twee hondert gulde, de voorsr somme ter saecke van goede deugh-delijcke ende geleende penningen, geloovende hij debiteur de voorsr somme wederom te geven aen de rechte thoonder deses, van huijden datum ondergesr: over een jaer, met den intrest van dien tegens vijff guldens persente. Ende ingeval van langer onderhoudinge edogh met believen vande voorsr Crediteuren, soo sal den selven intrest blijven constinueren totte volle effectuele voldoeninge der voorsr somme toe, daer voor verbindende specialijck een gerechte sestepart in eenen acker gelegen ten weste vande Nieuw-vaert onder Cappel, groot ontrent int geheel ses hont, belent Zuijden Niclaes van Tilborgh, noorden de wed: Pauwels Vreijssen, streckende voor van den halver Nieuwvaert aff westwaerts op tot den Quekel toe. Item alnoch drie binnen dijckse authoofven, gelegen ten oosten vande Nieuwvaert, groot ontrent int geheel drie mergen, belent oost Hendrick Timmeren, west Cornelis Ockers, streckende vanden buijten dijckse ausloot aff, suijtwaerts op tot den watergangh toe, alnoch eenen huijs, werff met huijs daer op getimmert sal werden, groot ontrent een hont

Folio 150r

gelegen opt Stapel eijndt, belent oost Daniel van Son, west Dingena van Nederveen, streckende van ’s Hr: straet aff, suijtwaerts op tot d’erve van Aert Jan Michielsen wed: toe, ende voorts generalijck sijn per-soon ende goederen hebbende ende vercrijgende, ende voorts onder verbant als naer rechte, onder con-ditie dat hij debiteur gehouden sal wesen met paeijckens dese voorsr somme aff te leggen, ten minsten vijffentwintigh gulden, telckens nae contantemant vanden voorsr debiteur. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep vervangende Jan Huijsman, desen 20e Februarij 1694.

A:v:Andel Johan Cnaep
1694

Opden 5e Febr: 1700 soo bekende Arien Cluijters op sijn part vanden boven gesr willeceur ontfangen te hebben door handen van Cornelis vanden Hoeck, de somme van drieentseventigh gulden twee stuijvers, met intrest tot dato deses toe, volgens quitantie.

Opden 10e bber 1712 soo Compareerde Dingena Zeijlmans, wed: Arien Cluijters, de welke bekende vant rest van dese willeceur met intrest voldaen te wesen, door hande vande Cornelis vanden Hoek, dus ge-casseert, alle presensie over ende werdt tot dato deses, daermede te niet.

                                                                                                                          Dingena Seijlmans

Datum ut supra Compareerde Cornelia de Zeeuw, wed. Geerit Cluijters, als testamentair Erffgename van haaren voorsr man, de welke bekent voor 2/3e parten vande bovengesr willeceur, met verloopen intrest tot dato deses toe, voldaen en betaelt te wesen, door hande van Cornelis vanden Hoek, dus graflerte en alle pretensie over en weder over, tot dato deses toe, daer mede te niet.

                                                                      Bij mijn Cornelia de wed: vrou van Gerret Cluiters.

Los briefje, behorende bij bovenstaande akte. Dit briefje ligt bij folio 150v/151r.

Ick ondergesr bekenne ontfangen te hebben uijt hande van Cornelis vanden Hoeck, de somme van drieentseventigh gl twee stuijvers, en den Intrest tot dato deses toe, op reeckeningh van mijn part vanden willeceur van 300 gulden, ………. als ick ……… tot lasten van Cornelis vanden Hoeck te pretenderen hebbe, in dato den 20e Febr: 1694, verzoecke derhalven dat den Sris van Cappel, t’selve ten registeren sal hebben aanteeckenen. Actum den 5e Febr: 1700.

Folio 150v

Uijtgemaeckt op behoorlijck segel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Jan Pietersen Joncker woonende tot Rotterdam, den welcke verclaerde te cederen, transporteren ende over te geven met eender vrije gifte soo recht is, aen ende tot behoeff van Janneken Jacobs, wed: van Geerit Jansen Snijder, seecker vierdepart in vijff en een halff hondt saijlant, gelegen aenden Suijden candt vande Nieuwstraet, belent oost Peeter Ariens Gijben, west de voorn: coopersse, streckende vander halver Nieuwstraet aff suijdtwaerts op, tot de erve van Arien Jansen Looper toe. Ende dat met alle wegen, ste-gen, schouwen, watergangen, ende nabueren rechten met recht hier uijtgaende, beloovende hij vercooper ’t getransporteerde te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voor commer ende calangie aff te doen tot desen dagen toe. Coram Adriaen van Andel Schout, Johan Cnaep ende Jan Ste-vens Huijsman Heemraden, desen 23e Februarij 1694.

Parthijen verclaren de cooppenningen gereet te bedragen ter somme van een hondert en Vijfftigh gulden, en bekent hij vercooper daer van voldaen te sijn dagh datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
1694

Folio 151r

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Jan Pietersen Joncker woonende tot Rotterdam, den welcke verclaerde te transporteren ende over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Peeter Cornelisen Leempoel seecker halffve buijten dijckse delle, groot int geheel vier hont, ofte soo groot als deselve onverdeelt leijt met Peeter Ariensen Gijben opt Stapel eijndt, belent oost Corstiaen Glaviman cum suis, west Peeter Mat-theeus, streckende vanden teen vanden dijck aff, noortwaerts op tot Cleijn Waspick toe, met den last vanden dijck. Item noch een binnen dijckse delleken en bosken, gelegen als vooren, belent oost Joost Smits, west Wouter Duijsers cum suis, streckende vanden binnen teen vanden dijck aff Suijtwaerts op tot de gronden van Daniel ……….
………….., mede met de lasten vanden dijck. Ende dat verders met alle wegen, stegen, schouwen, wa-tergangen ende nabueren rechten met recht hier uijtgaende, voorts belooft den voorn: vercooper den cooper int voorsr goet te vrije ende waaren naer den rechten vanden Landen, ende alle voor commer ende calangie aff te doen, tot Nieuwjaer 1694. Coram Adriaen van Andel Schout, Johan Cnaep, Jan Gijben, Cornelis vanden Hoeck, Corstiaen de Zeeuw, Jan van Pas, Jan Huijsman ende Hendrick Teunisen Tim-merman, desen 24e Februarij 1694.

Parthijen verclaren de cooppenningen gereet te wesen ter somme van hondert gulden, en bekent hij ver-cooper daer van voldaen te sijn dagh datum ut supra.

A:v:Andel Jan Goeijaertssen Ghijben
Johan Cnaep

Folio 151v

Uitgemaeckt op behoorlijck zegel.

Erffdeelinge voor Recht aen gebracht bij de gelijcke kinderen ende Erffgen: van Aert Oirlemans ende Maria Glavimans echte luijden, gewoont hebbende op de Hoogevaert onder ’s Grevelduijn Cappel, ende dat bij provisioneel cosent van Schoudt ende gerechten aldaer, ende dat van alle Erffgoederen bij hunne ouders metter doot ontruijmt ende achtergelaeten, soo ende gelijck als volght.

Eerstelijck is bij blint lot te deel gevalle Willemken Aertsen Oirlemans, op een huijs hoff en geseet daer achter aen gelegen, groot ontrent negen hont, gestaen ende gelegen opde Hoogevaert onder Cappel, belent noorden de wed: Peeter vander Hoeven ende Adriaen Aertsen Oirlemans, Zuijden Dirck Oirlemans, streckende vander Hooghvaert aff, westwaerts op tot de tweeenveertigh geerden, offte d’erve van Dirck Oirlemans toe, mits daer op aende andere looten uijt te reijcken eene somme van vijff hondert en sesen-vijfftigh gulden, en gedoogende dat Dirck achter op sijn driesken sal mogen wegen en stegen, maer als-oo de gelijcke Erffgen: oordeelden behalven Cornelis de Bruijn, die het huijs te deel viel, uijt den gelijcke boedel soude goet doen ter somme van twee

Folio 152r

hondert gulden, ende soo lange sij condividenten met maelcanderen huijs houden, het voorsr huijs quam aff te branden doorden oorlogh off andersints, ieder bij hun alsdan in het voorsr huijs sijn woonende noch vijffentwintigh gulden.

2.
Item daer tegen is bij blint lot te deel gevallen Aert Oirlemans, op het huijs hoff en geseet onder Sprangh, groot ontrent seven hondt, gestaen ende gelegen inde Nieuwstraet, belent oost Peeter Spuijbroeck, west de Erffgen: Jan Michielsen, streckende vande Nieuwstraet aff, noortwaerts op totte Oudestraet toe, is conditie dat bij ieder van hun condividenten, soo lange sij bij maelcanderen blijven woonen, soo het huijs voorsr door den vijant affgebrant mochte comen te worden (welck verhoet wort neen), bij ieder sal wor-den uijtgekeert vijfftien gulden.

Alnoch bedeelt op eenen dries gelegen inde Oudestraet onder Sprangh, ontrent de vijff huijs, groot ontrent acht hondt, belent oost de wed: Jan Dircxsen de Groot, west Meerten van Campen, streckende vande halve Oudestraet aff noortwaerts op, totte Besoijense erve toe, mits genietende uijt de andere looten eene somme van vierenveertigh gulden.

3.
Item daer en tegen is bij blint lot bedeelt

Folio 152v

Adriaen Aertsen Oirlemans, opde gerechte helft van een steede met de moer gronden achter aen gelegen, gecomen van Lisken Gielen, gelegen opde Hoogevaert, groot int geheel behalven de moeren ontrent negen hondt, onverdeelt met de wed: Peeter vander Hoeven, belent Zuijden Willemken Oirlemans en Dirck Aertsen Oirlemans, d’een d’eijnde den anderen, noorden de wed: Do: Henricus Verhoeven en de wed: Govert vander Hoeven, streckende vander halver Hooghvaert aff, westwaerts op tot d’erve van Anthonij van Campen cum sius toe, is conditie dat oft gevielen dat den voorsr Adr: Oirlemans met de voorsr wed: Peeter vander Hoeven quaeme te erffdeelen, en hem het part naest Willemken Oirlemans viel, moet de voorsr Willemken gedoogen dat Adriaen op acht voeten na bij haer huijs mach timmeren.

Alnoch een gerechte derdepart in een stuck van vier geerden, onder Zuijdewijn beneden Lappegat, ge-meen met Arien Robben Decker en Dirck Aertsen Oirlemans, belent oost Sinte Barbara lant, west den Armen van Cappel, streckende van Cappel aff noortwaerts op, tot het slop toe, mits genietende vande andere looten vierenveertigh gulden.

Folio 153r

4.
Item daer tegen is bij blint lot bedeelt Jan Aertsen Oirlemans alle de goederen onder Loon gelegen, nef-fens erffenisse van Hendrick Teunissen Oirlemans cum suis west, Catelijn Ariensen Smits, Wouter Dircxsen Smits, en Willemken Ariensen Smits wed: Arien Leempoel oost, d’een d’eijnde den anderen, streckende vanden Hollantse dijck aff Zuijtwaerts op tot de Rechtvaert toe.

Alnoch op het ackerlant ende gronden, gelegen als vooren onder Loon in Schouts hoeve, waer oost naest geerft is de Erffgenamen van Willem Taelen ende Peeter Taelen, den eenen teijnde den anderen, west de Erffgenamen van Peeter van Hamont cum suis, streckende vanden Hollantse dijck aff Zuijtwaerts op tot de Rechtvaert toe.

Alnoch de moeren met de gronden, gelegen inde Hoeven, waer oost naest geerft is Teunisken Geldens Oirlemans, west de Stege neffens de Druenense delle, gemeen met de geerffdens, volgens de deelinge daer van sijnde, streckende vande Santschel aff Zuijtwaerts op tot de Rechtvaert toe, met alle de moeren en gronden inde Druenense delle ende Egmont haere voorsr ouders hebbe toebehoort, mits genietende vande andere Looten eene somme van seven hondert vierenveertigh gulden.

Folio 153v

5.
Item daer tegen is bij blint lot bedeelt Cornelis Lamberts de Bruijn in huwelijck gehadt hebbende Maria Oirlemans, op de gerechte helft van acht geerden hoijlant, gelegen in Zuijdewijn tegen den wiel, gemeen met de Erffgenamen van Jacob Teunissen Oirlemans, ende de kinderen van Joost Teunissen Oirlemans, met de gerechte helft vande delle, belent vande del oost Geerit van Giesen, west Meerten de Bie, van het lant belent oost Meerten van Campen, west den Armen van Cappel, mits genietende uijt de andere looten een hondert vierenveertigh gulden, is den voorsr de Bruijn met de andere gelijcke condividenten geaccor-deert, wegens den inboel en sijn houwelijcx goet, soo dat den voorsr Bruijn noch aen de andere gelijcke kinderen moet uijtkeeren eene somme van sevendartigh gulden seven stuijvers, waer mede de voorsr 144 gulden sijn gecasseert.

6 en 7.
Item daer tegen is bij blint lot te deele gevalle Lijsbet en Melis Aertsen Oirlemans, op acht en een vierde geerdt hoijlant onder Zuijdewijn over de Groote Oudestraet gelegen, belent oost Cornelis Prs: Cock cum suis, west Meerten van Campen, streckende vande Oudestraet aff noortwaerts op totten halven Gantel toe.

Alnoch op een binnenvelt met het

Folio 154r

bosken, gelegen inde Vrijhoeven, belent oost Arien Timmers cum suis, west de Erffgen: Willem Taelen ende de Erffgen: Anthonij Prasers den eenen d’eijnde den andere, streckende vande Oudestraet aff noortwaerts op tot de delle off dijck toe, mits uijtte reijcken aende andere looten, ieder hondert sesen-vijfftigh gulden.

8.
Item daer en tegen is bij blint lot bedeelt Adriaenjen Oirlemans, op vijff geerden hoijlant, gelegen inde Zuijdewijn, ontrent den Nieuwendijck, belent oost Dirck Ariensen Oirlemans, west Meerten de Bie cum suis, met de del, streckende vanden teen vanden dijck aff noortwaerts op, totte Oudestraet toe, mits dat sij aende andere looten moet uijtkeren ter somme van sesenvijfftigh gulden.

  1. Item is bij blint lot bedeelt Dirck Aertsen Oirlemans op eenen acker genaemt Grietbacken acker, met den Vogelsangh, een torffvelt gemeen met de kinderen Cornelis Rommen van Dijck, alnoch een driesken ach-ter de erve van Willemken Oirlemans, alle gelegen opde Hoogevaert onder Cappel, en sal d’erve van Grietbacken voor aende straet vier roeden breet moeten wesen, en dat vijfftien roeden lenghte, vander halver vaert aff, met het huijsken daer op staende, aff te meeten

Folio 154v

vande erve vande kinderen Corn: Rommen aff noortwaerts op tot dat de voorsr vier roeden daer sijn, en dan moet het steijlten op die roeden, belent noorden Willem Aertsen Oirlemans cum suis, Zuijden de kin-deren Corn: Rommen vande stede en Vogelsangh, streckende vander halver vaert aff westwaerts op tot het torffvelt toe, maer moet Willemken en Dirck ieder de steghde halff laeten leggen, en moet de voorsr Willemken eenen penning minder inde verpondinge geven, en op Dircken post bij Grietbacken goet ne-men.

Alnoch op een gerechte derde part van vier geerden hoijlant, gelegen inde Zuijdewijn beneden Lappegat, gemeen ende onverdeelt met Arien Robben Decker en Adr: Aertsen Oirlemans, belent oost Sinte Barba-ralant, west den Armen van Cappel, streckende voor van Cappel aff noortwaerts op tot het slop toe, mits aen deze looten uitte reijcken sesenvijfftigh gulden.

Parthijen tot des een off des anders proffijt vertijt ende vertegen naer den rechte van Zuijt Hollant, omme ieder t’sijne te mogen gebruijcken als hare andere vrije ende alodiaele goederen, mits dat ieder voort sijne sal onderhouden alle wegen, stegen, schouwen, ende nabueren rechten, met recht daer uijtgaende. Ende ingeval pretensie op d’een off des anders gedeelte, portie off boedel quaeme

Folio 155r

te ontstaen (’t welck verhoet wert neen), gelooven bij desen den eenen den anderen te helpen dragen en garanderen, is mede conditie dat eenige van hun bij een blijvende condividenten, vanden anderen quaeme te scheijde, die op haere looten moeten uijtkeeren off ontfangen, soo sij hunnen voorsr pretensie laeten staen, sullen gehouden wesen te brtaelen, off te ontfangen intrest tegens vier gulden tien stuijvers per cents. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van Adriaen van Andel Schout, Johan Cnaep ende Jan Gijben Heemraden, desen 5e Meert 1694.

A:v:Andel Jan Goeijaertssen Ghijben
1694 Johan Cnaep

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Adriaen Aert-sen van Hastel, Gijsbert de Ruijter ende Jan Willemsen Zeijlmans, als mede Erffgen: ende administrateurs vande persoon ende goederen van Anneken Jansen Teeuwen ten eenre, ende Jan Claessen ten andere sijde, te kenne gevende dat sij Comparanten hebben aengegaen desen naervolgende contracteraeckende het onderhouden vande voornoemde Anneken Jan Teeuwen, naementlijck dat den voornoemde Jan Claessen, tweeden Comparant in desen, de voorn: Anneken Jansen Teeuwen sal onderhouden, in eet en drincken, laeffenis, sieck ende gesont, ende dat voor den tijt van vier eerstcomende

Folio 155v

jaeren, ingaende den 19e Meert 1694 toecomende, ende expirerende het voorn: onderhouden met den 19e Meert 1698, onder conditie nochtans dat offt gebeurde dat denselven Jan Claessen de voorn: Anneken Jansen Teeuwen niet onderhielde soo als in desen wort bedongen, sij eerste Comparanten in gaere voor-gemelte qualitijt aen haer behouden den keuze omme deselve Anneke Jansen Teeuwen met een halff jaer te mogen op een ander bestellen, voor welck vierjarigh onderhout de voorn: eerste Comparant in haer qualitijt hebbe gegeven eeuwigh ende erffelijck aenden voorn: Jan Claessen seecker huijs ende erve daer aen, ende toebehoorende met de respective beijstens daer achter gelegen, staende ende gelegen alhier opt Stapel eijndt, daer de voorn: Anneken Jansen Teeuwen ende Jan Claessen respectivelijck tegenwoor-digh in woonende sijn, belent oost de wed: Peter vander Punten, west Joachem Teunisen, streckende van ’s Heere straet aff Suijtwaerts op tot d’erve van Peeter Gielen toe. Ende dat met de schouwen en nabue-ren rechten daer uijtgaende sijn, met dien verstaende nochtans dat alle lasten van ordinaire ende extraor-dinaire verpondinge bij den voorn: Jan Claessen sullen moeten worden betaelt, ingaende met den jare 1694. Ende off het gebeurde dat de voorn: Anneken Jansen Teeuwen voor het verscheijnen vande voorn: vier jaren onderhouts quam te overleijden, sullen de voorn: drie eerste Comparanten in hare gemelten qualitijt gehouden blijven t’selve huijs en erve aen voorn: Jan Claessen te transporteren ende wettelijck over te geven, remintierende sij respectieve Comparanten van allen relieven reductie ofte benefictie van rechte die een van de voorn: Comparanten in tijde ende wijlen mochte te baeten comen, alles onder ver-bant als naer rechte, aldus gepasseert ten overstaen van Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep en Corn: vanden Hoeck Heemraden, desen 13e Meert 1694.

A:v:Andel Johan Cnaep
1694 Cornelis vanden Houck

Folio 156r

                                                       Copije

Wij ondergesr als Erffgen: van Teunis ende Anneken Jansen Teeuwen, verclaeren te constitueren ende machtigh te maecken gelijck als wij constityeren ende machtigh maecken mits desen, Arien Aertsen van Hastel ende Gijsbert de Ruijter, mede Erffgen: vande voorsr Teunis ende Anneken Jansen Teeuwen, om-me soo veel vaste goederen vande voorn: Teunis ende Anneken Jansen Teeuwen, soo onder Cappel als Waspick gelegen, die sij constituanten best ende bequaemste dienen vercoght (publicquelijck ende voor alle man soo verre de schulden vande voorsr Teunis ende Anneken Jansen Teeuwen sijn streckende te vercoopen), de coopers daer inne te veste ende waaren naer den rechte vanden Landen, de cooppennin-gen te ontfangen, ende daer van behoorlijcke quitantie te passeren, mits van hennen ontfangh te doen behoorlijcke reeckeninge, bewijs ende reliqua, onder verbant als naer rechten. Aldus geteeckent bij ons opden vierden Februarij sestien hondert vierent negentigh. Ende waren onderteeckent.
X Dit is’t hant merck gestelt bij Anneken Jan Teeuwen, Adriaen Bommelaer, Jan Willemsen Cloot, Peeter Doomen, Jan Willemsen Zeijlmans.

                                                                                                      Accordeert met de geteeckende
                                                                                                                  Quod Attestor
                                                                                                            H:vander Hoeven Srs.
                                                                                                                         1694

Folio 156v

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Adriaen Aert-sen van Hastel ende Gijsbert de Ruijter als procuratie onder de handt hebbende vande naeste vrinden van Anneken Jansen Teeuwen, die deselve procuratie heeft geteeckent ende geconsenteert, sijnde van dato den 4e Feb: 1694, hier vooren geregistreert. Ende geven sij Comparanten in die qualitijt wettelijck over met een vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Jan Willemse Zeijlmans, seeckre halve buijtendijckse delle, groot int geheel vier en een halff hont, ofte soo groot ende cleijn deselve gelegen is opt Stapel eijndt, belent oost Jan Aertsen van Hastel, west de dwaers delle onder Waspick, streckende uijt den Zuijden noortwaerts op tot de Oudestraet toe. Ende dat met den last vanden dijck daer aen en toebehoorende, ende voorts met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht hier uijtgaende, beloovende sij comparanten in haere qualitijt ’t selve getransporteerde te te vrije ende waaren naer den rechte van den landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuw-jaer 1694. Coram en dagh datum ut supra.

De cooppen: sijn volgens Conditie gereet ende gecontant ter somme van twee hondert vijffentsestigh gulden, en bekenne sij vercoopers daer van voldaen te sijn.

A:v:Andel Johan Cnaep
1694 Cornelis van den Houck

Folio 157r

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Aert en Lijsbet Cornelisen van Dijck, Jan van Vessem in houwelijck hebbende Catalijn Cornelisen van Dijck, mitsgaders Peeter Anthonisen Vught in qualitijt als vooght over Teuntjen en Dirck Cornelisen van Dijck, alle kinderen ende Erffgenamen van Cornelis Rommen van Dijck ende Maria Anthonisen Vught, ende geven alsoo ge-saementlijck wettelijck over met eende vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Bartholomeeus vander Hoeven, seecker huijs, hoff, erve, driesen ackerlant ende bossen, mitsgaders de moeren daer aen dependerende sijn voor soo veel die aende voorn: vercooperen qualitatequa is Compe-terende, groot ontrent negen hont, staende ende gelegen alhier opde Hoogevaert, belent Zuijden Jan de Leeuw en Jan Teunisen de Haen, d’een d’eijnde den anderen, noorden Dirck Aertsen Oirlemans, strecken-de vander halver Hoogevaert aff, westwaerts op, tot d’erve van Bastiaen de Leeuw cum suis toe, den dries en bossen totten Dullart toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen, ende nabu-eren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooven de voorn: vercooperen ieder in hare voorsr: quali-tijt den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1694. Coram Adr: van Andel Schout, Jan Gijben ende Johan Cnaep Heemraden, desen 19e Meert 1694.

De Cooppen: sijn volgens conditie elff hondert en vijfftigh gulden, in drie termijnen, te weten vijffhondert gulden gereet, de rest ieder een jaer naer den andere, en bekenne sij vercooperen voorsr: 500 gl. voldaen te sijn.

A:v:Andel Jan Goeijaertssen Ghijben
1694 Johan Cnaep

Den tweede paaeij verschenen den 29 Maert 1695 ter somme van drie hondert vijffentwintigh (deze regel is doorgehaald).

Folio 157v

Ten voorsr dage Compareerde voor ons Schout ende Heemraden, Bartholomeus vader Hoeven, den welcken verclaerde gecoght te hebben van Aert en Lijsbet Cornelisen van Dijck, Jan van Vessem in hou-welijck hebbende Catelijn Cornelisen van Dijck, mitsgaders Peeter Anthonisen Vught, als vooght over Teuntjen en Dirck Cornelisen van Dijck, alle kinderen en Erffgenamen van Cornelis Rommen van Dijck ende Maria Anthonisen Vught, seecker huijs, hoff, erve, driesse, ackerlant mitsgaders moeren daer aen dependerende sijn, voor soo veel die aende voorn: vercooperen q: qua competerende sijn, groot negen hont, staende ende gelegen opde Hoogevaert, belent en streckende als inden transporte, op hodie aen den voorsr: vander Hoeven gedaen, bekent wel ende deughdelijck schuldigh te wesen aende voorsr: ver-cooperen, de somme van ses hondert en vijfftigh gulden, spruijtende ter saecken ende over de twee laetste paeijen vande coopinge vande voorsr huijsinge ende erve, geloovende deselve somme te betae-len d’eene helft van heden datum ondergeschreven over een jaer, en d’ander helft een jaer daer naer, alles sonder intrest, soo hij debiteur opde verscheijndage betaelt, ander tot intrest tegens vijff gl. percente, verbinde daer voor specialijck t’getransporde huijsende de verdere goederen, ende voorts generalijck sijn persoon ende goederen, hebbende en vercrijgende, adsubjecterende alle haren hoven, wetten, rechten ende rechteren en principaelijck den Ed: Hove van Hollant. Coram dagh datum ut supra.

A:v:Andel Jan Goeijaertssen Ghijben
1694 Johan Cnaep

Den tweede paeij verschenen den 19e Meert 1695 ter somme van drie hondert vijffentwintigh gl., bekenne wij ondergesr voogt over de minderjarige kinderen van Cornelis Rommen, mitsgaders wij onderschreven meerderjarige kinderen van deselve Cornelis Rommen, als de aengetroude …..
Uxoris voldaen en betaelt te sijn door Bartholomeus vander Hoeven, coper van voorstaende huijsinge en geseet. Actum Cappel den 10 Meert 1695.

                                                                                                                             IJan van Vessem
                                                                                                          Corstiaen Peetersen de Haen
                                                    Dit is X het hant merck van Aert Cornelis ………….. van Dijk
                                                                           Dit is X het hantmerk van Peter Antonisen Vugt

Op heden 16e Meert 1696 soo bekende de voorsr vercooperen vanden derde termijn met de somme van drie hondert en vijffentwintigh gl. door handen van Bartholomeus vander Hoeven. Datum ut supra ergo gecasseert.

Folio 158r

Uitgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Joachem Aertsen Remijs den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is aen ende tot behoeff van Hendrick de Roij, seecker parceel ackerlant gelegen ten weste vande Nieuwvaert onder Cappel, groot ontrent drie hont, ofte soo groot ende cleijn alst selve aldaer gelegen is, belent ten noorden Peeter Jansenn van Gorcom, Zuijden de wed: Pauwels Vreijssen, mits dat dit parceel op twee voeten na bij het vast lant vande voorsr wed: belendende is, streckende vander halver Nieuw-vaert aff, westwaerts op totten Quekel toe. Ende dat alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechten met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den voornoemden vercooper den cooper daer inne te vrije ende waeren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie die er op is aff te doen tot Nieuwjaer 1694, Coram Adriaen van Andel Schout, Johan Cnaep ende Corstiaen de Zeeuw Heemraden, desen tweeden April XVIc vierentnegentigh.

Parthijen verclaren voor recht de cooppen: gereet te wesen ter somme van twee hondert gulden, en be-kent hij vercooper daer van voldaen te wesen, dagh datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
1694 Corstijaen de Seeu

Folio 158v

Erffdeelinge voor recht aengebracht voor Schout ende Heemraden alhier tot Cappel bij Sijcken Arien Driesen, wed: van Mattijs van Riel ter eenre, Geerit Matthijssen van Riel, Geeman Aertsen Cus in houwe-lijck hebbende Dircxken Matthijsen van Riel, Jan Claessen vander Saecken in houwelijck hebbende Maria Matthijssen van Riel ter andere sijde, ende dat vande Erffgoederen bijden voorsr Matthijs van Riel achter-gelaten, soo als volgende is.

1.
Inden eersten is bedeelt Sijcken Driessen wed: voorsr op een halve buijtendijckse delle, gelegen ontrent de Oudevaertjens Stegde, onverdeelt met Nicolaes vander Saecke, groot int geheel ontrent ………………………………………….., belent oost Govert vander Punten cum suis, west de Oudevaertjens Steghde, streckende vanden Ausloot aff, westwaerts op tot Zuijdewijn toe.

Item alnoch een parceel driesse, gelegen opde Hoogevaert, groot gelijck den selven aldaer gelegen is, belent Zuijden Geerit Matthijssen van Riel, noorden Arien Robben Deckers, streckende vander halver Hooghvaert aff westwaerts op tot de ackers toe.

Item alnoch een parceeltjen ackerlant gelegen opden Hoogevaert, groot gelijck ’t selve aldaer gelegen is, belent Zuijden Arien Geeritsen Snijder cum suis, noorden den Armen van Cappel, streckende vande halver Hooghvaert aff, westwaerts op tot d’erve vande wed: Peeter Ockers toe.

Folio 159r

  1. Item daertegen is bedeelt Geerit Matthijssen van Riel, op een schuerken met den dries daer gelegen en het derde part vanden acht t’eijnde aengelegen, wesende de noordense sijde, groot gelijck ’t selve op de Hoogevaert gelegen is, belent Zuijden Jan Claessen vander Saecken, noorden Sijcken Arien Driessen en Arien Robben Deckers, streckende vander halver Hoogevaert aff, westwaerts op tot d’erve van Arien Robben Deckers en Niclaes vander Saecken toe.

3.
Item daer tegen is bedeelt Geemen Aertsen Cus nomine uxoris, den halven mergen saijlant, gecomen van Griet Maeijen, met het derde part vanden acker teijnde aen gelegen, wesende de suijt sijde, belent suijden Pieter Corsten Schoenmaker ende Niclaes vander Saecken, noorden Jan Claessen vander Saecken, streckende vander halver Hooghvaert aff westwaerts op, tot d’erve van Niclaes vander Saecken en Arien Robben Deckers toe.

  1. Item daer tegen is bedeelt Jan Claessen vander Saecken nomine uxoris, op een huijs met den halven mergen daeraen gelegen, en noch het derdepart vanden acker als vooren, wesende het middelste part, gestaen ende gelegen opde Hoogevaert, belent Zuijden Geemen Aertsen Cus, noorden Geerit Matthijssen van Riel, streckende vander halver Hoogevaert aff, westwarts op tot d’erve van Niclaes vander Saecken ende Arien Robben Deckers toe.

Parthijen tot des een en des anders proffijt vertijt ende vertegen naer den rechte vanden Landen, omme ieder sijne bedeelde parceel off parceelen te mogen gebruijcken als haer vrije ende allodiale goederen, ende voorts ieder t’sijne te onderhouden alle wegen, stegen,schouwen, watergangen ende nabueren rech-te met recht daer uijtgaende. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van Adr: van Ander Schout, Cnaep, Zeeuw en van Pas Heemraden, desen 3 April 1694.

A:v:Andel Johan Cnaep
1694 Jan van Pas

Folio 159v

Uitgemaeckt op behoorlijck segel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden va, ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Peeter Spoel, den welcke verclaert wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Dirck Dircksen Timmer, seecker huijsken met den acker daer aen gelegen, groot ontrent twee hondt ofte soo groot ende cleijn alst selve aenden oosten candt vande Nieuwvaert gestaen ende gelegen is, belent Zuijden Peeter de Roij, noorden Cornelis Aerden vanden Houdt, streckende vander halver Nieuwvaert aff oostwaerts op tot de dwars ackers toe. Item noch twee parthijckens uijtgedolven putten en cuijlen, gedeelt met Cornelis Aerden vanden Hout, gelegen inden Geer soo het hem vercooper competerende is. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijt gaende, voorts gelooft den voorn: verkooper den cooper int voorsr goet te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1694. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep en Jan Huijsman Heemraden, deren 6e Appril 1694.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenn: te wesen ter somme van twee hondert vijffentwintigh gulden, te betaelen alle jaer vijfftigh gulden. Ende in cas de huijsvrouw vanden voorsr vercooper, met naeme Lijsbet Jansen Duijser comt te overlijden voor dat dese voorsr termijnen sijn betaelt, hij cooper niet meer gehouden wesen te betaelen dan vijffentwintigh gulden telckens.

A:v:Andel Johan Cnaep
1694

Opden 22 Meert 1695 bekende Peter Spoel ontfangen te hebben uijt handen van Dirk Dirxse Timmer de somme van vijfftigh gl. in voldoeninge vanden eersten paeij. Actum

                                                                                                                      Peter Tonissen Spoel

Opden 20e Meert 1696, soo bekende Pr: Spoel vanden tweede paeij met vijfftigh gl. voldaen te sijn.
Opden 24e Junij 1697 soo bekende Peeter Tonisen Spoel vande volle cooppenningen voldaen te wesen volgens hant schrift.

Losse acte liggende bij Folio 159v/160r.

Ick onderger bekenne voldaen te sijn van alle actien, pretentien, schult, die ick te pretenderen hadden van mijn vrou Lijsbet Jansen Duijser, blijvende sij meester van tgene sij heeft, ende dat met de somme van vijffentwintigh gl. die Dirk haer soon geschoten heeft, consenterende der halven dat al de Cooppenn: die Dirk Dircxsen Timmer noch schuldigh was ten registre alhier worden gecasseert. Actum Cappel den 24e Junij 1697.

                                                                                                                        Peter Tonisse Spoel

Folio 160r

Opgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Cornelis van-den Hoeck woonende alhier, den welcke bekende met sijne willeceur wel ende deughdelijck schuldigh te wesen, aenden Grooten Armen alhier, de somme van hondert en vijfftigh gulden, den gulden tot twintigh stuijvers stuck, spruijtende ter saecke van deughdelijcke geleende penningen, beloovende hij debiteur de voornoemde somme van hondert en vijfftigh gulden met den intrest vandien tegens vier gulden vant hon-dert, te restitueren van heden datum ondergesr over een jaer aenden voornoemde Armen ofte de daer toe geauthoriseerde. Ende dat gedeurende totte volle ende effectueele voldoeninge vande voorn: Capp: somme toe, verclaert hij Comparant ende debiteur voornoemt voort gene voorsr staet, specialijck te ver-binden seecker huijs ende erve, staende ende gelegen alhier op het Stapel eijnde,groot ontrent ’t seven-tigh roeden, belent west Dingena van Nederveen, oost Daniel van Son, streckende van .s Heere straet aff, Zuijtwaerts op tot d’erve van Aert Jan Michielsen toe. Item noch drie binnen dijckse hooffven, gele-gen ten oosten vande Nieuwvaert, groot saemen drie mergen, belent oost Hendrick Artsen Timmer, west Cornelis Ockers, streckende vanden buijten Ausloot aff, Zuijtwaerts op tot den watergangh toe. Item al-noch een sestepart van eenen acker gelegen ten westen vande Nieuwvaert, groot int geheel ses hont, belent Zuijden Niclaes van Tilborgh, noorden de Wed: Pauwel Vreijssen, streckende vander halver Nieuw-vaert aff westwaerts op totten Quekel toe, ende voorts generakijck sijn persoon ende goederen hebben-de ende vercrijgende. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Jan Goijerts Gijben Heemraden, desen 10e Appril 1694.

A:v:Andel Jan Goeijaertssen Ghijben
1694 Johan Cnaep

Op heden den 13e September 1706 bekende Weijnant van Cleeff en Antonij Cuijsten vanden inhout deses met de verlope intreste, bij moderatie, dog met Consent van Schout en Schepenen met de somme van een hondert vijfftien gl voldaen te wesen, en dus gecasseert.

                                                                                                                                  W. van Cleeff

Folio 160v

Uijtgemaeckt op behoorlijck segel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Hendrick Pee-ters Oirlemans in qualitijt als vooght over de twee onmondige kinderen van Johannes Hoessema, ende geeft alsoo indier qualitijt wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Jan vander Hoeven, seecker vierdepart inde moeren ende gronden gelegen inden Dullaert alhier, gemeen met Jan de Leeuw en Ocker Duijsers, groot ontrent drie a vier mergen ofte soo groot ende cleijn alst selve tusschen sijne belendinge gelegen is, belent oost den Heere vande Zuijdewijn, west de kinderen Peeter Jansen Dolck, streckende vande Cruijckvaert aff, noortwaerts op tot den watergangh toe, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijt gaen-de, voorts gelooft den voorsr vercooper in qualitijt noornoemt, den cooper daer inne te vreije ende waren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1694. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Jan Gijben Heemraden, desen 29e Maij 1694.

De cooppenn: sijn soo parthijen verclaren gereet ter somme van van drieentnegentigh gulden, en bekent hij vercooper daer van voldaen te sijn dagh datum ut supra.

A:v:Andel Jan Goeijaertssen Ghijben
1694 Johan Cnaep
Folio 161r

Compareerde voor ons Schout ende Heenraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Ieven Hedricx Back woonende tot Dordrecht, Aentjen Hendricx Back ende Erke Tonis Verhoeven, wed. Anthonij Iewens, soo voor haer selven, als moeder ende vooghdesse van haere onmondige kinderen, te kennen gevende dat alsoo Lijske Tonis Paens, wed: Hendrick Hendricxe Back henne moeder, alhier tot Schrevelduijn Cap-pel overleden, is nalaetende eenen boedel van geringe importantie off effecte, ende belast soo sij dughte met meerder schulden, als die sou mogen importeren, soo verclaeren sij Comportanten de voorsr erffe-nisse ende nalaetenchap van henne ouders te repudieren ende aff te staen, ten behoeve vande gene die sigh t’selve souden mogen willen aenmaetigen, sonder eenigh recht daer aen te hebben off behouden. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Jan Gijben Heemraden, desen 10e Junij 1694.

A:v:Andel Jan Goeijaertssen Ghijben
1694 Johan Cnaep

Compareerde Hendrick Hendricxen Back ende Adriaentjen Iewens Oerlemans, ende verclaerde de voorsr erffenisse ende nalaetenschap van Lijske Tonis Paens, wed: Hendrick Hendricxe Back, alhier overleden te adieren, belovende allen t’gene een Erffgenaem geobligeert is, in allen deelen te voldoen, present dagh datum ut supra.

A:v:Andel Jan Goeijaertssen Ghijben
1699 Johan Cnaep

Folio 161v

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Teuntjen Jan-sen Verduijn, wed. Arien Willemsen Visscher, woonende onder Meeuwen, de welcke bekende van haer vaderlijck goet, off pretentie voldaen te sijn door hande van Adriaentjen Dingeman hare moeder. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep vervangende Huijsman Heemraden, desen 21e Junij 1694.

                                                                                                                Tunken IJansen Verduijn

Uijtgemackt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ‘s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Jan Meelsen van Dam, den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht-nis, aen ende tot behoeff van Peeter Claesen Roosenbrant, seecker binnen dijckse delle gelegen ten weste vande Nieuwvaert alhier, groot ontrent drie hont ifte soo groot ende cleijn als de selve aldaer gele-gen is, belent noorden Peeter Adriaensen de Jongen, Suijden Jan Dircxhen Smits, streckende vander halver Nieuwvaert aff, westwaerts op tot den Quekel toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den voornoemde vercooper den cooper int voorsr goet te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende

Folio 162r

alle voor commer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1695. Coram Adriaan van Andel Schout, Johan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen 30e Augustus 1694.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenn: in twee egaele paeijen te wesen ter somme van twee hon-dert en dartigh gulden, d’een helft gereet ende d’ander helft een jaer daer naer.

A:v:Andel Johan Cnaep
1694 Cornelis van den Houck

Op heden den 5e November 1694 soo bekende Jan Meelsen vanden Dam, vanden eersten termijn met hondert en vijfftien gulden.

Op heden den 24e 9ber 1695 soo bekende de huijsvrouw van Jan Meelisen van Dam vanden lesten termijn met hondert en vijfftien gulden voldaen te wesen, ergo gecasseert.

                                                                                                                  Adriaentje Bastijaensen

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Neeltjen Aert-sen van Tilborgh, wed: van Adriaan Wouters Visser den Ouden, ende geeft wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Adriaen Hendrix Timmer, seecker een vierdepart van een stucks Dullaert, groot int geheel ontrent negen hondt, ofte soo groot ende cleijn het selve gelegen is aenden oosten candt vande Nieuwvaert, belent Suijden Johan Cnaep cum suis, noorden Jan Jacobsen Mouthaen, streckende uitten westen vander halver

Folio 162v

Nieuwvaert aff, oostwaerts op tot d’erve van …………………………………. toe, gemeen voor een vierde met den cooper, en voor de resterende twee vierdeparten met de vercoopersse. Ende dat met alle we-gen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer toe behoorende, voorts ge-looft de voorn: vercoopersse ’t getransporteerde te vrije ende waaren naer den rechte vanden Lande. Coram Adriaen van Andel Schout, Johan Cnaep ende Jan Goijertsen Gijben Heemraden, desen eersten September 1694.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenn: gereet te sijn ter somme van vijfftigh gulden, en bekent sij vercooperssr daer van voldaen te sijn. Ergo gecasseert dagh datum ut supra.

A:vAndel Jan Goeijaertssen Ghijben
1694 Johan Cnaep

Folio 163r

Erffdeelinge voor recht aengebracht bijde gelijcke kinderen ende Erffgenamen van Peeter Jansen Dolck den Jongen, ende Maijken Ariens van Tilborgh, als mede vande goederen achtergelaeten bij Neeltjen Prs: Dolck, alle gewoont hebbende alhier tot Cappel inde Nieuwstraet, ende dat van alle de Erffgoederen bij hunne ouders en Suster achtergelaeten als volght.

Inden eersten is bij blindt loth te deele gevallen Peeter van Campen in houwelijck hebbende Maria Peeters Dolck, eerst een parceel ackerlant groot ontrent vier hont, gelegen opde Nieuwvaert, tusschen erffenisse van Jan Jacobsen Paens west, Niclaes van Tilborgh oost, streckende vant Dijcxke aff, noortwaerts op, tot d’erve van Teuntjen Jans Paens toe.

Item noch een binnen dijckse delle, gelegen ten weste vande Nieuwvaert, groot ontrent drie hondt, belent Suijden Govert Cluijtenaer, noorden de wed: Anthonij Swarten, streckende vander halver Nieuwvaert aff westwaerts op tot den Quekel toe.

Item alnoch een banck ackerlant, gelegen op Willem van Gentsvaert, belent Zuijden Meerten Dolck, noor-den Teunis Jan Sijmons, streckende vander halver Willem van Gentsvaert aff, oostwaerts op totten Que-kel toe.

Folio 163v

Item alnoch een parceelltjen moeren soo putten als cuijlen, gelegen inden Dullaert genaemt Boers de;;e, belent oost de wed: Cornelis van Gorcom, west Joris de Bie, streckende vander halver Cruijckvaert aff, noortwaerts op totten watergangh toe.

Item alnoch de helft van eenen binnen dijckse hoff, groot met de putten en cuijlen ontrent vier hont, on-verdeelt met Niclaes van Tilborgh, belent oost Adr: de Roij, west Pr: van Dommelen, streckende van ’s Heeren straet aff, Zuijtwaerts op tot den watergangh toe.

Item alnoch een huijs met de erve daer aen gelegen, groot ontrent drie hont, gestaen ende gelegen inde Nieuwstraet, belent oost Bastiaan Jansen Boer, west Peeterken Peeters Dolck, streckende vander halver Nieuwstraet aff noortwaerts op totten dwars weght toe.

Item daer en tegen is bij blint loth te deele gevallen Peeterken Peeters Dolck, eerstelijk een huijs, schuir met de erve daer aen gelegen, gestaen ende gelegen inde Nieuwstraet, groot ontrent vijff hont, belent oost Peeter van Campen, west Bastiaan Jansen Boer, streckende vander halver Nieuwstraet aff noort-waerts op, tot den dwarsweght toe.

Item alnoch een parceel driesen en

Folio 164r

moeren, teijnde de voorsr steede gelegen, groot ontrent int geheel ses hont, belent oost Jan Jacobsen Mouthaan, west Adriaen de Roij, streckende vande t’sestigh roeden aff noortwaerts op, tot de Cruickvaert toe.

Item alnoch een driesken teijnde de ’t sestigh roeden gelegen, groot ontrent drie hont, belent oost Peeter van Campen, west een steeghtjen, streckende vande ’t sestigh roeden aff, tot d’erve van Hendrick Se-brechtsen cum suis toe.

Item alnoch een parceeltjen moeren inden Dullaert gelegen, belent oost Jan de Leeuw cum suis, west de wed: Cornelis van Gorcom, streckende vander halver Cruckvaert aff tot den watergangh toe.

Parthijen tot des een en des anders proffijt verijt ende vertegen naer den rechte vanden Landen, omme ieder sijne bedeelde parceel off parceelen te mogen gebruijcken, als haer vrije ende allodiale goederen, ende voorts ieder t’sijne te onderhouden alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rech-te met recht daer uijtgaende. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van Adr: van Andel Schout, Corstiaen de Zeeuw ende Jan van Pas Heemraden, desen 7e September 1694.

A:v:Andel Jan van Pas
1694 Corstijaen de Seeu

Folio 164v

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt Anthonij Rom-bouts, den welcken verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Wouter Otterdijck, seeckere binnen dijcksen Authoff met den last vanden dijck, gelegen aenden oosten candt vande Nieuwvaert, groot ontrent met de putten en cuijlen drie mergen, ofte soo groot ende cleijn alst selve aldaer tusschen sijne regenoten gelegen is, belent west Frans Franssen Vermeer, oost Michiel Duijsers, streckende vanden buijten Ausloot aff Suijtwaerts op, totten halven wa-tergangh toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijt gaende, voorts gelooft den voorn: vercooper den cooper int voorsr goet te vrije ende waeren naer den rechte vanden Landen, ende alle voor commer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1695. Coram Adriaan van Andel Schout, Johan Cnaep ende Jan Huijsman Heemraden, desen 22e October 1694.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenningen gereet ye wesen ter somme van veertigh gulden, en bekent hij vercooper daer van voldaen te sijn, dagh datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Jan Ghijben

Folio 165r

Erffdeelinge voor Recht aan Schout ende Gerechten van ’s Grevelduijn Cappel aen gebracht bij Jan Adri-aense Potmaecker, porter ende borger der Stadt Amsterdam, Willem Adrs. Potmaecker inwoonder alhier, ende Adriaan Anthonisen Pols in houwelijck hebbende Marie Adrs. Potmaecker, alle als kinderen ende Erffgenamen van zal: Adriaan Jansen Potmaecker ende Janneken Adr: Jan Tijssen, echteluijden geweest. Ende dat vande Erffgoederen bij hunne voorsr ouders metter doot ontruijmt ende achtergelaeten soo ende gelijck als volght.

Eerstelijck is bij blindt lodt te deel gevallen Jan Adriaense Potmaecker, borger ende inwoonder tot Am-sterdam voorsr, op een buijten dijckse delle, gelegen ten noorden vande Straet alhier, groot ontrent se-ven hondt, belent oost Michiel Jansen Backer, west de wed: Dirck van Poppel, streckende vanden teen vanden dijck aff, noortwaerts op tot Zuijdewijn toe. Item noch eenen acker gelegen ten noorden vande Nieuwstraet alhier, groot ontrent ses hondt, belent oost de Erffgenamen van Hendrick Corsten, west Ja-cob Jansen Mouthaen, streckende vander halver Nieuwstraet aff, noortwaerts op tot de dwars ackers toe, belast met een rentje van eenen gulden jaerlijcx aent Geestelijck Comptoir. Item alnoch een binnen delle-ken, gelegen ten weste van Willem van Gents vaert, groot ontrent twee hondt, belent Zuijden en Noorden Jan van Pas cum suis, streckende vander halver Willem van Gents vaert aff, westwaerts op tot d’erve van Jan Dingeman Deckers toe.

Folio 165v

Ten tweeden is daer tegen bij blindt Loth te deel gevallen Willem Adriaense Potmaecker, op een huijs, hoff, met anderhalff banck ackerlant, wesende Leen, gelegen ten ooste van Willem van Gents vaert, be-lent noorden den selven, Zuijden Arien Aertsen Timmer, streckende vander halve Willem van Gents vaert aff, oostwaerts op totten Quekel toe. Item alnoch een banck ackerlant sijnde Leen, ten noorden daer aen gelegen, belent Zuijden den selven, noorden Niclaes van Tilborgh, streckende vander halver Willem van Gentsvaert aff, oostwaerts op totten Quekel toe. Item een binnen delle gelegen ten weste vab de Nieuw-vaert, groot ontrent vier en een halff hondt, belent Zuijden Adriaen Anthonisen Pols, noorden Adriaan N.N., streckende vande halver Nieuwvaert aff, westwaerts op, tot de delle van Willem van Gentts vaert toe. Item alnoch een binnen delle gelegen ten weste vande Nieuwvaert, groot ontrent ses hondt, belent noorden Peeter Adrs: den Jonge, Zuijden Teunis Jansen van Hamont, streckende vander halver Nieuw-vaert aff, westwaerts op tot de delle van Willem van Gents vaert toe. Item alnoch de helft van een binnen delle gelegen ten weste van Willem van Gents vaert, wesende de Suijt sijde ofte helft, groot ontrent drie hondt, belent noorden Adriaan Anthonisen Pols met de weder helft, Zuijden Jan Pauwelsen, streckende vander halver Willem van Gents vaert aff, westwaerts op, tot d’erve van Meerten van Campen cum suis toe. Item alnoch een binnen delle gelegen aende oost sijde van Vroukens vaert onder Waspick, groot ontrent drie hondt, belent noorden Wouter Adriaense cum suis, Zuijden Adriaen Vaders

Folio 166r

Cum suis, streckende vander halver Vroukens vaert aff oostwaerts op, tot d’erve van Wouter Ariensen cum suis toe. Item alnoch een gerechte vierdepart in een Loth moer delle, gelegen inden Eghmondt onder Loon, onverdeelt met Corstiaan de Zeeuw ende Peeter Jansen van Gorcom.

Item ten derde is bij blindt Loth te deel gevallen Adriaan Anthonisen Pols in houwelijck hebbende Marie Adriaensen Potmaecker, eerstelijck een huijs met de erve en geboomte daer op staende, groot int geheel ontrent vier en een halff hondt, staende ende gelegen opden oosten candt vande Nieuwvaert alhier tot Cappel, belent Zuijden de kinderen Vornelis van Tilborgh, noorden Peter Jansen van Gorcum, streckende uijtten westen vander halver Nieuwvaert aff oostwaerts op, tot de erve van Jan Bastiaensen de Roij toe. Item is alnoch desselven te deele bevallen op een binnen delle, gelegen aende westencandt vande Nieuwvaert alhier, groot ontrent ses hondt, belent Suijden Arien Jansen Looper, noorden Willem Adr: Potmaecker, streckende uijtten oosten vander halver Nieuwvaert aff, westwaerts op, tot de delle van Wil-lem van Gents vaert toe. Item alnoch eenen acker Zaijlant, gelegen aenden westen candt van Willem van Gents vaert, inde Moolen banck, groot ontrent vier en een halff hondt, belent oost de wed: Cornelis Arien Denis, west Meerten van Campen cum suis, Suijden Huijbert Goossens, ende noorden de wed: Cornelis Arien Denis voorsr.

Folio 166v

Alnoch de gerechte noordense helfte van een binnen delle, gelegen aende west sijde van Willem van Gents vaert, groot ontrent drie hondt, belent Zuijden Willem Adrs: Potmaecker, noorden Anthonij Jansen Pols, streckende uijtten oosten vander halver Willem van Gents vaert aff, westwaerts op, tot de erve van Meerten van Campen cum suis toe. Item alnoch het gerechte sestepart van een Loth moers, gelegen in-den Hoeck onder Loon, gemeen ende onverdeelt met de wed: Anthonij Swarten. Item noch een parceel-tjen moeren, gelegen inden Eghmont onder Loon, gemeen ende onverdeelt met Vreijsken Ariens.

Parthijen tot d’een en des anders proffijt vertijt ende vertegen, naer den rechte vanden Landen, omme ieder sijne bedeelde parceel ofte parceelen, te mogen gebruijcken als haer vrije ende allodiaale goederen, ende voorts ieder ’t sijne te onderhouden, alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, ende geloove oock sij Condividenten dat offt gebeurde dat voor en na dese eenige processen off moeijelijck heeden ontstont uijt den Ende nest )’t welck verhoopt wort van neen) in sulcken maelcanderen te helpen garanderen. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van Adr: van Andel Schout, Cnaep, vanden Hoech en van Pas Heemraden, desen 8e December 1694.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Folio 167r

Uijtgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Hendrick van Malsem in houwelijck hebbende Adriaentjen Willemse Boumans, ende Simon Ruijsenaers borger tot Bre-da, als testamentaire Erffgenaemt van Zal: Maria Willemse Boumans, blijckende bijden selven testamen-te, gepasseert voor den Notaris Paulus van Heusden ende seeckere getuijgen binnen Breda residerende, van dato den 9e December 1692, voor ons Schout ende Heemraden gebleecken. Ende geven alsoo t’samen in die qualitijt wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot be-hoeff van Jan van Pas Heemraat alhier, seecker binnen dijckse delle, gelegen ten weste van Willem van Gents vaert, groot ontrent twee hondt, ofte soo groot ende cleijn alst selve aldaer gelegen is, belent Zuij-den Maecelis Vreijssen Reckers, noorden de wed: Peeter vander Punten, streckende vander halver Willem van Gents vaert aff, westwaerts op tot d’erve van Peeter Adrs: de Jongen toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen, ende nabueren rechte met recht daer uijt gaende, voorts geloove de voorn: vercooperen in qualitijt voorsr, den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen. Ende alle voorcommer ende calangieaff te doen tot Nieuwjaer 1695. Coram AdR: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Corstiaen de Zeeuw Heemraden, desen 20e December 1694.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenn: gereet te wesen ter somme van vijffentachtentigh gld, en bekenne sij vercooperen daer van voldaen te sijn, dagh datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Corstijaen de Seeu

Folio 167v

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Wouter Meeu-sen Wijnen Schepen inde Vrijhoeven, den welcken bekent ende gelooft schuldigh te sijn soo als recht is, aen ende tot behoeff van Arien Timmers mede Schepen inde Vrijhoeven voornoemt, de somme van een hondert Car: guldens, spruijtende de voorsr: somme van goede deughdelijcke geleende ende aengetelde penn: die den debiteur bekent ten dancke ontfangen te hebben, geloovende de voorsr somme wederom te restitueren ende geven aenden Crediteur ofte rechte thoonder deses van huijden datum onderger: over een jaer, met den intrest van dien, tegens vijff gulden vant hondert Jaerlijvx. Ende offt gebeurde van lan-ger onderhoudinge, edogh met believe vanden Crediteur, soo sal den selven intrest blijven continueren totte volle effectueele voldoeninge toe. Daer voor hij Comparant en Debiteur speciaalijck is verbindende, het gerechte een derdepart in een steede en ackerlant daer aen gelegen, gestaen ende gelegen opde Hoogevaert alhier, gemeijn ende onverdeelt met Jan Goijerts Gijben cum suis, waer van int geheel naest gelegen is de kinderen van Gijsbert Goverts den Ouden noorden, Adr: van Campen Zuijden, streckende vander halver Hooghvaert aff, westwaerts op totte Peijs alsoo genoemt toe. Item alnoch het gerechte derdepart in twee hondt zaijlant, gelegen inde Nieuwstraet, gemeijn ende onverdeelt met den Armen van Cappel cum suis, belent oost Willem Peeters Taelen, west den voorsr Armen, streckende vander halver Nieuwstraet aff, Zuijtwaerts op totte Loonse erve toe. Ende voorts generalijck alle

Folio 168r

sijne verdere roerende ende onroerende goederen, hebbende ende narmaels vercrijgende omme bij faute van quade betaelinge daer aen te verhaelen. Coram Adriaen van Andel Schout, Johan Cnaep ende Hen-drick Teunisen Timmerman Heemraden, desen 21e December 1694.

A:v:Andel Johan Cnaep
Dit ist X handtmerck van Hendrick Teunisen Timmerman

Opden 30e Appril 1719 is mij Secretaris geblecken qtie opde copije, waar bij bekent wort het bovengesr: Cappitaal in intrest voldaan te wesen.

                                                       Copije

Op huijden desen 22en December 1694 Compareerde ter Srije van Groot Waspick, Corstiaen Marcelisen ende Engeltie Marcelisen, Jan ende Goutier Marcelisen, dewelcke verclaaren te constitueren ende magh-tigh te maaken sulcx wij doen bij desen Marcelis Laurijsen onsen vader, omme uijt ons Constituants name te Compareeren voor de Eed: Gerechte van Groot Waspick ’s Gravelduijn Cappel, ende ten overstaen vande voorsr Gerechten opte dragen giften ende Erve aen Corn: Sprangers soodanige goederen als ick Marcelis Freijssen aende voornoemdr Sprangers hebbe vercoght ofte nogh aen andere sal komen te ver-koope, ende voorts quitantie vande cooppenn: te passeeren, ende quitantie te doen alles ofte wij Consti-tuanten selffs present ende voor oogen waaren en soude konnen ofte mogen doen, alles onder verbant ende bedwanck als naar rechten, soo wij Constituanten dese onse procuratie van Sris: desen datum voorsr, ende was geteeckent P:Zeijlmans Sris., Corstiaen Marcelissen, dit is het hantmerck X van Engel Marcelisen, Goudina Marcelisen, Jan Marcelisen.

                                                                                     Accordeert met de geteeckende procuratie
                                                                                                                         Quod Attestor
                                                                                                                    H:vander Hoeven. Sris
                                                                                                                                1694

Folio 168v

Uijtgemaeckt op behoorlijck segel.

Compareerde voor ons Schout ende ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Marcelis Laureijsen Reckers voor hem selven als mede last ende procuratie onder de handt hebbende van Corstiaen, Engeltie, Jan, ende Gouken Marcelisen Reckers sijne kinderen volgend deselve procuratie, onder de hant van dato 22e December 1694, hier vooren geregistreert, ende geeft alsoo in dier qualitijt wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Corn: Spran-gers seeckeren dries gelegen teijnde de 60 Roeden inde Nieuwstraet, groot ses hont ofte soo groot ende Cleijn als denselven aldaer gelegen is, belent oost Mr: Aert de Roij, west de Wed: van Hendrick Verha-gen, streckende vande LX roeden aff noortwaerts op tot de Cruijstraet toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergan ende nabueren rechten met recht daar uijtgaende, voorts gelooft den voor-noemde vercooper in qualitijt voorsr den cooper daar inne te vrijen ende waaren naar fe rechten vande Landen, ende alle voorcommer ende Calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1695. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep, ende Corn: vanden Hoeck, desen 23e Xber 1699.

Partijen verclaaren voor recht de Cooppenn: gereet te wesen de somme van drie hondert en twee gulden tien stuijvers, en bekent hij vercooper daar van vpldaen te sijn, datum ut supra.

A:v:Andel Cornelis van den Houck
Johan Cnaep

Folio 169r

Uijtgemaeckt

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Greselduijn Cappel ondergenaemt, Jan Ariensen Snaphaen geeft wettelijck over met eenen vrije gifte soo recht is aen ende ten behoeve van Jan Dircxsen Smits seecker een vierdepart in eenen Duldaart gecomen van Corstiaen Glavimans, gewesen Drossaart van Druenen, gemeen ende onverdeelt met de Wed: Corn: Jansen van Gorcum cum suis, groot int geheel ……………………………………… ofte soo groot ende cleijn als tselve aldaar gelegen is, belent oost Jan Teunisen vander Punten, west Joris de Bie, streckende nande Cruijsvaart aff, noortwaarts op totten hal-ven watergangh toe. Ende dat met alle wegen, steegen, schouwen, waterdangen ende nabueren rechten met recht daer uijtgaande, soo ende gelijk het den transportant ontfangen heeft, voorts gelooft den voor-noemde vercooper den Cooper daar inne te vrijen ende waaren naar den rechten vanden landen, ende alle voorkommer ende Calangie aff te doen tot Nieuwjaar 1695. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Corn: vanden Hoeck, desen 23e Xber 1694,

Partijen verclaaren voor recht de Cooppen: gereet te wesen ter somme van een hondert ende vijftigh gul-den, en bekent hij vercooper daar van voldaen te sijn. Actum ut supra.

H:v:Andel Cornelis vanden Houck
Johan Cnaep

Folio 169v

                                                       1695.

Uijtgemaeckt

Compareerdr voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt Govert Govert-sen van Vught, den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Jan Dingeman Deckers seecker parceel soo heij als ackerlant, groot ontrent int geheel vijff hondt, ofte soo groot ende cleijn ’t selve gelegen is opde Hoogevaert, soo ende gelijck het den vercooper is aengecomen bij deelinge van sijn vader zaliger, belent noorden den cooper, Zuijden Jan de Leeuw cum suis, streckende vander halver Hooghvaert aff, westwaerts op, tot de Peijs van outs alsoo genaemt toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen,watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den voornoemde vercooper den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuw-jaer 1695. Coram Adriaan van Andel Schout, Jan Gijben ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen 11e Januarij 1695.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppen: gereet te wesen ter somme van vijfftigh gulden, en bekent hij vercooper daer van vpldaen te wesen, dagh datum ut supra.

A:v:Andel Cornelis vanden Houck
Jan Ghijben

Folio 170r

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel.

Datum ut supra Compareerde Jan Dingeman Deckers, den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Geerit Peeterse Timmer, seecker huijs werff met den hoff daer aen gelegen, gelegen alhier opt Stapel eijndt, groot ontrent een vierde hont, belent oost Dingena van Nederveen, west Jacob Kivits, streckende van ’s Heere straet aff Zuijtwaerts op tot de erve van Aert Jan Michielse toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, off soo ende gelijck het den vercooper bij transporte van de Erffgenamen van Walburgh Goverts is aengecomen, gepasseert voor Schout ende Heemraden van Cap-pel, in dato den 3e Januarij 1689, ende dat met een vrije wegh door de huijsinge vande voornoemde Din-gena van Nederveen, volgens Contracte daer van sijnde, voorts gelooft den voorn: vercooper den coo-per dit voorsr goet te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende ca-langie aff te doen tot Nieuwjaer 1695. Coram en dagh datum ut supra.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppen: gereet te wesen ter somme van een hondert gulden, en be-kent hij vercooper daer van voldaen te sijn, dagh datum ut supra, blijft dit voorsr goet belast met vijfftigh gulden, aen den Grooten Armen van Cappel, volgens de obligatie daer van sijnde.

A:v:Andel Cornelis van den Houck
Jan Ghijben

Dese vijfftig gulden sijn op heden den 13e Febr: 1715 aan Corstiaan Corstiaans Glaviman en Jan Geenen, armmeesters 1715 en 1716 affgelost.

Folio 170v

Uijtgemaeckt,

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Jacobus Wil-lemsen Baumans woonende tot Welt, den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Jacob Pallemedus, seecker buijten dijckse delle genaemt den Geer, gelegen opt Stapel eijndt, groot ontrent drie hondt, belast met vijfftien voeten dijck, belent oost Peeter Jacobs Rombouts, west Peeter Huijberden de Bont, streckende vanden binnen teen vanden dijck aff, noortwaerts op tot Cleijn Waspick toe. Ende dat met alle wegen, stegen schouwen, watergangen ende nabueren rechten met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den vercooper den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1695, mits dat dit parceel sal moeten gedoogen dat eenige ingelanden van ……………………. uijtweght daer over hebben. Coram Adriaan van Andel Schout, Johan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen 14e Januarij 1695.

Parthijen verclaren voor recht de cooppen:, gereet te wesen ter somme van hondert gulden, en bekent hij vercooper daer van voldaen te wesen, dagh datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Folio 171r

Uijtgemaeckt

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Flooris Frans-sen van Heeckeren, den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Peeter Aertsen den Jongen, seecker huijsken met ontrent twee hondt ackerlant daer aen gestaen ende gelegen opden oosten candt vande Nieuwvaert onder Cappel, belent noorden de wed: Anthonij Swarten, Zuijden Geerit Melsen Crol, streckende vande halve Nieuwvaert aff, oostwaerts op tot de Dwars ackers toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den voorn: vercooper den cooper int voorsr huijsken en erve te te vrije waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1695, Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Cornelis van-den Hoeck Heemraden, desen 17e Januarij 1695.

Parthijen verclaren voor recht de cooppen: gereet te wesen ter somme van twee hondert vijffentnegentigh gulden en bekent hij vercooper daer van voldaen te sijn dagh datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Folio 171v

Uijtgemaeckt

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Cornelis Joa-chemsen Remijs, den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Sebrecht Otterdijck, seecker parceelken ackerlant gelegen ten weste vande Nieuwvaert onder Cappel, groot ontrent seven vierendeel hont, belent noorden Meerten de Bie cum suis, Zuijden Meerten Mutsaert, streckende vander halver Nieuwvaert aff westwaerts op tot den Quekel toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechten met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den voorn: vercooper den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rech-te vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1695. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Jan Huijsman ende Jan Gijben Heemraden, desen 27e Januarij 1695.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenn: gereet te wesen ter somme van twee hondert gulden, en be-kent hij vercooper daer van voldaen te wesen dagh datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Jan Ghijben

Folio 172r

Uijtgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt Adriaan Gijs-berts vanden Reijen, als mondelinge last ende procuratie hebbende van sijn moeder Magrita Wiggers wed: van Gijsbert vanden Reijen, den welcke verclaerde indie qualiteijt wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Frans Bastiaensen Vermeer, seecker een derde part van eenen binnen dijckse hoff met den last vanden dijck, gelegen ten oosten vande Nieuw-vaert, groot int geheel ses hont, onverdeelt met den cooper, belent oost de wed: Lambert Corn: vanden Hoven, west Hendrick Timmeren, streckende vanden buijten Ausloot aff Zuijtwaerts op, tot den waterganh toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den voorn: vercooper in qualitijt voorn:, den cooper int voorsr goet te vrije ende waeren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuw-jaer 1695. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Jan Huijsman Heemraden, den 27e Januarij 1695.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenn: gereet te wesen ter somme van eenen gulden, en bekent hij vercooper daer van voldaen te wesen dagh datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep

Folio 172v

                                                       Pro Deo

Opgemaeckt

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Claes Hen-dricxe Joncker, Janneke Hendricxe Joncker, Cornelis Hendricxe Joncker ende Hendrick Corstiaense van-der Beeck als getrouwt hebbende Heijltje Hendricxe Joncker, deselve de rato caverende ende instaende voor Aeltje Hendricxe Joncker ende Adriaentje Hendricxe Joncker, alle als kinderen van Hendrick Joncker ende Anneke Claessen, alhier tot Cappel overleden, de welcke verclaerde te transporteren ende wettelijck over te geven ende op te dragen, met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Jan Teunisen van Pas ende Adriaen van Campen, beijde Armmrs: van Cappel van den Jaeren 1695 en 1696, ende dat tot behoeff vanden H: Geest Armen alhier, seecker drie vierde hont saijlant, ofte soo groot het selve gelegen is inde Nieuwstraet alhier, belent oost Corn: Bastiaense Boer, west den selven Armen, streckende vande Nieuwstraet aff Zuijtwaerts op tot de Loonse erve toe. Ende dat met alle we-gen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts geloove de voorn: Comparant in ‘t getransporteerde te vrije ende waeren naer den rechte vanden Landen. Actum int volle Collegio desen 16e Meert 1695.

Is bij Schout ende Heemraden getacxeert op twintigh gulden.

A:v:Andel Cornelis vanden Houck
Jan van Pas

Folio 173r

                                             Acte van repudiatie, met authorisatie.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Claes Hen-drixe Joncker, Janneke Hendrixe Joncker, Cornelis Hendrixe Joncker, ende Hendrik Corstiaensen vander Beek, als getrouwt hebbende Heijltie Hendrixe Jonker, alle de rato caverende en instaende voor Aeltie Hendrixe Jonker ende Adriaentie Hendrixe Jonker, alle kinderen van Hendrik Jonker ende Anneke Clasen alhier tot Cappel overleden, de welke verclarende te repudiceren, en abandoneren, alle de Erffgoederen, ende naerlatenschap van haer voornoemde ouders, soo ende in dier voegen sij deselve metter doot heb-ben ontruijmt ende naer gelaten, verclarende haer selven daer van in geene deelen Erffgenamen te gedra-gen, maer daer mede te laten geschieden, soo de geinstuesseerde sullen oordelen te behooren.

Vermogeris de voornoemde acte van repudiatie, authoriseren, wij Schout ende Heemraden. Onsen Schout Adriaen van Andel, specialijck omme de voornoemde erffelijcke goederen ende naerlatenschap, van Hendrik Jonker ende Anneke Clasen, ad: opus jus habentum te benefitieren ende vercoopen, de Coop-penningen te ontfangen, te quiteren ende brieve van cessie te geven, aen de Coopers, voorts generalijck te doen wat hier toe requireren, mits doende van sijn bewint behoorlijck rekening et reliqua. Actum int volle Collegie den 16e Meert 1695.

A:v:Andel Cornelis vanden Houck
Jan van Pas

Folio 173v

Uijtgemaeckt

Erffdeelinge voor recht aengebracht, aen Schout ende gerechten van ’s Grevelduijn Cappel, ende sulcx met consent vande selve als opper vooghden van alle weesen binnen Cappel bij Peeter en Arien Pauw-elsen, Jan Peetersen Schutter in houwelijck hebbende Lijsbet Pauwelsen, Jan Teunisen van Dongen als vader ende vooght over sijne drie onmondige kinderen met naeme Pauwels, Peeter en Jenneken Jansen van Dongen, verweckt aen Jenneken Pauwels, mitsgaders Peeter Pauwelsen als vooght ende Hendrick Wouters de Weirt als toesiende vooght over Pauwels, Wouter ende Adriaentjen, onmondige kinderen van za: Vreijs Pauwelsen. Ende dat vande Erffelijcke goederen als Jan Pauwelsen metter doot heeft ontruijmt ende achtergelaeten als volght.

Inden eersten is bij blindt Loth te deel gevalle, Peeter Pauwelsen op twee hondt ackerlant genoemt de Moole heij, gelegen aenden westen candt van Willem van Gents vaert, belent noorden Jan Peeters Oc-kers, Zuijden Jan Corstiaenen, oost den selven Peeter Pauwelsen, naest Meerten van Campen cum suis, mits dit Lot

Folio 174r

aende andere vier stocken uijt sal moeten keeren eene somme van een hondert vijffentwintigh guldens, in twee egaele termijnen, en bekenne sij vande eersten termijn voldaen te wesen.
Opden 15e Maij 1696 soo bekende Arien Pauwelsen, Jan Prs: Schutter, Jan Teunisen van Dongen, mits-gaders Peeter Pauwelsen als vooght ende Hendrick Wouters de Weirt als toesiende vooght vande kin-deren za: Vreijs Pauwelsen, vanden tweede termijn hier boven vermelt, voldaen ende betaelt te wesen ergo gecasseert.

Item alnoch is den selven te deel gevallen op een binnen delle, gelegen ten weste van Willem van Gents vaert, groot ontrent vijff hont, genaempt de Greeffedel, belent noorden Adr: Teunisen Pols, Zuijden Jan Adr: Dolck, streckende vander halver Willem van Gents vaert aff, westwaerts op tot d’erve van Meerten Campen cum suis toe, mita aende andere gelijcke vier stocken uijt te keeren eene somme van een hon-dert en vijffentwintigh gulden eens, in twee egaele paeijen, en bekennen vanden ersten paij voldaen te wesen.

Alnoch is den selven bedeelt en overgegeven de helft van drie mergen lant, gelegen aende Dussen Muijlkerck, onverdeelt met den voorsr. Peeter Pauwelsen, belent oost het weeshuijs tot Dordrecht, west Cornelis van Honswijck, streckende uijt den Zuijden vande erve vande Diaconije van Dussen aff, noort-waerts op totten Landen van Altena toe, mits aende andere gelijcke

Folio 174v

vier stocken uijt sal moeten keeren een somme van drie hondert en vijfftigh gulden eens, in twee twee egaele termijnen, en bekenne vanden eersten termijn voldaen te wesen.

Parthijen tot d’een en des anders proffijt vertijt ende vertegen naer den rechte van den Landen, omme ieder ’t sijne te mogen gebruijcken als haer eijgen ende alodiaal goet. Ende voorts te onderhouden alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechten met recht uijt ieder sijn bedeelt parceel off parceelen is uijtgaende, aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van Adriaen van Andel Schout, Johan Cnaep, Cornelis vanden Hoeck ende Jan van Pas Heemraden, desen 25e Meert 1695.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Folio 175r

Opgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Govert Cluijte-naer, den welcke bekende wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is aen ende tot behoeff van Wouter Ariensen Smits, seecker huijs, hoff, en ackerlant aengelegen, gestaen ende gelegen inde Nieuwstraet, groot ontrent vier ende een halff hont, ofte soo groot ende cleijn alst selve aldaer tusschen ervenisse van Peeter Dircxsen Smits oost, Peeter Huijberts Taelen west gelegen is, streckende vande Nieuwstraet aff Zuijtwaerts op, tot de Loonse erve toe. Ende dat met alle wegen, ste-gen, schouwen, watergangen ende nabueren rechten met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den voor-noemde vercooper den cooper int voorsr huijs ende erve te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1695. Coram Adriaan van Andel Schout, Jan Goijers Gijben ende Hendrick Teunisen Timmerman Heemraden, desen 26e Meert 1695.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van twee hondert gulden, en bekent hij vercooper daer van voldaen te wesen ergo gecasseert.

A:v:Andel Dit ist X handt merck van Hendrick Teunissen Timmerman
Jan Ghijben

Folio 175v

Opgemaeckt

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, d’Hr: Adriaan van Andel Schout alhier, als bij Heere Heemraden van Cappel geauthoriseert sijnde tot vercoopinge van seecker driesken gelegen inden Dullaert, gecomen van za: Hendrick Joncker ende Anneken Claessen, blijckende bijde selve authorisatie van dato den 16e Meert 1695, ende acte van repudiatie vander selver kinderen ende Erffgenamen, vanden voorsr Hendrick Joncker ende Anneken Claessen, tot behoeff vande geintresseerde Crediteuren in dato den 16e Meert 1695. hier vooren folio 173 geregistreert, geeft alsoo indie qualiteijt wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Johan Aertsen Snaphaen seecker parceelken driesen, gelegen inden Dullaert aende noortsijde vande Nieuwstraet, groot ontrent een hont, belent Suijden Dirck Jansen Boer, noorden Hendrick Teunisen Tim-merman cum suis, oost Pieternel Prs Dolck, west …………………………………………….. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechten met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den Heere vercooper in qualitijt voorsr den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1695. Coram Adr: van Andel Schout, Corstiaen de Zeeuw ende Hendrick Teunisen Timmerman Heemraden, desen 27e April 1695.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen volgens conditie te wesen ter somme van hondert en dartigh gereet, en bekent daer van voldaen te wesen.

A:v:Andel Corstijaen de Seeu
Dit ist X handt merck van Hendrick Teunisen Timmerman

Folio 176r

                                                       Copije

Op huijden den 7e Januarij 1795 Compareerde voor mij Pieter van Buren Notaris publ: bijden Ed: Hove van Hollant geadmitteert tot Rotterdam residerende, ende voor de naergenoemde getuijgen, Sr: Adriaen vander Vaert, beurger deser deser Stad, soone ende mede Erffgenaem ex testamente voor een gerechte vierdepart van sijn vader za: Gijsbert Goverts vander Vaert, in sijn leven gewoont hebbende ende overle-den tot de Hoogevaert, ter eenre, ende Sr: Christiaen vander Vaert brandwijn brander ende mede burger deser Stad, ten anders sijde, ende verclaerde hij eerste Comparant te hebben vercoght, en hij tweede Comparant in coope aengenomen te hebben sijn eerste Comparants Erffportie, soo uijt den hooffde van sijn genoemde vader zal:, als desselfs overleden broeder Johannes vander Vaert zal:, aenbestorve be-staende in sijn gerechte Erffdeel ofte portie, in een huijs ende erve, staende ende gelegen opde Hooge-vaert voorsr, belent ten Suijden de Erffgen: van Dirck Joachems, ende ten noorden de wed: van Jan Schaep, streckende voor vande Hoogevaert, tot aende tweeenveertigh geerden toe, beneffens de lande-rijen groot ontrent twee honts lants, gelegen onder de twee enveertigh gaerden, den kooper ten volle be-kent, en oversulcx onnoodigh eenige nader expresse daer van te doen, waer voor den cooper aenden vercooper belooft te betaelen een somma van een hondert en twintigh Car: gulden, die den cooper aen-den vercooper belooft te betaelen aenstonts, in eender somma, sonder d’eenige deminste kortinge aende gemelte kooppenn: te mogen doen, voorders is geconditioneert dat den cooper sal moeten betaelen de halve oncosten die opt overgaen vande gifte, soo vanden 40e penning als andersints sal

Folio 176v

comen te vallen, egeen vandien uijtgesondert, wijders verclaerde hij eerste Comparant te Constitueren en machtigh te maecken soo als hij doet bij desen, de Hr: Anthonij Timmers, Secretaris tot Sprangh, specia-lijck omme uijt den naeme, ende van wegens hem eerste Comparant, te Compareren voor den gerechte alwaer het voorsr huijs ende lant gelegen is, ende aleaer het voorsr huijs en lant gelegen is, ende aldaer aenden tweeden Comparant, naer Costume Locael, te Transporteren, en in vollen vrijen eijgendom op te dragen, soodaenigen portien als hem Comparant door dooden en overlijden soo voor sijn genoemde vader als broeder zal: respectivelijck in het gemelt huijs en lant is aenbestorven, ende aldaer te bekennen vande koope, cessie, ende opdrachte ’t eenemael voldaen ende betaelt te wesen, en voor de vrije waaringe vant verkogte huijs en lant sijn Comparants persoon ende goederen te verbinden, ende vorder dies wegen alles anders te doen en handelen wat noodigh sal wesen, even ende inder vougen hij Compa-rant selffs present sijnde, soude konnen, ofte mogen doen, met macht van substitutie, beloovende voor goet vast ende van waarden te houden, allen ’t gene bijden Hr: geconstitueerde uijt crachte deses sal werden gedaen, onder verbant als naer rechten, gedaen binnen Rotterdam ter presentie van Jan Bezouis ende Michiel de Bruijn als getuijgen, die de minute deses nevens de Comparanten en mij Notaris onder-teeckent hebben, ten dage voorsr:, onder stont Quod Attestor en was geteeckent, Pr: van Bueren Notaris publ.

                                                                      Accordeert met sijn principaele geteeckende Copije

                                                                                                                  Quod Attestor

                                                                                                          H:vander Hoeven, Secretaris
                                                                                                                              1695

Folio 177r

Uijtgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, de Hr: An-thpnij Timmers Sris tot Sprang, als last ende procuratie hebbende van Sr: Adriaan vander Vaert, burger der Stad Rotterdam, gepasseert deselve procuratie voor Notaris Pieter van Bueren, ende seeckere getuij-gen binnen Rotterdam voorsr , residerende in dato den 7e Januarij 1695, hier vooren geregistreert. Ende geeft alsoo wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Sr: Christiaan vander Vaert, borger ende inwoonder der voorsr Stad Rotterdam, seecker sijn gerechtighee-den, in een huijs ende erve, gestaen ende gelegen alhier opde Hooghvaert, gecomen van sijn vader za: Gijsberts Govertsen, en Johannes vander Vaert sijn broeder, belent ten noorden de wed: Jan Schaep, Zuijden de Erffgenamen van Dirck Joachems, streckende vander halver Hooghvaert aff, westwaerts op tot de tweeenveertigh gaerden toe, beneffens de landerije groot ontrent twee hont, gelegen inde tweeen-veertigh gaerden, den cooper bekent. Ende dat met alle wegen, stegen. Schouwen, watergangen ende nabueren rechten met recht daer uijtgaende sijn, voorts gelooft hij vercooper in qualitijt voorsr , den coo-per int voornoemde huijs ev landerije te vrije ende waeren naer den rechte vanden Landen, ende alle voor-commer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1695. Coram Ad: van Andel Schout, Cnaep, en vanden Hoeck Heemraden, desen 6e Junij 1695.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenn: gereet te wesen ter somme van hondert en twintigh gulden, en bekent hij transportant in qualitijt voorsr daer van voldaen te wesen, ergo gecasseert dagh datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Folio 177v

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Adriaen Groe-nevelt, veerman alhier opt veer tot Cappel, den welcke verclarden wettelijck over te geven, aen ende tot behoeff van dese Gemeente van ’s Grevelduijn Cappel, den veer pont met op en dependentie van dien, soo van touwen, bruggen als gereetschappen, leggende tegenwoordigh opt Cappelse veer, voor alsulcke somme van achtensestigh gulden, als denselve schuldigh is, over coop vanden leste termijn vande voorsr veer pont, volgens de Conditie daer van sijnde, alnoch vijfftigh gulden over een jaer pacht vant voorsr veer, verscheenen Nieuwjaer 1695, monterende t’saemen eene somme van hondert en achtien gul-den, sonder eenigh recht daer op te reserveren, beloovende deselve van alle voorcommer te vrije ende waaren, onder dese expresse conditie soo den transport aende Regeerders off Borgemeesters, de voorsr somme van hondert en achtien gulden, in drie egaele ende gelijcke termijnen, van nu aff tot den 25e Junij 1698 comt te voldoen, als dan deselve veer pont met de voorsr op en dependentie van dien, in volle eijgendom sal blijven besitten. Actum den 25e Junij 1695, ten overstaen van Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep, vervangende Jan Goijerts Gijben Heemraden.

A:v:Andel Johan Cnaep
Jan Ghijben

Folio 178r

                                                       Copije

Compareerde voor Heemraden in ’s Gravenmoer, den Heere Adriaen van Veen, Schout tot ’s Gravenmoer, voor een gerechte vijffdepart, Johannes Schoonhoven in houwelijck hebbende Catalijn van Veen, oock voor een vijffdepart, als mede Theodora van Veen in houwelijck hebbende Anthonij Boon voor een ge-rechte vijffdepart, mitsgaders Margrita van Veen bejaerde dochter, in desen geassisteert met Adr: Smits Heemraet alhier als haren gecooren vooght ende assistent in desen, voor een gerechte vijffdepart, de voornoemde Comparanten haer fort ende sterck maeckende voor Elisabeth van Veen, huijsvrouwe van Sr: Jacob van Vessem Sris tot Baerdwijck, belovende de rato daer voor te sullen caverende, alle kinderen ende Erffgen: van Willem Adriaensen van Veen, ende Maria Jansen Hecx, echte luijden waaren, sijnde haere vader ende moeder, Constituerende ende maecken bij desen machtigh, Sr: Hermanus van Veen Stadthouder in ’s Gravenmoer, omme uijt haeren naeme, ende van harent wegen over te geven, ende te vesten voorde Ed: Heeren Schouteth ende Gerechten van Cappel, seecker scharbos ende gront, gelegen oost de Heer Pieter Rouws, west de Heer Adr: van Alphen, streckende met de Leije uijt den noorden, tot de Swarte Mannekens toe, soo groot ende cleijn ’t selve aldaer gelegen is, omme Adriaen Moleschot daer inne te vesten ende te erven, de cooppen: daer van te ontfangen, deselve te casseren in alsulcker formen, off sij Comparanten daer selffs present ende voor oogen sijnde, soude connen ofte mogen doen, ja alwaart dat ’t selve naer ofte speciaelder last

Folio 178v

requireerde dan voorse staet, belovende ’t selve te houden voor goet vast bondigh ende van waarden, salvo te doen, behoorlijcke rekeninge bewijs ende reliqua, des daer toe versoght sijnde. Actum ’s Gra-venmoer den 13e September 1695, ’t oirconden bij ons Heemraden onderteeckent, en waaren geteeckent Peeter Vermeulen, Adriaen Smits.

Dat dese is bevonde met de geteeckende Copije te accorderen.

                                                                                                                    H:vander Hoeven, Sris
                                                                                                                                  1695

Uitgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Sr: Hermanus van Veen Stadthouder tot ’s Gravenmoer, als last ende procuratie hebbende vande Heer Adriaan van Veen, Schout tot ’s Gravenmoer voornoemt, voor een vijffdepart, Johannes Schoonhoven in houwelijck hebbende Catelijn van Veen oock voor een vijffdepart, alsmede Theodora van Veen, in houwelijck heb-bende Anthonij Boob voor een vijffdepart, mitsgaders Margrita van Veen bejaerde dochter in desen oock voor een vijffdepart, gepasseert de selve procuratie voor Heemradens van ’s Gravenmoer, in dato den 13e 7ber 1695, hier vooren geregistreert, mitsgaders

Folio 179r

de Heer Jacob van Vessem Sris. der Heerlijckheijt Baertwijck, in houwelijck hebbende Elisabeth van Veen, alle Erffgen: van wijlen Willem Adriaensen van Veen, ende Maria Jansen Hecx, ende geven alsoo in die qualitijt wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Adriaen Moleschot, woonende tot ’s Gravemoer, seecker elff bedden, boschen ofte scharhout, met den gronden, gelegen Suijtwaerts vande Santschel, soo groot ende cleijn ’t selve aldaer gelegen is, belent ten ooste de Hr: Pieter Rouws, west de Hr: Adr: van Alphen, streckende vande Lije aff suijtwaerts op tot d’erve ofte gronde van Witten toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabu-eren rechten, met recht daer uijtgaende, voorts geloove de voorn: Comparanten in haren voorsr qualitijt, den cooper daer inne te vrije ende waaren, naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot desen dagen toe. Coram Adriaan van Andel Schout, Johan Cnaep ende Jan Goij-ertsen Gijben Heemraden, desen 17e September 1695.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenn: gereet te wesen ter somme van t’sestigh gulden, en beken-nen sij Comparanten daer van vodaen te wesen.

A:v:Andel Johan Cnaep
Jan Ghijben

Folio 179v

Opgemaeckt

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Reijnier van-den Broeck, ende Teunis Reiniers als vooght vande kinderen Arien Ariensen Mulder, intervenierende voor Christiaen Glaviman, Sris der Heerlijckheijt Druenen, en Arien Ariensen Mulder, in qualitijt als bijde Heeren Drossaert ende Schepenen der Heerlijckheijt Druenen aengestelde Curateuren, over de naergelaeten boe-del van za: Arien Ariensen Mulder, verweckt bij za: Geertruij Jacobsen voor een derdepart, Zeger Loeff als in houwelijck hebbende Antonetta Glaviman, Johan Kivits als in houwelijck hebbende Christina Glaviman, mitsgaders Christiaen Glaviman Sris:, als last ende procuratie hebbende van Johan van Bockhoven als in houwelijck hebbende Adriana Glaviman, ende Goijert Tabberts getrouwt met Johanna Glaviman, kinderen za: de Hr: Christiaen Glaviman verwekt bij Maria Ariensen Mulder, den voorsr Anthonij Reijniers voor sijn selve, mitsgaders Jan Reijniers, Helena Jansen wed: za: Cornelis Reijniers, geassisteert met Michiel van-der Wiel, als haren gecooren vooght, mitsgaders den voorsr Christiaen Glaviman als het aenpart bij tes-tamenteire dispositie vercregen hebbende van Christiaen Glabout, als in houwelijck hebbende Adriana Reijniers, kinderen za: Reijnier Ariensen Mulder, verweckt bij Jenneken Gijsberts alle Erffgenamen za: Arien Anthonisen Mulder, verweckt bij Margrita Reijniers, voor de twee resterende derdeparten, ende heb-be alsoo gesaementlijck vercoght

Folio 180r

Aen Jan Dircxsen vander Hoeven ende Gerrit Broeders, wettelijck getransporteert, seecker moerdelleken, gelegen inden Dullart, groot ontrent ……………………………….. , belent oost …………………….., west ………………………………, Zuijden …………………….……….., en noorden ……………………………………. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte, met recht faer uijtgaende, voorts geloove de voorn: Comparanten de Coopers int voorsr moer veldeken te vrije ende waeren naer den rechte vande Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1695. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep vervangende Huijsman Heemraden, desen 30e September 1695.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van twee hondert twee gul-den, en bekenne sij Comparante voorsr daer van voldaen te wesen.

A:v:Andel Johan Cnaep

Folio 180v

Opgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Niclaes van Tilborgh, den wekcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Arien Hendricxe Timmer, seecker huijs en hoffken, gestaen ende gelegen alhier aende straet, buijten dijcx, belent ten westen d’Hr: Adriaen van Andel Schout, oost Arien Claessen Vaert-man, streckende voor vanden teen vanden dijck aff noortwaerts op, tot den eerste halve dwars sloot toe, ende dat soo groot ende cleijn alst selve aldaer gelegen is. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte, met recht daer uijtgaende, mits gedoogende dat de Erffgen: van Hendrick Geeritsen, pachters aenden ooste candt voor de voorsr huijsinge sijnen uijtweght over den werff is hebbende als van outs, mits daer voor maeckende aende oost sijde twee roeden schouw, voorts ge-looft den voorn: Comparant den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voor commer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1696. Coram Adr: van Andel Schout, Cnaep ende Timmerman Heemraden, desen 12e October 1695.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van vier hondert gulden, en bekent hij vercooper daer van voldaen te wesen.

A:v:Andel Johan Cnaep
Dit ist X handt merck van Hendrick Teunisen Timmerman

Folio 181r

Opgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Jan Jansen Cauwenbergh woonende tot Oisterwijck, ende Lodewijck van Iersel noe uxoris, woonende tot Tilborgh, de welcke verclaerde te cederen, transporteren ende wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo ge-woon ende recht is, aen ende ten behoeve van Adriaen van Andel Schout tot Cappel voornoemt, eene buijten dijckse delle gelegen alhier aende oosten cant vande Nieuwvaert ontrent d’Oude Vartjens Stege, groot ontrent tien hont, ofte soo groot ende cleijn deselve aldaer gelegen is, belent oost Adriaen Philiber-te Cauwenbergh, west Wouter Dircxe Smits cum suis, streckende uijtten Suijden noortwaerts op, tot de erve van Zuijdewijn toe, soo ende in dier voegen deselve transportanten haer bij deelinge is aengecomen van Jan Philiberten Cauwenbergh ende Heijltjen Verhoeven, haere resp: vader ende moeder, volgens de-selve deelinge gepasseert voor Drossaert ende Schepenen van Tilborgh, in dato den 7e September 1694. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaen-de, belooffende sij Comparanten ’t getransporteerde te vrije ende waaren, naer den rechten van den Lan-den, ende alle voorcommer Calangie en aentael dier op is aff te doen tot desen dagen toe. Coram Adr: van Andel Schout, Cnaep en Gijben Heemraden, desen 21e October 1695.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenningen in twee egaele termmijnen te wesen ter somme van vijff hondert en veertigh gl, de helft gereet, en de wederhelft over een jaer, en bekennen vanden ersten termijn voldaen te wesen.

A:v:Andel Johan Cnaep
Jan Ghijben

Opden 4e November 1696 soo bekende de bovengesr vercooperen vanden tweede termijn voldaen te wesen, Ergo gecasseert.

Folio 181v

Opgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemragen van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Govert Cluijte-naer inwoonder tot Waelwijck, den welcke verclaert wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Jan Adriaense Dolck, seecker huijs hoff met ontrent ses hont ackerlant daer aen, gestaen ende gelegen aenden weste candt vande Nieuwvaert alhier, belent Zuij-den den cooper, noorden Peeter Peeterse Otterdijck, streckende vander halver Nieuwvaert aff, west-waerts op tot een gedeelte inden Quekel toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergange ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den voorn: Comparant den cooper int voorsr huijs en erve te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voor commer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1696. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Jan Huijsmans Heemraden, desen 3e November 1695.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van acht hondert gulden, en bekent daer van voldaen te wesen.

A:v:Andel Johan Cnaep
Jan Ghijben

Folio 182r

Uijtgemaeckt

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Adriaen Aert-sen van Hastel, Jan Willemsen Zeijlmans ende Gijsbert de Ruijter, in Qualitijt als administrateur vande goederen van Anneken Jansen Teeuwen, ende gaven in die qualiteijt wettelijck over met eender vrije gifte, spp gewoon ende recht is, alles volgens Contract voor Schout ende Heemraden alhier opden 13e Meert 1694 gepasseert, houdende den inhoude vandien alhier gejusereert, aen ende ten behoeve van Jan Claessen, seecker huijs erve ende moergronden en beijsters daer achter gelegen, sijnde ¾ parten vande steede van Jan Teeuwen, belent oost de wed: Peeter vander Punten, west Joachem Teinisen, streckende van ’s Heere straet aff, suijtwaerts op tot de Hoeff van Heuckelom toe. Ende dat met alle wegen, stegen. Schouwen, watergaenge ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts geloove de voornoemde Comparanten in haren qualitijt ’t voorn: getransporteerde te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1694 toe. Coram Adr: van Andel Schout, Cnaep en Gijben Heemraden, desen 14e 9ber 1695.

Dit huijs en gronden sijn bij Schout ende Gerechten getaxeert op een hondert en vijfftigh gulden gereet en den 40e penning daer van verantwoort.

A:v:Andel Johan Cnaep
Jan Ghijben

Folio 182v

Uijtgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Hans Wettighs in houwelijck hebbende Maria Peeters, ende geeft alsoo wettelijck over met eender vrije gifte soo ge-woon ende recht is, aen ende tot behoeff van Jan, Wouter, Meerten, ende Eltjen Cornelis Geenen, grbrooders ende suster, seecker gerechte derdepart in een driesken, onverdeelt met Anthonij Otten, groot ontrent twee hont, gelegen ten weste van Willem van Gents vaert, belent Zuijden de Coopers, noorden de kinderen Corst Corsten Glaviman, streckende vander halver Willem van Gents vaert aff, westwaerts op, tot d’erve van Hendrick de Roij toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende na-bueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den voornoemde Comparant de coopers daer inne te vrije ende waeren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1696. Coram Adr: van Andel Schout, Jan van Pas en Jan Huijsmans Heemraden, de-sen 21e 9ber 1695.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van dartigh gulden en be-kent daer van voldaen te wesen.

A:v:Andel Jan van Pas

Folio 183r

Opgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Hermanus Reijniesen in houwelijck hebbende Janneken Michielsen Vlees, Sijmen Lauwereijnsen Oldenbeurgh in houwelijck hebbende Anneken Michielsen Vlees, Arien Jansen Rombouts in houwelijck hebbende Maria Michielsen Vlees, mitsgaders Dingena Michielsen Vlees bejaerde dochter, geassisteert met Michiel Beer-ten Vlees haer vader ende gecooren vooght in desen, alle kinderen ende Erffgenamen van Maria Jacob-sen Paens haer gewesene moeder, ende geven alsoo met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Peeter den Schoenmaecker, seecker buijten dijckse delle gelegen ontrent d’Oudevaertjens Stege, groot ontrent ses hont ende twaelff en een halff roij, ofte soo groot ende cleijn als deselve aldaer gelegen is, belent oost Wouter Dircxhen Smits cum suis, west Catalijn Geerits, strec-kende vanden Ausloot aff, noortwaerts op tot Zuijdewijn toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schou-wen, watergangen ende nabueren rechten met recht daer uijtgaende, voorts geloove de voornoemde Comparanten in haere voorsr qualitijt den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Lande, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1698. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Hendrick Teunisen Timmerman Heemraden, desen 9e December 1695.

De cooppenningen sijn volgens conditie in twee egael ende gelijcke paeijen ter somme van twee hondert eenentnegentigh gulden, en bekennen van den eersten termijn voldaen te wesen met 145 ½ gulden, op datum ut supra, soo bekende Sijmen Lauwreijnsen Oldenbergh ende Hermanus Reijnisen, te geven ac-cionaam cessean vanden tweeden termijn, aen Arien Janssen Rombouts ende Dingena Vlees.

A:v:Andel Johan Cnaep
Dit ist X handt merck van Hendrick Teunisen Timmerman

Opden 20e December 1696, soo bekende Arien Jansen Rombouts ende Dingena Vlees van den tweede paeij voldaen te wesen.

                                                                                                                  Arien IJansen Rombout
                                                                    Dit ist X handtmerck van Dingena Michielsen Vlees

Folio 183v

Opgemaeckt.

Compareerde op datum ut supra voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel, de voornoem-de Comparanten, en hebben alnoch wettelijck over gegeven met eender vrije gifte
Soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Jan Jacobsen Moethaen, seecker drie hont acker-lant, gelegen aende suijt sijde vande Nieuwstraet, ofte soo groot ende cleijn als den selven aldaer gele-gen is, belent oost en west Sijcken Geerits, streckende vander halver Nieuwstraet aff Zuijtwaerts op totte Loonse erve toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts geloofte de voornoemde Comparanten in qualitijt als vooren, den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voor commer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1696. Coram ut supra.

De cooppenningen sijn volgens conditie in twee egael ende te gelijcke termijnen ter somme van twee hondert en vijffentsestigh gulden, en kenne sij Comparanten vanden eersten termijn met een hondert tweeendartigh gulden tien stuijvers voldaen te, op datum ut supra, soo verclaerde Hermanus Reijnisen en Sijmen Lauwreijse Oldenbeurgh te geven actuonam cessam vanden tweeden termijn, aen Arien Jansen Rombouts en Dingena Vlees.

A:v:Andel Johan Cnaep
Dit ist X handt merck van Hendrick Teunisen Timmerman

Den 20e Desember 1696 soo bekende Arien Jansen Rombouts en Dingena Michielsen Vlees vanden twee en laetste termijn voldaen te wesen.

                                                                                                                  Arien IJansen Rombout
                                                                   Dit ist X handt merck van Dingena Michielsen Vlees

Folio 184r

Erffdeelinge voor recht aengebracht bij Arien van Hastel, Jan Aertsen van Hastel, Hendrina van Hastel, Wouter Teunisen nomine uxoris, Jan van Grevenbroeck, Bartholomeus de Hoogh, Cornelia Melsen Bauw-dewijns, Arien Geeritsen van Gils, Pieternel van Gils, alle kinderen ende kindtskinderen ende Erffgenamen van Arien Jansen van Hastel, voor een sestepart, Adriaen Vaders, Peeter Doomen, willem Franssen van Ammelroij, Maeijcken Jansen Vaders wed: van Hermen Tielemans, de kinderen van Teeuw Jansen Vaders, Jan Jacobsen Vaders ende de kinderen van Hendrick Jansen Vaders, alle kinderen ende Erffgenamen van Truijcken Jan Mattheeusen oock voor een sestepart, Adriaen Bommelaer, Gijsbert de Ruijter, ende d’Hr: Adriaan van Andel Schout tot Cappel als last ende procuratie hebbende vanden vader ende vooght van het onmondigh kindt van Maeijcken Aertsen Bommelaer, allen kinderen ende Erffgenamen van Aert Bommelaeren, voor een sestepart, de kinderen van Janneken Jacob Stevens met haer drie kinderen, Jan Jacob Stevens drie

Folio 184v

vier kinderen, Huijbert Borsten in houwelijck hebbende Catelijn Jacob Stevens kinderen ende Erffgena-men van Jacob Stevensen, oock voor een sestepart, d’Hr: Geerit Zeijlmans, Schout tot Waspick ende Coenraet Baes als Armmr: van Waspick voor de kinderen van Huijbert Scheppen, Jan Scheppen, Jan Willemsen Cloodt nomine uxoris, Jenneken Scheppen, Anthonij Huijberden Conincx nomine uxoris, kin-deren ende Erffgenamen van Lijsken Jan Teeuwen, oock voor een sestepart, mitsgaders Jan Willemsen Zeijlmans als Erffgenaem van Neeltjen Jansen van Hastel oock voor een sestepart, alle als Erffgenamen van za: Teunis ende Anneken Janssen Teeuwen.

Inden eersten is bij blindt Lodt te deel gevallen den eerste stock vande gelijcke kinderen ende Erffgena-men van Arien Jansen van Hastel, op drie vierendeel geerdt hoijlant, in een stuck van negen geerden, onverdeelt met het Manhuijs van Ste G: den Bergh ende den Armen van Waspick, gelegen onder Cleijn Waspick, streckende van ’s Grevelduijn Cappel aff, noortwaerts op

Folio 185r

totten Scheijsloot toe, mits uijt te rijcken aenden gemeene boedel eenenveertigh gulden dartien stuijvers ses penningen.

Den tweeden is den tweeden stock te deele gevallen bij blindt Lodt, de gelijcke kinderen ende Erffgena-men van Truijcken Jan Mattheeusen, op een parceel ackerlant als putten en cuijlen genaemt den Geer, gelegen onder Cappel soo groot ende cleijn als den selven aldaer gelegen is, met noch aen gelt vijfftigh gulden, uijt het lodt vanden Hooge Acker, met het part inde twee Boomkens.

Ten derde is bij blindt Loth te deel gevallen den stock vande kinderen ende Erffgenamen Aert Bomme-laer, op drie vierendeel geerdt hoijlant, in een stuck van negen geerden, gemeen ende onverdeelt met het Manhuijs van Ste G: den Bergh, en den Armen van Waspick, streckende van ’s Grevelduijn Cappel aff, noortwaerts op, tot den Scheijsloot toe, mits uijt te rijcken tot proffijt vanden gemeenen boedel van An-neken Jan Teeuwen eene somme van eenenveertigh gulden dartien stuijvers ses penningen.

Ten vierde is bij blindt Loth te deel gevallen, den Stock vande gelijcke kinderen ende Erffgenamen van Jacob Stevensen, opden Hoogen Acker, gelegen onder

Folio 185v

Groot Waspick, soo groot ende cleijn als den selven akdaer gelegen is, mits aen het loth vanden Geer acker uijt te rijcken vijfftigh gulden, item noch tien gulden inden gelijcke boedel als vooren.

Opden 8e Meert 1696 soo bekende Adriaan Vader cum suis, als intevenierende voor sijn verdere vrienden, den welcke bekenden vande vijfftigh gulden, door handen van Arjaen Ariensen van Hastel voldaen te sijn.

                                                                                                                              Adrijaen Vaders

Ten vijffden is bij blindt lot te deel gevallen den Stock vande gelijcke kinderen ende Erffgenamen van Lijsken Jan Teeuwen, op drie vierendeel Geerts hoijlant, gelegen in Cleijn Waspick, gemeen ende onver-deelt met het Man huijs van Ste G: den Bergh en den Armen van Waspick, streckende van ’s Grevelduijn Cappel aff, noortwaerts op tot den Scheijsloot toe, mits uijt te rijcken tot proffijt vanden gelijcke boedel als vooren, eenenveertigh gulden dartien stuijvers ses penningen.

Ten sesten en ten laetste is bij blindt loth te deel gevallen Jan Willemsen Zeijlmans in qualitijt voorsr, op seecker buijten dijckse delle gelegen opt Stapel eijndt onder Cappel, genaemt de Moole deel, met den last vanden dijck.

Parthijen hebben tot d’een en des anders proffijt

Folio 186r

vertijt ende vertegen naer den rechte vanden Landen, omme ieder t’sijne te mogen gebruijcken als haer ander vrije ende allodiaal goet en maelcanderen te wegen ende stegen als naer rechte, ende te onderhou-den alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechten met recht uijt sijn bedeelde par-ceel behoorende, onder Conditie dat de geene die op het landt, gelegen in Cleijn Waspick, moeten uijtrijcken hondert en vijffentwintigh gulden. Item die opden Hoogen acker bedeelt sijn moeten uijt rijcken tien gulden, binnen den tijt van tweemael vierentwintigh uren, sullen betaelen aen handen vanden Schout van Cappel, omme daer mede te voldoen sijn voorschot, gedaen ten behoeve vanden gemeene boedel, inden uijtcoop van Lambert Plazier, volgens reeckening op heden gedaen. Aldus gedaen ende gepas-seert ten overstaen van Adriaan van Andel Schout, Johan Cnaep, Jan Goijertsen Gijben ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen 28e December 1695.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Folio 186v

Uijtgemaeckt.

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Jan de Leeuw, den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte, soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Peeter Hendricx Verhoeven, seecker parceel ackerlant en wijlant, genaemt den Pettelaer, groot ontrent drie hont, gelegen inde twee enveertigh geerden opde Hoogevaert, belent noorden den cooper cum suis, Zuijden de wed: Jan Schaep, streckende vande erve van de Heer Hendrick de Jongh Sris aff, westwaerts op, tot d’erve van Bastiaen de Leeuw toe. Ende dat met alle wegen,stegen, schou-wen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den voornoemde ver-cooper den cooper daer inne te vrije ende waaren, naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1696. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Jan Goijertsen Gijben Heemraden, desen 30e December 1695.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van vijfftigh gulden, en be-kent den vercooper daer van voldaen te sijn dagh datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Jan Ghijben

Folio 187r

                                                       1696.

                                                       Copije

Compareerde voor mij Cornelis Costen, Openbaar Notaris bijden Rade van Zeelant geveert, en bijden Rade Provinciaal in Hollant geadmitteert, binnen de Stadt Goes in Zeeland residerende, ende den getuij-gen naergenoemt, Joffr: Elijsabeth Peetersen wed: Sr: Nicolaes Swaan, woonende binnen dese Stadt, mij Nonaris bekent, dewelcke verclaerde te constitueren en machtigh te maecken in qualiteijt als moeder en vooghdesse over haere minderjarige kinderen geprocreert bij haeren voornoemde man Sr: Nicolaes Swaan, haer soon Sr: Adriaan Swaan, en Jan van Gorcom, specialijck omme uijt haer Joffr: Comparantes naem, en vorige qualitijt, binnen den dorpe van Cappel, te vercoopen sekre drie dellen, gelegen aende west sijde van Willem van Gents vaert, de coopers daer inne te erven, gronden ende vesten, de coop-penningen te ontfangen, quitantie te passeeren, en voorts specialijck en generalijck meer te doen, soo en gelijck aldaer practicabel is, alwaart dat dese sake eenige nader ofte speciaalder bevel dan voorsr is, waar vereijschende, beloovende voor vast bondigh, en van waarden te houden ’t geen bijde geconstitu-eerde hier in sal werden gedaan ofte verricht, en dat alles cum potestate substituendi, verbindende sij Joffr: Comparante voort gene voorsr is haer persoon en goederen als naer rechte, aldus gedaan en ge-passeert, binnen de Stadt Goes op den eersten November 1695. Present Jacob Jansen en Gillis Steur als getuijgen hier toe versoght, de welcke de minute deses beneffens de Comparante en mij Notaris, in ken-nisse der waerheijt hebben onderteeckent, onder stont Quod Attestor, en was geteeckent Corn: Costen, Notaris Publieck.

                                                                                            Accordeert met de authentique copije

                                                                                                                        Quod Attestor

                                                                                                                    H:vander Hoeven, Sris

Folio 187v

Uijtgemaeckt

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Sr: Adriaan Swaan ende Jan van Gorcom, beijde uijt crachte van procuratie, hen gegeven ende verleent bij Joffr: Elisabeth Peeters, wed: wijlen Sr: Nicolaes Swaan, als testamentaire vooghdesse over haare kinderen, gepasseert desen procuratie voorden Notaris Corn: Costen ende seeckere getuijgen binnen Goes in Zeeland reside-rende, in dato den eersten November 1695, hier vooren geregistreert. Ende geven alsoo in die qualitijt wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Johan Cnaep Schepen alhier, seecker binnen dijckse delle gelegen ten weste van Willem van Gents vaert, genaemt de Calver del, groot ontrent acht hont, off soo groot en cleijn als deselve aldaer gelegen is, belent noorden Sr: Meerten van Campen, Zuijden Jan Huijsman, streckende vander halver Willem van Gentsvaert aff, westwaerts op, tot de Moole banck toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts geloove de Comparante in qualitijt voornoemt den cooper inde voorsr del te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1696. Coram Adr:van Andel Schout, Cornelis van den Hoeck ende Jan van Pas Heemraden, desen 6e Januarij 1696.

De Cooppenningen sijn volgens Conditie in twee egael ende te gelijcke ter mijnen ter somme van duijsent gulden, en bekennen sij vercooperen vande eerste termijn met vijff hondert gulden voldaen te sijn.

A:v:Andel Johan van Pas
Cornelis vanden Houck

Compareerde Adriaen Swaan ende bekende vanden 2e Paeij ofte termijn ter somme van vijffhondert gul-den voldaen ende betaelt te sijn, den lesten penning metten eersten, consenterende inde cassootie de-ses. Actum Cappel den 11e Meert 1697.

Swaan

Folio 188r

Uijtgemaakt.

De Vercooperen in qualiteijt voorsr hebben alnoch wettelijck overgegeven met eender vrije gifte, soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Gelden en Teunis Willemsen, mitsgaders Jan Dircxsen Smits, seecker een binnen dijckse delle, gelegen ten weste van Willem van Gents vaert, groot ontrent vier hont, belent Zuijden Peeter Pauwelsen, noorden Peeter Adriaensen den Jongen, streckende vander halver Willem van Gents vaert aff, westwaerts op tot d’erve van Peeter Adriaens de Jongen toe. Item alnoch een binnen delleken, gelegen als vooren, groot ontrent twee hont, ofte soo groot ende cleijn als deselve al-daer gelegen is, belent Zuijden Peeter Adriaens den Jongen, noorden Willemken wed: Claes Teunisen, streckende vander halver Willem van Gents vaert aff, westwaerts op tot d’erve van Jan Dingeman Dec-kers toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts geloove de voornoemde Comparanten, de coopers inde voorsr parceelen te vrijen ende waaren, naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuw-jaer 1696. Coram en dagh datum ut supra.

De Cooppenninge sijn volgens Conditie in twee paijen ter somme van ses hondert en vijfftigh gulden, en bekenne sij Comparanten ontfangen te hebben ter somme van drie hondert gulden.

A:v:Andel Jan van Pas
Cornelis vanden Houck

Compareerde Adriaen Swaan ende bekende vanden 2e Paeij ofte termijn voldaen ende betaelt te sijn, den lesten penning metten eersten, door Gelden en Teunis Willems, mitsgaders Jan Dirxsen Smits, consente-rende inde cassatie deses. Actum Cappel den 11e Meert 1697.

                                                                                                                                       A. Swaans

Folio 188v

Uijtgemaeckt.

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel, ondergenoemt, Cornelis Moets in houwelijck hebbende Dingena Anthonisen Pharo, den selven intervenierende ende de rato caverende voor Adriaan Jacobsen van Breemen, in houwelijck hebbende Maria Anthonisen Pharo, ende geeft alsoo in die qualiteijt over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Gelden Willem-sen, seecker helft van een buijten dijckse delle, gelegen alhier opt Stapel eijndt, groot ontrent int geheel drie hont, onverdeelt met Teunis Hendricx Timmerman, belent ten oosten de wed: Zeger de Greeff, west Michiel Jansen Backer, streckende vanden teen vanden dijck aff noortwaerts op, tot Nederveen toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den voornoemde vercooper in qualitijt voornoemt, den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1696. Coram en dagh datum ut supra.

De cooppenningen sijn volgens Conditie in twee egaele ende te gelijcke termijnen ter somme van een hondert en twintigh gulden, en bekent vanden eersten termijn met ’t sestigh gulden voldaen te sijn.

A:v:Andel Jan van Pas
Cornelis vanden Houck

Opden 14e October 1697 soo bekende Cornelis Moets en Adiaen Jacobsen van Bremen volgens handt-schrift vanden laetse paeij voldaen en betaelt te wesen door de voornoemde cooper.

Folio 189r

Uijtgemaeckt.

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Govert ende An-thonij vander Punten als testamentaire vooghde over de twee minderjarige weeskinderen van Anthonij van Emmichoven, en sulcx met consent van Jan Willemsen van Emmichoven voor sijn selven, ende geven alsoo t’samen wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Cornelis Anthonisen Swart, seecker binnen delleken, gelegen ten oosten vande Nieuwvaert onder Cappel, groot ontrent een en een halff hont, ofte soo groot ende cleijn alst selve aldaer gelegen is, belent noor-den Arien Aertsen Timmer, Zuijden Adriaan de Roij, streckende vander halver Nieuwvaert aff oostwaerts op, tot d’erve van Govert vander Punten toe, ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts geloove de voornoemde vercoopers den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1696. Coram Adr:van Andel Schout, Johan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck Heem-raden, desen 7e Januarij 1696.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van een hondert gulden, en bekennen daer van voldaen te wesen dagh datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Losse akte liggend bij folio 188v/189r. Deze akte behoort bij folio 188v.

Uijt ………………. den Bergh, den 17e October 1699.

Ick ondergeschreven bekenne ontfangen te hebben uijt hande van Gelde Willemse, de somme van 60 Carolis gulden, van weegen het verkoope van de halve del, die hem van ………………… heeft, soo is uijt versoek als dat ghij get ge…….. eens …………. want ick ben van hem van alles voldaen die diende, en gij sult mij wat schup doen, want ick een keer niet …. koome.

                                                                                                                                Cornelis Moets
                                                                                                     Adrijaen Jacobsen van Breemen

Folio 189v

Uijtgemaeckt.

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Nicolaes van Til-borgh, den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Hendrick Peetersen Timmer, seecker huijs en hoff, groot ontrent een hont en twintigh roede, ofte soo groot ende cleijn alst selve gestaen ende gelegen is alhier aende straet, belent oost de wed: Teunis Cauwens, west het schoolhuijs en pastorije alhier, streckende vanden buijten teen vanden dijck aff, Zuijtwaerts op soo verre het selve van outs streckende is. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den voornoemde vercooper den cooper daer inne te vrije ende waaren, naer den rechte vanden Landen, ende zlle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1696. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen 9e Januarij 1696.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van twee hondert gulden, en bekent hij vercooper daer van voldaente wesen, dagh datum ut supra.

A:v:Andel Cornelis vanden Houck
Johan Cnaep

Folio 190r

Uijtgemaeckt.

Ten dage voorsr Compareerde de voorsr Hendrick Peeters Timmer, den welcke bekende ende verclaerde met sijnder wilceur, wel ende deughdelijck schuldigh te wesen aen Peeter Schut, inwoonder tot Waelwijck, de somme van twee hondert Carolus guldens, den gulden tot twintigh stuijvers ’t stuck Hollants gepermi-teert gelt, spruijtende ter saecke van goede deughdelijcke geleende ende aengetelde penningen, die hij debiteur bekent ten dancke ontfangen te hebben, beloovende deselve somme wederom te restitueren aenden rechte thoonder deses, des versoght werdende van huijden datum ondergeschreven over een jaer, met den intrest van dien, tegen vier gulden vant hondert, ende ingeval van langer onderhoudinge edogh met believe vanden Crediteur, sal den selven intrest blijve constitueren totte volle effectueele vol-doeninge der voorsr somme toe, verbindende hij debiteur voort gene voorsr staet specialijck een huijs ende erve op hodie aen hem debiteur, door Niclaes van Tilborgh getransporteert, gestaen ende gelegen alhier aende straet, groot ontrent een hont en twintigh roeden, belent ooste de wed: Teunis Cauwens, west het schoolhuijs en pastoorije, streckende vanden buijten teen vanden dijck aff, soo verre het selve van outs streckende is, ende voorts generaalijck alle sijne verdere roerende ende onroerende goederen, heb-bende ende vercrijgende, als met rechte. Coram en dagh datum ut supra.

A:v:Andel Cornelis vanden Houck
Johan Cnaep

Opden 18e Julij 1699 gebleecken een quitantie van Jan Rombouts staande onder de Copije, waarbij hij bekent vanden voorsr willeceur ten volle met 200 gulden voldaan te sijn, sijnde in dato den 8e Januarij 1697.

Losse acte behoort bij Folio 189v en 190r. Deze acte ligt bij Folio 190v en 191r.

                                                       Voorzijde.

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Hendrick Peeter-sen Timmer, den welcke bekende ende verclaerde met sijnder wilceur, wel ende deughdelijck schuldigh te wesen aen Peeter Schut, inwoonder tot Waelwijck, de somme van twee hondert Carolus guldens, den gulden tot twintigh stuijvers stuck Hollants gepermitteert gelt, spruijtende terr saeckevab goet deugh-delijcke geleende ende aengetelde penningen, die hij debiteur bekent ten dancke ontfangen te hebben, beloovende deselve somme wederom te restitueren aenden rechte thoonder deses, des versoght wer-dende van huijden datum ondergeschreven over een jaer, met den intrest van dien, tegens vier gulden vant hondert, ende ingeval van langer onder houdinge, edogh met believe vanden crediteur, sal den sel-ven intrest blijve constitueren totte volle effectueele voldoeninge der voorsr somme toe, verbindende hij debiteur voort gene voorsr staet, specialijck een huijs ende erve, op hodie aen hem debiteur, door Ni-claes van Tilborgh getransporteert, gestaen ende gelegen alhier aende

                                                       Achterzijde.

straet, groot ontrent een hont en twintigh roeden, belent ten ooste de wed: Teunis Cauwens, west het Schoolhuijs en Pastorije, streckende vanden buijten teen vanden dijck aff, soo verre het selve van outs streckende is, ende voorts generaelijck alle sijne verdere roerende ende onroerende goederen, hebbende ende vercrijgende als naer rechte. Aldus gepasseert ten overstaen van Adriaen van Andel Schout, Johan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen negenden Januarij XVIc sesent negentigh.

                                                                                                                    H:vander Hoeven, Sris
                                                                                                                                   1696

Opden 18 Januarij betaelt van dese wilkeur met een somme van twee hondert gulden en den intrest van die geackorteert als de selve werde afgedaen geen intrest daer van ontfangen, soo dat ontfangen is 200 gulden. Actum als boven 1697.

                                                                                                                                 Jan Rombouts

Folio 190v

Uijtgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Arien Hen-dricxe Timmer, den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Teunis Cuijl ende Joris Vergaert, seecker helft van een parceel Dullaert, genaemt de Kercke del, groot ontrent int geheel acht mergen, onverdeelt met de wed: Arien Visseren, ofte soo groot ende cleijn als deselve aenden oosten candt vande Nieuwvaert gelegen is, belent ten Zuij-den Gelden Willemsen cum suis, noorden de Cruijsvaert, streckende vander halver Nieuwvaert aff, oost-waerts op tot d’erve van de wed: Anthonij Glavimans cum suis toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den voornoemde vercooper, de coopers inde voorsr halve del te vrije ende waaren, naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1696. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen 14e Januarij 1696.

De cooppenningen sijn volgens Conditie in drie termijnen ter somme van elff hondert en veertigh gulden, te weten de helft gereet ende de ander helft in twee termijnen, ieder een jaer naer den anderen, en bekent hij vercooper met 579 gulden voldaen te sijn.

Adr:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Opden 23e Febr. 1697 soo bekende Arien Timmers vanden tweede termijn met 142 gulden 10 stuijvers voldaen te sijn door Teunis Cuijl.

Datum ut supra soo bekende den selve n vanden tweede termijn met 142½ gulden voldaen te wesen door Joris Vergaert.

Opden 14e Appril 1698 soo bekende Arien Timmers vande derde en laetste termijn voort part van Teunis Cuijl met 142 ½ gulden voldaen te wesen.

Opden 3e Januarij 1701 soo bekende de huijsvrouw van Arien Timmers vanden derden paeij met 142 gul-den 10 stuijvers voldaen te wesen door Joris Vergaart.

Folio 191r

                                                       Copije

Compareerde voor Schepenen der Heerlijckheijt Venloon, sijn genade de Heer Aelbertus Ferdinandus d’Immerselle, Grave van Bockhoven, Heere van Loon etc., de welcke verclaerde te constitueren ende machtigh te maecken gelijck hij doet bij desen, Gijsbert Verwiel Secretaris tot Loon voorse, specialijck omme uijt sijn meergemelte Heere genade name, voor Schepenen van ’s Grevelduijn Cappel, aen Cornelis Hendricx Timmerman te transporteren ende op te dragen, soodanigh weijdriesken als meergemelte Heere genade, onder Cappel is competerende, de cooper daer inne te vesten ende erven naer costume locael, de cooppenningen te ontfangen, quitantie te passeren ende verders generaalijck ende specialijck alles te doen, wat dien aengaende sal werden vereijscht, beloovende te ratificeren ende approberen, allen ’t gee-ne bijden geconstitueerden dien aebgaende sal werden gedaen ende verricht, onder verbant als naer rech-ten. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van Dirck Nauwens ende Adriaan vanden Hoven Sche-penen, op heden den 28e Januarij 1696. Onder stont, mij present, en was geteeckent Gijsbert Verwiel Se-cretaris, noch lager stont, wij ondergesr: bekennen van Cornelis Hendricxse Timmerman, ten volle ende geheel te sijn betaelt ende voldaen, vande cooppenningen van het voorgeroerde stuck plants, ofte Dries-ken. Actum op onsen casteele van Loon den 29e Januarij 1696, was geteeckent. A: Immerselle, conte de Bockhoven.

Losse acte liggende bij Folio 134v/135r.

Compareerde voor Schepenen der Heerlijckheijt Venloon sijn Genade de Heer Aelbertus Ferdinandus d’Immerselle, Grave van Boeckhove, Heere van Loon etcetera, dewelcke verklaerde te constitueren ende machtigh te maken gelijck hij doet bij desen, Gijsbert Verwiel, Secretaris tot Loon voorsr, specialijck om-me uijt sijn meergemelte Heere Genade name, voor Schepenen van Schrevelduijn Cappel aen Cornelis Hendrix Timmermans te transporteren ende over te dragen, soodanig weijdriesken, alsmede hem Heere Genade onder Cappel is competerende, de kooper daer inne te vesten, ende erven naer costumen locael, de kooppenningen te ontfangen, quitantie te passeren, ende verders generalijck ende specialijck alles te doen wat dies aengaende sal werden vereijst beloven te ratificeren ende approberen alle tgeene bij den geconstitueerde daer aengaende sal werde gedaen ende gepasseert ten overstaen van Dirck …… ende Adriaen van den Hoven Schepenen, op heden den 28e Januarij 1696.

                                                                                                                                      Mij present
                                                                                                                             Gijsbert Verwiel

Wij ondergeschreven bekennen van Cornelis Hendrickse Timmermans ten volle ende gheheel te sijn be-taelt ende voldaen vande coop penninghe van het voorgeroede stuckx lants ofte Driesken. Actum op onsen casteele van Loon, den 29e Januarij 1696.

                                                                                                                A IJmmercele, Comte de 
                                                                                                                                      Bouchoven

Folio 191v

Uijtgemaeckt.

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, de Hr: Gijsbert Verwiel, Sris tot Venloon, als speciale last ende procuratie hebbende van sijn Genade de Hr: Aelbertus Ferdinandus d’ Immerselle, Grave van Bockhoven, Heere van Loon, etc:, gepasseert deselve procuratie voor Schepenen van Loon, in dato den 28e Januarij 1696, hier vooren geregistreert, ende geeft alsoo in die qualitijt wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Cornelis Hendricx Timmerman, seecker parceel wijdriesken, gelegen ten Zuijden vande Nieuwstraet, groot ontrent vier hondt, ofte soo groot ende cleijn als ’t selve aldaer gelegen is, belent oost de wed: Adr: Vis-seren, west Govert vander Punten cum suis, streckende vande erve van Dirck van Pas en Aert van Don-gen aff, Zuijtwaerts op tot d’erve van Wouter van Tilborgh toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schou-wen, watergangen ende nabueren rechte met recht daeruijt gaende, voorts gelooft den voornoemde Heere Comparant in qualitijt voorsr, de cooper inden voorgemelte weijdries te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1696. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Hendrick Teunisen Timmerman Heemraden, desen 31e Januarij 1696.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van een hondert gulden, met berkentenisse van daer van voldaen te sijn dagh datum ut supra.

Adr:v:Andel Johan Cnaep
Dit ist X handtmerck van Hendrick Teunisen Timmerman

Folio 192r

Erffdeelinge voor Reght aen Schout ende Gerechte van ’s Grevelduijn Cappel, aengebracht bij Michiel, Jan en Arien Dircxsen Smits, mitsgaders Wouter Dircxsen Smits in houwelijck hebbende Aeltjen Dircxsen Smits, kinderen ende Erffgenamen van Dirck Michielsen Smits ende Mariken Jansen, gewoont hebbende alhier onder Cappel inde Nieuwstraet, ende dat vande Erffgoederen bij hunne respective ouders achterge-laeten als volght.

Inden eersten is bij blint Lodt te deel gevallen, Wouter Dircxsen Smits, in houwelijck hebbende Aeltien Dircksen Smits, eerst op het huijs met twee derde parten in het geseet, groot ontrent int geheel vier en een halff hont, gelegen inde Nieuwstraet, aende Zuijt sijde, belent ten ooste Arien Dircxsen Smits met een gerechte derdepart, west Cornelis Claessen vander Saecken, streckende vander halver Nieuwstraet aff, Zuijtwaerts op, tot de Loonse erve toe. Item noch eenen acker onder Loongelegen, soo groot ende cleijn als den selven aldaer tusschen sijne regnote gelegen is, belent oost Bastiaen Jansen Boer cum suis, west Michiel Hanen cum suis, streckende uijt den noorden Zuijtwaerts op, tot de Rechtvaert toe, mits in condi-tie dat dit Lodt aen Jan Dirxsen Smits, voor sijn bedeelde

Folio 192v

part, sal uijtrijcken eene somme van een hondert en vijffentseventigh gulden, te weten een hondert gulden gereet bij ’t passeeren, en vijffentseventigh gulden over een jaer naer passeren deser.
Item belooft den voorsr Wouter Dircxsen Smits nomine uxoris, te onder houden Michiel Dircxsen Smits, voorden tijt van ses achtereen volgende jaeren, aenvanck nemende bijt passeren deser, in montcost, wasschen, vringen, vuer ende light, slaepen, sieck ende gesont etc.Ende dat oock voor sijn bedeelde part, ende oft gebeurde dat voorsr Michiel binnen de voorsr ses jaren quame te overlijden, sal hij niet gehouden wesen, aende andere vrienden ietwas diesaengaende uijt te rijcken, is oock expresse conditie, dat oft gebeurde dat den voorsr Wouter Dircxsen Smits en desselffs huijsvrouwe Aeltjen Dircxsen Smits, binnen den voorsr gestelde tijt van ses jaren, quame te overlijden (’t welck verhoopt dat van neen), sal hij Michiel voorsr niet meer gehouden wesen, te betaelen, dan naer loop en labs des tijts. Item noch uijt te rijcken aen Arien Dircxsen Smits eene somme van dartigh gulden eens te betaelen contant.

In kantlijn Staet:
Opden 2e Febr: 1700 soo bekende Jan Dircxsen Smits volgens handt schrift van dato den 20e Junij 1697 van dese neffens staende uijtrijckinge ten volle voldaen en betaelt te wesen, ergo gecasseert.

Item daer tegens is bij blindt lodt te deel gevallen, Arien Dircxsen Smits, op het oostense derdepart vant geseet gelegen ten Zuijde vande Nieuwstraet, behalven het huijs, groot int geheel ontrent vier ende een

Folio 193r

halff hont, belent oost Willem Jansen van Vught, west Wouter Dircxsen Smits, met het huijs en twee der-de parten vant geseet, streckende vander halver Nieuwstraet aff Zuijtwaerts op, tot de Loonse erve toe, mits van het lodt van Wouter Dircxsen Smits eens te genieten eene somme van dartigh gulden gereet en contant.

Parthijen tot d’een en des ander proffijt vertijt ende vertegen naer den rechte vanden Landen, omme ieder sijn bedeelde parceel off parceelen te mogen gebruijcken, als haer eijgen vrij ende alodiael goet, en maelcanderen te wegen ende stegen als naer rechte, en ieder sijn bedeelde parceel off parceelen te onder houden alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte, die met recht uijt ieder sijn aenbedeelde lot is uijtgaende, Ende verbint den voorsr Wouter Dircxsen Smits, voor de voorsr uijt rijc-kinge en beloofde montcost, en logement specialijck sijn persoon ende goederen, als naer rechte. Aldus gepasseert ten overstaen van Adriaen van Andel Schout, Johan Cnaep en Jan Goijertsen Gijben Heemra-den, desen 2e Februarij 1696.

A:v:Andel Johan Cnaep
Jan Ghijben

Losse acte liggende bij Fooio 192v en 193r.
Deze behoort bij bovenstaande acte.

Ick onder geschreven bekenne vol daen te te sijn vav Wouter Dirxsen Smits mijn swaeger, van onsse uijt rijeckeningh wegens onsse deelin die wij tot Cappel hebbe gedaen, begeert der halve dat het sal werde gekassert, sowel in mijn apsenti als presenti, achtum mijn hant desen 20 Juni anno 1697.

                   Diet hantmerck X set Jan Dircksen Smits, al so hij verclaert niet te conne schrijven.
                                                                                                    In presentie van mij Jan Ghijben

Folio 193v

Uijtgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Wouter Ver-heijden ende Adriaan Willemsen Olifiers, als bij Schout ende Gerechte van Besoijen aengestelde Cura-teurs, over den boedel ende nalaetenschap van Za: Geerit Verheijden, in sijne leven Secretaris tot Besoij-en voorsr was, ende alnoch de voorsr Olifiers voor hem selven, ende als blest ende procuratie hebbende van sijne andere susters en broeders, soo daer in gerechtight mocht wesen, ende geven alsoo saemen wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Anthonij vander Nath, seecker buijten delleken gelegen alhier aende straet, groot ontrent drie hont, ofte soo groot ende cleijn als t’selve aldaer achter de huijse van Willem Pruijssers cum suis gelegen is, belent ten oosten Eeltjen Wed: Hoijmaeijer, west Jan Huijsmans, streckende vande erve van Willem Pruijssers en Arien Claessen Vaertman aff, noortwaerts op, tot Nederveen toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechten met recht daer uijtgaende, voorts geloove de voornoemde Compa-ranten in qualitijt voorsr, den cooper int voornoemde delleken te vrije ende waeren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen, tot Nieuwjaer 1696. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep en Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen 14e Febr: 1696.

De cooppenningen sijn volgens Conditie gereet en contant gelt, ter somme van vijff hondert en dartigh gulden, en bekenne sij Comparanten in qualitijt voorsr daer van voldaen te sijn, present dagh datum ut supra.

A:v:Andel Cornelis vanden Houck
Johan Cnaep

Folio 194r

Verclare en bekennen ick ondergesr Maria Roeloffsen wed: Leendert van Pelt, voor Schout, Jan Goij-ertsen Gijben en Cornelis vanden Hoeck Heemraden alhier tot ’s Grevelduijn Cappel, van alsulcke somme van negentien hondert achtendartigh gulden, vijfftien stuijvers, als Cornelis Sprangers in houwelijck heb-bende Catharina van Pelt, opden 1e Meert 1680, voor houwelijcx mede gave ontfangen heeft volgens aenter keninge op seecker procuratie, voor Schout ende Schepenen alhier opden 28e April 1679 gepas-seert, en bijde gelijcke kinderen ende Erffgenamen van Leendert van Pelt aen Maria Roeloffsen verleent, weder voldaen te wesen, en opden 16e September 1683, voor de voorsr houwelijcxe uijtgave over gege-ven te hebbe seecker huijs ende erve, gestaen ende gelegen inde Nieuwstraet, volgens den selve transporte, en verclaert de voorsr Maria Roeloffsen verders Direckt off indireckt aenden voorsr Sprangers nomine uxoris, niet meer voor houwelijcx uijtgaven, uijtgegeven te hebben als aende andere kinderen. Actum den 22e Febr: 1696.

                              Dit ist X hantmerck van Maria Roeloffsen, verclaert niet te connen schrijven

A:v:Andel Cornelis vanden Houck

                                                                                                                         In kennisse van mij
                                                                                                                    H:vander Hoeven, Sris
                                                                                                                                 1696

Folio 194v

                                                       Waterbrieff

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Hendrick Peeters Timmers, inwoonder alhier, den welcke bekende ende verclaerde vercoght te hebben aen Dingeman Cor-nelisen Backers, inwoonder tot Oisterhout, seecker Smal Schip. Met het want, anckers, seijlen etc., ende verders met alle op en dependentie van dien, den voorsr cooper bekent den coop te accepteren bij de-sen, voorde somme van negen hondert gulden, onder Conditie dat de voorsr somme sal worden betaelt ses hondert gulden gereet en de resterende drie hondert gulden in twee egaele ende te gelijcke termijnen, de helft over een jaer, en de wederhelft een jaer daer naer, mits dat den voorsr cooper tot sijne laste neemt aen te betaelen aen Martinus Gijswijck, woonende tot Bommel, uijt de voorsr ses hondert gulden, eene somme van twee hondert en tien gulden acht stuijvers, als den voorsr vercooper aen den voor-noemde Gijswijck, over coop van het voorsr Smal Schip schuldigh is, in alle dagen opden verscheijndagh te betaelen, en quetantie te blijcken, en bekent hij cooper op heden het voorsr schip vanden vercooper ontfangen te hebben, vrij vaert sonder lasten van bijlbrieff off anders, dan voorsr staet, als andere, ver-bint hioj cooper voorsr, specialijck op waterrecht voordr voorsr somme van drie hondert gulden, het voorsr Smal Schip, en generalijck sijne verdere roerende ende onroerende goederen, egeen van dien gereserveert ofte uijtgesondert,

Folio 195r

subjecterende sij Comparante alle Heere, Hove, wette rechte ende rechteren, en principaelijck den Ed: Hove van Hollant, Aldus gepasseert ten overstaen van Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep en Corstiaen de Zeeuw Heemraden, desen 23e Februarij 1696.

Ick dese onderteekent Gijsbert Cornelis van Loenhout, bekenne ende verclare mijn selven te stellen ende Constitueren voor borge ende mede principale schuldenaer voor Dingeman Cornelis Backers, onder ………. van benefitien mij Competerende, voor soodanige somme van driehondert gulden, als deselven Dingeman Cornelis Backers aen Handrik Peters Timmer over coop van seecker Smalschip schuldigh is, alles volgens bovenstaende acte van vercoopinge, met belofte van wanbetalinge deselve drie hondert gulden, des versogt wordende te betalen onder verbant van alle Regten, Hoven, ende Justitien. Actum et Coram ut supra.

                                                                                             Gijsbrecht Cornelissen van Loenhout

A:v:Andel Johan Cnaep
Corstijaen de Seeu

Folio 195v

                                                       Copije

Op huijden den 9e Junij 1694 Compareerde voor mij Hendrick Verbeeck van Coesfelt, Openbaer Nots: bijden Hove van Hollant geadmitteert, in ’s Hage residerende, ter presentie vande getuijgen naergenoemt, Ariaen Jansen Schouten van Raemsdoncq woonende alhier inden Hagh, mij Notaris bekent, soo voor hem selven, ende als vande vier naergelaete kinderen van Wouter Jansen Schouten, geprocureert bij Maeijcken Adrs: Block, alsmede als gestelde vooght vande vier kinderen van Jan Jansen Schouten za:, mitsgaders hem noch sterckmaeckende voor Berent Jansen Schouten sijnen broeder, mede alhier inden Hage woonachtigh, alle legatarissen ende mede Erffgenamen van za: Cornelis Jansen Abberdaen,. Ende verclaerde hij Comparant in qualite voorsr te constitueren ende machtigh te maecken gelijck hij doen bij desen, den Ed: ……………..
van Tilborgh, Notaris ende Procureur binnen G: den Bergh, mitsgaders Raemsdoncq ende Waspick, spe-cialijck omme uijtten naeme ende van wegen hem Comparant in sijn voorsr qualitijt, uijtten boedel ende nalaetenschap vande voornoemde Anneken Jansen Schoute te voorderen ende ontfangen, allen t’geene hem Comparant, soo voor hem selven als in qualite voorsr, uijt crachte van der selver testament van dato den 20e November 1693, voorden Notaris Adr: Hovenaer ende getuijgen alhier inden Hagh gepasseert, is Competeerende ’t sij inder minne ofte bij forme van rechten, mitsgaders publiquelijck te vercoopen soodaenigen

Folio 196r

partijen lant, gelegen tot Cappel, mede uijtten voorsr boedel ende nalatenschap vande geseijde Annetje Jans Schoute gecomen, de coopers daerinne te vesten ende te erven, ende den Comparant inde voorsr qualitijt daer van te ontvesten en te onterven, naer costuijme aldaer gebruijckelijck, de cooppenningen te ontfangen ende te quiteren. Ende voorts dese aengaende alles te doen handelen, ende verrichten ’t gee-ne eenighsints sal worden gerequireert, ende voor oogen sijnde soude connen ofte vermogen te doen, alwaert datter speciaelder last dan voorsr staet, vereijscht wierde, die mede aende geconstitueerde gege-ven, ende voorts mede mette gewoone clausule van substitutie form ad lites quam ad negotia ratigabitie indemusteijt, ende verantwoordinge als naer rechten. Aldus gedaen ende gepasseert in ’s Hage, ter pre-sentie van Bernardus Terbeeck van Coesfelt ende Hugo van van Aken als getuijgen hier toe versoght. Onderstont quod Attestor en was geteeckent. H:T:van Coesfelt.

                                                                                          Accordeert met sijn principaele Copije
                                                                                                                          Quod Attestor
                                                                                                                    H:vander Hoeven, Sris
                                                                                                                                 1696

Folio 196v

Uijtgemaeckt

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Michiel van Til-borgh, Notaris en Procureur tot Geertruijdenbergh, als last ende procuratie hebbende van Adriaan Jansen Schouten, gepasseert voor Hendrick Terbeek van Coesfelt, Notaris ende seeckre getuijgen binnen ’s Ha-ge residerende, in dato den 9e Junij 1694, hier vooren geregistreert, soo voor hem selven ende als vooght vande vier minderjarige hinderen van Wouter Jansen Schouten, ende Maeijcken Adriaensen Block, mits-gaders noch als vooght vande vier kinderen van Jan Jansen Schouten, item alnoch hem sterckmaecken-de voor Berent Jansen Schouten sijnen broeder, alle legatarissen ende mede Erffgenamen van Anneken Jansen Schouten, wed: van za: Cornelis Jansen Abberdaen, item alnoch Jan Dircxsen Dusseldorp in houwelijck hebbende Maria Woutersen Schouten, voor hem selven, ende geven alsoo gesaementlijck wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Cornelis Jansen Schouten, seecker een vierdepart in een buijten dijckse delle groot int geheel eenen mergen, gelegen opt Stapel eijndt, met den laest van een vierdepart vanden dijck, belent oost de Moole steght, west Johan Cnaep, streckende vanden teen vanden dijck aff. Noortwaerts op tot Nederveen toe. Ende dat met alle wegen,stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts geloove den voorsr vercooperen in qualitijt voorsr, den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechte van-den Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1695. Coram Adr: van Andel Schout, Cnaep en vanden Hoeck Heemraden, desen 15e Mert 1696.

De cooppenningen sijn volgens Conditie gereet ter somme van hondert en vijfftigh gulden, en bekent hij Comparant daer van voldaen te sijn dagh datum ut supra.

A:v:Andel Cornelis vanden Houck
Johan Cnaep

Folio 197r

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Dircxken Willems, wed: Cort de Lotten, de welcke verclaerde wettelijck over te geven, aen Govert Prs Timmers haer swager, seecker moer veldeken met den gront, als haer is Comppeterende onder Loon. Item noch een veldeken soo heij moer als sant, als haer is Comppeterende onder Cappel, gelegen ontrent de Ka, achter Heijle Willeken. Item alnoch vijfftigh gulden Capitael als haer is Comppiterende vande kinderen en Erffgenamen van Dirck Wouters Smits. Ende dat uijt …….
Pure armoede, die sij comparante met hare dochter is lijdende, onder Conditie nochtans dat den voorsr Govert Timmers de voorsr Dircxken en haer dochter Teuntje, geduerende den tijt van ander halff jaer sal moeten onderhouden in cost, dranck, cleden, reeden, sieck ende gesont egeen van dien gereserveert, aenvanck genomen hebbende met den eersten Maij XVIc vijffentnegentigh, ende sulcx met consent van Schout ende gerechten alhier, ende oft gebeurde de voorsr Dircxken en haere dochter Teuntjen, binnen den voorsr gestelde tijt van 1 ½ jaer quame te overleijden, sal den voorsr Timmers even wel het voorsr getransporteerde trecken. Actum gepasseert ten overstaen van Adriaan van Andel Schout, Johan Cnaep en Cornelis vanden Hoeck Heemraden, die dese ten register beneffens de voorsr Dircxken Willems hebbe onderteeckent, desen 27e Mert 1696.

Dit ist X handt teecken van Dircxken Willems, verclart door haer swackheijt niet te connen schrijven.

                                                                     Dit ist X hantmerck van Teuntje Peeters Hoeffnagel

A:v:Andel Cornelis vanden Houck
Johan Cnaep

                                                                                                                  In kennisse van mij Sris
                                                                                                                           H: vander Hoeven
                                                                                                                                    1696

Folio 197v

Uijtgemaeckt

Compareerde voor Schout ende Heemraden nan ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt Hendrick ende Go-vert Prs Timmers, voor haer selven, en noch Intervenierende ende de rato caverende voor
Geerit Prs: Timmers hennen broeder, ende geven alsoo t’saemen wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Cornelis Anthonisen Swart, seecker een binnen dij-ckse hoff, met den last vanden dijck, groot ontrent met de putten en cuijlen vijff hont, ofte soo groot ende cleijn alst selve gelegen is opt Stapel eijndt, belent west Jan Teunisen van Pas, oost Cornelis Lawende cum suis, streckende vanden Buijten teen vanden aff, Zuijtwaerts op, tot de H: Geest Armen van Cappel toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts geloove de voornoemde vercooperen, den cooper inden voorsr hoff te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1696. Coram Ad: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen 9e Appril 1696.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenningen in twee paeijen te wesen ter somme van een hondert en vijff gulden, en bekenne sij vercooperen vanden eerste paeij voldaen te wesen dagh datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Opden 28e Maij 1697 soo bekende Hendrick Prs: Timmers voor hem selven mitsgaders als vooght vande weeskinderen van Govert Prs: Timmers, als mede Geerit Prs: Timmers vanden leste paij met tweeen-vijfftigh gulden tien stuijvers voldaen te wesen, Ergo gecasseert.

                                                                                                                          Hendrick Timmers
                                                                                                                               Gerret Timmers

Folio 198r

Uijtgemaeckt.

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt Cornelia Corne-lisen, wed: van Johannes Huijberts Rijcken als testamentaire Erffgename van haeren voornoemde man Zal:, ende gaff in die qualiteijt wettelijck over met eender vrije gifte, soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Michiel den Backer woonende alhier, seecker binnen dijckse delleken ofte bosken, gele-gen aent Stapel eijndt alhier, belent oost Joost Smits, west Wouter Jansen Duijser cum suis, streckende uijt den noorden van ’s Heeren Straete aff suijtwaerts op tot Daniel de Schutter toe, met den last van twee roeden dijck, voor welcke twee roeden dijcks hij getransporteerde stelt tot borge ende verseeckeringe vandien, seecker Dward delleken gelegen onder Waspick, groot ontrent drie hont en dartigh roeden, ’t welck huijden mede wort aenden getransporteerde overgegeven. Ende dat verders met alle wegen, ste-gen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft de voor-noemde vercoopersse den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Lande, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1696. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Hendrick Teinisen Timmerman Heemraden, desen 12e Appril 1696.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van ses gulden, en bekent sij vercoopersse daer van voldaen te wesen dagh datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Dit ist X handtmerck van Hendrick Teunisen Timmerman

Folio 198v

Erffdeelinge voor recht aen Schout ende Gerechte van ’s Grevelduijn Cappel aengebraght, bij ende van wegen Meerten en Corstiaen Jansen Mutsaert, mitsgaders Hendrick Oirlemans als vader ende vooght over sijne drie kinderen met naeme, Jan, Arien en Maeijcken Hendricx Oirlemans, verweckt bij Marie Jan-sen Mutsaert, ende sulcx met consent van Schout ende Gerechte voornoemt. Ende dat vande Erffgoe-deren bij Maeijcken Meertens henne respective moeder ende grootmoeder is achtergelaeten, ende is de deelinge als volgende is.

Inden eerste soo is bij blindt Lot te deel gevallen Meerten Jansen Mutsaert, eerstelijck de helft opde on-verdeelde huijsinge, stede ende ackerlant daer aengelegen, gestaen ende gelegen alhier aenden oosten cant vande Nieuwvaert, groot int geheel ontrent ses hont, belent noorden Wouter Ariensen van Tilborgh, Zuijden Johan de Roij, streckende vander halver Nieuwvaert voorsr aff, oostwaerts op, tot d’erve vande weeskinderen van Cornelis van Tilborgh toe.
Item alnocg de helft van een heijcken gelegen aende oosten candt vande Nieuwvaert, groot int geheel drie vierendeel honts, belent Zuijden Jan Eelen Nieuwenhuijsen cum suis, noorden Johan de Roij, strec-kende vande

Folio 199r

erve van Adriaen Teunisen Pols aff, oostwaerts op, tot d’erve vande kinderen van Cornelis van Tilborgh toe, met noch de helft in vijffentwintigh roeden, in een ander heijcken gemeen off bedeelt met Corstiaen Mutsaert, belent Zuijden Johan de Roij, noorden Corstiaen Mutsaert, streckende als vooren.
Item noch de helft in een vierdepart van een Lot moeren, gelegen inden Hoeck onder Loon, gemeen met Johan Snaphaan cum suis, soo groot en met sijn belendinge ’t selve aldaer gelegen is.
Item alnoch de helft van een moer veldeken, gemeen met de wed: Dirck Woutersen Smits, gelegen op Willem van Gents vaert, soo groot ’t selve aldaer gelegen is, belent noorden Hendrick Sprangers, Zuijden Johan de Roij, streckende vander halver Willem van Gents vaert aff, totten Quekel sloot toe, mits dat dit Lot vande weeskinderen haer Lot, te wete de drie geerden, eens sal genieten eene somme van een hon-dert en vijffentwintigh gulden.

Opden 15e Maij 1700 soo Compareerde Meerten Jansen Mutsaert, den welcke bekende van dese bo-venstaende somme van 125 gulden alsmede van alle actien en pretentien over en weder voldaen en be-taelt te zijn door handen van de voorsr kinderen.

                                                                                                                            Meerten Mutsaert

2.
Item ten tweede is bij blindt Lot te deel gevallen Corstiaen Jansen Mutsaert, de wederhelfte gelijck het eerste Lot is bedeelt, met deselve belendinge groote en streckinge als vooren, mits oock van het derde Lot off weeskinderen eens sal genieten eene somme van een hondert vijffentwintigh gulden.

Opden 15e Maij 1700 soo bekende Cristiaan Mutsaart van dese bovenstaande 125 gulden, vo;daan te wesen, oock bekent hij geen actie off presentie opdeselve weeskinderen van Hendrick Oirlemans te heb-ben, als bekende mede daar van ten volle voldaan en betaalt te wesen.

                                                                                   Christijan IJansen Mutsaert

3.
Item ten derde soo is bij blindt Lot bedeelt

Folio 199v

Den voorsr Hendrick Oirlemans ten behoeven als vooren, op drie geerden hoij ofte weijlant, in een stuck van ses geerden, onverdeelt met de kinderen Cornelis Jansen Geenen cum suis, gelegen onder Neder-veen Cappel, belent oost Johan Cnaep cum suis, west Cathalijn Geerits cum suis, streckende van ’s Gre-celduijn Cappel aff, noortwaerts op tot de Heerlijch Meeuwen toe, mits aende twee andere Looten eens uijttekeeren eene somme van twee hondert en vijfftigh gulden.

Parthijen hebben tot d’een en des anders proffijt vertijt ende vertegen naer den regte vanden Landen, omme ieder sijn bedeelde parceel off parceelen, (en haeffelijcke en meuble goederen, op den 19e deser bij hun condividenten met consent van Schout ende Gerechte voornoemt als oppervooghden gedeelt), te mogen gebruijcken als haer ander vrij ende allodiaal goet. Ende ieder ’t sijne te onderhouden alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte, die met recht uijt ieder sijn bedeelt parceel off parceelen is uijtgaende, en geloove sij condividenten voorts maelcanderen in cas op eenigen hen be-deelde parceel off parceelen, eenige calangie quame te gereijsen, (’t welck verhoept wert van neen), te helpen garanderen en dragen. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van Adr: van Andel Schout, Corstiaen de Zeeuw en Hendrick Teunisen Timmerman Heemraden, desen 20e Appril 1696.

A:v:Andel Corstijaen de Seeu
Dit ist X hantmerck van Hendrick Teunisen Timmerman

Folio 200r

Erffdeelinge voor recht aen Schout ende Gerechte van ’s Grevelduijn Cappel aengebraght bij Arien Heij-ligers in houwelijck hebbende Anneken Cornelisen, Arien Cornelisen, ende Elant van Dongen als vooght over het onmondigh weeskint van Jacob Ariensen van Dongen, verweckt bij Stijntjen Cornelisen, ende sulcx met consent van Schout ende Gerechte voornoemt, als oppervoogden, ende dat van alle de Erffgoederen bij hunne respective moeder Peeterken Willems achtergelaeten ende id de deelinge als volght.

Inden eersten is bij blindt Lodt te deele gevallen Arien Heijligers, eerstelijck op een geerdt hoij ofte weij-lant in een stuck van tien geerden, gemeen ende onbedeelt met de Heer van Cappel cum suis, gelegen onder Nederveen Cappel, belent oost Meerten de Bie cum suis, west Johannes vander Werck cum suis, streckende van ’s Grevelduijn Cappel aff, noortwaerts op tot den Scheijsloot toe.
Item alnoch de helft van twee en een vierde hont ackerlant, genaempt den Langen acker, sijnde de oijst sijde, gelegen aende west sijde van Willem van Gents vaert, belent west het weeskint

Folio 200v

met de weder helft, oost Jacob Jansen van Hamont, streckende van een steeghdeken aff, noortwaerts op tot d’erve van Jan van Pas toe.

Ten tweeden is bij blindt Loth te deele gevallen Arien Cornelisen, eerstelijck het huijs, hoff en erve aenge-legen, gestaen ende gelegen aende weste candt vande Willem van Gents vaert, groot ontrent twee hondt, belent Zuijden Meerten Dolck, noorden een steeghdeken, streckende van der halver Willem van Gents vaert aff, westwaerts op tot ‘d erve van Meerten Dolck toe.
Item noch de helft in eenen Beijster, groot int geheel drie mergen, onverdeelt met Daniel den Schutter tot Waspick, gelegen opt Stapel eijndt, belent oost Joost Smits, west Aentjen Bastiaenen, met den last van een roij en negen voeten dijcks, streckende van de erve van Peeter Cornelisen Leempoel aff, tot d’erve van Joost Smits cum suis toe.

Ten derde is bij blindt Loth te deele gevallen Elant van Dongen als vooght van het onmondigh weeskindt van Jacob Ariensen van Dongen, verweckt aen Stijntjen Cornelisen, en silcx tot behoeff van ’t voorsr weeskint, eerstelijck op drie

Folio 201r

hont ackerlant gelegen ten weste van Willem van Gents vaert, belent oost het selve weeskint met de helft van den Langen acker, west Meerten van Campen, streckende vande erve van Ad: Teunisen Pols aff, noortwaerts op tot d‘erve van Meerten van Campen toe.
Item noch de helft van twee en een vierde hont ackerlant, gejegen als vooren, sijnde de westense helft, belent oost Arien Heijligers, west het selve weeskint, streckende van een steeghdeken aff, noortwaerts op tot Jan van Pas erve toe.
Item alnoch een bosken gelegen ten weste van Willem van Gentsvaert, groot ontrent een hondt, belent noorden Jenneken Scheppen, zuijden Jan Dingeman Deckers, streckende van der halver Willem van Gents vaert aff, westwaerts op tot d’erve van Joachem den Grooten toe.

Parthijen hebben tot des een en des ander proffijt vertijt ende vertegen naer den rechte vanden Landen, omme ieder sijn bedeelde te mogen gebruijcken, alshaer ander vrije ende allodiaal goet, ende ieder ’t sijne te onderhouden alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht uijt ieder sijn bedeelt parceel off parceelen is uijtgaende. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van Ad: can Andel Schout, Johan Cnaep ende Cornelis van den Hoeck Heemraden, desen 3e Maij 1696.

A:v:Andel Cornelis vanden Houck
Johan Cnaep

Folio 201v

Uijtgemaeckt

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt Dirck Dircxsen Timmer, den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Peeter de Roij, seecker huijfwerffken met de steenen en hout op leggende, en erve aengelegen, gelegen ten ooste vande Nieuwvaert, groot ontrent een hont, en t’sevenentachtigh roe-den, ofte soo groot ende cleijn als t’selve alsaer gelegen is, belent Zuijden den cooper, noorden Cornelis Aerden vanden Hout, streckende vander halver Nieuwvaert aff, oostwaerts op tot d’erve van Wouter Jan-sen Duijser toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den voornoemde vercooper den cooper int voornoemde goet te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1696. Coram Adriaan van Andel Schout, Johan Cnaep, Jan Goijerts Gijben ende Cornelis van-den Hoeck Heemraden, desen 10e Maij 1696.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen in drie egaele termijnen te wesen ter somme van drie hondert gulden, te weten een derdepart gereet, een derde over een jaer, en het resterende derdepart een jaer daer naer, en bekent vanden eerste paeij voldaen te wesen met hondert gulden.

A:vÄndel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Opden 92 Maij 1697 soo bekende Dirck Dircxsen Timmers vanden tweede paij met 100 gulden voldaen-wesen.

Op heden 21e 9ber 1707, soo Compareerde Dirck Dircxsen Timmers, den welcke bekende vanden laatste paaij met intrest tot dato deses toe, voldaen en betaelt te sijn.

                                                                                                                  Dierck Dierken Timmer

Folio 202r

Uijtgemaeckt op behoorlijck zegel

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoempt Laureijns Rom-bouts, den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Anthonij vander Nath seecker buijten dijckse delle, gelegen alhier opt Stapel eijndt, groot ontrent vijff hont ofte soo groot ende cleijn als deselve aldaer gelegen is, belent oost Adri-aan de Roij, west Corstiaan de Bie, streckende vanden teen vanden dijck aff, noortwaerts op tot Neder-veen toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den voornoemde vercooper den cooper inde voorsr delle te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1696. Coram Adriaan van Andel Schout, Johan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen 21e Maij 1696.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen te wesen ter somme van vier hondert en vijfftigh gul-den, waar van een custingh brieff is gemaeckt.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Folio 202v

Datum ut Supra Compareerde Anthonij van der Nath, den welcke verclaerde gecoght te hebben van Lau-reijns Rombouts, seecker buijten dijckse delle gelegen opt Stapel eijndt, groot ontrent vijff hont, belent en streckende als inden transporte op hodie aenden voorsr vander Nath gedaen, bekent wel en deugh-delijck schuldigh te wesen aenden voorsr vercooper, de somme van vier hondert en vijfftigh gulden, spruijtende ter saecke ende over coopvande voorsr delle, geloovende deselve somme te betaelen van heden datum ondergesr over een jaer, aenden rechte thoonder deses, met den Intrest van dien tegens vier gulden vant hondert. Ende cas hij debiteur de voorsr somme over een jaer niet en voldeede, sal den intrest blijve continueren totte volle effectueele voldoeninge toe, verbindende daer voor specialijck de getransporteerde delle, ende voorts generalijck sijn persoon ende goederen hebbende ende vercrijgende, adsubjecterende alle Heeren, hoven wetten rechten ende rechteren, en principaelijck den Ed: Hove van Hollant. Actum Coram dagh datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Opden 16e December 1696 soo bekende Laureijns Rombouts vanden boven gesr custingh brieff voldaen te sijn ergo gecasseert.

                                                                                                                          Laurens Rombouts

Folio 203r

Uijtgemaeckt.

Datum ut supra Compareerde Anthonij vander Nath, den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is aen ende tot behoeff van Geerit Thijssen van Riel, seecker halff binnen delleken bedeelt met Teunis Jansen van Hamont, groot ontrent int geheel eenen mergen, gelegen ten weste vande Nieuwvaert, belent noorden Teunis Jansen van Hamont, Zuijden Cathalijn Geerits, streckende vander halver Nieuwvaert aff, westwaarts op tot den halven quekel sloot toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den voornoemde vercooper, den cooper inde voorsr halve delle te vrije ende te waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1696. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep en Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen 21e Maij 1696.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen de wesen ter somme van een hondert en ses gulden, te betaelen, den eersten October XVIc sevenentnegentigh,

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Opden 3e December 1697 soo bekende den voorsr vercooper van dese boven gesr somme van hondert en ses gulden.

Folio 203v

Uijtgemaeckt.

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Govert Jansen Cluijtenaer, den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tpt behoeff van Frans Bastiaensen Vermeer, seecker binnen dijckse hoff, gelegen aenden oosten candt vande Nieuwvaert, met den last vanden dijck, groot ontrent ses hont. Belent oost Jan van Pas, west den cooper, streckende vanden buijten dijckse Ausloot aff, noortwaerts op, tot den halvem watergangh toe, ende dat in dier voegen als hem vercooper bij deelinge is aengecomen van Lambert Cornelisen van den Hoven, ende Elisabet vander Punten, gepasseert voor wethouderen van Venloon, in dato den 26e Meij 1696. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den voornoemde vercooper den cooper inden voorsr hoff te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer, calangie ende aentael dier op is, aff te doen tot het jaer 1696 toe. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep, Cornelis vanden Hoeck ende Hendrick Teunisen Timmerman Heemraden, desen 5e Junij 1696.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van vijffentwintigh gulden, en bekent hij vercooper daer van voldaen te wesen dagh datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck
Dit ist X hantmerck van Hendrick Teunisen Timmerman

Folio 204r

Erffdeelinge voor recht aen Schout ende Gerechte van s’Grevelduijn Cappel aengebracht, bij Jan ende Geerit Melsen Crol, mitsgaders Delia Melsen Crol, wed: van wijlen Anthonij van Nederveen, ende dat van de Erffgoederen achtergelaeten bij Arien en Hendrick Geeritsen Pachters haeren respectieve oomen, beij-de in haer leven gewoont hebbende alhier tot Cappel, ende is de deelinge als hier volgende is.

Inden eersten is bij blindt Loth te deel gevallen Jan Melsen Crol, inden eersten de gerechte helft van een huijsinge, schuer, hoff geboomte en erve aen gelegen, gestaen ende gelegen alhier aende straet, groot ontrent int geheel eenen mergen, onverdeelt met Geerit Melsen Crol, belent oost Johan Cnaep cum suis, west Corstiaen Glaviman, streckende vanden buijten teen vanden dijck aff, Suijtwaerts op tot den water-gangh toe.
Item alnoch een buijten dijckse delle, gelegen als vooren, achter de huijsinge van Arien Hendricxse Tim-mer, groot ontrent ses hont en t’sestigh roeden, belent oost Joris de Bie cum suis, west Adriaan van An-del Schout tot Cappel, streckende

Folio 204v

vande erve van Arien Hendricxse Timmer aff, noortwaerts op tot Nederveen toe.
Item alnoch twee en halff met een achtste geert hoij offte weijlant, in een stuck van tien geerden, gemeen ende onverdeelt met Corstiaen Glaviman cum suis, gelegen onder Nederveen Cappel, belent oost Huijgert Jansen Coenen, west Meerten van Campen, streckende van Cappel aff, tot den halven Scheijsloot toe.
Item alnoch de helft van een quaet huijsken met de helft van ses hont ackerlant achter aen, gestaen ende gelegen ten ooste vande Nieuwvaert, onverdeelt met Geerit Melsen Crol, belent Zuijden Marie de Roij, noorden Peeter Adriaensen den Jongen, streckende vander halver Nieuwvaert aff oostwaerts op, tot d’erve vande kinderen Cornelis van Tilborgh toe, mits dit Lot uijt te rijcken aen Geerit Crol drie hondert en vijfftigh gulden, en aen Delia Crol seven hondert gulden eens, en bekenne vandeselve somme ieder vol-daen en betaelt te sijn.

Item ten tweede is bij blindt Loth te deel gevallen Geerit Melsen Crol, eerst een gerechte sestepart van een huijs, schuer en erve aengelegen, gestaen ende gelegen alhier aende straet, groot ontrent ses hont, onverdeelt met met Jan

Folio 205r

Jan Crol en hem Geerit Crol, belent oost Johan Cnaep cum suis, west Corstiaen Glaviman, streckende vanden buijten teen vanden dijck aff Zuijtwaerts op, totten watergangh toe.
Item noch drie geerden hoijlants gelegen in Nederveen, in een stuck van ses geerden, gemeen ende on-verdeelt met Corstiaen Glaviman, belent oost de kinderen Jan Wouters van Tilborgh, west den Armen van Cappel cum suis, streckende van ’s Grevelduijn Cappel aff, tot de Heerlijckheijt Meeuwen toe.
Item noch vier geerden aenwas met een en een halff hont hooghlant gelegen als vooren, gemeen met Corstiaen Glaviman, belent oost Adriaan de Roij cum suis, west de wed: Jan Sprangers inde Vrijhoeven, streckende vande erve van Meerten van Campen aff, noortwaerts op, tot de Heerlijckheijt Meeuwen toe.
Item noch een binnen delleken gelegen ten ooste vande Nieuwvaert, groot ontrent drie hont, belent noor-den Michiel Denis de Haen den Jongen, Zuijden Bastiaen Jansen Boer, streckende vander halver Nieuw-vaert aff, oostwaerts op, tot d’erve van Jan Sprangers wed: toe.
Item alnoch de helft van een quaet huijsken met de helft van ses hont ackerlant achter aen gelegen, gestaen ende gelegen ten ooste vande Nieuwvaert, onverdeelt met Jan Crol,

Folio 205v

belent ten Zuijden Marie de Roij, noorden Peeter Adriaensen den Jongen, streckende vander halver Nieuwvaert aff, oostwaerts op tot d’erve vande kinderen Cornelis van Tilborgh toe, mits uijt te reijcken aen Delia Melsen Crol ter somme van drie hondert vijffentseventigh gulden, waar van sij bekent voldaen te wesen.

Item ten derde is bij blindt Loth te deele gevalle Delia Melsen Crol, wed: voorsr op vijff geerden hoijlant in een stuck van tien geerden, gelegen onder Nederveen, gemeen ende onverdeelt met Meerten de Bie cum suis, belent oost Geerit Crol en deselve, west den Hoog Edele Heere van Cappel cum suis, streckende van Cappel aff noortwaerts op tot den halven Scheijsloot toe, mits vande andere twee looten te genieten, te weten van het eerste Lot Jan Crol seven hondert gulden, en van het tweede lot Geerit Crol drie hondert vijffentseventigh gulden, met bekentenisse vande voorsr somme voldaen te wesen.

Parthijen hebben tot des een en des anders proffijt vertijt ende vertegen

Folio 206r

naer den rechte vanden Landen, omme ieder ’t sijne bedeelde parceel off parceelen te mogen gebruijcken als haer ander vrij ende allodiaal goet, ende ieder op’t sijne te onder houden alle wegen, stegen, schou-wen, watergangen ende nabueren rechte met recht uijt ieder sijn bedeelt parceel off parceelen is uijtgaen-de. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van Adriaan van Andel Schout, Johan Cnaep ende Cor-nelis vanden Hoeck Heemraden, desen 21e Junij 1696.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Folio 206v

Uijtgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt Maijcken Roe-loffs, ende verclaerde soodanige gifte van haer huijs ende geseet, gestaen ende gelegen aende Suijden candt vande Nieuwstraet alhier, belent oost Bastiaen Jansen Boer, west de wed: Geerit Paenacker, strec-kende vander halver Nieuwstraet aff Suijtwaerts op, tot de Loonse erve toe, als sij opden 16e September 1683 aen haeren schoonsoone Cornelis Sprangers bij provisie voor houwelijck goet, voor Schout ende Gerechten alhier heeft gepasseert, bij desen te approberen ende Lauwderen voor eene finale vaste ende eeuwige coop, ende oversulcx t’selve huijs ende geseet aenden voornoemde Sprangers finalijck mits desen over te geven voor de somme van negentien hondert achtendartigh gulden vijfftien stuijvers, be-kennende sij Comparante vande selve Cooppenningen voldaen te sijn, ende belooffde sij Comparante ’t selve getransporteerde te vrije ende waaren, alle voorcommer calangie ende aentael dier op is, aff te doen, ende verders alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer toe behoorende bijden transportant te onderhouden, aldus gepasseert ten overstaen van Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Corstiaan de Zeeuw Heemraden, desen 23e Augustij 1696.

A:v:Andel Johan Cnaep
Corstijaen de Seeu

Folio 207r

Uijtgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Pieter van Geldorp in houwelijck hebbende Lijsbet Timmers, den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is aen ende tot behoeff van Jan vander Hoeven, seeckeren dries gelegen opde Hoogevaert, groot ontrent seven hont, ofte soo groot ende cleijn als den selven al-daer gelegen is, belent Zuijden de wed: Do: Henricus Verhoeven cum suis, noorden den Ed: Heere vande Zuijdewijn, streckende vander halver Hooghvaert aff westwaerts op, tot d’erve vande wed: Govert vander Hoeven toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtbaende, voorts gelooft den voornoemde vercooper den cooper inden voorsr dries te vrij ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1696. Coram Adriaan van Andel Schout, Johan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen 3e September 1696.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenningen in twee egaal ende te gelijcke termijnen te wesen ter somme van vijff hondert vijffentnegentigh gulden, en bekent hij vercooper vanden eersten termijn met 297-10-0 voldaen te sijn.

A:v:Andel Cornelis vanden Houck
Johan Cnaep

Opden 7e 7ber: 1697 soo bekende Pieter van Geldorp vanden tweede termijn met twee hondert seven-entnegentigh gulden vier stuijvers voldaen te wesen.

                                                                                                                        Pieter van Gelderop

Folio 207v

Uijtgemaeckt.

Compareerde voor voor Schout ende Gerechte van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Claes Jansen Maes weduwnaer van Za: Sijcken Eeuwisen als vader ende vooght van sijne vijff kinderen met naeme Marie, Adriaentjen, Janneken ende Teunis Claesen Maes, ende geeft in die qualitijt wettelijck met consent van Schout ende gerechte alhier, als opper vooghden, aen ende tot behoeff van Eeltjen wed: Arien Jan-sen Hoijmaijer ende dat voor twee willekeuren, den eene Cap: een hondert gulden, in dato den 17e No-vember 1671, en den andere Capp: een hondert en ’t setigh gulden in dato den 25e September 1674, beij-de gepasseert voor Schout ende Heemraden alhier, seecker quaet huijsken met ontrent drie hont acker-lant, ofte soo groot ende cleijn als selve gestaen ende gelegen is aenden Zuijde candt vande Nieuw-straet, belent oost Hendrick Sprangers, west Jan Corsten van Pas cum suis, streckende vander halver Nieuwstraet aff Zuijtwaerts op, totte Loonse erve toe, onder Conditie dat den voornoemde Claes Jansen Maes sijn leven lanck geduerende, den voorsr acker ten halven sal saijen, en het huijs bewoonen, den hout wasch rontom en op de voorsr erve wast en staet sal hij oock behouden, om aende voorsr huijsinge te gebruijcken, mits bijden selven Maes te betaelen eenen stuijver verpondinge soo als die om geslagen sal worden, en in cas van niet voldoende den voorsr stuijvers, sal de cooperse ten haere ceuze staen, om hem uijt het huijs en lant te setten. Ende alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rech-te bijden voorsr Maes geduren sijn gebruijck te onderhouden, voorts gelooft den voornoemde transper-tant de getransporteerde daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle ver-pondingen, soo ordinair als extraordinair dier ten achteren staen, bijde getransporteerde te betaelen tot Nieuwjaer 1697. Coram Adr: van Andel Schout, Cnaep en Gijben Heemraden, desen 14e September 1696.

Parthijen verclaren voor recht den rechte coop gelijck hier vooren staet, ter somme van 260 gulden te wesen, met bekentenisse vande selve willeceuren voldaen te wesen.

A:v:Andel Johan Cnaep
Jan Ghijben

Folio 208r

Uijtgemaeckt.

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Geertruijt Wouter-sen Vissers, wed: van Teunis Ariensen Zeeuw als testamentaire vooghdesse over hare kinderen en kints kinderen, de welcke verclaert wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Dirck Aertsen Timmer haere schoonsoon, seecker gerechte helft, sijnde de zuijdense helft van negen hondt, ackerlant, gelegen ten ooste vande Nieuwvaert ofte soo groot ende cleijn als den selven aldaer gelegen is, belent Zuijden Jan Huijsmans, noorde de gerechte wederhelft op hodie aen Jacob van Nieuwenhuijsen getransporteert, streckende vande halver Nieuwvaert aff oostwaerts op tot d’erve van Wouter Jansen Duijsers toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht hier uijtgaende, voorts gelooft de voornoemde vercooppersse den coo-per inden voorsr halven acker te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voor vommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1697. Coram Ad”van Andel Schout, Johan Cnaep, Corne-lis vanden Hoeck ende Hendrick Teunisen Timmerman Heemraden, desen 6e October 1696.

Parthijen verclaren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van vier hondert gulden, en bekent sij vercooperesse daer van voldaen te wesen dagh datum ut supra.

A:vÄndel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Folio 208v

Uijtgemaeckt.

Datum ut supra Compareerde de voorsr Geertruijt Woutersen Visser wed: voorsr, de welcke verclaert wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Geerit Woutersen Duijser haeren schoonsoon, seecker huijs hoff met de erve daer aen gelegen, groot ontrent acht a tien hont, ofte groot ende cleijn alst selve gestaen ende gelegen is, achter aende straet tot Cappel, belent oost Adriaan de Roij, west Hendrick Petersen Timmers, streckende vanden buijten teen vanden dijck aff Zuijtwaerts op, tot den halven watergang toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, wa-tergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft de voornoemde vercoopersse den cooper int voorsr huijs en erve te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voor-commer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1697. Coram dagh datum ut supra.

De cooppenningen sijn volgens Conditie in twee egaele ende te gelijcke termijne ter somme van ses hon-dert vijffendartigh gulden, en bekent sij vercooperse ontfangen te hebben, een hondert en vijffendartigh gulden.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Folio 209r

Ten voorsr dage Compareerde Geerit Woutersen Duijsers, den welcke verclaerde gecoht te hebbe van Geertruijt Woutersen Vissers wed: van Teunis Ariensen Zeeuw, seecker huijs, hoff en erve aengelegen, groot acht a tien hondt gestaen ende gelegen alhier aende straet, belent en streckende als inden transpor-te op hodie aenden voornoemde Duijsers gedaen, bekent wel ende deughdelijck schuldigh te wesen, aende voorsr vercooppersse off rechte thoonder deses, de somme van vijffhondert gulden, spruijtende ter saecken ende over rest vanden eerste en tweede paeij vanden coopinge vande voorsr huijsinge, be-loovende deselve somme te betaelen, te weten den tweede paeij sijnde 317-10-0 van heden datum over een jaer sonder intrest, soo hij debiteur ’t voor den verscheijndagh betaelt, ende in cas langer onder hou-dinge, edoch met believe vande voorsr creditrise, sal hij debiteur tot intrest betaelen tegens vier gulden percento, verbindende daer voor specialijck ’t getransporteerde huijs en erve, en voorts generalijck sijn persoon ende goederen hebbende ende vercrijgende, adsubjecterende alle Heeren hoven wette rechte ende rechteren en principaelijck den Ed: Hove van Hollant. Coram en dagh datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Opden 26e Meert 1701 soo bekende Geertruijt Woutersen Visschers ontfangen te hebben van Geerit Duijsers, de somme van vijffentachtentigh gulden, twaalff stuijvers acht penningen, opden intrest vant bovengeschreven Capitael dat verschenen en noch te verschijnen staat.

                                                                                                     Ick Geertruijt Woutersen Visser

Desen bovenstaande Custingbrieff bij de Erffgenamen verdeelt, dus gecasseert, desen 28e Meij 1709.

                                                                                                                              Dierck Timmers
                                                                                                                            Antoni van Dalen

Folio 209v

Uijtgemaeckt.

Datum ut supra soo geeft deselve vercoopersse alnoch wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Jacob van Nieuwenhuijsen, seecker gerechte helft van negen hont ackerlant, sijnde de noordense helft, ofte soo groot ende cleijn als den selve ten ooste vande Nieuwvaert gelegen is, belent noorden Hendrick Aertsen Timmer, Zuijden de gerechte wederhelft op hodie aen Dirck Aertsen Timmer getransporteert, streckende vander halver Nieuwvaert aff oostwaerts op, tot ‘d erve van Wouter Jansen Duijser toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende na-bueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft de voornoemde vercoopersse den cooper inden voorsr halven acker te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1697. Coram en dagh datum ut supra.

De cooppenningen sijn volgens Conditie in drie paijen ter somme van ses hondert en dartigh gulden, de helft gereet, en de ander helft in twee paijen d’eene helft over een jaer, ende d’ander helft een jaer daer naer, en bekent vanden ersten paij met 315 gulden voldaen te wesen, datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Opden 4e December 1697 soo bekende de voorsr vercoopersse vanden tweede paeij met een hondert sevenenvijftigh gulden tien stuijvers voldaen te wesen.

                                                                                                               Geertruijt Wouters Visser

Opden 4e Xber 1698, soo bekende de voorsr vercooperse vanden lesten termijn met een hondert seven-envijfftig gulden tien stuijvers voldaen te wesen door den cooper.

                                                                                                                       Ick Geertruijt Visser

Folio 210r

Uijtgemaeckt.

Deselve vercoopersse geeft alnoch wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeffvan Niclaes van Tilborgh seecker een en een halff hondt ackerlant, gelegen ten weste vande Nieuwvaert, ofte soo groot ende clijn alst selve aldaer gelegen is, belent Zuijde Anneken van Til-borgh, noorden den cooper, streckende vander halver Nieuwvaert aff, westwaerts op tot den Quekel toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaen-de, voorts gelooft de voornoemde Vercooppersse den cooper int voorsr goet te vrije ende waaren naar den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1697. Coram en dagh datum ut supra.

De cooppenningen sijn volgens Conditie in twee egael ende te gelijcke termijnen ter somme van een hon-dert en t’negentigh gulden, en bekent vanden eerste termijn voldaen te sijn, datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Opden 23e 9ber 1697 soo bekende de voorsr wed: vanden laetste termijn met vijffentnegentigh gulden voldaen te wesen door hande vanden cooper.

                                                                                                                         Geertruijt de Visser

Folio 210v

Uijtgemaeckt.

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Wijnant van Cleeff ende Cornelis Janssen de Jongh als getrouwt met Pitternella van Cleeff, ende verclaerde sij comparanten wettelijck te transporteren ende met eender vrije gifte over te geven soo s als sij doen bij desen, aen en-de tot behoeff van Anthonij vander Nath, seecker binnen dijcks delleken, gelegen aenden oosten candt vande Nieuwvaert, groot ontrent drie hondt, ofte soo groot ende cleijn het selve aldaer gelegen is, belent noorden Govert vander Punten, Zuijde Maria de Bruijn, streckende vander halver Nieuwvaert aff oost-waerts op tot Govert vander Punten erven toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts geloove de voornoemde Comparanten den coo-per int voorsr delleken te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie dier op is aff te doen tot Nieuwjaer 1697. Coram Ad: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Hen-drick Timmerman Heemraden, desen 11e October 1696.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen in twee paije te wesen ter somme van een hondert en vijfftigh gulden, tachtentigh gulden gereet, en bekenne ontfangen te hebbe en’t seventigh gulden te Meij toecomende 1697.

A:v:Andel Johan Cnaep
Dit ist X hantmerck van Hendrick Teunisen Timmerman

Opden 1e Augustij 1697 soo bekende Wijnant van Cleeff ende Cornelis Janssen de Jongh vanden tweede paij met ’t seventigh gulden voldaen te wesen.

                                                                                                              Corneles Janssen de Jonge
                                                                                                                          Wijnant van Cleeff

Folio 211r

Erffdeelinge aengebracht voor Schout ende Gerechte van ’s Grevelduijn Cappel, bij ende tusschen Jan Baudewwijns als getrouwt met Marie van Tilborgh, mitsgaders Wouter ende Nicolaes van Tilborgh ende Anthonij Timmers Schout van Vrijhoeven, saemen als vooghden ende toesienders van Adriaentjen ende Anna van Tilborgh, gesaementlijck kinderen van Cornelis van Tilborgh ende Teuntjen Timmers, wegens alle soodaenige goederen als van henne voorsr ouders naergelaeten sijn, ende dit alles bij consent van Adriaan van Andel Schout van Cappel, als oppervooght, ende sijn de lothen gevallen als volght,

Eerstelijck is Jan Bauwdewijns als getrout hebbende Marie van Tilborgh te deele gevallen, ende sal in erffelijcheijt hebben ende behouden ’t geseet mettet huijs ende geboomte daer op staende, gelegen ten ooste vande Nieuwvaert, groot ontrent vijff hondt, off soo groot ende cleijn ’t selve aldaer gelegen is, belent Suijden Peeter Ariensen den Jongen, noorden de wed: Jan Timmeren, streckende vander halver Nieuwvaert aff, oostwaerts op tot de Dwars ackers toe, mits lijdend den dagelijcxen overweght ten be-hoeve vanden Dwars acker nan Anna van Tilborgh.

Folio 211v

Alnoch ontrent vijff alff hondt ackerlant mede ten ooste vande Nieuwvaert gelegen, Suijden de wed: Jan Teunisen Paens, noorden Adriaan Teunisen Pols, streckende vande halve Nieuwvaert, oostwaerts tottet Heijcke toe.
Ende eijndelijck de helft van een parceel ontrent vijff off ses hondt, inden Hoeck onder Cappel gelegen, belent ende streckende ten oosten neffens Venloon, gemeen met de kinderen Adriaan Teunisen Timmers.

Ten anderen sijn de voornoemde vooghden ten behoeve van Adriaantjen van Tilborgh beerffdeelt op derdehalff geerden hoijlants in Nederveen, in een parceel van vijff geerden, gemeen met de wed: Adriaan Visseren, soo ’t selve aldaer streckende is.
Alnoch een parceel ackerlant groot ontrent drie en een halff hondt, gelegen ten ooste vande Nieuwvaert, belent Zuijden Corstiaen de Zeeuw, noorden Corstiaen de Zeeuw, noorden Corstiaen Glaviman, strecken-de vander halver Nieuwvaert, tot de Heije toe.
Mitsgaders de moeren gecoght vande kinderen Peter Adriaensen Bongh inden Hoeck onder Cappel gele-gen.

Eijndelijck sijn de voornoemde vooghden

Folio 212r

voor ende ten behoeve van Anna van Tilborgh te deele bevallen op eenen dubbelen weijdries gelegen ten ooste vande Nieuwvaert alhier, groot ontrent negen hondt, belent Zuijden de Nieuwstraet, noorden Corstiaen de Zeeuw, streckende vander halver Nieuwvaert aff oostwaerts, tot d’erve van Jan Teunisen van Dongen toe.
Alnoch den Dwars acker groot ontrent ses hondt, ofte soo groot ende cleijn denselve aldaer gelegen is, streckende van Neeltjen Visschers erve, tot Niclaes van Tilborgh erve toe, belent oost Bastiaan van Esch, west de Nieuwvaertse ackers, mits dat dit parceel sijnen dagelijckse over weght saj hebbe over den acker en steede hier vooren op Jan Baudewijns bedeelt.
Alsmede de moeren ende gerechtigheden desen boedel compererende inden Dullaert, gemeen met Neel-tjen Visseren.

Alle schulden ten lasten van desen boedel blijven gemeen.

Parthijen hebben tot d’een en des anders proffijt vertijt ende vertegen naer den rechte vanden Landen, omme ider ’t sijne te mogen gebruijcken als haer ander vrij ende allodiaal goet. Ende ieder opt sijne te onderhouden alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht uijt ieder sijn bedeelde is uijtgaende, aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van het volle Collegio, desen 24e October 1696.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Folio 212v

Uijtgemaeckt.

Compareerde voor Schout Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Hendrick Petersen Timmers als bij Schout ende Gerechten van Cappel aengestelde vooght over de vier minderjari-ge weeskinderen van Govert Petersen Timmers ende Willemken Corsten Lotten, ende geeft alsoo in die qualitijt wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Jan Jacobsen Paens, seecker derde part van een parceel moergronden, groot ontrent twaelff hont, onbedeelt met Jan Christ cum suis, gelegen ten ooste vande Nieuwvaert, belent west Jan ende Huijbert Melisen van Dam, oost den Geer cum suis, streckende vande erve van Adriaen Jansen Hoevenaer aff, Zuijtwaerts op, tot d’erve van Michiel de Haan den Jongen toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergan-gen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den transportant in qualitijt voor-noemt, den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechte van den Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1696. Coram Ad: van Andel Schout, Johan Cnaep en Hendrick Teunisen Timmerman Heemraden, desen 24e October 1696.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van achtien gulden, en be-kent daer van voldaen te wesen datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Dit ist X handtmerck van Hendrick Teunisen Timmerman

Folio 213r

Uijtgemaeckt.

Compareerde voor ons Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Hendrick Pee-tersen Timmers als vooght over de vier minderjarige weeskinderen van Govert Petersen Timmers ende Willemken Corsten Lotten, ende geeft alsoo in die qualitijt met consent van Schout ende Gerechte voorsr, wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Baijen Anthoni-sen, seecker huijsken met de erve aengelegen, gestaan ende gelegen alhier aenden oosten candt vande Nieuwvaert, soo groot ende cleijn ’t selve aldaer gelegen is, off soo ende gelijck het den voorsr Govert Timmers in coope is aengeconen van Cornelis Swarte, Zuijde Hendrick vanden Hoeck, streckende vander halver Nieuwvaert aff oostwaerts op, tot d’erve vanden voorsr vanden Hoeck toe. Ende dat met alle we-gen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den voornoemde vercooper den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1697. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Hendrich Teunisen Timmerman Heemraden, desen 5e December 1696.

De cooppenningen sijn volgens Conditie in drie paijen ter somme van 328 gulden, te weten hondert gul-den gereet, en de rest in twee egaele ende te gelijcke paijen, en bekent vanden erste paij met hondert gulden voldaen te wesen, datum ut supra.

                                                                                                                                       A:v:Andel

Opden 20e December 1697 soo bekende den voorsr door hande vanden cooper ontfangen te hebbe hondert gulden.

                                                                                                                          Hendrick Timmers
                                                                                                                                    Johan Cnaep                                                                        
                                                                          Dit is het X hantmerck van Handrik Timmerman

Opden 26e Xber 1702 soo bekende Hendrick Timmerman als voogt door Baeijen Anthonisen Buerman ontfangen te hebben achtentwintig gulden, met al den Intrest data deses.

Opden 22e Meert 1705 soo bekent, Anthonij Timmerman als voogt vande voorsr Buerman op minderinge vanden lesten paeij ter somme van vijfftig gulden, met al den intrest tot dato deses toe.

Opden 19e December 1706, soo bekende Anthonij Timmerman als voogt vande laatste paeij met 50 gul-den voldaen te wesen en vier gulden intrest en het part van Maria aenden selve gegeven.

Folio 213v

Uitgemaeckt.

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Adriaan Jansen Hoevenaer woonende inde Vrijhoeven, den welcke verclaert wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Dirck Dircxsen Timmers, seecker huijsken ende erve daer aen, gestaen ende gelegen inde Lange Maeten, genaemt den Miscuijl, groot ontrent int geheel vier ende een halff hondt ofte soo groot ende cleijn alst ’t selve aldaer gelegen is, belent oost de wed: Willem Jansen Joncker, west de Erffgenamen van Jan Wouters van Tilborgh, streckende uijt de Suijden vande erve vande Erffgenamen van Peeter Peetersen Otterdijck aff, noortwaerts op tot het geseet van Giel De-nis de Haan toe, off soo ende gelijck het den vercooper in coope is aengecomen van Hendrick Ariensen Vinck. Ende dat voorts met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den voornoemde vercooper den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1697. Coram Ad:van Andel Schout, Johan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen 6e December 1696.

De Cooppenningen sijn volgens Conditie in twee paijen ter somme van 232 gulden 10 stuijvers, hondert tweeendartigh gulden tien stuijvers gereet, en de ander 100 gulden te Meij toecomende 1697, en bekent hij vercooper vanden eerste paij voldaen te wesen, datum ut supra.

                                                                                                                                       A:v:Andel

Opten 9e Maij 1697 soo bekende Ad: Janssen Hoevenaer vanden leste paij met een hondert gulden vol-daen te wesen, ergo gecasseert.

                                                                                                                                    Johan Cnaep
                                                                                                                  Cornelis vanden Houck

Folio 214r

Uijtgemaeckt.

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ;s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Cornelis Teunisen Roelants in houwelijck hebbende Anneken Franssen Cock, den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is aen ende tot gehoeff van Niclaes Artel, seecker parceel-tjen ackerlant gelegen ten weste vande Nieuwvaert, groot ontrent vijffvierendeel honts, belent Suijden Jan Adriaensen Dolck, noorden Jan de Cock, streckende vander halver Nieuwvaert aff, westwaerts op totten quekel toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den voornoemde vercooper den cooper int voorsr goet te vrije ende waaren, naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1697. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep, ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen 28e December 1696.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van achtenveertigh gulden, en bekent hij vercooper daer van voldaen te wesen, datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Folio 214v

Uijtgemaeckt.

Datum ut supra Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Jan Claessen van Heukelum in houwelijck hebbende Anneken Peeters Otterdijck, den welcke verclaerde bij sijn handtschrift wettelijck over te geven, aen ende tot behoeff van Niclaes Artel, seecker helft van een huijsken, gestaen ten weste vande Nieuwvaert, belent Zuijden Jan Adriaensen Dolck, noorden Jan de Cock. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer toebehoorende, voorts gelooft den transportant den getransporteerde int voorsr halff huijsken te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer calangie ende aentael dier op is bij den transportant te betaelen tot desen dagen toe. Coram dagh datum ut supra.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van dartien gulden, en be-kent daer van voldaen te wesen datum ut supra.

A:v:Andel Cornelis van den Houck
Johan Cnaep

Losse acte behoort bij Folio 214v.
Deze acte ligt bij Folio 214v en 215r.

Almkerck den 28 December 1696.

Ick ondergeschreven Jan Clasen van Heukelum ick geven senttewieteijt Schout ende Schepenen van Cappel mitsdien dat mijn swager vore vier hier is gewest tewesen ick niet mede en heb konnen komen, mis dien dat ick het hem alles laet houden verschul eonschul twelck ick niet aen en schiet, daervoer ick niet en geniet misdien dat daer mijn swager her en mester af maeck, twelck ick daer niet voren pretender, ick ondergetekende.

                                                                                                               Jan Clasen van Heukelum

Folio 215r

Uijtgemaeckt.

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt Jacob Janssen van Hamont, den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Geerit Tijssen van Riel seecker huijs hoff en erve, gestaen ende gelegenn aen-den Suijden candt vande Nieuwstraet, groot ontrent twee en een vierde hondt, ofte soo groot ende cleijn alst selve aldaer gelegen is, belent west Willem Janssen van Vught, oost den Armen van Cappel, strec-kende vander halver Nieuwstraet aff Zuijtwaerts op, tot de Loonse erve toe. ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den ver-cooper den cooper int voorsr huijs en erve te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1697. Coram Adr:van Andel Schout, Jan Goijerts Gijben, Cornelis vanden Hoeck ende Jan Huijsman Heemraden, deren 16e Februarij 1697.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van drie hondert gulden, en bekent hij vercooper daer van voldaen te wesen datum ut supra.

A:v:Andel Jan Ghijben
Cornelis vanden Houck

Folio 215v

Uijtgemaeckt.

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt Magrita Wiggers woonende tot Dordrecht, ende gaff wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Jan Hendricxe vanden Hoeck woonende alhier, seecker haer gerechte part van een huijs ende 1/3 in het erve, soo als het selve bij haer transportante is geposlideert ende beseten, gestaen ende gelegen alhier aenden weste candt vande Nieuwvaert opt Stapel eijndt, belent Suijden Hendrick Ariensen Timmer met de twee derdeparten van het erff, ende drie vierdeparten vant huijs, volgens erffdeelinge voor Schout ende Gerechten alhier gepasseert, van dato den ……….., noorden Aelbert Wij-nants Erffgenamen, streckende het geheele huijs ende erve vander halver Nieuwvaert aff, westwaerts op tot d’erve van de wed: Zeger de Greeff toe. ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daeruijt gaende, voorts gelooft de voornoemde transportante het ge-transporteerde te vrije ende waaren naar den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1697. Coram Ad: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Jan Gijben Heemraden, desen 20e Febr: 1697.

Patthijen verclaeren de cooppenningen te bedragen ter somme van hondert gulden gereet, en bekent sij daer van voldaen te wesen datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Jan Ghijben

Folio 216r

Uijtgemaeckt

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Anthonij vander Nath den welcke verclaert wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Hendrick Peetersen Timmers, seecker buijten dijckse delle gelegen opt Stapel eijndt, groot ontrent vijff hondt ofte soo groot ende cleijn als deselve aldaer gelegen is, belent oost Adri-aan de Roij, west Corstiaan de Bie, streckende vanden buijten teen vanden dijck aff noortwaerts op tot Nederveen toe. Ende dat met alle ergen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den transportant t’voorsr getransporteerde te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1697. Coram Adri-aen Schout, Johan Cvaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen 5e Meert 1697.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van drie hondert gulden, en bekent hij vercooper daer van voldaen te wesen datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Folio 216v

                                                       Copije

Op Huijden den 28e Februatij 1697 Compareerde voor mij Michiel Bockx, Openbaer Notaris bijden Hove van Hollandt geadmitteert t’Ansterdam residerende, in presentie vande naegenoemde petuijgen, d’Eersaeme Jan Janse Polman, timmerman van sijn ambacht, ende Hemptie Back, echtelieden woonende alhier, dewelcke bij desen verclaerden te constitueren en te volmachtigen, d’E: Hendrick Bak, de tweede comparante broeder, mede woonende alhier ter Steede, omme soo voor en van wegen hem Comparanten als voor sigh selffs te vercoopen ende tot gelde te maecken het sij publicq, ofte uijtter handt soo sijnen raet gedragen sal, alsulck een huijs, ende verscheijde perceelties lants als sij gemeen hebben, staen en leggende inde juridictien vande Vrijhoeven off andere jurisdictien daer ontrent, het voorsr huijs en lande-rijen den coopere na stijle daer gebruijckelijck, opte dragen, daer in te vesten en erven, ende hun compa-ranten te ontvesten en onterven, de cooppenningen van dien te ontfanfen, daer over behoorlijck te quite-ren, mitsgaders generaal en speciaal dien aengaende alles mee te doen en verrighten wat sal werden vereijst, ende sij comparanten daer selffs present sijnde, soude konnen ofte mogen doen, met belofte vant verrighte, altijt te sullen approberen, alles sonder verbant ende submissie als naer rechten, twelck aldus gepasseerden ter presentie van Cornelis Immerseel en Michiel de Cocq als getuijgen, onder stont Quod Attestor en was geteeckent M:Bockx.

                                                                                               Accordeert met de principale copije
                                                                                                                        Quod Attestor
                                                                                                                    H:vander Hoeven, Sris
                                                                                                                                  1697

Folio 217r

Uijtgemaeckt

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, den eersaemen Hendrick Back woonende binnen den Stadt Amsterdam voor hem selven, mitsgaders als last ende procu-ratie hebbende vanden ersaemen Jan Janssen Polman ende Hermpie Back woonende mede tot Amster-dam, volgens deselve procuratie gepasseert voor Michiel Bockx, Notaris ende getuijgen binnen Amster-dam voorsr residerende, in dato den 28e Februarij 1697, hier vooren geregistreert, ende geeft alsoo in die qualitijt wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Cornelis vanden Hoven woonende tot Venloon, seecker buijten dijckse delle gelegen ten ooste vande Nieuwvaert alhier, groot ontrent ses hondt, ofte soo groot ende cleijn als deselve aldaer gelegen is, belent oost Jan Jacobsen Paens cum suis, west den Armen van Cappel, streckende vanden Ausloot aff noortwaerts op tot Zuijdewijn toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer toe behoorende, voorts gelooft den voornoemde transportant in qualitijt voorsr, het voorsr getransporteerde te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer, calangie ende aantaal dier op is aff te doen tot Nieuwjaer 1697 toe. Coram Adr:van Andel Schout, Jan Gijben en Hendrick Timmerman Heemraden, desen 7e Meert 1697.

De cooppenningen sijn soo parthijen verclaren gereet ter somme van twee hondert en vijfftigh gulden, en bekent hij vercooper daer can voldaan te wesen datum ut supra.

A:v:Andel Jan Ghijben
Dit ist X hantmerck van Hendrick Timmerman

Folio 217v

Erffdeelinge voor Recht aen Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel aengebracht bij Jan Eelen Nieuwenhuijsen ende Arien Meertens Dolck in houwelijck hebbende Marie Eelen Nieuwenhuijsen, ende dat vande Erffgoederen achtergelaeten bij henne ouders, Eelant Nieuwenhuijsen ende Lijsbet Jans-sen Looper, soo ende gelijck als volgende is.

Inden eersten soo is bij blindt Lodt te deele gevallen Jan Eelen Nieuwenhuijsen, eerstelijck een binnen dijckse delle gelegen ten ooste vande Nieuwvaert, groot ontrent drie hondt, ofte soo groot ende cleijn als deselve aldaer gelegen is, belent suijden Jan Jacobsen Paens, noorden de kinderen van Willem Franssen Stam, streckende vander halver Nieuwvaert aff, oostwaerts op, tot d’erve van Anthonij vander Nath toe.

Item alnoch eenen acker gelegen onder Venlppn, groot ontrent drie hondt, belent oost Jacob Nieuwen-huijsen, west Arien Janssen Vos, streckende vande Vrijhoeven aff, Zuijtwaerts op tot d’erve van Heer-schoppen toe.

Item daer tegen is bij blindt Lodt

Folio 218r

te deel gevallen, Arien Meertens Dolck nomine uxoris, eerstelijck het huijs en erve aengelegen, gestaen ende gelegen ten ooste vande Nieuwvaert, groot ontrent drie hondt, ofte soo groot ende cleijn als ’t selve aldaer gelegen is, belent Zuijden de kinderen van Peeter Bastiaensen, noorden Jan de Roij wed:, strec-kende vander halver Nieuwvaert aff oostwaerts op, tot d’erve vanden voorsr de Roij toe, met noch een streepken lant genaemt het Heijcken, groot vijffentseventigh roeden, belent noorden Corstiaan Mutsart, Zuijden Teuntjen Janssen Paens, oost Anna van Tilborgh, west Jan Bouwdewijns.

Item alnoch eenen halven mergen moergronden, gelegen opde Santschel teijnde de Nieuwvaert, belent noorden Peter Adriaensen de Jongev, Zuijden Hendrick de Roij, streckende vander halver Nieuwvaert aff, oostwaerts op tot den Geer toe.

Item alnoch een binnen delleken gelegen ten weste vande Nieuwvaert, groot ontrent drie hondt en t’seventigh roeden, belent noorden Bastiaan Sprangers, suijden Meerten en Corstiaan Mutsaert, strecken-de vander halver Nieuwvaert aff westwaerts op totten Quekelsloot toe.

De verdere moeren en gronden blijve int gemeen.

Folio 218v

Parthijen hebben tot d’een en des anders proffijt vertijt ende vertegen naer den rechte vanden Landen, omme ieder t’sijne te mogen gebruijcken als haer ander vrij ende allodiaal goet. Ende ieder opt sijne be-deelde parceel off parceelen te onderhouden alle wegen, stegen, schouwen, watergangen, ende nabueren rechte, die met recht daer uijt sijn gaende. Aldus gepasseert ten overstaen van Adriaan van Andel Schout, Johan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen 8e Meert 1697.

A:v:Andel Cornelis vanden Houck
Johan Cnaep

Folio 219r

Uijtgemaeckt

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Peeter Ariensen Gijben den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Wouter Dircxsen Smits, seecker parceel ackerlant gelegen ten Zuijde vande Nieuwstraet, groot ontrent drie hondt, ofte soo groot ende cleijn alst selve aldaer gelegen is, belent oost de kinderen Adriaan Adriaensen Wijnen, west Michiel Wouters Verhagen, streckende vander halver Nieuw-straet aff, noortwaerts op tot d’erve vande wed: Joost Bertrum de Bruijn cum suis toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den voornoemde vercooper den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie dier op is, aff te doen tot Nieuwjaer 1697 toe. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep, Jan Gijben ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen 9e Meert 1697.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van een hondert en vijfftigh gulden, en bekent hij vercooper daer van voldaen te wesen datum ut supra.

A:v:Andel Jan Ghijben
Cornelis vanden Houck
Johan Cnaep

Folio 219v

Uijtgemaeckt

Datum ut supra Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Wouter ende Peeter Dircxsen Smits, de welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Willem Janssen van Vught seecker buijten dijckse delle, gelegen ten ooste vande Nieuwvaert, groot ontrent ses en een achtste hondt ofte soo groot ende cleijn als deselve aldaer gelegen is, belent oost Adriaan van Andel, west Peeter den Schoenmaecker, streckende vanden Ausloot aff, noortwaerts op tot Zuijdewijn toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft de voornoemde vercooperen den cooper inde voorsr del te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer, calangie ende aentaal dier op is, aff te doen tot Nieuwjaer 1697 toe. Coram en dagh datum ut supra.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van twee hondert gulden, en bekenne sij vercooperen daer van voldaen te wesen, datum als boven.

A:v:Andel Cornelis vanden Houck
Jan Ghijben
Johan Cnaep

Folio 220r

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Arien Aertsen Timmers ende Anneken Cornelisen Boer, echteluijden woonende alhier, de welcke beijde verclaerde over te geven aen Dirck Ariensen Timmers, Jan Janssen van Dam in houwelijck hebbende Neeltjen Ariensen Timmers ende Cornelis Swarten in houwelijck hebbende Jacomijn Ariensen Timmers, alle onse kinderen, als eerstelijck aen Dirck Ariensen Timmers, inden erste twee hondt ackerlant sijnde leenroerigh, gelegen ten ooste van Willem Gentsvaert, belent Zuijden Teunis Jan Sijmens, noorden Willem Potmaecker, strec-kende vander halver Willem van Gentsvaert aff oostwaerts op, totten Quekel toe, item noch een banck moerdelle gelegen als vooren sijnde mede leen, ofte soo groot ende cleijn alst selve aldaer gelegen is, belent Xzuijden Govert vander Punten, streckende vander halver Willem van Gents vaert aff, oostwaerts op, tot d’erve vanden voornoemde Arien Aertsen Timmers toe, mits naer doode van sijne beijde ouders hier boven genormt, uijt te ceeren aen Cornelis Swarten sijnen swager, eene somme van dartien gulden eens.

In kantlijn staat: Opden 4e Febr: 1699 soo bekent Cornelis Swarten vanden neffens staande uijtrijckinge voldaan te wesen.

                                                                                                                             Cornelis Swaerdt

Item ten tweede aen Jan Janssen vanden Dam nomine uxoris, een binnen dijckse delle gelegen ten ooste vande Nieuwvaert, groot ontrent ses hondt, belent Suijden Cornelis Sprangers, noorden de wed: Jan van-der Punten, streckende vander halver

Folio 220v

Nieuwvaert aff oostwaerts op tot d’erve van Jan Jacobsen Paens toe, mits aen Cornelis Swarten naer doode van henne beijde ouders als boven, uijt te rijcken eene somme van vijffentwitigh gulden.

In kantlijn staat: Dese neffewns staende 25 gulden bekent Cornelis Swarten van voldaen te wesen, desen 4e Febr: 1699.

Item ten derde aen Cornelis Swarten nomine uxoris, een huijs en erve aengelegen, gestaen ende gelegen ten ooste vande Nieuwvaert alhier aende straet, groot ontrent een en een halff hondt, ofte soo groot ende cleijn alst selve aldaer gelegen is, belent noorden Leentjen Smits, Zuijden de Erffgenamen van Jan Wil-lemsen Zeeuw, streckende vander halver Nieuwvaert aff, oostwaerts op tot d’erve van Govert vander Pun-ten toe, mits Conditie dat de twee erste Comporanten beijde haer leven lanck geduerende, een kamer inde voorsr huijsinge tot haer gebruijck sijn houdende, mits daer en boven genietende naer doode als boven, van Dirck Artensen Timmers eene somme van dartien gulden, en van Jan Jansen vander Dam, beijde sijne swagers eene somme van vijffentwintigh gulden.

Waer tegens den voorsr soon ende beijde de swagers, ieder jaerlijcks uijtrijcken aen henne voorsr ouders, beijde haer leven lanck geduerende, eene somme van vijfftien gulden, maeckende jaerlijcx te saemen vijffenveertigh gulden, en bij hen condividenten te saemen

Folio 221r

ende te gelijck tot haeren last aennemen te onderhouden den dijck voor de binnen dijckse delle, gelegen opt Stapel eijndt tusschen erffenisse van Jan van Pas oost, west Anthonij vander Nath cum suis, waar vooren sij ieder int particuliere voort gene voorsr staet, sijn verbindende henne aenbedeelde portie, ende voorts genrraalijck ende specialijck henne persoonen ende verdere roerende ende onroerende goederen, hebbende ende vercrijgende, stellende deselve onder bedwange als naer rechte, de verdere overschie-tende goederen soo van gout, silver, gemunt als ongemunt, egeen gereserveert, sijn en blijve aen henne voorsr ouders beijde haer leven lanck, is mede Conditie dat ieder opt sijn bedeelde parceel off parceelen sal moeten betaelen de dorps lasten, en te onderhouden alle schouwen, watergangen ende nabueren rechte, die met recht op en uijt sijn bedeelde parceel is uijtgaende. Aldus gepasseert ten overstaen van Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen 13e Meert 1697.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Folio 221v

Erffdeelinge voor Recht aen Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel aengebracht, bij ende van wegen Ja,. Peeter, Marie ende Adriaentjen Meertens Wagemaecker, alle kinderen ende Erffgenamen van Meerten Janssen Wagemaecker ende Willemken Corten de Loos, ende dat vande Erffgoederen bij henne voorsr ouders metter doot ontruijmt ende achtergelaeten, ende is de deelinge als volght.

Inden eersten is bij blindt Lodt te ddele gevallen Jan Meertens Wagemaecker op eenen acker gelegen ten noorden vande Nieuwstraet alhier, groot ontrent twee en een vierde hondt, ofte soo groot ende cleijn als den selven aldaer gelegen is, belent oost Michiel Wouters Verhagen, west Peeter Corten Schoenmackers, streckende vander halver Nieuwstraet aff, noortwaerts op, tot d’erve vande Erffgenamen van Geemen Franssen toe, met den last van sestien stuijvers jaerlijcx rente, te betaelen tot Heusden, ofte soo veel min ofte meer als aldaer te betaelen staet.

Ten tweeden is bij blindt Lodt te deel gevallen Peeter Meeters Wagemaeckers, inden eersten een vijfftien-de part in een steede van negen hondt saijlant, gelegen opde Hoogevaert, onverdeelt

Folio 222r

met Jan Gijben cum suis, belent vant geheel Zuijden Adriaan van Campen, noorden Corstiaen Gijsberts vander Vaert cum suis, streckende vander halver Hoogevaert aff westwaerts op, tot den Peijs van outs alsoo genoemt toe. Item noch de helft van een Lot moeren als gronden, gelegen inden Dullaert, gemeen met Cornelis Sprangers, belent west den Heere vande Zuijdewijn, oost de Erffgenamen van Peeter Jans-sen Dolck, streckende vande Cluijs vaert aff, noortwaerts op, tot den watergangh toe, met noch de moe-ren onder Loon.

Item ten derde en vierde is bij blindt Lodt te deel gevallen Marie ende Adriaentjen Meertens Wagemaec-ker, eerst op een huijs en erve daer aengelegen, gestaen ende gelegen ten Zuijde vande Nieuwstraet, groot ontrent drie en drie vierde hondt, belent oost Jan Adriaensen Dolck, west een steeghdeken, strec-kende vander halver Nieuwstraet aff Zuijtwaerts op tot de Loonse erve toe. Item noch een heijveldeken, gelegen onder Venloon, ten ooste vande Eghmontste steeght, streckende vanden oude waterloop aff Zuijtwaerts op, tot de Rechtvaert van outs alsoo genaemt toe, met den last van ses stuijvers jaerlijcx Here Chijns, aende Graeff van Bockhoven.

Parthijen hebben tot d’een en des anders proffijt vertijt ende vertegen naer den rechte vanden Landen, omme ieder t’sijne te gebruijcken als haer ander vrij ende allodiaal

Folio 222v

goet. Ende Geloove sij Condividenten ieder opt sijne te onderhouden alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht uijt ieder sijn bedeelde parceel off parceelen is uijtgaende. Aldus gepasseert ten overstaen van Adriaan van Andel Schout, Johan Cnaep, Jan Gijben ende Jan Huijsmans Heemraden, desen 20e Meert 1697.

A:v:Andel Johan Cnaep
Jan Ghijben
Jan Huijsmans

Folio 223r

Uijtgemaeckt

Datum ut supra soo Compareerde Jan Meertens Wagemaecker, den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Cornelis Claessen van-der Saecken, seecker twee en een vierde hondt saijlant, gelegen ten noorden vande Nieuwstraet, belent oost Michiel Wouters Verhagen, west Peeter Corten Schoenmaecker, streckende vander halver Nieuw-straet aff, noortwaerts op, tot d’erve vande Erffgenamen van Geemen Franssen toe, met den last van een rente van sestien stuijvers Aerlijcx, off soo veel min off meer als tot Heusden te betaelen staet. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den voornoemde vercooper den cooper daer inne te vrije ende waaren naar den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1697 toe. Coram en dagh datum ut supra.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van een hondert en vijfftigh gulden en bekent hij vercooper daer van voldaen te wesen datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Jan Ghijben
Jan Huijsmans

Folio 223v

Uijtgemaeckt

Datum ut supra Compareerde Peeter Meertens Wahemaecker, den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Jan Goijerts Gijben Heemraet alhier, seecker gerechte vijfftiende part in een steede van negen hondt ackerlant, gelegen opde Hoogevaert, belent vant geheel Zuijden Adriaan van Campen, noorden Corstiaan Gijsberts vander Vaert cum suis, streckende vander halver Hooghvaert aff, westwaerts op, tot den Peijs van outs alsoo genaempt toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den voorsr vercooper den cooper int voorsr goet te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1697 toe. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep en Jan Huijsmans Heemraden, datum ut supra.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van vijffentwintigh gulden, en bekent hij vercooper daervan voldaen te wesen datum als boven.

A:v:Andel Johan Cnaep
Jan Huijsmans

Folio 224r

Erffdeelinge voor recht aen Schout ende Gerechte van ’s Grevelduijn Cappel aen gebracht, bij ende van wegen Lambert Peeters Bogaerts ende Jan Willemsen Bouwmans in houwelijck hebbende Sijcken Peeters Bogerts, ende dat vande Erffgoederen bij henne vader Zal: Peeter Teeuwen Bogerts achtergelaeten, ende is de deelinge als volgende is.

Inden eersten is bij blindt Lodtte deel gevallen Lambert Peeters Bogerts eerstelijck op een huijs, hoff en erve daer aengelegen, gestaen ende gelegen opt Stapel eijndt alhier, groot ontrent twee mergen ofte soo groot ende cleijn alst selve aldaer gestaen ende gelegen is, belent oost de wed: Peeter de Bont, west Jan de Bruijn cum suis, streckende vanden buijten vanden dijck aff, Zuijtwaerts op, tot de Oude straet toe, met den last vanden dijck.

Item alnoch een buijten dijckse delle gelegen als vooren, groot ontrent vier hondt, belent oost Peeter Arien Gijben, west een Steeghde, streckende vanden buijten teen vanden dijck aff, noortwaerts

Folio 224v

op tot Cleijn Waspick toe, met den last van twee roeden dijck.

Item alnoch een parceel buijten landt, gelegen onder de Heerlijckheijt Meeuwen, groot ontrent ses hondt, belent oost de Erffgenamen van Beijerts, west Aert Conincx, streckende vanden Dijcksloot aff tot Meijers werff toe, mits dat dit Loth tot sijne laste neemt aen te betaelen hondert gulden, met den intrest van dien, als Peeter Claessen Rosenbrant tot laste van sijn vader Zal:, Peeter Teeuwen te pretenderen gadde. Item noch vijfftigh gulden Capitael met intrest van dien, als de wed: Cornelis Cornelisen Claver opden voorsr Teeuwen te pretenderen heeft.

Item daer tegen is bij blindt Loth te deel gevallen Jan Willemsen Bouwmans nomine uzoris, eerstelijck een binnen dijckse delle, gelegen ten weste van Vrouwkens vaert onder Groot Waspick, groot ontrent drie hondt, belent Suijden Wouter Ariensen Bierman, noorden den Armen van Waspick cum suis, streckende vander halver Vrouwkens vaert aff westwaerts op, tot d’ erve van ……………………………………………… toe.

Item alnoch eenen dries gelegen als vooren, groot ontrent drie hondt, belent Suijden de wed: Anthonij

Folio 225r

Swarten, noorden de wed: Croot, streckende vander halver Vrouwkensvaert aff, westwaerts op, tot d’erve van Jan Vreijssen Reckers toe.

Item alnoch een parceel ackerlant gelegen als vooren, groot ontrent anderhalff hondt, belent noorden Jan Vreijssen Reckers, Zuijden Arien Pauwelsen, streckende vande erve van Cornelis Abrahamse aff, west-waerts op tot d’erve van Hendrick Teunisen Snijder toe.

Item alnoch een parceeltjen Ackerlant gelegen als vooren, groot ontrent anderhalff hondt, belent suijden Arien Pauwelsen, noorden Jan Vreijssen Reckers, streckende vander halver Vrouwkens vaert aff, west-waerts op tot d’erve van Arien Pauwelsen toe.

Parthijen hebben tot d’een en des anders proffijt vertijt ende vertegen naer den rechte vanden Landen, omme ieder t’sijne te mogen gebruijcken als haer ander vrij ende allodiaal goet, ende ieder op sijn be-deelde parceel off parceelen te onderhouden alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte die met recht daer uijt sijn gaende. Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van Ad: van An-del Schout, Johan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen 25e Meert 1697.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Folio 225v

Uitgemaeckt

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn ondergenoemt Johan Cnaep ende Jacob Nieuwenhuijsen, beijde in qualitijt als Armmeesters van Cappel vande jaere 1697 en 1698, Anneken Phip-sen Wagemaeckers ende Peeter Claessen Moolenaer in houwelijck gehadt hebbende Engeltjen Philipsen Wagemaeckers, de welcke verclaeren saemen wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Hendrick Teunissen Timmerman Heemraet alhier, seecker parceel-tjen lant gelegen ten noorden vande Nieuwstraet, groot ontrent vijfftigh roeden ofte soo groot ende cleijn alst selve aldaer gelegen is, belent oost en noorden den cooper, west een Steeghdeken, Zuijden Cornelis Verhagen. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijt gaende, voorts geloove de voornoemde vercooperen in qualitijt voorsr., den cooper daer inne te vrije ende waaren naar den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1697 toe. Coram Adr: van Andel Schout, Cornelis vanden Hoeck ende Corstiaan de Zeeuw Heemraden, desen 30e Meert 1697.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van tweeentwintigh gulden, en bekenne sij vercooperen daer van voldaen te wesen datum ut supra.

A:v:Andel Cornelis vanden Houck
Corstijaen de Seeu

Folio 226r

Compareerde voor ons ondergeschreven Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel onderge-noemt, Joost Hendrixe Timmer als man ende voogt van Dingena Wouters van Nederveen, de welcken bekende ten vollen ende absolutelijck voldaen ende geocutenteert te sijn van soodanige sijne vrouwe vaaderlijcke goederen als hij uijt haren hooffden van Hendrixken vanden Hoek, sijne vrouwe moeder, te pretenderen en hadde sonder daerover enige pretentie ……… ofte ……… meer te behouden ofte refere-ren als bekennende daer van danckelijck ende ’t sijnen genoege door de voornoemde Hendrixke vanden Hoek, voldaen ende in manieren alsvooren betaelt te sijn onder die conditie, nogtans dat de voornoemde Handrixke vanden belooft ende bekent uijt hooffde vande voorsr. vaderlijcke goederen aenden voorsr. Joost Hendrix noch schuldig te blijven een somme van vierhondert Car: gulden, die Joost Hendrixe niet eerder sal vermogen te pretenderen, dan naer doode vande voornoemde Hendrixken vanden Hoek (son-der intrest), ende dat uijt soodanige goederen als sij sal comen naer te laeten, sijnde dit in egualisatie vantgene Beatrix Wouters van Nederveen haere andere dogter meer genoten heeft gehadt, allentwelcke voorsr de voornoemde Comparanten alsoo ider in sijne reguarde hebben belooft te sullen prestiteeren ende naer comen, remineterende tot dien eijnde van allenbeneficien die hen indesen eenigsints te stade soude mogen comen, alles sonder argh ofte list gepasseert voor ons, Adriaen van Andel Schout, Corne-lis vanden Hoek vervangende Cnaep Heemraden. Actum Cappel den 20e April 1697.

Handrixken van Hoeck Joost Hendrick Timmer
Cornelis vanden Houck A:v:Andel Schouth

Folio 226v

Compareerde voor Schout ende Heemraden van s’Grevelduijn Cappel, Joost Smits woonende tot ’s Gra-venmoer ten eenre ende Anneken van Tilborgh desselfs gewesene huijsvrouw, woonende alhier ter andere sijde, de welcke bekenden ende verclaerden, dat sij … eenige differenten waeren gescheijden van tafel, bed, en goederen, ende dat evenwel nu geschapen was naerden questien ende processen te sullen ge-rijssen tusschen deselve, soo over pretensien van huren als anders, gelijck alreede geantameert sijn, en-de meerder geschapen stonden te resulteren tot consomine van wedersijtse middelen, tot voor comen van welcke, soo verclaerde de voornoemde comparante haer bij desen finalijck te scheijde ende separe-ren van tafel, bed en goederen, soodanigh dat hij eerste comparant, sijne goederen selffs sal in eijgen-dom behouden en regeren, ende vande tweede comparante sijne gewesen huijsvrouwe, wederom lighte alle soodanige meubeltjens, als noch eenighsints onder haer soude mogen berusten, als namentlijck een hooghen artcar, een ploegh ……….., sadel en toom, een greel, vier tenne schotelen, twee tafelborden, een tinne mosterpot, 2 tenne lepels, 3 stoelen, een eijseren pot, een kistjen en Crantoortjen, een stoop en 3 kannen, een deecken ende ’t gene hij eerste comparant verders can be wijsen daer inne gebracht te hebben, en drie hemden.

Folio 227r

Ende dat sij tweede comparante in volle besit en eijgendom sal houden alle de goederen bij haer aenge-bracht ende haer toebehoorende met de volle meesterschap ende regeeringe van dien, sonder dat d’een over d’anders goederen off persoon eenige meesterschap off regeringe voortaen sal hebben, noch oijt off oijt vermogen te pretendeeren, dierectelijck ofte intdierectelijck, ende verclaerden parthijen wedersijts te remintieren van alle voor rechten en duwaren, die d’een off d’ander uijt de houwelijcxse voorwaerde bij leven off sterven off uijt crachte van houwelijck soude willen pretenderen, sonder uijt crachte van dien ietwas op d’een off d’anders persoon off goederen te pretenderen, nu off ten eeuwigen dage in allen schijn off noijt tusschen de comparanten eenigh houwelijck gepasseert en waeren, sijnde hiermede alle questie en processen off doot en te niet, remuntieert den eerste comparant van alle gepretendeerde hu-eren, vandes tweede comparante goederen, mits de tweede comparante hem betaelt ende restitueren de helft van vijfftigh gulden, bij hem aent dorp in voldoeninge vant slodt van dorps reeckeninge betaelt sijnde

Folio 227v

ter somme van vijffentwintigh gulden, sijnde daer mede alle verdere wedersijtse pretensien ende geschil-len doot en te niet met compensatie van costen, beloovende dese contracte van seperatie na te comen nu en ten allen dagen, onder verbant van wedersijts persoonen ende goederen, hebbende ende vercrij-gende, haer submitterende onder willige condemnatie van dese vierschaer van ’s Grevelduijn Cappel, die wij respective comparanten daer toe sijn versoeckende, uijt crachte vande voorsr submissie, hebben Schout ende Gerechten de respective comparanten wedersijts inden inhouden van dese contracte gecon-demneert. Aldus gepasseert ten overstaen van van Ad: van Andel Schout, en het volle Collegie, desen 29e April 1697.

Joost Smits
Anneke van Tilbor

A:v:Andel Cornelis vanden Houck
Johan Cnaep
Jan van Pas
Jan Ghijben
Corstijaen de Seeu
Dit ist handtmerck van Hendrick Timmerman

Datum ut supra soo bekent Joost Smits vande vijffentwintigh gulden in dese boven gesr. Contract ver-melt voldaen te wesen.

                                                                                                                                      Joost Smits

Folio 228r

Erffdeelinge voor Recht aan Schout ende Gerechte van ’s Grevelduijn Cappel aengebracht, bij ende van wegen Gelden en Teunis Willemsen, mitsgaders Jan Dircxsen Smits in houwelijck hebbende Maeijcken Willemsen, ende dat vande Erffgoederen hen aengecomen uijt den hooffden van haer grootvader Geemen Franssen, ende noch vande goederen bij hen te saemen gecoght vande wed: Claes Swaen, we-sende soo ende gelijck als volght.

Inden eerste is bij blindt Loth te deel gevallen Gelden Willemsen, eerst en ten laetste een gerechte sestepart in een huijs en erve, gestaen ende gelegen opde Hoogevaert, groot int geheel ontrent ses hondt, bedeelt int ackerlant het derde lodt vanden Suijden candt aff te reeckenen, en het huijs gemeen met de wed: Bertrum Joosten de Bruijn cum suis, belent van het ackerlant Suijden de wed: Joost de Bruijn, en vant huijs Claes Hendricx, noorden van het ackerlant de wed: Bertrum Joosten de Bruijn, en vant huijs Arien Robben Deckers, streckende vander halver Hooghvaert aff, westwaerts op tot d’erve vande wed: Peeter Ockers toe.

Folio 228v

Item ten tweede is bij blindt Loth te deel gevallen Teunis Willemsen op een sestepart in een parceel soo moer, putten als cuijlen genaemt het viercandt Lodt, gelegen onder Vrijhoeven Cappel, groot ontrent ……………………………, bedeelt met Aert Cus, belent oost en west den voorsr Aert Cus, streckende vande Oude straet aff, Zuijtwaerts op tot d’erve van Hendrick Oirlemans cum suis toe.

Item ten derde is bij blindt Lodt te ddel gevallen Jan Dircxsen Smits, eerstelijck op een binnen dijckse delle gelegen ten weste van Willem van Gents vaert, groot ontrent vier hondt, belent noorden Peeter Adri-aense de Jonge, Zuijden de wed: Pauwels Vrijssen, streckende vander halver Willem van Gents vaert aff westwaerts op, tot d’erve van Peeter Adriaense de Jongh toe.

Item noch een binnen dijckse delle gelegen als vooren, groot ontrent twee hondt, belent noorden de wed: Claes Teunisen, Zuijden Peeter Adriaense de Jongen, streckende vander halver Willem van Gents vaert aff, westwaerts op tot d’erve

Folio 229r

van Jan Dingeman Deckers toe.

Parthijen hebben tot d’een en des anders proffijt vertijt ende vertegen naer den rechte vanden Landen, omme ieder t’sijne te mogen gebruijcken als haer eijgen vrij ende allodiaal goet, ende ider opt sijne te moeten onderhouden alle wegen, stegen. Schouwen, watergangen ende nabueren rechten, die met recht uijt ieder sijn bedeelde parceel off parceelen is uijtgaende. Aldus gepasseert ten overstaen van Adriaan van Andel Schout, Johan Cnaep, Jan Gijben en Hendrick Timmerman Heemraden, desen 2e Maij 1697.

A:v:Andel Johan Cnaep
Jan Ghijben

Folio 229v

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Sr: Jacob Spran-gers, de Hr: Peeter van van Andel Schout tot Besoijen in houwelijck gehadt hebbende Joffr: Catharina Sprangers ende Sr: Anthonij vander Punten in houwelijck hebbende Joffr: Elisabeth Sprangers, voor haer selven, mitsgaders intervenierende ende de rato caverende voor de Hr: ende Mr: Adr: Sprangers, ende de Hr: Joan Schalcken, predicant tot Scharloos, in houwelijck gehadt hebbende Joffr: Maria Sprangers, de welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Hendrick vander Hoeven, Secretaris van s’Grevelduijn ende Nederveen Cappel, seecker helft van een parceel moer met den grondt, soo putten als cuijlen, groot ontrent negen hondt, onverdeelt met Adr: de Roij, gelegen inde Lange Maeten, belent Zuijden de Erffgenamen van Dirck Waelwijck, noorden Michiel de Haan den Jongen, streckende vande Nieuwvaert aff oostwaerts op tot den Geer toe, waer in te weten de negen hondt, de wed: van de Hr: Aelexander vander Lith heeft twee moer roeden, off ses schaft roeden, aenden Suijden candt neffens de Erffgenamen van Dirck Waelwijck voorsr, van vooren vande Nieuwvaert aff te reeckenen. Ende dat voorts met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende na-bueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts geloove de vercooperen in qualitijt voornoemt den coo-per daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen. Coram Ad: van Andel Schout, Cornelis vanden Hoeck ende Hendrick Timmerman Heemraden, desen 9e Meij 1697.

De cooppenningen sijn soo parthijen verclaren voor reght gereet ter somme van vijffentwintigh gulden, en bekenne daer van voldaen te wesen datum ut supra.

A:v:Andel Cornelis vanden Houck
Dit ist X hant merck van Hendrick Timmerman

Folio 230r

Uijtgemaeckt

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Bastiaen Jansse Boer, den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Cornelis Sprangers, seecker Streepken ackerlant, gelegen ten Zuijden vande Nieuw-straet, groot ontrent een en een achtste hondt, ofte soo groot ende cleijn alst selve aldaer gelegen is, belent oost de wed: Hendrick den Smit, west den cooper, streckende vander halver Nieuwstraet aff Zuijtwaerts op, tot de Loonse erve toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabuiren rechten met recht daer uiijtgaende, voorts gelooft den vercooper den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuw-jaer 1697. Coram Adriaen van Andel Schout, Johan Cnaep ende Corstiaan de Zeeuw Heemraden, desen 21e Meij 1697.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van een hondert en vijfftigh gulden, en bekent hij vercooper daer van voldaen te wesen, datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Corstijaen de Seeu

Folio 230v

Uijtgemaeckt

Compareerde voor Schout ende Heemraden van s’Grecelduijn Cappel ondergenoemt Jan van Emmickho-ven, woonende in Babelonien Broeck, de welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Jan Aertsen Oirlemans woonende alhier, seecker een gerechte achtste part, in eenen Dullaert groot ontrent met de putten en cuijlen vier mergen, onverdeelt met Govert vander Punten cum suis, belent oost Anthonij van Campen cum suis met Bartholomeeus van-der Hoeven, d’een d’eijnden den anderen, west Jan Jacobs Mouthaan cum suis, streckende vande erve van Bastiaen de Leeuw aff, noortwaerts op tot den halven watergangh toe, off soo ende gelijck het den vercooper is aengecomen bij deelinge van Jan vander Punten. Ende dat met alle wegen en stegen als het voorsr parceel heeft over de erve van Bastiaen de Leeuw cum suis, en voorts schouwen, watergangen ende nabueren rechte, die met recht daer uijt sijn gaende, voorts gelooft den voorsr vercooper, den coo-per daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer, calangie ende aantaal dier op is aff te doen tot desen dage toe. Coram Adriaan van Andel Schout, Johan Cnaep en Jan Gijben Heemraden, desen 25e Maij 1697.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van vijffentnegentigh gul-den, en bekent hij vercooper daer van voldaen te wesen datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Jan Ghijben

Folio 231r

Uijtgemaeckt

Compareerde voor Schout ende Heemraden van s’Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Johan Cnaep ende Jacob van Nieuwenhuijsen, beijde in qualitijt als Armmeesters van Cappel van de jaere 1697 en 1698, ende noch Anneken Philipsen Wagemaeckers, mitsgaders Peeter Claessen Moolenaer nomine uxoris (voor soo veel des noot sij), ende verclaerde alsoo ider in sijne qualitijt wettelijck over te geven en trans-porteren soo gewoon ende recht is aen ende tot behoeff van Bastiaen Mouthaen, Jan Aersen Cus, ende Wouter Dircxsen Smits, seeckere moere en gronden gelegen inden Dullaert alhier, soo groot ende cleijn alst selve aldaer gelegen is, gelijck Philip Jansen ende sijne nalaten dat geposlideert, beseten ende ge-bruijckt hebben, belent oost Hendrick Timmerman met drie looten, west Gerit Heijligers cum suis, strec-kende uijtten Suijden vande Cruijsvaert aff noortwaerts op, tot de erve van Gerit Jacobsen Mouthaan toe. Ende dat met alle wegen, stegen,schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer toe be-hoorende, beloovende sij transportanten t’selve getransporteerde te vrije ende waaren, mitsgaders alle voorcommer tot desen dagen toe aff te doen. Coram Ad: van Andel Schout, Johan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen 30e Maij 1697.

De cooppenningen sijn volgens Conditie gereet ter somme van een hondert eenenveertigh gulden, en bekende sij vercooperen daer van voldaen te wesen datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Folio 231v

Uijtgemaeckt

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Govert vander Punten voor twee achtste, mitsgaders denselven vander Punten als testamentaire vooght, beneffens An-thonij vander Punten, over de twee onmondige weeskinderen van Anthonij van Emmickhoven voor een achtste, ende geven alsoo in die qualitijt wettelijck over aen ende tot behoeff van Jan Jacobsen Mout-haen ende Jacob Quirijns, seecker drie achtste parten in eenen Dullaert, groot ontrent int geheel vier mer-gen, ofte soo groot ende cleiojn alst selve aldaer gelegen is, onbedeelt met de wed: Jan vander Punten cum suis, met de gerechtigheijt in een reepken gronde t’eijnde het voorsr velt gelegen, belent west Jan Jacobsen Mouthaen cum suis, met Bartholomeeus vander Hoeven d’een t’eijnde den andere gelegen, streckende uijt den noorden vander halver watergangh aff, Suijtwaerts op tot d’erve van Bastiaen de Leeuw en de Cruijs vaert toe, met den erff weght diet voorsr velt over de erve van Bastiaan de Leeuw heeft, off soo ende het de vercooperen is aengecomen bij deelinge van Jan vander Punten. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts geloofte de voornoemde vercooperen de coopers daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer aff te doen tot desen dagen toe. Coram Adr: van Andel Schout, Johan Cnaep en Jan Gijben Heemraden, desen 10e Junij 1697.

De cooppenningen sijn soo parthijen verclaeren gereet ses hondert gulden, en bekenne sij vercooperen daer van voldaen te wesen datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Jan Ghijben

Folio 232 r

Uijtgemaeckt

Compareerde voor Schout ende Heemraden van s’Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Joachem vande Laer, in houwelijck hennende Adriaentjen Cornelisen van Gorcom, den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Dirck Zeijlmans ende Jan van Grevenbroeck, beijde woonende tot Waspick, seecker gerechte helft van een parceel moer met den gront, groot ontrent int geheel twaelff hondt, onverdeelt met Wouter Janssen van Tilborgh cum suis, gelegen over de Cantschel onder Cappel, belent noorden de wed: Huijbert Zeijlmans, Zuijden ……………………. streckende vande ……………….…….
erve van …………………………. tot ……………………………… toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechten met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den vercooper de coopers int voorsr goet te vrije ende raeren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot desen dagen toe. Coram Adr: van Andel Schout, Joan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen 28e Junij 1697.

De cooppenningen sijn soo parthijen verclaeren voor recht in twee egael termijnen ter somme van hondert en t’negentigh gulden, de helft gereet, en de helft over een jaer, en bekent hij vercooper vanden eersten termijn voldaen te wesen datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Op den 7e Augustus 1699 soo bekende de voorsr vercooper vande laetste termijn voldaen te wesen, ergo gecasseert.

Folio 232v

Inden naeme ons Heeren Jesu Christij amen, bijden inhoude van desen tegenwoordigen Instrumente van testament sij condt ende kennelijck eenen Iegelijck, dat inden jaere ons Heeren een duijsent ses hondert sevenende t’negentigh opden tweentwintighsten dagh Augustij, Compareerde voor ons ondergesr Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel, Geerit Jacobsen Mouthaen ende Dingentjen Peeters Tim-mers, echteluijden woonende alhier, ons bekent, te kennen gevende dat sij Comparanten genegen waaren alvoorens uijt dese werelt te scheijden, te disponeren bij testament ofte uijtterste wille van haere tijdelijcke goederen hen van Godt almachtigh in dese werelt verlent, ende alvoorens daer toe te comen, verclaerde sij den eene den anderen te beveelen ende recommanderen den eerst stervende den langhstlevende eene eerlijcke ende Christelijcke begravenisse, ende haere onsterfelijcke ziele aen Godt almachtigh haeren schepper ende salighmaecker, comende verder ter dispositie van haare tijdelijcke goederen hen door Godt almachtigh op deser aarde verleent, verclaerde den eerststervend te geven, gunnen, laeten ende maecken, alle soodaenige goederen ende effecten t’sij gout ofte silver, gemunt ende ongemunt, egeen specie gereserveert ofte uijtgesondert

Folio 233r

soo roerende als onroerende, alle die den eerst stervende sal comen naer te laeten ende met de doot ontruijmen sal, aenden langhstlevende van hen beijde te maecken alsvooren, maalcanderen dat inne resi-proque over ende weder over tot eenigh ende universeel erffgenaem, Instituerende ende stellende bij desen, ende dat geduerende tot des langhstlevende overlijden toe, omme des selven goederen in cas van bekende noot te mogen verajimeren, vercoopen, belasten ende beswaaren, verder ofte anders niet ende verclaerde sij testateurewn verder naer doode vande langstlevende inde overschietende goederen te laeten ende maecken tot Erffgenaem gelijck als sij doen bij desen, den Grooten ofte Heijligen Geest Ar-men van s’Grevelduijn Cappel, die alsdan door d’Armmeesters eaer genomen wort in alle die goederen, effecten, van gout, silver, gemunt, ende ongemunt, soodanigh als bevonden sal worden, den langhstle-vende van hen beijde testateuren naer te laeten ende met de doot sal comen te ontruijmen, den desten H:Geest Armen daer inne Instituerende tot Erffgenaem vanden eerst ste(r)vende, ende langhstlevende bij desen verclaerde sij Comparanten dit te wesen hun testament lesten ende uijterste wille, willende ende begeerende dat die in alle poincten ende artijkelen sijn

Folio 233v

Volcomen effect sal sorteren ende hebben, gelijck een Ider testament opt bondighste ende crachtighste can bestaen, ’t sij als testament Codicille donatio causa mortis aut intervivos ofte gifte onder den leven-de, niettegenstaende alle behoorlijcke solennueteijten na rechte in desen gerequireert niet waaren geob-serveert, deselve derogerende bij desen, willende echter dat dit testament sijn volcomen effect sal sorte-ren, in teecken der waarheijt hebbe Schout ende Heemraden dit ten register onderteeckent, als sijn Adr: van Andel Schout, Joan Cnaep ende Corstiaan de Zeeuw als Heemraden, datum als boven.

A:v:Andel Johan Cnaep
Corstijaede Seeu

Op huijden den 12e September 1697, Compareerde voor mij Johan van Bijwaart Openbaar Notaris bij den Hove van Hollant geadmitteert binnen der Stadt Dordregt residerende, ende in presentie vande getuijgen onder genoemt, Sr: Lambert Jacobse Cuijper Coopman, borger deser Stadt mij Notaris bekent, ende verklaarde hij Comparant geconstitueert, magtig gemaakt, volkomen last ende procuratie gegeven te hebben

Folio 234r

sulcx doende mits desen, aan Corstiaan de Zeeuw woonende tot Cappelle inde Langstraat, omme uijtter name ende van wegen hem Comparant in alle behoorlijcke forme voorden Gerechte van Cappelle voor-noemt, wel ende wettelijk te cederen, transporteren, ende in vollen, vrijen ende onbecommerden eijgen-dom over te dragen aan ende ten behoeve van Jan Teunisse van Pas, meede woonende aldaer, seeckere drie hont ackerlant, of soo groot en kleijn als ’t selve is gelegen tot Cappelle voornoemt, op de Vaart van Willem van Gens, volgens de oude brieven ende bescheeden daar van sijnde, waar toe wert gerefereert. Te bekennen vande volle kooppenningen vandien, voldaan ende betaalt te wesen den eersten pennik metten lesten, ende deselve Ontfangen hebbende, daarvan behoorlijke quitantie te geven guarandschap, ende vrijwaring te geloven alles in forma, daar vooren Specialijk te verbinden sijne Comparants principaal persoon en goederen, soo roerende als onroerende, die ende de keure vandien te stellen ten bedwange van allen regten ende regteren, ende voorts alles verders te doen wes eenigsints vereijscht sal werden. Alwaart ook soo dat hier toe nader ende speciaelder last wierde vereijst dan voorsr staat, met belofte van ratificatie, alles onder den verbanden als na regten. Aldus gedaan ende gepasseert ten dage maand, ende jaare alsvooren, binnen Dordregt voornoemt, ter presentie van Sr: Jan Boon, ende Johannes Ward, borgers deser Stede, beijde als getuijgen, met geloove hier toe versogt ende geroepen, onder stont, Mij toirconde, ende was geteeckent Joh: van Bijwaart, Not: publ.

Folio 234v

Uijtgemaeckt

Compareerde voor ons Ondergesr Schout ende Heemraaden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt Corstiaan de Zeeu mede Heemraat alhier, in qualiteijt als speciaale last ende procuratie hebbende van Sr: Lambert Jacobse Cuijper Coopman, ende borger der Stadt Dordregt, ende gaff in die qualitijt wettelijk over met een vrije gifte soo gewoon ende regt is, aan ende ten behoeve van Jan Anth: van Pas mede Heemraat, ontrent drie hont ackerlant gelegen aanden Westenkant van Willem van Gents vaart, volgens de voorsr procuratie gepasseert voorden Notaris Johan van Bijwaart ende seckere getuijgen tot Dordregt residerende, sijnde deselve procuratie van dato den 12e September 1697, hier vooren geregistreert, strec-kende de voornoemde drie honden ackerlant uijtten noorden vande erve vanden kooper, Zuijtwaart op tot de erve van Merten Dolck toe, belent west Jacob van Hamont, oost Jan Peetersse Dolck metten kooper. Beloovende hij Comparant in sijne voornoemde qualiteijt het voornoemde getransporteerde te vrijen ende waaren van alle voorkommer, Calange ende aentaal die op het voorsr: lant mogten staan tot desen dage toe, ende voorts met alle wegen, stegen, watergangen, ende nabueren regten met regt daar toe be-hoorende. Aldus gepasseert den 19e September 1697. Coram A:van Andel Schout, Knaep, nanden Hoek en Gijben Heemraaden.

Parthijen verklaaren de kooppenningen te beloopen de somme van hondert en vijftig gulden gereet, ende bekende hij transportant daar van voldaan te sijn.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Folio 235r

Onderlinge Deelinge voor recht aen Schout ende Gerechten van ’s Grevelduijn Cappel aengebracht bij ende van wegen Peeterken Gijsberts Deckers, wed: laetstmael van Dirck Corten van Pas ter eenre, Gel-den Dircx van Pas ende Michiel Wouters Verhagen in houwelijck hebbende Maeijcken Dircx van Pas, haere eerste Comparante na kinderen ter andere sijde, ende dat wegens aff deelinge van hen vaders goet, soo ende gelijck als volght.

Inden eerste is te deel gevallen en behout Peeterken Gijsberts Deckers wed: voorsr., eerstelijck een stuck hoij ofte weijlant, groot ontrent twee geerden in een stuck van ses geerden, gemeen ende onverdeelt met Bastiaan de Leeuw cum suis, gelegen inde Zuijdewijn benede de Crom stege, belent oost Do: Hilsius Predicant tot Druenen, west de Heer vande Suijdewijn, streckende van ’s Grevelduijn Cappel aff noort-waerts op, ter halver Gantel toe.

Item alnoch het oostense ackerken onder Loon, groot ontrent drie hont, belent oost Heijliger van Esch, west Gelden van Pas met een bedeelt lodt, streckende vande Santschel aff noortwaerts 0p, totte Hollant-se erve toe, belast met achtien stuijvers Jaerlijcx Heeren Chijns.

Item noch een derdepart in een huijs en erve aengelegen, gestaen ende gelegen aenden Zuijden candt vande Nieuwstraet groot int geheel ontrent negen hondt, onbedeelt met Jan Corten van Pas, belent oost Eltjen wed: Hoijmaijer, west de wed: Huijbert Ockers, streckende vander halver Nieuwstraet aff, Zuijtwaerts op tot de Loonse erve toe.

Folio 235v

Item alnoch twee Drieskens, soo groot ende cleijn als deselve aende noorden candt vande Nieuwstraet gelegen sijn met noch een vierde part in een Loth moere inden Hoeck onder Loon gelegen, onbedeelt met Leendert Wijnen en Dingeman Deckers, mits genietende van Gelden van Pas en Michiel Verhagen ieder tien gulden eens, en bekent sij daer van voldaen te wesen.

Item daer tegens sijn Gelden van Pas ende Michiel Verhagen nomine uxoris voor haer vaderlijck goet bedeelt, eerstelijk een huijs en geseet met de boomen opstaende, gestaen ende gelegen opde Hooge-vaert, groot ontrent vier en een halff hondt, belent Zuijden Gelden van Pas, noorden de kinderen Jan Soe-ters, streckende vander halver Hoogevaert aff, westwaerts op tot d’erve vande kinderen van Adr: Wijnen toe.

Item alnoch een ackerken genaemt Hermens Ackerken, groot ontrent drie hondt, gelegen alsvooren, be-lent Zuijden Jan Soeters kinderen, noorden Claes Hendricx, streckende vander halver Hoogevaert aff, westwaerts op tot d’erve vande kinderen Adriaen Wijnen toe.

Item alnoch twee ackerkens neffens den anderen gelegen onder Loon, groot ontrent ieder drie hondt, belent oost de wed: Dirck van Pas, west

Folio 236r

Peeter Quirijnen, streckende vande Santschel aff, noortwaerts op, tot de Hollantse erve toe, belast met eenen gulden seven stuijvers Jaerlijcx Heeren Chijns, mits aen haer moeder uijtkeeren ieder vier guldens eens.

Parthijen hebben tot d’een en des anders proffijt vertijt ende vertegen naer den rechte vanden Landen, omme ieder t’sijne te mogen gebruijcken als haer ander vrij ende allodiaal goet. Ende ieder opt sijne te moeten onderhouden alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte die met recht uijt ieder sijn bedeelde is uijtgaende, en is mede expres onder haer Condividenten geconditioneert, dat de overschietende goederen van Peeterken Gijsberts Deckers bij haer voor ende nakinderen egalijck hooft voor hooft sullen worden gepart ende gedeijlt, en dat bij deselve Peeterken aen d’een off d’ander van haer kinderen off kints kinderen, niet meer mach worden aengemaeckt off toegestoocken als haer part. Aldus gepasseert ten overstaen van Adr: van Andel Schout, Joan Cnaep, Joan Gijben ende Cornelis van-den Hoeck Heemraden, desen 2e October 1697.

A:v:Andel Johan Cnaep
Jan Ghijben
Cornelis vanden Houck

Folio 237v

Smal Deelinge tusschen Gelden van Pas ende Michiel Wouters Verhagen, in houwelijck hebbende Maijc-ken van Pas, ende dat vande Erffgoederen bij hen op hodie wegens hen vaderlijck goet van henne moe-der affgedeelt soo ende gelijck als volght.

1.
Inden eersten soo is bij blindt Lodt te deel gevallen Gelden van Pas, inden eersten eenen acker genaempt Hermens Acker, groot ontrent drie hondt, gelegen opde Hoogevaert, belent Zuijden Jan Soeters kinderen, noorden Claes Henricx, streckende vander halver Hoogevaert aff westwaerts op tot d’erve vande kinderen van Ad: Wijnen toe.

Item noch een ackerken gelegen onder Loon, groot ontrent drie hondt, belent oost Peeterken Gijsberts Deckers, west Michiel Wouters Verhagen, streckende vande Santschel aff, noortwaerts op tot de Hollant-se erve toe, belast met sestien stuijvers jaerlijcx Heeren Chijns mits genietende van Michiel Wouters Ver-hagen twee hondert en vijfftigh gulden, hondert gulden gereet, en hondert en vijfftigh gulden te Meij toe-comende 1698, en bekent vande hondert gulden vpldaen te wesen.

Opden 11e Maij 1698 soo bekende Gelden van Pas vande hondert en vijfftigh gulden door hande van Michiel Verhagen volsaen te wesen, Ergo gecasseert.

                                                                                                                               Gelden van Pas

2.
Item daer tegens is bij blindt Lodt te deel gevallen Michiel Wouters Verhagen

Folio 237r

eerstelijck een huijs, hoff, geboomten en erve, gestaen ende gelegen opde Hoogevaert, groot ontrent vier en een halff hondt, belent Suijden Gelden van Pas, noorden de kinderen Jan Soeters, streckende vander halver Hoogevaert aff, westwaarts op tot d’erve vande kinderen van Adriaan Wijnen toe.

Item alnoch een ackerken gelegen onder Loon, groot ontrent drie hondt, belent oost Gelden van Pas, west Peeter Quirijnen, streckende vande Santschel aff, noortwaerts op tot de Hollantse erve toe, belast met elff stuijvers Jaerlijcx Heeren Chijns, mits dat dit Lodt uijt sal moeten keren aen Gelden van Pas twee hondert en vijfftigh gulden, hondert gulden gereet, en hondert en vijfftigh gulden te Meij toecomende 1698. De hondert gulden sijn op heden voldaen.
Den 150 gulden sijn opden 11e Maij 1698 voldaan.

Parthijen hebben tot d’een en des anders proffijt vertijt ende vertegen naer den rechte vanden Landen omme ieder t’sijne te mogen gebruijcken als haer ander vrij ende allodiaal goet. Ende ieder opt sijne te moeten onderhouden alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechten die met rechte daer uijt sijn gaende. Aldus gepasseert ter presentie en dagh datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Jan Ghijben

Folio 237v

Uijtgemaeckt

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Peeter Willemse Taelen, den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Lijntjen Jansen van Hamont wed: Peeter Huijberts Taelen, seecker halff huijs en een en een halff hondt ackerlant, gelegen aenden Suijden candt vande Nieuwstraet, belent oost de coo-persse, west Wouter Wijnen, streckende vander halver Nieuwstraet aff Zuijtwaerts op tot de Loonse erve toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen, ende nabueren rechte, die met daer uijt is gaende, voorts gelooft den voornoemde vercooper de cooppersse daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot desen dagen toe. Coram dagh datum ut supra.

Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van twee hondert gulden, en bekent hij vercooper daer van voldaen te wesen, datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Jan Ghijben

Folio 238r

Uijtgemaeckt

Compareerde voor Schout ende Heemraden des Ambachts Heerlijckheijt van ’s Grevelduijn Cappel on-dergenoemt, Willem Claessen van Cappel, woonende tot Amsterdam voor hem selven, mitsgaders als vooght beneffens Hendrick de Roij als toesiende vooght over de twee minderjarige weeskinderen van Anthonij Claessen van Cappel, verweckt aen Beatris van Nederveen, ende geven alsoo in die qualitijt wet-telijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Jan van Pas, Heemraet alhier, seecker binnen dijckse delle gelegen ten weste van Willem van Gents vaert, groot vier en een halff hondt, ofte soo groot ende cleijn als deselve aldaer gelegen is, belent noorden Anthonij vander Nath cum suis, Zuijden Meerten Dolck, streckende vander halver Willem van Gents vaert aff, westwaerts op tot d’erve van Anthonij vander Nath cum suis toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schoewen, water-gangen ende nabuieren rechten, die met recht daer uijt sijn gaende, voorts geloove de voornoemde ver-cooperen, den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voor-commer ende calangie dier op is, aff te doen tot Nieuwjaer 1698. Coram Ad: van Andel Schout, Joan Cnaep en Joan Gijben Heemraden, desen 20e November 1697.

De Cooppenningen sijn volgens Conditie gereet ter somme van vijff hondert eenentseventigh gl, en be-kenne sij vercooperen daer van voldaen te wesen datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Jan Ghijben

Folio 238v

Uijtgemaeckt

Datum ut supra hebbe de voorsr vercooperen in qualitijt voornoemt alnoch wettelijck over gegeven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Teunis Cuijl, seecker een hondt ackerlant, gelegen ten weste van Willem van Gents vaert, belent Zuijden Govert Janssen Hoevenaer, noorden de kinderen van Janneken Vossen, streckende vander halver Willem van Gents vaert aff, west-waerts op tot d’erve van Joachem Hendricx den Grooten toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schou-wen, watergangen ende nabueren rechte die met recht daer uijt sijn gaende, voorts geloove de voor-noemde vercooperen in qualitijt voornoemt, den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende Calangie dier op is aff te doen tot Nieuwjaer 1698. Coram en dagh datum ut supra.

De cooppenningen sijn volgens Conditie ter somme van hondert en twintigh gulden gereet, en bekenne sij vercooperen daer van voldaen te wesen datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Jan Ghijben

Folio 239r

Erffdeelinge voor Recht aen Schout ende Heemraden van ‘s Grevelduijn Cappel, aengebracht bij Arien Claessen Vaertman ter eenre, ende Willem Claessen van Cappel woonende tot Amsterdam ter andere sijde, ende dat van de Erffgoederen bij hen int gemeen beseeten, en geerft van hen ouders, als volgende is.

Inden eerste is bij blindt Lodt te deel gevallen Arien Claessen Vaertman op twee hondt ackerlant gelegen ten weste van Willem van Gents vaert, belent noorden Jan Aertsen Cus, Zuijden Govert Janssen Hoe-venaer, streckende van der halver Willem van Gents vaert aff tot d’erve van Hendrick de Roij toe, mits dat dit Loth uijt sal moeten keeren aen sijn broeder Willem Claessen van Cappel de somme van veertigh gl.

Item daer tegen is bij blindt Loth te deel gevallen Willem Claessen van Cappel, woonende tot Amsterdam, op een hondt ackerlant, gelegen ten weste van Willem van Gents vaert,

Folio 239v

belent Zuijden Jan Claessen Vaertman, noorden Meerten Dolck, streckende vander halver Willem van Gents vaert aff westwaerts op tot d’erve van Joachem den Grooten toe, mits dat dit Lodt sal genieten van’t Lodt van Arien Claessen Vaer(t)man de somme van veertigh gl. en bekent daer van voldaen te we-sen.

Parthijen hebben tot d’een en des anders proffijt vertijt ende vertegen naer den rechte vanden Landen, omme ieder t’sijne te mogen gebruijcken als haer ander vrij ende allodiaal goet. Ende ieder opt sijne te moeten onderhouden alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte die met recht daer uijt sijn gaende. Aldus gepasseert ten overstaen van Adriaan van Andel Schout, Joan Cnaep, Joan Gijben en Jan van Pas Heemraden, desen 20e 9ber 1697.

A:v:Andel Jan Ghijben
Johan Cnaep

Folio 240r

Uijtgemaeckt

Ten voorsr dage Compareerde Willem Claessen van Cappel woonende tot Amsterdam, den welcke ver-claert wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van sijnen broeder Jan Claessen Vaertman, seecker een hondt ackerlant gelegen ten este van Willem van Gentsvaert, belent noorden Meerten Dolck, Zuijden den Cooper, streckende vander halver Willem van Gentsvaert aff, westwaerts op tot d’erve van Joachem Hendricx den Grooten toe. Ende dat met alle we-gen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte die met recht daer uijt sijn gaende, voorts gelooft den voorsr vercooper den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie dier op is aff te doen tot desen dage toe. Coram en dagh datum ut supra.

De Cooppenningen sijn soo parthijen verclaeren gereet ter somme van een hondert gl, en bekent hij daer van voldaen te wesen datum ut supra.

A:v:Andel Jan Cnaep
Jan Ghijben

Folio 240v

Uijtgemaeckt

Compareerde op datum ut supra Joachem Artsen Maes voor hem selven, mitsgaders intervenierende ende de rato caverende voor sijne twee susters Maria en Mechel Ariensen Maes, den welcke verclaerde alsoo wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Joan Gijben Heemraet alhier, seecker gerechte vijfftiende part in een stede van negen hondt ackerlant, gelegen opde Hoogevaert, belent vant geheel Zuijden Adriaan van Campen, noorden Corstiaan Gijsberts vander Vaert, streckende vander halver Hooghvaert aff, westwaerts op tot den Peijs alsoo van outs genaemt toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte met recht daer uijtgaende, voorts gelooft den voornoemde vercooper in qualitijt voorsr, den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie dier op is aff te doen tot desen dage toe. Coram en dagh datum ut supra.

De cooppenningen sijn soo parthijen verclaeren gereet ter somme van vijffentwintigh gl, en daer van vol-daen te wesen datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Jan Ghijben

Folio 241r

Uijtgemaeckt

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Wijnant van Cleeff ende Cornelis Janssen de Jongh in houwelijck hebbende Pieternel Aelberts van Cleeff, de welcke ver-claerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo als recht is, aen ende tot behoeff van Meerten Adriaensen Dolck, seecker binnen dijckse delle gelegen ten ooste vande Nieuwvaert, groot ontrent ses hondt, belent noorden Michiel den Backer, Zuijden de wed: Geerit Janssen Snijder, streckende vander halver Nieuwvaert aff, oostwaerts op tot d’erve van Joan Cnaep cum suis toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechten die met recht daer uijt is gaende, voorts geloove de voornoemde vercooperen den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie dier op is aff te doen tot Nieuwjaer 1698 toe. Coram Adriaen van Andel Schout, Jan van Pas en Jan Huijsmans, Heemraden, desen 4e December 1697.

De Cooppenningen sijn volgens Conditie in twee egael ende te gelijcke termijnen ter somme van twee hondert vijffenvijfftigh gulden, en bekennen sij vercooperen van den eersten termijn met 127 ½ gl voldaen te wesen datum ut supra.

A:v:Andel Jan van Pas
Jan Huijsmans

Op heden den 14e Januarij 1699 soo Compareerde de voorsr vercoopers, en bekende vanden tweede ende laetste termijn door hande vande cooper voldaen te wesen.

                                                                                                                          Wijnant van Cleeff
                                                                                                              Corneles Janssen de Jonge

Folio 241v

Erffdeelinge voor recht aen Schout ende Gerechte van ’s Grevelduijn Cappel aengebraght bij Wijnant van Cleeff ter eenre, ende Cornelis Janssen de Jongh in houwelijck hebbende Pieternel van Cleeff ter andere sijde, ende dat vande erffgoederen bij henne respective moeder achtergelaeten als volght.

Inden eersten is bij blindt lodt te deel gevallen Wijnant van Cleeff, eerstelijck op een huijs hoff en erve aengelegen, gestaen ende gelegen alhier opt Stapel eijndt, groot ontrent een hondt ofte soo groot ende cleijn alst selve aldaer gestaen ende gelegen is, belent Zuijden Hendrick Aertsen Timmers cum suis, noorden Wouter Janssen Duijser, streckende vander halver Nieuwvaert aff, westwaerts op tot d’erve van de wed: Seger de Greeff toe.

Item alnoch de gerechte helft van een buijten dijckse delle gelegen ten weste van de Nieuwvaert, groot ontrent int geheel ses en een halff hondt, ofte soo groot ende cleijn als deselve aldaer gelegen is, belent west den H: Geest Armen van Cappel, oost Hendrick van Nederveen cum suis,

Folio 242r

streckende vanden Ausloot aff, noortwaerts op tot Zuijdewijn toe, mits dat dit lodt uijt sal moeten keeren aen Cornelis Janssen de Jongh eens eene somme van hondert en vijfftigh gl.

Item daer tegen is bij blindt Lodt te deel gevallen Cornelis Janssen de Jongh nomine uxoris, opde ge-rechte helft van een buijten dijckse delle, gelegen ten weste vande Nieuwvaert, groot ontrent ses en een halff hondt, ofte soo groot ende cleijn als deselve aldaer gelegen is, belent oost Hendrick van Nederveen cum suis, west den H: Geest Armen van Cappel, streckende vanden Ausloot aff, noortwaerts op tot Zuijdewijn toe, mits genietende vant lodt van Wijnant van Cleeff hondert en vijfftigh gulden eens, en be-kent daer van voldaen te wesen, datum ut supra.

Parthijen hebben tot d’een en des anders proffijt vertijt ende vertegen naer den rechte vanden Landen, omme ieder t’sijne te mogen gebruijcken als haer ander vrij ende allodiaal goet. Ende ieder opt sijne te moeten onderhouden alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte die met recht uijt ieder sijn bedeelde is uijtgaende. Aldus gepasseert ten overstaen en dagh datum ut supra.

A:v:Andel Jan Huijsmans
Jan van Pas

Folio 242v

Uijtgemaeckt

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt Wemmert Coeser-mans in houwelijck hebbende Janneken Pieterse, Jan Pietersen meerderjarigh jonghman, ende Peeter Leempoel als vooght over Adriaentjen Pietersen die alhier present en den coop accepteert, met consebt van Schout ende Gerechten alhier als oppervooghden, ende geven alsoo t’saemen wettelijck over met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Cornelis Hendricx Timmerman, seecker een huijsken met den acker en deijcken achteraen gelegen, groot saemen ontrent drie hondt, ofte de gerechtigheijt haer competerende, gestaen ende gelegen ten ooste vande Nieuwvaert, belent Zuijden de wed: van Geerit de Haan, noorden Arien Meertens Dolck, met den gerechte erffweght achter de huijsinge en over de erve vande Wed: Geerit de Haen, streckende vander halver Nieuwvaert aff oost-waerts op, tot de Dwars ackers toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende na-bueren rechte die met recht daer uijt is gaende, voorts geloove de voornoemde vercooperen, den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer calangie ende aentaal dier op is aff te doen tot Nieuwjaer 1698 toe. Coram Adt: van Andel Schout, Johan Cnaep, Corne-lis vanden Hoeck ende Hendrick Timmermans Heemraden, desen 10e December 1697.

De cooppenningen sijn soo parthijen verclaren voor recht gereet ter somme van drie hondert vijffentwin-tigh gl, en bekenne sij vercooperen daer van voldaen te wesen datum ut supra.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

Folio 243r

Erffdeelinge voor Recht aen Schout ende Gerechte van ’s Grevelduijn Cappel, aengebracht bij Johan Aertsen Snaphaan weduwnaar van Lijsken Cornelis Gielen ter eenre, Arien Geeritsen Smits, Jan Teunisen van Dongen in houwelijck hebbende Pieternel Geeritsen Smits, Arien Aertsen Schouten in houwelijck heb-bende Jenneken Geeritsen Smits ende Jan Janssen Paans in houwelijck hebbende Willemken Geeritsen Smits ter andere sijde, kinderen vande voorsr Lijsken Cornelis Gielen, ende dat wegens affdeelinge vande erff en haeffelijcke goederen, bij haer moeder Zal: achtergelaeten en tegens den voorsr Snaphaan, haeren laetste man affgedeelt als volght.

Inden eersten is bij blindt Lodt te deel gevallen Johan Aertsen Snaphaen, eerstelijck de weestkamer met het kamerken voor, en de geboomte

Folio 243v

daer voor staende, en een derdepart vande breete vanden acker achteraen het huijs gelegen, groot int geheel een en een vierde hondt, ofte soo groot ende cleijn alst selve aenden noorden candt vande Nieuwstraet gelegen is, sijnde bedeelt aenden weste candt vant geseet, dit 1/3 belent west de wed: Cor-nelis Jansen van Gorcom, oost Jan Janssen Paens, streckende vander halver Nieuwstraet aff, noort-waerts op tot d’erve vande wed: Cornelis Jansen van Gorcom toe, den weght aenden weste candt nef-fens d’erve vande wed: Cornelis van Gorcom voorsr blijft int gemeen, mits dat dit lodt vooruijt Suijtwaerts maar niet oostwaarts naer sijn genoegen sal mogen timmeren.

Item alnoch de moeren die onder Cappel bij hen int gemeen sijn beseten.

Item daer tegen sijn bij blindt lodt te deel gevallen, Arien Geritsen Smits, Jan Teunisen van Dongen nomi-ne uxoris, eerstelijck de resterende gedeelte van het huijs als daer is de keucken, moos. Achterhuijs, en twee derdeparte

Folio 244r

Vanden acker, en het geheel nieuwlant achteraen gelegen, groot ontrent int geheel vijff en een halff hondt, ofte soo groot ende cleijn alst selve aldaer gelegen is aenden noorde candt vande Nieuwstraet, belent oost Mr: Adr: de Roij, west Johan Snaphaan met een derdepart, vant nieuwlant belent west en oost de wed: van Cornelis van Gorcom, strevkende vander halver Nieuwstraet aff, noortwaerts op tot de Cruijs vaert toe, blijvende den weght neffens de erve vande wed: Cornelis van Gorcom int gemeen, mitsgaders de haeff, koij stroij etc:

Item tegen ’t welcke bij somme van onder deelinge Arien Geeritsen Smits, Jan Teunisen van Dongen noe uxoris, ende Arien Aertsen Schouten noe uxoris bekennende bij uijtcoop door den voorsr Jan Janssen Paans volcomen tot haeren contentemente ende genoegen voor haer ende haere erve voldaen ende be-taelt te wesen, behoude hij Jan Jansen Paans daer en tegen henne en sijne bedeelde parten int huijs en erve als voorsr staet.

Parthijen hebben tot d’een en des

Folio 244v

proffijt vertijt ende vertegen naer den rechte vanden Landen, omme ieder t’sijne te mogen gebruijcken als haer ander vrij ende allodiaal goet, ende ieder opt sijne te moeten onder houden alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte die met recht daer uijt sijn gaende. Aldus gepasseert ten overstaen van Adriaan van Andel Schout, Joan Cnaep en Jan Huijsmans Heemraden, desen 12e Decem-ber 1697.

A:v:Andel Johan Cnaep
Jan Huijsmans

Compareerde ter Secretarie van Cappel Jan Aertsen Snaphaan dese ondergeteckent, den welcke gelooft gelijck hij gelooft mitsg(a)ders voor hem ende sijne nacomelinge nu off ten eeuwige dage, het ligt ten weste en ooste van Jan Jansen Paans huijs, sal mogen betimmert worden, als daar sijn ligt benomen mogt worden, oock belooft hij Snaphaam den eijgendom van den oven in sijn huijs, en Jan Jansen Paans huijs, aan Jan Jansen Paans, mits dat ik ondergeteeckent mijn leven lang geduerende en ’t selve van mijn dogter Elsken inden voorsr oven sal mogen backen. Actum den 15e December 1706.

                                                                            Dit ist X handtmerck van Jan Aertsen Snaphaan

Folio 245r

Uitgemaeckt

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt Arien Aertsen Tim-mers den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Jan Jansen van Dam, seecker binnen dijckse delle gelegen opt Stapel eijndt, groot ontrent met de putten en cuijlen, ses hondt met den last vanden dijck, belent oost Jan van Pas, west Cornelis vanden Hoeck cum suis, streckende vanden buijten teen vanden dijck aff Zuijtwaerts op den H: Geest Armen van Cappel toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte, die met recht daer uijt sijn gaende, voorts gelooft den voornoemde vercooper den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie daer op is, aff te doen tot Nieuwjaer 1698 toe. Coram Adr: van Andel Schout, Cornelis vanden Hoeck ende Jan van Pas Heemraden, desen 19e December 1697.

De cooppenningen sijn soo parthijen verclaeren gereet ter somme van vijffentwintigh gulden, en Jaerlijcx vier karren drogen mest, soo langh den transportant en sijn tegenwoordigen huijsvrouw bij maelcanderen in leven sijn, en bekent vanden 25 gl voldaen te wesen, datum ut supra.

A:v:Andel Cornelis vanden Houck
Jan van Pas

Folio 245v

Uijtgemaeckt

Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Cornelis Anthoni-sen Swart, den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Cornelis Joachemse Vermijs, seecker huijsken met de erve daer aen gele-gen, gestaen, ende gelegen, alhier aenden ooste candt vande Nieuwvaert, belent Zuijden Baeijen Antho-nisen, noorden Jan Jansen van Dam, streckende vander halver Nieuwvaert aff, oostwaerts op tot d’erve van Hendrick vanden Hoeck toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabue-ren rechte, die met recht daer uijt is gaende, voorts gelooft den voornoemde vercooper den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie dier op is aff te doen tot desen dage toe. Coram Adriaan van Andel Schout, Joan Cnaep ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen 30e December 1697.

De cooppenningen sijn soo parthijen verclaeren voor recht ter somme van hondert gl, te Meij toecomende 1698 te betaelen.

A:v:Andel Johan Cnaep
Cornelis vanden Houck

                                             Register

De erfgenamen Handrick Willemsen Brock, taxcaet in Suijdewijn. Fol. 1
De erfgenamen Handrick Back, deelinge vande meubilen goederen. Fol. 2
Erfdeelinge tusschen de erfgenamen van Handrick Brock. Fol. 3
Tauxatie vande erfgenamen Handrick Brock in Kleijn Waspick. Fol. 7
Tauxatie vande erfgenamen Handrick Brock tot Cappel. Fol. 8
Gifte Adriaen Timmers Schout als Curator over de Boedell van saliger Philips Jasen koper Peter van Campen. Fol. 9
Gifte Meerten ende Corstiaen Mutsert, koper Giel den Backer. Fol. 10
Gifte Govert Cluijtenaer, kopers Huijbert Joost Hemers …… Fol. 11
Gifte Cornelis van Tilborg ende Adr: Ockers, kopers Huijbert Joost Fol. 12
Erfdeelinge tusschen Meerten Wagemaecker ende Jochem Jansen de Loos cumsuis. Fol. 13
Procuratie tot verkoping vande goederen Willem Jacobs tot Waspick. Fol. 16
Gifte Willem Jacobsen ende den Schout van Waspick, koper Jan Claesen Vaertman. Fol. 17
Gifte ad idem, koper Jacob Willemsen. Fol. 17
Gifte de Erfgenamen Handrick Willemsen Brock, koper Jan Teunissen van Pas. Fol. 18
Verdeelinge Truijke Meertens Wed: Loper, vande haere goederen onder haere kinderen. Fol. 19
Approbatie vande kinderen vande voorschreven Truijcke Meertens vande voornoemde deelinge Fol. 22
Gifte Neeltie wed: Teunis Aertsen, aenden armen van Cappel. Fol. 23
Gifte de Erfgen: van Corn: Rijcken, kopers Elant van Nieuwenhuijssen. Fol. 24
Gifte d’Armrs: Van Cappel, koper Pieter Ariensen van Maessluijs. Fol. 25
Custingbrieff den Armen van Cappel tot lasten vande voorn: Maessluijs. Fol. 26
Gifte Jan Ariensen Dolck, de Armrs ut supra:, koper Jan Ariensen Dolck. Fol. 27
Gifte de voorn: Armrs:, kopers Arnold Ophorst. Fol. 27
Gifte Adriaen Stam, koper Adriaen Timmers, Schout alhier. Fol. 28
Gifte Bartholomeus van Baerdwijck, koper Anthonij vander Nat. Fol. 29
Gifte Daniel Adriaenss van Bockhoven cum suis, koper Arien Peeterss de Jongh. Fol. 29
Gifte Pr. Adriaen de Roij koper, verkoper Peter Adr: de Roij. Fol. 30
Procuratie op Anthonij Glavimans, van Ewit Janss Duijser. Fol. 30
Gifte Wouter Janss Duijser ende Anthonij Glavimans, koper Peter de Roij. Fol. 31
Gifte de Heer Johan van Bergen Schout tot Sundert, in qualitijt als voogt …. cum suis, koper den Heer Anthonij Glavimans, Secr. Fol. 32
Gifte Gisbert Verwiel als procuratie hebbende van de Erfgenamen van Bommelaar, koper Sr. Johan Schoonhoven als Stadthouder tot Schravenmoer. Fol. 33
Gifte Elant van Nieuwenhuijsen, koper Jacob Jansen Deckers. Fol. 34
Gifte Hendrick vande Hoeck, koper Jan vander Punten. Fol. 35
Contract van overgifte tusschen Sijken Peters, wed: Teunis Dirckss Meelen ende Govert Jan Hoe-venaer. Fol. 35
Wilceur Janneke Prs. Van Clootwijck wed: Jan Bleesen tot behoeff van Govert Jansen Hoevenaer. Fol. 36
Wilcoir Willemke Corsten de Loos wed: Meerten Waegemaecker te behoeve van Gijsbert Oostvogel. Fol. 37

                                                                 A

Adriaen Timmers, Schout in qt. als Curateur over den boedel van salr: Philips Jansen.
Fol. 9-10-28
Adr: Ockers. Fol. 12
Arnold (Jansen Ophorst) Ophoff. Fol. 27
Adr: Stam. Fol. 28
Anthonij van der Nath. Fol. 29-64
Adr: Petersen den Jongen Fol. 29
Mr: Adr: de Roij. Fol. 30-43-44
Anthonij Glaviman Secrs: Fol. 31-32-49-59
Anhonij Swarten. Fol. 38
Adr: Adr: Timmer. Fol. 38
Adriana Meertens, wed: Jan Sprangers. Fol. 39
Adr: Putman. Fol. 40
Adrian Gijsberts de Greeff. Fol.41-42
Hr. Adr: Timmers, Schout. Fol. 42-49
Aert Coeckman. Fol. 42
Adriaentgen Prs. de Leeu. Fol. 46
Adr: Adr:se Decker. Fol. 50
Anthonij Timmers. Fol. 59-63
Anthonij Joost Sijmons. Fol. 67
Adr: Meertens Adr: Fol. 67
Anthonij Otten Havelaer. Fol. 67-68
Adr: Jacobs Paens. Fol. 68
Adr: Ariens Timmer. Fol. 69
Adriaentjen Arts Luijcx. Fol. 70

                                                                 B

Bartholomeus van Baerdwijck. Fol. 29
Barent van Vas. Fol. 40
Bastiaen Jansen Boer. Fol. 42
Bastiaen de Leeuw. Fol. 42
Bertrum Joosten de Bruijn. Fol. 55

                                                                 C

Corstiaen Mutsaert. Fol. 4
Cornelis van Tilborgh. Fol. 12
Cornelis Sprangers. Fol. 39
Catharina van Gils. Fol. 40-45-68
Claes van der Saecken. Fol. 41
Cornelis Claessen van der Saecken. Fol. 43-74
Cornelis Aertsen van den Hoeck. Fol. 45
Clara van den .uijl
Cornelis Anthonis Swart. Fol. 71

                                                                 D

De Erffgen: Hendrick Willemsen Brock. Fol. 12-37-8
Den Schout van Waspick. Fol. 17
De Erffgen. Hendrick Willemsen Brock. Fol. 18
Den Armen van Cappel. Fol. 23-25-26-27
D’erffgenamen Cornelis Reijcken. Fol. 24
Daniel Adrs. van Bockhoven cum suis. Fol. 29
De Armmeesters van Cappel. Fol. 45-66
De Erffgen. Teunis Dircxen. Fol. 45
De Erffgen. van Andries de Bie. Fol. 48
De Erffgen. van za: Neeltjen Prs. Fol. 50
De kinderen ende Erffgen. van Teunis Teunissen de Langen. Fol. 52
De Erffgen. van Janneken Ariens Bonts. Fol. 53-54
De Erffgen. van Lijsbet Govers Smits. Fol. 56
De Erffgen. Pr: Cornelissen Otterdijck. Fol. 57
De Erffgen. za: Pr: Hendricx Timmer. Fol. 62
Sr: Dirck van Pelt. Fol. 63-71
De Erffgen. Abraham Franssen van Ammelroij. Fol. 65-66
De Erffgen. van Aert Joachems Vermijs. Fol. 67
Dirck van Eck. Fol. 67-68
De vooghden van Cornelis Rommen van Dijck. Fol. 69
Dirck Ariensen Timmer. Fol. 69-71
De Erffgen. Neeltjen Joachems. Fol. 20-72
De vooghden van Cornelis Bastiaensen Boer. Fol. 72

                                                                 E

Elant van Nieuwenhuijsen cum suis. Fol. 20
Ego de With. Fol. 39-40

                                                                 F

Francois Cocks kinderen. Fol. 58

                                                                 G

Govert Cleijtenaer Fol. 11
Gijsbert Verwiel Fol. 33
Govert Janssen Hoevenaer. Fol. 35-36
Gijsbert Oostvogel. Fol. 37
Govert vander Punten. Fol. 40
Gerit Jansen. Fol. 41
Govert Prs. Schaep. Fol. 46
Dhr: Govert van Alphen. Fol. 52
Gijsbert Prs: Otterdijck kinderen. Fol. 58
Govert Prs: Timmer. Fol. 64
Gijsbert Hoeffnagel. Fol. 75
Gerrit Claessen Moolenaer. Fol. 75

                                                                 H

Huijbert Joost Hermens, cum suis. Fol. 11
Den selven cum suis. Fol. 12
Hendrick van den Hoeck. Fol. 35
Hendrick Pr. Timmer. Fol. 37-69-75
Hendrick de Roij. Fol. 55-58
Handrick van Mammeren. Fol. 58
Hendrick Prs. Otterdijck kinderen. Fol. 58
Heijliger Cornelissen. Fol. 66
Sr: Hendrick van Gils. Fol. 68
Huijbert Melis van Dam. Fol. 69

                                                                 J

Jochem Janssen de Loes, Fol. 13
Jan Claessen Vaertman. Fol. 17
Jacob Willemsen. Fol. 17
Jan Teunisen van Pas. Fol. 18
Jan Ariensen Dolck. Fol. 27-56
D’heer Johan van Bergen, Schout tot Sundert cum suis. Fol. 32-49
Sr. Johan Schoonhoven, Stadthouder. Fol. 33
Jacob Jansen Decker. Fol. 34
Jan van der Punten. Fol. 35
Janneken Prs. van Clootwijck. Fol. 36
Jan Janssen Naijen. Fol. 37
Jan Prs. Timmers. Fol. 39
Joachem Hendricx den Grooten. Fol. 39
Jan Ariens Hoeffnagel. Fol. 42-73
Jacob Bervoets. Fol. 43
Jan van Wijck. Fol. 46
Jacobken Teunis Duijser. Fol. 47
Jacob Jansen van Hamont. Fol. 50
Jan Stevens Huijsman. Fol. 56
Jan Christ. Fol. 58-63
Jan Dingeman Deckers. Fol. 62
Jan de Bruijn. Fol. 67
Jan Wouters Cladbooter. Fol. 75

                                                                 L

Lijsken Adr: Verster. Fol. 39
Leijntjen Prs. Schaep. Fol. 46
Leijntje Prs. Otterdijck kinderen. Fol. 58
Lambert Cornelis. Fol. 73

                                                                 M

Meerten Mutsaert. Fol. 10-38
Michiel den Backer. Fol. 10-48-62
Meerten Wagemaecker. Fol. 13
Maria Prs. Fol. 45
Maria Prs. Otterdijck kinderen. Fol. 59
Maria Cornelis. Fol. 66
Matthijs Artsen Vermeijs. Fol. 67
Mariken Prs. van der Hoeven. Fol. 67-68

                                                                 N

Neeltjen wed: Teunis Aerts. Fol. 23
Nanningh Geerits de Zeeuw. Fol. 48
Niclaes van Tilborgh. Fol. 57-58

                                                                 O

Ocker Woutersen Duijser. Fol. 38
Sr: Otto van Reijswijck. Fol. 39

                                                                 P

Peeter van Campen. Fol. 9
Pieter Aertsen van Maessluijs. Fol. 25-26
Peeter de Roij. Fol. 30-31
Peeter Janssen van der Mijden. Fol. 37
Pr: Jansen de Leeuw. Fol. 42
Peeter Prs. Otterdijck. Fol. 58
Peeter den Jongen. Fol. 66
Pr: Joosten de Bruijn. Fol. 70
Peeter Cornelisen. Fol. 73-74

                                                                 R

Roelant Rutters. Fol. 40

                                                                 S

Sijcken Prs., wed: Teunis Dircksen Meelen Fol. 35
Steven Jacobs. Fol. 66

                                                                 T

Truijcken Mertens, wed: zal: Jan Ariensen de Looper. Fol. 19-22
Tijs Jansen van Riel. Fol. 41
Teunis Hendricks Timmerman. Fol. 72
Tonis Wouters Clad. Fol. 73

                                                                 W

Willem Jacobsen. Fol. 17
Wouter Janssen Duijser. Fol. 31-38
Willemken Corsten de Loos. Fol. 37
Wilhelmus Swaens. Fol. 40
Willem Banck. Fol. 40
Willemken Corsten de Loos. Fol. 43
Wouter Prs. Verheijden. Fol. 48-66
Wouter Prs. Otterdijck. Fol. 55
Willem Raessen kinderen. Fol. 58
Willem Stoffels van Bavel. Fol. 58

Los liggende index. Liggend bij Folia 113v en 114r.

                                                                 A

Adr: Gerits Smits. Fol. 77
Adriaentje Hermens Lochten Fol. 79
Arien Ariens Schouten. Fol. 79
Arien Claessen Vaertman. Fol. 82
Adriaentjen Teunis Paens. Fol. 84
Adriaentjen Cornelisen van Gorcom. Fol. 85
Anniken Cornelissen van Gorcom. Fol. 85
Adriaen Timmers. Fol. 86-94-98-105
Arien Dicxsen Smits. Fol. 87
Adr: Ockers. Fol. 88
Aentgen Teunis Paens, wed: Cornelis van Gorcom. Fol. 97
Anneken Ariens Gemens. Fol. 98
Adr: Dierxsen Spoor, alias Melen. Fol. 100
Anthonij vanden Kieboom. Fol. 102
Anthonij Timmers. Fol. 103-119
Adr: Prs: Paep. Fol. 103
Adr: Coenen. Fol. 104
Anthonij van der Nath. Fol. 109
Adr: van Pas. Fol. 111
Adr: Aertsen Bommeler. Fol. 111
Anneken Cornelis. Fol. 112
Adriaan Hendrix Timmer. Fol. 113
Aelbert Weghmans. Fol. 114
Joffr. Alida Bollekens. Fol. 118
Joffr. Aeltje van Campen. Fol. 118
Anneken Ariens Gemens. Fol. 119

                                                                 B

Cornelis Bastiaensen Boer. Fol. 76
Coenelis Claessen van der Saecken. Fol. 78
Claes Jansen Maes. Fol. 100
Cornelis Sprangers. Fol. 103
Cornelis van Tilborgh. Fol. 103
Cornelis van Eijll.. Fol. 106
Cornelis Cornelisen Leempoel. Fol. 108

                                                                 D

De Erffgen. van Gerit Arien Smits en Sijcken Gerits Looper. Fol. 77
De Erffgen. van Maijken Jans, wed: Arien Gijsberts Hoefnagel. Fol. 80-81
Dielis Coeckman. Fol. 82
Dirck van Pelt. Fol. 83-119
Den armen van Cappel. Fol. 87
De Erffgenamen Govert Verster. Fol. 91
De Erffgenamen van de Hr: Corstiaen Glavimans. Fol. 96
Dirck Timmers. Fol. 98
De Erffgenamen Cornelis Geerits Smits. Fol. 101
Dielis Aertsen Coeckman. Fol. 101
De Erffgenamen van Dhr: Christiaen Glaviman, Drossaert tot Druenen. Fol. 103
De kints kinderen ende verdere Erffgenamen van Pr: Denis de Haen. Fol. 105
Dingena Abrahams van Ammelroij. Fol. 107
De Erffgenamen van Dmaijken Franssen van Ammelroij. Fol. 108
De wed: Cornelis Jansen van Gorcom. Fol. 112
De Erffgenamen Adriaan Jacobs Paens. Fol. 115-117
De Erffgenamen Cornelis Rommen. Fol. 118
Extrack van een deelinge van de kinderen Adr: Rombouts. Fol. 86

Frans Fransen Vermeer. Fol. 115
Baijen Melsen van Driel. Fol. 111

                                                                 G

Gerit van der Hoeven. Fol. 79
Gerit Jansen Bouwdewijns. Fol. 88
Govert Jansen Hoevenaer. Fol. 100-110
Gerit Michielsen den Haen. Fol. 108
Gerit Jansen Snijder. Fol. 115

                                                                 H

Hendrick de Roij Fol. 77-92
Hendrick van Mammeren. Fol. 79
Hendrick Prs: Timmer. Fol. 88-109
Hendrick Gerits Pachter. Fol. 91
Hendrick Teunisen Timmerman. Fol. 104

                                                                 J

Jan van der Hoeven. Fol. 79
Janneken Jans Abberdaen. Fol. 79
Jan Wouters Cladbooter. Fol. 80
Johan Cnaep. Fol. 81
Jan Ariens Hoeffnael. Fol. 81
Joris de Bie. Fol. 82
Jan Cornelissen Visscher. Fol. 84
Jan Cornelissen van Gorcom. Fol. 85
Joachem Hendricx. Fol. 92
Johan de Loos. Fol. 93
Jacob Jansen van Hamont. Fol. 93
Jan Dircxsen Smits. Fol. 97-110
Jan Aertsen Dolck. Fol. 101
Jan Stevens Huijsman. Fol 101-102
Jan Christ. Fol. 105
Jan Aertsen Snaphaen. Fol. 112
Jan Jacobs Mouthaen. Fol. 112
Jan Prs: Dolck. Fol. 114
Jan Jacobs Paens. Fol. 117
Jenneken Jansen. Fol. 119

                                                                 L

Lijsken Ariens den Grooten. Fol. 92

                                                                 M

Melis van den Dam. Fol. 98
Maeijken Ariens Gemens. Fol. 98
Michiel Wouters Verhagen. Fol. 108
Michiel Prs: Dolck. Fol. 114
Michiel Dingemans Korsten. Fol. 116
Maeijken Ariens Gemans. Fol. 119

                                                                 N

Nanningh de Zeeuw. Fol. 88
Niclaes van Tilborgh. Fol. 97-100-101

                                                                 O

Sr: Otto van Reijswijck. Fol. 95

                                                                 P

Peter Joosten de Bruijn. Fol. 78
Peterken Hermens Lochten. Fol. 79
Peter van Campen. Fol. 79
Pieternel Gerits Smits. Fol. 79
Peter Peters Otterdijk. Fol. 79
Peter Jansen van Gorcom. Fol. 85
Pieter Corsten Schoenmaker. Fol 86-94
Peter Claessen Roosenbrant. Fol 91-97
Peter Tonis. Fol. 100
Peter Dirxken Smits. Fol. 107-110
Peeterken Tuens Paens. Fol. 110
Pauwels van Reijnst. Fol. 119

                                                                 R

Reijnier van den Broeck. Fol. 112

                                                                 S

De Eerwaerden Here Samuel Junius. Fol. 106
Sijcken Dirxken Smits. Fol. 110

                                                                 T

Teunis HendrixTimmerman. Fol. 76
Truijken Jansen, wed: Heijlger Adriaensen . Fol. 78

                                                                 W

Willemken Wouters. Fol. 82
Wouter Meeusen Wijnen. Fol. 83
Wouter Jansen Duijser. Fol. 103
Wouter Dirxken Smits. Fol. 110
Willemken Hoppenbrouwer. Fol. 113

Uitgewerkt door T.M.Roubos.
Sprang-Capelle.
8-7-2005.