Selecteer een pagina

           RAAMSDONK

              RECHTELIJK ARCHIEF INV NR 55

                      Samenvattingen en transcripties

                              Ir. Drs. G. A. van Strien

                                       INLEIDING

Bij genealogisch onderzoek vóór de Franse tijd komt men al snel tot de conclusie dat rechtelijke en notariële archieven echt nodig zijn, niet alleen voor de “aankle­ding” van een genealogie of kwartierstaat, maar ook om verder in de tijd door te dringen en om de nodige verbanden te kunnen leggen. Dit geldt zeker in Raamsdonk in de zeventien­de eeuw en eerder. Dan ontbreken namelijk grotendeels de DTB’s.

Een probleem van een aantal belangrijke archiefboeken is dat ze een index missen. Waar al een index aanwezig is, is die op voornaam en dan alleen nog maar van de belangrijkste partijen in het document. Grondige bestudering van een archiefstuk is in een enkele vrije dag die sommigen slechts in een archief kunnen doorbrengen, niet mogelijk. Mij leek het afschrijven en -waar mogelijk- samenvatten van alle actes uit een archiefstuk en het vervolgens indexeren voor alle genealogen die in Raamsdonk zoeken wel een uitkomst. Dank zij de bereidwilligheid van de medewerkers van (toen nog) het Streekar­chief Oosterhout ben ik in de gelegenheid gesteld om zo’n stukje geschiedenis uit te werken. Graag spreek ik daarvoor vanaf hier mijn dank uit.

Het voorliggende boekwerk is het vijfde volledig door mij uitgewerkte archiefnummer. Eerder verschenen Raamsdonk RA 56, 57, 58 en 87. Ineke van Rijn Broeders werkte in de tussentijd Raamsdonk RA 59 uit. Er was in voorgaande eeuwen altijd veel contact met bewoners van Waspik. Voor het bestuderen van de inwoners van Raamsdonk zijn ook die archieven onmisbaar. Voor de uitwerking daarvan zij verwezen naar Drs. Jan van den Bergh te Oldenzaal.

In dit boek vindt u een uitwerking van alle acten uit de periode januari 1568 – 1587 zoals die voorkomen in Raamsdonk RA 55, opgemaakt voor (meestal plaatsver­vangend) schout en heemraden.

In dit archiefnummer staan vooral in de tweede helft van het boek, de acten nogal door elkaar. Acten werden, zo is mijn ervaring, ingeschreven op basis van een los exemplaar dat waarschijnlijk vaak naar de comparanten ging. Het begin van de tachtig jarige oorlog was voor Raamsdonk een vreselijke ervaring. In de enorme chaos moet de secretaris van Raamsdonk op zeer onregelmatige tijden en soms met grote vertraging vele acten tegelijk hebben ingeschreven, op basis van losse stukken en mondelinge mededelingen. Dit moet wel de oorzaak zijn van het ontbreken van de chronologie in de tweede helft van het boek.

Over het algemeen zijn de beschrijvingen van de transporten standaard. Vaak worden transporten gevolgd door een aparte acte die een “wilcuer” wordt genoemd. Dat is in die gevallen dat de koper niet de volledige koopsom kan betalen. Hij legt dan een schuldbekente­nis of wilcuer af. In zo’n geval worden beide acten soms te zamen weergegeven met het volgende schema:

Transport op datum:

Verkoper:

Koper:

Betreft verkoop van:

Belend             noord:

                        zuid:

                        oost:

                        west:

Koopsom:

Te voldoen als volgt:

Verklaring van voldaan zijn op:

Er is dan voldaan aan:

Als grens wordt vaak geformuleerd: Streckende van de halve Kil op noortwaerts. (of iets dergelijks). Dat betekent dat kennelijk ook de helft van het betreffende water bij het land hoort. In de samenvattingen wordt dan geformuleerd: Belend zuid: Halve Kil.

Als contant betaald wordt, wordt de prijs meestal niet genoemd. De laatste regels uit dit schema vervallen dan.

Als een wilcuer geheel of gedeeltelijk afbetaald werd, werd dit in het origineel in de marge vermeld. Bij volledige betaling haalde men de acte door. De doorhaling is bij mij in de tekst niet altijd vermeld. Alleen bij bijzondere situaties en daar waar twijfel bestond over de betaling of anderszins, staat de doorhaling vermeld.

Naast het hierboven beschreven standaardschema, komen ook in andere acten samenvattingen of interpretaties (van bijvoorbeeld afkortingen) voor.

Wan­neer sprake is van een samenvat­ting of anderszins van enige vorm van interpreta­tie door mij, is de tekst cursief gedrukt.

Originele tekst is normaal gedrukt. Een uitzondering vormen de uitgeschreven afkortingen. Deze zouden eigenlijk ook cursief gedrukt moeten zijn, maar dat is gemakshalve niet gebeurd. In enkele uitzonderingen, te weten daar waar twijfel kan bestaan over de interpretatie, is het uitgeschre­ven deel van de afkorting wel cursief gedrukt.

Men zij er op verdacht dat in de cursief gedrukte tekst toch vaak de originele woorden worden gebruikt. Taalkundig klopt de zin dan vaak niet geheel.

Veel in dit boek voorkomende acten betreffen erfdelingen en transporten. De onroerende goederen die vererven worden nauwkeurig beschreven. Pas in de 19e eeuw is men in Nederland land kadastraal gaan beschrijven en systematisch gaan opmeten. Bij transporten en verervingen moest men in vroeger tijd een methode vinden om het land zo goed mogelijk te beschrijven. Dat gebeurde door aan te geven waar het land lag (naam polder of iets dergelijks) en wie precies de buren waren. Zowel in de samenvattin­gen als in de volledig uitgeschreven acten in dit boek moet men er rekening mee houden dat de eigenaars van de belendende percelen mogelijker­wijs zelf toch wat verder weg woonden.

Als één van twee ouders overleed werd vrijwel altijd het erfdeel aan de kinderen vermaakt. Waren die nog niet volwassen kreeg meestal de andere ouder het vruchtgebruik (bruijckwer). Er werden voogden aangewezen volgens traditionele richtlijnen. Deze voogden hadden, op zijn minst formeel, nogal wat macht. Regelmatig wordt opgemerkt dat als één ouder overlijdt de voogden dan gerechtigd zijn de kinderen, bij slechte behandeling, op last van de achterblij­vende ouder elders onder te brengen. Kennelijk vond men dat nodig.

In vrijwel alle erfdelingen met nog niet volwassen kinderen staat dat de overblijvende ouder de taak op zich neemt de “weeskijnde­ren talimenteren in cost ende dranck, sieck ende gesont, geenen tijt van perijckel vuijtgescheij­den, in cleeden, reden, soo linnen als wollen ende deselve ter schole te laten gaen ende de meijskens laten naijen binnen dorps ende dat vuijtwijsens ende vermogens sijne staete geduerende continuerlijck voor joncxte mondich ofte achtien jaeren out wesen sal”. In plaats van “ter schole te laten gaen” staat er vaak “te leeren lesen ende schrijven”. Dat was kennelijk synoniem.

Ondanks deze mooie beloften zijn er toch maar weinig mensen die kunnen schrijven. Dat zien we tenminste als er een acte ondertekend moet worden.

Als in een huwelijk zonder kinderen een van de partners overlijdt gaat het erfdeel van de overledene vaak geheel of gedeeltelijk terug naar “vrienden” (= familie) van zijn kant. Dat is dus duidelijk anders dan het heden ten dage meestal verloopt.

Foliëring.

Boven iedere acte in dit boek staat het folionummer van het origineel. Dat wil zeggen het nummer van het folio waar de acte begint.

Ook bij de namen in het register (zowel op patroniem als op voornaam !!) wordt verwezen naar deze num­mers (en dus niet naar de paginanummers in dit boek). Hierdoor is het terugzoeken in de originele actes ook goed mogelijk.

De index.

De index bestaat uit twee delen. De eerste index is op achternaam of patroniem. Die zijn in deze tijd nog maar voor een beperkt aantal families vast. Vandaar dat nu ook een index op voornaam is opgenomen. In de index is in het algemeen de naam van schout en heemraden niet opgeno­men als ze in hun functie optreden. Anders zou vrijwel iedere bladzij­de bij hun naam staan. Slechts als ze persoonlijk compareren worden ze in de index vermeld.

In de index is getracht verschillende schrijfwijzen van één naam zoveel mogelijk bij elkaar te groeperen. Zo staan Mathijssen en Tijssen bijeen, of bijvoorbeeld ook Thuenis en Antonis. Dit betekent uiteraard dat de alfabetische volgorde in de index niet altijd geheel gehandhaafd kon blijven. Er blijft hier een stukje willekeur bestaan.

Het register dient “met verstand” bekeken te worden. Voorbeeld. Tuenis Jacobs onder den Wijngaert komt, behalve onder de genoemde naam, voor onder de naam Tuenis Jacobs en onder de naam Tuenis Jacobs onder den Wijngaert. Niet altijd komen mensen met twee patroniemen of namen onder beide patroniemen of namen in de index voor.

Hoe verder men teruggaat in de tijd des te meer begrip krijgen we voor de indexering op voornaam, zoals men dat vroeger deed.

Leeswijzer.

–           In dit boek komt nogal eens “oi” of “ae” etc. voor. De i en e zijn dan een verlenging van de klinker ervoor. Thans zien we dit bijvoorbeeld nog in een naam als “Oirschot” die als Oorschot moet worden uitgesproken. Soms is de uitspraak niet onmiddellijk duidelijk. Waarschijnlijk is echter het veel voorko­mende “ue” uit te spreken als “eu”. Tuenis is dus waarschijnlijk Teunis

In dit boek wordt van namen zoveel mogelijk de originele schrijfwijze aangehou­den.

De betekenis van enkele begrippen.

– Aen                                       Adriaens

– bekaet                                   een kade aangelegd

– bestevader                            grootvader

– bruijckwer                             vruchtgebruik

– derdehalf                               2,5. Derdehalf dient men dus te lezen als de derde voor de helft. Dus vierdehalf = 3,5.

–                                               2

– Engelandt                              bepaald gebied in het zuiden van Raamsdonk

– moeie                                    stiefmoeder, ook: nicht, tante.

– scheeren                               des Heeren. Ook in: Scheerenweg = Heerenweg, meestal een weg waarlangs het vee vrij mag grazen.

– stegen of wegen (ww)           Het land van A moet B stegen (of wegen) wil zeggen dat A recht van overpad moet verle­nen. Dit recht moest bij het delen van land (bij bijv. een erfdeling) nog al eens geregeld wor­den.

– verpeijnen                             Het afspreken van een boete (peijne of pene) die te verbeu­ren is bij het niet nakomen van bepaalde afspraken (bijvoor­beeld afspraken uit een erfdeling, meestal 50 gouden realen). Dergelijke afspraken zouden volgens “verpeijnsrecht” zijn.

– vrienden of vrinden   Hiermee wordt meestal familie aangeduid. Bijvoor­beeld in een testament “de vrienden van de vrouw” betekent de familie van de vrouw’s kant.

– Santroisen                             Het in de tachtigjarige oorlog ontmantelde Karthuizer klooster van Raamsdonk (gesticht in 1336).

                                                                                                             Bunnik, januari 2005

No. 3. Register van giften. Begint den jaere 1568. Eindigt den

Fol. 1 re. Dit blad is voor ongeveer de helft weg. Het afgescheurde gedeelte loopt van links boven naar rechts midden. Per regel wordt weergegeven wat nog leesbaar is:

Giften 15……….

(afkorting die vermoedelijk betekent:) Luijten Ambacht

Anniken W…

weeskijndere ..

Jan      is ……..

oft haerluijden g……

met Ariaen Men……

ricxssoes ende Peter ….

streckende noirtwaert …….

met Wouter Henricxssoens …..

ende Gijsbert Henricxssoen met …..

ende dit voorscreven lant geloeft …….

Jan Henricxssoen Schuerman te vrijen ……

tot desen teghenwoordighen daghen …….

actum den xvjen martij anno xvC ende ………..

luijck (?) heemraders Ariaen Aertssoen sch… ..  Ariaen

Geritssoen van Boemel.

            Lenaert Franssen; Marij Heijn Buijssen.

Compareerden voor schouet ende heemraet van Raemsdonck ende Henrick Luijen Ambacht, Lenaert Franssen ende heeft rechtelijcken weder om getransporteert ende overgegeven met vrijer gifte zoe recht is Marijen, wedue wijlen Henrick Ariaen Ghijben, alle sijn gerechticheijt ende soe groot ende cleijn als Lenaert Franssen voorscreve voorleden tijde met Cornelia Henrick Ariaenssoen dochter sijnder huijsvrouwe voorleden tijden in huwelick gehadt heeft ende renucheert daervan al ende bekendt hem daer gheen recht meer aen int groot noch int cleijn, sonder arch ofte list. Actum den xxiijsten martij anno xvC ende Lxvij naden stijl van Luijck. Heemraders Anthonis Anssen, Jan Zeghers ende Ariaen Aertssen Schouten.

Fol. 1 v. Dit blad is voor ongeveer de helft weg. Het afgescheurde gedeelte loopt van rechts boven naar links midden. Per regel wordt weergegeven wat nog leesbaar is:

                                                                                               …. met een …. Jan Merceliss

                                                                                   …. Janssoon weeskijnderen

                                                                       …. die wedue haer twe kijnderts(??)

                                                           …. drincken in cleden in reden

                                                           …. wille nae haeren staet wijsen ende

                                               ….ellen soe een goede moeder haer

                                               …. ende sal daer voren hebben ende

                                    …. der kijnder deel in die molens ende

                                    ….ijnder deel inden imboel erflijck ende

                        ….ens ende thuijs in reparatie ende reecke soe

                        …. ende nijet argher verbijndende haer selver

            …. dit te onderhouden ende dit al voor dat

            ….kijndt mondich wesen sal. Ende oft gebuerde dattet

….ndt afluvich worden binnen dijen middelen tijden soe

…. sij dat ander houden als voorscreven is. ende off die beijde

affluvich worden soe sal die moeder dat huijs erflijck

houden aengesien soe die kijnder nu nijet genoch te verteren en hebben ende anders die molens te restitueren ende allen anderen goederen haefdelich naeden Zuijthollant­sche recht. Ende is nu noch te betalen een paeije vanden molens datmen betaelen sal van die incomende schult bijde voocht ende toesijnders ende altijt den schoudt jaerlijcx sijn gerechticheijt vanden weeskijnderen in die plaetsse vande ….(?)

Actum als boven heemraders Ariaen Peter Schoomakers ende Govaert Evertssoen mij present.

Fol. 2r.

            Eerfdelinge aengebrocht die …       van Clauwaert Ariaenssoon op .. den xven junij anno xvC ende Lxviij.

Inden eersten Ariaen Clauwaertssoen, geloot ende geerfdeelt op het buiten (er kan evengoed “binnen” staan) dijcx lant die helft streckende vander halver Verscher straet aff aent noorden eijnde, streckende zuijtwaert op totte halve slootken toe achter dat huijs, Santrosen clooster west ende Joachim Clauwaert oost.

Noch die selve geloot ende geerfdeelt op een halff wer lants, streckende vander halver Doncxer straet af aent zuijder eijndt streckende noortwaert op ter halver Maese toe, Jan Buijs Geritssoens kijnder west ende Peter Clauwaerts oost met vierdalven (=32) Karolus gulden daer jaerlijcx vuijtgaende, mits noch vuijt te reijcken xxv Karolus gulden op twe termijnen Joachim Clauwaerts te betaelen op twe termijnen Sinte Peter ad cathedram in die zulle naestcomende.

Nu Joachim Clauwaertssoen, geloot ende geerfdeelt op een wer lants, streckende vander halver Verscher straet af aent zuijder eijnde streckende noortwaert op ter halver Doncxe straet toe, Jan Buijs Geritssoens kijnder west ende Aert Ariaenssoen erfgenaemen oost ende vrij vanden renten.

Nu Peter Clauwaerts, geloot ende geerfdeelt op een half wer lants, streckende vander halver Verscher straet af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op totten halven Geijlsloot toe, Joachim Clauwaerts west ende Truijken Ackermans oost.

Noch die selve geloot ende geerfdeelt op een halff wer lants, streckende vander halver Doncxer straet af aent zuijder eijndt streckende noortwaert op ter halver Maese toe, Ariaen Clauwaertsz west ende Jan Meussoen oost met vierdalven (=32) Karolus gulden renten ende Joachim Clauwaerts vuijt te reijcken xxv Karolus gulden als boven.

Jan Buijs Geritssoen kijnder geloot ende geerfdeelt op een half wer lants, streckende vander halver Verscher straet af aent zuijder eijnde streckende noortwaert op ter halver Maesen toe, Truijken Ackermans west ende Ariaen Clauwaerts oost met seven Karolus guldens jaerlijxe renten.

Aldus aengebrocht ende verpeijnt aen Shere hant te onderhouden op een boete van x gouwen realen goet van goudt, swaer van gewicht, te gaen nae peijne recht.

Anthonis Anssen heemraders Ariaen Peter Schoemakers, Govaert Evertssoen.

Fol. 3r.

            Eerfdelinge aengebrocht  …   (stukje tekst weg)

            Henricxsoen, Wouter Henricxsoen……

            geerfdeelt met Berthout Janssoen ende Peter Janssoen, den lesten aprilis anno xvC ende Lxviij.

Inden eersten Wouter Henricxs geerfdeelt opten oosten candt ende Gijsbert Henricxz opten westen candt alst Berthout Janssoen ende Peter Janssoen bepaelt hebben, streckende vanden Vlotsloot af aent zuijdeneijndt streckende noortwaert op totten andere sloot toe soe verre als den werf reijckt. Behoudelijcken dies soe sal Wouter Henricxsoen voorscreven tuijnen ende heijnen vanden Vlotsloot af totten essche toe ende Gijsbrecht voorscreven vanden essche aff noortwaert op totten sloot toe. .. salve (?) alsijet .. tuijnen ende gheen opten tuijnen sonder arch ofte list.

Noch Gijsbert Henricxs geloot ende geerfdeelt opten oosten candt, te weten het cleijwerken halff ende halff ende Dierck Ariaens opten westen candt, streckende vande halver brandtwetering af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ten halven Gat toe. Elx sijn gerechticheijt aen malcanderen.

Noch Gijsbert Henricxs voorscreven geloot ende geerfdeelt oock opten oosten candt int Breet Wer, een ijegelijck sijn gerechticheijt aen malcanderen ende Dierck Ariaens met sijn portie opten westen candt, streckende vande halver brandtwetering af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op soo verre alst gehele wer streckt. Te weten ten halven Gat toe. Ende voort ditt over sterckt int Rijsbroeck blijft onbedeelt, Ariaen Mertenssoon Scherder, Jan Joost Oicken, Ariaen vanden Corsput aen die oostzijde van Ghijben gelegen ende Dierck Ariaens westwaert. Ende altijet deen over den anderen daert van noode wesen sal maer malcanderen altoos gheen schade te doen. Aldus aengebrocht ende verpeijnt aen shere hant op peijne van ses gouden realen goet van gout, swaer van gewicht te gaen naer peijnen recht. Actum den derde julij anno xvC ende Lxviij. Heemraders Anthonis Anssen, Jan Zegherssoon, Ariaen Geritssoon van Boemel mij present. handtekening: Johan Pethers (??)

Fol. 3v.

            Jan Henricxsoen de Ber; Cornelis Ariaenssoen Groijwel.

Compareerden voorden schouet ende mij gesworen clerck, Cornelis Ariaenssoen Groijwel ende heeft hem goeder betalingen bedanckt van Jan Henrcixsoen de Ber van alsulcken bestemnis­sen(?) als den selven Cornelis Ariaenssoen voorscreven van sijnder huijsvrouwen weghen aan bestorven is ende gecomen is van Joosken Spider(?) huijsvrouwen Brues wijf. ende hiervoren heeft Jan die Ber voorscreven betaelt een aeije met ene …. oft ene daeler, daer voor scheldende den selve daer van quijt voor haerder alder naecomelingen ende allen commercau­sen hier mede doot ende te nijet. Actum den xije julij anno xvC ende Lxviij. Mij gesworen clerck present.

Cornelis Thomassoen als voocht ende gemachtich van sijnder moeder heeft geconstitu­eert ende te borgen ende waerborch gestelt Aelbert Geritssoen enen halven acker zaijlants, streckende vanden ambacht van Groot Waspick aff aent noorden eijnde, streckende zuijtwaert op tot Jan Zeghers erfve toe, Jan Mathijsoen oost ende Ariaen Huijben cum suis west. Ende dat ter causen ende spruijtende van huijse dat Dirck Huijben zaligher plach te wonen, te weten voor sijnder moeder portie van drie ponden groten Vlaams. Sonder arch ende list. Actum den xiije julij anno xvC ende Lxviij. Heemraders Ariaen Peters Schoemakers, Jan Zeghers, Ariaen Aertssoon Schouten ende Govaert Evertssoen, mij present.

Fol. 4r.

            Jan Ghijben, Goessen Janssoen; Stoffel Cornelissoen tot Donghen.

Jan Ghijben gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Stoffel Cornelissoen tot Donghen ende Goessen Janssoen gaf oock over met vrijer ghiften zoo recht Stoffel Cornelissoen tot Donghen te samen anderhalven merghen lant gelegen in Henrick Luijten Ambacht, streckende vande halve oude vaert aent noordeneijnde streckende zuijtwaert op totten Ambacht van Sgravenmoer toe, Metken Zeghers met Stoffel Cornelissoen selve gelegen aen die westzijde ende Godschalck Henricxsoen cum suis aen die oostzijde Ende dat voorscreven lant geloofden Goessen Janssoen ende Jan Gijben voorscreven, Stoffel Cornelissoen voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen teghenwoordighe dage toe van allen commer die daer op comen mach voor haerder alder naecomelingen. Actum xxiije septembers anno xvC ende Lxvij (sic! zal wel een jaartje mis zijn). In presentie heemraders Anthonis Ansen, Jan Zeghers, Ariaen Geritssoon van Boemel. Hierop betaelt die somme van drie ende veertich Karolus guldens. In presentie den schouet, Anthonis Ansen, Jan Zeghers, Govaert Evertssoen, voor Jan Ghijben portie.

Item Goessen Janssoen ende Jan Ghijben bekennen ende bedancken hem goeder betaelingen van Stoffel Cornelissoen tot Donghen van dit voorscreven lant den eersten penck metten lesten ende schelden den selven daer van quijt voor onse alder naecomelingen, nu ende ten ewijghen daeghen. Sonder arch off list. Actum op Sinte Martensdach anno xvC ende Lxix. Mij present.

Fol. 4v.

(In de kantlijn een stukje tekst waarvan enkele woorden niet leesbaar:) …. Jan Aen Baeijens ende die erfgenamen … Jan Lemmens kijnderen.

Opten viije augustus anno xvC ende Lxviij soe heeft Jan Ariaen Baeijenssoen als voocht van Jan Lemmens naekijnderen reeckeninghe gedaen op sijne eedt, zoe recht is van oudts ende van nieus al afgereeckent somma blijft Jan Ariaen Baeijenssoen voorscre­ven schuldich den kijnderen voorscreven die somma van vijff Karolus guldens ende x stuijvers ende bedancke hem Thonis Janssoen voorscreven goede voochdije van Jan Ariaen Baeijenssoen voorscreven. In presentie heemraders Jan Zegherssoen ende Govaert Evertssoen.

In manieren nae bescreven soe hebben die naebueren van Raemsdonck gehuert van Jan Cornelissen, Jan Berthen straetken vijf ende twintich jaeren lanck duerende voor die somme van twe Karolus gulden tsiaers te betaelen alle jaeren Sint Jansmis natuutatis te mitsomer als verwilcuerdt schuldt die gesworen vanden dorpe te moghen panden off sijn schattinghe daer aen te corten. Ende belooft Jan Cornelissen voorscreven dit voorscreven straetken te maecken ende te onderhouden datmen dat wijnter ende zomer gebruijcken mach. Ende bij gebreck van dijen dat die here besteden sal ende doen maecken sal op Jan Cornelissoen voorscreve cost, ingaende die eerste huijr anno xvC ende Lxiiij ende soe voort, xxv jare achter een volgende, sonder arch oft list.

Fol. 5r.

Ariaen Ariaen Dircxssoen den ouden, Ariaen Ariaenssoen sijn soen ende Frans Geritssoen de Conick(?) gaven over met vrijer giften zoe recht is Aerdt Claessoen van Beeck, twaleff geerden lants gelegen int leeghe veen in xxiiij geerden onbedeelt, streckende vander kreecke aff aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter ouder Donghe tot Cornelis Hermanssoen cum suis, gelegen aen die oestzijde ende Gerit Janssoen met Jan Bouwenssoen cum suis gelegen aen die westzijde ende dit voorstaende lant geloefden comparant voornoempt Aerdt Claessen van Beeck voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht voor haerder alder naecoemelin­gen tot desen teghenwoordighen daeghe toe. Sonder oft list. Actum den xxviije augusti anno xvC ende Lxvij. Heemraders Anthonis Anssen en Ariaen Geritssoen van Boemel.

Ick Marijke Joachims van Broechove huijsvrouwe bedancke mij volle ende gehele betaelinge voor mij ende mijne naecomelingen van Mathijs Huijmanssoen ter causen van alsulcken lant gecomen van Willem Claes Huijben gelegen bij Ackermans, daer gelegen is Ariaen Peter Schoemakers met Frans Geritssoen de Conick(?) aen de westzijde ende Marij Heijn Buijssen aen die oestzijde. Ende scheldt den selven daer van quijt voor mij ende mijne kijnderen.

Actum den xxviije augusti anno xvC ende Lxviij. Heemraders Anthonis Anssen en Ariaen Geritssoen van Boemel.

NB: De jaartallen zijn correct overgenomen. Kennelijk is de schrijver hier wat minder zorgvuldig.

Fol. 5v.

Mariken Joachims van Broechove huijsvrouwe met hairen gecoren voicht die haer metten recht gegeven was gaf over met vrijer giften zoe recht is Wouter Willem Wouterssoen van Riel, twalef geerden lants gelegen int Leghe Veen in xxiiij geerden onbedeelt, streckende vander kreecke aff aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter ouder Donghe tot Cornelis Hermanssoen cum suis, gelegen aen die oestzijde ende Gerit Janssoen met Jan Bouwenssoen cum suis gelegen aen die westzijde. Ende dit voorstaende lant geloefden Mariken met haere voicht voorscreven Wouter Willemssoen voorscreven te vrijen ende te waren naeden recht vanden lande voor haerder alder naecoemelin­gen tot desen teghenwoor­dighen daeghe toe. Ende bedanckt haer Mariken met haere voicht voorscreven goeder betalingen den eersten penck metten lesten. Actum den xxviije augusti anno xvC ende Lxviij. Heemraders Anthonis Anssen en Ariaen Geritssoen van Boemel, mij present.

Opden datum als boven heeft Wouter Willemssoen voorscreven dit selfde overgegeven  met vrijer ghiften zoe recht is Aerdt Claessoen van Beeck. Heemraders als boven, mij present.

Fol. 6r.

            Ariaen Aertssoen Schouten; Claes Berthen ende Huijbert Berthen.

Ariaen Aertssoen Schouten gaf over met vrijer giften zoe recht is Cleys Berthen ende Huijbrecht Berthen, beijde sijn swaghers, sijn part ende sijn gerechte vierendeel, onbedeelt in die stede daer Cleys Berthen ende Huijbrecht Berthen nu te samen op wonen ende Bert Cleys zaligher vuijt gestorven is. Streckende vanden ambacht van Groot Waspijck af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter halver heij toe off tot Gerit Janssoen, Mathijs Janssoen ende Huijbert Wouterssoen erfve tot Huijbert Wouterssoen met sijne erfve gelegen aen die oostzijde ende Wouter Willemss erfgenaemen met haere erve gelegen aen die westzijde.

Ende dit voorscreven vierendeel vande stede voorscreven geloofden Ariaen Aertssoen voorscreven Cleijs Berthen ende Huijbrecht Berthen voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen teghenwoordighen daghe voor haerder alder naestcoemelin­gen sonder arch ofte list. Actum den xxvije septembris anno xvC ende Lxviij. Heemraders Anthonis Anssen, Barthelmeus Ariaenssoen, Jan Zegherssoen, Govaert Evertssoen, mij present.

Fol. 6v.

            Peter Huijben; Ariaen Aertssoen.

Peter Huijben gaf over met vrijer giften zoe recht is Ariaen Aertssoen Schouten vier geerden lants gelegen in Hoghe Donck, streckende vander killen aff aent zuijden eijnde streckende noortwaert op ter Maesen toe. Ariaen Aertssoen voorscreven selver int selve lant gelegen aen die westzijde ende Frans Dircxssoen aen die oostzijde. Ende dese vier geerden lants voorscreven geloefden Peter Huijben voorscreven Ariaen Aertssoen voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daeghe toe, sonder arch oft list. Actum den vijfte octobris anno xvC ende Lxviij. Heemraders Ariaen Peter Schomakers, Jan Zegers.

            Wouter Huijb; Anneke Cornelis dochter.

Wouter Huijb als man ende voicht van Anneke Cornelis Jacobssoen dochter, sijnder huijsvrouwen, gaf over met eenen verlije zoe recht is Sensken Cornelis dochter een gaerde lants gelegen in die acker, streckende vander Dongha aff aent zuijde eijndt streckende noortwaert op ter Maesen toe gelegen met Reijer Jacobussoen bedeelt met Jan Andriessoen opten oosten candt ende Reijer Jacobussoen int selvde lant gelegen aen die westzijde. Ende dese gaerde lants voorscreven geloefden Wouter Huijb voorscreven Sensken Cornelisdochter voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daeghe toe. Actum den vijfte octobris anno xvC ende Lxviij. Heemraders Jan Zegers Ariaen Aertssoen ende Govaert Evertssoen.

Fol. 7r.

            Willem Peterssoen Knapen; sijn susters ende broeders.

Willem Peterssoen Janssoen Knapen gaf over met vrijer gifte ende onvrij ene verlije zoe recht is, Jan Peterssoen sijne broeder, Cornelis Peterssoen sijnen broeder, Ariaen Peterssoen sijnen broeder, Mariken Petersdochter sijn suster ende Anniken Petersdoch­ter, alle sijn broeders ende susters, alle het ghene daer die selve Willem Peters voorscreven in bestorven is van allen die achtergelaten goederen daer hij van vader ende moeder in bestorven is, het sij in erfve ende have, geen vuijtgesondert. Ende vertijdt daer op ende bekendt hem daer gheen recht meer aen, int groot noch int cleijn. Ende hier voren moeten die broeders ende susters voorscreven betaelen in handen vanden selven Willem Peterssoen voorscreven die somme van elff ponden Groten Vlaems. Te betalen nu thien Karolus guldens gereet in mindernisse der somme voorscreven ende Sint Jansmis naestcomende twe ponden Groten Vlaems ende voort alle Sint Jansmissen twe ponden Groten Vlaems voor den eersten penck metten lesten betaelt sal wesen als wilcoerde schuldt.

Sonder arch ofte list, maer is voorwaerde ende wel ondersproken als dat Jan Peterssoen, Cornelis Peterssoen, Ariaen Peterssoen ende Anniken Peter dochter vuijtreijcken sullen Mariken Peters dochter die somme van thien Karolus guldens eens vuijten gereetsen goeden t’avondt ofte morgen als sij van malcanderen deelen voor gevaect(?) ende armoede die haer goet verleent heeft.

Actum den ixe octobris anno xvC ende Lxviij. Heemraders Jan Zegherssoen, Ariaen Aertssoen Schouten.

Item hier op betaelt die eerste thien Karolus guldens.

Item hier nu tsaemen op betaelt acht ende twintich Karolus guldens.

Noch hier op betaelt sesthiendalven Karolusguldens ende twe stuivers.

Noch hier op betaelt elf Karolusguldens ende xij stuivers.

Fol. 7v.

Cornelia Jan Cornelissoen dochter met Merten Laurenssoen, haeren gecoren voicht die haar metten recht gegeven was ende Jan Jacobssoen, schoudt als voicht van Mariken Jansdochter gaven over met enem verlije zoe recht is Ariaen Denissoen een huijs staende op die Berghe of op sijne erffchijns op dese cloosters goet van Satrosen ende hier voren moet Ariaen Denissoen voorscreven betalen Neeltghen Jansdochter ende Marieken Jansdochter die somme van elcken een pondt Vlaems. Sonder arch oft list te betalen nae inhoudt dit coopcedulle. Actum den ixe octobris anno xvC ende Lxviij. Heemraders Jan Zegherssoen, Ariaen Aertssoen Schouten.

Fol. 8r.

            Waerborch Joachim Aertssoen; Govaert Evertssoen.

Joachim Aertssoen heeft geconstitueert ende te borghen gesteldt Govaert Evertssoen enen acker zaijlants gelegen int Broeck, streckende van Ans Cornelissoen erfve af aent noorden eijnde, streckende zuijdtwaert op totten eersten dwaersloot toe teijnden den acker Michiel Ariaenssoen Conincx met sijne erfve gelegen aen die westzijde ende Jan Cornelissoen aen die oostzijde. Ende dit al ter causen ende spruijtende van eenen wilceurbrief luijdende van acht Karolus guldens tsiaers spreeckende op die erfgenae­men van Ariaen Jan Reijnerts stelet die selve Joachim Aertssoen voor sijn portie te weten voor een sestedeel tot waerborch ende soo wanneer Joachim Aertssoen voorscreven Govaert Evertssoen voorscreven dat hootgeldt mette winst restitueert, soo is Joachim Aertssoen voorscreven van waerborchschap ontlast ende bij gebreck van enighe betalinge soo sullen oncosten vallen opten onwillighen.

Actum den xxe octobris anno xvC ende Lxviij. Heemraders Antonis Anssen, Ariaen Peter Schoemakers, Jan Zegherssoen, Ariaen Aertssoen Schouten.

Noch behoeft die selve Joachim Aertssoen voorscreven te lossen oock sijn sestedeel van een croon die op Govaert Evertssoen goet staat tot meij naestcomende ende bij gebreck van dien dat hem Govaert Evertssoen alsdan af halen mach met alsulcken recht alst hem believen sal. Actum te datum als boven ende heemraders als boven.

Bovenstaande acte met aanvulling is kennelijk ingelost, want is doorgehaald.

Fol. 8v.

Compareerden opten selven dach aen d’ander sijde Jan Janssoen de Laet de Jonghe vander Made ende heeft geconstitueert ende te borghen gesteldt Govaert Evertssoen een …….. gelegen in die Hoeve enen tijdt van vier jaere ende dat ter caussen van die stede daer Govaert Evertssoen voorscreven nu ter tijdt op woont ende gecoft heeft ende gecomen van die erfgenamen van Ariaen Jan Reijnertssoen. Ende off daer enijghe crackeling mee vielen off soude moghen vallen dat Govaert Evertssoen voorscreven dat sal moghen verhalen op Jan de Laats voorscreven gereetste goeden sonder fraude oft bedroch. Actum ten datum als boven ende heemraders als boven aen dander zijde.

Compareerden voor schoudt ende heemraders Peter Ariaenssoen Schouten ende Willem Geritssoen ende hebben gelooft Govaert Evertssoen schadeloes te houden van alsulcken wilcuerbrieff van acht Karolus gulden tsiaers, spruijtende ende gecomen ende luijdende op die erfgenamen van Ariaen Jan Reijnerts. Ende die selve beloven noch te lossen haer portie ende gerechticheijt in een croon staende op Govaert Evertssoen voorscreven goet nu meij naestcomende anno xvC ende Lxix ende bij gebreck van dijen ende Govaert voorscreven bij enigher faulten beschadicht wordt dat hij dat op die onwillighe sal moghen verhalen. Actum ten datum als boven ende heemraders als boven.

Fol. 9r.

            Jan Thonissoen alias Hannemaet; Michiel Aertssoen.

Jan Thonissoen als man ende voicht van Cornelia Aerts dochter sijnder huijsvrouwe gaf over met enen verlije zoo recht is Michiel Aertssoen sijnen swaegher (sijn gerechticheijt ende portie ende aengedeelt soe groot ende cleijn als hij bestorven is in die huijsinge metten erfve daer Aert Janssoen die Scherder ende Marij, sijnen huijsvrouwe vuijt gestorven zijn) (onderstreept is in origineel doorgestreept) te weten nijet dan twe gaeren lants en een vierendeel in Peter Aertssoen plach te wesen, streckende vande Kreecken af aent zuijden eijnde streckende noortwaert op ter Maesen toe. Ariaen Ghijben cum suis aen die west zijdeende Ariaen Jan Maessoen(?) kijndt ende Annken Berthen int selve lant gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden Jan Thonissoen voorscreven Michiel Aertssoen voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daeghe toe. Actum den ije novembris anno xvC ende Lxviij. Heemraders Bartelmeus Ariaenssoen, Jan Zegerssoen ende Ariaen Geritssoen van Boemel.

Fol. 9v.

            Een vrijghift Laureijs Janssoen; Baeijen Mathijssoen.

Laureijs Janssoen gaf over met vrijer ghiften zoo recht Baeijen Mathijssoen enen halven acker metten hoijlant daer aen gelegen, streckende van Baeijen Mathijssoens cooltuijn af aent noorden eijndt streckende zuijtwaert op totten Vlendoncxssen Water(?)sloot toe. Cornelis Janssoen geleghen aen die westzijde ende Ariaen Janssoen cum suis de Bont aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden Laureijs Janssoen voorscreven Baeijen Mathijssoen voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daeghe toe. Heemraders Ariaen Peterssoen, Bartelmeus Ariaenssoen, Jan Zegerssoen ende Govaert Evertssoen. Actum den xxsten novembris anno xvC ende Lxviij. Ende bekendt Laureijs Janssoen vol ende al betaelt den eersten penck metten lesten.

Fol. 10r.

            Ariaen Clauwaertss; Frans Clauwaertss.

Ariaen Clauwaertss gaf over met vrijer ghiften zoo recht is Frans Clauwaertssoen sijnen broeder, twe ackers zaijlants gelegen in die Hoeve. Streckende van Jan Zeeghers­s erfve af aent westen eijnde streckende oostwaert op tot Henrick Peterssoens Maet erfve toe. Anthonis Anssen met sijne erfve geleghen aen die noorden zijde ende Job Ariaenssoens dochter met haere erfve aen die zuijden zijde. Ende dese voorscreven twee acker zaijlants geloofden Ariaen Clauwaertssoen voorscreven Frans Clauwaerts­soen voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daeghe toe, behalve seven st. tsiaers die de Heijlighe Gheest daer jaarlijcx op heft, die Frans Clauwaertssoen voorscreven aen hem houden moet. Sonder arch ofte list. Actum den xvjen decembris anno xvC ende Lxviij in presentie heemra­ders Jan Zegers ende Govaert Evertssoen.

Fol. 10v.

            Erfdelinghe aengebrocht die ergenaemen van Lesken Clauwaerts zaligher den xvjen decembris anno xvC ende Lxviij.

Inden eersten Dierick Clauwaerts, geloot ende geerfdeelt op die oude stede streckende zuijtwaert op tot Anthonis Ansen erfve toe, recht vuijt soe den tuij nu staet. Die willighen die inden tuijn staen eijnde aen die oude stede met noch een hooft streckende van Gerit Janssoens erfve af aent noorde eijnde streckende zuijtwaert op tot Laureijs Janssooens met Bert Gerbrandsoens kijnderen erve toe met die hooft van Ariaen Lenarts gecomen zijnde. Daer over te stegen ende te weghen.

Nu Gerbrandt Clauwaertssoen, geloot ende geerfdeelt op die stede daer sijn vader ende moeder vuijt gestorven zijn, streckende zuijtwaert op tot Anthonis Ansen erfve toe ende sijn moeders testament ende geloondt(?) ghijldt(?) daer ende te nijet(?) ende moet betalen den huijsraet die hij gecoft heeft.

Nu Ariaen Clauwaertssoen met Jan Aen Jans, met Cornelis Hermanssoen, geloot ende geerfdeelt buijtendijcx metten wijndekens be… (?) metten Hooghen Veen teijnden die Bancken met xxxv stuijvers siaers heffende op Wouter Staessen met een gedeelcken in Lantnighers(?) wer int Rijsbroeck metten Werfcampen.

Nu Frans Clauwaertssoen ende Jan Geritssoen, tsaemen geloot ende geerfdeelt binnendijcx vanden Heijnsloot af buijtendijcx aent noorden eijnde zuijtwaert op totten eersten sloot toe over den Diefdijck dat gehele wer ende van daer af voort zuijtwaert op ter Dongha toe, dat half wer opten westen candt. Ende sal dit binnendijcks lant vuijtreijcken den buijtendijcx lant die somme van sesthien ponden groten Vlaems, te betaelen op twe kersmissen, anno xvC ende Lxix den eersten ende soo voort anno Lxx kersmis te vollen betaelt. Aldus aengebrocht ten datum voorscreven ende verpeijnt op elx op een boete van seven ponden. Heemra­ders Jan Zegers ende Govaert Evertssoen. Item die sesthien ponden groten Vlaems sijn te vollen betaelt hier boven geschreven.

In namen nae bescreven soe heeft Dierick Clauwaerts aengenomen Mariken sijn moije drie jaeren lanck duerende in eten, in drincken ende in aler manieren manieren gelijck sijn vader ende moeder tot noch toe onderhouden hebben. Salve is voorwaerde ende wel ondersproc­ken ist zaecke ofte die voorscreven Mariken sterft binnen derdalf jaeren, soe sal de erfgenamen, Direck voorscreven vuijtreijcken seven ponden groten Vlaems tsiaers nae die tijet gerekent, te weten nae verloop vanden jaere. Actum ten datum als boven ende heemraders als boven, ingaende sijne tijet tot Alder Heijlighen anno xvC Lxviij ende so svoort drie jaeren lanck duerende.

Item die aenneminge van Dirick Clauwaertsz ende Mariken sijn moije is te vollen voldaen. Ende sijn partijen ende erfgenamen te vreden.

Desen iijen februarij anno xvC Lxxx compareerden Gerbrandt Klaessen(?) ende bekenden hem vol ende geheel betaelt te weesen van Willem Geritz sijnen swaeger, van alsulcken huijs ende erffnissen als hem van sijn vader ende moeder aenbestorven is, de welcke Cornelis Hermanssen ten anderen tijde van hem gecoft had, daer bekent hij hem ten vollen aff betaelt te wesen den iersten penck metten lesten. Hem bedanckende goeder betaelinge. Actum als boven, mij geswoiren clerck aldus mede condich. Melis Cornelis.

Fol. 11v.

            Cornelis Aen Aerts; Gijsbert Zegherssoen.

Cornelis Ariaen Aertssoen gaf over met vrijer giften zoe recht is, Gijsbert Zegherssoen een werken lants, streckende vanden halven geijlsloot af aent noorden eijnde, streckende zuijtwaert op ten halven Broecxsen toe, behalven Roelof Henricxsoen Stoopen erfgenamen erfschijns sijns rechts. Aert Ariaenssoen erfgenamen aen die oostzijde ende Ariaen Aensoen Knaep aen die westzijde int selffde lant. Ende dit voorscreven lant geloofden Cornelis Ariaenssoen voorscreven, Gijsbert Zegherssoen voorscreven te vrijen ende te waren naden lantrecht tot desen daghen toe. Sonder arch ofte list. Actum den xjen januarij anno xvC ende Lxix naeden stijl van Luijck.

Heemraders Jan Zegherssoen, Ariaen Aertssoen Schouten.

Ende bedanckt hem Cornelis Aen Aerts voorscreven goeder betalinge van Gijsbert Zegerssoen voorscreven, den eersten penck etten lesten.

Fol. 12r.

            Eerfdelinghe aengebrocht Mathijs Huijmanssoen ende sijnen huijsvrouwen erfgenamen, den xviijen januarij anno xvC ende Lxix naeden stijl van Luijck.

Inden eersten Mathijs Huijmanssoen geloot ende geerfdeelt opten werf die gecomen is van Marij Hermans met vijftalven Karolus guldens daer jaerlijcx vuijtgaende losrenten nae inhoudt sbriefs.

Noch die selffde geloot ende geerfdeelt opten acker achter die rosmolen.

Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op die dellen gelegen tot Cappel met xij stuijvers tsiaers heffende opt huijsken teijnde die delle afghelet.

Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op iiij Karolus guldens tsiaers heffende nae inhoudt sbriefs.

Hierteghen die weeskijnder geloot ende geerfdeelt:

Opten werf achter die Meulenpat met …….(?)

Noch die selfde geloot ende geerfdeelt op dat lant neffen den kerckeijndt gecomen van Ariaen Peter Aertssoen.

Noch die selffde geloot ende geerfdeelt opt huijs metten erfve met seven Karolus guldens jaerlijcx vuijtgaende nae inhoudt der briefen met noch xij stuijvers erfrenten met noch twee …. guldens te baten nae inhoudt der briefen op Gerit Janssoen ende Cornelis Hermanssoen.

Ende wat cummercausen souden moghen vallen op enige vanden goederen voorscre­ven nu nijet wetende sullen malcanderen  helpen gelden.

Ende is noch wel ondersproken als dat Mathis ende sijn kijnder van alsulcken twee rijnsgulden tsiaers als broeder Gerit Robbrechtssoen in tochte heeft dat of Mathijs Huijmanssoen ende sijn kijnder naeden doot van Gerit Robbrechtssoen nijet in gauderen (?) en sullen maar sullen blijven aen Anneken Robbrechtsdochter cum suis.

Te weten Anneken Robbrechtsdochter die helft vande twee rijnsguldens ende Neeltken haerder suster kijnder ende Stijnken haerder suster kijnder die ander helft.

Aldus aengebrocht ende verpeijnt aen ‘sheren hant op een boete van seven ponden.

Heemraders Anthonis Anssen Ariaen Peter Schoemakers, mij present Johan Michiels(?)

cum tutor Anthonis Janssoen van Br…tten, schoudt ende heemraders als oppervoich­den.

Fol. 13r.

            Delinghe aengebrocht die wedue met haeren voicht metten erfgenaemen van Dierick Peterssoen zaligher den xen februarij anno xvC ende Lxix naeden stijl van Luijck.

Inden eersten die wedue geloot ende geerfdeelt op die stede soe groot ende cleijn als Dierijck Peterssoen haer man zaligher ende sij die tsamen gebruijckt ende beseten hebben met een oordeken over die vaert.

Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op een half wer lants int Rijsbroeck gelegen met Casteleijnen geheten die hoghe weij, streckende vanden Rijsbroexen wech af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter Dongha toe.

Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op een stuck lants gelegen op die Vlaeijkens, so groot ende cleijn als dat gelegen is.

Nu Bastiaen Berthen als man ende voicht van Lijsken Diericken sijnder huijsvrouwen met noch Peter Diericken ende Ariaen geloot ende geerfdeelt op een half wer lants in die Do….g met Thonis Cloestermans bedeelt opten oostencandt.

Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op die S….lwijck metten Werfcampen soe groot ende cleijn als die gelegen zijn.

Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op een stucxken lants gelegen int Rijsbroeck voor dat Killeken.

Nu Anneken Diericken geloot ende geerfdeelt op enen halven werf gelegen met Mathijs Huijmans kijnder opten oosten candt geerfdeelt.

Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op een stucxken lants gelegen over dat Killeken.

Nu Pauwels Diericken geloot ende geerfdeelt op half den Amercandt met Casteleijnen kijnder ombedeelt streckende van die Engelantsche vonder af aent noorden eijndt zuijtwaert op ter Kae.

Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op een stuck lants gelegen int Rijsbroeck tegen den dwarssloot over die Heijlighe Geest aen die zuijtzijde ende die vaert aen die noortsijde.

Nu Jenneken Diericken ende Merten Diercken geloot ende geerfdeelt op een vierendeel in Cleijs Janssoens lant met Casteleijnen kijnder ende Mathijs Otghens onbedeelt streckende vanden Afterdijck af aent noorden eijndt streckende zuijtwaert op ter Dongha toe met xviij stuijver daer jaerlijcx vuijt gaende losrenten.

Nu Bael Diericx dochter geloot ende geerfdeelt op een vierendeel in Schuermans lant ombedeelt streckende vanden brandtwaterigen af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ten water toe.

Ende soe wat commeransen ofte crackelen op enighe vanden voorscreven goeden souden moghen comen sullen parthijen altijt malcanderen helpen gelden sonder arch oft list.

Aldus aengebrocht ende verpeijnt aen ‘sHeren handt op een boete van seven ponden, in presentie heemraders Anthonis Anssen en Jan Zegherssoen. Mij present Johan Peters.

Fol. 14r.

            Erfdelinge aengebrocht die erfgenaemen van Ariaen Meussoen opt Gat den xxiijen februarij anno xvC ende Lxix naeden stijl van Luijck.

Inden eersten Peter Ariaenssoen geloot ende geerfdeelt op drie deelen in die stede, te weten opt huijs ende op die schuijre.

Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op een vierendeel int smal wer ende noch op anderhalf vierendeel in ene werf daer bij gegelegen (sic!) met Gijsbert Henricxssoen.

Nu Barbel Ariaens dochter geloot ende geerfdeelt op dat cleijn huijsken met een vierendeel int lant dat achter ende vore leijt teijnde Peter Ariaenssoens stede met thien stuvers daer jaerlijcx vuijt gaende die de kerck daer op heft.

Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op anderhalf gaerde lants gelegen in Heerkens wer duergaende ombedeelt, salvo Peterken Willem Meussoens ende Mariken Mertens steden haers rechts.

Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op een half vierendeel inden werf met Gijsbert Henricxssoen ende Peter Ariaenssoen ombedeelt.

Hier teghen Frans Janssoen geloot ende geerfdeelt op een half breet wer lants gelegen in Engelant neffen Schuermans lants met twe Karolus guldens tsiaers daer vuijtgaende losrente nae inhoudt ‘sbriefs.

Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op een vierendeel in een smal wer met Peter Ariaenssoen ombedeelt.

Aldus aengebrocht ende verpeijnt aen ‘sHeren handt een boete van seven ponden. Actum ten datum als boven, Heemraders onnes(?)

Fol. 14v.

            Erfdelinge aengebrocht Ariaen Mertenssoen Scherder, Jan Joost Cornelissoen ende ende Ariaen Ariaenssoen vanden Corsput den xxiijen februarij anno xvC ende Lxix naeden stijl van Luijck.

Inden eersten Ariaen Ariaenssoen vande Corsput geloot ende geerfdeelt vanden Brandtwate­rin­ge af noorden eijde zuijdwaert op totten ombedeelden weijblock toe.

Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op die grindtbedden streckende vande coeltuijn af aent noorden eijnde, streckende zuijdwaert op totten hoghen block toe.

Noch die selve geloot ende geerfdeelt op het derdendeel int weijblock teijnden aen sijn deelinghe ende aen sijn lant.

Nu Ariaen Mertenssoen Scherder geloot ende geerfdeelt op een block lants dat sij noemen den Platten Block, streckende vande weijblock af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op totten Jan Joosten lant toe.

Noch die selffde geloot ende geerfdeelt opten Hoghen Block streckende vanden grindtbed­den aff van Ariaen vande Corsput erve af aent noorden eijnde zuijdwaert op tot Jan Joosten erfve.

Jan Joost Cornelissen heeft rechtelijcken overgegeven met vrijer giften zoe recht is, Ariaen Mertenss Scherder sijn derdendeel int weijblock hier nae bescreven te weten aen sijn selfs blockinge ende deelinge bedeelt ende met sijns selfs derdendeel daer bij ende doe steginghe ende weginghe blijft in effect als hier nae bescreven staat.

Actum den xven aprilis anno xvC ende Lxxij nae Paesschen. Heemraders Jan Michielss ende Govaert Aertssz.

fol. 15r.

Nu Jan Joosten geloot ende geerfdeelt van Ariaen Mertenssoen erfve af aent noorden eijnde streckende zuijdwaert op totten werf toe.

Noch die selfde geloot ende geerfdeelt van Ariaen Mertenssoen erfve af aent noorden eijnde streckende zuijdwaert op totten gat toe.

Ende blijft dat huijs metten weijblock ombedeelt ende sullen malcanderen altijdt d’een den anderen steghen ende weghen, nu ende ten ewijghen daeghen. Ende beloven Ariaen vande Corsput die stege altijdt te helpen maecken dat hij altijdt paerden daer over leijt sal vanden ene totten andere. Item dit weijblock is nu geerfdeelt maer blijft dat huijs noch ombedeelt so voorscreven staat.

Aldus aengebrocht ende verpeijnt aen ‘sHeren handt een boete van seven ponden. Actum ten datum als boven ende Heemraders Anthonis Anssen, Jan Zegerssoen ende Ariaen Geritssoen van Boemel.

Cornelis Janssoen de Leeu gaf over met vrijer giften zoo recht is Jan Jacobssoen de schoudt sijn portie ende gerechticheijt in een ruwaa(?) off delle gecomen eertijdts van Pieter die Bosscher gelegen in Henrick Luijen Amboch ombedeelt streckende van Wouter Willemssoen erfgenaemen af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter Nieuwen Vaart, Gerit Janssoen gelegen aen die oostzijde ende Jan Willem Wouters mette erfgenamen van Peter Janssoen ende Ariaen Janssoen Staessen gelegen aen die westzijde. Hiermede vertijet die selve Cornelis Janssoen voorscreven vande selve goeden voorscreven ende bekendt hem daer gheen recht meer aen, int groot noch cleijn ende scheldt die selve Cornelis Janssoen voorscreven noch den schoudt quijt van allen ouden trackelen dat hij wel seggen(?) de schoudt voornaels gedient soude hebben van bailmus(?) weghen van arbeijt ende anders. Ende sal den schoudt niet meer moijen int groot noch int cleijn.

Actum den xxvsten aprilis anno xvC ende Lxix nae den stijl van Luijck. Heemraders Anthonis Anssen, Jan Zegerssoen, Govaert Aertssz.

Ende bedanckt hem die selve Cornelis Janssoen goeder betalingh vanden schoudt voorscreven van als dat sij oijt met malcanderen te doen gehadt hebben, den eerste pennick metten lesten toe dese daghe toe.

Fol. 15v is blanco.

Fol. 16r.

            Gerit Janssoen; Lambert Jan Lambertssoen.

Gerit Janssoen gaf over met vrijer giften zoe recht is, Lambert Jan Lambertssoen sijn gerechticheijt ende portie in een stuck lants, gelegen int Leghe Veen, soe groet ende cleijn als hij van Jan Geritssoen sijnen vader zaligher in bestorven is. Streckende vander halver Kreecken af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter Donga toe, Peter Ariaen Ghijben met sijnen erfve gelegen aen die westzijde ende Anneken Bert Cleijs dochter met haere erfve gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden Gerit Janssoen voorscreven, Lambert Jan Lambertssoen voorscreven te vrijen ende te waren naden lantrecht tot desen daghen toe. Actum den vijften martij anno xvC ende Lxix naeden stijl van Luijck.

Heemraders Anthonis Anssen, Ariaen Peter Schoenmakers, mij present Johan Peters.

            Noch Gerit Janssoen; Lambert Jan Lambertssoen.

Gerit Janssoen gaf over met vrijer giften zoe recht is, Lambert Jan Lambertssoen sijn gerechticheijt ende portie in een stuck lants, gelegen int Leghe Veen. Streckende vander halver Kreecken af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter Kae toe, te weten dat Jan Geretssen eertijds van Ariaen Ghijben gecoft heeft met noch dat van Rijck Emmen gecoft ende gecomen. Aenken Schouten met haren erfve gelegen aen die westzijde ende Merten Ariaenssoen aen de Stap tot Ghils met sijnen erfve gelegen aen die oostzijde. Ende dese voorscreven parcelen van lande geloofden Gerit Janssoen voorscre­ven, Lambert Jan Lambertssoen voorscreven te vrijen ende te waren naden lantrecht tot desen daghen toe. Actum als boven ende heemraders als boven, mij present Johan Peters.

Fol. 16v.

            Eerfdelinge aengebrocht die erfgenamen van Peter Janssoen Knapen den xxiiijen martij anno xvC ende Lxix naeden stijl van Luijck.

Inden eersten Jan Peterssoen geloot ende geerfdeelt opten zuijdenste gheer met half dat oeste veldeke aenden Diefdijck met Anneken half ende half onbedeelt.

Nu Anneken Peters dochter geloot ende geerfdeelt opten noordenste gheer met half het oeste veldeke aenden Diefdijck te weten half ende half met Jan Peterssoen onbedeelt.

Nu Ariaen Peterssoen geloot ende geerfdeelt op het veldeken bij Jan Willem Wouters met Huijsmanslant aenden Diefdijck met Ariaen Janssoen van Ghils bedeelt opten oosten candt.

Nu Mariken Peters dochter geloot ende geerfdeelt opten acker neffen Aen Beris met het veldeken aenden Diefdijck.

Nu Cornelis Peterssoen geloot ende geerfdeelt op die steec met seven stuijvers daer jaerlijcx wtgaende erfghelt.

Aldus aengebrocht ende verpeijnt, die meijskens met haren voicht ende die ander een ne gelijck voor hem selve ende verpeijnt op een boete van seven ponden. Den datum als boven, heemraders Anthonis Anssen, Jan Zegerssoen, Ariaen Aertssoen Schouten, Ariaen Gherissoen van Boemel.

Fol. 17r.

            Een vrij ghift, Brievinck Huijbrechtssoen; Robbrecht Jan Henricxs van Ghils.

Brievinck Huijbrechtssoen gaf over met vrijer giften zoe recht is, Robbrecht Jan Henricxs van Ghils een blocxken lants, streckende van Aert Janssoens af, met steginge ende weghinge deen den anderen (niet geheel duidelijk, geknoeid in origineel), aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op tot Ans Cornelissoens erve toe, Truijken Ackermans met Metken Zeghers gelegen aen die westzijde ende Katelijn Aert Janssoens gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lants geloefden Brievinck Huijbrechtssoen voorscreven Robbrecht Jan Henricxssoen voorscreven te vrijen ende te waren van allen comer die daer op soude moghen comen van allen opgesetten gelden ende mede van des Conicx beden ende allen opgesetten ghelden, vrij, nu ende ten ewijghen daeghen voor haar ende haar naecomelingen. Sonder arch oft list. Actum den iiijen dach van meij anno xvC ende Lxix.

Heemraders Bartelmeus Ariaenssoen, Ariaen Geritssoen van Boemel.

Fol. 17v.

            Eerfdelinge aengebrocht die wedue metten erfgenamen van Ariaen Aen Dircxz den ouden aen die molen.

In de kantlijn: den vjen maij anno xvC ende Lxix.

Inden eersten die erfgenamen geloot ende geerfdeelt op Casteleijnslant met noch een vierendeel van enen acker gelegen in xij hoef streckende vander halver nieuwer straeten af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter ouder vaert toe. Huijbert Jacobsz gelegen oost ende Ariaen Geritsz die molder westwaert.

Noch die selfde geloot ende geerfdeelt op enen halven acker gelegen achter Marij Jan Teeuwen, soe groot ende cleijn als Ariaen Ariaenssoen voorscreven met sijn huijsvrouwe  dijen gebruijckt hebben, streckende van Marij Jan Teeuwen tuijn af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter nieuwer vaert toe, te weten haar aengedeelt metten straeten ende gebuerlijcke rechten te onderhouden metten commer daer op staende, Kerst Ariaenssoen ende Job sijn suster met meer ander ende met Lijn Roelen aen die oostzijde.

Hier teghen die wedue geloot ende geerfdeelt op vier geerden lants met een vierendeel leen goets in die acker int Breet Wer, streckende vander Dongha af aent zuijden eijnde streckende noortwaert op ter Masen toe, nae inhoudt haar brieven ende bescheijt.

Noch die selfde geloot ende geerfdeelt op enen halven acker streckende van Ariaen Janssoen van Ghils erfve af aent noorden eijndt streckende zuijtwaert op ter halver Kreecken toe, Cornelis Hermanssoen oostwaert ende der heren der vicarissen lant westwaert met xx stuvers jaerlijcx vuijtgaende losrenten.

Noch die selfde geloot ende geerfdeelt op twe geerden lants streckende vanden leijtuijn af teijnden Peter Janssoens erfgenaemen af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter Dongha toe, die gecomen zijn van Govaert Evertssoen, Anthonis Anssen west ende Henrick Willemssoen ende Peter Janssoen de Bont met Mariken Ariaensdochter aen die oostzijde.

fol 18r

Eerstvolgende alinea is doorgehaald (waarschijnlijk bij betaling):

Noch die selfde geloot ende geerfdeelt op xv Karolus guldens die de erfgenamen de wedue vuijtreijcken moeten binnen xiiij daghen ende bij gebreck van betalingen binnen dijen middelen tijden soe sal die wedue vuijtreijcken een pondt Vlaems ende hebben daer vooren een gaerde lants int selfde lant dat van Govaert Evertssoen gecomen is.

Ende is voorwaerde ende wel ondersproken dat een ijegelijck sijn renten op zijn gedeelt houden sal, het sij lot off erve, maer sullen malcanderen helpen vrijen tot desen daghe toe.

Aldus aengebrocht ende verpeijnt aen ‘sHeren handt op een boete van seven ponden, heemraders Anthonis Anssen ende Ariaen Peter Schoenmakers ende mij present, Johan Peters.

Mathijs Otghens Mathijssoen gaf over met enen verleije zoe recht is Peter Diercxz sijn portie ende gerechticheijt, te weten een vierendel in een stuck lants gelegen in die Brandt, streckende vanden halven sloot aenden achterdijck vanden zuijden eijnde af voort noortwaert op totter halver Brandtwateringen toe, Bastiaen Diercxz gelegen int selve lant gelegen aen die westzijde ende Ariaen Ariaenssoen Castelleijn gelegen aen die oostzijde. Ende dat voorscreven lant geloofden Mathijs Otghens voorscreven Peter Dircxz voorscreven te vrijen ende te waren naden lantrecht onder conditie die rendt die daer op staet, houdt meester Mathijs voorscreven aen hem selven.

Ende beloeft die selve Mathijs Otghens voorscreven den selven Peter Diercx schadeloos af te houden voor hem ende sijne naecomelingen.

Actum den ixen maij anno xvC ende Lxix. In presentie heemraders Jan Zeghersz, Ariaen Peter Schoemakers ende Govaert Evertssoen.

Fol. 18v.

Huijbert Staessen ende Jan Buijs Huijbertssoen gaven tesamen over met vrijer ghiften zoe recht is Joost Danielssoen een stuck ackers gelegen op die Berghen, streckende vander halver Berghensche straet af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op totten slootken toe teijnde den zaijacker, Thoen Wouters cum suis met haaren erfve gelegen aen die oostzijde ende Jan Geritssoen van Boemel gelegen aen die westzijde. Ende dit stuck ackers geloofden Huijbert Staessen voorscreven Jan Buijs Huijbertssoen voorscreven Joost Danielssoen voorscreven te vrijen ende te waren naden lantrecht tot desen daghe toe. Ende moet desen acker voorscreven altijdt steghen ende weghen dat hoijlant teijnden desen acker voorscreven.

Actum den xen maij anno xvC ende Lxix. Heemraders Anthonis Anssen, Jan Zeghers­soen ende Ariaen Geritssoen van Boemel.

Fol. 19r.

Ariaen Ariaenssoen Castelleijn gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Merten Denissoen ende Mighen Laius(?) een half vierendeel gelegen in Henrick Luijen Ambacht met Jan Mathijssoen oock met enen merghen lants ende een half vierendel int selver lant ombedeelt off soe groit ende cleijn alst nu cortelings gemeten is, streckende vande halve heij af aent noorden ende streckende zuijtwaert opter halver Raemsdoncxse vaert toe metten steghen totten leeghen wech toe, Denis Floris cum suis gelegen aen die westzijde ende Jan Buijs Geritssoens voorkijnder die hij gegenereert ende ….gen heeft bij Lijsken Willem Wouter Bouten dochter, gelegen aen die oostzijde onder conditie dat Merten Denissoen altijdt sal contribueren in ‘sConincx beden ende Raveschots schijns ende alle gebuerlijcke rechten gelijck ander naebuer inden selve ambacht voorscreven schuldich zijn te doen, maar anders te vrijen ende waren naeden lantrecht tot desen teghenwoordighen daegen toe. Sonder arch ofte list. Actum den xjen maij anno xvC ende Lxix. Heemraders Anthonis Anssen ende Ariaen Geritssoen van Boemel.

Ende stelt Ariaen Castelleijn tot enen waerborch een heijn….. met een braeijke voor alsulcke penningen bedragende tot der somma toe van sesthien ponden Vlaems.

Desen xjen meijs anno xvC ende Lxix compareerden voor schout ende heemraders van Raemsdonck Baeltgen Dierick Peterssoen dochter met Ariaen Gijsbrechtssoen haeren gecoren voicht, haer metten rechte gegeven, ende dat deur consent ende toelatinghe van schoudt ende heemraders ende gaff over met vrijer ghiften zoe recht is Jan Hendricx Schuerman, Wouter Henrick Janssoen ende Cornelis Bartelmeus, Jan Roelofsoen, Goris Henrick Hafborch, gesamenderhandt een gerechte vierendeel gelegen ombedeelt in een wer lants, geheeten Schuermans lant, streckende vanden halven Gat aff aent zuijden eijnde noortwaert op ter halver Brandtwateringe toe daer van gelegen is des convents van Santroijsen binnen Raemsdonck erfve westwaert ende Ariaen Meussoen erfgenamen cum suis oostwaert, te vrijen ende waeren naeden lantrecht. Actum als boven. Heemraders Thonis Anssen, Jan Zeghers ende Ariaen Geritssoen van Boemel, mij present.

Fol. 19v.

            Dierick Ariaenssoen de Rover; Jan Joost Cornelissoen van Alffhen.

Dierick Ariaenssoen de Rover gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Jan Joost Cornelissoen van Alffen een vierendeel oft zijn gerechticheijt int gehele wer gelegen int Rijsbroeck, streckende op ten halven Gat toe, Gijsbert Weijnen Michielss gelegen noortoost ende Gijsbert Henricxssoen noortwest, sonder fraude off bedroch.

Noch gheeft die selve Dierick Ariaenssoen voorscreven met vrijer ghiften zoe recht is Jan Joost Cornelissoen voorscreven een derdendeel int derdendeel in een stuck lants gelegen int Rijsbrouck , streckende vanden Rijsbroucxen wech af aent zuijden eijnde streckende noortwaert op ten halven Gat toe, Jan Joost Cornelissoen cum suis gelegen aen die noortoostenzijde ende Gijsbert Henricxz gelegen aen die zuijtwesten. Ende dit voorscreven lant geloefden Dierick Ariaenssoen de Romer voorscreven Jan Joost Cornelissoen te vrijen ende te waren naeden lant recht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Sonder arch ofte list. Actum den jxen maij anno xvC ende Lxix. Heemraders Ariaen Peter Schoemakers, Jan Zegherssoen ende Govaert Evertsz.

Fol. 20r.

            Joost Peterssoen van Ghils; Jan Ariaenssoen van Teteringhen.

Joost Peterssoen van Ghils gaff over met vrijer ghiften zoe recht is Jacob Ariaenssoen tot behoef van van Michiel Ariaen Jacobs vanden Kijebooms kinderen een half wer lants gelegen in die Cleijn Donghe, ombedeelt met Thonis Thonissoen Cloosterman streckende vander halver Doncxser straeten af aent zuijden eijnde streckende noortwaert op ter Maesen toe. Aentken Aerdt Ariaenssoens wedue met haeren erfve gelegen aen die westzijde ende Ariaen Janssoen die Bont cum suis metter gebuer erfve gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden Joost Peterssoen voorscreven, Jacob Ariaenssoen voorscreven tot behoef den kijnderen voorscreven te vrijen ende te waren naeden lant recht voor haerder beijder naecomelingen tot desen teghenwoordighen daghe toe met alle gebuerlijcke rechten te onderhouden. Sonder arch ofte list. Actum den xvijen maij anno xvC ende Lxix. Heemraders Bartelmeus Ariaenssoen, Jan Zegherssoen ende Ariaen Geritssoen van Boemel ende alle nae vuijtwijsen die coopcedulle.

Fol. 20v.

            Ariaen Ariaenssoen Casteleijn; Pauwels Diericxz ende Baeltgen, sijn suster.

Ariaen Ariaenssoen Casteleijn gaff over met vrijer ghiften zoe recht is Pauwels Diericxz ende Baeltgen, sijn suster, een cleijn heijnicxken met een brae, streckende vander halver Achterstraete af aent zuijden eijnde streckende noortwaert op ter halver Brandtweteringen toe. ‘tSantroisen cloester cum suis haeren erfve gelegen aen die oostzijde ende Castelijnen kijnder met Dierick Peterssoens erfgenaemen ende Peter Diericxz Martenssoen met meer ander met haere erfve gelegen aen die westzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden Ariaen Ariaenssoen Casteleijn voorscreven, Pauwels Diericxz met Baeltgen, sijn suster voorscreven te vrijen ende te waren naeden lant recht tot desen daghe toe voor haerder beijder naecomelingen. Sonder arch ofte list. Actum den xxijen maij anno xvC ende Lxix. Heemraders Bartelmeus Ariaens­soen, Jan Zegherssoen ende Ariaen Geritssoen van Boemel.

Fol. 21r.

            Peerken Willem Meussoens aenneminge haer kijnderen.

Opten vijften januarij anno xvC ende Lxx(?) soe zijn gecomen voor schoudt ende heemraders van Raemdock ende Henrick Luijen Ambacht, Peterken, wedue wijlen Willem Meussoen zaligher ende heeft aengenomen har ses onmondighe weeskijnderen van Jan Meussoen als voicht ende schoudt ende heemraders oppervoichden voor het joncxte kijnd oudt wesen sal achtien jaren, in eten, in drincken, in cleden, in reden ende ter scholen te stellen ende van als te doen, gelijck een goede moeder haeren onmondighen kijnderen schuldich is te doen, voor alle die gelden, daer nu ter tijdt sijnde ende schuldt ende onschuldt te betalen ende in te bueren.

Is noch voorwaerde dat Peterken, wedue wijlen Willem Meussoens voorscreven zaligher, huwelijck dede tusschen den middelen tijden, soe sal die wedue den kijnderen, als dat joncxte mondich wesen sal vuijtreijcken die somma van twe hondert Karolusgul­dens. Ende doet die wedue ghenen houwelijck voor dijen tijdt voorscreven, soe mach die wedue haeren vrijen eijghen wille doen sonder enighe penningen wt te reijcken.

Noch ist voorwaert oft die wedue houwelijck dede tusschen den tijd voorscreven, moegen die kijnderen gaen dienen om haer broot te winnen gelievet hem maer anders nijet, maer moeten altijet haer moeders profijt doen, ist zaecke dat haer moeder nijet en houwelijckt.

Ist noch voorwaert offer een off twee aflijvich worden oft meer eer het joncxte mondich is soe sal die moeder den anderen kijnderen vuijtreijcken nae advenant die kijnder verteren mochen of souden hebben. Ende sal die moeder haer voor cautie ende borghen stellen bij zaecke die moeder huwelijckt voor desen onderhoudt ende penningen naer advenant.

Heemraders Jan Mathijsssoen, Ariaen Gijsbrechtssoen Buijs.

Fol. 21v.

            Gijsbert Zeghers; Jan Zeghers; Merthen Ariaenssoen Waghenmaker.

Gijsbert Zeghers en Jan Zeghers, gebroeders, als voichden ende gemachtich van haerder moeder gaven te samen over met vrijer ghiften zoe recht is Merten Ariaenssoen die Waghenmaker een stuck lants gelegen in die Oorde, streckende vanden vaert aff aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter Dongha toe, off soe groot ende cleijn als Merthen Zeghers (sic!) daer in gericht is, Merten Ariaenssoen voorscreven selver gelegen int selve aen die westzijde ende die Heijlighe Gheest van Raemsdonck gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden comparant voornoempt, Merten Ariaenssoen voorscreven te vrijen ende te waren naeden lant recht tot desen tegenwoordighe daghe toe. Sonder arch ofte list. Actum den xiiijen dach van junio anno xvC ende Lxix. Heemraders Anthonis Anssen, Ariaen Peter Schoemakers, Ariaen Aertssoen Schouten.

Ende stellen comparanten voornoemt, Merten Ariaenssoen voorscreven tot enen onversterf­lijc­ken warborch een derdendeel in een stuck lants off neghen gaerde lants, streckende vanden slootken af aenden dijck aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter Kreecke toe, Peter Ariaen Ghijben cum suis aenden westen candt int selve lant. Ende Thoen Cleijs oock int selfde gelegen aen die oostzijde. Actum als boven ende heemraders als boven ende dat ter somme toe van acht ponden groten Vlaems.

Fol. 22r.

In manieren conditijen ende voorwaerden wel ondersprocken ende nae bescreven, soe heeft Lijsken die wedue van Bastiaen Berthen zaligher aengenomen haer drie kijnderkens van Jan Jacobssoen als gerechte bestorven voicht van Bastiaen Berthen zaligher achtergelaten kijnderen met Peter Diericken als toesiender, in teghenwoordi­cheijt Ariaen Janssoen Borchgraef ende Ariaen Lambertssoen Drossaert ende schoudt ende heemraders als oppervoichden in manieren nae bescreven. Dats te weten dat die moeder voorscreven van nu voortaen haer kijnderkens onderhouden sal in eten, in drincken, in cleden, in reden, in lijnden, in wollen, in schoijen, in causen ende ter scholen te stellen ende van als te doen, gelijck een goede moeder haeren kijnderkens schuldich is te doen. Ende soe sij daer eere af hebben wille ene tijdt van vijf jaeren, ingaende tot meij anno xvC ende Lxix ende soe voort vijf jaeren lanck duerende.

Ende hier vooren sal die moeder voorscreven hebben ende behouden alle die haefelijcke goeden ende die bruijckwer vanden erffgoeden die vijf jaren lanck duerenden. Ende betalen schuldt ende onschuldt, welverstaende soe wat schuldt ende wederschuldt van allen mach wesen voor meij anno xvC ende Lxix lestleden sullen die moeder ende die kijnder tsamen betalen.

Item dit sijn die erfgoeden. Inden eersten dat huijs metter hofstadt met noch den acker met sijn toebehoren, gelegen neffen Jan Cornelissoen, met noch een stuck lants gelegen aen die Huel(?) binnen ende buijten, soe groot ende cleijn als dat gelegen is, met noch een stuck lants gelegen in die Brandt, streckende vanden Achterdijck ter Brandweteringe toe, met noch een stuck lants in een stuck gelegen in Peter Snacken wer, haer portie daer in duergaende met noch haer aengedeelt inde Zuvelwijck (?) soe groot ende cleijn als sij daer in bestorven is met haer aengedeelt in die Cleijn Dongt gelegen met Thonis Cloostermans met noch haer aengedeelt in Rijsbroeck. Item alle dese voorscreven goeden te laten in effect ende ene groot, de tijdt voorscreven ten sij bij consent van voichden ende toesiender ende schoudt ende heemraders als oppervoichden. Sonder arch ofte list. Actum den xxjen junij anno xvC ende Lxix. Heemraders Anthonis Anssen, Jan Zeghersz ende Govaert Evertssoen, mij present Johan Peters.

Fol. 22v.

            Copie.

Ick Peter Janssoen, rechter inden ambacht tot Raemsdonck ende met mij Jan Mathijssoen, Ariaen Gijsbertssoen Buijs, Ariaen Peter Schoemackers, Jan Zegherssoen, Frans Geritssoen de Coninck ende Ariaen Aertssoen Schenck, alle heemraders inden selven ambacht voorscreven, oirconden ende kennen dat voir ons gecomen is Bertelmeus Ariaenssoen, onsen mede heemraedt ende gaf over met vrijer ghiften zoo recht is Ariaen Janssoen vanden Berghe, vierdalf gaerde lants ombedeelt gelegen in die Donghe, streckende vander Killen af aent zuijden eijnde, streckende noirtwaert op ter halver Maesen toe. Joachim Meussoen met elfdalve gaerde int selfde wer gelegen aen die oostzijde ende die Santroijsen clooster met haere erfve gelegen aen die westzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden Bartelmeus Ariaenssoen voorscreven Ariaen Janssoen voorscreven te vrijen ende te waren naeden recht vanden lande ende alle voorcommer af te doen van schot, van lot, van croengeldt ende van allen commer die daer op comen mach tot desen daghe toe. Dies soe heeft Ariaen Janssoen voorscreven Bartelmeus Ariaenssoen voorscreven wederom verleden met enen verlije zoe recht die bruijckwer ende beternis vanden voorscreven lant om sess Karolus guldens tsiaers te betaelen alle jaer op Sint Bartelmeus dach anno xvC ende Lxiij den eersten.

Ende ist datmen jaerlijcx niet en betaelt ten daghe voornoemt soe salmen jaerlijcx maenen voor die gebannen vierschaar ende voort eijgenen zoe recht is. Dies mach men dese sess Karolusguldens voorscreven jaerlijcx onderhouden, lossen ende afleghen ….. vermach ter goeder moeten(?) met Conincx daelders oft payement inder waerde nae die valuatie der penninck veerthien ….. verschenen pachten. Daer bij alle arch ofte list vuijtgescheijden.

In orconden der waerheijt, ende want wij heemraders voorscreven allen ghene ghemene zeghel hebben, soe hebben wij gebeden Peter Janssoen onsen rechter voorscreven dat hij ons desen brief over ons bezegelen wille. Ende tot Peter Janssoen, rechter voorscreven om beden wille der heemraders voorscreven alsoe gedaen hebbe mijnen zeghel hier aen gehangen hebbe over hem luijden ende over mij schuen(?) opten xxijen dach van augusto int jaer ons here duijsent vijfhondert twee ende tsestich. Ende beloven die kerckmeesters inder tijdt zijnde gemene naeburen Bartelmeus Ariaenssoen voorscreven ende sijne naecomelingen altijdt schadeloes te houden vanden renthen, want sijn goet der kercke leendt. Aldus gecollationeert teghens den principalen brief vuijthangende bezegelt ende accordeert bij mij.

Johan Peters.

Fol. 23r

Transport op datum: 30-6-1569.

Verkoper: Katharina (Lijnke), weduwe van Arian Janssoen Knaep, met Jan Zeghers­soen, haeren gecoren voicht die haar metten recht gegeven was.

Koper: Cornelis Janssoen.

Betreft verkoop van: Die stede gelegen op Vlendonck; resp. een half wer ofte ackerken.

Belend             noord: Vlendoncxsche sloot; resp. Baeijen Mathijssoens cooltuijn en Andries Ariaensz.

                        zuid: Halve Kreecke.

                        oost: Jan Zeghers; resp. Bert Gerbranden wer.

                        west: Henrick Willemsz en Peter Janssoen de Bont; resp. Henrick Willemsz. en Peter Jansz. én Andries Ariaensz.

Jenneken Franck Janssoens dochter met Peter Ariaenssoen Schouten, haren gecoren voicht, haer metten recht gegeven, ende heeft haar goeder betalinge bedanckt van Lijnke, wedue wijlen Ariaen Janssoen Knapen ter causen van enen zeeckeren rendtbrief van xxx stuijvers tsiaers die welcke Matijs Huijmansz vuijt plach te gheven. Scheldende den selven daer van quijt. Actum als boven ende heemraders als boven.

Koopsom: niet genoemd.

Fol. 23v.

Transport op datum: 30-6-1569.

Verkoper: Ans Cornelissoen met Brievinck Huijbrechtssoen als voicht van Jan die Bosschers weeskijnderen.

Koper: Robbrecht Janssoen van Gils.

Betreft verkoop van: Een stucxken lants, met steginge ende weginge over Aert Janssoens erfgenamen erfve.

Belend             noord: Robbrecht Janssoen van Gils voorscreven erve dat hij van Brievinc Huijbrechtssoen voorscreven gecoft heeft.

                        zuid: Halve Kae.

                        oost: Kathelijn Aert Janssoen.

                        west: Truijken Ackermans ende Metken Zeghers.

Opten lesten dach van junno anno xvC ende Lxix soo heeft Ans Cornelissoen ontfangen van Robbert Janssoen van Ghils zeeckere penningen van coop van lande competeren­de den weeskijnderen van Jan der Bosschers Huijbertssoen. Ende moet den kijnderen wederom vuijtrecken tot haere mondighen daghen die somme van seven ponden groten Vlaams. Actum ten datum als boven ende heemraders als boven.

Fol. 24r.

            Erfdelinge aengebrocht die erfgenamen van Huijbert Ariaenssoen ende Eerken sijn huijsvrouwe den lesten junnij anno xvC ende Lxix

Inden eersten Ariaen Huijben geloot ende geerfdeelt op een gaarde lants gelegen inden Ambacht van Groot Waspick in een weer lants dat Truij Gerit Buijs wer plach te wesen. In ses gaerden bedeelt van die ses die ligghen opten oosten candt, dese gaerde bedeelt opten westen candt vanden anderen vijf gaerden.

Nu Cornelis Huijbertssoen geloot ende geerfdeelt naest Ariaen Huijben oostwaert, oock op een gaerde int selfde lant.

Nu Cornelis Thomassoen met Jan Huijben ende Mariken Huijben met haeren gecoren voicht geloot ende geerfdeelt opt huijs metten acker daer aen gelegen. Streckende vander halver straeten af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op tot Jan Zeghersz erfve toe met xiiij stuijvers daer jaerlijcx vuijtgaende erfgelt die Heijlighe Gheest daer heft met noch jaerlijcx den pastoor ende custer tsamen drie stuivers elcx twe blancken.

Ende is voorwaerde ende wel ondersprocken als Ariaen Huijben ende Cornelis Huijben elcx vuijtreijcken sullen Cornelis Thomassoen elcx ses Karolus guldens eens te betalen tot meij naestcomende een pondt Vlaams ende dat ander pondt Vlaems tot meij daer aen volgende.

Jan Huijbert Ariaenssoen ende Mariken Huijbertsdochter met haeren gecoren voicht die haer metten recht gegeven was gaven te samen over met vrijer ghiften zoe recht is Cornelis Thomassoen elcx sijn portie ende gerechticheijt in die stede boven gescreven.

Actum ten datum als boven ende heemraders Anthonis Anssen, mij present.

Johan Peters.

Ende schencken Jan Huijben ende Mariken Huijben met haeren gecoren voicht, Ariaen Huijben haer portie ende gerechticheijt in die visscherije ende moet Cornelis Thomassoen voorscreven Jannen onderhouden die drie jaren in eten, in drincken ende te cleden, nu tsamen ende Cornelis Thomassoen voort die ander jaren. Ende sal Jan voorscreven arbeijden ende doen dat hij machtich is, gelijck hij tot nu toe gedaen heeft. Actum als boven heemraders als boven.

Fol. 25r.

Joachim Aertsoen gaf over met ene verlije zoe recht is Peerken sijnder suster, sijn portie ende gerechticheijt soe groit ende cleijn als hij bestorven is, ende mede sijn portie van Janne sijnen broeder, in derthien gaerden lants bedeelt opten westencandt gelegen op die Vlaeijkens. Streckende vanden halven Geijlsloot af aent zuijden eijnde streckende noortwaert op ter halver Killen toe. Marijke Jan Andriessoens cum suis gelegen westwaert ende Joachim Aertssoen voorscreven selver met Michiel Aertssoen gelegen aen die oostzijde

Ende beloofden Joachim Aertssoen voorscreven Peerken sijnder suster voorscreven dit voorscreven lant te vrijen ende te waren naeden lant recht tot desen daghe toe.

Actum den xijen julij anno xvC ende Lxix. Heemraders Anthonis Anssen, Ariaen Peter Schoema­kers, Jan Zeghersz ende Govaert Evertssoen

Fol. 25v.

Ariaen Lenaertssoen voor hem selven, Mariken Herman Cornelissoens dochter met Joachim Janssoen van Broechoven haeren gecoren voicht die haer metten recht gegeven was, gaven te samen over met ene verlije zoe recht is, Cornelis Hermansz enen halven acker saijlants. Streckende van Ariaen Janssoen van Ghils erfve af aent noorden eijnde, streckende zuijtwaert op ter halve Kreecke toe. Peterken Thomas erfgenamen  gelegen aen die oostzijde ende Aentken, die wedue van Ariaen Aen Dircx zaligher metten anderen halven acker gelegen aen die westzijde.

Ende desen halven acker geloofden comparanten voornoempt Cornelis Hermanssoen voorscreven te vrijen ende te waren naeden lant recht tot desen daghe toe. Sonder arch ofte list. Actum den xijen julij anno xvC ende Lxix. Heemraders Anthonis Anssen, Ariaen Peter Schoema­kers, Jan Zeghersz ende Govaert Evertssoen.

Ende bedancken hem comparanten voornoempt goede betalinge van Cornelis Hermanssoen voorscreven, den eersten penninck metten lesten. Actum als boven ende heemraders als boven.

Joachim Janssoen van Broechoven heeft overgenomen van Mariken Herman Cornelissoens dochter somme van hondert Karolus guldens. Hier voren sal Joachim Janssoen voorscreven die selve Mariken voorscreven bij consent van Cornelis Hermansz als voicht ende andere vrienden ende maghen present, onderhouden in eten, in drincken, in cleden, in reden, soe dat behoort ter tijdt ende wijlen tot voor Mariken voorscreven huwelijk doet oft van haer moeder scheijt. Ende is voorwaerde ende wel ondersproken als Mariken Hermans dochter van haer moeder scheijt soe moet Joachim Janssoen voorscreven der selver Mariken die selve somme alsdan restitueren, die hondert Karolus guldens voorscreven,

fol. 26r. (ik twijfel of het nu volgende stuk wel bij de vorige tekst hoort).

off het lant houden in enen halven werf gelegen achter die kerck ombedeelt, soe groet ende cleijn als Cleijs Berthen van Peter Ariaenssoen schouten gecoft heeft. Die heren der vijcarissen oost ende Ariaen Janssoen van Ghils west. Actum als boven ende

heemraders als boven.

Fol. 26r.

Transport op datum: 27-7-1569.

Verkoper: Jan Geritssoen van Boemel ende Frans Clauwaertssoen te samen.

Koper: Lemmen Jan Lemmen (ook: Lambert Jan Lambertssoen).

Betreft verkoop van: Een half wer lants te weten x gaerden nae inhoudt het Dijckboeck, of soe groet ende cleijn alst gelegen is int Leeghe Veen.

Belend             noord: Halve Kreeck.

                        zuid: Dongha.

                        oost: Bert Cleijs erfgenamen.

                        west: Anneken Bert Cleijs met haar erfve.

Koopsom: niet genoemd.

Fol. 26v.

Mathijs Huijmanssoen heeft hem selven geconstitueert ende ter waerboch gesteldt voor Peter Ariaenssoen Schouten, voor alsoe veel als Aelbert Geritssoen ter causen ende spruijtende vanden huijse daer Dierick Huijben zalijger plach te wonen voor sijnder moeder portie te somme toe van drie ponden groten Vlaems te weten enen acker zaijlants gelegen  achter die rosmolen. Streckende vanden rosmolen aff aent noorden eijdt streckende zuijtwaert op totte eerste dwaersloot toe over den Diefdijck.

Actum den xxvijen julij anno xvC ende Lxix. Ende belooft Jenneken Thomas wedue den selven Mathijs Huijmanssoen wederom schadeloes te houden voor haar ende haar erfve. Heemraders Anthonis Anssen, Bartelmeus Aenssoen, Ariaen Peter Schoema­kers, Jan Zeghersz ende Govaert Evertssoen.

Fol. 27r.

            Gijsbert Henricxz in Engelandt; Dierick Ariaenssoen de Rover.

In manieren conditijen ende voorwaerden wel ondersproken ende na bescreven, soe heeft gecoft Gijsbert Henricxz in Engelandt, van Dierick Ariaenssoen die Rover duer submissie ende wtsprake van Ariaen Peter Schoenmakers vuijten name van Gijsbert Henricxz ende Ariaen Aertssoen Schouten vuijten name van Dierick Ariaenssoen de Rover, stick, steedts gesubmitteert zijnde ende die handt daer op gegeven hebben. Ende hebben die arbiters eendrachtelijcken vuijtgespocken als dat Gijsbert Henricxz voorscreven van nu voortaen op hem nemen sal twee rente briefven, den ene van vierdalve Karolus guldens ende den ander van vier Karolus guldens, altijdt losrenten nae inhoudt der briefven.

Ende dit voor dat huijs metten erfve daer Wouter Henricxz zaligher plach te wonen ende vuijt gestorven is. Streckende vanden Vletsloot af aent zuijden eijnde streckende noortwaert op totten eersten dwarsloot toe achter dat huijs, geheten den Tampsloot, daer gelegen is Jan Joost Neelen Corsput ende Ariaen Mertenssoen Scherder aen die oostzijde ende Gijsbert Henricxz westwaert. Ende sal Gijsbert Henricxz voorscreven hebben ende behouden dat gedeeltken in sijn huijs metten erfve dat hij voorleden tijde van Wouter Henricxz sijne broeder gecoft ende betaalt heeft.

Sedem regra (?? beide woorden zijn afgekort; waarsch. latijnse uitdrukking met de betekenis: “volgens de zelfde regel”) Gijsbert Henricxsoen hem selven in die leste deelinge in geabuseert heeft met noch ene gld(?) daer jaerlijcx vuijtgaende, compete­rende jaerlijcx den coster inder tijdt zijnde. Ende voort allen questien ende querelen, lanthuijren, erfhuijs ceelen, doot ende tenijet. Salve welverstaende oft daer enighe landen ofte goeden gheldt off penningen den selven Dierick Ariaenssoen enighsins mede competeren souden, hierinne exclusive ende vuijtgesloten, welverstaende alsdat Gijsbert Henricxz voorscreven ende Dierick Adriaenssoen de Rover voorscreven tsamen betalen sullen dat verloope van die viij Karolusguldens tsamen, te weten een jaer renten. Ende is noch voorwaerde ende wel ondersproken alsdat altoes, nu ende ten ewijghen daghen die een over den anderen steghen ende weghen zullen tot oerbaer ende profijt vanden lande ende malcanderen gheen schade te doen bij redenen.

Ende hiermede seghen arbijters voornoempt partijen eerlijcken ende duechdelijcken vernuecht ende versoent ende crackelen, lanthuijren, renthen ceelen ende allet gheene daer Gijsbert Henricxz als voicht is connisse af gehadt soude moghen hebben ende het relijef doot ende te nijet. Ende sullen malkanderen nimmermeer meer molesteren met ghene recht, gheestelijck noch waerlijck, noch met ghene ende nieuwe ofte lose vonden diemen hierop soude moghen ordineren ofte versieren. Ende gheeft Gijsbert Henricxz voorscreven ons int gelach twee Karolus guldens ende sal Dierick Ariaenssoen voorscreven af corten x stuijvers. Ende sal Dierick voorscreven hebben dat bedsteken metter hael. Ende dit selve heeft Dierick Aenssoen voorscreven over gegeven met vrijer ghiften Gijsbert Henricxz.

Actum den xxijen martij anno xvC ende Lxix naeden stijl van Luijck. In presentie schoudt ende heemraders, bij namen Anthonis Anssen, Ariaen Peter Schoenmakers, Bartelmeus Aenssoen ende Ariaen Aertssoen Schouten. Ende tot meerder zeeckerheijt soo hebben Gijsbert Henricxz ende Dierick Ariaenssoen die Rover met mij gesworen clerck dit onderteijckent opten xxijen martij anno xvC ende Lxix naeden stijl van Luijck. Onder stondt gescreven Gijsbert Henricxz met sijn merck, Dierick Ariaenssoen die Rover , mij present, Johan Peters.

Fol. 28r.

Transport op datum: 17-8-1569.

Verkoper: Ariaen Peterssoen Knapen.

Koper: Merten Ariaenssoen (Schouten) tot behoef van Ariaen Janssoen van Ghils.

Betreft verkoop van: Een vierendel in een sesthiendalf gaerde ombedeelt.

Belend             noord: Slootken buijten den Diefdijck.

                        zuid: Halve Kreeck.

                        oost: Ariaen Aen Dircxz met Frans Geritssoen de Conick met hare erfve.

                        west: Buijs Willemssoens wedue met haeren erfve.

Koopsom: niet genoemd.

Fol. 28v.

Transport op datum: 18-10-1569.

Verkoper: Peter Huijben.

Koper: Ariaen Jan Andriessoen.

Betreft verkoop (met ene verlije) van: Een huijsinge metten erfve daer aen gelegen, met vier stuivers siaers daer vuijtgaende den pastoer en coster.

Belend             noord: Halve Bergensche Straet.

                        zuid: Halve Kreeck.

                        oost: Michiel Aerts.

                        west: Ariaen Gijsbrechtssoen Buijs.

Koopsom: niet genoemd.

Ariaen Geritssoen van Boemel ende Steven Aertsz als kerckmeesters nu ter tijdt tot Raemsdonck gaven over met vrijer giften zoe recht is, Jan Meeussoen ende Bartelmeus Ariaenssoen te samen seven gaerden lants in een vierendeel. Streckende vander halve Keen aent af aent noorden eijnde, streckende zuijtwaert op ter halver Bergenscher Straete toe. Jan Zeghersz cum suis gelegen aen die westzijde ende het clooster van Eemstheijn gelegen aen die oostzijde. Ende voort achter die Berghen vanden halven slootken af achter den acker aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter halver Kreecken toe. Ende noch voort drie vierendel vande voorscreven wer int Leghe Veen vander halver Kreecke aen voort zuijtwaert op ter Dongha toe ligginghe ende rugginge als boven.

Ende dit voorscreven lant geloofden die kerckmeesters voornoempt Jan Meeussoen ende Bartelmeus Ariaenssoen te vrijen ende te waren naeden lant recht tot desen daghe toe. Actum den xviijen octobris anno xvC ende Lxix. Heemraders Ariaen Peter Schoema­kers, Jan Zeghersz, Ariaen Aertssoen Schouten ende Govaert Evertssoen.

Fol. 29r.

Peter Ariaensz Conincx gaf over met enen verlije zoe recht is Ariaen Gijsbrechtssoen Buijs anderhalf gaerde lants ende een half vierendel ende noch een half vierendel half gelegen met Ariaen Gijsbrechtssoen ende Peter Ariaenssoen selver ende Thoenken Cornelis Anssen dochter opten oesten candt int half wer. Streckende vander halver Keenen af aent zuijdeneijnde streckende noortwaert op ter halver Maesen toe, het clooster van Eemsshein gelegen aen die oostzijde ende Ariaen Gijsbrechtssoen selver aen die westzijde. Ende blijven parthijen nu geerfdeelt, Ariaen Ghijben met sijn gerechticheijt aen die westzijde ende Peter Ariaenssz met Thoenken aen die oostzijde. Ende beloven Peter Ariaenssz voorscreven Ariaen Gijsbrechtssoen voorscreven dit voornoemt lant te vrijen ende te waren naeden lant recht tot desen tegenwoordighen daghe toe voor haer alder naecomelingen. Sonder arch ofte list. Ende soe wanneer Ariaen Gijsbrechtsz voorscreven geloft heeft twee Rijns(?) guldens tsiaers staende op dit selve lant die Willem Ariaenssz ten Berghe daer op heft, soe heeft hij die vrijghift want hij den schoudt daer nu af contenteert. Ende dies t’oorconden soe hebben twe heemraders, bij namen Ariaen Peter Schoemakers, Jan Zegherssz met mij gesworen clerck dit onderteijkent opten derden dach van november anno xvC ende Lxix. Mij present.

Johan Peters.

Ende bedanckt hem Peter Ariaenssoen voorscreven goeder betalingen vanden eersten penninck metten lesten.

Ariaen Peter │││ Schoemakers merck;  Jan  N  Zegerssz merck.

Fol. 29v.

            Jan Janssoen de Laet; Jan Zegherssz.

Jan Janssoen de Laet de Jonghe, wonende op die Mede als man ende voicht van Aleijdt Ariaen Jan Reijnertssoens dochter, sijnder huijsvrouwen gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Jan Zegherssoen een thiende met allen haere toebehoiren gelegen onder den ambocht tot Raemsdonck in die vrijhoeven houdende vanden ambacht van Groit Waspijck op gaende zuijtwaert op streckende totten ambacht van sGravenmoer toe. Henrick Luijen Ambacht neffen die oostzijde ende die gemeen Heijrstraet neffen die westzijde. Ende dese thiende voorscreven geloefden Jan Janssoen de Laet voorscreven Jan Zegherssz voorscreven te vrijen ende te waren tot ewijghen daeghen naeden recht van Zuijthollandt ende allen voorcommer aff te doen tot desen daghe toe. Sonder arch ofte list. Actum den xiijen martij anno xvC ende Lxix naeden stijl van Luijck. Heemraders Ariaen Peter Schoema­kers ende Bartelmeus Ariaenssz.

            Frans Baeijenssz; Ariaen Janssz Borgraef.

item opten brief die Baeijen Janssoens erfgenamen vuijtreijcken, inhoudende van anderhalven schilt tsiaers heeft Frans Baeijenssz voorscreven gecoft van Ariaen Janssoen Borgraef, die somme van veerthien stuivers tsiaers ende afgelost ende wel betaelt. Actum den xxiiijen martij anno xvC ende Lxix naeden stijl van Luijck. Mij gesworen clerck present ende staet oock opten principaelen brief geteijckent.

Johan Peters.

Fol. 30r.

Transport op datum: 14-11-1569.

Verkoper: Ariaen Ariaenssoen Knaep.

Koper: Peter Dircxz.

Betreft verkoop (met een verlije) van: Een sevendeel in een stuck lants, gelegen met Marij Koppens bedeelt opten westen.

Belend             noord: slootken over de dwarssloot.

                        zuid: Kae.

                        oost: Marij Koppens int selfde lant.

                        west: Jan Cornelisssoen.

Koopsom: niet genoemd.

Joachim Reijn Lambertssoen met Ariaen Aertss Schouten als toesiender heeft rechtelijcken overgegeven met vrijer giften zoo recht is, behalven Aerdt van Raveschots schijns sijns rechts, Cornelia Reijnen ende Martin Reijn Lambrechtsz dochteren sijn susteren, sijn portie, gerechticheijt ende besterf femsse(?) in have ende erfve, in allet ghene dat hij van sijnder moeder in bestorven is, behalve ofte tanoudt(?) ofte morghen den selve Joachim voorscreven niet aen soude moghen comen tot Aelborch oft anders daer houdt hij altoes sijn portie ende optie in. Ende oft gebeurde dat die drie stuijvers daer questie sijn susteren ende hij souden moeten betaelen sal Joachim voorscreven daer alnoch sijn derdendeel in corten.

Actum den xiiijen novembris anno xvC ende Lxix, heemraders altesamen.

Fol. 30v.

            Erfdelinghe aengebrocht die erfgenamen van Mariken Merten Aertssz huijsvrou­we den xiiijen novembris anno xvC ende Lxix.

Inden eersten Ariaen Clauwaertssz als man ende voicht van Dinghen sijnder huijsvrouwen, geloot ende geerfdeelt op half die stede metten erfve daer aen gelegen, streckende vander halven sloot af .. die straet af aent noorden eijnde, streckende zuijtwaert op totten Watersloot toe met ene braspenninck daer jaerlijcx vuijtgaende, noch met vijfponden groten Vlaems incomende schuldt. Ende Aerdt Mertenssoen geloot ende geerfdeelt op die ander helft. In alder manieren als boven.

Nu Lijsken Mertens die jongste dochter geloot ende geerfdeelt op twe gaerden lants in die Donghe in Joachim Meeusz wer streckende vander halver Keenen af aent zuijden eijndt streckende noortwaert op ten halver Maesen toe met noch drie veertelen rogs ende een luepen erfrogs tot Dongen nae wtwijsens ‘sbriefs.

Nu Ariaen Ariaen Cleijssoens als man ende voicht van Lijsken Mertens dochter, sijnder huijsvrouwen, geloot ende geerfdeelt op een gaerde lants off weijnich meer in Heerkens wer, duergaende, behalve die stede haers rechts. Met noch vier veertelen rogs erflijck tot Oosterhout nae vuijtwijsen ‘sbriefs met noch thien ponden groten Vlaems te ontfangen incomende schuldt ende noch op twe ponden groten Vlaems die de selve ontfangen sal anno Lxx van Lijsken Mertens die joncxste suster.

Ende is voorwaerde ende wel ondersproken off daer enighe cummerkausen quamen op enighe vanden voorscreven goeden nu nijet wetende sullen parthijen altoes malcanderen helpen ghelden ende vuijtdraghen.

Aldus aengebrocht ende verpeijnt aent ‘sHere handen op een boete van seven ponden. Actum als boven. Heemraders Ariaen Peter Schoemakers, Bartelmeus Ariaenssoen, Jan Zegherssz, Ariaen Geritssz van Boemel, Ariaen Aertssoen Schouten ende Govaert Evertssoen.

Fol. 31r.

            Michiel Aertssz; Bert Aertssz weeskijndt.

Item die ses ende veertich guldens die Michiel Aertssz schuldich is gebleven Bert Aertssoens sijns bruers weeskijndt op die reeckeninghe anno xvC ende Lxj heeft Michiel Aertssz ondergenomen op renten te weten tsiaers voor vierdalven Karolusguldens, verschijnende opten xxjsten novembris anno xvC ende Lxx te lossen met ses ende veertich Karolusguldens ter goeder moeten. Actum den xxjsten novembris anno xvC ende Lxjx. In presentie heemraders Ariaen Geritssz van Boemel ende Govaert Evertssoen, mij present.

Bekenden Pauwels Ariaenss afgetelt te wesen desen xen mert (jaar niet duidelijk) ende ten vollen betaelt, den iersten penninck metten lesten.

Fol. 31v.

Huijbert Wouter Willemssoen heeft gegundt ende leghert (=(verm.) gelegateerd) voor schoudt ende heemraders in die teghenwoordigheijt den heijlighen sacrament voor sijne biechtvader, als dat Ariaen Janssoen, sijn swager (sic! vermoedelijk is Anneken (zie hierna) de dochter van Huijbert en Ariaen Janssoen zijn schoonzoon; dat lijkt het meest aannemelijk gezien het vervolg van de tekst, GAvS), ende Anneken, sijn dochter, wonende tot Ooster­houdt, te weten van sijne ende sijnder huijsvrouwen achtergelaten goeden nae haerder beijder doot gheen goeden en sullen moghen vercopen noch veralueren dan die bruijckwer daer aff nemen. Ende sullen blijven tot profijt van die kijnderkens van die selve Ariaen Janssoen ende Anneken sijn huijsvrouwe.

Ende beghert ende wille noch die selve Huijbert Wouterssoen ende Lijsken sijn huijsvrouwe, als dat Cornelia sijn dochter eerst ende voor al voor vuijt hebben sal van die gereetste goeden die somme van vijftich karolus guldens eens voor haren  goetwillighen dienst ende om sacken wille hem daer toe moverende. Ende sal alsdan nochtans delen ende parthen mede naeden Zuijthollantschen recht. Aldus gedaen opten Kersavont anno xvC ende Lxjx in presentie den werdighen sacrament ende Jan Jacobssz den schoudt van Raemsdonck ende Henrick Luijen Ambacht, bij heemraders Jan Zegerssoen ende Ariaen Geritssoen van Boemel. Ende bekenne wij heemraders voorschreven dat Huijbert Wouterssoen ende Lijsken sijn huijsvrouwe haar vijf sinnen ende haer verstant wel hadden alst scheen, mij gesworen clerck present.

Johan Peters.

Fol. 32r.

            Erfdelinghe aengebrocht die erfgenaemen van Cornelis Peterssoen Mandemaec­ker ende Mariken sijn huijsvrouwe, den derden januarij anno xvC ende Lxx naeden stijl van Luijck.

In de kantlijn, naast de volgende alinea: Met Ariaen Ghijben onbedeelt.

            Inden eersten Anthonis Cornelissoen geloot ende geerfdeelt op half die acker vander kreecken af aent zuijden eijnde, streckende noortwaert op ter halver groter Keen toe met half die Werfcampen, te weten van die Werfcampsche straet aff noortwaert op ter halver Maese toe met elck ij st. die de kerck daer op heft met vijf pondt Vlaems geleent gheldt.

In de kantlijn, naast de volgende alinea: Met Ariaen Ghijben onbedeelt.

            Nu Jan Cornelissz geloot ende geerfdeelt op half die acker vander kreecken af aent zuijden eijnde, streckende noortwaert op ter halver groter Keen toe met half die Werfcam­pen, te weten van die Werfcampsche straet aff noortwaert op ter halver Maese toe met elck ij st. die de kerck daer op heft met vijf pondt Vlaems geleent gheldt.

            Nu Melis Cornelissoen geloot ende geerfdeelt op drie gaerden lants gelegen inden Ambacht van Groot Waspijck achter Thomas Cornelissoen met half die rente die Metken Zegers daer op heft, den penninck sesthien nae inhoudt ‘sbriefs met half den rogghe die de heijlighe Gheest daer op heft met half die Werfcampen, van der Keen af aent zuijden eijnde streckende noortwaert op ter Werfcampenscher straet toe.

            Nu Neeltghen Cornelis dochter geloot ende geerfdeelt op drie gaerden lants gelegen inden Ambacht van Groot Waspijck achter Thomas Cornelissz met half die rente die Metken Zegers daer op heft, den penninck sesthien nae inhoudt ‘sbriefs met half den rogghe die de heijlighe Gheest daer op heft met half die Werfcampen, van der Keen af aent zuijden eijnde streckende noortwaert op ter Werfcampenscher straet toe.

            Ende hebben Thonis Cornelisz ende Jan Cornelissoen, gebroeders tsaemen aengenomen Neeltken haer suster te onderhouden nae datum van dese, seven jairen lanck metten alle den imboel den kijndt competerende, voor alle de bruijckwer van hare goede te onderhouden in eten, in drincken, in cleden, in reden, in lijnde, in wollen, in alles datten kijndt binnen dije jaeren van node wese sal. Welverstaende oft datt meijsken voorscreven binnen middelen tijde beteren raedt wist off beter profijt wiste te doen, soe mach sij van haer broeders scheijden ende doen haer profijt met haere goet. Ende is Melis Cornelissoen, die broeder ontlast van Neeltken sijn suster, die welcke hij mede soude moeten onderhouden ende en sal nijet contribueren off deelen in die haeffelijcke goeden sonder arch ofte list oft in ….. die sij in huijre hebben. Actum ten datum als boven. In presentie Jan Zegerssoen ende Govaert Evertssoen als heemraders, mij present.

Ende is voorwaerde ende wel ondersproken als dat Thonis Cornelissz ende Jan Cornelissz, gebroeders, den kijndt sijn goet even groot laten sullen ende soe vrij lenen(?) sullen  als dat nu aen… (?)

Fol. 33r.

Transport op datum: 24-1-1570 (nae den stijl van Luijck).

Verkoper: Ariaen Joachimssoen voor hem selven ende Anthonis Stoffelsz als gemachtich van Ariaen Peter Janssoen Staessenz.

Koper: Pauwels Dircxz.

Betreft verkoop van: Huijsinge meten erfve

Belend             noord: Ambacht van Groit Waspijck.

                        zuid: Jan Zeghersz c.s. erve.

                        oost: Ariaen Joachimssz voorscreven selve.

                        west: Ariaen Bernieren met sijne erfve.

Koopsom: niet genoemd.

Anthonis Stoffelssz voor hem selven ende als gemachtich van Ariaen Peter Janssoen Staessenz gaven over met vrijer ghiften zoe recht is Ariaen Joachimssz Thonis Stoffelssoen voor hem selven een vierdel ende voor Ariaen Peterssoen een half vierendel daer Ariaen Joachimsz voorscreven selver een half vierendel in heeft in een delle gelegen met Henrick Ariaen Janssoens wedue ombedeelt streckende van Huijbert Wouterssoens erve af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter halver ouder vaert toe. Huijbert Woutersoen gelegen aen die westzijde ende die erfgenamen van Henrick Cornelissoen aen die oostzijde te vrijen ende waren naeden lantrecht. Ten datum als boven ende heemraders als boven.

Fol. 34r.

            Ariaen Clauwaertssz; Peter Dircxz.

Ariaen Clauwaertssz gaf over met eenen verlije zoe recht is Peter Dircxz een huijsinghe metten erfve daer aen gelegen streckende van Stoffel Willemssz erfve af met Jan Jacobsz den Schoud erve aff aent zuijden eijnde streckende noortwaert op totten halven sloot toe, te weten tot Henrick Cornelissz Pluij met Huijbert Peterssoen met Peter Henricxssoen cum suis erfve toe. Peter Henrickssz met Willem Buijssen gelegen aen die westzijde ende Henrick Willemssz met Jan Cornelissz gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven huijsinghe metten erve geloofden Ariaen Clauwaertssoen voorscreven te vrijen ende waren naeden lantrecht tot desen daghe toe. Sonder fraude of bedroch. Actum den xxiiijsten januarij anno xvC ende Lxx naeden stijl van Luijck. Heemraders Ariaen Peter Schoenmakers, Ariaen Aertssoen Schouten ende Govaert Evertssz.

Fol. 34v.

            Cornelis Jan Roelen; Baeijen Mathijssz.

Cornelis Jan Roelen gaf over met eenen verlije zoe recht is Baeijen Mathijssz enen halven gheer onbedeelt, te weten dat vorste block streckende vanden halver straeten aff aent zuijden eijnde streckende noortwaert op totten eersten dwarsloot toe, Dinghen Jan Clauwen cum suis met haeren erfve gelegen aen die westzijde ende Thoenken Cleijs Bert Vassen met haeren erfve gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden Cornelis Jan Roelen voorscreven Baeijen Matthijsz voorscreven te vrijen ende waren naeden lantrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Sonder arch ofte list. Ende sullen parthijen over malcanderen steghen ende weghen ende schouwen maecken nae advenant dat hij goet heeft. Actum den vijen februarij anno xvC ende Lxx naeden stijl van Luijck. Heemra­ders Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegherssz, Ariaen Aertssoen Schouten, Ariaen Geritssz van Boemel.

Fol. 35r.

            Pauwels Dircxz; Jan Ariaen Henricxz Verhoeven.

Pauwels Dircxz gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Jan Ariaen Henricxz Verhoeven een blocxken lants gelegen int Rijsbroeck opten vaartcant soo groet ende cleijn alst daer gelegen, streckende met beijden eijnden aen die vaart, die heijlighe Gheest van Raemsdonck gelegen aen die westzijde ende die vaert daer die schepen door varen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden Pauwels Dircxz voorscreven Jan Ariaen Henricxz voorscreven te vrijen ende waren tot desen teghenwoordighen daghe toe met allen gebuerlijcke rechten te onderhouden, mergentael mergentaels gelijck cloosters schijns sijns rechts. Met steghinghe ende weginge d’een over d’ander, met den heijlighen Gheest voor vuijt sonder arch oft list. Actum den xven februarij anno xvC ende Lxx naeden stijl van Luijck. Heemra­ders Ariaen Geritssz ende Govaert Evertssz.

Fol. 35v.

            Lijn Diericken; Merten Ariaenssz.

Katerijn die wedue van Dierck Peterssoen zaliger, met Ariaen Gijsbrechtssoen Buijs, haeren gecoiren voicht die haar metten recht gegeven was, gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Merten Ariaenssoen Wagemaker een stucxken lants gelegen in die Oorden metten selven Merten Ariaenssoen int selve lant opten oosten candt, streckende vander halver kae af aent noorden eijnde streckende zuijtewaert op tot Jacob Cleijs lant toe, Ariaen Janssoen van Ghestel gelegen aen die westzijde. Te vrijen ende waren tot desen daghe toe. Actum den vierden aprilis anno xvC ende Lxx nae Paesschen. Heemra­ders Meus Ariaenssoen, Jan Zegherssoen, Ariaen Aertssoen Schouten, Govaert Evertssz.

            Vonnisse Marij Heijn Buijsz.

Den heemraet heeft gewesen voor recht vuijten aendringe van Marij Heijn Buijssen dat die ghene die teijnden haeren dijck ligghen aen beijden eijnden dat die selve haeren dijck sullen verlegghen ende aenrichten ende aen malcanderen richten sullen soe datmen dat eerlijcken ende mackelijck rijen ende jaghen mach. Oft bij onwillicheijt off gebreck van weijgeringe dat die heer van stonden aen besteden sal op des goets cost. Actum in martio op die andere schouwe anno xvC ende Lxx stilo Leoden.

Fol. 36r.

            Ariaen Janssoon Borggraef die voochdije aengenomen van die weeskijnderen van Bastiaen Berthen.

Desen vierden aprilis anno xvC ende Lxx nae Paesschen soe heeft Ariaen Janssoen Borchgraef gheaccepteert ende aengenomen die voochdije van Bastiaen die kijnderkens te helpen regeren ende voort te helpen op der kijnder cost bij sijne eedt zoe recht is ende reeckeninge, bewijs ende reliqua doen van sijnde administratijen ten vermaen vanden toesiender ende schoudt ende heemraedt. Actum ten datum als boven ende heemraders als boven.

            Lijsken, wedue wijlen Bastiaen Berten, Peter Dircxsoon, Ariaen Dircxz.

In de kantlijn: Ariaen Janssz Borchgraef als voicht van Batiaen Berthen kijnder.)

Lijsken, wedue wijlen Bastiaen Berten met Peter Dircxsoon, haer gecoren voicht die haer meten recht gegeven was, Peter Dircxz voor hem selven ende Ariaen Dircxz voor hem selven, gaven gesamenderhandt ende elcx voor hem selven bijsonder over met vrijer giften zoe recht is, Ariaen Gijsbrechtssoen Buijs, haeren oom, sestalf gaerde lants luttel min oft meer (onderstreept is in origineel doorgestreept) teijnden malen(?) oft gaerden teijnden geldt(?), gelegen in die Donghe, streckende vanden halver Killen af aent zuijden eijnde streckende noortwaert op ter halver Maesen toe, Aenken Schouten cum suis, gelegen aen die oostzijde ende Thonis Cloestermans int selfde lant aen die westzijde ende dit voorscreven lant geloofden comparanten Ariaen Gijsbertssoen te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daghe toe. Actum den vierden aprilis anno xvC ende Lxx nae Paesschen. Heemra­ders Ariaen Aertssoen Schouten, Govaert Evertssz.

Fol. 36v.

            Lijsken Bastiaen Berthen weeu met haaren kijnderen, Peter Dircxsoon.

Lijsken, wedue wijlen Bastiaen Berten met haren gecoren voicht ende Ariaen Janssoen Borchgraef als voicht van Bastiaen Berthen kijnder ende Peter Dircxsoon voor hem selven gaven over met vrijer giften zoe recht is, Ariaen Dierick Peterss, haeren broeder ses gaerde lants metten selven Ariaen Diercxz bedeelt facit (lat.:maakt) nu tsamen neghen gaerden want Ariaen voorscreven daer selver drie gaerden in heeft, naer vuijtwijsen haer delinghe, streckende vanden halver Killen af aent zuijden eijnde streckende noortwaert op ter halver Maesen toe, Beris Cornelissoen gelegen aen die westzijde ende Mariken Mertens ende Juecken Mertens int selve lant aen die oostzijde. Ende geloofden comparanten voornoemt Ariaen Dircxssoen voorscreven dit voorscreven lant te vrijen ende te waren tot desen daghe toe. Actum den vijften aprilis anno xvC ende Lxx nae Paesschen.

Ariaen Diericxssz gaf over met vrijer giften zoe recht is, Lijsken, wedue wijlen Bastiaen Berten met Ariaen Janssoen Borchgraef als voicht van Bastiaen Berthen kijnder ende Peter Dircxsoon, drie gaerden lants gelegen in tsamen neghen gaerden ombedeelt nae inhoudt haer deelinghe, streckende vanden halver Keenen af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op totten halven slootken toe, te weten buijtendijcx naesten dijck Beris Cornelissoen west ende Mariken ende Juecken Mertens int selfde lant oost. Ende beloofden comparanten voornoemt Ariaen Dircxssoen voorscreven dit voorscreven lant te vrijen ende te waren nae den lantrecht tot desen daghe toe. Actum als boven.

fol.37r

Ende is voorwaerde ende wel ondersproken dat Ariaen Diercxssoen voorscreven ontfangen sal ende voorvuijt hebben sal van alsulcken oordeken als sij tsamen hebben int Rijsbroeck, daer sij tsamen op bedeelt zijn die somma van drie ponden groten Vlaams. Ende die reste voort enen negelijcken(?) even veel. Actum als boven.

Salvo soe sullen Lijsken Bastiaen Berthen weeu met haren kijnderen ende Peter Dircxs tsamen ontfangen elcx die helft vanden wilcoer van Ariaen Gijsbertssoen Buijs ende Ariaen Dirxssoen daer vuijt gesloten. Actum ten datum als boven.

Heemra­ders Jan Zegherssz, Govaert Evertssz.

Fol. 37v

Transport op datum: 18-4-1570.

Verkoper: Meester Mathijs Otgens.

Koper: Rijck Emmen.

Betreft verkoop (met een verlije) van: Een vierendeel in een wer lants gelegen in Cleijs Janssz lant ombedeelt.

Belend             noord: Halve Kae.

                        zuid: Dongha.

                        oost: Jan Cornelisz cum suis.

                        west: Lenaert Huijbrechts.

Koopsom: niet genoemd.

Ende steldt Mathijs Otgens voorscreven Rijck Emmen voorscreven tot ene singulieren waerborch een gaerde lants in neghen geren in Cleijs Janssoens lant tot vijftich Karolus guldens toe.

Fol. 37v.

Transport op datum: 18-4-1570.

Verkoper: Dierick Ariaenssoen Rover.

Kopers: Brievinck Huijbrechtssoen en Cornelis Diericxz te samen.

Betreft verkoop van: Een stuk lants gelegen in Engelant.

Belend             noord: Halve sloot aan Gijsbrecht Henricxssz kooltuijn.

                        zuid: Halve Gat.

                        oost: Gijsbrecht Henricxz.

                        west: Gijsbrecht Henricxz.

Op 30-6-1574 heeft Brievinck Huijbrechtss zijn deel verkocht aan Cornelis Diericxz.

Koopsom: niet genoemd.

Fol. 38v.

Transport op datum: 18-4-1570.

Verkoper: Ariaen Peterssoon Raessen.

Koper: Em Cleijs Janssz.

Betreft verkoop van: Een half stuck lants gelegen int Rijsbroeck. Cloosterschijns komt tot last van de koper.

Belend             noord: Rijsbroecxssen weg.

                        zuid: Dongha (en Ariaen Meussz? niet duidelijk)

                        oost: Jan Meeusz

                        west: (vermoedelijk:) Ariaen Meeus.

Koopsom: niet genoemd.

Michiel Willemssz gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Peter Peterssoen van Noij ende Andries Lambertssz ende Cornelis Aert Peterssz van Noeij die selve personen vervanghende, die helft van een stuck gelegen in Henrick Luijen Ambacht, streckende vanden halver heij af ende van die acker af aent noorden eijnde streckende zuijdtwaert op ter halver ouder vaert tot Willem Michielssz oostwaert ende Henrick Ariaen Janssoen Staessz wer cum suis westwaert. Actum anno et die (=jaar en dag) als boven ende heemraders als boven ende oock te vrijen ende te waren.

Fol. 38v.

Desen xxxen maij anno xvC ende Lxx compareerden voor schout ende heemraders van Raemsdonck Joachim Aertssoen ende heeft ontfangen van Beris Cornelissoen, die somme van sevendalff pondt groten Vlaems. Ende sal Beris Cornelissoen voorscreven daer vooren bruijcken een schaer weijens in die acker, te weten int Breet Wer geduerende ter tijdt ende wijle toe voor Joachim Aertsz voorscreven, Beris Cornelissz voorscreven sijn penningen ofte die selve sevendalff ponden Vlaems voorscreven wederom restitueert. Sonder arch ofte list, actum ten datum als boven. Heemraders Bartelmeus Ariaenssz, Ariaen Aerts Schouten.

Ende is voorwaerde ende wel ondersproken als dat Joachim Aertssz voorscreven Beris Cornelissoen voorscreven altijt op segghen … Sinte Peter ad cathedra te vooren als hij hem sijn penningen voorscreven wel restitueren.

(bovenstaande acte is doorgehaald, kennelijk bij terugbetaling)

Fol. 39r.

            Ariaen Jan Andriessoon.

Ariaen Jan Andriessoon, oudt omtrent xxix jaeren heeft hem selven overgegeven met sijnen vrijen eijghen wille voor schoudt ende heemraders alsdat alsulcken achtergelaten leengoeden als Jan Andriessoon sijn vader zaliger achtergelaten heeft altoes sullen succederen erfven ende besterven hoe wel die voorscreven goeden die selve Ariaen Janssoen voor hem soude moghen houden, heeft die selve Ariaen Janssoen over gegeven voor schoudt ende heemraders dat die selve goeden sijn susters ende broeders altijdt mede deelen sullen half ende half, gelijck ander haefdelinghe goeden nae den zuijthollantschen recht, aengesien soe die vader die voorscreven goeden eertijdts gecoft hadde.

Actum den xxven aprilis anno xvC ende Lxx nae Paesschen.

Heemraders Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegherssoen, Ariaen Geritssoen van Boemel.

Fol. 39v.

            Wouter Heijs die voochdije rechtelijcken aengenomen van Michiel Aertssoen weeskijnderen.

Desen xjen junij anno xvC ende Lxx compareerden voor schoudt ende heemraders tot Raemsdonck Wouter Janssoen die Wit die men noempt Wouter Heijs ende heeft rechtelijcken aengenomen die voochdije op sijnen eedt van Michiel Aertssoon’s weeskijnderen te regeren ende die goeden te emploijeren in alles te doen, gelijck sijn eijghen te verhuijren ende inbueren ende alle schuldt ende alle onschuldt te ontfangen ende te betalen, soo wel in haeve ende als erfve. In alles te doen gelijck een goet voicht schuldich is te doen, onder conditie dat men den selven Wouter Heijs altijdt leveren sal zeeckere inventaris van allen goeden, haeve ende erfve, daer na hem die voicht nae sal moghen reguleren onder conditie dat die voorscreven voicht altijdt gehouden sal wesen den schoudt ende heemraders als oppervoichden. In presentie den vader vanden kijnderen tot haren vermaen reckeninge te doen ende reliqua van sijnder administratie.

(bovenstaande acte is doorgehaald, terwijl in de kantlijn driemaal het woord “vacat” staat).

Fol. 40r.

            Aenneminghe Michiel Aertssoen sijn kijnderen, den xijen junij anno xvC ende Lxx.

Desen xijen junij anno xvC ende Lxx soo heeft Michiel Aertssoen rechtelijkcen aengenomen sijn mondighe ende onmondighen kijnderen te onderhouden in eten, drincken, in cleden ende reden soe hij daer eer af hebben wille ter tijdt ende ter wijlen toe, voor dat joncxste, dat nu inden winter naestcomende ses jaeren oudt worden sal, tot sijnen sesthien jaeren toe. Ende hiervooren sal Michiel Aertssoon voorscreven hebben ende behouden alle die goeden, have ende erfve, imboel ende alle samen datter nu is. Salve als dat joncxte kijndt voorscreven soe oudt is als voorscreven is, soo sal Michiel Aertssoen voorscreven sijnen kijnderen alsdan vuijtreijcken elcken kijndt voor sijn hooff die somme van hondert Karolus guldens teijnde den voorscreven.

Salvo is wel geconditioneert ende ondersproken oft gebuerde dat enijghe meijssen ofte kijnderen voorscreven huwelijck deden binnen dijen middelen tijden soe sal die vader den kijnderen voorscreven binnen jaers vuijtreijcken elcken sijnen portie oft sijn hondert Karolus guldens als voorscreven is oft goet daer vooren bewijsen soo schoudt ende heemraedt ende bij vrienden ende maghen dat schicken sullen ende werderen. Ende sal Michiel Aertssoen voorscreven betalen schuldt ende onschuldt ende ontfangen ende bueren incomende.

Sonder arch oft list. Actum den xijen junij anno xvC ende Lxx. In presentie heemra­ders Bartelmeus Ariaenssoen mij gesworen clerck present Joh. Peters.

Bij mij Bertolomeus Ariaenssoens scrift(?)

Ende altijt met een boete Michiel Ariaenssoen ende sijn kijnderen quijten ende vrij.

Fol. 40v.

Transport op datum: 30-6-1570.

Verkoper: Jan Peterssz, Schoudt, als voicht van Peter Janss, sijns soons kijnder weghen.

Koper: Ariaen Thonissz.

Betreft verkoop (met verlije) van: half huijs metten erfve.

Belend             noord: totten weijlant toe gelijck den cooltuijn nu staat.

                        zuid: Pastorije.

                        oost: Willem Henrick Buijssz.

                        west: Mathijs Huijmansz.

Koopsom: niet genoemd.

Fol. 41r.

Desen ijen julij anno xvC ende Lxx compareerden voor schoudt ende heemraders van Raemsdonck, Joachim Aertssz ende heeft gelost ene rentbrief van drie Karolus guldens tsiaers, staende op half die stede daer Joachim Aertssz voorscreven nu ter tijt op woont, te weten die oostzijde, nae inhoudt dat oude protocolle daer van sijnde ende Aerdt Janssoen die Scherder sijn vader eertijdts anno xvC ende xxxiij den xen dach meijs geset heeft ene genaemt Jan die Beijser Thomassoen, inhoudende te lossen den penninck xiiij met gevalueert geldt. Welcken brief Joachim Aertssoen voorscreven geloeft heeft te lossen op schat aen geldt oft vierschat aen pant. Ende alsoe den brief nu ter tijdt nijet te vijnden en is ende schoudt ende heemraders nochtans binnen jaers gesien hebben, dan staat Jan Zeghers borghe voor als sijn eijghen goet nu ende soe langhe voor hij sijne eijghen brief heeft. Ende belooft Thijsken Cornelis Evertssoen dochter met haeren gecoren voicht Henrick Sijmonssoen schadeloes te houden, nu ende ten ewijghen daghen voor haerder alder naecomelingen. Sonder arch ofte list, actum als boven. Heemraders Jan Zegerssoen, Ariaen Aertssoen Schouten, Ariaen Geritssoen van Boemel ende mij present, Johan Peters.

Fol. 41v.

Desen xjen octobris anno xvC ende Lxx compareerden voor heemraders van Raems­donck, ondergeschreven Jan Jacobsz Schoudt van Raemsdonck ende heeft gegundt, gegeven ende gemaeckt in puerder aelmoessen vuijt echter liefden om Gods wille Jutta Laurenss Huijgen dochter van Cappel een half gesete, staende tot Cappel. Daer gelegen aen die westzijde Lenaert Ariaenssz Custer ende Ariaen Thonissz Rover ende aen die oestzijde heer Anthonis, pastoor tot Cappel. Ende dit al om alsulcken goedwillighen dienst hem daertoe moverende die sij hem gedaen heeft. Ende is geschiet gaende ende staende op ‘sHeren straet, sijn vijf sinnen welgebruijckende alst bleeck ende schij was. Ende desgelijx heeft Jutta Laurenss Huijgen dochter wederom gegundt en gemaeckt haere man die rouwaer gelegen in Henrick Luijen Ambacht, soe groot ende cleijn als die gecomen is van die erfgenamen van Peter die Bosscher, sijnen vrijen eijghen wille daer mede te doen sonder ijemants teghenseghen. Sonder fraude off bedroch, actum als boven in presentie heemraders Ariaen Peter Schoemakers ende Ariaen Aertssoen Schouten. Ende mij present ende Gert Pluijm Geerloffz Colfdrager van die hoghe vierschaer van Zuijthollant.

Fol. 42r.

            Erfdelinge aengebrocht die wedue metten erfgenamen van Jan Cornelissz int Broeck den xvijen octobris anno xvC ende Lxx.

Inden eersten Mariken die wedue geloot ende geerfdeelt op die heijninge vanden Achterdijck tot die Achterstraet toe metten eersten block int leech lant tot dat ander block half toe ende op die Oorde daer teijnden aen gelegen. Ende noch op dat lant streckende van den acker zuijtwaert op tot des Heijligs Gheest lant toe. Noch op dat bosken, streckende van den halven dwarsloot af tot die straet toe. Noch die selfve geloot ende geerfdeelt op half die stede, te weten die oostzijde metten halven dijck te onderhouden.

Nu Thonis Janssz geloot ende geerfdeelt op die ander helft vander stede, te weten die westzijde.

Nu Frans Sijmonsz geloot ende geerfdeelt opten Hanck metten acker op die Santschel.

Hiertegen Anneken Jans ende Merken Jansdochteren te samen geloot ende geerfdeelt op anderhalf block lants vander Kae af aent zuijden eijnde, streckende noortwaert op totter moeder erfve toe met noch een oordeken genaempt Neelen oorde.

Nu Neeltghen Janszdochter geloot ende geerfdeelt opten acker met Bastiaen Berthen bedeelt op die westzijde.

Ende is voorwaerde ende wel ondersproken dat parthijen altijdt malcanderen sullen steghen ende weghen ende onderhouden allen gebuerlijcken rechten.

Ende is oock voorwaerde ende wel ondersproken dat Mariken die wedue sal behouden allen die haeffelijcken goeden, het sij in paerden, beesten, imboel, allet datter in huijs ende betalen weder schuldt, onschuldt.

Aldus aengebrocht ten datum voorscreven ende verpeijnt aen tsheren hant op een boete van thien gouden realen goet van gout, swaer van gewicht, te gaan naer peijnen recht. Heemraders Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegherssz, Ariaen Aertssz.

Fol. 42v.

Transport op datum: 28-11-1570.

Verkoper: Mathijs Huijmanssz.

Koper: Ariaen Denissz

Betreft verkoop van: een acker zaijlants.

Belend             noord: Rosmolen.

                        zuid: Eersten dwarsloot over den Diefdijck

                        oost: Ariaen Ariaen Diricxz.

                        west: Wedue ofte erfgenamen van Ariaen Janssz van Gils.

Koopsom: niet genoemd.

Fol. 43r.

Transport op datum: 12-12-1570.

Verkoper: Anthonis Huijbrechtssz als gerechte bestorven voicht van Ariaen Willem Huijbrechtssz, sijns bruers zoone.

Koper: Anthonis Ariaen Peter Aerts.

Betreft verkoop van: Een eijnde rietlants ofte grindlants, gelegen opt Veer.

Belend             noord: Dongha.

                        zuid: Vas Peterssz(?) erve.

                        oost: Anthonis Ariaenssz voorscreven selver met sijnen erfve.

                        west: Gerit Janssz met sijnen erfve.

Koopsom: niet genoemd.

Fol. 43v.

Transport op datum: 30-12-1570.

Verkoper: Franssz Sijmonssz.

Koper: Peter Dircxssz.

Betreft verkoop van: Een stuckxen lants datmen noempt den Hange.

Belend             noord: Halve Achterstraet

                        zuid: Dwarsloot daer die schuijten door varen.

                        oost: Heijlighen Bert Janssz wedue.

                        west: Mathijs Otghens cum suis.

Koopsom: niet genoemd.

In de kantlijn: Achtervolgende die delinge daer van zijnde in date den xvijen octobris anno xvC ende Lxx.

Fol. 44r.

            Joost Peterssz van Ghils; Anthonis Thonisz Cloostermans.

Joost Peterssz van Ghils gaf over met vrijer giften zoe recht is Anthonis Thonisz Clooster­mans die helft van enen merghen lants, gecomen van Aerdt Ariaensz, onbedeelt met Jacob Ariaenssz, wonende tot Teteringen, ombegrepen die mate. Streckende vander straeten af aent zuijden eijnde in alder manieren noortwaert op gelijck Joost Peterssz voorscreven van Aerdt Ariaenssoen ontfangen heeft, nae inhoudt den ouden register.

Ende noch voorts het stedeke int selfde wer, streckende noortwaert op soe verre als ander gebuer erfve streckt, Aentken Schouten gelegen aen die westzijde ende Ariaen Janssoen die Bont met Jan Ghijben metter gebuer dijck aen die oostzijde. Dit voorscreven lant geloofden Joost Peterssz voorscreven Anthonis Cloostermans voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daghe toe. Actum den xxxen decembris anno xvC ende Lxx.

Heemraders Ariaen Aertssz Schouten, Jan Zegerssz.

Fol. 44v.

Slechts een aanzet (één zinnetje) tot een acte op dit blad:

Cornelis Hermanssz voor hem selven ….. (?)

Fol. 45r.

            Eerfdelinge aengebrocht die erfgenamen van Jan Buijs Geritssz van Boemel.

Inden eersten Truijken Jansdochter geloot ende geerfdeelt op ses geerden lants gelegen achter Jan Zeghers met ses Karolusguldens ende vijf stuvers daer jaerlijcx vuijt gaende.

Nu Mathijs Janssz geloot ende geerfdeelt op derdalf gaerden lants int Molenweer met noch eenen rendtbrief van drie Karolusguldens ende vijf stuvers daer siaers.

Nu Neeltghen Jansdochter geloot ende geerfdeelt op ses geerden lants in Ackermans lants met thiendalven Karolusguldens daer jaerlijcx vuijt gaende. Ende moet vuijtreijcken Mathijs Janssz die somme van sesthien ponden Vlaems op vier Bamisdaghen naestcomende.

Aldus aengebrocht ende verpeijnt aen sHeren handt op peijne van drie gouden realen goet van gout, swaer van gewicht te gaen naer peijnen recht. Actum den xxiijsten januarij anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck.

Heemraders Ariaen Peter Schoemakers, Jan Zegerssz.

Op huijden desen xxen december anno 1612 soo bekenden Anneken Jans, wedue wijlen Willem Wouters dat Cornelia Jans haer suster de sesthien ponden Groten Vlaems betaelt heeft, den lesten penninck metten eersten. Present Joachims Jans, notaris ende mij Cornelis Melis, secretaris.

Fol. 45v.

Transport op datum: 25-1-1571 naeden stijl van Luijck.

Verkoper:. Peter Ariaenssz als man ende voicht van Sensken Cornelis Cornelis Jacobssz dochter.

Koper: Reijer Jacobssz Olijslager tot Dordrecht.

Betreft verkoop van: 2 gaerden lants gelegen in die Acker.

Belend             noord: halve Maes.

                        zuid: Dongha.

                        oost: Reijer Jacobs voorscreven selver int selfde wer

                        west: Marij Coppens erfgenamen cum suis.

Koopsom: niet genoemd.

Ende steldt Peter Ariaenssz voorscreven Reijer Jacobssz voorscreven tot enen onversterffer­lijc­ken waerborch een gaerde lants in Ackermans lant, ombedeelt streckende vanden Verscher straeten af aent zuijden eijnde noortwaet op ter Maesen toe.

Fol. 46r.

Transport op datum: 31-1-1571 nae den stijl van Luijck.

Verkoper: Jan Aerdt Anbosch.

Koper: Ariaen Raessen tot behoef van Grietken Raesen sijnder moeder.

Betreft verkoop van: een vierendeel in een stuck lants gelegen in Leghe Veen met Grietken Raessen ombedeelt.

Belend             noord: halve Leeghen wech en Sijmon Willem Sijmonss cum suis.

                        zuid: Ouder Dongha en Anna Goedschalcx cum suis.

                        oost:

                        west:

Koopsom: Niet genoemd.

NB: Noord en zuid grenzen worden twee keer aangegeven en oost en west niet. Vermoedelijk is hierbij een fout gemaakt. Vermoedelijk zijn eerst genoemde noord en zuidgrens correct en liggen Sijmon Willem Sijmonss cum suis en Anna Goedschalcx cum suis oost en west of omgekeerd.

Fol. 46v.

Transport op datum: 6-2-1571 nae den stijl van Luijck.

Verkoper: Aelbert Geritssz.

Koper: Beris Cornelissz

Betreft verkoop (met een verlije) van: een huijs metten erfve daer aen gelegen

Belend             noord: halve Molenpathsche straet

                        zuid: Beris Cornelissz ander erfve.

                        oost: Gebuer wech.

                        west: Ariaen Peter Schoemakers met sijne erfve.

Koopsom: niet genoemd.

Fol. 47r.

Transport op datum: 20-2-1571 naeden stijl van Luijck.

Verkoper: Pauwels Dircxssz.

Koper: Gielis Ariaenssz van Alfen.

Betreft verkoop van: een vierendeel een in stuck lants geheten den Amercandt, met Castelleijnen kijnder ende Baeltghen sijn suster ombedeelt.

Belend             noord: Ariaen Corsput vanden halven sloot.

                        zuid: halve Gat.

                        oost: Castelijnen kijnder cum suis.

                        west: Ariaen Mertenssz Scherder, Ariaen van den Corsput en Jan Joost Neelen.

Koopsom: niet genoemd.

Fol. 47v.

            Erfdelinge aengebrocht die erfgenamen van Ariaen Andriessz zaliger, den eersten martij anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck.

Inden eersten Joost Laurenssz als man ende voicht van Jenneken sijn huijsvrouwe geloot ende geerfdeelt op half die koeweij met half den schijsch (=cijns) diet convent daer op heft nae inhoudt des convents bescheijt ende Joost Laurenssz voorscreven ontfangen vanden wilcuer vanden Jan Buijssen wedue die somme van vijftich Karolus guldens nae vuijtwijsen den wilcuer. Item hierop betaelt vijftalf pondt Vlaems ende vier stuijvers. Noch hierop betaelt twee …. gulden. Item bekenden Jenniken Joost Lauwereijs huijsvrou haer vol ende al betaelt den eersten penninck metten lesten den xxvsten augusti anno 77.

Hier teghen Andries Ariaenssz kijnderen te samen geloot ende geerfdeelt op die ander helft vander koeweijen met half den schijs (=cijns) diet convent daer op heft nae inhoudt des convents bescheijt. Ende moeten die kijnder oock ontfangen vanden wilcuer voorscreven die somme van derthiendalven Karolus guldens. Ende sullen die kijnder vooraf oock hebben ende behouden een vierendeel teijnden die stede op die westzijde ombedeelt, daer Henrick Ariaenssz op bedeelt is. Streckende vanden halven Poelsloot af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter Dongha toe. Ende hiermede sijn alle oude crackelen, wilcuer ende alle andere voorleden twist ende geschillen die Andries Ariaenssz kijnderen, Henrick Ariaenssz enichsins souden moghen eijsschen alte samen doot ende te niet. Ende schelden hiermede malcanderen quijt, nu ende ten ewijghen daghen voor haerder alder naecomeling­hen.

(later bijgeschreven:) Item dese xiij Karolusguldens sijn te vollen betaelt op Onser Liever Vrouwen dach visitatie anno xvC ende Lxxij.

Fol. 48r.

Nu Henrick Ariaenssz geloot ende geerfdeelt op een half stucxken lant (in de kantlijn: gelegen met Ans Cornelissen ende Peter Ariaenss cum suis aen die westzijde), streckende vanden halven Geijlsloot aent noorden eijnde streckende zuijdtwaert op ter halver Bergensche straet toe ende voort vander halven sloot af t’eijnden den acker zuijtwaert op ter Dongha toe met dat achterste steghen ende weghen sal over Joost Danielssz acker, nu ende ten ewijghen daghen. Ende sal Henrick Ariaenssz voorscre­ven oock ontfangen vanden wilcuer van Jan Buijssen vijftich Karolus guldens.

Nu Andries Stoffelssz voor hem selven ende Jan Stoffelssz voor hem selven, Cornelis Diercxssz als man ende voicht Willemke sijnder huijsvrouwe ende Ariaen Janssz Reoel als man ende voicht van Anneken sijnder huijsvrouwe ende Staes Huijbertsz ende Cummer Huijbertssz, te samen geloot ende geerfdeelt op een vierendel teijnden die stede op die west zijde, ombedeelt. Streckende vanden halven Poelsloot af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter Dongha toe.

Noch die selve geloot ende geerfdeelt op een half stucxken lants (in de kantlijn: gelegen met Ans Cornelissen ende Peter Ariaenss cum suis aen die westzijde), streckende vanden halven Geijlsloot aent noorden eijnde streckende zuijdtwaert op ter halver Bergensche straet toe ende voort vander halven sloot af t’eijnden den acker zuijtwaert op ter Dongha toe met steginge ende weginge sal over Joost Danielssz acker, nu ende ten ewijghen daghen. Ende sullen parthijen oock ontfangen vanden wilcuer vander weduen van Jan Buijssen der­thiendtschedalve Ka­rolus guldens.

Item die xiij Karolus guldens zijn ten vollen betaelt.

Fol. 48v.

Ende is noch geconditioneert ende ondersproken soe wat den wilcuer meer beloopt den vierdalf hondert Karolus guldens, te weten veerthien Karolus guldens sal gaen in die gemeen schuldt.

In de kantlijn: Item die xiiij Karolus guldens in die gemeen schuldt sijn ten vollen betaelt.

Ende blijven die grintbeddekens die gelegen zijn teijnden Jennekens huwelijcx ombedeelt.

Aldus aengebrocht opten eersten dach van maert anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck. In presentie Ariaen Peter Schoenmakers ende Meus Ariaenssz als heemraders ende Jan Mathijssoen, daertoe geroepen ende versocht.

Ende beloven Henrick Ariaenssz, Joost Laureijssoen, Cornelis Dircxssz, Ariaen Janssz Reoel, Andries Stoffelssz, Jan Stoffelssz, Staes Huijbertssz ende Commer Huijbertssz, die wedue ende malkanderen te helpen ende schadeloes te houden als dat convent van Sinte Katherijnen Dale ten Berghe, heffende is van alsulcken twee rijnsguldens tsiaers die welcke staen opten westen cant op Aleijden Metten kijnderen lant.

Fol. 49r.

            Erfdelinge aengebrocht Huijbert Staessen ende sijnder huijsvrouwen kijnderen.

Inden eersten Huijbert Staessen geloot ende geerfdeelt op die stede streckende van Ariaen Sconincx erfve af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op tot Brievinck Huijbrechtssz erfve toe. Salvo moet Huijbert Staessen den erfgenamen vuijt reijcken die somma van twalef ponden groten Vlaems op twe Bamissen naestcomende.

Hier teghen die erfgenamen geloot ende geerfdeelt opt lant in die Donghe soe groet ende cleijn als Huijbert Staessen met sijn huijsvrouwe dat gebruijckt ende beseten hebben, te weten bij name Andries Stoffelssz, Jan Stoffelssz, Cornelis Diercxssz, Ariaen Janssen Reoel, Staes Huijbertssz, Cummer Huijbertssz. Ende is voorwaerde soe wat renten elck op sijn goet staet sal een ijegelijck aen hem houden, het sij los off erfve, nae inhoudt dat bescheijt maer sullent malcanderen helpen vrijen tot desen daghe toe. Actum den eersten dach van maert anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck. Heemraders Ariaen Peter Schoemakers, Bertelmeus Ariaenssz.

Fol. 49v

Transport op datum: 6-3-1571 naeden stijl van Luijck.

Verkoper: Ariaen Jan Andriessoen.

Koper: Jan Janssz.

Betreft verkoop (met ene verlije) van: Een stuck lants gelegen in die Oorde soe groot ende cleijn alst Jan Andriessoen, sijn vader, eertijds van Huijman Janssz gecoft.

Belend             noord: halve Kae.

                        zuid: Dongha.

                        oost: Bert Janssz erfgenamen

                        west: Kerck van Raemsdonck erfve.

Koopsom: niet genoemd.

Fol. 50 r.

            Mariken wedue wijlen Jan Stehouwers; Jan Cornelis Ghijben.

Mariken wedue wijlen Jan Ariaen Stehouwers met haeren gecoren voicht die haer metten recht gegeven was gaf over met vrijer giften zoe recht is Jan Cornelis Ghijben een vierendeel in een stuck lants gelegen in Engelant geheten dat Loecklant int half wer opten oosten candt ombedeelt. Streckende van Ghijsbert Henricxssz erve af aent zuijden eijnde, streckende noortwaert op ter halver Brandtwateringen toe. Jan Henricxssz Schuerman ende Peter Ariaen Meussz cum suis gelegen aen die westzijde ende Ghijsbert Henricxssz met meer ander gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven landt geloefden Mariken die wedue met haeren gecoren voicht voorscreven Jan Cornelissz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen teghenwordig­hen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xe martij anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck. Heemraeders Ariaen Peter Schoemakers, Ariaen Aertssz Schouten.

Fol. 50 v.

Gerit Jan Zeeben als man ende voicht van Mariken Bastiaens sijnder huijsvrou­wen voor hem selven ende Jan Jan Cleijssz als gerechten bestorven voicht van Ariaen Matheussz weeskijnderen, bij namen Matheus Ariaenssz, Jan Ariaenssz, Ariaen Arienssz de jongsthen gaven te samen over met vrijer ghiften behalven cloosters schijns sijns rechts, Govaert Willemssz, omtrent een merghen lants luttel min oft meer gelegen int Rijsbroeck. Daer gelegen is Jan Meussz ende Willem Govaertssz van dese twe bloocxkens aen beijde eijnden. Gijsbert Peter Jan Lemmens met sijne erfve gelegen aen die oostzijde ende Em Cleijs Janssz cum suis gelegen aen die westzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden comparan­ten voornoemt Govaert Willemssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen teghenwordighen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xvije dach van maert anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck.

Opten selven jaer ende dach heeft Govaert Willemssz dit selven goet rechtelijc­ken over gegeven met vrijer giften zoe recht is Jan Meussoen op Steenoven in alder forme ende manieren als voorscreven is. Heemraeders Ariaen Peter Schoemakers, Jan Zegherssz.

Fol. 51 r.

            Bartelmeus Willemssz; Roelof Ariaenssoen.

Bartelmeus Willemssz als gemachtich van Peter Aertssz blijckende bij zeeckere procuratie van schepenen van Sinte Geertuidenberghe die wij schoudt ende heemrae­ders gesien ende hebben horen lesen gaf over met vrijer giften zoe recht is Roelof Arienssz een stucxken lants gelegen inden Leghen Wech op die gheren. Streckende van Baeijen Mathijssz erfve af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op tot Dinghen Jan Clauwen ende Thonis Goessens cum suis erfve toe. Den Leghen Wech aen die westzijde ende Jan Peterssz Knapen met meer ander oostwaert. Ende dit voorscreven lant geloefden Bartelmeus Ariaenssz voorscreven Roelof Ariaenssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Actum den xxsten dach van maert anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck. Heemraeders ….. (? mij niet bekende afkorting, met vermoedelijke betekenis: “als voor” of iets dergelijks; GAvS).

Fol. 51 v.

            Aerdt Claessz van Beeck; Wouter Willemssz.

Wouter Willem Wouterssz gaf over met vrijer giften zoe recht is Ardt Claessz van Beeck een stuck lants gelegen int Leghe Veen. Streckende vander halver kreecken af aent noorden eijnde, streckende zuijtwaert op ter ouder Dongha toe. Cornelis Hermanssz geleghen aen die oost zijde ende Gerit Janssz met sijnen erfve gelegen aen die westzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Wouter Willemssoen voorscreven Aerdt Claessz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xxsten martij anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck. Heemraeders Ariaen Peter Schoemakers, Ariaen Geritssz van Boemel.

            Aerdt Claessz van Beeck; Cornelis Janssoen de Wit.

Aerdt Claessz van Beeck gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Cornelis Janssz de Wit die helft van xxiiij gaerden lants gelegen ombedeelt int Leegh Veen. Streckende vanden halver kreecken af aent noorden eijnde, streckende zuijtwaert op ter ouder Dongha toe. Cornelis Hermanssz gelegen aen die oostzijde ende Gerit Janssz aen die westzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Aerdt Claessoen voorscreven Cornelis Janssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum als boven. Heemraeders als boven.

Fol. 52 r.

            Peter Meussoen; Ariaen Janssoen Reool.

Peter Meussoen gaf over met enen verlije zoe recht is Ariaen Janssoen Reool een huijsinge metten erve daer aen gelegen. Streckende vanden halven Poelsloot af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op tot Aenken Cleijs Emmen toe metter steghen. Marij Heijn Buijssen weu gelegen aen die westzijde en Ariaen Sconincx met Huijbert Staessen gelegen aen die oostzijde. Ende dese voorscreven huijsinge metten erfve geloefden Peter Meussoen voorscreven Ariaen Janssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xxsten martij anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck. Heemraeders Ariaen Peter Schoemakers ende Ariaen Geritssz van Boemel.

Fol. 52 v.

            Erfdelinge aengebrocht die erfgenamen van Truijken Ackermans zaligher den xxsten martij anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck.

Inden eersten Gijsbert Zegherssz geloot ende geërfdeelt op twe gaerden lants in Ackermans lants opten westen candt. Streckende vanden halven Geijlsloot af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halven Maesen toe.

Nu Mariken Jacobsdochter int selve lant daer naest geloot ende geërfdeelt op twe gaerden lants naest Gijsbert Zegherssoen. Streckende als boven.

Nu Wouter Heijs daer naest geloot ende geërfdeelt int selfde lant te weten opten oosten candt. Streckende als boven. Ende sullen dese drie clusten te samen slooten ende heijnen ende gebruijcken den houtwasche ende elck sijn derdendeel. Ende is voorwaerde oft parthijen nijet en mochten accorderen int ackerlant, dat een ijegelijck sijn derdendeel gebruijcken sal van die ooste vore tot die westen toe. Actum als boven. Heemraeders Ariaen Peter Schoemakers, Ariaen Geritssz van Boemel.

Anneken Cornelisdochter heeft geconstitueert ende machtich gemaeckt Brievinck Huijberts­soen haer schaden te schutten, haer baet(?) te wachten tot … kenlijke wedersegghen. Heemraeders als boven.

Fol. 53 r.

Peter Ariaenssz ende Wouter Heijs elck als man ende voicht van sijnder huijsvrouwen gaven over met vrijer ghiften zoe recht is Dierck Ariaen Gheritssz elck sijn portie ende gerechticheijt soe groot ende cleijn als elck bestorven is in Truijken Ackermans stede. Streckende vanden halven Geijlsloot af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totter halver Bergensche straet. Metken Zeghers cum suis gelegen aen die oostzijde ende Frans Clauwaerts gelegen aen die westzijde. Ende dit voorscreven goet geloefden comparanten voornoemt Dierck Ariaenssz te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xxsten martij anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck. Heemraeders Ariaen Peter Schoemakers, Ariaen Geritssz van Boemel.

            Dierck Ariaenssoen; Jan Claessz van Alffen.

Dierck Ariaenssz de Rover gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Jan Claessz wonende tot Alffhen een stuck lants gelegen in Engelant. Streckende vander halven Brandtwate­ringen aff aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totten halven sloot toe teijnden Gijsbert Henricxssz voorscreven cooltuijn. Gijsbert Henricxssz voorscreven met sijnen erfve gelegen aen beijden zijden. Ende dit voorscreven lant geloefden Dierck Ariaenssz voorscreven Jas Claessz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen teghenwoordig­hen daghe toe voor haerder beijder naecomelingen. Sonder arch oft list. Actum den derden aprilis anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck. Heemrae­ders Ariaen Peter Schoemakers ende Jan Zegherssz.

Fol. 53 v.

            Steven Aertssz; Peter Jan Lemmens.

Steven Aertssz gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Peter Jan Lemmens enen werf gelegen buijten dijcx. Streckende vander halver killen af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totten halven dwarsloot tot buijten dijcx. Dat Convents van Eemstheijn met haeren erfve gelegen aen die westzijde ende die Heijlighe Gheest van Raemsdonck met Castelleijnen kijnder met haeren erfve gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Steven Aertssz voorscreven Peter Jan Lemmens voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Actum den xxvsten aprilis anno xvC ende Lxxj naer Paesschen. Heemraeders Bartelmeus Ariaenssz, Jan Zegherssz, Ariaen Aertssz Schouten.

Fol. 54 r.

            Ariaen Aertssz Schouten als gemachtich ende voicht ende vuijten name van sijnder moeder; Cleijs Janssz ende Cornelis Melissz.

Ariaen Aertssz Schouten als gemachtich ende voicht ende vuijten name van sijnder moeder gaf over met vrijer giften zoe recht is Claes Jan Claessz ende Cornelis Melissz een stuck lants gelegen int Leghe Veen. Streckende vander halver kreecken af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Kae toe. Aentken Schouten selver met haeren erfve gelegen aen die westzijde ende Jan Zegherssz ende Joost Zegherssz met Frans Diercxssz ende met meer ander met haeren erfve gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Ariaen Aaertssz voorscreven inder qualiteit als vooren Claes Janssz ende Cornelis Melissz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xxvsten aprilis anno xvC ende Lxxj naer Paesschen. Heemraeders Bartelmeus Ariaenssz, Jan Zegherssz.

Fol. 54 v.

            Ariaen Aertssz Schouten als voicht van sijnder moeder; Cleijs Janssz ende Cornelis Melissz.

Ariaen Aertssz Schouten als voicht van sijnder moeder gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Claes Janssz ende Cornelis Melissz een stucxken lants gelegen int Leghe Veen. Streckende vander halver kreecken af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Kae toe. Jan Geritssz kijnder tot Hulten gelegen aen die oostzijde ende Thoenken Cleijs Bert Vassen wedue gelegen aen die westzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Ariaen Aaertssz voorscreven Claes Janssz ende Cornelis Melissz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Actum den xxvsten aprilis anno xvC ende Lxxj naer Paesschen. Heemrae­ders Bartelmeus Ariaenssz, Jan Zeg­herssz.

Fol. 55 r.

            Peter Janssz vanden Werck; Peter Ariaen Gerit Hermanssz.

Peter Janssz vanden Werck gaf over met vrijer giften zoe recht is Peter Ariaen Gerit Hermanssz een stucxken lants gelegen opten vaertcant. Streckende van der Kae af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op tot Dierck Ariaenssz ende Merten Diercxssz erfve toe. Mariken Jan Ariaenssz wedue met haeren erfve gelegen aen die westzijde ende Cornelia Joachim Janssz wedue met haeren erfve gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Peter Janssz vanden Werck voorscreven Peter Ariaen Gerit Hermanssz te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xxvsten aprilis anno xvC ende Lxxj naer Paes­schen. Heemraeders Bartelmeus Ariaenssz, Jan Zegherssz, Ariaen Aertssz Schouten.

Fol. 55 v.

            Dierck Ariaen Geritssz, Merten Diercxssz.

Dierck Ariaen Geritssz ende Merten Diercxssz gaven over met vrijer giften zoe recht is Peter Ariaen Gerit Hermanssz een stucxken lant dat men noempt Goijkens Grindt. Streckende vanden selven Peter Ariaen Gerit Hermanssz voorscreven erfve af dat hij van Peter Janssz vanden Werck gecoft heeft. Voort zuijtwaert op tot Ariaen Lambertssz Drossaerts erfve toe. Marten Jan An­driesssoen gelegen aen die westzijde ende Cornelis Joachims gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Dierck Ariaenssz ende Merten Diercxssz voorscreven, Peter Ariaen Gerit Hermanssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum ut supra. Heemraeders ut supra.

Fol. 56 r.

            Dierck Ariaen Geritssz, Merten Diercxssz.

Dierck Ariaen Geritssz ende Merten Diercxssz gaven te samen over met enen verlije zoe recht is Ariaen Wouterssz Sprangers een vierendeel in een stuck lants gelegen in die Oorde daer Rijck Emmen die helft in heeft dat hij van Mathijs Otghens gecoft heeft. Streckende vanden Kae af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter ouder Dongha toe. Lenaert Huijben gelegen aen die westzijde ende Jan Cornelissz erfgenamen gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Dierck Ariaenssz ende Merten Diercxssz voorscreven Ariaen Wouter Sprangers voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Actum als boven ende heemraeders als boven.

Fol. 56 v.

            Die erfgenamen van Ariaen Andriessz; Joost Danielssz.

Henrick Ariaenssz voor hem selven, Andries Stoffelssz voor hem selven, Jan Stoffelssz voor hem selven, Staes Huijbertssz voor hem selven, vervangende Commer Huijbertssz sijnen broeder, Cornelis Diercxssz als man ende voicht van Willemken sijnen huijsvrouwen. Ariaen Janssz Reool als man ende voicht van Aentken sijnder huijsvrouwen gaven gesamenderhandt over met vrijer ghiften zoe recht is Joost Danielssz haer portie in een stuck lants gelegen inden ambacht van Raemsdonck. Streckende vanden halven Geijlsloot af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totten selven Joost Danielssz voorscreven erfve toe ende voort vanden selven Joost Danielssz voorscreven erfve ofte acker af voort zuijtwaert op ter halver kreecken toe. Thoen Wouters int selve lant oost ende Jan Geritssz van Boemel west. Ende binnen dijcx Ans Cornelissz ende Peter Ariaenssz int selve lant oost ende Jan Mathijssz westwaert. Ende dit voorscre­ven lant geloefden comparanten voornoempt Joost Danielssz voorscre­ven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den vierden meijs anno xvC ende Lxxj naer Paesschen. Heemrae­ders Ariaen Peter Schoemakers ende Jan Zegherssz.

Fol. 57 r.

            Vonnisse teghen dat Molenwer

Desen lesten meij anno xvC ende Lxxj isser gewesen voor recht opten lesten schaudach vuijten aendringhe van Ariaen Janssz de Bont ende Andries Ariaenssz als dat die parthijen teghen dat Molenwer te weten Jan Geritssz ende Ffrans Clauwertssz ende Huijbert Berthen met sijnen consorten te weten dat half wer opten westen candt dat sij den sloot opgraven sullen ende die parthijen daer teghen een kuijc (? kan ook “knijc” zijn) tuijnken op houden sullen nu ende ten ewijghen daghen oft bij gebreck van dijen dat die parthijen deen teghen den anderen weerheijn winnen sullen als recht is. Actum als boven. Heemraeders Ariaen Peter Schoemakers, Bartelmeus Ariaenssz, Jan Zegherssz, Ariaen Aertssz Schouten, Ariaen Geritssz van Boemel ende Govaert Evertssz mij present.

Fol. 57 v.

            Anthonia wedue wijlen Wouter Mathijssz met haeren sommighen erfgenamen.

Anthonia wedue wijlen Wouter Mathijssz met Wijt Wouters haeren gecoren voicht die haer metten recht gegeven was gaf over met enen vrijer ghiften zoe recht is, bij consent vanden schoudt oft dit goet onvrij waer gheeft die schoudt den parthijen nu toe, Ans Cornelissz ende Peter Ariaen Meussz te samen seven gaerden lants ende een half vierendeel gelegen met Ariaen Andriessz erfgenamen int half wer opten oosten candt ombedeelt. Streckende vander halver Bergenscher straet aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Veerscher straet toe. Met alle gebuerlijcke rechten te onderhouden. Ariaen Andriessz erfgenamen gelegen aen die westzijde ende Jan Zeghers gelegen gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Anthonia wedue voorscreven Ans Cornelissz ende Peter Ariaenssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den viije junij anno xvC ende Lxxj.

Heemraeders Ariaen Peter Schoema­kers, Jan Zegherssz.

Eodem anno et die compareerden Wijt Wouters voor hem selven ende Grietken Woutersdoch­ter met Wijt Wouters haeren gecoren voicht haer metten recht gegeven, Mathijs Wouterssz voor hem selven, gaven oeck gesamenderhandt ende elcx een voor hem selven over met vrijer giften zoe recht Ans Cornelissz ende Peter Ariaen Meussz elck een achtendeel in seven gaerden lants ende een half vierendeel gelegen met Ariaen Andriessz erfgenamen int half wer opten oosten candt ombedeelt oft soo groot ende cleijn als sij comparanten daer in gerecht zijn. Streckende ende eggende ende ruggende als boven ende te vrijen ende te waren als boven. In welcke seven gaerden lants ende een half vierendeel Ans Cornelissz ende Peter Ariaen Meussz voorscreven elck haer portie ende aenbedeelt in hebben soo veel als die ander te weten elcx oeck een achtendeel.

Fol. 58 r.

Ende is oeck voorwaerde ende wel ondersprocken als dat Ans Cornelissz ende Peter Ariaen Meussz voorscreven lossen ende aflegghen sullen ende op eijghen goet setten goet setten sullen te weten Baijen Janssz in porta een losrent nae inhoudt ‘sbrieffs van twe philips guldens tsiaers ende die wedue ofte erfgenamen van Jan Cornelissz borghemeester enen brief van vijf karolus guldens tsiaers te los nae inhoudt ‘sbrieffs te weten tussen dit ende Bamis naestco­mende die parthijen portie die overgeven hebben ende die ontfanghers mede haer eijghen portie elck nae advenant sijn achtendeelt. Actum ten datum als boven. Heemraeders als boven.

Fol. 58 v.

            Die erfgenamen van Ariaen Ariaenssz Knaepen; Ariaen Janssz van Ghils.

Jan Mathijssz voor hem selven, Mariken Ariaenssen voor haer selven met gecoren voicht, Willem Vranck Willemssz als man ende voicht van Aentghen Ariaensdochter sijnder huijsvrouwen, Peter Ariaenssz als man ende voicht van Lijnken Ariaensdochter sijnder huijsvrouwen, gaven gesamenderhandt over ende elck bijsunder met enen verlije zoe recht is Ariaen Janssz van Ghils een huijsinge metten erfve daer gelegen. Streckende van Bartelmeus Ariaenssz erfve af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totten halven Hangc toe. Ariaen Ariaenssz Castelleijnen met sijnen erfve gelegen aen die westzijde ende Michiel Ariaenssz Conicx met sijnen erfve aen die oostzijde. Met twe karolus guldens losrenten nae inhoudt ‘sbrieffs daer jaerlijcx vuijtgaende die de coper aen hem selven houden moet. Ende noch xx stuvers tsiaers erfrenten die de coepman oeck aen hem selven houden moet. Ende geloefden comparanten voornoemt Ariaen Janssz voornoemt te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe te weten dese huisinge metten erfve voorscreven. Actum den eersten septembris anno xvC ende Lxxj.

Heemraeders Ariaen Peter Schoemakers ende Govaert Evertssz.

Opten selven dach voorscreven hebben comparanten voornoemt over gegeven Baeijen Mathijssz met vrijer giften zoe recht is Baeijen Mathijssz een half wer lants. Streckende vanden halven Geijlsloot af aen noorden eijnde zuijtwaert op totten halven Broecxssen toe. Gijsbert Zegherssz met sijnen erfve gelegen aen die oostzijde int selfde lant ende Zegher Gijben erfgenamen gelegen aen die westzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden comparanten voornoemt Baeijen Mathijssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Actum als boven. Heemraeders als boven.

Fol. 59 r.

Desen eersten septembris anno xvC ende Lxxj soe heeft Ariaen Geritssoen Molder reeckeninghe gedaen op sijnen eedt soe recht is van Gijsbert Zegherssz weeskijnderen, in presentie van Gijsbert Zegherssz als vader vanden kijnderen ende schoudt ende heemraeders als oppervoichden, al af gereeckent summa soe renunchijeert Ariaen Geritssz vanden voichdijen ende accordeert den ontfanck ende vuijtgheef deen teghen den anderen ende coemt Ariaen Geritssz aen die kijnder te cort die somme van ses karolus guldens die hij sal moghen vereecke­nen aen die schulden als die den kijnder schuldich zijn. Actum als boven. Heemraeders als boven.

Anthonia wedue wijlen Wouter Mathijssz met Jan Mathijssz haeren gecoren voicht die haer metten recht gegeven was, gaf over met vrijer giften zoe recht is Govaert Sijmon Joost Wouters tot Donghen veerthien gaerden lants ende een vierendel gelegen int Leghe Veen te weten het gerechte half wer opten oosten candt. Streckende vander halver kreecken af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Dongha toe. Ariaen Andriessz erfgenamen gelegen aen die westzijde ende Jan Meussz ende Bartelmeus Ariaenssz cum suis aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Anthonia voorscreven met haeren voicht voorscreven Govaert Sijmonssz te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Ende heeft Jan Jacobssz die schoudt nu ter tijdt geconsenteert datmen dat met vrijer ghiften over geven mach oft daer wat op stont nu nijet wetende ende sal nochtans tsomer gelost worden. Ende is Govaert Sijmonssz nu oeck daerinne te vreden. Sonder arch oft list. Actum den ije octobris anno xvC ende Lxxj.

Heemraeders Ariaen Geritssz van Boemel ende Govaert Evertssz.

Fol. 59 v.

Desen xxxe octobris anno xvC ende Lxxj compareerden voor schoudt ende heemraedt tot Raemsdonck Ariaen Bernieren ende heeft geloeft Thomas Dirkssz schadeloes te houden van alsulcken lant als Thomas Gielissz van hem gecoft heeft ter summa tot van xviij ponden vlaems nu ende ten ewijghen daghen. Actum den xxxe octobris anno xvC ende Lxxj.

Heemraeders Bartelmeus Ariaenssz, Ariaen Aertssz Schouten, Ariaen Geritssz van Boemel.

            Ariaen Peter Raessz; Gerit Janssz.

Ariaen Peter Raessen gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Gerit Janssz een gaerde lants ende een half gaerde ende een derdedeel in een half gaerde lants gelegen in Clauwaerts wer plach te wesen. Streckende vander Dongha af aent zuijden eijnde, noortwaert op ter halver Maesen toe. Het welcke is Cornelis sijns bruers paert ende deel die vuijten lande is oft overleden. Daer gelegen Reijer Jacobssz Olijslager aen die westzijde ende Ariaen Ariaenssz Castelleijnen kijnder cum suis ende Mariken Jan Andriessoen cum suis buijten aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Ariaen Peterssz voorscreven Gerit Janssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xxxe octobris anno xvC ende Lxxj.

Heemrae­ders Ariaen Aertssz Schouten ende Govaert Evertssz.

Fol. 60 r.

Desen lesten octobris compareerden, voor twee heemraeders te weten Jan Zegherssz ende Ariaen Geritssz van Boemel, Ariaen Janszz de Bont ende heeft op hem genomen vier karolus guldens tsiaers vuijt enen brief van vijf karolus guldens staende op die stede die Jan Meussz gecoft heeft van die erfgenamen van Mathijs Ariaenssz. Daer geloeft Ariaen Janssz de Bont voorscreven Jan Meussz schadeloos af te houden van nu voortaen nu ende ten ewijghen daghen ende den vijften karolus guldens houdt Jan Meussz op sijn goet aen hem selven. Welcke vijf karolus guldens jaerlijcx heffende is Dinghen inden Bock oft een van haeren kijnderen. Sonder arch oft list. Actum den lesten octobris anno xvC ende Lxxj. Heemraeders Jan Zegherssz ende Ariaen Geritssz van Boemel.

            Die erfgenamen van Jan Cornelissz; Jan Meussz Hovenaer.

Desen derden novembris anno xvC ende Lxxj compareerden voor schoudt ende heemraeders alle die erfgenamen van Jan Cornelissz bij namen Ariaen Denissz als man ende voicht van Aleijdt sijnder huijsvrouwen ende Ariaen Peterssz als man ende voicht van Neeltghen sijnder huijsvrouwen ende Mariken Jansdochter met Johan vander Molen Ariaenssz, schoudt nu ter tijdt tot Raemsdonck, haeren voicht, hebben gesamender­handt ende elcx bijsonder voor hem selven haer goeden betalingen bedanckt van Jan Meussz van alsulcken huijsinge metten erfve daer aen gelegen die welcke Jan Meussz voorscreven eertijdts van hen comparanten gecoft heeft. Ende schelden selven daer van quijt den eersten penninck metten lesten. Actum den datum als boven. In presentie heemraeders Bartelmeus Ariaenssz, Ariaen Aertssz Schouten ende Ariaen Geritssz van Boemel ende mij present:                                                                                                      Joh. Peterss.

Fol. 60 v.

Ende bekennen wij schoudt ende heemraedt aen dander sijde gescreven dat Ariaen Peterssz alsulcken geldt als hij van Mariken Jansdochter van haeren weghen ‘tjaer voorleden ontfanck dat hij haer dat nu gerestitueert heeft ende weder gegeven metten winst. Actum als boven ende heemraeders als boven.

            Accordatie.

Desen 3e februarij anno 79 zijn metten anderen veraccordeert Henrick Janssz van Goerl ende Andries Adriaenssz als voichden ende toesienders van Peter Janssz den schoudt sijne achtergelaten kijnderen ter presentie van Peter sijnen soen als eijscher ter eenre ende Huijbrecht Janssz als man ende voicht van Truijken Joachim Aertz huijsvrouw was als verweerder ter anre zijden aengaen­de ‘tlant dwelck Joachim Aertz van Jan Petersz als voicht van sijn soens weeskijnde­ren ten anderen tijde gecoft heeft waer van Joachim Aertz een obligatie verleden had welck noch vermelden op dijer tijt den selven Joachim Aertz schuldich te wesen die somme van xxvj karolus guldens, Jan Peterss tot behoeff den voirss weeskijnderen die welcke Truijken wedue wijlen Joachim Aertz presenteerden bij haeren eedt te verclaren dat in bieren verhaelt waren meer over dan te cort zo dat Joachim Aertz, Jan Peeterss als voicht ten vollen vanden lande betaelt heeft. Ende alzo nochtans die obligatie als voiren noch een jaer te weeten xxvj karolus guldens vereijschende was ende die wedue egeen quitantie van volder betalinghe en cost geblijcken. Zo ist dat Huijbrecht Janss den wedue voirss man ende voicht nu moet betaelen aen handen van Henrick Janss van Goirl tot behoef den kijnderen voirss die somme van thien karolus guldens eens ende zijn hier mede Jan Peeterss den schout saligher sijne gehaelde bieren van Joachim Aertz gehaelt, aff gereckent ende ten vollen betaelt. Geloevende Huijbrecht Janss sijne boeck daer van sijnde deurgans ende geheel te dooden ende niemants daer meer van meester Jans weghen te molesteren in eenigher manieren. Ende zijn partijen hier mede vereffent van alle gene meester Jan ende Joachim Aertz beijde saligher gedachten metten anderen gehendelt hebben voir haer ende haeren naecomelinghen ter presentie den schout ende Meeus Ariaenss als heemraet ende mij present: Melis Cornelis.

In de kantlijn: Ter presentie van Peeter Peterss den jonghen schout diet aengaet

Die thien karolus guldens die Huijbrecht Janss die kijnderen vuijt most reijcken heeft hij betaelt aen handen van Peter Peterss den Jonghen schout sijn soen ter presentie als boven. Ende zijn daer mede alle oude crackelen doot ende te niet ende ten vollen betaelt tusschen meester Jans ende Joachim Aertz.

Fol. 61 r.

            Ariaen Thonissz, Jan Peterssz Schoudt; Joachim Aertssz.

 Ariaen Thonissz als man ende voicht van Anniken Ariaensdochter sijnder huijsvrouwen ende Jan Peterssz schoudt als gerechte bestorven voicht van Peter Janssz sijn soens weeskijnderen gaven gesamenderhandt over met enen verlije Joachim Aertssz wonende tot Sinte Geertruijdenberghe neghen gaerden lants opten westen candt bedeelt in achtien gaerden. Streckende vanden selven Ariaen Thonissz cooltuijn af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Maesen toe. Jan Mathijssz met sijnen erfve gelegen aen die westzijde ende Anneken Petersdochter met Huijbert Janssz de Bont int selfde lant gelegen aen die oostzijde. Ende dit selfde lant geloefden Ariaen Thonissz voorscreven ende Jan Peterssz schoudt voorscreven Joachim Aertssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Salve dat Joachim Aertssz voorscreven gehouden sal wesen te onderhouden alle gebuerlijcke rechten. Sonder arch oft list. Actum den xe novembris anno xvC ende Lxxj. Heemraeders Ariaen Geritssz van Boemel, Govaert Evertssz.

Item dit selfde lant heeft Joachim Aertssz over gegeven met enen verlije zoe recht is Michiel Ariaenssz Conincx tot behoef Gerit Janssz van Loon in alder manieren gelijck hij dat ontfanghen heeft. Actum den xxe martij anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck. Heemraeders Jan Mathijssoen, Ariaen Peterssz, Ariaen Aertssz Schouten, Jan Zegherssz.

Fol. 61 v.

Brievinck Huijbrechtssz voor hem selven, vervangende Cornelis Lievenssz als man ende voicht van Anneken Jansdochter daer hem Brievinck Huijbrechtssz voors sterck voor maeckt gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Dierck Ariaen Geritssz die twe gedeelten ende besterfnisse ende haer gerechticheijt soe groot ende cleijn als sij gerecht ende bestorven zijn in die huijsinge metten erfve daer Truijken Ackermans vuijt gestorven is ende sij gebruijckt ende beseten heeft bij haer leven. Streckende vanden halven Geijlsloot af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter halver Berghensche straet toe. Frans Clauwaertssz gelegen aen die westzijde ende Bartelmeus Ariaenssz met Frans Diercxssz cum suis aen die oostzijde. Ende dit voorscreven goet geloefden comparanten voornoempt Dierck Ariaenssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xiiije novembris anno xvC ende Lxxj. Heemraeders Ariaen Peter Schoemakers, Ariaen Aertssz Schouten, Ariaen Geritssz van Boemel.

Opten selven dach gaf Ariaen Willemssz zijn gerechticheijt mede over den selven Dierck Ariaen Geritssz in alder manieren als ende in alder voeghen als boven ende soo groot ende cleijn als hij van sijnder huijsvrouwen weghen daermede in gerecht is. Actum als boven ende heemraeders als boven.

Fol. 62 r.

Brievinck Huijbrechtssz voor hem selven als gemachtich van Cornelis Lievenssz als man ende voicht van Anneken Jansdochter daer hij hem sterck voor maeckt ende Ariaen Willemssz als man ende voicht van Willemken Jansdochter sijnder huijsvrouwen gaven te samen ende elck bijsonder voor hem selven over met vrijer ghiften zoe recht is Peter Zegherssz een stuck lants. Streckende vander halver Vlaeijkens straet af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totten halven Geijlsloot toe. Ffrans Clauw­aertssz gelegen aen die westzijde ende Bartelmeus Ariaenssz ende Ffrans Diercxssz cum suis aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden comparanten voornoempt Peter Zegherssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Actum als boven ende heemraeders als boven.

Fol. 62 v.

Mathijs Huijmanssz gaf over met enen verlije zoe recht is Bastiaen Aertssz een stuck lants. Streckende vander halver Veerscher straeten af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver kille toe. Bastiaen Aertssoen gelegen aen die oostzijde ende Ariaen Peter Schoemakers cum suis gelegen aen die westzijde. Met vijftalve karolus guldens daer jaerlijcx vuijtgaende te lossen nae inhoudt der briefven ende is die here te vreden met die voorleden verlijen die Mathijs Huijmanssz te vooren nijet ontfangen en heeft daer heeft die here inne geconsenteert om nijemandt daer inne begrepen te worden. Ende dit voorscre­ven lant geloefden Mathijs Huijmanssz voorscreven Bastiaen Aertssz te vrijen ende te waren naeden landtrecht. Ende moet Mathijs voorscreven die rente gheven van dijen brief die Bastiaen onderhout. Te weten twe rijns guldens den ijersten dach ende noch twee philips guldens te corten aenden derden dach ende moet die oeck soe lange vrijen. Actum den xiiije novembris anno xvC ende Lxxj. Heemraeders Ariaen Peter Schoemakers ende Ariaen Aertssz Schouten, Ariaen Geritssz van Boemel.

Fol. 63 r.

            Bartelmeus Ariaenssz; Michiel Ariaenssz Conicx.

Bartelmeus Ariaenssz gaf over met vrijer giften zoe recht is Michiel Ariaenssz Conincx twe gaerden lants gelegen in sesthien gaerden ombedeelt. Streckende vanden halver Dongha aff aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Maessen toe. Mariken Jan Andriessz met haeren consorten met haere erve gelegen aen die oostzijde ende Henrick Cornelissz ende Jan Cornelissz met Marij Heijn Buijssen met haeren consorten met veel meer ander met haeren erfve gelegen aen die westzijde. Ende dese twe gaerden lants voorscreven geloefden Bartelmeus Ariaenssz voorscreven Michiel Ariaenssz Conicx voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen teghenwoordig­hen daghe toe. Met enen stoter erfgelts die de Heijlighe Gheest daer op heft ende die coepman aen hem selve houden moet. Ende oft gebeurde dat op dit goet voorscreven enijghe oude crackelen oft commercausen soude moghen comen daer steldt Bartelmeus Ariaenssz voorscreven Michiel Ariaenssz Conincx voorscreven tot enen onversterflijcke waerborche het derdendeel in sijns vaders stede op die westzijde. Streckende vanden halven Poelsloot af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op tot Cornelis Reijerssz cooltuijn toe. Meus Ariaenssz voorscreven selver aen die oostzijde ende Henrick Govaertden aen die westzijde. Sonder arch oft list. Actum den xxiijsten novembris anno xvC ende Lxxj.

Heemraeders Jan Matijs, Ariaen Peter Schoemakers, Ariaen Aerts Schouten, Ariaen Geriritss van Boemel, Govaert Evertsz.

Folio 63 v.

            Erfdelinge aengebrocht Cornelis Thonissz ende Aerdt Mertenssz.

Inden eersten Cornelis Thonissz als man ende voicht van Mariken Mertens sijnder huijsvrouwen geloot ende geërfdeelt op neghen gaerden lants gelegen buijten dijcx streckende noortwaert op ter halver Maesen toe.

Dit stuk is doorgehaald en men is begonnen op het volgende foliovel.

Fol. 64 r.

            Erfdelinge aengebrocht Cornelis Thonissz ende Aerdt Mertenssz.

Inden eersten Cornelis Thonissz als man ende voicht van Mariken Mertens sijnder huijsvrouwen geloot ende geërfdeelt op neghen gaerden lants gelegen met Lijn Diercken cum suis oft haer erfgenamen te weten tsamen in Pun(?) ombedeelt. Streckende vanden sloot buijten den dijck noortwaert op ter halver Maesen Maesen (sic) toe. Thoen Cleijs int selfde lant aen die oostzijde ende Beris Cornelissz aen die westzijde.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een oordken gecomen van Jan Jacobssz.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op enen rentbrief metten verlope losrente ende op Peter Ariaen Meussz goet nae inhoudt ‘sbrieffs.

Nu Aerdt Mertenssz als man ende voicht van Jutta Mertens sijnder huijsvrouwen geloot ende geërfdeelt op viij gaerden lants gelegen in die Donghe. Streckende vanden halver Keen af aent zuijden einde. Streckende noortwaert op ter halver Maesen toe. Joachim Meussz west ende Peter Willem Meussz met Joost Laurenssz oost.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op enen rendtbrief spreeckende op Jan Ghijben metten verlope nae inhoudt sbriefs.

Aldus aengebrocht ende verpeijnt aent ‘sHeren hant en een peijne van xxv gouden realen, goet van gout, swaer van gewichte te gaen naer peijnen recht. Actum den vijften decembris anno xvC ende Lxxj. Heemraeders Jan Mathijssz, stadthouder, Ariaen Peter Schoemakers ende mij present

Fol. 64 v.

            Wouter Heijs; Gijsbrecht Zeghers.

Wouter Heijs gaf over met vrijer giften zoe recht is Gijsbrecht Zegherssz een sestendeel in Truijken Ackermans lant bedeelt opten oosten candt soe groot ende cleijn als Wouter Heijs van sijnder huijsvrouwe weghen in bestorven is. Streckende vander halver Veerscher straet af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totten halven Geijlssloot toe. Bastiaen Aertssz oost ende Gijsbert Zegherssz voorscreven selver west. Ende noch gaf die selve Wouter Heijs over met vrijer giften zoe recht is Gijsbert Zegherssz oeck sijn gerechticheijt van Thoen Cleijs erfve te weten vanden halven slootken aff aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Kae toe. Mariken Jan Andriessz oost ende Joachim Claewaertssz west. Ende beloefden Wouter Heijs voorscreven Gijsbert Zegherssz voorscreven dit voorscreven lant te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xije decembris anno xvC ende Lxxj. Heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Peter Schoemakers, Ariaen Aertssz Schouten, Ariaen Geritssz van Boemel.

In alder manieren ende even veel heeft Peter Ariaen Aert Lemmens oeck over gegeven Gijsbert Zegherssz met vrijer ghiften gelijck als boven gescreven. Actum den xxiijsten januarij anno xvC Lxxij stilo Luijck. Heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Aertssz Schouten, Jan Zegherssz, Ariaen Geritssz van Boemel.

Fol. 65 r.

            Erfdelinge aengebrocht Mariken Jan Andriessz ende haer kijnder den xiije decembris anno xvC ende Lxxj.

Inden eersten Mariken Jan Andriessz geloot ende geërfdeelt op die stede soe groot ende cleijn als die gelegen is.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een wer lants gelegen op Vlaeijkens. Streckende vanden halver kreecken af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ten halven Geijlssloot toe.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een half wer lants gelegen opten Kerckwech. Streckende vanden halver Veerscher straet af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op streckende ter Dongha toe. Ende dies is die selfde mede bedeelt op dat leen int selfder wer. In die selfde helft daer sij op bedeelt is.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op dat gehele wer lants vander halver Veerscher straeten af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Dongha toe.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een wer lants gelegen in die Werfcampen. Streckende vanden halven Dijcksloot af buijten dijcx noortwaert ter Maesen toe. Ffrans Geritssz buijten dijcx int selfde lant aen die westzijde duergaende ende Cornelis Hermanssz aen die oostzijde.

Fol. 65 v.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een half wer lants gelegen int Rijsbroeck met noch een stuck lants gelegen op die Killen gedeelt die helft van Ariaen Janssz Buijs ende die ander helft gecoft van Gijsbert Geritssz met noch vijf veertelen rogs ten Rijen nae inhoudt ‘sbriefs.

Nu Ariaen Janssz ende Steven Aertssz tesamen geloot ende geërfdeelt in Pauwels wer soe groot ende cleijn als Jan Andriessz in gerecht is geweest. Streckende vanden eender Dongha totter anderen Dongha toe.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een stucxken lants gelegen in die Oorde teijnden dat langhe lant vuijt streckende vanden halver Kae aent noorden eijnde zuijtwaert op ter Dongha toe.

Nu Aentken Jans ende Anneken Jans tsamen geloot ende geërfdeelt op een half wer lants gelegen inden Kerckwech metter moeder. Streckende vanden halver Keenen af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter Dongha.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op vier gaerden lants metter moeder. Streckende vander halver Veerscher straeten af aent zuijden eijnde noort op ter halver Keen toe.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een wer lants teijnden dat langhe wer. Streckende vanden dwarssloot af die buijten den Schenkel dijck leijt aen die noorden zijde. Zuijtwaert op ter halver Kae toe.

Fol. 66 r.

Nu Jan Janssz ende Peterken Jansdochter t’samen geloot ende geërfdeelt op een stuck lants gelegen in die Donghe soe groot ende cleijn als sij daer gerecht zijn opten oosten candt. Met Huijbert Jacobssz aen die westzijde. Streckende van der halver Keenen af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Maesen toe.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt opten oosten candt int langhe lant int half wer. Streckende vanden sloot af buijten den Schenkel dijck aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op totten sloot toe die buijten den ouden Veerscher dijck leijt.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op vier gaerden lants gelegen metter moeder. Streckende vanden halver Veerscher straeten af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Keen toe.

Ende is voorwaerde ende wel ondersprocken als dat die vier kijnder bij namen Aentken, Peterken, Anneken ende Jan Janssz elck haer vuijtsettel hebben gelijck die ghene gehadt hebben die gehouwet zijn het sij bij ‘tleven vanden moeder oft nae der moeder doot elck even veel te weten vanden moeder goeden.

Aldus aengebrocht ten datum voorscreven elck met sijnen voicht Ariaen Janssz ende te onderhouden op van xxv gouden realen, goet van gout, swaer van gewichte, te gaen nae peijnen recht ende elck te onderhouden alle gebuerlijcke rechten.

Heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Peter Schoemakers.

Fol. 66 v.

            Jutta wedue wijlen Jan Jacobssz schoudt, Ariaen Peterssz; Jan Mathijssz.

Jutta wedue wijlen Jan Jacobssz schoudt zaligher ende Ariaen Peterssz als man ende voicht van Beeltken sijnder huijsvrouwen gaven te samen over met enen verlije zoe recht is Jan Ariaenssz (“Mathijssz” is hier doorgestreept en er staat hier nu dus iets anders dan in de kop) een huijs metten erfve daer aen gelegen. Streckende vander halver straeten af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op tot Peter Diercken erfve toe. Peter Henricxssz met sijne erfve gelegen aen die westzijde ende Stoffel Willemssz met sijne erfve gelegen aen die oostzijde. Met alle gebuerlijcke rechten te onderhou­den. Ende dit voorscreven huijs metten erfve geloefden comparanten voornoemt Jan Ariaenssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht ende alle voorcommer af te doen tot desen daghe toe. Actum den xiiije decembris anno xvC ende Lxxj. Present Jan Mathijssz, Jan Zegherssz als heemraedt ende mij present.

Fol. 67 r.

            Peter Ariaenssz Conicx; Anthonia Cornelis Anssens dochter.

Peter Ariaenssz Conicx gaf over met enen verlije zoe recht is Anthonia Cornelis Anssens dochter derdalf gaerde lants gelegen in die hoghe Donghe. Streckende vanden halver Keenen af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Maesen toe. Ariaen Gijsbrechtssz int selfde lant gelegen aen die westzijde ende het cloester van Eemstheijn met haeren erfve gelegen aen die oostzijde. Ende beloeft Peter Ariaenssz Conincx voorscreven Anthonia Cornelis Anssens dochter voorscreven dit voorscreven lant te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe ende te vrijen ende los te maecken metten selven penningen die van haeren lande comen tusschen dit ende Sint Jansmis naestcomende. Sonder arch oft list. Actum den viije januarij anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck. Heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Geritssz van Boemel ende Govaert Evertssz.

Fol. 67 v.

Desen xje januarij anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck compareerden voor schoudt ende heemraedt Ariaen Jan Andriessz ende Steven Aertssz, Jan Geritssz van Boemel ende Jan Andriessz ende gaven te samen ende elck bijsonder over met vrijer ghiften zoe recht is Ariaen Ariaen Melissz ende Peterken sijn suster elck sijn portie ende gerechticheijt in xviij gaerden lants gelegen in die oorde. Streckende vander halver Kae af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Dongha toe. Ariaen Peter Schoemakers gelegen aen die westzijde ende Gerit Janssz gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden comparanten voornoempt Ariaen Ariaen Melissz ende Peterken sijn suster elck sijn portie te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xje januarij anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck. Heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Peter Schoemakers ende Ariaen Aertssz Schouten.

Jan Ariaenssz gaf over met enen verlije zoe recht is Steven Aertssz drie gaerden lants gelegen in Pauwels wer. Streckende vanden halver Kae af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter Dongha toe. Ariaen Janssz ende Steven Aertssz voorscreven selver gelegen aen die westzijde ende Jan Geritssz gelegen aen die oostzijde. Oeck te vrijen ende te waren naeden landtrecht. Actum ten datum als boven ende heemraeders als boven.

Fol. 68 r.

Eodem anno et die compareerden oeck voor schoudt ende heemraedt voorscreven Ariaen Peter Schoemakers onsen medeheemraedt ende gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Ariaen Ariaen Melissz ende Peterken sijn suster acht gaerden lants gelegen in die oorde. Streckende vanden halver Kae af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Dongha toe. Die erfgenamen van Ariaen Andriessz gelegen aen die westzijde ende Ariaen Ariaen Melissz ende Peterken sijn suster met xviij gaerden gelegen aen die oostzijde. Ende dese voorscreven acht gaerden lants geloefden Ariaen Peterssz voorscreven Ariaen Ariaen Melissz ende Peterken sijn suster voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum ten datum als boven ende heemraeders als boven.

Opten selven dach compareerden oeck voor schoudt ende heemraedt voorscreven Ariaen Janssz Reool, Andries Stoffelssz, Cornelis Diercxssz, Jan Stoffelssz, Staes Huijbrechtssz vervangende Commer Huijbrechtssz sijnen broeder ende gaven gesamenderhandt ende elck bijsonder over met vrijer ghiften zoe recht is Ariaen Ariaen Melissz ende Peterken sijn suster vier gaerden lants in acht gaerden ombedeelt. Streckende vanden Kae af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Dongha toe. Ariaen Ariaen Melissz ende Peterken sijn suster aen die oostzijde ende Cornelissz Thonissz aen die westzijde. Te vrijen ende te waren als boven. Ten datum als boven ende heemraeders als boven.

Op die selve conditie hebben oeck dit selve over gegeven Jacob Andriessz voor hem selve vervangende Huijbken Andries dochter ende Sijken Andriesdochter ende Mariken Andries dochter ende Aentken Andriesdochter, Jacob Cornelissz als man ende voicht van Hilleken Andriesdochter ende Peter Jacobssz als man ende voicht van Cleijsken Andries Ari­aensszdochter sijnen huijsvrouwen, hebben elck bijsonder dit selven over gegeven als voren. Heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Peterssz, Govaert Evertssz. Ut supra. Seeckere vier gaerden lants als voren te weten acht gaerden.

Fol. 68 v.

            Erfdelinghe aengebrocht Ariaen Janssz de Bont ende sijn kijnder.

Inden eersten Ariaen Janssz geloot ende geërfdeelt op die stede op die Berghen met half die Donghe metten Vlaeijkens met die Leghe Veen.

Hier teghen die kijnder geloot ende geërfdeelt op die stede inde Molenpat. Streckende vanden Diefdijck af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Maesen toe. Met half die werfkens. Aldus aengebrocht opten ixe januarij anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck. Heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Aertssz Schouten ende Ariaen Geritssz van Boemel.

            Erfdelinghe aengebrocht die kijnder van Ariaen Janssz de Bont ten datum als boven.

Inden eersten Bouwen Joosten ende Jenneken Ariaens geloot ende geërfdeelt op die stede binnen dijcx. Streckende vanden slootken af buijten den Diefdijck aent zuiden eijnde. Streckende noortwaert op totten sloot tot over den dijck teijnden den werf.

Nu Aentken Ariaens dochter geloot ende geërfdeelt opten buijten dijcxen halven werf te weten die oosten zijde. Streckende vanden buijten dijcxen sloot af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert ter halver Maesen toe. Actum als boven ende heemraeders als boven. Ende verpeijnt aent ‘sHeren handt op peijne van vijftich gouden realen, goet van gout, swaer van gewichte, te gaen naer peijne recht.

Fol. 69 r.

Eodem anno et die aen dander sijde begrepen soe gaf oeck over met vrijer ghiften zoe recht is Cornelis Thonissz, Ariaen Janssz van Ghestel xiiij gaerden lants gelegen in die Oorde. Streckende vanden halver Kae af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert ter Dongha toe. Jan Aertssz gelegen aen die westzijde ende Ariaen Ariaen Melissz ende Peterken sijn suster gelegen aen die oostzijde. Ende dit selve lant geloefden Cornelis Thonissz voorscreven Ariaen Janssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xje januarij anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck. Heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Peter Schoema­kers ende Ariaen Aertssz Schouten.

Henrick Pauwelssz Vermoelen als voicht vanden wedue Ariaen Janssz van Ghestel ende Jan Ariaenssz voor hem selve, Peter Ariaenssz voor hem selve ende Cornelis Ariaenssz van Gils als voicht van Aentken Ariaen Janssz van Ghestel dochter gaven te samen over met vrijer ghiften zoe recht is Cornelis Peter Jan Denissz xiiij gaerden lants gelegen in die Oorde, oft soe groot ende cleijn alst daer gelegen is. Jan Aertssz aen die westzijde ende Ariaen Ariaen Melissz ende Peterken sijn suster aen die oostzijde. Te vrijen ende te waren als boven. Actum den xviije junij anno xvC ende Lxxiiij. Heemraeders Ariaen Peter Schoemakers ende Govaert Evertssz.

Item dit selve lant heeft Cornelis Peter Jan Denissz voorscreven weder om op staende voet rechtelijcken over gegeven met vrijer ghiften zoe recht is Ariaen Lambertssz die men noemt Drossaert die xiiij gaerden voorscreven daer Ariaen Lambertssz voorscreven te vooren xiiij gaerden tusschen die reeng….(?) boven gescreven soe dat Ariaen Lambertssz nu die xxviij gaerden geheel toe comen. Actum als boven ende heemrae­ders als boven.

Fol 69 v.

            Mathijs Otgens Mathijssz; Ariaen Janssz van Ghestel, Jan sijn soen.

Desen xiiijen januarij anno xvC ende Lxxij stilo Luijden compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck Mathijs Otgens Mathijssz secretaris tot Waspijck ende gaf over met enen verlije zoe recht is Ariaen Janssz van Ghestel ende Jan Ariaenssz sijnen soen gesamenderhandt een stuck lants gelegen in die Oorde. Streckende vanden Kae af aent noorden eijnde. Strecken­de zuijtwaert op ter ouder Dongha toe. Huijman Janssz wedue ende erfgenamen gelegen aen die westzijde ende Marthen Ariaenssz die Waghemaker cum suis tot Donghen aen die oostzijde met vier karolus guldens siaers die de copers tot haeren lasten houden ende voort allen anderen gebuerlijcke rechten als daer toe met recht behoren. Soe groot ende cleijn als die voorscreven Mathijs Otgens Mathijssz daer inne van sijnen huijsvrouwen gerecht is. Heemraeders Jan Mathijssz, Jan Zeghressz ende Govaert Evertssz.

            Aerdt Mertenssz, Cornelis Thonissz; Ariaen Huijben Wouter Naessz.

Compareerden ten selve daghen boven gescreven voor schoudt ende heemraeders voorscreven Aerdt Mertenssz voor hem selven ende Cornelis Thonissz als man ende voicht van Mariken Mertenssz sijnder huijsvrouwen ende gaven gesamenderhandt over met eender vrijer ghiften als recht is Ariaen Huib Wouter Naessz wonende ten Rijen een stuck lants gelegen int Leeghe Veen. Streckende vanden vaert aff aent zuijden eijnde. Streeckende noortwaert op tot Peter Aertssz erfve toe. Ans Cornelissz cum suis gelegen aen die westzijde ende Anna Godschalcx ende Sijmon Willem Sijmontssz gelegen aen die oostzijde. Ende dit selfde lant geloefden comparanten voornoempt Ariaen Huijb Wouter Naessz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Sonder arch oft list. Heemraeders quibij sup.

Fol. 70 r.

            Steven Aertssz, Peter Diercxssz; Aerdt Mertenssz.

Eodem anno et die compareerden voor schoudt ende heemraeders voorscreven Steven Aertssz voor hem selven ende Peter Diercxssz als man ende voicht van Jenneken sijnder huijsvrouwen ende gaven gesamenderhandt over met enen verlije zoe recht is Aerdt Mertenssz een stuck lants gelegen in die Cleijn Dongen. Streckende vander halver killen aff aent zuijden eijnde noortwaert op totten halven dijck sloot toe. Ffrans Diercxssz gelegen aen die westzijde ende Sander Thonissz aen die oostzijde. Dies geloven die ghemeen naburen tot Raemsdonck die renthe die daer op staet ende Aerdt Ariaens sijn goet der kerkcken geleent heeft aff te doen ende altoes den selven Aerdt Mertenssz voorscreven daer van te garranden costeloes ende schadeloes aff te houden. Ende voorts geloefden die comparanten voornoempt dit selven lant Aerdt Mertenssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Heemraeders quibij sup.

            Aelbert Geritssz; Stoffel Willemssz.

Aelbert Geritssz gaf over met vrijer giften zoe recht is Stoffel Willemssz een block lants gelegen achter Anneken Buijs Willemssz wedue. Streckende van Anneken Buijs Willemssz werf aff aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op totten halver dwarssloot toe met half den dijck te onderhouden ende met alle gebuerlijcke rechten te onderhouden. Huijbert Janssz de Bont gelegen aen die westzijde ende Peter Heijnen gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Aelbert Geritssz voorscreven Stoffel Willemssz te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xixe januarij anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck. Heemraeders Jan Mathijssz ende Govaert Evertssz.

Fol. 70 v.

            Lemmen Ariaenssz; Gijsbert Ariaenssz.

Lemmen Ariaenssz gaf over met vrijer giften zoe recht is Gijsbert Ariaenssz sijnen broeder enen mergen lants gelegen int Rijsbroeck oft soe groot ende cleijn alst gelegen is behalven cloesters schijns sijns rechts. Streckende vanden halven Rijsbroecxssen wech af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Dongha toe. Jan Peterssz erfgenamen gelegen aen die westzijde ende het cloester van Raemsdonck met meer ander gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Lemmen Ariaenssz alsoe voorscreven Gijsbert Ariaenssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landtrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xxiijsten januarij anno xvC ende Lxxij stilo Luijden. Heemraders Jan Mathijssz, Ariaen Aertssz, Jan Zegherssz, Ariaen Geritssz van Boemel.

Fol. 71 r.

Desen xxiijsten januarij anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck compareerden voor schoudt ende heemraedt Dierck Ariaen Geritssz als gemachtich van sijn moeien, Gijsbert Zegherssz vervangende Ariaen sijn swager, Wouter Heijs ende Peter Ariaen Aert Lemmenssz gaven gesamenderhant over met vrijer ghiften zoe recht is Peter Zegherssz elcx sijn portie ende gerechticheijt in een stuck lants. Streckende vander halver Vlaeijkens straet af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totten halven Geijlsloot toe. Ffrans Clauwaertsz gelegen aen die westzijde ende Bartelmeus Ariaenssz ende Ffrans Diercxssz cum suis aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden comparanten voornoempt Peter Zegherssz te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daghe toe. Actum den xxiijsten januarij anno xvC ende Lxxij stilo Luijck. Heemrae­ders Jan Mathijssz, Ariaen Ariaenssz Schouten, Jan Zegherssz, Ariaen Geritssz van Boemel.

Fol. 71 v.

            Peter Ariaen Aert Lemmenssz; Wouter Heijs.

Desen xxiijsten januarij anno xvC ende Lxxij compareerden voor schoudt ende heemraeders Peter Ariaen Aert Lemmenssz als man ende voicht van Sensken, sijnder huijsvrouwen, ende gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Wouter Janssz alias Wouter Heijs sijn gerechticheijt ende portie oft besterffenisse in een stuck lants geheten die Goete, gecomen van Truijken Ackermans in alder manieren gelijck die arbijters bij namen Jan Mathijssz, Ffrans Geritssz de Conick en Bartelmeus Ariaenssz die submissie … onder hem hebben ende t’avondt oft morghen vuijtsprecken sullen als sij daer toe versocht worden. Actum als boven ende heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Ariaenssz Schouten, Jan Zegherssz, Ariaen Geritssz van Boemel.

            Erfdelinge aengebrocht die erfgenamen van Gerit Cornelis Custers.

Inden eersten Gijsbert Zegherssz kijnde met Willem Geritssz geloot ende geërfdeelt opt buijtendijcx lant. Streckende vanden halven Leijsloot af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert ter halver Maesen toe.

Hier teghen Ariaen Geritssz geloot ende geërfdeelt vanden halven Schausloot af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totten halven Peerboom toe. Ende moeten parthijen elc sijn portie houden inden dijck ende inden dwarssloot. Willem Geritssz ende sijn kijnde aen die westzijde ende Ariaen Geritssz aende oostzijde.

Fol. 72 r.

Ende moet Ariaen Geritssz alleen vrijen in die vuijtkae.

Ende sullen Willem Geritssz ende die weeskijnde vuijtreijcken Ariaen Geritssz binnen jaers die somme van hondert karolus.

Ende bij gebreck van betalinge moghen dat onderhouden ende verypotequeren om seven karolus guldens een jaer ende nijet langher. Actum als boven ende heemraeders als boven.

Desen xxvje januarij januarij anno xvC  ende Lxxij naeden stijl van Luijck zijn gecomen voor schoudt ende heemraedt tot Raemsdonck Peter Jan Willemssz als gerechte bestorven voicht Jan Jan Willemssz Tunen onmondighe kijnder bij namen Ariaen Janssz ende Mariken Jansdochter ende Thoenken Jansdochter ende Jan Sijmon Peterssz als gerechte bestorven voicht van Anneke Jan Willem Tunen dochter gaven te samen over met vrijer giften zoe recht is, behalven den pastoer sijn gerechticheijt daer in, Cornelis Jan Lemmenssz dats vierendel buijnder oft soe groot ende cleijn alst daer gelegen is tot Raemsdonck aende Leeghen Wech in den gheer. Streckende van Roelof Ariaenssz erfve af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totten halven Leeghen Wech toe met alle gebuerlijcke rechten te onderhouden. Thonis Joestenssz met sijne erfve gelegen aen die westzijde ende die wedue metten erfgenamen van Jan Clauwaerts met haeren erfve gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden lant comparanten voornoempt Cornelis Jan Lemmenssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht voor haerder alder naecomelingen tot deser daghe toe. Actum ten datum als boven. Heemraeders Jan Mathijssz ende Jan Zegherssz.

Fol. 72 v.

            Erfdelinge aengebrocht Laureijs Janssz als man ende voicht van Lijsken Evertssz, sijnder huijsvrouwen, ende Ariaen Ariaenssz Castelleijn als gerechte bestorven voicht van Berhout Gerbranden weeskijnderen.

Inden eersten Laureijs Janssz geloot ende geërfdeelt op die stede daer hij nu ter tijdt op woont met vijf karolus guldens losrenten daer jaerlijcx vuijtgaende te lossen nae inhoudt der briefven ende noch xiij stuvers erfrenten die de Heijlighe Gheest van Waspijck daer op heft met noch viij stuvers die de Heijlighe Gheest van Cappel daer op heft.

Noch die selve geloot ende geërfdeelt op ses gaerden lants gelegen inden ambacht van Groot Waspijck met Gerit Wouterssz wedue bedeelt opten westen candt.

Noch die selve geloot ende geërfdeelt op iiij gaerden lants gelegen achter Willem Geritssz daer Gerit Cornelis Custers plach te wonen bedeelt opten oosten candt met vijf schelling losrenten daer jaerlijcx vuijtgaende te lossen nae inhoudt des briefs.

Noch die selve geloot ende geërfdeelt op haer portie inde Leghen Wech inde helft met Lijnken Lemmen Maes weu ende Thoen Cleijs soe groot ende cleijn als Berthoudt Gerbranden daer in gerecht is geweest met schouwen ende alle gebuerlijcken rechten te onderhouden.

Fol. 73 r.

Hierteghen die weeskijnder van Berthoudt Gerbranden geloot ende geërfdeelt op die helft van die oude stede daer Cleijs Bert Vassen zelve op plach te wonen bedeelt opten westen candt met dat ghene dat die kerck ende Heijlighe Gheest ende pastoer ende custer daer op heffen nae inhoudt dat bescheijdt die helft daer van dat op die heele stede staet.

Noch die selve geloot ende geërfdeelt op ses gaerden lants gelegen achter Mathijs Janssz dat van die kerck eertijdts gecomen is, bedeelt op die westzijde met seven karolus guldens losrenten daer jaerlijcx uutgaende nae inhoudt des briefs.

Noch die selve geloot ende geërfdeelt op dat lant in die Hoeve te weten twe werkens soe groot ende cleijn als Berthoudt Gerbranden dat gebruijckt heeft.

Noch die selve geloot ende geërfdeelt op iiij gaerde lants gelegen achter Willem Geritssz, daer Gerit Cornelis Custers plach te wonen, bedeelt opten westen­candt, met vijf schellingen losrenten daer jaerlijcx vuijtgaende te lossen nae inhoudt des briefs.

Noch die selve geloot ende geërfdeelt op haer portie inde Leghen Wech inde helft met Lijnken Lemmen Maes weu ende Thoen Cleijs, soe groot ende cleijn als Berthoudt Gerbranden daer in gerecht is geweest met schouwen ende alle gebuerlijcken rechten te onderhouden.

Aldus aengebrocht ende verpeijnt aent heren handt op een boete van vijftich gouden realen, goet van gout, swaer van gewichte, te gaen nae Peijnen recht.

Fol. 73 v.

Ende oft hier enighe duijsternisse vacle(?) in enighe vanden parceelen, hier nu nijet genoemt blijft staen, elcx op sijn recht ende malcanderen te helpen ontlasten. Actum den xxvjen januarij anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck.

Heemraders Jan Matthijssz, Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegherssz, Govaert Evertssz.

Merten Ariaenssz gaf over met vrijer ghiften zoe recht is, het vrij ende dat onvrij met enen verlije, Ariaen Wiercken dat gehele besterffenisse dat Merten Ariaenssz alias Ariaen Arienssz Jonckijnde kijndt achtergelaten heeft genomi­neert sijn portie in de stede ende het lant in die acker ende in Hooghe Donghe, in alles sijn gerechticheijt soe groot ende cleijn als die selve Merten Ariaenssz van sijns vaders weghen in gerecht is geweest soe wel in haeve ende in erfve gheen vuijtgesundert. Sonder arch oft list. Actum den xxviije  januarij anno xvC  ende Lxxij naeden stijl van Luijck. Heemraeders Jan Mathijssz, Jan Zegherssz ende Govaert Evertssz.

Fol. 74 r.

            Anthonis Janssz, meester Zegher Peterssz; Mathijs Huijmanssz

Anthonis Janssz als gerechte bestorven voicht van Mathijs Huijmanssz weeskijnderen ende meester Zegher Peterssz als toesiender gaven over met enen verlije zoe recht is  Mathijs Huijmanssz een huijsinge metten erfve daer aen gelegen. Streckende vanden halver straeten aff aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op tot Jan Mathijssz erfve. Ariaen Geritssz Molder met sijnen erve gelegen aen die westzijde ende Joachim Aertssz Biernoorden met sijn erf gelegen aen die oostzijde. Ende Jan Mathijssz daer altijdt over te steghen ende weghen datter t’eijnden aen leijt. Sonder arch oft list. Actum den sesten februarij anno xvC ende Lxxij stilo Luijck. Heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Peterssz ende Govaert Evertssz.

In alder manieren boven gescreven soe heeft Mathijs Huijmanssz dit selve overgegeven met een verlije zoe recht is Ariaen Huijben in alder manieren als boven gescreven staet. Actum den xiiije dach van meij anno xvC ende Lxxij. Heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Peter Schoenmakers, Ariaen Aertssz Schouten, Jan Zegerssz.

Fol. 74 v.

Desen viijen februarij anno xvC ende Lxxij stilo Luijck compareerden voorden stadthouder ende heemraedt Vastaert Wouterssz ende Govaert Evertssz ende hebben hem selven geconstitueert ende te borghe gesteldt ende elcx voor de gerechte helft Godschalck Diercxssz ter causen vanden cope vanden huijse dat Godschalck Diercxssz voorscreven eertijdts gecoft heeft van Mariken weduwe Jan Cornelissz de Leeu. Te weten ter somme toe van seven ponden groten vlaems gedurende den tijdt van seven jaren welcke voornoemde penningen Jan Janssz de Leeu ende Grietken Franssen sijn huijsvrouwe ontfangen. Ende is hiermede den wilcuer ende bescheijdt daer van sijnde volle ende gehele betaelt. Den eerste penninck metten lesten. Actum den als boven. Heemraeders Jan Mathijssz ende Jan Zegerssz.

Fol. 75 r.

In manieren conditijen ende voorwaerden wel ondersprocken ende nae bescreven soe hebben met een ende malcanderen veraccodeert ende overcomen Bertelmeus Ariaenssz ende Jan Meussz ende Joachim Meussz ende Peter Janssz de Bont ende Huijbert Janssz de Bont als gerechte bestorven voichden van Ariaen Janssz die Bonten kijnderen gecomen ende gegenereert bij Aentken Meus Meusszdochter haer suster.

Inde kantlijn zonder invoeg merkje: vanal

Akte is doorgestreept.

            Aeneminghe Bartelmeus sijn kijnderen.

In manieren conditijen ende voorwaerden wel ondersprocken ende nae bescreven sijn minlijck met een overcomen ende veraccordeert Bartelmeus Ariaenssz ende Jan Meussz ende Joachim Meussz te weten van die kijnderkens die Bartelmeus Ariaenssz gegenereert ende vercregen heeft bij Aentken haer luijden suster. Dats te weten dat Jan Meussz ende Joachim Meussz onderhou­den sullen dat joncxste kijndt dat nu bij Ariaen Wiericken woendt, drie jaeren lanck op haeren cost, in cleeden ende reeden, in eeten ende drincken, gelijck haer eijghen kijnder. Ende Bartelmeus Ariaens sal oeck onderhouden die ander vier kijnder drie jaeren lanck, in cleeden ende reeden, in eeten ende drincken, tot hij daer oer af hebben wille gelijck een goet vader sijnen kijnderen schuldich is te doene. Ende sal daer voren hebben ende gebruijcken alle die blaijinge (=bladinge = vruchtgebruik, GAvS) ende bruijckwer van alle den goeden die daer sijn. Ende oft enich vanden kijnders aflijvich worden binnen den middelen tijden sal wesen elcken aennemer tot sijnen vordele soe wel Jan Meussz ende Joachim Meussz ende Bartelmeus Ariaenssz, elcken tot sijnen vordel. Ingaende dese aenneminge Sinte Peter ad cathe­dram in die zulle anno xvC ende Lxxij nae den stijl van Luijck. Ende is oeck geconditioneert ende wel ondersprocken als dat Bartelmeus Ariaens voorscre­ven hebben ende behouden sal alle die haeffelijcke goeden, paerden ende beesten, inboel ende al datter in huijs is, gheen vuijtgesondert. Ende betalen allen schulden ende onschulden, dootschult ende alte samen daer aen schuldt af maecken mach tot deser tijdt toe. Ende voorts is oeck geconditioneert en wel ondersprocken als dat Jan Meussz behouden sal ende voort betalen sal datter noch te betalen is van dat lant dat vanden kercken gecomen is ende sal vuijtreijcken den kijnder van Ariaen Janssz die Bont bij namen Jenneken Ariaens ende Meusken Ariaenssz de somme van hondert karolus guldens te weten van haeren vaders goet binnen jaers. Ende beloven die voichden Jan Meussz nijet te overvallen. Aldus gedaen den xijen februarij anno xvC  ende Lxxij nae den stijl van Luijck. Heemraeders Jan Mathijssz ende Ariaen Peterssz, Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz. Mij present Joh.Peterssen

Ende sullen die voichden te weten Peter Janssz ende Huijbert Janssz dat knechtken nae hem nemen.

In de kantlijn:

Bekenden Peter Janss de Bont als voicht van Ariaen Janss sijns bruers kijnder de hondert rijns guldens die Jan Meuss uut most reijcken vol ende al betaelt. Ende ofte eenich bescheijdt meer aff gevonden wert sal wezen voir nul ende van geende weerden. Actum dezen 26 februarij anno 78 mij present Melis Corneliss.

Fol. 75 v.

            Peter Henricxssz; Michiel Ariaenssz Conicx

Desen eersten dach van maert anno xvC  ende Lxxij stilo Luijck compareerden voor schoudt ende heemraedt Peter Henricxssz ende gaf over met vrijer giften zoe recht is Michiel Ariaenssz Conicx tot behoef van Gerit Janssz van Loen vier gaerden lants ende een twedeel van eender gaerden. Streckende vanden halven slootken af van Peter Diercxssz erfve af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Maesen toe. Stoffel Willemssz met sijnen consorten met haeren erfve gelegen aen die westzijde. Ende Mathijs Huijmanssz met sijnen erfve gelegen int selve lant aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Peter Henricxssz voorscreven, Michiel Ariaenssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen tegehenwoordighen daghe toe. Actum als boven. Heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Geritssz van Boemel, Govaert Evertssz.

Ariaen Clauwaerts voor hem selven, Cornelis Hermanssz als voicht van sijnen huijsvrouwen, Ariaen Janssz Bernieren als gerechte bestorven voicht van Willem Joost Willemssz weeskijnt gaven te samen over met vrijer giften zoe recht is Dierck Pauwels Peterssz wonende ten Rijen een half stuck lants gelegen met Aentken Schouten genoemt die Bancken metten Leechen Veen. Streckende vanden halver kreecken af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter ouder vaert toe. Jan Zegers cum suis met haeren erfve gelegen aen die west zijde ende Ans Cornelissz cum suis met haeren erfve gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden comparanten voornoemt Dierck Pauwels Peterssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot dage toe. Sonder arch oft list. Actum den vijften dach van maert anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck. Heemraeders Jan Mathijssz, Jan Zegerssz, Govaert Evertssz.

Fol. 76 r.

Desen vijften martij anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck compareerden voorden stadthouder ende heemraeders Cornelis Hermanssz op gaende beenen, sijn vijf sinnen wel gebruijckenden ende heeft beghert ende wille dat alle sijn kijnderkens tavondt ofte morghen nae sijnen doot succederen, erven ende besterven in allen sijnen achtergela­ten goeden soe wel in die leengoeden als schijsgoeden oft alle erfgoeden elck even diep naeden zuijthollantschen recht. Elck kijndt even diep want hem also gelieft sonder nemants teghen te seggen. Actum als boven, Heemraeders Jan Mathijssz, Jan Zegherssz ende Govaert Evertssz.

            Jacob Janssz inden Sleutel; Peter Jacob Geritssz.

Jacob Janssz inden Sleutel gaf over met vrijer giften zoe recht is Peter Jacob Geritssz een achtendeel ombedeelt in maten smagers Hoeccampen. Streckende vanden Rijsbroecxsen ofte der gebuer wech af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op tot cloosters wijten toe. Cloosters wech gelegen aen die oostzijde ende Willemken Ariaen Peters dochter gelegen aen die westzijde. Ende altijdt cloosters schijns sijns rechts ende anders beloefden Jacob Janssz voorscreven Peter Jacob Geritssz dit voorscreven lant te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xxjsten  dach van maert anno xvC  ende Lxxij naeden stijl van Luijck.

Heemraeders Jan Mathijssz ende Jan Zegerssz.

Fol. 76 v.

            Ariaen Peter Schoenmakers; Jan Meussz ten Rijen.

Ariaen Peter Schoenmakers voor hem selven gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Jan Meussz wonende ten Rijen acht gaerden lants. Streckende vanden Kae af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op noch soe verre alst Thomas Cornelissz gebruijckt heeft oft soe parthijen dat nu slooten ende begraven sullen ende den dwarssloot leggen sullen. Ariaen Janssz Veender ende Steven Aertssz oost ende de erffgenamen van Ariaen Andriessz int selfde wer met acht gaerden west. Des sal dit goet met steghingen ende weghingen ter Broecxser straet toe.

Noch gaven oeck over met vrijer ghiften zoe recht Andries Stoffelssz voor hem selven. Jan Stoffelssz voor hem selven, Cornelis Diercxssz als man ende voicht van Willemken, zijnen huijsvrouwen, Ariaen Janssz Reool als man ende voicht van Aenken, sijne huijsvrouwen, Staes Huijbrechtssz voor hem selven, vervangende Commer Huij­brechtssz sijnen broeder, Jacob Andriessz vervangen­de Zijken Andries dr, Mariken Andries dochter, Aentken Andries dochter, Huijbken Andries dochter, Jacob Cornelissz als man ende voicht van Hilleken Andries Ariaenssz dochter, Peter Jacobssz als man ende Cleijsken Andries Ariaenssz dochter, sijnder huijsvrouwen, gaven te samen over ende elckx bijsonder met vrijer giften zoe recht is den selven Jan Meussz voorscreven zeecker acht gaerden lants gelegen met die acht gaerden gelijcke Ariaen Peterssz voren over gegeven heeft. Jacob Raessen cum soroije (=cum suis) west. Actum den xxjsten aprilis anno xvC  ende Lxxij. Heemraders als boven.

Item dit selve soe Jan Meussz dit ontfangen heeft heeft dat weder over gegeven met vrijer giften Peter Jan Lemmens den xviije  junij anno xvC  ende Lxxiiij. Cupit litteran.

Fol. 77 r.

Opten selven dach voorscreven soe heeft oeck over gegevenen met vrijer ghiften zoe recht is Henrick Ariaenssz, Peter Janssz van Beeck seven gaerden lants gelegen int Leegh Veen. Streckende vander halver kreecken af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Dongha toe. Govaert Sijmonssz int selve lant oost. Ende Andries Stoffelssz, Jan Stoffelssz, Cornelis Diercxssz, Ariaen Janssz Reoel, Staes Huijbrechtssz vervangende Commer Huijbrechtssz sijnen broeder gaven oeck over met vrijer ghiften zoe recht is Peter Jans Leenen van Beeck te weten dat gerechte anderhalf wer met Govaert Sijmonssz. Streckende als boven. Datum ende heemraeders als boven.

            Mathijs Huijmanssz; Michiel Ariaenssz Conicx.

Mathijs Huijmanssz gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Michiel Ariaenssz Conicx tot behoef van Gerit Janssz van Loon twe gaerden lants ende een derdendeel van eender gaerden lants. Streckende vanden halven slootken af van Peter Diercxssz erfve aff aent zuiden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Maesen toe. Michiel Ariaenssz voorscreven oft Gerit Janssz van Loon int selfde lant gelegen aen die westzijde ende Henrick Cornelissz Pluijm int selfde lant gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Mathijs Huijmanssz voorscreven Michiel Ariaens Conicx voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Actum den xxixsten dach van april anno xvC ende Lxxij naer Paesschen. Heemraeders Jan Mathijssz, Ariaen Peter Schoenmakers ende Govaert Evertssz.

Fol. 77 v.

Desen xxviijsten junij anno xvC ende Lxxij compareerden voorden stethouder ende mij gesworen clerck, Huijbert Staessen ende Willem Buijssen als dat Huijbert Staessen ten huwelijck geven sal met Staes Huijbertssz sijnen soen die schuijre metten erfve daer die schuijre op staet metten tuijn soe breet als die schuijre staet ende so verre als den tuijn reijckt. Salvo over malcanderen te steghen ende te weghen ende rijen ende jaghen deen over dander. Ende beloeft Willem Buijssen als voicht ende gemachtich van sijnder moeder met Heijlken sijn suster te gheven vijf ponden groten vlaems om een camer mede aen de schuijre te timmeren oft enen koe om te copen oft haeren wille mede te doen tusschen dit ende vastelavondt naestcomende. Actum als boven. Den stadthouwer ende mij gesworen clerck present.

                                                                                                                           Joh. Peters.

Alle het gheene dat boven gescreven staet kenne ende verclare ick Jan Peterssen gesworen clerck bij mijnen eedt zoe recht is dat Staes Huijbertssz als bruijgom tot dijer tijdt geloefden voor Jan Mathijssz als stadthouder tot dijer tijdt ende mij gesworen clerck present. Int tractaet van sijnen huwelijck siet(?) vader soe wat ghij mij nu hier geloeft ick belove dat mij leefdaghen nijet te eijsschen oft af te nemen maer schelde dat selve u alte samen quijt. Actum den xviijen julij anno xvC ende Lxxiiij. In presentie Ariaen Peters Schoenmakers, Govaert Evertssz als heemraeders ende Ffrans Geritssz de Coninck.

Fol. 78 r.

            Copij.

Alsoe Wouter Wouterssz wonende tot Waspijck al vanden iiijen aprilis inden jaere xvC Lvij int openbaer ende nae voorgaende publicatien te dijen eijnde gedaen als leste verhogere ende meest daer voren biedende coper gebleven is van zijn mats windtmolen ende rosmolen, ommegewaeijt ende geruijneert zijnde, gelegen tot Raemsdonck metten molenwerfen daer die tegenwoordich op staen. Met oick de materialen als houdt, steen ende ijserwerck ende anders heuren gelijcken toebehorende ende oick ‘t recht vanden wijnde zijn int binnen den voorscreven dorpe van Raemsdonck competerende, mits betalende te weten ‘t consent ende recognitije vanden wijnde alle jaeren te Kersmisse in handen vanden rendtmees­ter van Zuijthollandt. Inder tijdt zijnde de somme van ses ponden van xL Groten Vlaems ‘t pondt. Daer van Kersmisse xvC Lviij ‘t eerste jaer erfpachts verschenen­ was. Ende den voorscreven molenwerf ende rosmolen de somme van vierhondert vijftich ponden boven … de somme van thien carolus guldens die hij gehouden was te betalen voor rantsoene om te vervallen die oncosten gedaen bijden rendtmeester ende commissaris, ter voorscreven vercopinge present geweest zijnde, mits dat hem toegelaten was de voorscreven somme van iiijC .. (vermoedelijk L = libra als afkortingsteken voor “pond”) onder te moghen houden op rente ter losse den penninck xvj, innegaende te meije xvC Lx, gedurende zoe lange als

Fol. 78 v.

die selve rente aff gelost zoude wesen ‘t welck volgende de voorwaerden inde voorscreven vercopinge ondersprocken zoude moghen doen tot allen tijden mits aff lossende een pondt groten vlaems tsiaers teffens ende ‘t verloop vanden rente naer advenant vanden tijdt. Dies was hij gehouden voorde selve rente voorden eersten dach van meije Lxiij te stellen goede suffisante ypoteque ofte borghen ten contentement van dijen vanden rekenmeester inden Haghe ende daer op te verlijden behorlijcke briefven van constitutie ‘t welck hij gedaen heeft. Ende op voordere conditijen dat de voorscre­ven Wouter Wouterssz coper gehouden soude wesen de molens zulcx te stellen ende bewaren datter nijemandt bij beschadicht en soude zijn ende dat t gundt dat duer zoude moghen comen soude wesen tot sijne laste ende pericule. Ende voorts dat hij van ‘t gemael nijemandt meer aff nemen en soude moghen dan het oude ende gewoenlijck recht, het waer in cooren oft in gheldt. Ende daeromme van noode is tot verseckerheijt vanden voorscreven Wouter Wouterssz dat hem vanden voorscreven coop zoe veel vanden winden als molens verleent worde behoirlijc­ke briefven daer toe dienende. Soe ist dat die luijden vanden voorscreven reckeningen voor soe veele als in hen is

Fol. 79 r.

vuijten naem ende van weghen zijne majesteit de voorscreven vercopinge inden vueghen manieren ende op de voorwaerden, conditijen ende besprocken voorscreven, geagreert ende belieft hebben aggreëren ende believen bij desen, verordonneren dijen volgende van weghen zijn voorscreven majesteit allen ende ijegelijcken dat dit de voorscreven Wouter Wouterssz zijnen erfven naecomelin­gen ofte actie van hem hebbende vanden wijnde ende molens voorscreven laeten rustelijck ende vredelijck genieten ende gebruijcken zonder hem daer inne te doen enich letsel ofte moijenisse ten contraijen. Gedaen inden voorscreven cavere vanden reeckenmeester des conincx inden Haghe ten bureele onder ‘t schuet der selver. Den xxiije maij xvC tzeventich. Onderteijckent mij tegenwoor­dich.                                                                                               Johan Peters.

Fol 79 v.

Desen xxixe octobris anno xvC Lxxij compareerden voor schoudt ende heemrae­ders van Raemsdonck Wouter Wouterssz ende heeft rechtelijcken over gegeven met eenen verlije zoe recht is Ariaen Geritssz ende Jan Peterssz Crollen elck een gerechte vierdel vande wijndtmolen ende rosmolen staende tot Raems­donck. Ende Peter Ockerssz met Mercelis Janssz Ruijseners kijderen te samen die ander helft vanden voorscreven molens, metten werf met alsulck renten, commer ende lasten als den originalen brief hier aen dander sijde geregistreert staende begrijpt, inhoudt ende vermeldt. Welcke brieff nu blijft onder Peter Ockerssz. Dies geloefden die voorscreven coperen den voorscreven Wouter Wouterssz vercopere te ontlasten, costeloes ende schadeloes van allen den renten die op die voorscreven molens staende zijn. Daer voren Wouter Wouterssz voorscreven sijne goederen verypotequeert heeft ende tot meerdere sterckheijt ende vasticheijt. So stelt Peter Ockerssz met Jan Mercelissz Ruijsener als gerechte bestorven voicht van Mercelis Janssz Ruijsener kijnderen tot enen singuliere waerboch ende onderpandt sijn huijsinge metten erfve daer aen gelegen, daer Mercelis Janssz vuijt gestorven is. Ende Ariaen Geritssz ende Jan Peterssz Crollen voorscreven stellen voor haere ander helft vanden molens voorscreven tot waerborch vier gaerden lants gelegen in Groot Waspijck. Daer van Ariaen Geritssz twee gaerden gelegen zijn in ses gaerden achter

Fol. 80 r.

Marij Frericken ende Jan Peterssz Crollen twe gaerden gelegen achter Jan Zegerssz. Ende blijven die voorscreven molens nijettemin staen in handen van Wouter Wouterssz voorscreven ter tijdt ende wijlen toe voor die voorscreven renten gelost sullen wesen. Ende dies geloven die comparanten voorscreven dat sij die boven gescreven rente op de molens staende sullen inspireren ende beginnen te lossen binnen den tijdt van drie jaeren toecomende ende daeren teijnde alle jaer ses karolus guldens op dat Wouter Wouterssz voorscreven altemet ontlast mach wesen. Actum ten datum als boven. In presentie heemrae­ders Jan Mathijssz, Jan Zegherssz ende Ariaen Geritssz van Boemel ende mij present.

            Thonis Cornelissz; Peter Mertenssz tot Ghils.

Desen xijen decembris anno xvC ende Lxxij compareerden voor mij secretaris ende Ariaen Geritssz van Boemel heemraeders tot Raemsdonck Peter Mertens wonende tot Ghils ende heeft aldaer beleent ende ondergedaen Anthonis Cornelissz Mandemakers tot Raemsdonck die somme van hondert karolus guldens min xiij karolus guldens ter causen dat hij daer vooren bruijcken ende besinghen (=besigen = gebruiken) sal ses jaer lanck duerende, zeeckere twe bloocken lants gelegen in Marij Bernieren wer plach te wesen, gelegen met Ariaen Ghijben onbedeelt. Streckende vanden sloot af buijten den Diefdijck aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter halver kreecken toe. Met noch een bloocken

Fol. 80 v.

lants streckende vander halver kreecken af aent zuijden eijnde, streckende noortwaert op totten eersten dwarssloot toe. Ende beloeft Anthonis Cornelissz voorscreven Peter Mertenssz voorscreven dit voorscreven lant te vrijen ende te waren die voorscreven ses jaeren lanck van alles hemel vrij. Ende is wel geconditioneert ende ondersprocken oft gebuerden dat Anthonis Cornelissz den selven Peter Mertens binnen middelen tijden sijn geldt weder cost gegeven soe moet Peter afstandt doen van den landen voorscreven maer moet hem altoes een half jaer te vooren opseggen ende tot Lichtmis altoes sijn geldt te gheven (“des sonder daer nae dat lants te bruijcken” Deze zin is doorgestreept) ende dan af te staen. Ende hierinne heeft Jan Cornelissz geconsenteert maer en wil oft beghert van sijnen lande gheen schade te lijden. Ende beloeft Anthonissz Cornelissz voorscreven dit voorscreven lant nijet te belasten met enijghe commer oft renten binnen dijen middelen tijden van ses jaeren. Ende is noch ondersproc­ken oft gebuerden dat Thonis Cornelissz voorscreven die voornoem­de nijet en cost gerestitueren teijnden die ses jaeren soe gheeft hij hem selven over als dat Peter Mertens dat voorscreven landt alsdan behouden mach als sijn vrij eijghen goet. Ende beloeft Anthonis Cornelissz voorscreven Jan sijn broeder ander lant te bewijsen in dijen hij dat bij beschadicht wordt voor dat hij ‘t sijne wil hebben sal. Actum als boven. In presentie Ariaen Geritssz van Boemel ende Gerit Janssz als buerman ende mij present.          Johan Peterssz.

Akte is doorgestreept.

Fol. 81 r.

            Aerdt Anthonissz; meester Ariaenssz Cools; Lambert Jan Lambertssz.

Aerdt Anthonissz, als grootvader vanden onmondighen achtergelaten kijn­deren van wijlen Gerit Aertssz sijne sone blijckende bij seeckere procuratie der stede van Sinte Geertruijden Berghe die wij schoudt ende heemraders gesien ende hebben horen lesen, ende Ariaen Aertssz, onse mede heemraedt hebbende volcomen macht ende procuratie van meester Ariaen Cools secretaris tot Sundert, gaven te samen over met vrijer ghiften zoe recht is Lambert Jan Lambertssz wonende tot Ghils neghen ghaerden lants gelegen int Leghe Veen. Luttel min of meer nae inhoudt dat dijckboeck auctentijck daer van sijnde. Streckende vanden halver kreecken aff aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter vaert daer die schepen doer varen. Lambert Jan Lambertssz voorscreven selver met sijnen erfve gelegen aen beijden zijden. Ende dit voorscreven lant geloefden comparanten voornoemt Lambert Jan Lambertssz voornoemt te vrijen ende te waren naeden lantrecht van alle voorcommer tot desen teghenwoordighen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xxviijsten  januarij anno xvC ende Lxxiij naeden stijl van Luijck.

Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegerssz.

Fol. 81 v.

Desen xxxen martij anno xvC ende Lxxviij compareerden voorden heemmraedt van Raemsdonck ondergescreven Peter Ariaen Gerit Hermanssz vanden Rijen ende heeft geschoten ende beleent van Peter Janssz vanden Werck ende heeft hem geschoten ende getelt die [1] somme van hondert karolus guldens, twintich stuvers den gulden. Ende sal daer voren bruijcken enen halven werf gelegen met Mathijs Huijmanssz kijnder bedeelt opten oosten candt. Streckende vanden sloet af buijten dijckx aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op soe verre als die seijsen nu oft totten grindt toe gaen mach. Ende sal Peter Janssz voorscre­ven Peter Ariaen Gerit Hermanssz desen halven werf voorscreven vrijen ende waren van allen commer ende onraet hemel vrij. Ende is wel geconditio­neert ende ondersprocken als dat Peter Ariaenssz voorscreven desen halven werf voorscreven gebruijcken, hoijen ende weijen sal van jaer tot jaer tot sijnder obaertmisschap(?) ende ter tijdt ende wijlen toe voor hem Peter Janssz voorscre­ven die hondert karolus guldens voorscreven weder om restitueert. Ende en mach dit goet nijet belasten oft beswaren met gheenderhandt last soe langhe alst in Peter Ariaenssz voorscreven bruijckwer staet. Actum als boven. In presentie heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers ende Govaert Evertssz ende mij gesworenen clerck present.

Fol. 82 r.

Desen ijen aprilis anno xvC ende Lxxiij compareerden voor schoudt ende heemraders van Raemsdonck Mariken, wedue wijlen Henrik Ariaen Ghijben zaligher ende heeft beghert ende gegundt ende gemaeckt bij haeren leven, haer vijf sinnen wel machtich ende wil ende beghert als dat Sebastiaen Aertssz ende Dingenken haer dochter zullen hebben ende behouden die stede soo groot ende cleijn als Henrick Ariaen Ghijben ende Marij sijn huijsvrouwe bij haeren leven die gebruijckt ende beseten hebben. Streckende vanden halven Poelsloot af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op totten halven watersloot tot Zegher Hendrickssz erfve. Ende sal na Marijen doot die stede alsdan betalen voor die somme van vijftalf hondert karolus guldens op vijf Bamis daghen maer nae die doot van Marij voorscreven den ersten nijet doende. Ende is wel geconditio­neert ende ondersprocken als dat Sebastiaen Aertssz voorscreven altijt sijn paert ende deel hebben ende obtineren sal in die vijftalf hondert karolus guldens voorscre­ven. Ende dat om zeeckeren zaecken willen ende om haeren dochter goeden trouwen arbeijt ende anders haer daer toe porrende ende moverende. Noch wil ende beghert die selfde Marijken voorscreven als dat Henrick Ariaen Janssz kijndt ende Henrick Zegher Henricxssz kijndt ende Henrick Sebastiaen Aertssz kijndt nae die doot van haer, vrouken voorscreven, voor vuijt hebben ende behouden zullen ten euwighen daghen een stuck lants gelegen in die Heijninge. Streckende van Vas

Fol. 82 v.

Thomassz erfgenamen erfve ende Joachim Meussz erfve af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op totten halven Schausloot toe. Joachim Meussz west ende Vas Thomassz erfgenamen oost. Ende is wel ondersprocken dat gheen vanden ouders vanden voorscreven kijnderen dat voorscreven lant nijet en sullen veralieren, vercopen oft varhantplichten ter tijt ende wijlen toe voor die kijnder voorscreven alle drie tot haren daghen gecomen zijn. Ende wil ende beghert die selve Marij voorscreven dit vast ende van waerden gehouden te hebben sonder arch oft list. Aldus gedaen den ijen aprilis anno xvC ende Lxxiij naer Paes­schen. In presentie heemraeders Ariaen Aertssz Schouten ende Govaert (sic!) ende Govaert Evertssz ende mij gesworene clerck present.

                                                                                                                    Johan Peterssz.

Fol. 83 r.

            Jan Ghijben; Jan Gielissz vanden Rijen.

Desen xxsten aprilis anno xvC ende Lxxiij compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck Jan Ghijben ende gaf over met enen verlije zoe recht is Jan Gielissz wonende ten Rijen een half oorde gelegen met Huijman Janssz weeskijnderen even groot, ombedeelt. Streckende vanden vaert aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Dongha toe. Ariaen Jans van Gestels erfgenamen gelegen aen die oostzijde ende Ariaen Ariaenssz Castelleijnen kijnder met Henrick Pauwels Vermoelen gelegen aen die westzijde. Ende deze half oorde voorscreven geloefden Jan Ghijben voorscreven Jan Gielissz voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht van allen voor commer tot desen teghenwoordighen daghe toe. Ende steldt Jan Ghijben voorscreven Jan Gielissz vorscreven tot enen onversterflijcken waerborch die helft teijnden dat lant ombedeelt totter brantwateringen toe. Het clooster van Raemsdonck met haer erfve gelegen aen die westzijde ende Ariaen Aensoen Castelleijnen gelegen aen die oostzijde. Te vrijen ende te waren naeden lantrecht. Sonder arch oft list. Actum als boven. Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegerssz.

Fol. 83 v.

            Erfdelinge aengebrocht Aerdt Janssz van Eerssel ende die erfgenamen van sijnder huijsvrouwen.

Inden eersten Aerdt Janssz geloot ende geërfdeelt op dat oudt huijs metten werf gecomen van Clauweaert die Backers erfgenamen metten schijs die op ‘t huijs staet. Streckende noortwaert op totten eersten dwarssloot toe met alle die gereetschap te weten houdt, steen, riet ende alle gereetschap die daer toe gecoft is met half die opgaende willigen aent noorden eijnde neffen Jan Zegers. Ende sullen die willighen van nu voortaen noch vier jaeren blijven staen.

Noch van out huijs aent noorden eijnde te weten van den Vueseldrop af zuijtwaert op te die helft van dijen aenden oosten candt ter halver kreeck toe.

Noch op een veldeken teijnden Jan die Bonts lant totten Diefdijck toe. Die gerechte helft, te weten den oostencandt.

Noch die selve geloot ende geërfdeelt op die banck te weten ‘t zuijden eijnde vanden Leeghen Veen af noortwaert op totten dwarssloot toe. Met steginge ende weginge deen over den anderen. Met schuldt ende onschuldt half ende half te betalen.

Nu die erfgenamen geloot ende geërfdeelt op dat nieuwe huijs metten acker te weten vanden halven dwaersloot af van Ariaen Peterssz erve, te weten aent noorden eijnde zuijtwaert op totten Vueseldrop toe vanden ouden huijse te weten aent noorden eijnde ende van daer af voort zuijtwaert op vanden acker voorscreven ter halver kreecken toe. Te weten den westen candt neffen Jan Zegers erfve. Met noch een veldeken teijnde die oude stede te weten vanden dwarssloot voorss totten diefdijck toe, die westzijde.

Noch die selve geloot op die banck vanden dwarssloot af aent zuijden eijnde noortwaert op ter halver kreecken toe met half die opgaende willigen neffen Jan Zegers candt. Met steginge ende weginge deen over den anderen. Met schuldt ende onschuldt half ende half te betalen.

Aldus aengebrocht ende verpeijnt aen ‘sHeren handt te onderhouden op een boete van seven ponden. Actum den 10e julij anno xvC Lxxiij.

Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz.

Fol. 84 r.

Ariaen Willemssz beghert ende wil nu voorden heemraedt dat t’avondt oft morgen nae sijn doot indijen hij gheen wettige geborten achter en laet dat sijn susters ende broeders hebben ende behouden zullen alle sijn achtergelaten goeden, have ende erfve die hij nu heeft oft naemaels vercrijgen mach.

Actum als boven. Heemraeders als boven.

Ariaen Willemssz is gescheijden ende bedeelt tussen sijn bruers ende susters op dat eijndeken lants aenden Diefdijck daer Ariaen Willemsz ende sijn bruers ende susters tsamen op bedeelt zijn ende voort sullen die ander kijnder houden allet gheut daer die kijnder tsamen op bedeelt zijn, haeve ende erfve ende betalen schuldt ende onschuldt buijten Ariaen Willemsen cost. Actum als boven.

            Delinghe metten heer Adriaen Wierocken ende Neeltghen Ariaensdochter voor haer selven ende Willem Buijssen als voicht van Jacob Buijssen sijns bruers weeskijnderen.

Inden eersten die wedue metten weeskijnderen met Willem Buijssen, der kijnder voicht, sijn met blijnde loten met schout ende heemraedt geloot ende geëefdeelt haer portie ende gerechticheijt in achtergelaten goeden van Merken(?) Ariaenssz achtergelaten goeden daer sij in gerecht moghen wesen aen die westsijde tot allen plaetsen het sij in huijs ende hof.

Ende Ariaen Wiericken met Ariaen Ariaenssz kijnderen geloot met blijnde loten als boven aen die oostzijde tot allen plaetsen waer sij tsamen gegoet zijn het sij huijs ende hof. Actum den xe july anno xvC Lxxiij. In presentie heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegerss, Govaert Everssz, Ariaen Aertssz Schouten, Ariaen Geritssz van Boemel.

Fol 84 v.

            Erfdelinge aengebrocht Govaert Ariaenssz ende sijn erfgenamen den xvjen augusti anno xvC ende Lxxiij.

Inden eersten Govaert Ariaenssz geloot ende geërfdeelt opten halven acker ombedeelt met Lijnken Brievincx ende Joost Gruijters.

Noch die selve geloot ende geërfdeelt op een sestendeel onbedeelt in Heijn Goijkens(?) lant. Ende is wel geconditioneert ende ondersprocken als Govaert Ariaenssz voorscreven sijn leven lanck wonen ende gebruijcken sal dat cleijn huijsken. Ende sullen hem sijn erfgenamen dat repareren ende maecken dat hij hem sijn leven lanck daer properlijck in behelpen mach. Ende is daerenboven oock wel geconditioneert ende ondersprocken als Govaert Ariaenssz voorscre­ven t’avondt ofte morghen aflijvich wordt als dat alle sijn achtergelaten goeden sullen succederen, erfven ende besterven een ijegelijck enen rijcte, te weten hant, erfve haefdelich naden zuijthollandsche recht.

Nu hier thegen die kijnder tsamen geloot ende geërfdeelt op dat groot huijs metten erfve daer aen gelegen soe groot ende cleijn als Govaert Ariaenssz voorscreven ende Dinghen, sijn huijsvrouw zaligher dat tsamen in haer leven gebruijckt ende beseten hebben.

Noch die selve geloot ende geërfdeelt op een half stucxken lants gelegen op die Vlaeijkens met Gijsbrecht Zeghers kijnder ombedeelt streckende vanden halven Poelsloot af aent noorden eijnde streckende zuitwaert op ter halver Vlaeijkens straet toe.

Aldus aengebrocht ende verpeijnt aent ‘sHeren handt op een boete van seven ponden.

Actum als boven ende heemraeders Jan Zegherssz ende Govaert Evertssz

Fol. 85 r.

            Quitantie Aleijdt Heijn Buijssen ende Jenneken Faessen

Ick Jenneken Faessen bekenne ende lijde met deser mijnder quitantie ontvangen te hebben vuijt handen van Aleijdt Jan (sic vergelijk met de kop, waarschijnlijk hier correct) Buijssen Huijbrechtssen wedue zaliger die somme van seven karolus gulden ende thien stuvers in mindernisse voor haer portie vanden hootgheldt van een obligatie van meerder sommen haar met haar driën aengaende ende schelde die selve voor mijn portie van die seven karolus guldens ende thien stuvers quijt, spruijtende van een obligatie, berustende onder Baijen. In porta actum den xviije octobris anno xvC ende Lxxiij, mij gesworenen clerck present.

Noch die selve Jenneken Faessen ontvangen van die selve Aleijdt twe karolus guldens. Johan Peterssz

Desen xxvje novembris anno xvC ende Lxxiij compareerden voorden heemraedt van Raemsdonck nae bescreven ter absentie van den schoudt nochtans bij sijnen consent blijckende sijn eijghen handt. Soe heeft Huijbken die wedue van Ariaen Vassen zaliger aengenomen haer onmondig kijndt dat zij vercregen ende gegenereert heeft bij Ariaen Vassen haeren man te onderhouden voor jaeren lanck, in eeten, in drincken, in cleeden, in reeden, gelijck een goede moeder haren kijnder schuldich is te doene bij consent voichden ende toesienders ende schoudt ende heemraeders als oppervoichden ende sal daar voren houden ende hebben alle des kijndts goeden, hem van sijnen vader aen gecomen, haeve ende erfve. Ende daer dat kijndt enichsins van vrienden ende maghen in succederen ende besterven sal, dat sal dat kijndt houden aen hen selven om dan voort mede op te helpen teijnden den vier jaeren.

Ende sal deze aennemin­ge ingaend tot pinteren (? Vermoedelijk Pinksteren aangezien de datum in het volgende jaar ligt; de wedue mag ook tot mei in het huis blijven wonen.) naest comende anno xvC ende Lxxiiij ende soe voort vier jaren lanck duerende. Ende believet die weduwe soe mach

Fol. 85 v.

sij int huijs blijven wonen tot meij toe naestcomende welverstaende oft dit kijndt voorscreven aflijvich worden binnen middelen tijden van vier jaeren, sal nochtans die moeder houden alle die goeden hem van sijnen vader achtergelaten als voorscreven staet.

Actum als boven. In presentie Jan Zegherssz, Ariaen Geritssz als heemraeders. Cornelis Vassen als gerechte bestorven voicht ende Peter Diercxssz ende Cornelis Diercxssz als toesienders ende Beris Cornelissz als oom ende neef.

Mij present,                                                                                                      Johan Peters

Wij Jan Gerittsz van Boemel ende Commer Anthonissz als nu ter tijdt gesworens van Raemsdonck gaven te samen over met (acte gaat niet verder, er staan enkele kruisen voor).

Desen sesten januarij anno xvC ende Lxxiiij naeden stijl van Luijck compareerden voor schoudt ende heemraders Jan Mathijssz ende gaf over met vrijer giften zoe recht is Ariaen Peter Aertssz twe gaerden lants gelegen in Hoghe Donck. Streckende vanden Killen af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Maesen toe. Henrick Ariaenssz west ende Jan Mathijssz selver oost. Drie karolus guldens te betalen alle jaeren opten Drie Conigen dach anno xvC ende Lxxv naeden stijl van Luijck den eersten.

Akte is doorgestreept.

Ffrans Geritssz de Coninck gaf oeck over met vrijer giften zoe recht is den selven Ariaen Peter Aertssz oeck twe gaerden lants gelegen in de Werfcampen. Streckende vanden halver Killen af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter Maesen toe. Gerit Janssz west ende Frans Geritssz selver oost ende dit voorscreven lant te vrijen re(?)

Fol. 86 r.

drie karolus guldens tsiaers. Te betalen als boven. Te lossen met geldt inder tijdt wesen sal alsmen lost den penninck veerthien. Ende also Jan Mathijssz ende Ffrans Geritssz voorscreven den dorpe dese ypoteque leenen soe geloven de gesworens inden tijdt sijnde metten ghemeenen naebueren den selven Jan Mathijssz ende Ffrans Geritssz voorscreven altoes te indempneren, costeloos ende schadeloos te houden vanden ypoteque voorscreven. Sonder arch oft list. Actum als boven.

Akte is doorgestreept.

Het dorp heeft dit gelost aen Marij Teunis, Stijnken Ariaenssz, Hilleken Ariaens ende Ariaen Cornelisz opten xxe novembris 1588.

Ariaen Gijsbrechtssz Buijs gaf over met vrijer giften zoe recht is Cornelis Ariaenssz vier gaerden lants gelegen in die Donghe. Streckende vanden halver Killen af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter Maesen toe. Thoniss Cloosterman west ende Arieke Schouten oost. Te vrijen ende te waren re (zelfde teken als boven) vier karolus guldens tsiaers. Te betalen alle jaer opten Drie Conigen dach als boven. Te lossen den penninck xiiij met ganckbaer geldt metten verschenen pachten daer bij. Sonder arch of list. Actum als boven.

Fol. 86v.

            Bouwen Joosten; Jenneken Ariaensdr; Aentgen Ariaensdr; Cornelis Gijsbertssz.

Bouwen Joosten voor hem selven, Jenneken Ariaensdr, Aenken Ariaensdochter met haeren gecoren voicht hebben tsamen eendrachtelijck geloeft ende verwilcuert schuldich te sijn ende te betalen Cornelis Gijsbertssz die somme van elff ponden groten vlaems. Te betalen drie ponden groten vlaems tot Bamis naestcomende ende noch acht ponden groten vlaems te betalen op twe Bamis daghen daer aen volgende. Elcke Bamis vier ponden groten vlaems voor den eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Spruijtende desen wilcuer vuijt rechter liefden om sijn kijnderkens mede op te helpen ende hier voren sal Cornelis Gijsbertssz voorscreven sijn kijnderkens onderhouden in eten, in drincken, van alles haer nootdrift voor dat joncxte mondich wesen.

Actum den xvjen jannuari anno Lxxiiij naeden stijl van Luijck.

Heemraden Ariaen Peter Schoemakers, Jan Zegerssz.

Akte is doorgestreept.

Commer Toniss heeft hierop betaelt die somme van viij rijns guldens.

Bouwen Joosten ende Aentgen Ariaens hebben op desen wilcuer tsamen betaelt twe ponden groten vlaems.

Noch Jenneke Ariaenssz betaelt opten wilcuer voorscreven ses karolus guldens.

Noch Bouwen Joosten en Aentken betaelt sesthien Karolus Guldens.

Vuijt den wilcuer voorscreven heeft Cornelis Gijsbertssz over gedragen Kerst Ariaenssz de somme van ses ponden groten vlaems ende xij stuvers.

Present heemraeders Jan Zegerssz ende Mathijs Janssz gelief heemraet.

Dit stukje is doorgestreept.

Blijft hier buijten noch buijten staen een luepen rogs tsiaers ongereeckent het hootgeldt metten verlopen van dijen elf jaer soe parthijen dat accorderen sullen ende houdt daer voren in een pont vlaems.

In de kantlijn:

Bouwen Joosten portie kenden Cornelis Ghijsbertz ten vollen betaelt te sijn. Actum den xvC augusti 1576.

Cornelis Gijsbrechts kent van Commer Toniss sijn portie te vollen betaelt den iersten penninck metten lesten. Desen vje mert anno 77.

Cornelis Gijsbrechtsz bekent hem ten vollen voldaen te wezen van Tijs Woutersz den iersten penninck metten lesten. Actum dezen xxije augusti 1588.

Fol. 87 r.

            Erfdelinge aengebrocht Cornelis Gijsbrechtssz als man ende voicht van Neelken Ariaens sijnder huijsvrouwen ende Willem Buijsen als voicht van Jacob sijns bruers weeskijnderen.

Inden eersten Cornelis Gijsbrechtssz geloot ende geërfdeelt op dat lant in die Donghe op die westzijde effen groot.

Nu die voicht oft die weeskijnder geloot ende geërfdeelt op die oostzijde effen groot.

Aldus aengebrocht opten xje januarij anno xvC ende Lxxiiij naeden stijl van Luijck. Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegerssz

Fol. 87 v.

            Ariaen Janssz de Bosscher; Ariaen Cornelissz

Ariaen Janssz de Bosscher als man ende voicht van Mariken Ariaens dochter sijnder huijsvrouwen gaf over met vrijer giften zoe recht is Cornelis Ariaenssz tot behoef van Cornelia weduwe wijlen Cornelis Lambertssz de Bruijn sijnder moeder een stuck lants gelegen int Leghe Veen te weten xiiij gaerden oft so groot ende cleijn alst daer gelegen is. Streckende vanden slootken vanden Bancken af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter ouder vaert toe. Ffrans Geritssz de Coninck met Ariaen Ariaensoon Lueskijndt gelegen aen die westzijde ende Ariaen Castelleijn cum suis gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Ariaen Janssz de Bosscher, Ariaen Cornelissz voorscreven tot behoef van sijnder moeder te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum den xxiiije februarij anno xvC ende Lxxiiij stilo Luijck. Heemraeders Ariaen Peter Schoenma­kers, Jan Zegerssz, Govaert Evertssz.

Ariaen Cornelissz als voicht van sijnder moeder heeft rechtelijcken geloeft ende verwilcuert schuldich te sijn ende te betalen Ariaen Janssz de Bosscher van twe hondert Philips guldens te betalen vijftich karolus guldens gereet op die ghift ende die reste te weten noch twee hondert karolus guldens op drie Bamis daghen naestcomende. Elcken Bamis een gerechte derdendeel der somme voorscreven voorden eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Actum als boven ende heemraeders als boven.

Hier op betaelt die eerste vijftich guldens.

Bekenden hem Ariaen Jans vol ende geheel betaelt den eersten penninck metten lesten den ve januarij anno 78.

Fol. 88 r.

Desen ixe martij anno xvC ende Lxxiiij soe heeft Dierck Clauwaertssz den dorpe van Raemsdonck ondergedaen ende verschoten die somme van vijf ende dertich karolus guldens ende beloven die gesworen inder zijnde metten heemraeders ende ghemeen naebueren den selven Dierck Clauwaertssz voorscreven altijdt schadeloos te houden van een rente van twe Philips guldens tsiaers, staende opten acker die Dierck voorscreven eertijdts gecoft heeft van Bastiaen Wouterssz ende Lijsken Henrick die Vlaemincx daer jaerlijcx op heffende is. Ende sal Dierck voorscreven die rente selver vrijen tot meij toe anno xvC ende Lxxiiij. Actum als boven. In presentie Jan Mathijssz, Anthonis Anssen ende Commer Anthonissz, mij present.           Johan Petersz.

Fol. 88 v.

            Wouter Heijs; Peter Lemmen Aerden.

Wouter Heijs voor hem selven met Peter Lemmen Aerden die hem pretendeert als voicht van Wouter Heijs kinderen die hij gegenereert ende vercregen heeft bij Anneken Cornelis Jacobsszdochter gaven over met vrijer ghiften zoe recht is, Peter Lemmen Aerden, die gerechticheijt ende portie ende besterffenisse in een stuck lants geheten die Goete, die gecomen is van Truijken Ackermans. In alder manieren gelijck die arbijters bij namen Jan Mathijssz, Ffrans Geritssz de Coninck, Bartolomeus Ariaenssz onder hen hebben ende t’avont ofte morgen vuijtsprecken sullen als sij daer toe versocht worden. Actum den xve martij anno xvC ende Lxxiiij naeden stijl van Luijck.

Heemraeders Ariaen Peter Schoenma­kers ende Govaert Evertssz.

Peter Lemmen Aerden heeft rechtelijck geloeft ende verwilcuert schuldich te sijn ende te betalen Wouter Heijs met sijnen kijnderen die somme van ses pondt groten vlaems. Te betalen tot Lichtmis naestcomende anno xvC ende Lxxv naeden stijl van Luijck den eersten penninck metten lesten betaelt. Hieronder verobligerende dit selve goet daer dese wilcuer af spruijt. Actum als boven ende heemraeders als boven.

Fol. 89 r.

            Erfdelinge aengebrocht die erfgenamen van Lijnken Dierck Peterssz zaliger den xvije martij anno xvC ende Lxxiiij naeden stijl van Luijck.

Inden eersten Merten Diercxssz geloot ende geërfdeelt op die stede vanden Hancg af aent noorden eijnde, streckende zuijtwaert op totten eersten dwarssloot toe teijnden den grindt soe groot ende cleijn als Dierck Peterssz met sijn huijsvrou die tesamen gebruijckt ende beseten hebben. Met neghen karolus guldens ende vijf stuijvers daer jaerlijcx vuijtgaende die hij houdt tot sijnen last ende anders van schuldt ende onschuldt vrij.

Nu Pauwels Diercxssz geloot ende geërfdeelt op die Vlaeijkens. Streckende vanden Vlaeijkens straet af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totten halven Geijlssloot toe. Dies moeten Peter Diercxssz, Jan Willemssz, Peter Janssz, Dierck Ariaenssz, Ariaen Diercxssz ende Baeltgen Diercken vuijtreijcken Pauwels Diericken, elck voor sijn hooft seven karolus guldens eens te betalen Sint Jansmisse naestcomen­de ende is Pauwels vrij van alle schuldt ende onschuldt.

Nu Ariaen Diercken ende Baeltgen sijn suster tsamen geloot ende geërfdeelt opt lant teijnden den grindt ende teijnden die weije vanden noorden eijnde zuijtwaert op ter Kae toe soo groot ende cleijn als Dierck Peterssz met sijn huijsvrou zaligher dit gebruickt ende beseten hebben. Dies moet Baeltgen Diercken alleen vuijtreijcken die vier erfgenamen Peter Diercken, Peter Janssz ende Dierick Ariaenssz ende Jan Willemssz ses pondt groten vlaems eens te betalen Sint Jansmisse naestcomende ende tot Bamis daer volgende wel betaelt. Ende Ariaen Diercken oeck vuijtreijcken alleen dijen vier erfgenamen voorscreven oeck ses pondt groten vlaems te betalen als voren. Ende noch Dierick Ariaenssz vijf ende twintich karolus guldens eens te betalen Sint Jansmis anno xvC ende Lxxv.

Fol. 89 v.

Hier teghen Peter Diericken, Peter Janssz, Dierick Ariaenssz, Jan Willemssz geloot ende geërfdeelt op die hooghe weije te weten die helft met Castelleijnen ombedeelt. Streckende vanden halven Rijsbroecxssen wech af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totten Dongha toe.

Noch die selve geloot ende geërfdeelt op ses luepen erfrogs ende drie quartier tot Oesterhout.

Noch Peter Janssz vanden Werck geloot ende geërfdeelt op twee luepen erfrogs ende noch een half luepen tot Oesterhout.

Noch Baeltgen Diericken geloot ende geërfdeelt op drie luepen erfrogs tot Donghen.

Noch Ariaen Diericken geloot ende geërfdeelt op derdalf luepen erfrogs tot Oesterhout

Ende is noch wel geconditioneert ende ondersproken als dat Ariaen Diericken ende Baeltgen sijn suster vuijtreijcken sullen x karolus guldens ende x stuvers eens om die schuldt mede te betalen diemen te cort coempt. Ende hiermede sijn de erfgenamen gelijck gescheijen ende gedeelt ende vertijen die een teghen den anderen ende verpeijnt te onderhouden op een boete van seven ponden. Actum als boven. In presentie heemraeders Jan Zegerssz, Govaert Evertssz ende Ariaen Gijsbrechtssz Buijs ende Ariaen Ariaenssz Casteleijnen.

Ende sullen parthijen altijdt steghen ende weghen over malcanderen ende houden alle gebuerlijcke rechten.

Fol 90 r.

            Andries Ariaenssz; Jan Peterssz Crollen.

Andries Ariaenssz gaf over met enen verlije zoe recht is Jan Peterssz Crollen enen huijs metten erfve daer aen gelegen. Streckende vanden halven Peerboom af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totter straeten toe aen den noordenzijde van den Diefdijck. Ariaen Ariaenssz Lueskijndt met Anthonis Anssen, Govaert Evertssz gelegen aen die westzijde met Gijsbert Zegerssz kijnder oeck aen die westzijde teghen den acker. Ende Willem Geritssz ende Neeltgen Baijens cum suis met Cornelis Janssz Coman gelegen aen die oostzijde. Ende beloefden Andries Ariaenssz voorscreven Jan Peterssz Crollen voorscre­ven dit voors huijs metten erfve te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Sonder arch of list. Actum den xxvje martij anno xvC ende Lxxiiij naeden stijl van Luijck.

In de kantlijn zonder invoegmerkje: Met ses karolus guldens losrente ende viij stuvers erfrenten die de coopman tot sijnen last houdt.

Ende beloefde Jan Peterssz Crollen, Andries Ariaenssz voorscreven altijdt schadeloos van alsulcke bijpandt als hier staet competerende Govaert Evertssz altijdt daer van te vrijen gelijck Andries voorscreven Govaert Evertssz heeft moeten doen. Heemraders Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz.

Fol. 90 v.

            Jan Peterssz Crollen; Andries Ariaenssz

Jan Peterssz Crollen heeft rechtelijcken geloeft ende verwilcuert schuldich te sijn ende te betalen Andries Ariaenssz die somme van xxxiiij ponden groten vlaems. Te betalen vier pondt groten op die veste in mindernisse die somme ende tot Bamis naestcomende die somme van thien ponden groten vlaems ende die reste op twe Sint Jansmisse te mitsomer naestcomende voor den eersten penninck meten lesten betaelt sal wesen. Actum den xxvje martij anno xvC ende Lxxiiij. Heemraeders Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz.

Akte is doorgestreept.

Hier op betaelt die eerste vier ponden vlaems.

Hier op noch betaelt thien ponden groten vlaems voorscreven Bamis anno xvC ende Lxxiiij.

Andries Adriaenssz bekenden ontfangen te hebben thien ponden grooten vlaems verlopende Sint Jansmis anno xvC Lxxv. Actum den xvije octobris 1575.

Andries Adriaenssz bekenden desen willekuer vol ende al betaelt te sijn.

Fol. 91 r.

            Erfdelinge aengebrocht die erfgenamen van Thoenken Claes Bert Vassen zaliger den xxve martij anno xvC ende Lxxiiij naeden stijl van Luijck.

Inden eersten Ariaen Peterssz geloot ende geërfdeelt opten werf buijten dijcx vander halven keenen af aent noorden eijnde zuijtwaert op totten sloot toe buijtendijcx, x dalve gaerden.

Met noch half dat wer ende een half gaerde binnen dijcx te weten vanden slooten af buijtendijcx zuijtwaert op totten sloot toe aen die zuijden sijde buijten den Diefdijck.

Met noch x dalven gaerden buijten dijen sloot zuijtwaert op ter Kae toe.

Met noch seven gaerden lants int Leghe Veen met Sinte Peter.

Met noch enen acker teijnden Jan Vassen cooltuijn den oosten acker zuijtwaert soe vert als Jan Andriessz acker reijckt. Met steginge ende weginge deen over dander te weten dat achterste over dat voorste met alle gebuerlijcke rechten met half die straet ende voetpat.

Neeltghen Gerits geloot ende geërfdeelt op half die Werfcampen die westzijde op vijf gaerden lants min een vierendeel.

Met noch enen gheer gelegen neffen Claes Jacobssz genaemt den Elfgheer.

Met noch twe werken lants gelegen in dit vijfhoeven gecomen van Rijchout Pauwelssz.

Met noch die stede op die Berghen soe die daer gelegen is metten erfgeldt dat die kerck daer op heft.

Met noch een westen acker vander straeten af zuijtwaert op soe verre als Jan Andriessz acker streckt. Met de schouwe voor op die straet met twe philips guldens jaerlijcx losrenten te ontfangen.

Nu Aentken Berthen geloot ende geërfdeelt op half die Werfcampen op vijf gaerden min een vierendeel, die oostzijde.

Met noch enen gheer een derdendeel gelegen met Lijnken Lemmen Maes tot Donghen ombedeelt.

So met noch enen gheer gelegen daer teijnden aen. So groot ende cleijn als Claes Berthoutssz ende Thoenken sijn huijsvrouwe dat gebruickt ende beseten hebben.

Met noch een deeltken gelegen op die Berghen teijnde die stede int Leghe Veen soe groot ende cleijn als Thoenken Cleijs zaliger dat beseten heeft.

Fol. 91 v.

Met noch een breeden acker teijnden Jan Andriessz acker aent noorden eijnde zuijtwaert opter halver Raemsdoncxsen vaert toe.

Met noch den westen acker vanden noorden eijnde zuijtwaert op tot Ariaen Gerit Buijs erve toe ende voort halff die delle met Ariaen Ariaenssz Buijs den oostencandt.

Met noch anderhalven acker gronts. Streckende vander halver Raemsdoncxsen vaert af aent noorden eijnde zuijtwaert op tot cloosters goet toe.

Behoudelijcken dies oft enijghe goeden belast oft beswaert mochten worden van eneijghe crackelen oft cummercausen nu nijet wetende sullen parthijen malcande­ren helpen gelden, het sij schuldt ende onschuldt. Actum den xxve martij anno xvC Lxxiiij naeden stijl van Luijck.

Heemraeders Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz.

Cornelia wedue wijlen van Gerit Wouterssz de Wit met Wouter Geritssz de Roij, haeren gecoren voicht die haer metten recht gegeven was gaf over met vrijer giften zoe recht is Ariaen Peter Schoenmakers een huijsinge metten erfve daer aen gelegen soe groot ende cleijn als sij daer in geloot ende geërfdeelt is ende van haerder moeder aen bestorven is. Gelegen op die Bergen ende daer Peter Clauwaerts nu ter tijt op woondt ende gebruickt. Actum als boven. Heemraeders als boven.

Ariaen Peter Schoenmakers heeft rechtelijcken geloeft ende verwilcuert schuldich te sijn ende te betaelen Cornelia wedue wijlen Gerit Wouterssz de Wit die somme van xxiiij ponden groten vlaems. Te betalen op drie Bamis daghen naestcomende, elcken Bamis een gerechte derdendeel der somme voorscreven voor den eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Ende nu twee ponden groten vlaems gereet op die gifte onvermindert die xxiiij ponden groten Vlaems voorscreven. Actum als boven ende heemraeders Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz.

Hierop bekenden Melis Cornelis ontfangen te hebben vuijt handen van Joost Peters van wegen Ariaen Peterssz ses rijns guldens. Actum den ve nov.

Noch ontfangen van Adriaen Peterssz die somme van achthien stuijvers doen die Schotten hier ierst quamen.

Noch bekenden Melis Cornelis ontfangen ofte gecort te hebben aen Tuenis Anssz van wegen Ariaen Peterssz die somme van sessenveertich rijns guldens vier stuijvers op Sinte Margrietendach anno tachtentich.

Fol. 92 r.

            Ariaen Ariaenssz Casteleijnen; Ariaen Jan Aertssz

Ariaen Ariaenssz Casteleijnen gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Ariaen Jan Aertssz een half banck. Streckende vander halver kreecken af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totten Leeghe Veen toe. Daer die seven gaerden af doorgaen ter Kae toe. Dierck Claessz in die bancken gelegen aen die oostzijde ende Henrick Wilmss gelegen aen die westzijde. Die kerck van Raemsdonck metten … (?) met Ariaen Peter Schoenmakers gelegen aen die oostzijde ende Henrick Willemssz aen die westzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden Ariaen Ariaenssz Casteleijnen voorscreven Ariaen Jan Aertssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden landrecht tot desen toe.

Actum den xviije junij anno xvC ende Lxxviiij.

Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers, Govaert Evertssz.

caput litteras.

In de kantlijn zonder invoegmerkje: te betalen van elck schattinge anderhalve stuver.

Jan Willem Wouters voor hem selven ende als voicht van Bastiaen Berthen weeskijnde­ren daer hij hem sterck voor maeckt, den jonghen Ariaen Castelleij­nen ende Cornelis sijne broeder ende Bastiaen ende Mariken Ariaensszdochter tsamen voor haer selven gaven over met vrijer ghiften zoe recht is Cornelis Ariaenss van Ghils tot behoef van Marck Ariaenssz sijnen broeder ende Golleken Ariaensdochter sijn suster ses gaerden lants min een vierendeel gelegen int Leeghe Veen. Streckende vander halver kreecken af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Dongha toe. De Heijlighe Gheest van Raemsdonck gelegen aen die oostzijde ende Ariaen Janssz van Ghils erfgenamen voorscreven gelegen aen die westzijde. Ende dit voorscreven lant geloefden comparanten voornoemt Cornelis Ariaenssz voornoemt tot behoef van sijn broeder ende suster voornoemt te vrijen ende te waren tot desen daghe toe. Actum als boven ende heemraeders als boven.

Fol. 92 v.

Ariaen Jan Aertssz heeft rechtelijcke geloeft ende verwilcuert zo recht is schuldich te sijn ende te betalen Ariaen Ariaenssz Casteleijnen die somme van twee ende dertich ponden groten vlaems. Te betaelen op twee Bamis daghen naerstcomende. Elcke Bamis die helft vanden somme voorscreven voorden eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Hieronder verobligerende dat selve goet daer den wilcuer af spruijt. Actum als aen d’ander sijde ende heemraeders als aen d’ander sijde.

Dierick Ariaen Geritssz gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Henrick Pauwelssz Vermoelen het sevendeel in een stucxken lants gelegen in die Oorde so groot ende cleijn als Truijken Ackermans daer in gerecht plach te wesen. Streckende vander Kae af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op totter Dongha toe. Jan Gielissz vanden Rijen gelegen met sijnen consorten gelegen aen die oostzijde ende Ariaen Ariaenssz Casteleijnen cum suis gelegen aen die westzijde. Ende beloefden Dierick Ariaenssz voorscreven Henrick Pauwelssz voorscreven dit voorss lant te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daghe toe. Actum den datum als bovenende heemraeders als boven.

Item dit voorscreven lant heeft Henrick Pauwelssz Vermoelen voorscreven weder over gegeven met vrijer ghiften zoe recht is Willem Pauwels Janssz in alder manieren als boven.

Fol. 93 r.

Mariken wedue wijlen Jan Cornelis int Broeck met Dierck Ariaenssz, haeren gecoren voicht die haer metten recht gegeven was gaf over met enen verlije zoe recht is Ariaen Jan Aertssz een half oorde. Streckende vanden halver Kae af aent noorden eijnde streckende zuijtwaert op ter Kae toe. Rijck Emmen gelegen aen die westzijde ende Ariaen Casteleijnen kijnder aen die oostzijde. Ende dit voorstaende lant geloefden die wedue met haeren voicht voorscreven, Ariaen Jan Aertssz voorscreven, te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daghe toe. Actum als vooren ende heemraeders als boven.

            Peter Wouterssz; Peter Gerit Noutsz.

Peter Wouterssz heeft rechtelijcken geloeft ende verwilcuert zoe recht is schuldich te sijn ende te betaelen Peter Gerit Noutsz de somme van derthien ponden groten vlaems, ses karolus guldens voor ‘t pondt, den gulden van xv groten vlaems oft paeijment inder waerden. Te betaelen op Sinte Peter ende Pauwels dach apostelen anno xvC ende vijf ende tseventich. Hier onder verobligerende alle sijne goeden, hebbende ende vercrijghende ende moet hier aen corten thien stuijvers vanden wijncoop. Actum desen lesten dach van junno anno xvC Lxxiiij. Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers ende Govaert Evertssz.

Fol. 93 v.

            Brievinck Huijbrechtssz; Peter Gerit Noutsz.

Brievinck Huijbrechtssz heeft rechtelijcken geloeft ende verwillecuert zoe recht is schuldich te sijn ende te betaelen Peter Gerit Noutsz die somme van sesthiendalff ponden groten vlaems. Te betaelen op twe Sint Jansmissen natuntatus te mitsomer elcke Sint Jansmis een gerechter helft der somme voorscreven voor den eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen daer den eersten af verschenen was Sint Jan anno xvC ende Lxxiiij. Spruijtende deser wilcuer van enen acker gelegen onder Oesterhoudt den welcken Brievinck voorscreven gecoft heeft van Huijbert Peters. Actum den lesten dach van junio anno xvC ende Lxxiiij. Heemraeders Ariaen Peter Schoema­kers ende Govaert Evertssz.

Hieop betaelt den eersten dach.

Opten xxixe septembris 1575 compareerden voor mij secretaris ondergescreven Peter Peter Geritz van Oisterhout ende bekenden desen bovengestelde willekuer vol ende al betaelt te sijn den eersten penninck metten lesten. Ende omme den bovengescreven Brievinck Huijbrechtssz wel te bewaeren vanden acker bovenge­screven ende der penningen daer van procederende so stelt Huijbert Peters tot eenen fixen waerborch ende cautionaris allen sijnen goederen, present ende toecoemende, moble ende inmoble egheen uutgesondert ende daer voor allen colaingien ende commer diemen naemaels opt voorss erfve soude moeghen stoecken ofte eijsschen naden lantrecht vande plecken daert goet op gelegen is. Uutgescheijden het derdendeel van twintich stuijvers jaerlicxe renthen die stil blijven staen tot kermisse ende resolutien vanden getuijgen die opte coopman­chap present hebben geweest oft tot eedt vanden cooper indijen hem gelieft ofte tot eedt van Dierck Peterss inde plaetse vanden vercooper aen haeren chijns ongeroert. Aldus gedaen voor Jan Zegerss heemraet tot xj2 Hoefven ende Groot Waspijck ende mij Mathijs Otgens Mathijsz secretaris aldaer.

Fol. 94 r.

Ick meester Cornelis Cornelissz bekenne ende lijde mits desen ontfangen te hebben vuijt handen van Aleijdt die wedue van Jan Buijs Huijbrechtssz zaliger memorijen, die somme van vier ponden groten vlaems te causen van een obligatie berustende onder Baijen Janssz in porta te weten op mijnen portie (“ende schulde den selve daer” deze zin is doorgestreept). Actum desen lesten septembris anno xvC ende Lxxiiij, mij present       Johan Peters.

Desen xxviijsten octobris anno xvC ende Lxxiiij compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck Cornelia wedue wijlen van Huijbert Janssz de Bont ende heeft haer onmondiche kijndt het welcke sij gegenereert ende vercregen heeft bij Huijbert Janssz voorscreven haeren man, aengenomen van Peter Janssz de Bont den gerechten bestorven voicht ende Jan Meusse als toesiender ende schout ende heemraders als oppervoichden, te onderhouden in eeten, in drincken, in cleeden, in reeden, in alles te doene gelijck een goede moeder schuldich is te doene tot sijnen mondighen daghe toe. Ende sal daer voren hebben, behouden alle die achtergelaten goeden, have ende erfve, cleederen ende die schult van den pater ende schuldt ende onschuldt ende het besterff van Claes Janssz die Bont in dijen hij niet weder en comt. Dies ist voorwaert ende wel geconditioneert dat sij den kijnde alst mondich wesen sal vuijtreijcken moet die somme van vijftich karolus guldens eens. Ende oft dat kijnde aflijvich worde binnen dijen middelen tijden soe sullen die vijftich karolus guldens voorscreven succederen, erven ende besterven aen die gerechte erfgenamen naeden zuijthollantschen recht. Ende steldt die wedue daer voren tot enen waerborch.

Fol. 94 v.

Dat voorgenoemde lants gelegen achter Ariaen Thonissz die twe jaren vrij te laten ende mach die twe gaerden beswaren bij nootsaecken. Actum als boven. In presentie heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz ende mij present. Actum als voren gecreven.

Erfdelinge aengebrocht die erfgenamen van Cornels Vas Thomassz.

Inden eersten Lenaert Cornelissz. Verder geen tekst.

Fol. 95 r.

Desen xxje januarij anno xvC ende Lxxv naden stijl van Luijck, compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck Peter Diercxssz ende Jan Willem Wouterssz ende gaven over met vrijer ghiften zoe recht is, Henrick Laureijssz van Asten een viertendeel in een stuck lants ombedeelt genaemt die Hoghe Weije. Streckende vanden halven Rijsbroecxsen wech af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Dongha toe. Die Heijlighe Geest van Raemsdonck gelegen aen die oostzijde ende Henrick Huijben van Ghils cum suis gelegen aen die westzijde. Ende dat voorscreven lant geloefden comparan­ten voornoemt Henrick Laureijssz voornoemt te vrijen ende te waren naeden lantrecht ende allen voorcommer af te doen van schot van lot ende commerg­heldt ende van aller datter op coemen mach tot desen daghe toe. Actum als boven. Heemraeders Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz.

Henrick Laureijssz heeft rechtelijcken gelooft ende verwilcuert schuldich te sijn ende te betalen Jan Willem Wouters die somme van hondert karolus guldens, twintich stuijvers voorden gulden. Te betaelen tot Lichtmis alsmen scrijven sal duijsent vijfhondert Lxxvj stilo Leoden. Actum als boven. Heemraeders als boven.

Desen iiije septembris anno 77 compareerden Lijsken Jan Willem Wouters weeu met Dirck Ariaenss haren gecoren voicht, Wouter Willems als voicht van Jan zijns bruers weeskijnt ende heeft haer vol goeder betaelinghe bedanckt van mr Henrick van Asten den iersten penninck metten lesten. Heemraeders Ariaen Peterss, Jan Zegerss, Ariaen Aertss.

Fol. 95 v.

            Govaert Sijmonssz; Peter Janssz van Beeck.

Desen lesten januarij anno xvC ende Lxxv naeden stijl van Lijck compareerden voor schoudt ende heemraeders van Raemsdonck Govaert Sijmonssz ende gaf over met vrijer giften zoe recht is Peter Janssz van Beeck veerthien gaerden lants ende een vierendeel gelegen int Leeghe Veen te weten het gerechte half wer opten oosten candt. Streckende vander halver kreecken af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Dongha toe. Ariaen Andriessz erfgenamen int selfde lant gelegen aen die westzijde ende Jan Meussz ende Bartelmeus Aensoen cum suis gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden Govaert Sijmonssz voorss Peter Janssz van Beeck voorscreven te vrijen ende te waren naden lantrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum als boven. Heemraders Ariaen Geritssz van Boemel ende Govaert Evertssz stathouder.

Fol. 96 r.

            Stoffel Jacobssz; Em Cleijs Janssz

Desen sevende februarij anno xvC ende Lxxv naeden stijl van Luijck compareer­den voor schoudt ende heemraeders van Raemsdonck Stoffel Jacobssz ende gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Em Cleijs Janssz veerthien gaerden lants. Streckende vander halver kreecken af aent aent noorden eijnde, daer die Schraevenmoer­sche schepen duer varen, zuijtwaert op, streckende totter Dongha toe. Der kercken landt van Raemsdonck gelegen aen die westzijde vanden veerthien gaerden voorscreven ende aen die oostzijde Dierick Smuchers(?) lant plach te wesen. Ende dit voorscreven lant geloefden Stoffel Jacobssz voorscre­ven Em Cleijs Janssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht gelijck men een vrij eijghen lant schuldich is te vrijen ende te waren. Ende allen voorcommer af te doen tot desen teghenwoordigen daghe toe voor haerder alder naecomelingen. Sonder archt oft list. Actum als boven. Heemraeders Ariaen Geritssz van Boemel ende Govaert Evertssz mij present.

Fol. 96 v.

            Ariaen Peter Raessen als voicht van Gerit sijns bruers weeskijnderen; Peter Dierck Mertenssz

Desen xen februarij anno xvC ende Lxxv naeden stijl van Luijck compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck Ariaen Peter Raessen voor hem selven ende als gerechte bestorven voicht van Gerit Peter Raessen sijns bruers weeskijnderen, gaff over met vrijer ghiften zoe recht is Petere Dierckssz haer portie ende gerechticheijt alsoe groot ende cleijn als zij aenbestorven zijn in een stuck lants gelegen in die Brandt ombedeelt gecoemen van Aentken Gerit die Borchgraven. Streckende vanden slootken af buijten den Achterdijck aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver brandtwateringen toe. Cornelis Diercxssz gelegen aen die oostzijde ende Joost Gruijters erfgenaemen (in de kantlijn: “cum suis”) gelegen aen die westzijde. Ende dit voorscre­ven lant geloofden Ariaen Peter Raessen voorscreven Peter Diercxssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Sonder archt oft list. Actum als boven. Heemraeders Ariaen Geritssz van Boemel ende Jan Zegerssz.

Opten xxiije junij 1576 compareerden Ariaen Peter Raess voor hem selven ende mede als gerechte bestorven voicht van Gerit Peter Raessen sijns bruers weeskinderen ende bekendt voorden gerechten ondergescreven, betaelt te sijn van volder betaelinge den eersten penninck metten lesten van de bovengescre­ven erffenisse. Ende indijn daer naemaels enigen commer op quamen so sal Peter Diercxssz hen moeten verhaelen aenden gerechten goederen die hij binnen bans heeft liggende hem ende den weeskinderen toesienderen. Actum als boven. Coram heemraeders bovengescreven ende Govaert Everts als stathouder.

Fol. 97 r.

Eodem anno et die, compareerden oick voor schoudt ende heemraet voorscre­ven, (in de kantlijn zonder invoegmerkje: Ariaen Peter Raessen voor hem selven), Truijken wedue wijlen van Ariaen Janssz die Borchgraeff met Ariaen Peter Raessen haeren gecoren voicht die haer metten recht gegeven was, gaf over met vrijer ghiften zoe recht is, behalven cloosters schijns recht, Peter Cornelis Pauwels ende Jacob Aert Willem Jacobs, een vierendeel in een wer lants gelegen int Rijsbroeck met Em Cleijs Janssz ombedeelt. Streckende vanden halven Rijsbroecxssen wech af aent noortwesten eijnde. Streckende zuijtoost­waert op totter Zeepkens Bulleken toe. Die erfgenamen van Bartelmeus Pauwelssz gelegen aen die noortoostsijde ende het convent van Santrosen gelegen aen die suijtwestensijde. Ende dit voorscreven lants geloofden Truijken, die wedue voorscreven, met haeren gecoren voicht voorscreven, Peter Cornelis Pauwelssz ende Jacob Aert Willem Jacobs voorscreven, te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum als boven ende heemraders als boven.

Fol. 97 v.

Desen xiije februarij anno xvC ende Lxxv naeden stijl van Luijck compareerden voor schoudt ende heemraet Dierick Korsten als man ende voicht van Anneken Peters dochter, sijnder huijsvrouwen, gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Roelof Ariaenssz een stuck lants gelegen opten Gheren. Streckende van Baijen Mathijssz erfgenamen erfve af aent westeijnde. Streckende oostwaert op tot Henrick Peterssz erfve toe. Jan Mathijssz erfgenamen gelegen aen die noordensijde ende Jan Peterssz Knapen gelegen aen die zuijden zijde. Met steghinge ende weghinge over Jan Peterssz geren ende voort over Ariaen(?) Willemssz gheer ende voort over Willem Janssz …  gheer. Streckende zuijtwaert op totten Leghen wech toe. Ende desen voorss gheer geloofden Dierick Korsten voorscreven Roelof Ariaenssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen teghenwoordighen daghe toe. Actum als boven. Heemrae­ders Ariaen Aertssz Schouten ende Govaert Evertssz.

Roelof Ariaenssz heeft rechtelijcke gelooft ende verwilcuert schuldich te sijn te betalen Dierick Korsten die somme van neghen ponden grooten vlaems. Te betaelen nu vijf ponden vlaems gereet op die ghifte ende noch vier ponden vlaems tot meij naestco­mende over een jaer te weten meij Lxxvj. Actum als boven ende heemraders als boven.

Akte is doorgestreept

Hierop betaelt die eerste vijf ponden vlaems.

Dierick Korsten bekenden desen willekuer vol ende al betaelt te sijn. Actum den xxe meij 1576.

Fol. 98 r.

Desen xve februarij anno xvC ende Lxxv naeden stijl van Luijck compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck Cornelis Diercxssz ende gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Staes Huijbertssz ende Commer Huijbertssz sijn portie ende gerechticheijt in vier gaerden lants gelegen in die acker in Ariaen Andriessz wer plach te wesen. Streckende vander halver Gheijlsloot af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert ter halver Maesen toe. Aleijdt Jan Buijssen weu int selfde lant gelegen aen die westzijde ende Henrick Ariaenssz oick int selfde lant gelegen aen die oostzijde. Te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum als boven. Heemrae­ders Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz.

Cornelis Diercxssz bekendt ten volle ende gehele betaling van Commer Huijbertssz den eersten penninck metten lesten betaelt. Ende van Staes Huijbertssz bekendt hij hem oick te vollen betaelt den eersten penninck metten lesten.

Opten selven dach compareerden oick als voren Ariaen Willemssz Bonten ende gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Cornelis Diercxssz een stuck lants gelegen op die gheren, die helft vanden lande. Streckende vanden Jan Mathijssz erfve af aent westeijnde. Streckende oostwaert op tot Henrick Peterssz Maet erfve toe. Laureijs Janssz gelegen aen dat noorden zijde ende Roelof Ariaenssz aen die zuijden zijde. Te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daghe toe. Actum als boven ende heemraeders Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz.

Item dit selfde lant boven gescreven heeft Cornelis Diercxssz weer over gegeven met vrijer giften zoe recht is Roelof Ariaenssz in alder manieren als hij dat van Ariaen Willemssz Bonten ontfangen heeft. Actum den xxxe maij anno xvC ende Lxxv. In presentie heemraeders Ariaen Aertssz Schouten ende Govaert Evertssz als stathouder.

Item bekenden hem Ariaen Willems Bonten ende Cornelis Diercxssz volle ende geheele betalinge van Roelof Ariaenssz den eersten penninck metten lesten. Actum als boven ende heemraeders bovengescreven vanden lande bovenge­scre­ven.

Fol. 98 v.

Desen xve februarij anno xvC ende Lxxv naeden stijl van Luijck compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck Huijbert Peterssz ende gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Anthonis Cornelissz seven gaerden lants gelegen in Willem Ariaen Diericx wer placht te wesen. Streckende vanden dwerssloot af die nu voor aenden grindt leijt aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Maesen toe. Henrick Cornelissz Pluijm int selfde lant gelegen aen die westzijde ende Mathijs Huijmanssz met Ariaen Geritssz Molder gelegen aen die oostzijde. Ende dit voostaende lant geloofden Huijbert Peterssz voorscreven Anthonis Cornelissz voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen teghenwoordighen daghe. Sonder arch oft list. Actum den daten als boven ende heemraeders Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz.

Item Huijbert Peterssz bekent hem volle ende gehele betalinge van Anthonis Cornelissz voorscreven vanden voorss lande den eertsen penninck metten lesten betaelt. In presentie Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz als heemrae­ders.

Fol. 99 r.

            Erfdelinge aengebrocht die erfgenamen van Anneken Buijs Willemssz zaliger den xxve februarij anno xvC ende Lxxv.

Inden eersten Staes Huijbrechtssz geloot ende geërfdeelt op een derdendeel in een half wer lants dat Peerken Thomas plach te wesen opten oosten candt. Streckende vander halver Dongha af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ten halven Maesen toe.

Hier tegen Jacob Buijssen weeskijnderen geloot ende geërfdeelt oick een derdendeel int selfde lant, middel int lant int half wer streckende deen als dander.

Nu Willem Buijssen geloot ende geërfdeelt oeck op een derdendeel int selfde lant int half wer opten westen candt streckende deen als dander.

Ende noch op twee gaerden in een vierendeel gelegen in Groot Waspijck nae inhoudt het oude reghister in date den xxe januarij anno xvC Lxvj.

Is oeck wel geconditioneert ende ondersprocken als dat den grindt die nu op dat lant betuelt staet dat sij dat tsamen gebruijcken sullen elck sijn derdendeel soe langhe als den grindt staet, ‘t geheel lant door malcanderen.

Is noch wel geconditioneert ende wel ondersprocken dat het lant gelegen in die Oorde dat sij parthijen dat tsamen vercopen sullen ende vercoft zijnde, dat Staes Huijbrechtssz daer van afftrecken ende bueren sal vanden iersten ende gereetsten penningen, die somme van vijf ponden groten vlaems voor sijnder huijsvrouwe vuijtsettinge.

Fol. 99 v.

Ende blijft noch een stucxken lants gelegen met Ghijsbrecht Henricxssz een ruwaer ombedeelt ende met Ffrans Geritssz ende Ariaen Ariaenssz.

Ende altoes deen over dander te steghen ende te weghen over malcanderen ende met alle gebuerlijcke rechten te onderhouden. Actum als boven. Heemrae­ders Ariaen Aertssz Schouten ende Govaert Evertssz.

Ende voort allen renten oft cummerkausen sullen parthijen malcanderen altoch helpen gelden.

Opten selven dach soe heeft Ariaen Aertssz als toesiender met schoudt ende heemraeders als oppervoichden over ene verlije zoe recht is Willem Buijssen ende Staes Huijbrechtssz, Jacob Buijssen kijnder gedeelt ende portie int huijs metten erfve dat Anniken Buijssen getimmert heeft aen die …molen (.. betreft afkortingsteken; vermoedelijk dus: rosmolen) Streckende vander halver sloot af teijnde den werf daert huijs op staet aent noordeneijnde. Streckende zuijtwaert op totten halven sloot toe over den Diefdijck te midden int lant als boven gescreven staet. Te vrijen ende te waren tot desen daghe toe.

Is wel onders­procken dat alsulcke rendt als Godschalck Dierckxssz opt geheel lant heffende is, sullen sij van stonden aen tot haeren last houden. Ende sal hem luijden cortinghe wesen aen hair hootpenningen. Actum als boven. In presentie Ffrans Geritssz die Coninck ende Gerit Janssz bij goet duncken ende bij wesen van schoudt ende heemraeders ende mij gesworenen clerck present.

Fol. 100 r.

Desen xxve februarij anno xvC ende Lxxv naeden stijl van Luijck compareerden voor schoudt ende heemraedt Willem Buijssen ende Staes Huijbrechtssz ende hebben te samen rechtelijcken gelooft ende verwilcuert schuldich te sijn ende te betalen Ariaen Aertssz Schouten tot behoef van Jacob Buijssen weeskijnder die somme van elf ponden groten vlaems ende anderhalve stuver te betalen op twe Sinte Mathijs daghen naestcomende, anno xvC ende Lxxvj den eersten naeden stijl van Luijck, ende soe voort voor den eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen hier afgetogen ende afgereckent die rendt die Godschalck Diricxssz daer op heffende is daer die weeskijnder af ontlast sullen blijven. Actum als boven. Heemrae­ders Govaert Evertssz, Ffrans Geritssz de Coninck als nabuer ende vanden vrienden.

Bekenden den schoudt met Ariaen Peterss ende Adriaen Janss als heemraders ende Ariaen Aertsz als toesiender vanden voirss weeskijnder desen wilcuer voirss ten vollen betaelt den iersten penninvk metten lesten ande afgereckent inde reckeninge. Gedaen ende gepasseert den lesten aprilis anno 80.

            Erfdelinge aengebrocht Aerdt Janssz van Eersel ende die erfgenamen van Thoenken sijnder huijsvrouwe.

Inden eersten Mariken Jans met die weeskijnder van Lijnken Jansdochter geloot ende geërfdeelt opten westen candt op een eijnde banken. Streckende vanden Leeghen Veen af aent zuijden eijnde noortwaert op totten eersten dwarssloot toe. Aerdt Janssz int selfde lant aen die oostzijde ende Jan Zeghersz met sijnen erfve aen die westzijde. Ende moet die westzijde die oostzijde vuijtreijcken die somme van acht karolus guldens tot Bamis naestcomende anno xvC vijff ende tseventich.

Fol. 100 v.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt opten westen candt vanden boomgaert metten acker. Streckende vanden halven Kreecken af aent zuijden eijnde noortwaert op totten oostel drop toe het noorden eijnde vanden oude huijse. Aerdt Janssz int selfde goet gelegen aen die oostzijde ende sijn kijnder met haere erfve gelegen aen die westzijde.

Noch half dat oudt huijs metten grondt soe dat op sijnen schijs staet half ende half met dat houdt datter af gehouden is ende bestemt is al datter nu ter tijdt toe is tsamen af te breecken.

Noch die selve geloot ende geërfdeelt opten westen candt van Jan die Bonten stede. Streckende vanden oostel drop af van dat oudt huijs aent zuijden eijnde noortwaert op totten sloot toe teijnden den boomgaert. Aerdt Janssz gelegen aen die oostzijde ende Aerdt Janssz kijnder aan die westzijde.

Noch die selve geloot ende geërfdeelt op een veldeken opten westencandt vanden sloot teijnden den boomgaert aent zuijden eijnde noortwaert op totten slootken toe voor den Diefdijck. Aerdt Janssz oost ende Ariaen Willemssz west.

Hier teghen is Aerdt Janssz geloot ende geërfdeelt in alle die parcelen aen die ander bovengescreven bedeelt opten oosten candt ende elck met schouwen ende ander gebuer rechten.

Fol. 101 r.

Noch Aerdt Janssz gedeelt ende geërfdeelt op een sestedeel in een huijsken metten erfve daer aen gelegen alsoe groot ende cleijn als Jeenken Joncken dat gebruickt ende beseten heeft. Staende nu ter tijdt in die Schans met achtdalven stuvers tsiaers daer vuijtgaende erflijck tsamen int geheel.

Noch Aerdt Janssz bedeelt op seven karolus guldens eens in die handt comende van Aen Pauwels wonende tot Breda.

Noch opt tsestedeel van seven karolus guldens comende van Ariaen Peter Zeghers met daer sijn twe voijer torfs op gehaelt. Ende blijven noch acht stuvers renten van Aerdt Janssz in Brabant.

Noch in Brabant van Jeenken Joncken weghen twe ende twintich stuvers met hem drijen verlopen vijf karolus guldens.

Hier teghen Mariken Jans ende die weeskijnder van Lijnken Jans bedeelt op een sestedeel in een huijsken metten erfve daer aen gelegen met acht stuvers vuijtgaende int geheel.

Met noch seven karolus guldens eens comende van Aen Pauwels wonende tot Breda.

Noch haer portie in seven karolus guldens van Ariaen Peter Zeghers met daer sijn twe voijer torfs op gehaelt.

Aldus aengebrocht ende verpeijnt aen ‘sHeeren handt op een boete van seven ponden. In presentie Jan Zegherssz ende Govaert Evertssz. Den sesten martij anno xvC ende Lxxv naeden stijl van Luijck.

Fol. 101 v. Akte is doorgestreept

Desen xvje dach van maert anno vcc ende Lxxv naeden stijl van Luijck compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck, Mariken Ariaensdochter met Govaert Evertssz haeren gecoren voicht die haer metten recht gegeven was ende heeft met haeren vrijen eijghen wille, ongedwongen van ijemand, haer verstant wel hebbende, gaende ende staende. Ende heeft gegundt, gegeven ende gemaeckt haer susteren ende broeders in dijen sij gheen vruchten achter en laet nae haerder doot vijftalff gaerde lants gelegen tot Raemsdonck met meester Ariaen Cools ombedeelt. Streckende vanden halver kreecken af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op streckende ter halver Maesen toe. Clauwaert Ariaenssz erfgenamen gelegen aen die oostzijde ende Ariaen Ghijben cum suis aen die westzijde.

Noch soe besedt die selve Mariken Ariaensdochter met Govaert Evertssz haeren gecoren voicht als vooren indijen sij gheen wettighe oer oft achter en laet na haerder doot den Heijlighe Geest van Waspijck vijftich karolus guldens eens ende den Heijlighe Geest van Raemsdonck vijftich karolus guldens eens, op ende vuijt vijftalf gaerden lants gelegen tot Waspijck. Gelegen met Jan Andriessz ombedeelt. Welverstaende soe wije nae haerder doot die vijftalf gaerden bedeelt sal worden, die sal gehouden sijn die hondert karolus guldens vuijt te reijcken. Actum den xvje martij anno xvC ende Lxxv naeden stijl van Luijck. Heemraeders Jan Zegerssz, Ariaen Geritssz van Boemel ende Govaert Evertssz.

Fol. 102 r.

Eodem anno et die compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raems­donck Mariken Ariaensdochter met Govaert Evertssz haeren gecoren voicht die haer metten recht gegeven was ende gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Leenaert Cornelissz haeren oom vijftalf gaerde lants gelegen met meester Ariaen Cools cum suis ombedeelt. Streckende vander grooten killen af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Maesen toe. Clauwaert Ariaenssz erfgenamen oost ende Ariaen Ghijben cum suis west. Te vrijen ende te waren …(?) twe philips guldens tsiaers te betalen alle jaer op Sinte Mathijs dach naestcomende anno xvC ende Lxxvj den eersten te lossen den penninck xiiij met ganckbaer geldt metten verschenen pachten dach daer bij. Actum den xvje martij anno xvC ende xxv naeden stijl van Luijck. Heemraeders Jan Zegerssz, Ariaen Geritssz van Boemel ende Govaerts Evertssz.

            Eerfdelinge aengebrocht die drie erfgenamen van Ariaen Janssz de Bont.

Inden eersten Bouwen Joosten geloot ende geërfdeelt op een half wer lants inde Donghe met Jan Ghijben ombedeelt.

Hier tegen Commer Thonissz geloot ende geërfdeelt op die Vlaeijkens vanden halven Poelsloot af zuijtwaert op ter halver Vlaeijkens straet toe metten ghenen dat die Heijlighe Geest heeft.

Noch die selve geloot ende geërfdeelt opt Leeghe Veen alsoe groot ende cleijn alst Ariaen Janssz de Bont zaliger gebruijckt heeft.

Noch die selve geloot ende geërfdeelt op de westenzijde vanden acker teijnde Peter Ariaenssz cooltuin metten boogaert zuijtwaert op totten over den Diefdijck. Ende Bouwen Joosten op die oostzijde streckende deen als dander.

Fol. 102 v.

Nu Aentken Ariaen Jansszdochter geloot ende geërfdeelt opt huijs metten erfve daer aen gelegen. Streckende vanden Bergensche straet af noorden eijnde zuijtwaert op tot Aentken Schouten goet toe oft totten halven Broecxsen toe. Metten vclecken(?) achter Ariaen Aertssz cooltuijn. Streckende zuijtwaert op totten halven Broecxssen toe.

Noch Bouwen Joosten geloot ende geërfdeelt opten oosten cant vanden lande achter ‘t huijs. Streckende vanden sloot af achter dat huijs aent zuijden eijndt. Streckende noortwaert op totten sloot toe over (óf onder) den dijck.

Noch Commer Thonissz geloot ende geërfdeelt op half de werfkens gelegen met Jan Ghijben ende Ffrans Clauwaerts ombedeelt.

Aldus aengebrocht ende verpeijnt aent ‘sHeeren handt op een boete van seven ponden. Den xvije martij anno xvC ende xxv naeden stijl van Luijck. Heemraeders Jan Zegerssz ende Govaerts Evertssz.

Fol. 103 r.

Desen xvije martij anno xvC ende Lxxv naeden stijl van Luijck zoe heeft Mathijs Huijmanssz reeckeninge gedaen op sijn eedt zoe recht is van sijne voorkijnder vanden jaeren Lxxvij, Lxxviij, Lxxviiij, soe dat Mathijs Huijmanssz van sijn twee kijnder te houden hebben sal thien pondt vlaems ende vanden jaere Lxxiiij nijet. Ende daer heeft meester Zegher een kijndt teghen gehouden ende heeft Mathijs Huijmanssz bekendt sijnen kijnderen schuldich te sijn die somme van ses ponden groten vlaems vanden coop vanden huijse ende vanden erfhuijse hier mede tsamen betaelt. Ende is een obligatie af verleden die hier inne gereeckent is mede betaelt ende alle lanthuijren ende grinden al afgereeckent van cleeden, schoen, koussen, lijnwaet tot desen daghe toe op sijnen eedt zoe recht is. Actum als boven. In presentie Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz ende coemt Mathijs Huijmansssz van sijnen kijnderen twintich brabants stuvers.

Fol. 103 v.

            Erfdelinge aengebrocht die wedue metten ergenamen van Jan Mathijssz zaliger.

Inden eersten die wedue met Frans Geritssz de Coninck haeren gecoren voicht geloot ende geërfdeelt op dat wer achter Ariaen Geritssoen Molder. Streckende van Ariaen Geritssoen cooltuijn af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op totten eersten dwarssloot toe over den dijck tot Gerit Janssz lant toe. Ariaen Peterssz west ende die erfenamen gelijck oost.

Noch die selve geloot ende geërfdeelt op een acker in die Hoefve. Streckende van Jan Zegers erfve af aent westen eijnde oostwaert op tot Henrick Peterssz Maet erfve toe. Ariaen Joachims aen die noordsijde ende Dierick Clauweartssz aende suijden sijde.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op enen acker neffen Govaert Evertssz erfve. Streckende vanden Ambacht van Groot Waspijck af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op tot Jan Zegers erfve toe. Govaert Evertssz oost ende Peter Ariaenssz west.

Noch die selve geloot ende geërfdeelt op eenen halven werf ombedeelt. Streckende vander halver Veerser straet af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Killen toe. Ariaen Andriessz erfgenamen west ende Cornelis Anssen naekijnder oost.

Noch die selve geloot ende geërfdeelt op enen halven acker saijlants. Streckende van Cornelis Ariaenssz Groijwel erfgenamen aent noorden eijnde. Streckende zuitwaert op tot cloosters goet toe. Joachim Janssz oost ende die erfgenamen west.

Fol. 104 r.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een wer lants gelegen in die acker. Streckende vander halver Berghensche straet af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op totter Veerscher Straet toe. Peter Janssz die Bont cum suis west ende die erfgenamen oost. Ende die twee weren salmen effen breet maeken ende die aerde inden oude sloot te vallen.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt opten middelsten gheer. Streckende van Baijen Mathijssz erfve af aent west eijnde noortwaert op totte Henrick Peterssz erfve toe. Die erfgenamen aen die suijdensijde ende die wedue aen die noordensijde.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een half weer lants gelegen boven kerck. Streckende vanden dellen af aent suijden eijnde noortwaert op ter halver Maesen toe. Jan Vassen erfgenamen oost ende die erfgenamen west. Ende zuijtwaert vuijt te steghen ende weghen ende malcanderen indie steghe helpen maecken.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een half wer lants gelegen in die Donghe. Streckende vander halver killen af aent zuijden eijnde noortwaert op ter halver Maesen toe. Die westzijde Ariaen Andriessz erfgenamen west en die erfgenamen oost.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt opten groten gheer. Streckende vanden halven sloot af aende Leeghen Wech aent westeijnde oostwaert op tot Jan Willem Wouters erfve toe. Baijen Mathijssz erfgenamen aent zuijden eijnde metten wedue aen die zuijden zijde ende die erfgenamen selven metten ene eijnde aen die noordensijde. Ende Henrick Peterssz Maet (De toevoeging Maet is in het origineel nauwelijkis leesbaar, maar dat moet er gezien het vervolg van de tekst wel staan) mede aen die noordsijde metten thien stuvers daer jaerlijcx vuijtgaende metten b…(?) neffen den Leeghen Wech.

Fol. 104 v.

Hierteghen die erfgenamen geloot ende geërfdeelt op en half wer lants gelegen achter Ariaen Huijben. Streckende van Ariaen Huijben cooltuijn af aent zuijden eijnde noortwaert op ter halver Maesen toe. Mathijs Janssz oost ende die wedue west te weten binnendijcx ende buijtendijcx Gerit Janssz west.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op eenen acker saijlants gelegen in Henrick Luijen Ambacht. Streckende van Dingeman Andriessz erfve af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter halver heij toe. Dingeman Andriessz west ende Peter Joachimssz oost.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een half delle boven kerck. Strecken­de vanden noorden eijnde vanden lande zuijtwaert op tot Jan Vassen erfgena­men erfve toe, met haer portie vanden straeten metten voorpat. Jan Vassen erfgenamen oost ende Henrick Ariaen de Raets west.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een vierendeel van eenen werf. Streckende vander halver killen af aent noorden eijnde zuijtwaert op ter halver Veerscher straet toe, ombedeelt. Ans Cornelissz cum suis oost ende Ariaen Andriessz erfgenamen west.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op eenen halven acker achter Cornelis Ariaenssz Groijwel. Streckende vanden cooltuijn af aent noorden eijnde zuitwaert op tot cloosters goet toe. Die wedue oost ende Ariaen Ariaenssz Buijs west.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een werken lants gelegen in die acker. Streckende vander halver Berghensche straat af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op totten Veerscher straet toe. Die wedue west ende Ariaen Ariaenssz erfgenamen oost.

Fol. 105 r.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een half wer lants boven kerck. Streckende vanden Delsloot af aent zuijden eijnde noortwaert op ter halver Maesen toe. Die wedue west ende Jan Vassen erfgenamen oost.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op een wer lants in die Donghe. Streckende vander halver killen af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert ter halver Maesen toe. Die wedue int selfde wer west ende Ariaen Gijsbertssz Buijs oost.

Mathijs Janssz alleen geloot ende geërfdeelt opten achtersten zuijdensten gheer. Streckende van Baijen Mathijsssz erfgenamen erfve aent westen eijnde. Oostwaert op tot Henrick Peterssz Maet erfve toe. Die wedue aen die noorden­zijde ende Roelof Ariaenssz aen die zuijdenzijde.

Hier tegen Aentken Jans, Jan Ariaen Ghijben ende Mariken Jans geloot ende geërfdeelt op drie gheren neffen den Leeghen Wech. Streckende oostwaert op tot Laureijs Janssz, Roelof Ariaenssz ende Dierick Clauwaertssz ende Henrick Peterssz Maet erfve toe. Anthonis Anssen aen die noordensijde ende die wedue aen die zuijdensijde.

Ende is wel geconditioneert ende wel ondersprocken soe wanneer als Jan Ariaenssz ende Aentken Jans haer gheeren vercopen willen soe belooft Mathijs Janssz als voicht van Mariken Jans sijn suster die portie ende gedeelt mede te laten volghen ende die penningen mede te ontfangen.

Is noch wel geconditioneert ende ondersprocken soe wat crackelen oft cummercausen op eeijnighe goeden souden moghen oprijsen ende op comen ende hier nijet gespecificeert en staen sullen parthijen altijdt malcander helpen ghelden.

Aldus aengebrocht den xxiiijsten martij anno xvC Lxxv naeden stijl van Luijck. In presentie heemraeders Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz als heemraeders ende Ffrans Geritssz de Coninck ende Gerit Janssz als naburen.

Fol. 105 v.

            Jan Ariaen Ghijben; Aentken Jansdochter; Mariken Jansdochter; Mathijs Jan Laureijssz tot Ghils; Lambert Jan Lambertssz tot Ghils.

Desen vijften aprilis anno xvC ende Lxxv nae Paesschen compareerden voor schoudt ende heemraedt, Mathijs Janssz voor hem selven, Jan Ariaen Ghijben voor hem selven, Aentken Jansdochter met haeren gecoren voicht die haer mette recht gegeven was ende Mathijs Janssz als gerechte bestorven voicht van Mariken Jansdochter sijne suster, gaven gesamender handt over ende elcx bijsonder met vrijer ghiften zoe recht is Mathijs Jan Laureijssz ende Lambert Jan Lambertssz, beijde wonende tot Ghils, drie zeeckere gheerden. Streckende vanden halven sloot af aen die oostzijde, vanden westen eijnde oostwaert op tot Roelof Ariaenssz ende Cornelis Diericxssz cum suis erfve toe ende den middelste tot Laureijs Janssz erfve toe ende die noordensten tot Dierick Clauwaertssz erfve toe. Anthonis Anssen met sijnen erfve gelegen aen die noordenzijde ende Aentgen Jan Mathijsssz erfve gelegen aen die zuijdenzijde. Ende dit voorstaen­de lant geloofden comparanten voornoempt Mathijs Janssz ende Lambert Jan Lambertssz voornoemt te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen tegenwoor­dighen daghe. Onder conditijen dat die copers gehouden sullen wesen te onderhouden alle gebuerlijcke rechten ende contributijen als ander naeburen van Raemsdonck sonder arch oft list. Actum als boven. Heemraeders Jan Zegerssz ende Govaert Evertssz stadthouder ende mij present.

Fol. 106 r.

Desen xxvsten aprilis anno xvC ende Lxxv compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck Ffrans Geritssz de Coninck met Ariaen Ariaen Diercxssz als gerechte bestorven voicht van Ffrans Geritssoens voorscreven weeskijnderen, Ariaen Ariaen Diercxssz voor hem selven, Willem Henricxssz Buijssen voor hem selven ende mede als gerechte bestorven voicht van Jacob Buijssen sijns bruers weeskijnderen, Staes Huijbertssz voor hem selven heeft Ariaen Beris cum suis oft die kerck enijghe actie in dit goet die selve actie gereserveert den ghenen die daer redenen toe hebben, hebben comparanten voornoemt, ende elcx bijsonder, over gegeven met vrijer ghiften zoe recht is Gijsbert Janssz tot Donghen een stuck lants gelegen in die Oorde soe groot ende cleijn alst gelegen is nae inhoudt die coopcedulle. Streckende vander Kae af aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert ter Dongha toe. Embrecht Cleijs Janssz met sijnen erfve gelegen aen die westzijde ende Jan Ariaenssz die Waghemaker int selfde ombedeelt met sijnen erfve gelegen aen die oostzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden comparanten voornoemt Gijsbert Janssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen tegenwoordighe daghen toe. Sonder arch oft list. Salvo dat Gijsbert Janssz voorscreven gehouden sal wesen te onderhouden allen contributijen ende gebuerlijcken rechten met die naeburen van Raemsdonck. Actum als boven. Heemraeders Ariaen Geritssz van Boemel ende Govaert Evertssz. Mij present.

Ende dus blijft ombedeelt vijf gaerden lants gelegen in Cleijn Waspijck boven kerck. Ende voort alle schuldt ende onschuldt nu nijet wetende.

Deze twee regels zijn doorgestreept. Zij behoren bij folio 107 r.

Fol. 106 v.

Item alsulcke thien stuijvers als Beris Cornelis vuijt plach te gheven vuijt dit stede die gecoft heeft van Aelbert Geritssz ende plach te heffen. Die erfgenamen van Ariaen Janssz de Bont heeft die selve Beris Cornelis gelost ende afgequeten ende hebben ontfangen die hootpenningen metten verlopen Bouwen Joosten ende Cummer Anthonissz. In presentie Jan Zegers als heemraedt. Frans Geritssz de Coninck, Ariaen Geritssz Molder, Jan Govaertssz Koens. Actum den lesten aprilis anno xvC ende Lxxv nae Paesschen. Mij present.

Erfdelinge aengebrocht die erfgenamen van Heijlken Berthen. Den lesten aprilis anno xvC ende Lxxv nae Paesschen.

Inden eersten Bastiaen Berthen kijnder geloot ende geërfdeelt op het Leeghen Lant. Streckende vander halver Achterstraet af aent noorden eijnde zuijtwaert op tot Marij Coppens erfve toe oft so vert als te hants twe elsen staen.

Noch enen karolus gulden tsiaers losrenten daer jaerlijcx vuijtgaende.

Noch die selfde geloot ende geërfdeelt op dat middelste werken gelegen binnen dijcx. Streckende vander halver Achterstraeten af aent zuijdeneijnde. Streckende noortwaert op totten halven sloot toe over den Achterdijck.

Noch die selve geloot ende geërfdeelt op die helft vanden Brant bedeelt opten westen cant. Streckende vanden slootken af achter den Achterdijck aent zuijden eijnde noortwaert op ter halver brandtweteringh toe.

Fol. 107 r.

Nu Ariaen Lambertssz met Ariaen Ariaen Casteleijns kijnder te samen geloot ende geërfdeelt op die stede huijs ende schuijren metten erve daer aen ligghende. Streckende vanden halven Hangc aff aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Achterstraeten toe. So groot ende cleijn als Heijlken Berthen dat gebruijckt ende beseten heeft ende vuijt gestorven is. Die houtwassche daer inne gecomprehendeert met eenen philips gulden tsiaers erfpachts daer vuitgaen­de.

Noch die selffde geloot ende geërfdeelt opten oosten candt vander Brandt. Streckende als boven. Dies ist voorwaerde ende wel ondersprocken dat een ijegelijcke sal houden op sijn lootinge alle gebuerlijcken rechten van schouwen, dijckagijen ende contributijen daer op vallende.

Noch die selffde geloot ende geërfdeelt op dat oosten werken. Streckende vander halver Achterstraeten aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op totten halven sloot toe over den Achterdijck.

Ende blijft ombedeelt vijf gaerden lants gelegen in Cleijn Waspijck boven kerck. Ende voort alle schuldt ende onschuldt nu nijet wetende, profijtelijcke ende onprofijtelijck, swullen parthijen altijdt malcanderen helpen gelden. Actum als boven, heemraders Jan Zeghers ende Govaert Evertssz.

Fol. 107 v.

            Beris Cornelis; Anneken sijn huijsvrou.

Desen lesten aprilis anno xvC ende Lxxv nae Paesschen compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck Beris Corneliss ende Anneken sijn huijsvrouwe ende malcanderen de een den ander vuijt rechter liefden, gaende en staende, haer vijff sinnen wel machtich, gemaeckt ten lancxsten levende lijve te bruijcken ende te besingen tot haerder nutschap oirbaer ende profijt om af te leven, drie gaerden lants ende drie vierendeel leengoets. Streckende vander Dongha aff aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Maesen toe, te weten in die acker int Brede wer. Met noch enen acker zaijlants gelegen in xij Hoeven. Streckende vander halver Nieuwe straeten aff aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op tot cloosters goet toe. Thonis Anssen cum suis aen de oostzijde. Ende Matthijs Janssz cum suis aen die westzijde. Ende is voorwaerde dattet voorscreven goet het sij leengoet oft anders alteijt ter lesten doot succederen, erfven ende besterven sullen aen die erfgenamen effen rijck naeden zuijtholland­schen recht sonder arch oft list. Actum als boven. Heemrae­ders Jan Zegers ende Govaert Evertssz. Mij present.                                        Johan Peterssz.

Fol. 108 r.

Desen ixe junij anno xvC compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck Dierick Ariaen Geritssz voor hem selven, vervangende Peter Janssz vanden Werck, sijnen swager, daer hij hem sterck voor maeckt, ende gaf over met vrijer ghiften zoe recht is meester Henrick Laureijssz van Asten woonende tot Alphen een vierendeel in een stuck lants ombedeelt, genaemt die Hooghe Weije. Streckende vanden halven Rijsbroecxssen wech aff aent noorden eijnde. Streckende zuijtwaert op ter Dongha toe. Die Heilighe Geest van Raemsdonck gelegen aen die oostzijden ende Henrick Huijben van Ghils cum suis gelegen aen die westzijde. Ende dit voorscreven lant geloofden comparan­ten voornoemt meester Henrick Laureijssz voornoemt te vrijen ende te waren naeden lantrecht ende allen voorcommer aff te doen van schot, van lot, van croen-gheldt. Ende van alles datter op coemen mach tot desen daghe toe. Sonder arch oft list. Actum als boven. Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers ende Govaert Evertssz met alle gebuerlijcke rechten te observeren ende te onderhouden.

Eodem anno et die heeft meester Henrick Laureijs bovengescreven geloeft ende verwilcuert schuldich te sijn ende te betalen Dierick Ariaen Geritssz ende Peter Janssz vanden Werck te samen die somme van driehondert karolus guldens ende vijftich karolus te betalen die een helft Sint Jansmis naemaels te mitsomer naestcoemende ende die ander helft tot Sint Jansmis over een jaer daer aen volgende den eersten penninck metten lesten betaelt. Actum ut supra. Heemraeders ut supra. Akte is doorgestreept.

Item desen wilcuer voorscreven is volle ende gehele betaelt op vijftich conincx daelder nae verschijnende Sint Jansmis anno xvC ende Lxxvj toecomende. Dierick Ariaenssz. Present heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers ende Govaert Evertssz.

Bekenden Peter Janss vanden Werck ende Dierick Ariaenss dezen wilcuer te vollen betaelt den iersten penninck metten lesten, Cornelis Jan Zegers Ariaen. Verder geen tekst op het blad.

Fol. 108 v.

Desen xvije junij anno xvC Lxxv compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck Ariaen Jan Andriessz ende gaff over met enen verlije zoe recht is Steven Aertssz vier gaerden lants. Streckende vanden halven slootken af voor dat huijs aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter Dongha toe oft so verre als den ghebuer erfve streckt. Gerit Janssz met sijnen erfve gelegen aen die westzijde ende Steven Aertssz voorscreven selven gelegen aen die oostzijde.

Noch gaf die selve Ariaen Janssz voorscreven over met enen verlije zoe recht is Steven Aertssz een half gaerden lants gelegen met hem beijden in xiij gaerden ombedeelt. Streckende vanden halven Kae af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op totten halven slootken toe voor dat huijs daer Steven Aertssz nu ter tijt op woont. Te vrijen ende te waren als boven. Actum als boven. Heemrae­ders Jan Zegerssz ende Ariaen Aertssz Schouten.

Fol. 109 r.

Eodem anno et die compareerden voor schoudt ende heemraedt voorscreven Ariaen Janssz ende Steven Aertssz ende gaven tsamen over met enen verlije zoe recht is Peeter Jan Lemmens wonende ten Rijen veertiendalf gaerden lants gelegen in xviij gaerden. Streckende van der halver Kae af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op zoe verre als die selve Peter Jan Lemmens een slootken gegraven heeft voor Ariaen Ariaenssz erfgenamen ende Ariaen Peter Schoenmakers. Peter Jan Lemmens voorscreven selven gelegen aen die westzijde ende Gerit Janssz met sijnen erfve gelegen aen die oostzijde. Te vrijen ende te waren met steginge ende weginge, deen over dander tot ‘sHeeren straet toe met alle gebuerlijcke rechten te onderhouden. Actum als boven ende heemraeders als boven.

Fol. 109 v.

Desen xxviije junij anno xvC ende Lxxv compareerden voor schoudt ende heemraedt van Raemsdonck Peter Dirick Peterssz ende gaf over met vrijer ghiften zoe recht is Dirick Ariaen Geritssz sijnen swager ses gaerden lants ende een achtendeel van eender gaerden. Streckende vander halver killen af aent zuijden eijnde. Streckende noortwaert op ter halver Maesen toe. Steven Aertssz int selve lant aen die oostzijde ende Andries Janssz ende Joachim Janssz met hairen consorten int selve lant gelegen aen die westzijde. Ende dit voorss lant geloofden Peter Diericken voorscreven Dirick Ariaenssz voorscreven te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen teghenwoordighe daghe toe met alle gebuerlijcke rechten te onderhouden sonder arch oft list. Actum als boven. Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers ende Govaert Evertssz. Mij present.

Eodem anno et die soe heeft Dirick Ariaenssz gelooft ende verwilcuert schuldich te sijn ende te betaelen Peter Dierick Peterssz die somme van drie hondert karolus guldens ende ses karolus guldens ende vijff stuivers. Te betalen op Sint Jansdach anno xvC Lxxv vijfftich philips daelders xxxv stuvers voorden philips daelders ende Sint Jan dach daer aen volgende anno xvC Lxxvj, gelijcke vijfftich philips daelders ende die reste voort Sint Jansmis anno xvC Lxxvij. Die reste voort ten vollen betaelt den iersten penninck metten lesten. Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers ende Govaert Evertssz. Akte is doorgestreept.

Item hier op heeft Dierick Ariaenssz voorscreven betaelt die somme van hondert philips daelders te weten die twee eerste daghen ende belooft Dierick Ariaenss voorscreven noch te betalen Henrick Laureijssz van Asten die somme van vijftich karolus guldens van den lesten termijn.

Item dezen wilcuer bekenden mr Henrick vol ende al betaelt te wezen maer compt hem noch van Dierick Adriaenssz vij rijns guldens xv stuijvers. Actum desen ije april anno 78.

Dezen zeven guldens xv stuijvers zijn betaelt den 4e junij 88.

In de kantlijn (moeilijk te lezen):

Bekende Peter Diericxz …. ten vollen betaelt te wesen op twe Karolusguldens nae, die Dierick Adriaensz nog geven moet.

Deze ij resterende gld zijn voldaen desen 14 januarij 86.

Fol. 110 r.

Ende dies belooft Henrick Laureijs van Asten voorscreven tot Alphen te betalen Gijsbert Weijn Michielssz hondert Karolus guldens ende vijftich Karolus guldens ende Joost Adriaens van Ghestel die somme van tachtich karolus guldens ende vijff stuvers ter goeder reeckeningen inden naem ende van weghen Peter Diercxssz van Raemsdonck nae inhoudt alle voorwaerde ende bescheijt die Ghijsbert Weijnen ende Joost Ariaenssz opten selven Peter Diercxssz moghen hebben. Actum als boven en heemraeders als boven.

Desen xxvje julij anno xvC ende Lxxv compareerden voor schoudt ende heemraders van Raemsdonck Truijken Ariaen Wilmssdochter met hairen gecoren voicht die haer met recht gegeven was voor hair selven ende Willem Adriaenssz voor hem selven ende hebben rechtelijcken getransporteert ende over gedraghen met vrijer ghiften zoe recht is haere gerechticheijt in haeve ende erfve daer sij in bestorven moghen wesen. In allen die achtergelaten goeden van Job Ariaenss hairen luijden half suster (nu staat er een invoegteken zonder dat ergens tekst te vinden is) Kerst Ariaenssz, in allen haeven ende erfven, briefven ende altesame nijet vuijtgesondert. Ende hiervooren moet Kerst Adriaenssz voorss in handen van comparanten voornoemt de somme van ses ponden grooten vlaems te betalen Sint Jacopsdach anno xvC ende Lxxvij. Ende bij gebreck van betalinge mach die penningen onderhouden, den penninck xiiij. Heemraeders Ariaen Geritssz van Boemel, Govert Evertssz, stadthouder.

Fol. 110 v.

            1575 secretaris Mathijs Otgens Mathijssz.

            Erfdelinge aengebrocht voorden stadthouder ende heemraeders tusschen die gemeenen erfgenaemen van Marij Hendrick Buijs wedue opten xxiije novembris anno xvC Lxxv.

Inden eersten is Adriaen Janss geloot, gecavelt ende geërfdeelt op een stuck lants genoemt die Schenkel, gelegen inde Vlaeijkens. Streckende vander halver Gheijlsloot aff aent zuijden eijndt ter halver Poelsloot toe. Brievinck Huijbrechts gelegen oost ende Adriaen Adriaenss erffgenamen west.

Nu Seger Hendricx Buijs geloot, gecavelt ende geërfdeelt op een stuck lants genoemt het Langweer in allen manieren so groot ende so cleijn als Marij Hendrick daer inne gericht is geweest metten helft vanden werff tot het dijcxke toe. Streckende ‘tselve langweer vanden sloot aff vander Schenckelsche dijck aent zuijden eijndt noortwaert op ten halven sloot toe over den dijck. Bedeelt opten westen cant Huijbert Jacops erffgenaemen cum suis gelant west ende Vas Peters de Kit erffgenaemen int selver weer lants oost.

Noch op een halff weer lants gelegen teijnden Joachim Meeuss hoffstede. Streckende van des selven Joachim Meeus cooltuijn oft erve aff aent zuijden eijndt noortwaert op ten halven Schousloot toe. Daer van deselve Joachim Meeuss gelegen is west ende Vas Tomass erffgenaemen oost.

Noch so sal Seger Hendricx op sijn cluster te hulpen hebben eens drie ponden grooten vlaems die sullen coemen vanden vercoopinge van een stuck lants genoempt die Ackers die de erffgenaemen van meeningen sijn gelijck te vercoopen.

Nu Bastiaen Aertz geloot, gecavelt ende geërfdeelt op die helft van moleners lant. Streckende vanden halven sloot aff vanden gemenen dijck aent zuijden eijndt noortwaert op ter halver Maesen toe. Adriaen Janss de Bont erffgenaemen gelegen west ende Frans Diercxz cum suis oost.

Noch op een stuck lants aende hant. Streckende vanden halven Poelsloot aff aent zuijden eijndt noortwaert op tot Adriaen Janss de Venders erve toe. Hendrick Corneliss cum suis gelegen west ende Willemken Adriaen Peterss oost.

Noch so sal Bastiaen Aertz op sijn cluster te hulpen hebben vijff ponden grooten vlaems die sullen coemen vande vercoopinge vanden ackers ende gelijck vande gemenen erffgenamen vercocht sullen woorden.

Is in dese deelinge geconditioneert dat Sebastiaen Aertz die stede daer Marij Hendrick Buijs uijtgestorven is sal behouden in allen manieren gelijck sij in haeren leven gegonnen ende gemaeckt heeft. Achtervolgende den regestre daer van sijnde in dato den ije aprilis Lxij. Daer toe die voorss Bastiaen Aertz in supplementing daer die andere sijne mede

Fol. 111 r.

erffgenaemen hem becroonden ende beclaechden dat die stede beter was dan die moeder die gesedt hadt ende ‘tregister vermelt noch uutreijcken sal Seger Hendricx seven ponden grooten vlaems ende van gelijcke Adriaen Janss oijck seven ponden grooten vlaems die al coemen sullen vande vercoopinge vanden ackers daer inne Sebastiaen Aertz so lange stilstaen sal. Ende oft gebeurden die ackers te niet quamen te gaen ende daer eijgen profijt aff en quamen so sal Sebastiaen Aertz dese xiiij ponden grooten vlaems uutreijcken ende betaelen teijnden die leste daghen vanden selven stede. Volgende ‘tregister voors.

Dies is geconditioneert dat alsulcke rente van twee rijns guldens die verhyphote­queert staen op Sebastiaen Aertz goet, gecoemen van vaders weghen met noch tien stuijvers erffrenten beset tot haerder ouders jargetijden. Ende noch xviij stuijvers erfrente die ‘t manhuijs van den Berch toecoemen. Ende allen anderen schulden, incoemende ende uutgaende die sullen partijen malcanderen helpen dragen ende gelden.

Noch blijft in commuijn ende ombedeelt eenen rentebrieff luijdende opte hoffstede daer Adriaen Toniss nu ter tijt. Ende allen die resterende penningen die procederen ende coemen sullen vande vercoepinge vanden ackers (boven die uutreijcingen vande xiiij ponden aen Adriaen Janss ende Seger Hendricxz vande beteringe vanden gesendt(?) dat Sebastiaen Aertz hem luijden te hulpen coemt; behalve oijck die drie ponden die Seger Hendricxz lootinge te hulpen coemen ende die vijff ponden die Sebastiaen Aertz lootinge te hulpen coemen) Die sullen partijen gesamender hant deijlen naeden lantrecht van zuijthollant. Aldus aengebrocht voor Goijaert Evarden als stadthouder. Adriaen Aertz ende Jan Zeegerss als heemraeders. Mij tegenwoordich Matthijs Otgens.

Item die voorss veerthien ponden grooten vlaems die Bastiaen Aertz, Zeger Hendricx ende Adriaen Janss uut most reijcken zijn vol ende al betaelt den iesten penninck metten lesten. Coram heemraeders Adriaen Aerts, Jan Zegerss ende Dierck Adriaens. Akte is doorgestreept.

Item die bovengescreven renthe van twee rijns guldens tsiaers die verhypote­queert staen op Bastiaen Aertz goet t’weeten op middelsten werken is gedeelt dat Bastiaen Aertz allegeen moet geven. T’oirconden heeft Bastiaen Aertz dit tot vasticheijt onderteijckent dezen iiije april anno xvC Lxxix aldus.

Bastiaen X Aertz merck.

Item die bovengestelde veerthien ponden grooten vlaems inde delinge geroert die Bastiaen Aertz vuijt most reijcken bekennen Zeger Hendricxz voldaen te wesen voor zijn portie xL gld. Ende dat Adriaen Jansz in zijn leven meer als seven ponden ontfangen heeft. Actum desen xxije novembris 1586.

Fol. 111 v.

            Accordatie tusschen Jan Janss Blanckaerts met sijn suster jegens Maijecken haer broeders huijsvrouwe.

Desen xxiiije novembris anno xvC Lxxv compareerden Jan Janss Blanckaerts voor hem selven ende met hem vervangende Lijsken sijn suster ter eenre ende Peter Willems Conincx als gecoren voicht van Maiijecken Steven Jan Blanc­kaerts wedue ter andere sijden. Ende sijn die voorss partijen (noopende haer luijder schiftingen ende delinge) mindelijck veraccordeert ende metten anderen overcoemen als dat Jan Janss Blanckaerts met sijn suster sullen hebben ende erfflijck behouden allen die erffgoederen die Steven Janss met sijnder huijsvrou voorss achtergelaten hebben. Met noch allen die erffgoederen die Marij Jan Blanckaerts wedue haerder alde moeder achtergelaten heeft met allen die incoemende schult ofte penningen volgende haerluijder memorie boecken daer van gehouden. Met noch een jaerlijcx rente van xxx stuijvers. Ende noch twee pont groot van Willem Buijs incoemende. Met allen het timmergetauwe ende allen den inboel noch resterende te paerten ende deelen naeden zuijthollantse rechte halff ende halff. Mits condicien dat Jan Janss met sijnen suster voorss betaelen sullen allen die vuijtgaende schulden daerinne nu ter tijt weeten ende in so verden daer naemaels eenige schulden oprijsen tsij incoemende oft uutgaende anders dan sij nu metten anderen weeten. Die sullen sij malcanderen helpen profijteren ende dragen van gelijcken. Dies sal Jan Janss Blanckaerts nu gehouden wesen inventaris te leveren van allen penningen incoemende ende uutgaende waer vooren Jan Janss Blanckaerts voor hem selven ende met hem vervangende Lijsken sijn suster geloeft ende verwillekuert hebben schuldich te sijn, Maijecken Steven Jan Blancaerts wedue eens die somme van elff ponden grooten vlaems. Te betaelen twee ponden grooten gereet ende tot Paesschen anno xvC ses ende tzeventich die sommen van vijfftalff pont. Ende Paesschen anno xvC seven ende tzeventich gelijcke vijfftalff pont in volder betaelinge van allen die bovengestelde goederen. Waermede sij luijden van als verreeckent ende vereffent sijn ende in plaetse van erffdeelinge. Aldus aengebrocht voor Goijaert Everden als stadthouder, Adriaen Aertz ende Jan Zegerss als heemraeders.

Willem Lambrechtz als man ende voicht van Maijecken Steven Janss wedue bekent vande elff ponden vlaems bovengestelt vol ende al betaelt te sijn. Actum den vje novembris anno 1576. Coram Adriaen Ghijben en Peter Willens als tuijchsmannen.

Fol. 112 r.

            Transport; Wijt Wouters; Frans Baijens met sijn broeders ende suster.

Desen xxve dach augusti anno xvC Lxxv compareerden voor schoudt ende heemraeders tot Raemsdonck Wijt Wouterss als man ende voicht van Aleijt Baijensdr ende gaff over het vrij met eender ghiften ende het onvrij met eender verlije zo als recht is Adriaen Baijens, Frans Baijens, Jan Baijens ende Lijsken Baijensdr gesamenderhant allen die goederen ende het besterft dat den voorss Aleijt Baijensdochter, sijnder huijsvrouwe, door het overlijden van haerder alder vader ende moeder achtergelaeten ende aenbestoreven is. Te weeten ‘tguet metten lande daer aen liggende daer haer vader uut gestorven is. Streckende vander Achterstraeten aff aent zuijden eijndt noortwaert op ter Donga toe. Huijbert Jacops erffgenaemen cum suis oost ende Vas Tomass erffgenae­men west. Generalijck ende specialijck so groot ende so cleijn in qualitate ende quantitate so die sij daer inne voor haer quote, portie ende aengedeelte daer eenighsins in gerecht sijnde moegen weesen. Gelovende ‘t selffde goet van vader ende moeder aenbestorven te vrijen ende te waeren naeden lantrecht. Coram heemraeders Jan Zegerss ende Goijart Everden.

            Aenneeminge van Merten Adriaenss sijnen weeskinderen.

Desen xxje novembris anno xvC compareerden Merten Adriaenss ende heeft vanden gerechten als oppervoichden van allen weesen, aengenoemen allen sijnen kinderen te onderhouden in eeten, drincken, cleeden ende reeden, sieck ende gesont, eerlijck naer sijnen staet, gelijck een goet vader schuldich is te doen met sijnen kinderen ende dat voor allen der weeskinderen goederen tsij haeff ofte erff egheen vuijtgesondert, inboel ende huijsraet den kinderen aenbestorven ende achtergelaeten van haerder moeder. Ende oft gebeurden dat enich vanden voorss kinderen afflijvich woorden so en sal Merten Adriaenss nochtans niet uutreijcken gemerckt daer eijgen goederen en sijn ende dat deselve goederen lange voor dato van desen bijden vader sijn verteert. Dese aennee­minge sal noch duren eenen tijt van ses jaeren nae dato van desen. Aldus gedaen voorden stadthouder Goijart Everden, Jan Zegerss ende Adriaen Aertz als heemraeders.

Fol. 112 v.

            Erffdeelinge aengebrocht tusschen Ghijsbert Henricx ten eenre ende sijne kinderen geprocreert bij Aentgen sijnder huijsvrouwe opten xe februarij ten andere.

Inden eersten is Ghijsbert Hendricxz in Engelant geloot, gecavelt ende geërfdeelt op twee weerkens lants gelegen in Engelant. Streckende vanden halven sloot aff aent noorden eijnde zuijtwaert op totten halven Gat toe. Dimgen Jannes tot Alphen gelegen west ende Cornelis Dierck Groijen oost.

Noch op een weer lants genoemt Dierck Verkerckx lant op den Toemaet. Streckende vanden slootken aff aent noorden eijnde zuijtwaert op totten halven Gat toe. Schuer­mans lant gelegen aende westsijde ende Cornelis Dierck Groijen aen die oostsijde.

Noch op een halff werken lants gelegen met Peter Adriaen Meuss bedeelt opten westencant. Streckende vanden slootwerff aff aent zuijden eijnde noortwaert op totter halver brantweeteringe toe. Peter Adriaen Meuss int selver weer lant aende oostsijde ende Jan Schuermans lant tot Alphen aen die westsijde.

Noch op een weer lants geheeten Schouten lant. Streckende vanden slootwerff aff aent zuijden eijnde noortwaert op totter halver brantweeteringe toe. Dingen Jannes tot Alphen gelegen aende oostsijde ende Peter Adriaen Meuss cum suis aende westsijde.

Noch op twee weerkens lants geheeten het een den Grooten Camp ende het ander den Cleijnen Camp. Streckende vanden slootwerff aff aent zuijden eijnde noortwaert op totter halver brantweeteringe. Jan Joost Roelen tot Alphen gelegen aen die oostsijde ende Dingen Jannes aen die westsijde.

Noch op het achtedeel int Leechlant met xvij 2 stuivers losrenten, onbedeelt met Matthijs Otgens Mathijss ende Casteleijnen kinderen. Streckende vander Schraeven­moerse vaerten aff totten Achterdijck oft Breij toe.

Noch op die cammer mette helft vanden tuijn den oosten cant metten helft van den achterhuijs ende halff die schuijne. Oick sal Ghijsbert Hendricxz onderhou­den van allen bovengestelde parceelen die gebuerlijcke rechte daer toe met recht toebehoirende.

Fol. 113 r.

Nu Floris Cornelis ende Chielken Ghijsbertsdr tsamen geloot, gecavelt ende geërfdeelt op een stuck lants gelegen in het Rijsbroeck. Streckende vanden Rijsbroecxen wech aff westwaert op totten halven Gat toe.

Noch op eenen halven acker saijlants gelegen inden Ambacht van xj2 Hoeffve. Streckende vander halver Nijewer straeten aff zuijtwaert op tot Willem Michielss acker toe. Peter Zeegerss gelegen west ende Beris Corneliss oost.

Noch op een dellen gelegen achter teijnden Willem Michielss goet over die oude vaert. Streckende tot cloosters goet toe. Tonis Anss gelegen west ende Leendert Corneliss cum suis oost. Met allen schauwen ende gebuerlijcke rechten daer toe behoirende.

Dies moet Ghijsbert hiervoor hem luijden uutreijcken drie en dertich carolus guldens eens. Van gelijcke so moeten Matthijs Ghijsbertz, Anneken Ghijsbertzdr ende Henrick Ghijsbertz weeskint hem luijden oijck uutreijcken vijff ponden grooten vlaems eens.

Nu Matthijs Ghijsbertz, Anneken Ghijsbertzdr ende Henrick Ghijsbertz weeskint gesamenderhant geloot, gecavelt ende geërfdeelt op twelff geerden lants gelegen in Groot Waspijck. Streckende vanden Ambacht van xj2 Hoeffve aff noortwaert op ten halven Maesen toe. Roeland Adriaenss oost ende Adriaen Geritz west.

Noch op drie geerden lants ende een achtendeel van eender geerden lants gelegen met Jan Vas Wouters onbedeelt in achtalff geerden lants.

Allen die kinderen gesamenderhant sijn bedeelt op het voorhuijs met halff den tuijn den westen cant metten halven achterhuijs ende halff die schuijr.

Noch sijn die kinderen tsamen bedeelt op het outhuijs also groot ende so cleijn als daer staet.

Noch op die vijff ponden grooten vlaems die de erffgenaemen van Adriaen Dierck Peterss uutreijcken moeten. Welck die parceelen blijven op allen die kinderen onbedeelt staet.

Dies is geconditioneert dat sij luijden malcanderen int generaal sullen helpen vrijen allen den commer die sij hebben hier niet genomineert. ‘tSij oft staet op vaders goet ende de kinderen goet halff ende halff naeden lantrecht. Ende allen incoemende ende uutgaende schult halff ende halff. Aldus aengebrocht voor Jan Zegerss ende Ariaen Geritz van Boemel daer vooren sij luijden hem bedanckt hebben van goeder deelinge als heemraeders hiertoe gerequireert.

Fol. 113 v.

            Eerffdeelinge aengebrocht tusschen Peter Wouterss ter eenre ende die erffgenaemen van Neeltgen Janss sijn huijsvrouwe ten andere. Opten xje februarij 1576.

Inden eersten is Peter Wouterss geloot ende geërfdeelt op het voorste eijndt van den acker noortwaert op effen groot die eijnde blijvende. Ende sal mede helpen tuijnen naer advenant sijns goets. Jan Willem Wouterss oost ende Joachim Aertz west.

Nu die gemenen erffgenaemen van Neeltgen Peter Wouterss huijsvrouwe geloot ende geërfdeelt op het achterste eijndt ackers. Die eijnde even groot ende even lanck wesen. Ende sullen mede tuijnen naer advenants haers goets. Jan Willems oost ende Joachim Aertz west.

Aldus aengebrocht, bekent ende vertegen naer onse banckrechten voor Jan Zeegerss ende Ariaen Geritz van Boemel.

            Vrijghift; Frans Sijmons; Cornelis Peterss.

Desen xje februarij anno xvC Lxxvj compareerden Frans Sijmons ende gaff over met eender vrijer giften zo als recht is Cornelis Peterss sijn gerechticheijt, portie ende aengedeelt in een eijndt ackers gelegen achter Peter Wouterss acker in allen manieren gelijck den deelbrieff bovengestelt vermelt. Daer van Jan Willem Wouterss gelegen is oostwaert ende Joachim Aertz westwaert. So groot ende so cleijn hij daer inne gericht is van Neeltgen Jansdr, huijsvrouwe van Peter Wouterss. Te vrijen naeden lantrecht. Coram heemraeders Jan Zeegers ende Ariaen Geritz van Boemel.

Fol. 114 r.

            Eerffdeelinge aengebrocht tusschen den gemeenen erffgenaemen van Maijecken Jan Andriess opten xiije februarij 1576.

Inden eersten so sijn Adriaen Janss de Vender ende Steven Aertz Schouten als man ende voicht van Maijecken Janssdr sijnde huijsvrouwe geloot, gecavelt ende geërfdeelt op een weer lants van xij geerden gelegen inde Werffcampen. Streckende vander halffven Dijcksloot aff buijtendijcx aent zuijden eijnde noortwaert ter halver Maesen toe. Frans Geritz de Coninck gelegen west ende Cornelis Hermanss erffgenamen oost.

Noch opten oosten cant van een weer lants gelegen int de Hoogh Donck over die hoecht streckende vander halver kil af aent zuijden eijnde noortwaert op te halver Maesen toe. Huijbert Jacop Andriess erffgenaemen gelegen int selve weer lants aende westzijde ende Adriaen Andriess erffgenaemen oostzijde.

Noch op acht geerden lants gelegen bij Ackermans. Streckende vande halve Heijrstraeten aff aen ‘tzuijde eijnde noortwaert op ter halver Keen toe. Die conventua­len van Santroisen tot Raemsdonck oost ende Jan Zegerss cum suis west. Dese acht geerden gelegen in sestien geerden volgende den leen­brieffven daer van sijnde.

Noch op sestien geerden lants int voorss leengoet. Streckende vanden halven Heerstraeten aff aent noorden eijnde zuijtwaert op ter halver kreeck toe. Eggende ende ruggende als voor.

Nu Peterken Jans ende Anneken Jans dochteren gesamenderhant geloot, gecavelt ende geërfdeelt op die steede huijsinge ende erffenisse daer aen liggende. Streckende vanden halven Geijlsloot aff aent noorden eijnde zuijtwaert op ter halver Kreeck toe. Daer van Adriaen Ghijsbertz gelegen is oost ende Frans Geritz Coninck cum suis west.

Noch op sestien geerden lants int leenweer gelegen. Streckende vander halver kreeck aff aent noorden eijnde zuijtwaert op ter Donga toe. Eggende ende ruggende als boven, volgende een leenbrieff daer van sijnde.

Noch op acht geerden lants in sestien geerden int voorss leengoet gelegen bij Ackermans. Streckende vander halver Heijrstraeten aff noorwaert op ter halver keen toe. Eggende ende ruggende als voir. Daer van die vier geerden gedeelt sijn van haer vaders weegen tegens die moeder.

Fol. 114 v.

Noch op acht geerden lants gelegen int selver leengoet. Streckende vander halver keen aff aent zuijden eijnde noortwaert op ter halver Maesen toe. Daerbij die voorss Peterken ende Anneken Jans dochteren te vooren van haer vaders wegen hadden noch acht geerden lants, facit sestien geerden lants tsamen, eggende ende ruggende als boven.

Noch op een weer lants gelegen aende Guel. Streckende vander halver kil af aent noorden eijnde zuijtwaert op ter halver Gheijlsloot toe. Bastiaen Berten erffgenaemen aende westsijde ende Michiel Aertz cum suis aende oostzijde.

Noch op een stuck lants gelegen inde Oordt teijnde ‘t Langweer. Streckende vander halver Kae af so lang, groot ende cleijn als Maijecken Jan Driess tselffde altijt gebruijckt ende beseten heeft.

Blijft onbedeelt ende int commuijn staen een halff weer lants geheten ‘t Langweer. Streckende vanden halven sloot aff buijten den verschen dijck aent noorden eijndt zuijtwaert op totten halven sloot die aenden noorden sijde vande Schenkeldijck leit. Bedeelt opten noosten cant daer van Vastaert Peterss de Kit erffgenaemen gelegen zijn int selven lant west ende Adriaen Adriaenss erffgenaemen cum suis oost.

Dies is geconditioneert ende wel expresselijck bevoorwaert als den sterffman vanden voorss leengoede afflijvich wordt ende die selffde leengoederen wederom versocht(?) moeten woorden so sullen die bovengestelde erffgenae­men gelijckelijck malcanderen die costen daeromme te doen helpen gelden ende uutdraegen. Aldus aengebrocht ende vertegen naeden recht vanden lande voor Adriaen Adriaen Peters, Ariaen Geritz van Boemel ende Goijaert Everden als heemraeders hier toe gerequireert.

Sijnde mij present Matthijs Otgens

Fol. 115 r.

            Aenneminge van Aerdt Janss van Eersel sijnen weeskinderen.

Desen xxvje februarij anno xvC Lxxvj heeft Aerdt Janss van Eersel aengenoe­men van Jan Aertz als gerechten bestorven voicht met consent vanden gerechten sijnen onmondigen weeskinderen bij namen: Lenaert Aertz, Neeltgen ende Maijecken Aertsdochteren te onderhouden in eeten en drincken, cleeden en reeden, lijnen ende wullen, sieck ende gesont ende in allen ‘tgeene die voorss kinderen noodig wesen sal, eerlijck naer sijnen staet gelijck een goet vader schuldich is te doen met sijnen weeskinderen gedurende voor het joncxte kint mondich oft viertien jaren out sal weesen. Ende dat voor allen die goederen beijden haeff ende erff metten imboel ende huijstaet die den kinderen voorss aenbestorven is oft soude moegen weesen van haerder moeder. Dies houdt Aerdt Janss voorss allen die schulden incoemende ende uutgaende, gereser­veert dat Jan Aertz die gerechte voicht behouden sal die koij die hij te voiren …(?) hadde. Met wel geconditioneerde voorwaerde dat Aerdt Janss vanden xx rijns guldens die hem toegesijt waeren van Lenaert Aertz om het ambacht te leren niet hebben en sal … die selffde mits desen quit gescholden ende en sal niet te min bijden vader blijven woonen ende ‘tambacht leren sijnen twee jaeren. Ende teijnde die twee jaeren so mach hij vanden vader scheijden oft daer bij blijven so dat hem ende den vader geloven sal. Dies sal Aert Janss de vader elck kint apart ende besonder uutreijcken eens tien carolus guldens eens daer van hij gelooft Jan Aerz ende Lenaert Aertz die twee outste kinderen elcken sijn tien carolus guldens te betaelen binnen siaers van dato desen. Ende den twee meijskens als tjoncxste veertien jaren oudt is. Ende indijen die kinderen gesamenderhant commen bevinden dat haer eenige moble goederen ontvoor­dert sijn van Marij Jans, die selffde heeft de vader sijnen voorss kinderen gelovende hier van ‘t geene voorss is ‘t gerechte costeloos ende schadeloos te houden. Gedaen voor Goijaert Everden als stadthouder. Jan Zegerss ende Ariaen Geritz van Boemel als heemraeders tot Raemsdonck.

Jan Aertz bekenden van sijnen vader voor sijnen quote alleen ten vollen betaelt te sijn vande uutreijckinge vande tien rijns guldens voor elck kint. Actum den xxvije meij 1576.

Fol. 115 v.

            Aenneeminge van Margriet Peter Zegerss wedue haeren kinderen verweckt bij den selven Peter Zegerss.

Desen xvije martij anno xvC Lxxvj compareeerden Margriet Peter Zegerss Vonder wedue met haeren gecoren voicht ende heeft aengenoemen van Joost Zegersz den gerechten bestorven voicht ende Jan Berthens als toesiender met consent van den gerechten allen haeren kinderen verweckt bijden voorss Peter Zegerss te onderhouden in eeten en drincken, cleeden en reeden, sieck ende gesont ende die selffde ter schoolen te stueren ende voorts in alles te doen gelijck een goede moeder schuldich is te doen, eerlijck naer vermogen van haeren staet gedurende continuelijcke eenen tijt van acht jaeren na daten van desen ende dat voor allen die bladinge van allen den erffgoederen lanthuijren van outs ende van nijens ende mede vanden jaerlicxe incoemende renten die den weeskinderen duer die afflijvicheijt van haeren vader eenichsins aenbestorven souden moogen weesen. Mits dat die weeskinderen gehouden sal weesen te betalen die onprofijtelijcke ende uutgaende schulden ende allen incoemende penningen tsij vanden vercoopinge van paerden oft beesten oft erffpenningen die sullen gaen halff ende halff. Salvo dat de wedue erffelijck hebben ende behouden sal alsulcke penningen als Peter Zegerss in sijnen leven Jan Geritz ende Commer Toniss borgemeesters tot Raemsdonck geleent heeft ende ondergedaen op interest, bedraegende die hoetpennin­gen ontrent dertien ponden grooten vlaems. Dies is wel geconditioneert oft die huijsluijden duer den troubel ende oirlogen geen plaetse gemeenlijk en mochten houden ende verlaeten haer woonstede, oft oijck dat die huijsinge afgebrant mochten woorden, so sal die wedue vanden aenneeminge voorss ontslaegen ende ontlast weesen indijen haer gelieft, oft sullen die voicht, toesiender ende vrienden in secours ende refundatie van dijn die lasten ende schaden daeromme geleeden, den wedue helpen draegen ende vergelden naer raet ende discretie vanden gerechte ende eijsch der saecken.

Aldus gepasseert voor Jan Zegerss ende Adriaen Aertz als heemraeders ende getuijgen hier toe gerequi­reert.

Fol. 116 r.

            Erffdeelinge aenbebrocht tusschen Dierck Adriaens ende die gemeen erffgenae­men van Jenneken Dierck Adriaenss huijsvrouwe opten vije decembris 1575.

Inden eersten so is Dierck Adriaenss geloot, gecavelt ende geërfdeelt op die stede waer hij in woont. Streckende vander halver Berchsestraet aff noortwaert op totter halver Gheijlsloot toe. Metken Zeegers cum suis oost ende Frans Claes west, metten schauwen ende gebuer rechten daer met recht toe staende.

Noch op derdalff geerden lants gelegen in de ackers. Streckende vander halver Donga aff noortwaert op ter Maesen toe. Reijn Jacops oost ende Ghijsbert Zeegerss cum suis west. Met ses carolus guldens losrenten daer uutgaende.

Noch op een halff block lants gelegen in het Leech lant. Streckende van Cornelis Peterss Woes erffgenaemen aff noortwaert op tot Heijltgen Beerten erffgenae­men erffve toe. Met xxxv stuijvers siaers losrenten daer van uutgaende.

Noch op een halff geerde lants gelegen in Peter Ackermans goet plach te wesen beneffens Schreven stege. Streckende vander halver Veerscher straeten aff noortwaert op ter Maesen toe. Al met sijnder schauwen ende gebuer rechten daer toe behoirende.

Nu die gemeen erfgenaemen van Jenneken Dierck Adriaenss huijsvrouwe geloot, gecavelt ende geërfdeelt op ses geerden lants gelegen in die Werffcam­pen. Streckende vander halver kil aff noortwaert op ter halver Maesen toe. Die conventualen van Santroijsen cloosters tot Raemsdonck gelegen oost ende Joachim Jans cum suis west in het selver lant metter schauwen daer toe behoirende.

Noch op een achtendeel lants genoempt Cleijs Janss lant. Streckende vanden Schraevenmoerse vaert aff noortwaert op tot het slootken toe over den Afterdijck. Meester Matthijs Otgens secretaris int selve lant gelegen oost (also sij seggen) ende Gerit Janss wedue ende erffgenaemen west met xvij2 stuivers jaerlicx daer van uutgaende losrenten.

Fol. 116 v.

Noch op ontrent anderhalff loopen erffrogs incoemende van Ardt Corneliss tot Oisterhout.

Noch op een halff geerden lants gelegen in Peter Ackermans goet plach te weesen gelegen neffens Schreven stege. Streckende vander halver Veerscher straeten aff noortwaert op ter Maesen toe. Al met sijnder schauwen ende gebuer rechten daer toe behoirende.

Dies is geconditioneert in dese deelinge dat die penningen dijer noch staen te betaelen vanden landen gecocht van Peter Diercxz bedraegende hondert philips guldens dat die gemeene erffgenaemen voorss aff betaelen sullen een pont vlaems ende dander reste halff ende halff, welverstaende Dierck Adriaenss deen helft ende die gemeen erffgenamen dander helft.

Noch so moeten die gemeen erffgenaemen betaelen aan handen van Dierck Adriaenss eens thien carolus guldens vij2 stuijvers ende dat voirde loopende schult die sij luijden metten anderen gereeckent, geliquideert ende vereffent hebben. Ende en sullen alsdan die gemeenen erffgenaemen in geen schult meer gehouden sijn die sij nu ter tijt niet en gereckent hebben ende weten. Aldus gedaen voorden stadthouder Goijaert Evertz. Jan Zegerss ende Adriaen Aertz als heemraeders. Die voorn. partijen hebben vertegen ende hem bedankt voor goeder ende looflijcke deelinge.

Mij condich Matthijs Otgens.

Item Merthen Dircxz ende Peeter Dircxz bekennen d’uijtreijckingen van Dirck Adriaens boven verhaelt ten vollen betaelt te sijn zo dat d’erffgenamen in deze deijlinge voirss tzamen vereffennt zijn voir haer ende haere nacoemelingen. Actum den viije martij xvC Lxxxvj.

Mij present Melis Cornelisz.

Fol. 117 r.

            Erffdeelinge tusschen den gemeenen erffgenaemen van Adriaen Dierck Peterss ende Jenneken Diercxzdr huijsvrouwe was van Dierck Adriaenss aengebrocht opten ve aprilis 1576.

In den eersten sijn Merten Dierckxz ende Lijsken Diercxzdr gesamenderhant geloot, gecavelt ende geërfdeelt op die Werffcampen. Streckende vanden kil aff noortwaert op ter halver Maesen toe, so groot ende so cleijn als ‘t Adriaen Diercxz toebehoirden. Dies moeten dese lotinge uutreijcken int generaal te ontfangen van hem allen gelijckelijck te drijen die somme van hondert carolus guldens eens. Welverstaende eenen ijegelijcke het seste part vanden voorss hondert carolus guldens.

Nu Dierck Adriaenss tot behoef van Peter vanden Werck ende Baeltgen Diercxzdr gesamenderhant geloot, gecavelt ende geërfdeelt op het lant so groot ende so cleijn in allen manieren gelijck Dierck Adriaenss ‘t selffde van Peter Diercxz gecocht heeft. Dies sal dese cluster uutreijcken een pont vlaems. Oick een ijegelijcke het sestendeel.

Noch op een halff geerden lants gelegen in Ackermans lant plach te weesen beneffens Schreven steege gelijck in de voorgaende deelinge bij rugginge ende egginge gementioneert is.

Nu Peter Diercxz ende die wedue van Pauwel Diercxz tsamen geloot, gecavelt ende geërfdeelt op het lant ten eijnde Merten Diercxz erve ofte grindeken. Streckende vanden selven grindeken aff zuitwaert op gelijck ‘t selffde inde twee weeren gelegen is, totte Schraevenmoerse vaert toe.

Aldus gedaen voor Goijaert Everden als stadthouder. Adriaen Geritz van Boemel ende Dierck Adriaenss als heemraeders. Daer voren partijen hebben vertegen ende hem bedankt van looflijcker ende goeder deelinge.

Mij iegenwoordich Mathijs Otgens.

Fol. 117 v.

            Aenneeminge van Jacop Pauwels Diercxz haeren drie onmondig weeskinderen.

Desen vje aprilis anno xvC Lxxvj compareerden Jacop Jansdr weduw wijlen van Pauwels Diercxz met haeren gecoren voicht ende heeft aengenoemen van Peter Diercxz als gerechte bestorven voicht van Pauwels Diercxz drie onmnondige weeskinderen inde tegenwoordicheijt van Willem Buijs als toesiender ende met consent vanden gerechten die voorss drie weeskinderen te onderhouden in eeten ende drincken, cleeden ende reeden, sieck ende gesont ende ter schoolen te gaen in so verde daer schoole binnen Raemsdonck gehouden woorden ende dat voor allen die goederen bijde haeff ende erff egheen vuijtgesondert metten inboel den voorss kinderen van haeren vader achterge­laeten ende aenbestor­ven. Dies sal die wedue betaelen allen die schuldt gedurende die aenneminge continuelijcke tot dat joncxte kint sestien jaeren out sal weesen. Salvo dat die wedue den kinderen tot haeren mondigen daegen sal uutreijcken ende betaelen eens twee hondert philips guldens. Stellende tot eenen besonderen waerborch daer vooren omme die kinderen wel te bewaren vijftalff geerden lants gelegen in Groot Waspijck met Willem Jans Buijs ende Mathijs Janss erffgenamen ende en sal ‘tselfde goet niet moegen becommeren ofte beswaren mer tot preserva­tie vanden kinderen vrijhouden. Ende oft gebeurden dat die drie kinderen binnen den voorss tijt aflijvich woorden so en sal die wedue den erffgenaemen niet meer uutreijcken dan een hondert daelders. Ende ingevallen den kinderen enich goet binnen desen middelen tijt aanbestorven, dat selve goet sal die moeder mogen gebruijcken ende die bladinge daer aff nemen. Ende oft gebeurden datter een vanden kinderen ten houwelick coempt so sal die moeder tot een uutsetsel geven een koije ende een bedde met sijnder toebehoiren. Gedaen voor den stadthouder Goijaert Evertz. Adriaen Geritz van Boemel ende Dierck Adriaenss als heemraeders.

Fol. 118 r.

            Verlije; Jan Adriaenss Steehouwers kinderen; Antonis Cornelis.

Desen iiije aprilis anno xvC Lccvj compareerden Andries Adriaenss als gerechte bestorven voicht van Cornelis Janss ende Jenneken Jansdr, Jan Adriaenss Steehou­wers sijns broeders kinderen ende gaff uut crachte van dijen over met eenen verlije zo als recht is een huijsinge mette erffve daer aen liggende so groot ende so cleijn als Jan Adriaenss ‘tselffde bessedt ende gebruijckt heeft. Daer van die erffgenaemen van Henrick Willems gelegen sijn aende westsijde ende die erfgenamen van Matthijs Janss aende oostzijde. Streckende van Lijn Willemss erffve aff aent zuijden eijnden oostwaert op tot Beris Cornelis erffve toe cum suis. Ende gelovet te vrijen ende te waeren naeden lantrechte. Ende in so verde daer meer commers op quamen dan in dese aengehaelt is sal den cooper sijn penningen corten. Coram heemraeders Adriaen Geritz van Boemel ende Gerit Antonis Adriaenss.

            Antonis Cornelis; Jan Adriaenss Steehouwers kinderen.

Eodem anno et die compareerden Antonis Cornelis ende heeft gelooft ende verwilleku­ert zo als recht is schuldich te sijn Andries Adriaenss als gerechte bestorven voicht ende tot behoeff van Cornelis Janss, Jenneken Jansdr kinderen van Jan Adriaenss Steehouwers die somme van achtien ponden grooten vlaems ende een halff pont vlaems ‘tpont gereeckent tot ses carolus guldens. Te betaelen gereet twee pont vlaems ende de reste op drie meijdaegen daer van den eersten termijn verschijnen sal meij anno seven ende tzeventich proecede­rende uut coope van een huijsinge metten erffve daer aen liggende boven in de ghifte ofte verlije gementioneert. Dwelck hij onder is verobligerende ende allen sijnen anderen goederen voorden eersten penninck metten lesten betaelt sijn sal. Coram heemraeders bovengestelt.   Akte is doorgestreept.

Die twee ponden gereet gelooft waren sijn betaelt in kennisse vanden voorss heemraeders.

Noch hier op ontfangen xxv rijns guldens vijff stuijvers aengaende den eersten dach.

Bekenden Cornelis Janss noch hier op ontfangen te hebben xxv rijns guldens. Dezen xiije novembris anno 78.

Noch bekenden Janneken Jansdr ontfangen te hebben van Tonis Corneliss die somme van acht rijns guldens. Desen xve mart anno tachtich.

Desen viije junij anno Lxxx bekenden Cornelis Jan Adriaenss voor hem ende Jenneken suijn suster desen bovengestelde wilcuer vol ende geheel betaelt te wesen den iersten penninck metten lesten.

Mij present Melis Corneliss

Bij mij Cornelis Janss onderteckent.

In de kantlijn:

Dies …(?) Tuenis Cornelisz inne voor alsulcken achtien guldens siaers als die nonnen vanden Berch jaerlijcx daer op heffende sijn, die somme van vijff ende twintich rijns guldens waer daer het verlije boven procedeert ende aengeteijc­kent staet.

Fol. 118 v.

            Eerffdeelinge aengebrocht tusschen Bastiaen Berten wedue ende haeren kinderen verweckt bijden voorss Bastiaen Berten, opten vje aprilis 1576.

In den eersten so is die wedue met Dierck Adriaenss haeren voicht, geloot, gecavelt ende geërfdeelt op die steede mette erffve daer aen liggende daer Bastiaen Berten uutgestorven is ende de wedue nu in woont. Streckende vande halver Broecxen straet aff zuijtwaert op gelijck den tuijn geheijnt staet.

Noch op eenen halven acker saijlants metten anderen hoijlant ende houtwasch daer aen liggende. Streckende vanden slootken aff teijnde den acker noortwaert op tot Huijbert Jacops erffve toe.

Nu Beert Bastiaen Berten ende Commer Bastiaen Berten kinderen gesamender­hant geloot, gecavelt ende geërfdeelt op het sestendeel t’weeten in ix geerden vanden lande gelegen aende Kerckenzijl. Streckende vanden dijck aff aent zuijden eijnde noortwaert op ter halver killen toe.

Noch opt vierendeel van een weer lants gelegen int Breet Weer inde acker. Streckende vanden Vlendockse kreeck aff noortwaert op ter halver Maesen toe.

Dies blijft in commuijn ende onbedeelt die Brandt. Streckende vanden Achter­dijck aff noortwaert op ten halven brantweeteringe toe. Aentgen Peterss wedue gelegen oost ende Bastiaen Berten kinderen voorss daerop sij gedeelt van grootmoe­ders wegen west.

Noch blijft onbedeelt een stuck lants genoempt die Hoijs. Dies sal die moeder die renten daer van jaerlicx uutgaende betaelen so lange gedurende als sij die kinderen aengenoemen heeft. Allen die incoemende penningen van Adriaen Ghijsberts Buijs bedragende tien ponden vlaems ende xxx stuijvers. Met twee jaer winsten die hij vanden selven penningen gelooft hadde siaers vij2 rijns guldens. Met noch ontrent vier ponden vlaems incoemende van Joachim Clauwaertz blijven int commuijn ende onbedeelt halff ende halff naeden zuijthollande rechte.

Aldus gedaen voorden stadthouder ende heemraeders Adriaen Peterss, Adriaen Geritz ende Jan Zegerss. Daer voor partijen hebben vertegen ende hem bedanckt van goeder deelinge.

Fol. 119 r.

            Erffdeelinge aengebrocht tusschen Jan Willem Wouterss wedue ende haeren weeskint verweckt bijden voorss Jan Willem Wouterss, opten ve aprilis 1576.

Inden eersten so is die wedue met Dierick haeren gecoiren voicht, geloot, gecavelt ende geërfdeelt op die steede gelegen tot Raemsdonck daer sij nu ter tijt in woont. Streckende vander halver Broexen straeten aff zuijtwaert op gelijck den tuijn geheijnt staet.

Noch op eenen halven acker saijlants metten anderen hoijlants ende houtwasch daer aen liggende. Streckende vanden slootken aff teijnde den acker noortwaert op tot Huijbert Jacops erve toe.

Noch op die Werffcampen in allen manieren gelijck tselffde aenbestorven is van haer suster ende broeder.

Noch op die halff brant. Streckende vanden Achterdijck aff noortwaert op totter halver brantweeteringe toe.

Nu is Bastiaen Jan Willems weeskint geloot, gecavelt ende geërfdeelt op die stede tot Waspijck metten dellen daer aen leggende. Claes Adriaenss van Dongen west ende Adriaen Diercxz cum suis oost.

Noch op eenen acker saijlants gecoemen van Adriaen Wijten erffgenaemen so groot ende so cleijn als die ghifte daer van sijnde vermelt.

Moch op eenen acker saijlants die Jan Willems gecocht hadde van Wouter Willems sijnen broeder.

Noch op vier geerden lants gelegen in Groot Waspijck bedeelt opten oosten cant van acht geerden daer van Laureijs Janss gelegen is int selve lant opten westen cant.

Noch op die portie ende gerechticheijt inden Bresser so diep als Jan Willems daer inne gerecht mach weesen.

Dies blijft int commuijn ende onbedeelt een halff dellen gelegen boven Wouter Vass. Streckende van Wouter Vass effve aff zuijtwaert op ter halver Oude Vaerten toe.

Allen die incoemende penningen ende uutgaende schult metten verloopen renten sullen betaelt worden halff ende halff niet uutgesondert. Allen die uutgaende renten ‘tsij oft se opten wedue goederen staen oft op des weeskints goet, die sullen sij malcanderen helpen vrijen ende uutdraegen. Waer die selffde inde deelinge vrij getaxeert sijn.

Fol. 119 v.

Item so sal een ijeder sijn schauwe ende gebuer rechten onderhouden voor sijn cavelen. Ende indijen daer naemaels enige goederen meer behouden woorden dan inde deelinge voorss gementioneert is, dat sal blijven staen int commuijn ende onbedeelt. Allen die havelijcke goeden van beesten ende paerden met huijsraet ende den inboel blijven onbedeelt halff ende halff naden zuijthollantse rechte. Aldus gedaen den stadthouder ende heemraeders Adriaen Peterss, Adriaen Geritz ende Jan Zegerss. Daer jegens partijen hebben vertegen ende hem bedanckt van goeder deelinge.

            Aenneeminge van Lijsken Jan Willem Wouters haer weeskint vanden selven Jan Willem Wouters achtergelaeten.

Desen vje aprilis anno xvC Lxxvj compareerden Lijsken Jan Willem Wouters wedue met Peter Diercxz haeren broeder, als voicht in dese ende heeft aengenoemen Bastiaenken haer kint geprocreert bij Jan Willem Wouters van Wouter Willems den gerechte bestorven voicht met consent vanden gerechten, in eeten ende drincken, cleeden ende reeden, sieck ende gesont, egheenen tijt van perijckelen uutgesondert gedurende eenen tijt van vier jaeren achter een sonder middel vervolgende ende dat voor allen die beesten, imboel ende havelijcke goederen, dat het voorss weeskint van sijnen vader achtergebleven ende aenbestorven egheen uutgesondert. Ende oft gebeurden dat het voorss kint aflijvich woorden binnen die vier jaeren voorss so en sal die wedue nochtans vanden voorss havelijcke goederen niet gehouden wesen den erffgenaemen uut te reijcken. Gedaen voor Adriaen Peterss, Adriaen Geritz ende Jan Zegerss.

Fol. 120 r.

            Vrijghift; Laureijs Corneliss van Dongen; Peter Jans van Beeck.

Desen xiije aprilis anno xvC Lxxvj compareerden Laureijs Corneliss van Dongen ende gaff over met eenen vrijer ghiften zo als recht is Peter Jans van Beeck een halff weer lants gelegen in die Oort onbedeelt met Adriaen Jan Pauwels. Streckende vander Schraevenmoerse vaert aff zuijtwaert op totte Donga toe. Daer van die erffgenaemen van Zeger Ghijben gelegen zijn aende oostzijde ende Adriaen Ghijben aende westzijde. Mette schauwe ende gebuer rechte daer toe met recht behoirende. Ende voorts te vrijen naden lantrechte. Coram heemraeders Jan Zegerss ende Dierck Adriaenss.

            Vrijghift; Peter Jans van Beeck; Adriaen Jan Pauwels.

Eodem anno et die compareerden Peter Janss van Beeck ende gaff over met eenen vrijer ghiften zo als recht is Adriaen Jan Pauwels een halff weer lants gelegen in die Oordt, onbedeelt metten voors Adriaen Jan Pauwels. Streckende vanden Schraeven­moerse vaert aff daer die schepen duer varen zuijtwaert op totter Donga toe. Die erffgenaemen van Zeger Ghijben gelegen oost ende Adriaen Ghijben west. Metten gebuer rechten daer toe staende gelijck die voorss ghifte vermelt. Ende voorts te vrijen naden lantrecht. Coram heemraeders quibij sup.

Ende stelt Peter Janss tot eenen singuliere waerborch alsulcke goederen die hij gecocht heeft van Jan Meuss ende met ghiften ontfangen heeft op desen iegenwoordigen dach achter vervolgende.

Fol. 120 v.

            Vrijghift; Jan Zeegers; Jan Meuss.

Eodem anno et die compareerden Jan Zeegers onse mede heemraedt ende gaff over met eender vrijer ghiften zo als recht is Jan Meuss een derdendeel in een stucxken lants oft een reepken so groot ende sonder maet als die voorss Jan Zeegers daer inne gerecht ende geërft is, gelegen int Leech veen. Streckende vander halver kreecken aff aent noorden eijnde zuijtwaert op totte Donga toe. Die conventualen van Emsteijn int selven lant gelegen oost ende Peter Janss van Beeck west. Met allen gebuer rechten daer toe met recht behoirende ende voorts te vrijen naden lantrecht. Heemraeders quibij sup.

            Vrijghift; Jan Meuss; Jan Zeegers.

Eodem anno et die compareerden Jan Meuss ende gaff over met eender vrijer ghiften zo als recht is Jan Zegers onse mede heemraedt een derdendeel in een stuck lants oft reepken so groot ende so cleijn sonder maet als Jan Meuss daer inne gerecht ende geërfft is. Streckende vanden saijlant aff aen die Bergen. Die conventualen van ‘tclooster van Emsteijn gelegen int selver lant oost ende Joost Danielsz west. Metten gebuer rechten daer toe staende. Heemraeders quibij sup. Te vrijen naden lantrecht.

Fol. 121 r.

            Vrijghift; Jan Meuss; Peter Jans van Beeck.

Eodem anno et die compareerden Jan Meuss ende gaff over met eender vrijer giften zo als recht is Peter Janss van Beeck woonende tot Dongen een stucxken lants oft reepken so groot ende so cleijn sonder maet als Jan Meuss ‘tselffde van Jan Zegerss ontfangen heeft. Gelegen int Leech Veen. Streckende vander halver kreecken aff aent noorden eijndt zuijtwaert op totter Donga toe. Den conventualen van clooster van Emsteijn gelegen int selver lant oost ende die voorss Peter Janss van Beeck west. Met sijnen gebuer rechten daer toe met recht staende. Ende voorts te vrijen ende te waren naden lantrecht. Coram heemraeders quibij sup.

            Vrijghift; Die erffgenaemen van Jan Willem Wouters weeskint; Goijaert Sijmons tot Dongen.

Eodem anno et die compareerden Antonis Cornelis voor hem selven ende met hem vervangende Jan Cornelis ende Neeltgen Cornelisdr ende Melis Cornelis voor hem selven tsamen gebroeders ende gesusters, Phaes Janss als vader ende voicht van zijn weeskint verweckt bij Katrijn Bernieren ende hem sterckmac­kende voor Peter Bernaerts voor deen helft ende Jan Bernarts man ende voicht van Maijecken Adriaensdr, Adriaen Vas man ende voicht van Margriet Jan Rijwertzdr ende Dingen Cornelis Janss wedue met Goijaert Evertz haren gecoren voicht haer sterckmackende voor Margrietken Cornelis haer dochter voor dander helft. Altehoop erffgenaemen van Jan Willem Wouters weeskint ende gaven gesamenderhant over met eender vrijer ghiften zo als recht is Goijaert Sijmons woonende tot Dongen een stuck lants genoempt den Gheer onder Raemsdonck gelegen. Daer van die wedue van Jan Mathijs gelegen is west ende Henrick Peters Maet oost. Matthijs Janss weeskint zuijden ende Henrick Peters wedue(?) noorden. Metten stegen daer toe met recht behoirende daerinne comparanten voorss niet gehouden en sijn te leveren(?) ofte bewijsen. Ende bedancke hem daer van goeder betaelinge den je penninck metten lesten. Coram heemraeders quibij sup.

Fol. 121 v.

            Goijaert Evertz borge van wege Dingen Cornelis wedue voor Jan Bernaertz ende Adriaen Vasz.

Alzo die gemeenen erffgenaemen van Jan Willem Wouters weeskint verweckt bij Anniken Geritzdr vercocht hebben eenen camp lants genoempt die Gheeren, gelegen onder Raemsdonck, aen een Goijaert Sijmons woonende tot Dongen voor die somme van negen ponden grooten vlaems daer inne mede gericht ende geërft is Margriet Corneliss Jan Maesdr die nu ter tijt buitens lants is. Waerom­me die anderen haer mede erffgenaemen ende cluster versoecken te hebben cautie ende borgersuffisantie voorde somme van seven rijns guldens min vierdalve stuijver die Dingen Cornelis Jan Maessen wedue die moeder ontfangen heeft inde plaetse van haer dochter voorss. Voor welcke voorss somme van seven rijns guldens min vierdalven stuijvers Goijaert Evertz schoudt tot xj2 Hoeffven ende Groot Waspijck hem selven geconstitueert heeft als borger. Dies gelooft Dingen Cornelis Jan Maess wedue haere borge te indempneeren costeloos ende schadeloos te ontheffene onder ‘t verbant van haeren persoon ende allen haeren goederen, present ende toecoemende, egheen vuijtgesondert. Actum den xiije aprilis. Coram heemraeders aen d’ander sijde gestelt.

            Eerffdeelinge aengebrocht tusschen den gemeenen erffgenaemen van Jan Willem Wouters weeskint verweckt bij Anneken Geritsdr.

Inden eersten so sijn geloot, gecavelt ende geëerfdeelt Adriaen Vass man ende voicht van Margriet Jan Reijwertsdr, Jan Bernartz, man ende voicht van Maijecken Adriaensdr ende Margriet Cornelis Jan Maesdr tsamen op ses geerden lants gelegen in Groot Waspijck met Adriaen Adriaens Buijsen wedue ende erffgenaemen.

Nu Antonis Cornelis met sijnen mede broeders ende susters geloot, gecavelt ende geëerfdeelt met Bernart Peeterss erffgenaemen die Phaes Janss vervangen heeft op het lant dat het voorss weeskint in Engelant onder Raemsdonck liggende heeft. Met drie stuijvers siaers daer van uutgaende. Gedaen voor Adriaen Geritz ende Jan Zegerss als heemraeders, daer vooren partijen hebben vertegen ende haer bedankt van goeder deelinge. Actum als boven.

Fol. 122 r.

            Vrijghift; Willem Janss Buijs als voicht; Michiel Aertz

Desen xiiije meij anno xvC Lxxvj compareerden Willem Janss Buijs als gecoiren voicht van Jacop Paulus Diercxz wedue, sijnder suster, ende gaf over met eender vrijer ghiften zo als recht is Michiel Aertz eenen acker saijlants metten hoijlant daer aen liggende. Streckende van der halver Vlaijckensche straet aff aent noorden eijnde zuijtwaert op totten halven Gheijlsloot toe. Daer Jan Ghijben gelegen is oost ende Michiel Aertz cum suis west. Met sijnder schauwen ende gebuer rechten daer toe met recht behoirende ende voorts te vrijen ende te waren naden lantrecht. Coram heemraeders Adriaen Adriaen Peterss, Jan Zegerss ende Adriaen Geritz van Boemel.

            Michiel Aertz; Jacop Paulus Diercxz wedue.

Eodem anno et die compareerden Michiel Aertz ende heeft gelooft ende verwillekuert zo als recht is schuldich te sijn Jacop Paulus Diercxz wedue met Willem Janss Buijs haeren gecoiren voicht ende broeder die somme van twintich ponden grooten vlaems ‘tpont tot ses carolus guldens gereeckent daervan te betaelen de helft gereet opte veste ende d’ander helft tot Paesschen toecomen­de anno xvC seven ende tzeventich. Hier onder verobligerende eenen acker saijlants metten hoijlant daer aen liggende ende allen sijnen anderen goederen, hebbende ende vercrijgende, voorden eersten penninck metten lesten betaelt sijn sal. Coram heemraeders quibij sup.

Willen Janss Buijs bekenden die eerste tien ponden grooten vlaems ontfangen te hebben. Dies is van wijncoop gereet x stuijvers.

Bekende Jan Baijens desen bovengeschreven wilcuer vol ende al betaelt op veertich gulden na. Desen vje aprilis anno ’78.

Fol. 122 v.

            Vrijghift; Willem Cornelis; Heijman Baijens.

Desen viije junij anno xvC Lxxvj compareerden Willem Cornelis ende gaff over met eender vrijer ghiften zo als recht is Heijman Baijens een vierendeel in een halven acker saijlants metten hoijlant daer aen liggende. Streckende van Baijen Matthijs erfve aff aent noorden eijnde zuijtwaert op tot slootken toe over den Diefdijck. Daer van Jan Peterss Crol gelegen is met sijnen erffve aende westsijde ende die erffgenaemen van Baijen Mathijs aende oostzijde. Ende geloofden ‘t voorss erffenisse te vrijen ende te waren naeden lantrecht ende bedanckt hem Willem Cornelis van goeder ende volder betaelinge den je penninck metten lesten. Coram voor heemraeders Adriaen Geritz van Boemel ende Adriaen Aertz Schouten.

            Erffdeelinge aengebrocht tusschen Peter Adriaenss Ghijben ten eenre ende sijnen kinderen ter andere sijde opten xiiije junij 1576.

Inden eersten so is Peter Adriaen Ghijben geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op die steede daer hij te hans woont so groot ende so cleijn als die selffve gelegen is opt Gat metten hoijlant daer aen liggende.

Noch op een werffken gelegen voor Goijaert Adriaenss. Streckende vander halver straeten aff aent noorden eijnde zuijtwaert op totten Kae toe. Joost Zegerss gelegen west ende Jacop Raess oost.

Noch op een derdendeel in een weer lants gelegen in het Leech Veen met Metken Zegerss ende Adriaen Peterss onbedeelt so groot ende so cleijn als sij luijden daer inne gerecht sijn. Streckende vander halver kreecken aff aent noorden eijnt zuijtwaert op totter Donga toe. Beris Cornelis cum suis west ende Ariaen Peter Schoenmakers cum suis int selve lant oost.

Noch op het lant gecoemen van Marij Benieren gelegen int Leech Veen. Streckende vander halver kreecken aff zuijtwaert op ter Donga toe. Adriaen Peterss cum suis gelegen west. Noch op een weer lants gelegen inde oort dat Jaspar Roelen in hueren gehadt heeft also groot ende so cleijn alst daer gelegen is. Met alle schauwen ende gebuer rechten tot elcken parceel met recht behouen ende daer toe staende.

Fol. 123 r.

Nu Cornelis Peters geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op anderhalff geerden lants gelegen in Heerkens weer so groot ende cleijn als Peter Adriaens daer inne gerecht is. Also verre alst strect, met halff die fuijcken bij getale xxv, metter schuijten, halff den taenkeetel ende die helft vanden cuijpen.

Nu Seger Peterss, Adriaen Peterss ende Lijsken Petersdr gesamenderhant gedeelt op ses geerden lants gelegen in Groot Waspijck. Streckende van Matthijs Janss kinder erffve aff noirtwaert op ter halver Maesen toe. Daer van Aentgen Bert Geerben int selver lant gelegen is west ende Dingen Tomas cum suis oost. Daer van Seger Peterss bedeelt is opte twee geerden lants opten oosten cant duergaende. Adriaen Peterss opte twee geerden lant ten midden wegen duergaende ende Lijsken Petersdr opte twee geerden lants opten westen cant. Elck met sijnder schauwe bedeelt gelijck voorss is. Ende gebuer rechte daer toe staende.

Nog sijn die voors Seger Peters, Cornelis Peters ende Lijsken Petersdr t’samen bedeelt op het lant aen den Diefsijck gelegen met Metken Zegerss onbedeelt te weeten het derdendeel van het weer. Streckende van het slootken aff voor den Diefdijck op totter halver kreecken toe. Beris Corneliss cum suis west ende Adriaen Peterss cum suis oost.

Aldus aengebrocht voor Adriaen Geritz van Boemel ende Jan Zegerss als heemraeders.

Opten xiiije septembris 1576 compareerden die voorss erffgenaemen van Peter Adriaen Ghijben za:/ ge: (? niet duidelijk, wat hier nu precies voor afkorting staat, Peter Adriaen Gijben is in de vorige acte ook nog niet dood, maar hier kennelijk wel!) ende hebben geërfdeelt allen den goederen haer van hunnen vader aengecoe­men inde bovengestel­de goederen ende deelinge gementioneert, daer van Cornelis Peterss gecavelt, geloot ende geëerfdeelt is op een stuck lants dat sij luijden noemen Marij Bernieren lant. Streckende vander kreecken aff zuijtwaert op ter Donga toe.

Nu Adriaen Peterss geloot ende geëerfdeelt op die steede so groot ende cleijn also Peter Adriaenss uutgestorven is ende altijt beseeten ende gebruijckt heeft.

Noch op het lant gelegen int Broeck voor Goijaert Adriaenss, mede streckende vander halver straeten tot het eersten slootken toe. Dies sal Lijsken Peterssdr, Adriaen Peterss haeren broeder uutreijcken drie pont vlaems op drie jaeren naevolgende.

Nu Seger Peterss is geloot ende geëerfdeelt op die killen met heel het cleijn Leech Veen met Metken Zegerss cum suis. Dies sal Lijsken Peterssdr, Seger Peterss haeren broeder uutreijcken twee pont vlaems te betaelen op vier jaeren naestcoemende.

Nu Lijske Peterssdr geëerfdeelt op een stuck lants gelegen inde oort dat Jasper Roelen in hueren heeft.

Aldus aengebrocht voor Adriaen Peterss, Adriaen Aerts Schouten, Adriaen Geritz ende Jan Zegerss.

Fol. 123 v.

            Erffdeelinge aengebrocht tusschen de erffgenaemen van Claes Janss de Bont opten xixe junij 1576.

Inden eersten so is Peter Jans de Bont geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op een achtendeel in een weer lants onbedeelt gelegen neeffens cloosters goet oft lant aende elssen aende westsijde ende Jan Mathijs erffgenaemen gelegen aende oostsijde. Streckende vander halver Keenen aff aent noorden eijnde zuijtwaert op totter halver Gheijlsloot toe. Dies moet Peter Janss tot sijnen lasten alleen houden allen die winst oft renten die opt allen ‘t voorss goet staet tot desen tijt, sulcx dat dander erffgenaemen moeten hebben vrij goet.

Nu Jacop Jacopz voor hem selven ende mede als gecoren voicht van Andries Janss onmondich weeskint ende Neelken Tijs wedue wijlen van Huijbert Janss de Bont ende Jenneken Adriaen Jansdr. Elck met haeren voicht in dese hem verleent met rechte. Gesamenderhant geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op het vierendeel int voorss weer lant eggende ende ruggende ende streckende als boven. Vrij ende vranck sonder eenigen commer oft rente daer op staende.

Gedaen voor Adriaen Peterss Schoenmakers ende Jan Zegerss als heemrae­ders.

Is in dese deelinge mede veraccordeert also Peter Janss langer tijt enige goederen van Claes Janss sijnen broeder heeft gebruickt tot desen tijt toe dat hij den anderen gemeenen erffgenaemen daer vooren sal uutreijcken ende betaelen die somme van achtiendalven rijns guldens eens tot meij toecoemende anno xvC seven ende tzeventich ende Bamis daer aen volgende wel ende ten vollen betaelt als verwillecuerden schult.

Eodem anno et die so heeft Dingen Cornelisdr wedue wijlen Adriaen Janss aengenoe­men van Peter Janss de Bont als gerechten bestorven voicht ende Jacop Jacopz als toesiender met consent vanden gerechten aengenoemen haer onmondich weeskint verweckt bij Adriaen Janss de Bont te onderhouden in eeten ende drincken, cleeden ende reeden, sieck ende gesont in alles een kindt noodich weesen gelijck een goede moeder schuldich is te doen met haeren kinder ende daer eer aff hebben wil twee jaren lang geduerende. Jaerlicx voor de somme van sestien rijns guldens onder condicien oft garantien dat het kint aflijvich woorden binnen dese voorss twee jaeren, so is wel besproecken in so verde alst een maent binnen ‘t jaer is so sal die moeder het vol jaer ontfangen. Gedaen voor heemraeders boven gestelt.

Fol. 124 r.

            Vrijgift; Jacop Jacops; Seger Hendricxz.

Desen xxje junij anno xvC Lxxvj compareerden Jacop Jacops als man ende voicht van Maijecken Jansdr sijnder huijsvrouwe ende gaff over met eenen vrijer giften zo als recht is Seger Hendricxz die helft in een stuck lants onbedeelt. Strecken­de vander killen aff aent zuijden eijnde noortwaert op totter Doncxen straeten toe. Daer van Joost Toniss vanden Berch erffgenaemen gelegen sijn westwaert ende Seger Hendricxz selver oostwaert. Ende geloofden Jacop Jacops desen erffenisse den voornoemde Seger Hendricxz te vrijen ende te waeren naden lantrecht. Coram heemraeders Adriaen Peterss Schoenmakers ende Jan Zegerss.

            Seger Hendricxz; Jacop Jacopz.

Eodem anno et die compareerden Seger Hendricxz ende heeft gelooft ende verwilleku­ert zo als recht is schuldich te sijn Jacop Jacopz die somme van neghen ponden grooten vlaems tpont tot ses carolus guldens te betaelen tot bamis alsmen schrijven sal anno xvC seven ende tzeventich. Procederende uut coope van een stuck lants bovengenoemt dwelck de voorss Seger Hendricxz hier onder is verobligerende ende allen sijnen anderen goederen, roerende ende onroerende, present ende toecomende, voorden eersten penninck metten lesten betaelt sijn. Coram heemraeders bovengestelt.

Eodem anno et die compareerden Jacop Jacopz ende heeft desen wilcuer bovengestelt gestelt ende geconfigureert in handen van Antonis Anssen ter tijt toe dat die voorss Tonis Anss acker ontslaen sal weesen van een rente van iiij rijns guldens siaers die Jacobp Jacopz uutgelt ende Tonis Anss hem uut vrientschappen geleent heeft als hij verlegen was. Gedaen voor heemraeders.

Hier op dezen voors wilceur is betaelt een pont Vlaems den 22e julij 78.

Is desen wilcuer vol ende geheel betaelt den iersten penninck metten lesten.

Fol. 124 v.

            Gerit Vass; Commer Claes.

Eodem anno et die compareerden Gerit Vass ende heeft gelooft ende verwillekuert zo als recht is schuldich te sijn Commer Claes die somme van seven ponden grooten vlaems, ‘tpont gereckent tot ses carolus guldens. Procederende ende hercoemende uut coope van een paerdt d’welck den voorss Gerit Vass te wille ende te dancke gelevert is. Ende condicie ende voorwaerde indijen die voorss Commer Claess gehoudt sal wesen oft getrout sal hebben een huijsvrou tusschen desen dach ende Bamis toecoemende anno xvC ses ende tzeventich so sal Gerit Vass desen voorss penningen gehouden wesen te betaelen op sijne troudach sonder vertreck. Ende indijen de voorss Commer Claess tusschen den voorss dach ofte termijn niet gehoudt en is so sal Gerit Vass dit paerdt om niet hebben met besprocken woorden. Indijen Commer Claes binnen den voorss tijt houwelict so sal Gerit Vass mede ten maeltijt oft ten bruloften coemen so lange als Commer Claes metten vrienden bruloft houdt. Ende is de voorss Gerit Vass onder verobligerende ‘t voorss paert met allen sijnen anderen goederen (indijen hij houwelict) daer aent hij de voorss Commer Claes hem sal moegen verhaelen ter tijt toe hij vanden voorrs coope voldaen sal weesen. Daer toe gaff Gerit Vass int gelach xx stuijvers daer aen die helft te cort aen die voorss penningen. Gedaen voor heemraeders Adriaen Geritz van Boemel ende Adriaen Dierckx Schoenmakers.

Desen wilcuer kenne ick Commer Claes te vollen ende al betaelt den iersten penninck metten lesten.

Fol. 125 r.

            Aenneeminge van Maijrcken Tonis Adriaenss wedue haer kinderen.

Desen xxiije aprilis anno xvC Lxxvj compareerden Maijrcken wedue wijlen Tonis Adriaenss ende heeft aengenoemen van Peter Roelen den gerechten bestorven voicht ende Adriaen Willems toesiender, met consent vanden gerechten haer ses onmondigen kinderen verweckt bij Tonis Adriaenss te onderhouden in eeten en drincken, cleeden en reeden, sieck ende gesont ende die selven ter schoolen laeten gaen, eerlijck naer haeren staet gelijck een goede moeder schuldich is te doen met haeren kinderen gedurende ter tijt toe voor het joncxte kint mondich wesen sal ofte vijftien jaeren out. Endat voor allen die goederen beijde haeff ende erff den voorss kinderen achtergeble­ven ende aenbestorven van haeren vader zaliger. Onder condicien dat die moeder den kinderen eens uutreijcken sal gesamenderhant hondert carolus guldens ten mondigen daegen als voorss is metsdijen oft gebeurde dat eenige vanden voorss kinderen binnen den voorss tijt aflijvich woorden dat sal besterven opte andere levenden kinderen. Ende oft geraecten dat allen die kinderen sterven binnen den voorss tijt so en sal die moeder niet uutreijcken vanden voorss hondert carolus guldens oft vanden goederen den kinderen nu vanden vader aenbestorven. Ende geloven die voorss partijen ‘t gerecht hiervan costeloos ende schadeloos te houden. Gedaen voor Jan Zegerss ende Adriaen Geritz van Boemel.

Opten ije juni bekenden Adriaen Tuenis ende Commer Bastiaens als man ende voicht van Peerken Tuenisdr ende Claes Adriaens als vader ende voicht van de twee kijnderen verweckt bij Grietken Tuenisdr ende Maijrcken Tuenisdr blijckende bij haer eijgen hant, alle erffgenaemen inde voorss hondert rijns guldens bekenden voldaen ende vernuecht te weesen van haer moeder Maijecken Tuenisdr voor haer ende haeren naecomelingen ende bedanckende haerder betaelinghe.

Op een los briefje:

Ick Maerken Toonijs kenne voldaen een betaelt te wesen van mijn vaaders goet, die somme van drije een twintich rijnsguldens.

(vervolg op fol. 125r:)

Compareerden Marijcken Tuenis Adriaenss met hairen gecoren voicht, Huijbert Tueniss ende heeft geloeft haeren kinderen verweckt bij Tuenis Adriaenss haren man zaliger behoirlijcke interest te geven vanden penningen voirss die zij haeren kijnderen in deze voirss aenneemninghe geloeft heeft vuijt te moeten reijcken ten mondighe dage. Als jegens acht ten hondert also zij er ten tijt gheen middel en heeft ofte weet om hem luijden te betaelen ende van den zelven kijderen woirden voirss vuijtreijckinge ende vervallen interest wel te bewaren zoo heeft zij hair goet daer voiren tot waerburch gestelt zo haeff als erve, hebbende ende vercrijgende. Gelovende die zelffde ofte eijgen vanden erffenisse in eniger manieren te belasten, bezwaren ofte vercoopen voir alleer die voirss haren kijnderen voldaen zullen weezen, dan alleenlijck bij voirweten ende consent van hairen kijnderen voirnoemt. Actum desen xvje meert anno xvC xcij. Voir heemraeders Jan Zeegerss ende mij

                                               Melis Cornelisz, 1592.

Fol. 125 v.

Vrijghift; Willem Cornelis; Cornelis Ghijsbrechtsz.

Desen iije septembris 1576 compareerden Willem Cornelis met Jan Peterss sijnen gerechten voicht ende Hendrick Janss van Goerle als toesiender ende gaff over met eender vrijer ghiften zo als recht is Cornelis Ghijsbrechtz eenen acker saijlants metten hoijlant daer aen liggende. Gelegen op Vlendonck onder Raemsdonck resorterende. Streckende vander halver kreecken aff aen ‘tzuijden eijndt noortwaert op ten halven watersloot toe. Daer Jan Zegerss gelegen is oostwaert ende Peter Janss de Bont cum suis westwaert. Ende geloven tselve goet te vrijen ende te waeren naden lantrecht. Gedaen voor Adriaen Geritz ende Jan Zegerss als heemraeders.

            Cornelis Ghijsbrechtsz; Willem Cornelis.

Eodem anno et die compareerden Cornelis Ghijsbrechtz ende heeft gelooft ende verwillekuert zo als recht is schuldich te sijn Willem Cornelis inde tegenwoordi­cheijt van sijnen voicht ende toesiender bovengestelt die somme van seventien ponden grooten vlaems, te betaelen gereet vijff ponden grooten vlaems. Ende die reste bedraegende noch twaelff ponden grooten vlaems te betaelen op twee Bamis dagen daer van den iersten verschijnen sal Bamis anno xvC seven ende tzeventich tot elcke Bamis ses ponden grooten vlaems procederende uut coope van eenen acker zaijlants die hij hier onder is verobligerende voirden iersten penninck metten lesten betaelt zijn sal. Mits condicien dat Cornelis Ghijsbrechtz gheen penningen geven noch betaelen sal aen handen van Willem Cornelis, ten sij bij wille vanden voicht ende toesiender. Coram heemraeders bovengestelt.

Akte is doorgestreept.

Willem Cornelis met sijnen voicht ende toesiender bekennen hierop bethaelt te sijn die eerste vijff ponden die gereet gelooft waren.

Hierop bekende Willem Cornelis noch ontfanghen te hebben uut handen van Cornelis Gijsbrechtz eene somme van xv carolus guldens. Desen xxvije junij anno xvC ’77.

Noch bekende Willem Cornelis ontfangen te hebben uut handen van Cornelis Ghijsbrechtz die somme van xv rijns guldens desen xxvje octobris anno ’77.

Bekenden Willem Cornelis desen voirss wilcuer vol ende al betaelt den iersten penninck metten lesten dezen xxvje novembris anno ’77.

Fol. 126 r.

            Aenneeminge van Bastiaen Aertz Schouten sijnen weeskinderen bij Dingen Henricxdr verweckt.

Desen ve septembris anno xvC Lxxvj compareerden Bastiaen Aertz Schouten ende heeft rechtelijck van Dingen Hendrickxdr als gerechte bestorven voicht ende Adriaen Janss als toesiender met consent ende decreet vanden gerechten aengenoemen sijn twee onmondigen kinderen verweckt bij Dingen Hendricxdr zaliger genoempt Aertken Bastiaenss ende Buijsken Bastiaenss te onderhouden in eeten ende drincken, cleeden ende reeden, sieck ende gesont ende ter schoolen te stueren so verde men tot Raemsdonck schoole houdt eenen tijt continuelijcke gedurende van thien jaren ingegaen op daten bovengeschreven. Ende dat voor allen die houwelijcke goederen metten inboel ende huijsraet metten affbladinge oft bruijckweer van allen den erffgoederen den kinderen gesuccedeert ende aenbestorven van haerder moeder zaliger. Met geconditio­neerde voorwaerde oft die voorss kinderen afflijvich worden binnen den voorss tijt van thien jaeren so sal Bastiaen Aertz gehouden sijn affstant te doen vande bruijckweer ende afbladinge vanden erffgoederen. Ende sal Bastiaen Aertz betaelen allen den schulden die sij nu ter tijt schuldich sijn uutgescheijden die schuldt vanden huijse daer hij nu ter tijt in woont.

Ende sal mede betalen ‘sConnincx beden vanden erffgoederen metten onraet daer op vallende. Ende in so verde Bastaien Aerts een ander huijsvrou naeme, sulcx dat den kinderen alsdan haer gerief niet gedaen en worde ende woorden verdriet gesmeeten ende gestooten, so sullen den voocht ende toesiender voorts dese kinderen nae hem moegen neemen, sonder toeseggen vanden vader ofte niemants anders, ende besteeden die selve tot vaders laste ofte andersins die goederen aresteren, also hem dat goet duncken sal. Eodem voor Adriaen Aerts ende Frans Gerits de Coninck als heemraders.

Fol. 126v.

            Testamenten; Huijbert Staess; Maijrcken sijn huijsvrou.

Desen viije septembris anno xvC Lxxvj compareerden Huibert Staess ende Maijrcken sijne huijsvrouwe beijde opgaende beijnen, gesont van lichaem ende volcoemen van verstande ende hebben malcanderen met rijper deliberatie van reede getransporteert ende in forma van testamente gemaeckt reciproche over ende wederover den lancxten van hem beijden inden leven blijvenden, allen hunnen goederen, beijde haeff ende erff, egeen uutgesondert ende sal den lancxte levende die selven goederen blijven besitten ende gebruijcken ende daermede dan sijnen vrijen eijgen wille tot sustentatie sijns levens ende mede tot betaelinge van haeren schulden. Dies maecken die voorss testatoirs Commer Huijbrechtz halff die visscherije met tgeene datter aencleeft ende daer toe behoirt. Ende dat overmits die voorss Commer altijt sijne vader trouelijck gedient heeft sonder huijre willende die voorss testatoirs dat allen die resterende goederen nader lester doot van hem beijde, sullen succederen erffven ende besterven aende rechte linie volgende ‘t zuijthollantsshe rechten. Begheren daeromme dat dit haer tegen­woor­dich testamente ende uuterste wille sal woorden gehouden voor goet vast ende van volder weerden. Als donatie ende municipael vol ad pias causas gelijck dat volcoemelijck sijn effecte behoirt te sorteren, alwaert oijck so datter eenige clauselen oft punctien naden gheestelijc­ke rechten meer inne behoirden te weesen dan voorss staet oft datter oijck eenige solemniteit van geschreven rechte oft … usancie vergeeten oft versuijmpt mochten weesen, want sij verclaeren tselffde te sijn haeren uutersten wille ende meijninge. Al sonder argelist. Gedaen voor Jan Zegerss ende Adriaen Janss de Vender als heemraeders.

Desen xxvije novembris anno xvC Lxxix compareerden Commer Huibrechten ende heeft hem volder betaelinge bedanckt van Huijbrecht Staessen, sijn vader van alsulcken visschereijen met zijn toebehoirt als hij ten anderen tijden als boven hem bij testamente gemaeckt heeft sijn stiefmoeder bekenden hem den iersten penck metten lesten ontfangen te hebben zo ende dies selfde vissche­reije sijnen vader nu geheel toebehoirt.

Fol. 127 r.

            Inventaris van allen den achtergebleven goederen, moble ende inmoble, van Baijen Matthijs ende Neeltgen huijsvrouwe genoemen en geinventari­seert bijden gerechten tot Raemsdonck opten ixe septembris 1576.

            Die erfgoederen:

Inden eerste huijs ende hoff daer sij luijden uutgestorven sijn. Streckende vander halver straeten aff aent noorden eijndt suijtwaert op tot het saijlant toe. Met noch eenen halven acker ende een vierendeel inden halven acker daer neffens aen gelegen metten hoijlant. Streckende over den dijff totten watersloot toe.

Noch het lant dat gecoemen is van Joachim Aertz. Streckende van het slootken aff achter Cornelis Hermanss schuer noortwaert tot het slootken over den dijck.

Noch eenen gheer die van Jan Lemmens gecoemen is.

Noch een vierendeel onbedeelt in eenen gheer gelegen met Cornelis Jan Roelen ende metten Heijlige Gheest.

Noch het lant dat van Aentken Knaepen gecoemen is. Een halff weer gelegen met Ghijsbert Zeegerss neffens die westsijde. Streckende vanden halven Gheijlsloot aff aent noorden eijndt zuijtwaert op totten halven Broexken toe.

            Die moble goederen:

Inden eersten een beestken dat Bastiaen Cornelis den Scrobber vercocht heeft voor xij carolus gulden twee blanken.

Noch drie bedden met drie deekens ende twee hootpeluwen.

Noch twee oircussens met vier slaeplaeckens.

Noch eenen lavenderen tuechts rock.

Noch eenen swarten rock.

Noch eenen swarten rock met knoopen.

Noch eenen rock die Baijen Matthijs gedragen heeft.

Noch twee laeckenen colders.

Noch eenen lavenderen naijsack die gesneden is en niet genaijet.

Noch een paer lavender hoesen die niet genaijt en sijn.

Noch een lavenderen rock met knoopen.

Noch een boe…sijden wambis met twee caijsanten mouwen.

Noch een tonnoijt(?) zieltgen dat niet volmaect en is.

Noch een vrouwen swarten hueijck.

Noch eenen mans swarten tabbaert.

Noch een elle geclooft roet laecken.

Noch een elle swart laecken.

Noch twee swarten hoosen.

Noch twee roode hemrock.

Noch twee roode caijsanten mouwen.

Noch twee groote keetels.

Noch twee cleijn keetels.

Noch een coeperen pot.

Noch een ijseren panneken.

Noch twee tinnen schoetelen met eenen tinnen pint.

Noch een saucuer ende een sau…

Noch ene h… met een oirfluijme.

Noch een deel outs lijwants.

Noch twee tresoren met twee kisten.

Noch een scetseken.

Noch een groote taefel.

Noch een cleijn taefelken.

fol. 127 v.

Noch een bedsteede.

Noch elff stoelen so groot ende cleijn.

Noch eenen troch.

Noch eenen sack met eenen kaijen sack.

Noch een bedde dat in Brabant is.

Noch neghen tinnen schootelen die mede in Brabant sijn.

Noch twee oft drie schaeren.

Noch vijff oft ses vingeroij.

Noch een quad haijrck.

Noch twee korffen.

Noch eenen swarten rock.

Noch eenen te meijken rock met eenen trijpen(?) boert.

Noch xiij2 rollen nieuwe lijnen laecken.

Noch eenen dwael met een taefellaecken.

Noch een deel ende commelinge mette deel houts dat niet beter en is dan te borren(?)

Noch vijff vimmen garsten ende een halff.

            En renten ende incoemende penningen:

Inden eersten eenen rentebrieff van sestalffven karolus guldens die Cornelis Diercxz wedue uutgeldt.

Noch eenen rentebrieff van twintich guldens siaers die Peter Adriaenss uutgeeft.

Noch eenen rentebrieff van xxviij stuijvers siaers die Jan Matthijs uutgeeft.

Noch eenen rentbrieff van twee karolus guldens siaers die Adriaen Adriaen Willems uutgeeft.

Noch een obligatie van xix2 carolus van een koije die Zeeger Henricxz nu tot Bamis toecoemende betaelen moet.

Noch een obligatie van Govert Evertz van dorps wegen onderteijckent heeft inhoudende een en vijftich carolus guldens.

Item Cornelis Roelen heeft den grooten gheer in huijren voor sestalven carolus guldens.

Teuw Wouters heeft een deeltken inden cleijnen gheer gehuijrt voor xx stuijvers.

Adriaen Ackermans heeft gehuert ‘t lant van Aentgen Knaepen gecoemen daer van hij schuldich is vier carolus guldens.

Ghijsbert Zeegerss is schuldich van hoijlant desen jaer vier karolus guldens.

            Dit is ‘t gelt datter in huijs gevonden is:

Inden eersten eenen roosen noobel.

Noch eenen wilhelmus schilt.

Noch eenen philips gulden.

Noch eenen horus ? gulden.

Noch twee heel coninckx daelers.

Noch vijff halff conincx daelers.

Noch drie cruijsdaelers.

Noch een testoen(?) van tien stuijvers.

Noch twee dobbel stuijvers.

Dese penningen sijn Bastiaen Cornelis overgetelt op sijnen arbeit van ‘t scrobben bedragende xxiij rijns guldens xvj stuijvers.

Gedaen voor Adriaen Peterss ende Frans Geritz de Coninck als heemraeders hier toe gerequireert.

Fol. 128 r.

            Erffdeelinge aengebrocht tusschen Cornelis Ghijsbrechtz ende Jacop Buijs kinderen opten xxje septembris 1576.

Inden eersten so is Cornelis Ghijsbertz geloot, gecavelt ende geëerfdeelt opeen vierendeel in een weer lants gelegen inden Donck bedeelt opten westsijde van het half weer. Jacop Buijs kinderen gelegen oost ende Adriaen Wiericxs west. Streckende vander halver kil aff noortwaert op tot het Werffcamp­se gat toe. Met drie karolus guldens siaers den eenen gulden verhypotequeert opt selver goet ende die twee karolus guldens staende op den acker. Dese renten voorss houdt Cornelis Ghijsbrechtz tot sijnen lasten. Ende sullen malcanderen helpen dit voorss goet te vrijen tot desen daghe toe vanden verloopen pachten.

Nu Jacop Buijs twee kinderen geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op een vierendeel in een half weer lants gelegen in die acker. Adriaen Peterss gelegen oost ende Jacop Buijs kinderen selver int selve lant west. Streckende van het slootken aff over den dijck zuijtwaert op tot het slootken toe over den Dieffdijck.

Met noch een achtendeel in een weer lants gelegen in de Werffcampen bedeelt opte westsijde van het halff weer. Jacop Buijs kinderen selver gelegen oost ende Jan Meuss west. Streckende van het halff Werffcampensche gat aff noirtwaert op ter halver Maesen toe.

Is geconditioneert in dese deelinge als dat Cornelis Ghijsbrechtz sijn weeskint genoempt Adriaen Cornelis geen paert noch deel hebben en sal inde goederen van Wouter Jacop Buijs sijn halffbroeder was mits voorwaerde nochtans dat Cornelis Ghijsbrechtz sijn eijgen kint genoempt Adriaen Cornelis sal onderhou­den in eeten ende drincken, cleeden ende reeden, sieck ende gesont gelijck een vader schuldich is te doen met sijnen kinderen gedurende tot sijnen mondigen daege toe. Daer vooren sal Cornelis Ghijsbrechtz ontfangen vier pont vlaems voor uut ende incoemende schuldt ende allen ‘thoij datter in huijs is met anderen inboel hijraan(?) toegevoegt.

Gedaen voor Adriaen Artss, Jan Zegerss ende Frans Geritz.

Fol. 128 v.

            Erffdeelinge aengebrocht tusschen die erffgenaemen van Matthijs Ghijsberts ende Anneken Ghijsbertsdr opten ve octoris 1576.

Inden eersten so is Gerit Andries geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op drie geerden lants in Groot Waspijck gelegen met Claes Vass weeskint onbedeelt.

Floris Cornelis geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op drie geerden lants bedeelt opten oosten cant van xij geerden lants daer van dander negen geerden lants Henrick Ghijsbertz weeskint toecoemen.

Truijcken Henrick Ghijsbertz weeskint geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op drie geerden lants bedeelt opten westencant van xij geerden lants daer van Floris Cornelis die drie geerden becoemen.

So blijfter een geerden onbedeelt inde voorss twaelff geerden lants ende die een geerde lants heeft het voorss weeskint gekocht.

Ende allen andere goederen hier niet gespecificeert blijven int commuijn ende onbedeelt.

Aldus gedaen voor Jan Zegerss ende Dierck Adriaens als heemraeders.

            Erffdeelinge aengebrocht tusschen Tonis Anss ende sijn kinderen opten xje octobris 1576.

Inden eersten so is Tonis Anss geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op een halff weer lants gelegen inden Ambacht van Groot Waspijck onbedeelt met Commer Tonis mette weerdeel vanden selven weer lants.

Noch op eenen halven acker saijlants gelegen inden ambacht van xj2 Hoeffven. Daer van Joost Baijens die weerdeel toecoempt, het achtereijndt.

Noch op eenen halven acker zaijlants gelegen inden Hoeven inde ambacht van Raemsdonck.

Noch op het lant gelegen op Vlendonck d’welck Tonis Anss van Neeltgen Stevens erffgenaemen gecocht heeft.

Noch op het achtendeel in Buijs Segers weer gelegen achter Adriaen Adriaenss Looskint inde corten geerden.

Noch opte helft vander stede, huijs, hoff ende hofsteede daer Tonis Anss altijt gewoont heeft.

Fol. 129 r.

Nu Commer Toniss geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op een half weer lants onbedeelt met sijnen vader gelegen inden ambacht van Groot Waspijck te weten elck ses geerden lants.

Noch op het vierdendeel vanden acker inde Hoeven inden ambacht van Raemsdonck.

Noch op het vierendeel inde stede daer die vader nu ter tijt in woont.

Noch houdt Commer Toniss tot sijnen lasten eene Philips siaers die op Toenkens lant staet ondergescreven die Peter Ghijben erfgenaemen heffende sijn.

Nu Toenken Tonis Anssdr geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op ses gerden lants gelegen inden ambacht van Groot Waspijck bedeelt opten oosten cant van xij geerden lants met Cleijs Jacops.

Noch op ‘tvierendeel inden acker inde Hoeven gelegen inden ambacht van Raems­donck.

Noch opt vierendeel inde stede daer die vader in woont.

Noch houdt sij tot haeren last eenen Philips gulden siaers op haer lant staende die Peter Ghijsen erfgenamen heffende sijn.

Noch houdt Toenken tot haeren lasten der kerkcken rente ontrent vier stuijvers.

Dies blijven die verloopen pacht siaers onbedeelt halff ende halff naden lantrecht.

Is oick in dese deelinge geconditioneert dat Commer ende Toenken tsamen haers vaders lants d’welck gehouden is inde dijckagije vanden ambacht van Groot Waspijck te dijcken. Sullen vrijen, opmaecken ende onderhouden den dijck, slooten ende graven so lange als die vader leeft, sonder vaders cost. Aldus aengebrocht voor Jan Zeegers ende Adriaen Gerits van Boemel als heemraders ende getuijgen hiertoe geroepen.

Los blaadje:

Memorie op die deelinge van Cornelis Ans kinderen te schrijven als dat Willem Corneliss sal Lesken den acker ende aent eijndt dellen teijnden den acker streckende totten watersloot toe.

Anneken sal hebben die twee geerden lants daer Willem op gedeelt was ende eijndeken vanden hoijlants noortwaert. Streckende vanden Diefdijck sal Anneken mede hebben.

Fol. 129v.

            Erffdeelinge aengebrocht tusschen den effgenaemen van Jenneken Tomas Cornelis wedue opten xvje octobris 1576.

Inden iersten so is Cornelis Tomas geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op twee geerden lants gelegen in Groot Waspijck bedeelt ten midden in ses geerden lants daer van Adriaen Huijben met sijn kinderen met twee geerden lants int selver weer gelegen is oost ende Dingen Tomasdr met twee geerden lants int selver lant west. Streckende van Mathijs Huijmans erff aff noortwaert op ter halver Maesen toe. Dies houdt Cornelis Tomas tot sijnen last vijff carolus guldens siaers losrenten daer van uutgaende met allen gebuer rechten daer toe staende.

Nu Mathijs Huijmans geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op eenen willekuer inhoudende noch xij ponden grooten vlaems ende vier carolus guldens die Mathijs Huijmans selver verwillekuert hadde Jenneken Tomas wedue ende daer mede ten vollen betaelt is.

Nu Dingen Tomasdr geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op eenen rentbrieff van drie carolus guldens siaers die Peter Diercxz uutgaende is.

Noch op achtentwintich carolus guldens die Adriaen Huijben willekuert heeft ende schuldich is. Mede is gecondicioneert indijn hij niet betaelen en can dat hij die selve penningen sal moegen onderhouden twee ofte drie jaeren. Mits gevende behoirlijcken interest die ‘t recht toelaet ende admitteert.

Nu Truijcken Tomas kinderen met Cornelis Tomasz haeren voicht geloot, gecavelt ende geëerfdeelt op eenen willekuer van dertien ponden grooten vlaems ende twee carolus guldens, procederende vanden willekuer van Jenneken Tomas wedue.

Aldus gedaen voor Jan Zegerss ende Adriaen Geritz van Boemel als heemrae­ders ende getuijgen hier toe gerequireert.

Item die acht ende twintich rijns guldens die Adriaen Huijben, Dingen Tomasdr inde boven geschreven deelinge uut most reijcken bekendt Willem Cornelis als man ende voicht van Dingen Tomas voirss ten volle ende geheel betaelt den iersten penninck metten lesten. Actum desen xvje aprilis anno Lxxviij.

Fol. 130 r.

            Aenneeminge van Neesken Cornelis Hermans wedue haeren twee onmondigen weeskinderen genereert bijden voorss Cornelis Hermans.

Desen xviije octobris anno xvC Lxxvj compareerden Neesken Cornelis Hermans wedue met haeren gecoren voicht ende heeft rechtelijck aengenoemen van Beris Cornelis als gerechte bestorven voicht ende Adriaen Claess als toesiender met decreet ende advijs vanden gerechten als oppervoichden, haer twee onmondi­gen weeskinderen Herman ende Lenaert Corneliss te alimenteren in cost ende dranck ende te onderhouden in cleeden ende reeden, sieck ende gesont ende die selve ter schoole laeten gaen in alles eerlijck nae vermogen van haeren staet gelijck een goede moeder schuldich is te doen eenen tijt van ses jaeren continuelijck gedurende, het iersten jaeren ingegaen Bamis lestleden anno xvC Lxxvj ende dat voor allen die haeff, imboel ende huijsraet den voirss kinderen van haeren vader aenbestorven mette bruijckweer vanden voirss kinderen erffgoederen. Salvo dat Neesken Cornelis Hermans wedue haeren kinderen eens sal uutreijcken binnen die ses jaeren ses ponden grooten vlaems ende die te betaelen doer die jaeren voirss. Mits conditien ofte een kint van tween binnen drie jaeren sterfft so sal Neesken die wedue after die drie jaeren uutreijcken alle jaeren een pont vlaems meer dan voorss staet. Ende indijn die kinderen beijde afflijvich binnen drie jaeren sal tselffde blijven staen tot discretie van goede mannen. Is oick besprocken offt Neesken wederom houwelijck dede daer deur haeren man van weegen den kinderen eenige twijst oprijsen mochten oft dat hij die kinderen niet verdraegen en conde so sal die wedue afscheijt moegen doen vanden kinderen mits datmen haer sal loonen naden tijt dat sij se heeft gehouden. Ende sal die wedue in alle ambachts haeren boeten van schauwen ende anders met haeren vrijweesen met twee boeten gedurende den tijt vanden aenneemin­ge. Ende sal Neesken die weduwe inbueren allen die schulden ende mede betaelen die onprofijtelijcke schuldt uutgescheijden Gheerbranden schuldt procederende van den huijse. Ende oft die wedue metten kinderen bij gebreecke ende merckelijcke noodicheijt eenige goeder om haer schult te betaelen most vercoopen so sullen die wedue ende kinderen tsamen vercoepen om die gemeenen schuldt te betaelen daer inne die kinderen sijn ende ‘t geene dat vanden vercochte goederen voor die kinderen portie moegen overschatten boven die kinderen schuldt dat selven van stonden aen beleggen, gemerckt die kinderen in geen schuldt gehouden en sijn dan Gerbranden schuldt. Gedaen Adriaen Peterss ende Frans Geritz de Coninck.

Fol. 130 v.

            Vrijghift; Jan Peterss; Cornelis Peterss.

Desen xxije octobris anno xvC Lxxvj compareerden Jan Peterss ende gaff over met eender vrijer ghiften zo als recht is Cornelis Peterss sijnen broeder een stuck lants gelegen op die gheeren tusschen erffenisse Aentgen Roelen met haeren kinderen aende noorden zijde ende Jan Aerden in die sage (=in deze gebeurtenis; GAvS) als voicht van sijns susters kinderen aende zuijtzijde. Henrick Peterss Maet aende oostzijde ende Roeloff Adriaenss weduw met haeren kinderen aende westzijde.

Ghaff noch over die voornoemde Jan Peterss met eender vrijer ghiften zo als recht is Cornelis Peterss sijnen broeder een halff veldeken gelegen aende Dieffdijck onbedeelt met Dirck Corsten. Streckende vanden slootken aff over den Dieffdijck aent noorden eijndt suijtwaert op tot Jan Zegerss erve toe. Daer van Adriaen Peterss gelegen is oost ende Maijecken Petersdr west. Ende geloefden die voorss Jan Peterss dese bovengeschreven erffenisse te vrijen ende te waren naden lantrecht. Coram heemrae­ders Adriaen Geritz van Boemel ende Adriaen Janss ende Frans Geritz de Coninck.

            Erffdeelinge aenbegrocht tusschen Jan Peterss Crol ende die erffgenae­men van Truijcken Jansdr opten xxije octobris anno xvC Lxxvj.

Inden iersten so is Jan Peterss Crol geloot, gecavelt ende geërffdeelt op een vierendeel inde wintmoelen metten rosmoelen staende tot Raemsdonk mett allen die renten daer van uutgaende.

Noch op het huijs ende erffenis daer Jan Peterss nu ter tijt in woont. Streckende vanden halven Peerboom aff aent noorden eijndt zuijtwaert op tot het slootken toe voor den Dieffdijck. Ghijsbert Zegerss kinderen cum suis gelegen west ende d’eerfgenaemen van Cornelis Janss Coeman oost. Met alle die winsten daer van jaerlicx uutgaende.

Anneken Jans ende Neeltgen Jansdrs als geloot, gacavelt ende geërffdeelt op ses geerden lants gelegen in Groot Waspijck. Streckende van Jan Zegerss erffve aff noortwaert op ter halver Maes toe. Vas Adriaenss cum suis int selver lant gelegen oost, Jan Adriaenss Stathouders erffgenaemen west. Met ses rijns guldens v stuijvers siaers losrenten daer van uutgaende. Allen die schulden, profijtelijck ende onprofijtelijck, blijven int commuijn halff ende halff tot dese daege toe.

Gedaen voor heemraeders bovengestelt.

Fol. 131 r.

            Accordatie inde plaetse van erffdelinge aengebrocht tusschen den erffgenaemen van Roeloff Adriaenss ende Maijrcken Evertsdr sijn huijsvrouwe was opten xxxe octobris 1576.

Is veraccordeert als dat die erffgenaemen van beijde sijden sullen blijven elck bij sijnen goederen die de voorss Roelof Adriaenss ende Maijrcken Evertsdr tsamen bij houwelick gebrocht hebben aende sijde van daer die selffde goederen gecoemen sijn. Uutgesche­ijden dat die erffgenaemen van Maijrcken Evertsdr sullen profijteren ende verbetert weesen van Roelof Adriaenss goederen eenen acker saijlants gelegen inde ambacht van xj2 Hoeffven achter Jan Roelen. Streckende van Jan Roelen erff aff zuijtwaert op tot cloosters goet. Daer van Jan Roelen gelegen is oost ende Adriaen Jacops Corp (òf Corx) west cum suis mett allen gebuerlijcken rechten van schauwen ende anders daer toe staende. Dies sullen die effgenaemen daer en boven noch betaelen allen die schulden die sijluijden tsamen schuldich sijn ofte souden moegen weesen metten scrobber. Daer jegens die voorss erffgenaemen behouden sullen ofte vercoopen allen den huijsraet ende inboel tot haeren profijt om die schuldt te betaelen. Ende was sij luijden daer aen te corten sullen coemen dat sullen sij mede gehouden sijn bij te leggen. Het lijwaet ende cleederen sullen gaen elck aen sijn sijde van daer die gecoemen sijn als die erffgoederen. Die verteerde costen die tot Jan Goijaerts Coensen gedaen sijn halff ende halff. Gedaen voor Jan Zegerss ende Adriaen Geritz van Boemel als heemraeders ende getuijgen hier toe geroepen.

Fol. 131 v.

            Erffdelinge aengebrocht tusschen Laureijs Janss ende Aentken Bert Gherbran­den weeskint opten xvje novembris anno xvC Lxxvj.

In den iersten so is Laureijs Janss geloot, gecavelt ende geërffdeelt op die stede waer Laureijs Janss nu ter tijt in woont. Govert Evertz gelegen west ende Peter Adriaenss Halffbieren erffgenaemen oost. Streckende vanden ambacht van Groot Waspoijck aff zuijtwaert op tot Hoeffven toe. Met achtalven stuijvers siaers die den Heijlige Geest tot Capel daer op heffende is.

Noch op vierdalven geerden lants gelegen achter Willem Geritz in xiiij geerden lants bedeelt opten oosten cant daer van Castellijnen cum suis int selven lant gelegen is west ende Peter Adriaenss weeskijnt oost met dertich stuijvers losrenten daer van uutgaende volgende die brieven van constitutie daer van sijnde.

Noch op vier geerden gelegen in Groot Waspijck in acht geerden lants bedeelt opten westen candt met Jan Wouter Willems weeskint. Met ses carolus guldens siaers daer van uutgaende.

Nu Aentgen Bert Gherbrandendr geloot, gecavelt ende geërffdeelt op ses geerden lants gelegen in Groot Waspijck met Neeltgen Gerits wedue.

Noch op het deeltgen aenden Bergen wech gelegen met Lijntgen Lemmen Maesdr.

Noch op eenen acker saijlants gelegen inden ambacht van xj2 Hoefven achter Jan de Boeren stede so groot ende cleijn als dijen daer gelegen is.

Noch op een ackerken gelegen in Henrick Luien Ambacht achter Jacob Jacobz.

Noch op eenen acker saijlants met die delle gelegen voor Jan Andriess. Mede Jan Geritz gelegen west ende Gerit Janss wedue cum suis oost. So groot ende cleijn als Maijrcken Evertsdr daer inne gericht was. Te weeten den halve acker ende tvijftiend­edeel van danderhelft.

Dies blijft staen int commuijnen ende onbedeelt een geerden lants en een vijfftendel van een geerden lants gelegen in ses geerden lants met die erffgenaemen van Gerit Janss.

Noch blijft onbedeelt een rente die Baijen Janss erffgenaemen uutgaende sijn. Item allen goederen hier niet genomineert blijven staen int commuijnen ende onbedeelt. Met allen die schulden ende onschulden halff ende halff naden zuijthollantschen rechte.

Gedaen voor Adriaen Peterss Schoenmakers ende Adriaen Geritz van Boemel als heemraeders.

Fol. 132 r.

            Vrijghift; Melis Cornelis; Jan Cornelis.

Desen xvije novembris anno xvC Lxxvj compareerden Melis Cornelis ende gaff over met eender vrijer ghiften zo als recht is Jan Cornelis sijnen broeder sijn aengedeelte ende portie in een stuck lants gelegen inde Werffcampen onbedeelt met Jan Adriaen Ghijben, so groot ende cleijn als hem dat van sijns vaders wegen gesuccedeert ende aenbestorven is. Streckende vander halver grooten killen aff noirtwaert op ten halver Werffcampensche straeten toe. Jan Adriaen Ghijben gelegen west ende die selve Jan Adriaen Ghijben cum suis oost. Te vrijen ende te waren naden lantrecht. Gedaen voor Adriaen Geritz van Boemel ende Jan Zegerss als heemraeden.

            Accordatie tusschen Peter Diercxz ende den vrienden van sijnen kinderen bij Janniken Aertdr sijnder huijsvrouwe verweckt.

Desen xxvje novembris anno xvC Lxxvj compareerden Peter Diercxz ende is mindelijck overcoemen ende veraccordeert met Aentgen Ardt Adriaenss wedue (dit is dus de schoonmoeder van Peter Diercxz; GAvS) met haeren kinderen als condeschendenten van wegen der kinderen die Janneken haer dochter metten doot achtergelaten heeft verweckt bijden voorss Peter Diercxz ende dat met consent ende advijs vanden gerechten als dat hij een vande drie kinderen sal onderhouden in eeten ende drincken, cleeden ende reeden, sieck ende gesont gelijck een goet vader schuldich is te doen. Ende daer voiren sal Peter Diercxz hebben ende erffelijck behouden allen die goederen, beijde haeff ende erff, die den voorss drie kinderen van haer moeder aenbestorven soude mogen weesen. Mits wel geconditioneerde voorwaerden dat Peter Diercxz tot sijnen lasten houdt allen die renthen die hij met sijnder huijsvrouwe uutgevende sijn geweest inden leven. Met allen die schulden profijtelijck ende onprofijtelijck. Geloevende daer van ‘tgerechte ende sijnen kinderen gehele te indempneren costloos ende schadeloos te houden. Onder ‘t verbant van allen sijnen goederen moble ende inmoble egheen uutgesondert. Ende die andere twee kinderen sal die vroucken

Fol. 132 v.

voorss met haeren kinderen als condescendenten naer haer neemen ende die selven onderhouden in allen ‘tgeenen (so van cost als van cleedinge) dat den kinderen noodich sal weesen. Ende dat eensdeels uut gracie soo verre die kinderen hem eerlijck met haere grootmoeder oemen ende meijen sijn draegende. Ende indijn die kinderen naemaels hem niet en draegen ende laeten regeren vande grootmoeder ofte haeren kinderen als condescendenten so dat behoirt, so sullen die kinderen tsamen haer portie inde gerechticheijt verteeren dat hem van haer vroucken aen soude moegen besterven, so verre die vroucken ende haeren kinderen sulcx gelieffden. Welverstaende dat die groot moeder ende haer kinderen als condescendenten in dese accoorde van allen den goederen, beijde moble ende inmoble, den kinderen van haerder moeder achtergelae­ten sijn renunchie­rende ende vertijende (beide woorden betekenen: “afstand doen”, GAvS). Sonder hem dijen aengaen­de ende eenichsins te croonen. Maer de selve t’eenemael met den voet stootende. Alsdus gedaen voor Adriaen Geritz van Boemel ende Jan Zegerss als heemraeders ende Adriaen Aertz mede.

            Peter Diercxz; Adriaen Aertz.

Desen xxvje novembris anno xvC Lxxvj compareerden Peter Diercxz ende heeft bekent, geloeft ende verwillekuert zo als recht is schuldich te sijn Adriaen Aertz sijnen swager die somme van seven ende veertich carolus guldens te betaelen tot Sint Jansmis toecomende anno xvC Lxxvij. Ende dat gemerckt Ariaen Aertz sijn swager dese penningen voor hem bij eender obligatie verobligeert heeft ende daer van gemaeckt sijne eijgen schuldt. Ende sijn die selve penningen verteert inde armoede vander peste. Stellende daeromme die voorss Peter Diercxz den voornoemde Adriaen Aertz tot eene singuliere borch sijn gerecht­icheijt, portie ende aengedeelt in het lant hem aengecoe­men van Adriaen Diercxz ende Janneken Diercxdr sijn broeder ende suster gelegen ‘t eijnde Merten Diercxz goet in het Leeglant. Welverstaende indijn den voorss Peter Diercxz dese obligatie ten voorss dage niet en betaelden sulcx dat Adriaen Aertz daervan beschaempt ende beschadicht woorden so sal Adriaen Aertz dese sijne portie bovengestelt promptelijck mogen aenvaerden metten heer sonder rechtvoirderinge ende genieten daer van die bruijckweer ter tijt toe voor Peter Diercxz dese somme betaelt sal hebben. Gelovende hem daer van jegens niet te verweeren directelijck oft indirectelijck in eenige manieren. Renunchierende van allen benificien ende munimenten van rechten die hij te betaelen ende Adriaen Aertz tot prejudicie ende achterdeel soude moegen weesen. Aldus gedaen voor Adriaen Geritss van Boemel ende Jan Zegerss.

Fol. 133 r.

            Erffdelinge aengebrocht tusschen den erffgenaemen van Adriaen Geritz de Molder ende Lijntgen sijn huijsvrou opten iije decembris xvC Lxxvj.

Inden iersten so is Lijntgen Adriaen Geritz wedue geloot, gecavelt ende geërfdeelt op drie geerden lants die gecoemen sijn van Marij Frederijcken.

Noch op twee eijnden ackerlants gelegen inden ambacht van xj2 Hoeffven voor Herman Huijmanss door needer.

Noch op een halff weer lants gelegen binnen dijcx achter den Peerboom metten erffgenaemen van Adriaen Janss van Gils bedeelt opten westen cant.

Noch op drie pont groot die Adriaen Huijben schuldich is daer van hij een obligatie verleeden heeft.

Noch opt vierendeel inde wintmoelen ende een vierendeel inde rosmoelen.

Dies hout die wedue voorss allen den commer die opt voorss goederen verhypotequeert sijn behalven dat die erffgenaemen ende die wedue tsamen ‘t verloop sullen tot desen daege toe.

Nu Willem Geritz ende Ghijsbert Zegerss kinderen geloot, gecavelt ende geërfdeelt op ses geerden lants gelegen in Groot Waspijck. Ghijsbert Zegerss kinderen met drie geerden opten oosten cant ende Willem Gerits met drie geerden opten westen cant.

Noch die voorss erffgenaemen tsamen geloot op eenen halven acker saijlants gelegen inde ambacht van xj2 Hoeffven voor Cornelis Adriaen Aertz neder.

Noch op vijff pont vlaems diet dorp van Raemsdonck onder heeft.

Noch op hondert carolus guldens die Willem Geritz ende Ghijsbert Zegerss kinderen Adriaen Geritz mosten uutreijcken van haers vaders deelinge.

Dies houden die voorss erffgenaemen den commer die opte voorss goederen veronderpandt is mets dat die wedue metten erffgenaemen ‘t verloop malcande­ren sullen helpen vrijen tot desen daege toe.

Aldus aengebrocht ende jegens den anderen verteegen voor Adriaen Peters Schoenmaker ende Frans Geritz de Coninck als heemraeders.

Fol. 133v.

            Peter Wouterss; Cornelis Peterss.

Desen iije decembris anno xvC Lxxvj compareerden Peter Wouterss ende heeft gelooft ende verwillekuert zo als recht is schuldich te sijn Cornelis Peterss die somme van acht en twintich carolus guldens te betaelen tot Sinte Merten anno xvC seven ende tzeventich. Procederende uut coop van een acker saijlants den welcke hij hier onder met allen sijnen anderen goederen is verobligerende voorden iersten penninck metten lesten betaelt sijn sal. Coram Adriaen Peterss ende Frans Geritz als heemraeders.

Hier aen sal corten acht stuijvers van lijncoep.

            Vrijghift; Peter Wouterss; Antonis Janss

Eodem anno et die compareerden Peter Wouterss ende gaff over met eender vrijer ghiften zo als recht is Antonis Janss drie deelen in eenen acker saijlants gelegen in het Broeck. Streckende vander halver straeten aff aent noorden eijnde suijtwaert op also verre als ‘t voorss ackerlant streckt. Daer van Joachim Aertz gelegen is west ende Jan Willem Wouterss erffgenaemen oost. Ende gelovet te vrijen ende te waren naden lantrecht. Heemraeders quibij sup.

Los velletje:

Wij Jan Ghijsbrechtsz ende Jan Adriaensz burgemeesters des dorps van Raemsdonck bekennen ontfangen te hebben uuijdt handen van Jan Stoffelen de somma van drie gulden vijff stuivers ende dat van weghen Hendrick Ghijsbrechts weeskijnt. Coemende van haer lant daer op omgeslagen tusschen jaerdach aende Sint Jan anno vijff ende tachentich inde midsomer. Dus tot vasticheijt zoe hebben wij onssen naem hier onder geschreven.

Dij ons Jan Ghijben ende Jan Adriaensz.

Fol. 134 r.

            Vrijghift; Jan Henricx de Beer; Peter Mertens ende Huijbert Peters.

Desen xxixe decembris anno xvC Lxxvj compareerden Jan Henricxz de Beer ende Mathijs Wouters voor hem selven ende Adriaen Hendricx de Beer als gerechte voicht van Jan Hendricxz vier kinderen genoempt Marij, Mechelt, Zijcken ende Cornelis Jan Hendricxz ende gaffven over met eender vrijer ghiften zo als recht is Peter Mertens ende Huijbert Peterss gesamenderhant een stuck lants gelegen inde gheren. Streckende van Lemmen Maes effgenaemen erffve aff aent noorden eijnde zuitwaert op tot Goijaert van Bavels goet toe. Daer van Cleijs Bert Vass erffgenaemen gelegen sijn westwaert ende Lemmen Maes erffgenae­men oostwaert. Dies sal over dit goet stegen ende wegen nu ende ten eeuwigen daegen Govert van Bavels met sijnen lande daer achter aen liggende. Ende voirts te vrijen ende waeren naden lantrechte. Behalven vijff stuijvers tsiaers die die kercke van Raemsdonck heffende is. Coram heemraders Frans Geritss de Coninck, Adriaen Aertz Schouten ende Jan Zegerss.

            Vrijgift. Adriaen Janss de Vendraeger, Steven Aertz, Bastiaen Aertz ende Anneken Jansdr; Jan Cornelis Aertz van Ghils.

Eodem anno et die compareerden Adriaen Janss den Vendrager voor hem selven ende met hem vervangende Anneken Jansdr sijn suster, Steven Aertz voor hem selven ende Bastiaen Aertz voor hem selven ende gaven gesamen­der­hant over met eender vrijer ghiften zo als recht is Jan Cornelis Aertz van Ghils een halff weer lants gelegen int Rijsbroeck ontrent drie mergen altijt der fixer maeten onbegrepen. Streckende vander halver Rijsbroecxen wech ofte straeten aff zuijtwaert op so verre als die lande aen weersijden daer aen liggende, strecken ende gaen. Daer van die conventualen van Santroijsen buijten Geertruijdenber­ge gelegen sijn oostwaert ende Huijbert Jacobz erffgenaemen westwaert. Te vrijen ende te waren naden lantrecht behalven cloosters voorss jaerlijcxe erffchijnsen die de voorss cooper tot sijnen lasten houdt. Coram heemraeders quibij sup.

Akte is doorgestreept met in de kantlijn de volgende, gezien het onderstaande merkwaardige, tekst: Onversien is deze veste gecasseert, daerom zoo is dezelfde van weerde.

Bekenden Adriaen Janss met sijnder complicijen den coop vanden voirss lande te sijne vier hondert rijns guldens ende daer op betaelt die somme van twee hondert karolus guldens ende acht ponden grooten vlaems in mindernisse der somme voirss.

Dit voirss lant is vol ende geheel betaelt den iersten penninck metten lesten den xve februarij anno 87 ende bij so verde Steven Aertz eenige actie heeft op Jan Cornelis voirss die is hier buijten gestelt tot Steven Aertz verhaele.

Fol. 134 v.

            Verlije; Jan Geritss van Boemel; Peter Jan Lemmens vanden Rijen.

Eodem anno et die compareerden Jan Geritss van Boemel ende gaff over met eenen verlije zo als recht is Peter Jan Lemmens vanden Rijen een vierendeel in achtien geerden lants wesende vijfftalff geerden lants gelegen opte Killen. Streckende vander halver Kae aff aent zuijden eijnde noirtwaert op so verre als die voorss Peter Jan Lemmens het slootken gegraven heeft voor Adriaen Andriess erffgenaemen ende Adriaen Peter Schoenmakers. Daer van die voorss Peter Jan Lemmens gelegen is aen beijde sijden oost ende west met stegingen ende wegingen daer over den anderen ter Heerstraeten toe. Met allen anderen gebuerlijcke rechten daer toe staende. Ende geloeffden tselffde te vrijen van allen commer die van tsijnen wegen van te voiren op staet ende coemen mach tot desen tegenwoirdigen daeg toe. Zo als recht is. Heemraeders quibij sup.

            Verlije; Adriaen Jan Andriess; Jan Geritss van Boemel.

Eodem anno et die compareerden Adriaen Jan Andriess de Vendraeger ende gaff over met eenen verlije zo als recht is Jan Geritss van Boemel vijff geerden lants gelegen in achtien geerden lants bedeelt opten oosten cant. Streckende van Peter Adriaenss ende Steven Aertz cooltuijnen aff aent noorden eijnde zuijtwaert op totten slootken toe dat Peter Jan Lemmens gegraven heeft voor Adriaen Andriess erffgenaemen erffve. Daer van Steven Aertz gelegen is int selve lant westwaert ende Gerit Janss wedue ende erffgenaemen oostwaert. Met allen schauwen ende gebuer rechten daer toe behorende. Ende gelovet voorts te vrijen vanden commer daer aen staende ende coemende tot desen tegenwoirdi­gen daege toe. Zo als recht is.

Fol. 135 r.

            Vrijgift; Brieving Huijbrechts; Peter Mertens.

Eodem anno et die compareerden Brieving Huijbrechtz ende gaff over met eender vrijer ghiften zo als recht is Peter Mertens een blocxken lants gelegen opte killen. Streckende vandes voorss Brievings Huibrechts erffve aff aent noorden eijnde aff suijtwaert op totten halven Kae toe daer die schepen ofte vletten vaeren. Daer van Joost Zegerss duergaende gelegen is oostwaert ende Bastiaen Aertss cum suis westwaert. Te vrijen ende te waren naden lantrechte. Heemraeders quibij sup.

            Jan Geritss van Boemel; Adriaen Jan Andriess.

Eodem anno et die compareerde Jan Gerits van Boemel ende heeft geloeft ende verwilcuert zo als recht is schuldich te sijn Adriaen Jan Andries die somme van drie ende dertichtalff ponden groten vlaems te betaelen hier van tot Lichtmis toecoemende anno xvC seven ende tzeventich die somme van dertiendalff ponden groten vlaems. Ende die reste te betaelen op twee Lichtmis daegen daer aen volgende den ierste weesen ende verschijnen sal Lichtmis anno xvC achten tzeventich tot elck jaer tien pont vlaems procederende uut coope van vijff geerden lants gelijck voor inde ghifte gementioneert staet. Die welcke hij hier onder ende allen sijnen anderen goederen, hebbende ende vercrijgende, is verobligerende voorden iersten penninck metten lesten betaelt sijn sal. Heeraeders quibij sup.

Hierop kende Ariaenss ontfanghen te hebben dertiendalff pondt vlaems desen xe meij anno 77 ende … (vlek op folio) Jan Geritss noch schuldich xx ponden Vlaems.

Bekenden Adriaen Janss noch ontfangen te hebben die somme van thien ponden groten vlaems dezen xe junij anno 78.

Opten ixe mert anno xvjC ende een bekende Joost Feesen met Lesken zijn huisvrouwe dat deze wilcuer ten vollen ende al betaelt is den lesten penninck metten iersten voir hem ende zijnen swagers ende nacoemelinghen. Present den schout ende mij Melis Cornelisz.

Fol. 135 v.

            Peter Jan Lenaerts vanden Rijen; Jan Gerits van Boemel.

Eodem anno et die compareerden Peter Jan Lenaerts vanden Rijen ende heeft geloeft ende verwilcuert zo als recht is schuldich te sijn Jan Gerits van Boemel die somme van twee ende dertichstalven rijns guldens ende een viertal rogs te bethalen tot Lichtmis toecomende anno xvC seven ende tzeventich stilo edicti procederende uut coopen van vijftalff geerden lants gelijck voir inde ghift gementioneert staet. Die welcke sij hier onder is verobligerende ende allen sijnen anderen goederen voirden iersten penninck metten lesten betaelt sijn sal. Heemraeders quibij sup.

Jan Gerits kent desen wilcuer vol ende al betaelt te sijn den iersten penninck metten lesten.

Akte is doorgestreept.

            Accorde in plaetse van delinge tusschen die wedue ende kinderen van Adriaen Conincx aengebrocht opten iije januarij 1577 stilo edicti.

Desen iije januarij 1577 stilo edicti compareerden Peter Adriaen Conincx als voicht van Adriaen sijns broeders weeskinderen ende Marij die weduwe van Adriaen Sconincx met haeren voicht. Ende bekenden bijde in plaetse van delinge veraccordeert te sijn als dat een ijeder bijden sijnen sal blijven tgeene hij ten houwelijck ingebrocht heeft, met voirwaerden indijen Marij groff gaet (=zwanger is, GAvS) ende haer kint baert dat sij ‘t selver kint op sal brengen tot sijne mondige daegen toe. Ende indijn sij geenen groiten buijcken heeft ende geen kint en baert vanden voors Adriaen Sconincx dat sij als dan Adriaens Scoinincx weeskinderen uutreijcken sal twintich guldens eens tot bamis toecomende. Stellende tot bewaernisse van desen allen haeren goederen beijden moble ende inmoble. Gedaen voor Adriaen Aertss ende Dirck Adriaenss.

Fol. 136 r.

Also questien ende geschillen gemoneert sijn geweest tusschen Anthonis Corneliss met sijnen broeders condescendenten in dese, eijschers ten eenre ende Adriaen Clauwaertss voorleden getrout hebbende der voorss eijschers moeder zaliger verweerder ten andere zijden.

Aenroepende seckere divisie, scheijdinge ende deelinge vandes voorss eijsschers moeders ende susters wegen met allen andere appendentie dijen aengaende geen uutgesondert. So hebben die voorss partijen naer langs voorgaende litispendentie haere differenten sticksteets ende irrevocabel gesubmitteert aen handen van Adriaen Adriaen Peters, Bartholomeus Adriaenss ende Jan Zegers alle heemraders des ambacht van Raemsdonck ter beijde sijden geacquireert tot hunnen arbitrale richteren den selven met behoirlijcke compromisse voorgaende auctoriserende ende volcomen macht verleenen­de om daer van te hebben arbitrale sententie naer behoiren ende hunnen besten verstant ende wetenschap. So ist dat die voorss arbiters die schrifturen stucken ende minuten(?) van beijde zijden met allen anderen verbalen met alder neersticheijt hebben gevisiteert ende geincorporeert ende volcoemen informatien hebben genoemen opte difficiliteijt van desen, hebben verclaert ende uutge­sproc­ken, verclaeren ende sprecken uut mits desen bij arbitrale sententie als dat allen voorgaende deelinge voorden gerechte van Raemsdonck gepasseert tusschen partijen voorss sullen blijven in effecte ende allen anderen obligatien beijden voorss Adriaen Clauwaertz gepasseert ende verleden als aen Aentgen Willem Cornelis wedue die sullen d’eijsschers betaelen jegens die ander obligatien die den verweerder aen heer Paulus Peterss gelost ende betaelt heeft ende daer beneffens so sal Adriaen Clauwaertss gehouden wesen strictelijck te betaelen op uutlegginge vanden heer aen handen vanden voorss eijsschers die somme van drie ponden grooten vlaems eens ende dat voor allen andere buijten questien breder gemoveert inde verbalen van desen die mits desen geheelijck sullen worden geaccordeert doot ende teniet gedaen van alles wes partijen voors tot desen daegen metten anderen uutstaende hebben gehadt, deselve penningen te betaelen tot Sinte Laureijs dage ierstcoemende anno tachtich. Ende aengaende die verteerde costen hier omme gevallen so sal Adriaen Clauwaertz betaelen die twee deelen ende d’eijsschers ‘t derdendeel. Des t’oirconden so hebben arbijters voors tot vasticheijt geteijckent desen xxvje julij 1580.

Dits Jan  N  Zegerss merck.

Fol. 137 r.

Links in de hoek: 1577, secretarius Melis Cornelisz.

            Verlije; Jan Meeuss vanden Rijen ende Tomas Corneliss als gemachtich van Mariken Henrick Ariaen Andriess wedue; Staes Huijben.

Op huijden desen xve januarij anno xvC seven ende tzeventich compareerden Jan Meeuss vanden Rijen ende Tomas Corneliss vanden Rijen als gemachtich van Mariken Henrick Ariaen Andriess wedue ende gaven over gesamenderhant met eenen verlije zo als recht is Staes Huijbrechtz een huijsinghe metten erve daer aen geleghen opt Hooge Veer tusschen die erfenisse Gerit Janss wedue met haeren erve oostwaert ende Tuenis Tueniss Cloostermans westwaert. Streckende van Alit Jan Buijsen wedue erve aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter Donga toe. Ende dit voirss erve geloefden Jan Meeuss ende Tomas Corneliss den voirgenoemde Staes Huijbrechtz te vrijen ende te waren van allen dorps lasten tot Lichtmisse toe ierstcoemende. Heemraeders Jan Segerss, Ariaen Janss Vendricht ende Dirck Adriaenss.

Eodem anno et die compareerden Staes Huijbrechtz ende heeft geloeft ende verwilcuert zo als recht is Jan Meeuss vanden Rijen ende Tomas Corneliss als gemachtich van Mariken Henrick Ariaen Andriess wedue gesamenderhant schuldich te wesen die somme van twee hondert philippus guldens eens den gulden voor xxv stuijvers vvv te betaelen op drie Lichtmis daghen sonder middel vervolgende waer aff den iersten wesen ende verschijnen sal Lichtmisse anno Lxxvij ende is geconditioneert als dat Staes Huijbrechtz so die erfrenten als die losrenten sal corten duer die daghen voirss ende niet aenden iersten. Spruijten­de dese penningen voirss ter causen van een huijs metten erve daer toe behoirende het welck ick Staes Huijbrechtz hier onder verobligeer ende voirss alle mijne andere goederen, moble ende immoble, present ofte toecoemen­de, voir den iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Alles sonder argelist. Heemraeders als boven.

Hier op kenne ick Jan Meeuss ende Tomas Corneliss ontfanghen te hebben een pont vlaems gereet ende noch een somme van elff ponden groten vlaems ende xxvj stuijvers den iersten dach.

Noch bekenden Jan Meeuss ontfanghen te hebben uut handen van Staes Huijbrechtss die somme van twaelf ponden groten vlaems op Lichtmis dach anno 78 in presentie Jan Zegerss ende mij present.

Bekenden Jan Meeus noch ontfangen te hebben van Staes Huijbrechts die somme van vijf rijns guldens xv stuijvers.

Noch bekenden Jan Meeuss vier ponden vlaems ontfanghen te hebben den xije novembris anno 78.

Noch bekenden Jan Meeuss ontfanghen te hebben vier ponden vlaems den xiije novembris 78 ter presentie Adriaen Aertz … … …(niet meer leesbaar).

Bekenden Jan Meeuss desen bovengeschreven wilcuer vol ende geheel betaelt te wesen den iersten penninck metten lesten ende sijn die renthen affgeteegen. Actum desen xiij octobris anno Lxxix.

Akte is doorgestreept.

Fol. 137 v.

            Verlije.

Op huijden desen xve januarij seven ende tzeventich compareerden Jan Meeuss vanden Rijen ende Tomas Corneliss als gemachtich van Mariken Henrick Ariaen Andriess wedue gesamenderhant ende gaven over met eenen verlije zo als recht is Jan Stoffels, Staes Huijbrechtz ende Commer Huijbrechtz tzamen gebroeders een stuck lants alzo groot ende cleijn als Henrick Ariaenss met zijnder huijsvrouwe daerinne gericht ende geërft zijn geweest. Streckende vanden Geijlsloot aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver Maesen toe. Jan Mathijs erfgenaemen met haeren erve gelegen oostwaert ende Joost Lauwereijs int selver weer westwaert. Ende dit voirss erve geloefden Jan Meeuss ende Tomas Corneliss te vrijen ende te waren van allen beden ende onraet tot Lichtmis toe ierstcoemende. Heemraeders Jan Segerss, Ariaen Janss Vendricht ende Dirck Ariaenss.

Eodem anno et die compareerde Jan Stoffels, Staes Huijbrechtz ende Commer Huijbrechss gebroeders ende hebben gesamenderhant geloeft ende verwilcuert zo als recht is schuldich te wesen Jan Meeuss vanden Rijen ende Tomas Cornelisz als gemachtich van Mariken Henrick Ariaens wedue die somme van twee hondert philipus guldens den gulden xxv stuijvers vvv gerekent ende xxxv karolus guldens het stuck veertich groten vlaems gerekent te betaelen op drie Bamis daghen waer aff den iersten wesen ende verschijnen sal Bamisse anno Lxxvij stilo edicti ende den voirts twee Bamis daghen continuelijcke sonder middel vervolgende. Spruijtende dese penninghen voirss ter causen van selver hoijlant ende weijlant het welcke wij comparanten voirnoemt hier onder sijn verobligerende ende voirts allen onsen anderen goederen, ruerende ende onruerende, present ofte toecomende, geen uutgesondert voir den iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Ende is voirwaert dat die obligatie die erfrenten ende losrenten sullen corten duer die daghe ende niet ten enenmael. Alles sonder argelist. Heemraeders als boven.

Akte is doorgestreept.

Bekenden Jan Meeuss ende Tomas Corneliss hier op betaelt te wezen die somme van seventhien ponden groten vlaems dezen xviiije octobris anno 77.

Desen xve maij anno xvC Lxxxj scrijvens Luijck compareerde Tomas Cornelis als gerechte voicht van Jan Meeusz weeskijnderen ende Peter Adriaensz getrout hebbende Jan Meeusz voirs dochter ende bekenden desen voirss wilcuer vol ende geheel betaelt te wesen den iersten pennink metten lesten voir haerer alder nacoemelingen desen xve meij voirss. Mij present Melis Cornelis.

Dits Tomas  *   Cornelisz merck tot sekerheijt gestelt.

Dits Peter  Adriaenssz merck.

Fol. 138. r

            Aenneminghe van Ghielghen Govaert Evaertz onmondige weeskijnderen vanden selven Govaert Evaertz verweckt.

Op huijden desen xxiije januarij anno xvC seven ende tzeventich zijn de wedue van Govaert Evaertss met den voicht Jan Ariaen Ghijsbertz ende Joachim Clawaertss als toesiender, lieflijcke ende minnelijcke veraccordeert als dat die wedue die achtergelae­ten onmondighe weeskijnderen namelijck Thoenghen Govaertsdochter ende Adriaen Govaertss eenen tijt van ses jaeren sal onderhouden in eeten ende drincken, in cleeden, in reeden, zo lijnden als wullen, sieck ende gesont egeen perculoose sieckten uutgesondert ende oick mede ter scholen te stellen als een goede moeder toebehoirt. Ende dat om ende voir die haeffelijcke goederen, huijsraet, imboel ende om die bruijckweringhe van de erffgoederen. Mits conditien dat Gieltghen die wedue voirnoemt sal betaelen die schulde so wel aen den biersteker (= biertapper, kastelein; GAvS) als aen verloepen renten ofte andere quakel schulden ende die kijnderen ten mondighen daghen ofte over ses jaeren na datum van desen dit goet vrij te leveren uutgescheijden rentbrieven die Govaert Evaertss saliger achtergelaeten heeft waer voir die wedue in so verre sij eenighe redimeert ofte afleijt sal moghen corten die voirss kijnderen ofte erfgenaemen daer in gerecht sijnde die somme die sij wedue voir die kijnderen afgeleijt sal hebben. Ende is geconditioneert dese voirss kijnderen na desen ses jaeren haere moeder moeten uutreijcken vier ponden grooten vlaems eens ende oft gebuerde dat een van deze twee kijnderen binnen tijde voirss afflijvich worden sal wesen tot profijt den wedue voirnoemt ende ist dat sij beijde aflijvich worden binnen desen tijde sal wesen half ende half naeden zuijthollantschen recht. Ende is noch voirwaert dat die voicht ende den toesiender die schult ende wederschult nu ter tijt vervallen sijnde die wedue sullen helpen inmanen ende opbueren zo buijten dorps als binnen dorps tot die wedue profijt ende tot op der weeskijnderen last ende cost. Noch ist ondersprocken dat die wedue dese hare kijnderen tot houwelijcke staet gecoemen sijnde sal moeten uutreijcken iegelijcke een coe met een bedde ende die huijsinghe repareren beter leverende ende niet erger dan se nu ter tijt is. Aldus gedaen bij Jan Adriaenss als gerechten bestorven voicht ende Joachim Clauwaertsz als toesiender. Ter presentie van den stathouder Frans Geritz. Ariaen Peter Schoenmakers ende Dick Ariaenss beijde als heemraeders ende mij present.

Fol. 138 v.

            Erffdeijlinghe aengebrocht tusschen Willem Geritss ende sijn onmondich weeskijnt bij Mariken Wouter Thijsdochter verweckt desen xije februarij anno xvC ende Lxvij.

Inden iersten is Willem Geritss geloot ende geërfdeelt op vijftalff geerden lants geleghen aen die westzijde van Geerikens Zijle onbedeelt. Streckende vanden Dijcksloot aff aent zuijden eijnde binnendijcx noirtwaert op ter halver Maesen toe. Met het derdendeel in een dijck te onderhouden.

Met noch die stede inden Moelenpat alzo groot ende cleijn als die daer geleghen is. Met noch vijff stuijvers renten oft chijnsen jaerlijcx geldende ende uutgevende oft na uut wijsens des brieffs. Mits conditien dat men malcanderen sal helpen vrijen ende waren tot desen daghen toe.

Aldus gedaen in presentie van Ffrans Geritss stathouder. Ariaen Peter Schoenmakers ende Ariaen Janss Vendricht beijde als heemraeders.

Nu het weeskint met sijnen gerechtichen aenbestorven voicht Wijt Wouters geloot ende geërfdeelt op vijff geerden lants geleghen gemeen met Leonaert Corneliss inden ambacht van Groot Waspick. Gerrit Vassen met sijnen erve westwaert ende Aentghen Ffrans Janss met haeren erve oostwaert. Streckende vanden Kasloot aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver Maesen toe.

Met noch het achtendeel in Wouter Thijs stede gelegen op die Berghen ende int lant daer aen geleghen.

Het sestiendendeel met achtalven stuijvers renten jaerlijcx geldende oft na uutwijsens des brieffs daer van sijnde. Mits conditien dat den eenen den anderen dit goet sal helpen vrijen ende waren tot desen daghen toe. Heemrae­ders als boven.

Item noch blijft hier onbedeelt eenen halven acker geleghen in Henrick Luijen Ambacht achter Peter Janss de Bont gecoemen van Henrick Peterss Maet met die schauwe ende alle gebuerlijcke rechten te onderhouden.

So sijn Wijt Wouters als rechte bestorven voicht van Willem Geritss weeskijnt ende Wilm Geritss veraccordeert als dat Wilm Geritss voirss sal hebben eeuwelijc ende erflijc desen geheelen acker mits … doot ende te niet dat het kijnt Wilm Geritss uutreijcken na uutwijsens des wilcuers ende sal Wilm voirss dit weeskijnt … ende … vijff ende veertich rijns ? guldens. Heemraeders voirss. Tekst staat hier deels in de kantlijn en tussengekrabbeld en is daardoor niet goed te lezen.

            Vrijgift; Dirck Ariaens Roever; Rubben Janss, Brievinck Huijbrechtz ende Emmen Henrickx.

Op huijden desen vje februarij anno xvC ende seven ende tzeventich compareer­den voir stathouder ende heemraeders Dirck Ariaens Roever ende gaff over met eender vrijer giften zo als recht is Rubben Janss, Brievinck Huijbrechtz ende Emmen Henrickx gesamenderhant sijn aengedeelt in een stuck lants geleghen in Engelant geheeten Schuermans lant. Streckende vanden halven Gat aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver brauwetheringhen toe. Die cloosters van Santrosen met haeren erve westwaert ende Ariaen Andries met den kerck van Raemsdonck oostwaert. Mits conditien dat desen comparanten sullen stegen

Fol. 139 r.

ende weghen over het voirss erve van nu aff ten eeuwighe daghen toe sonder toeseggen van iemanden. Welcke voirss erve geloefden Dirck Ariaenss voirss te vrijen ende te waren van alle lasten ende commer tot Bamisse toe anno ses ende tzeventich ende langer niet. Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Segerss, Ariaen Aertss, Ariaen Janss Vendricht ende Dirck Ariaensz.

            Rubben Janss, Brievinck Huijbrechtz ende Emmen Henrickx; Dirck Ariaens Roever.

Eodem anno et die compareerde Rubben Janss, Brievinck Huijbrechtz ende Emmen Henrickx ende hebben gesamenderhant geloeft ende verwilcuert zo als recht is schuldich te wezen Drick Ariaens Roever die somme van acht hondert karolus guldens ende acht ponden groiten vlaems eens, te betaelen op acht Lichtmis daghen waer aff den iersten is ende verschijnt Lichtmisse anno seven ende tzeventich ende zo voirts in gelijcke portien te vollen betaelt. Voir welcke termijnen te betaelen wij comparanten voirnoemt dese voirss goederen ende allen onsen anderen goederen sijn verobligeren­de, rurende ende onrurende, teghenwoordig­he ende toecoemende, voir den iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Alles sonder argelist. Heemraeders als boven.

In de kantlijn:

Bekende Dirck Ariens van Emmen Rossoms (sic! er staat geen “Hendrikx”!) voldaen te wezen vanden tweeden dach Lichtmisse anno 78.

Hier op kenden Dirck Ariaens ontfanghen te hebben uut handen van Rubben Janss ende Emmen Henrickx iegelijcken haer portie vanden iersten dach.

Noch bekenden Dirck Ariaenss voldaen te wesen van Brievinck Huijbrechts te weten den iersten dach.

Noch bekenden Dirck voirss betaelt te wesen van Rubben Janss aengaende den tweeden dach ende mede van Brievincks …

Noch bekenden Dirck Ariaenss voldaen te wezen van Jan Rubbensz te weten van vierden dach zijn portie blijckende bij quitantie.

Van bovenstaande betalingen zijn ook 3 briefjes van Dirck Adriaenss die Rover:

Ick Dirck Adriaenss die Rover kenne ontvangen te hebben van Jan Rubben den verden dach van den lant dat harer vader van mij ghecoft heft, dat verschenen was Lichtmis anno 1580, stele Emmen in kennisse der waerhet, soe hebbe ick Dirck Adriaensz mij ghewonelike handt hier onder gheset.

Dirck Adriaenss die Rover.

Ick Dirck Adriaenss kenne ontvangen te hebben van Eemmen Rosscum(?) den twede dach van alsulcken lant als hij van mij ghecoft heft, dat overschenen was Lichtmis anno 1578, stiele….

Dirck Adriaenss die Rover.

In de kantlijn voor de volgende Verlije:

Hendrick Ghijskenssoens weeskijnt.

Wij haighemeesters(?) des dorpes van Raemsdonck namelick Ariaen Gherits­soon van Bommel ende Ja.. ….(?) ende Dierick Ariaenssen bekenne ontfanghen te hebben ut handen van Jan Stoffelsson, die somme van twee rijnsgulden ende xv stuivers. Ende dat van …. (niet door mij te lezen, GAvS)

Bij mij Dierick Ariaenssen.

            Verlije; Gerit Vassen; Ffrans Dirck Geritss tot Geertruijdenberghe.

Op huijden desen xxe februarij anno xvC seven ende tzeventich compareerden Gerit Vas Tomassen mede vervangende Aentgen Vas Tomas wedue ende gaff over met eenen verlije zo als recht is Ffrans Dirck Geritss een huijsinghe ende schuren metten erve te weten van die halver straeten voir aen den werff diemen rijt nae’t cloosters goet toe aent noirden eijnde. Streckende suijtwaert op ter halver Achter straeten toe. Alzo groot ende cleijn als Vas Tomas dat gebruijckt ende beseten heeft. Waer neven ten naesten gelandt is Joachim Meeuss met sijnen erve aen die westzijde ende Baijen Janss erfgenaemen aen die oostzijde. Ende dit voirss erve geloefden Gerit Vassen als gemachtich van Aentghen Tomas wedue te vrijen ende te waren naede lantrecht tot Sint Peter toe, ad cathedram ierstcoemende. Hij Gerit Vassen geloeft Ffrans Dircks Geritss dit voirss verlije te lossen ende aff te quijten tot sijnen vermaene ende zo haest als hij can op sijnen last ende cost. Heemrae­ders Jan Segerss ende Ariaen Aertss.

Fol. 139 v.

            Frans Dirck Geritss; Gerit Vassen.

Eodem anno et die compareerden Frans Dirckz ende heeft geloeft ende verwilcuert zo als recht is schuldich te wesen Gerit Vassen ende Aentghen Vas Tomas wedue die somme van vijf hondert karolus guldens te betaelen op ses Bamis daeghen waer aff den iersten wesen ende verschijnen sal Bamisse anno Lxxvij op welcke termijn Ffrans Dirckz sal betaelen hondert karolus guldens in mindernisse der somme, ende die reste op vijff Bamis daeghen contienuelijck sonder middel vervolgende. Ende spruijtende dese penninghen voirss ter causen van een seker stede als boven welcke ick Ffrans Geritss hieronder ben verobligerende ende voirts allen mijnen anderen goederen, moble ende inmoble, present ende toecoemende, voir den iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Alles sonder argelist. Heemraeders Jan Segerss ende Ariaen Aertss.

Desen ixe septembris anno 77 bekenden hem Gerit Vassen ontfanghen te hebben hondert rijnsche guldens die gereet geloeft waren te weten den iersten dach in presentie van den schout ende mij present.

Noch zo bekenden Gerit Vassen ende Aentghen Vas Tomas wedue tachtentich Karolus guldens ontfanghen te hebben verschenen Bamis anno 78.

Noch zo bekenden Aentghen Vas Tomas weeu viertich rijns guldens ontfanghen te hebben waer mede sij aenden rentbrieff opt voirss goet geconstitueert, gelost heeft te weten haer portie vanden termijn anno …negen ende tzeventich.

In de kantlijn:

Dezen xxxe januarij anno Lxxxij bekenden Huijbrecht Jansz Nuijssen als gemachtich van Aentghen Vas Tomas weeu van Ffrans Dirckx ontfangen ende afgereckent te hebben die twee Bamiss daghen verschenen Bamis anno Lxxx ende Lxxxj, die hij bekent ten volle betaelt te wezen. Mij present … ende Zeger Ghijsbrechts.

Dezen xixe februarij xvC Lxxxiij bekenden Gerit Vasse ende Huijbrecht Jansz Nuijssen als gemachtich van Aentghen Vas Tomas wedue dezen wilcuer voirss ten vollen betaelt te wezen. Voir haer ende haerer nacoemelinghen. Mij present Melis Cornelisz.

            Vrijgift; Peter Joachims; Merten Denis

Op huijden desen xxje ffebruarij anno xve seven ende tzeventich compareerde Peter Joachims voir hem selven ende mede vervangende Anneken Gerit Janss wedue sijnder huijsvrouwen, Mariken Gerits, moeder ende gaff over met eender vrijer giften zo als recht is Ariaen Peter Schoenmakers tot behoeff van Merten Denis woonachtich tot Breda halff een huevel geleghen inden ambacht van Raemsdonck bij het Gat waer neven die Kae haeren ganck heeft aen de westzijde ende Anniken Gerit Janss wedue met haeren consorten aen die oostzijde. Streckende vander halver Hanck sloot aff aent noirden eijnde suitwaert op ter halver Kae toe. Ende dit voirss erve geloefden Peter Joachims ende Anniken Gerit Janss wedue desen voirss Ariaen Peter Schoenmakers te vrijen ende te waren tot desen daghen toe. Heemraeders Jan Segerss, Ariaen Aerts Schouten ende Ariaen Janss Vendricht.

Hierop kenne ick Peter Joachims ontfanghen te hebben uut handen van Merten Denis voirss een sekere obligatie luijdende opt corpus ende dorpe van Raemsdonck inhoudende van drie ponden groten vlaems een jaerlijckx te betaelen tot Lichtmisse ende het hootgelt twee hondert karolus guldens eens.

Ende noch hieren boven vijfftich karolus guldens … somma. Kenne ick Peter Joachims ende Anniken Gerits wedue te vollen ende al geheel betaelt. Heemraeders als boven.

Fol. 140 r.

            Verlije; Jan Bogaerden; Peter Janss die Bont.

Op huijden desen xxe februarij anno xvC seven en tzeventich compareerde Jan Bogaertz, mede vervangende Claes Claess sijnen swager, ende gaff over met eenen verlije zo als recht is Peter Janss die Bont sijn aengedeelt alzo groot ende cleijn als hem dat van Henrick Wilmss aenbestorven ende aengecoemen is. Streckende van den sloot aff binnendijcx aen den Diefdijck aent noirden eijnde suijtwaert op ten sloot toe aen die Leech Veensche Hoijcht. Cornelis Gijs­brechtss cum suis met sijnen erve geleghen aen die oostzijde ende Ffrans Geritss ende Ariaen Ariaenss Lueskijnt aen die westzijde. Ende dat voirss erve geloefde Jan Bogaerts met sijnen swager te vrijen ende te waren tot dezen daghen toe. Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers ende Ariaen Aertss.

            Peter Janss die Bont; Jan Bogaerden met sijnen swager

Op huijden anno et die als boven compareerden Peter Janss die Bont ende heeft geloeft ende verwilcuert zo als recht is schuldich te wesen ende te betaelen Jan Bogaertss ende Claes Claess sijnen swager die somme van twintich ponden groten vlaems eens te betaelen op vier Bamis daeghen waer aff den iersten wesen sal Bamisse anno xvC seven ende tzeventich ende die reste in gelijcke portien te vollen betaelt. Spruijtende dese penninghen voirss ter causen van een stuck lants als boven, het welck ick Peter Jans hieronder ben verobligerende ende voirts allen mijnen anderen goederen, moble ende inmoble, present ende toecoemende, voir den iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Alles sonder argelist. Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers ende Ariaen Aertss.

Bekenden Jan Bogaerden ende vervangende Claes sijnen swager hier op desen voirss wilcuer ontfanghen te hebben uut handen van Peter Janss de Bont de somme van vijff ponden groten vlaems aengaende den iersten dach dezen xve decembris anno 77.

Bekenden Jan Bogaerden ende Claes Claessen ontfanghen te hebben vijff ponden groten vlaems te weten den tweeden dach. Actum dezen xvije octobris anno 78.

Bekenden Jan Bogaerden noch ontfanghen te hebben vijff ponden groten vlaems verschenen Bamisse anno Lxxix te weten den derden dach.

Item Jan Bogaerden bekenden zijn deel vanden voirss wilcuer ten vollen betaelt te wezen ende dat Staes Huijben noch betaelt heeft aende kerckmeesters van Raems­donck van wegen Claes zijne swager die somma van vijff rijns guldens. Actum den viije decembris 1587.

Fol. 140 v.

            Ariaen Ariaen Lueskijnt ; Ariaen Joachims

Desen xxe februarij anno xvC seven ende tzeventich compareerden Ariaen Ariaenss Lueskijnt als gerechte bestorven voicht van Jan Ariaen Janss Staesenz ende Ariaen Joachims als toesiender ende hebben geconsenteert ende begeert, consenteeren ende begeren mits desen als dat alsulcke vier geerden lants gemeijn met Frans Dirckz geleghen tot Cappel ende noch drie geerden min een vierendeel gemeen metten selven Frans Dirckz geleghen boven kerck tot Wasbeeck als Roel Ariaenss saliger ende Jan Ariaens eertijts bij houlijcxe voirwaerde van des gemeen goet voeruutgemaeckt sijn na uutwijsens des geldenden brieffs daer van sijnde. In so verre oick den voirnoemden Jan Ariaenss sonder wittachtighe (=wettige) geboorten afflijvich wordt sullen succederen, erven ende besterven halff ende halff naden suijthollantschen recht. Aldus gedaen voir den stathouder, Ariaen Peters Schoenmakers ende Jan Segerss beijde als heemrae­ders.

            Erfdeijlinge aengebrocht tusschen die gemeen erfgenaemen van Baijen Mathijss ende Neltghen sijnder huijsvrouwe saliger desen xxve februarij anno xvC 77.

Inden iersten die van Dordrecht met Ffrans Geritss den stathouder als gemachtich van mr. Denijssen tot Antwerpen geloot, gecavelt ende geërfdeelt op het huijs metten erve daer aen geleghen met half den acker bedeelt opten oosten cant. Streckende vander cooltuijn aff aent noirden eijnde suijtwaert op totten watersloot toe voir aen Vlendonck.

Met noch een vierendeel inde ander helft vanden acker. Streckende vanden cooltuijn suijtwaert op tot het slootken toe binnen dijcx aen den Diefdijck.

Met noch eene geer gecoemen van Jan Lemmenss. Met alle gebuerlijcke rechten hier toe behoirende.

Nu Ariaen Mathijs, Ariaen Denis, Cornelis Ariaenss, Jan Mathijs erfgenaemen ende Marij Thijsdochter geloot, gecavelt ende geërfdeelt op het binnendijcx lant meder geleghen achter Cornelis Hermanss. Streckende vanden werf aff aent zuijden eijnde noirtwaert op totten sloot toe aen die noirtzijde van den dijck.

Met noch een halff weer lants geleghen met Ghijb Segerss bedeelt opten westen cant. Ghijb Segerss

Fol. 141 r.

met sijnen erve ooste ende west. Streckende vanden halven Ghijlsloot aff aent noirden eijnde zuijtwaert op ten halven Broecxken toe.

Met allet gheene datter metten recht toebehoirt is voirwaert oft op dit voirss erve ende huijsinge bovengeschreven eenighe commer ofte onraet bevonden mochten worden sullen partijen malcanderen helpen gelden want alle dese goederen nu vrij getaxeert worden.

Item noch blijft onbedeelt den cleijnen geer alzo groot ende cleijn als die gecoemen is van Cornelis Jan Roelen gemeen metten Heijlichen Geest van Raemsdonck tusschen die erfnissen Jan Clauwen erfgenaemen west ende Neeltghen Geritss wedue oost.

Aldus gedaen voir den stathouder ende heemraeders Ariaen Peterss ende Ariaen Janss Vendricht ende verpeijnt op een boete van seven gouden realen goet van gout sware gewichten hier jegens wettelijcken verteghen ende haer tzamen bedanckt der goeder deijlinghe.

Eodem anno et die compareerden voir den heemraedt van Raemsdonck Ariaen Mathijs, voor hem selven ende mede als voicht van Marij Mathijsdochter ende gerechte bestorven voicht van Jan Mathijs achtergelaeten kijnderen, Ariaen Deniss als man ende voicht sijn wijfs Alitghen Mathijsdochter ende Cornelis Ariaenss ende hebben gesamenderhant verkocht Frans Gerits stathouder van Raemsdonck als gemachtich van mr Denijssen t’Antwerpen die gerechten bestorven voicht van Aentghen Jansdochter, Cornelis ‘tHoof, Bastiaen Dirkxz, Jacob die Ram van Dordrecht ende Jan Janss van Breda haer besterft, schult met weerschult, haef ende erve zo groot ende cleijn, so veel ende luttel als dese voirss comparanten van Lijntghen Jansdochter die huijsvrouwe van Jan Jacobsz aenbestorven ende aengecoemen is. Ende hebben comparanten voirss hier van gerenuntiert ende verteghen haer egeen eijgendom ende recht daer aen te behouden ofte vermeten in eeniger manieren nu oft ten eeuwighen daghen. Heemrae­ders als boven.

Fol. 141 v.

Eodem anno et die compareerden Frans Gerits als gemachtich van mr Denijssen die gerechten voicht van Aentghen Jansdochter, Cornelis ‘tHoot, Bastiaen Dirkxz de Cuijper, Jacob de Ram ende Jan Janss van Breda ende hebben rechtelijck geloeft ende verwilcuert zo als recht is te betaelen Ariaen Mathijs, Jan Mathijs kijnderen, Ariaen Deniss, Cornelis Ariaenss ende Marij Mathijsdochter die somme van vier ende veertich karolus guldens ende thien stuijvers te betaelen tot meije ierstcoemende oft so haest als sij hier eenighe penninghen ontfanghen. Onder ‘t verbant van allen haeren goederen, rurende ende onrurende, present ende toecoemende, geen uutgesondert voir den iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Heemraeders Ariaen Peters Schoenmakers ende Ariaen Janss Vendricht.

Hierop bekenden Ariaen Mathijs xv karolus guldens ontfangen te hebben voir haer vier partijen.

Noch bekent Ariaen Mathijs ontfangen te hebben vijff karolus guldens van die van Dordrecht aengaende Bastiaen Corneliss de Scrobber. Desen xe aprilis anno xvC 77.

Hierop bekenden Marij Thijs ontfangen te hebben uut handen van Frans Geritss die Coninck die somme van viij karolus guldens den ije junij anno 77. Mij teghenwoordig.

Bekent haer Marij Thijsdr van desen wilcuer vol ende al betaelt den iersten penninck metten lesten in presentie van Ariaen Deniss den 29e decembris anno 77.

Haesken Jan Mathijs weeu bekenden van haer portie vollen ende al betaelt van Frans Geritss den schout den iersten penninck metten lesten desen vje septembris anno 77.

Cornelis Ariaens bedanckt hem volder ende goeder betalinghen den iersten penninck metten lesten van bovengeschreven, desen xvije septembris anno 77

In de kantlijn:

Desen xxixe decembris anno 77 zo hebben Cornelis ‘tHoot, Frans Geritss, Jacob de Ram ende Damus Joriss Backer affgereckent den ontfanck jegens den uutgeef al affgereckent zo hebben Cornelis ‘tHoot, Jacob de Ram ende Damus voirss noch ontfangen tzaemen die somme van vierenveertich karolus guldens. Heemraeders Jan Zegerss ende Adriaen Janss Vendricht.

            Erfdeelinghe aengebrocht tusschen Meeus Ariaenss kijnderen verweckt bij Marijken Janssdochter desen xxviije februarij anno xvC 77

Inden iersten Aentghen Meeusdochter geloot, gecavelt ende geërfdeelt op een block moers alzo groot ende cleijn als van Ariaen Jaenss haeren oom gecoemen is egginghe ende rugginghe Peter Janss aen die oostzijde ende Rob Wouters erffgenamen aen die westzijde.

Nu Jan Meuss geloot, gecavelt ende geërfdeelt op een vierendeel inden Ronden Put. Streckende vanden Bau wech aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver Dongha toe. Joachim Meuss met een vierendeel aen die oostzijde ende Meuss Ariaenss metten halven weer aen die westzijde. Meuss Ariaenss coempt te geven xxviij guldens erffgelts tziaers die Tuenis Jacobz opden Ronden Put heffende is.

Fol. 142r.

Nu Marijken Meusdochter geloot ende geërfdeelt op derdalf geerden lants geleghen inde Hoghe Donck luttel min oft meer, Meus Ariaenss aen die oostzijde. Streckende vander halver killen aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver Maesen toe.

Met noch ses geerden lants in twelff geerden onbedeelt. Streckende vander halver Veerscher Straeten aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver killen toe. Joachim Meuss met sijne erve west ende Ariaen Gijsels cum suis oost.

Met noch een halff achtendeel rogs jaerlijckx daer uutgaende en heffende is den Heijlighen Geest van Raemsdonck.

Aldus aengebrocht voir Jan Segerss, Ariaen Janss den Vendricht ende Dirck Ariaenss ende hier jegens verteghen bedanckende den vader van alle die lieden schulden der goeder betalinghen tot desen teghenwoirdichen daghen toe.

            Dit is alsulcke uutcoop als Lauwerijs Corneliss gerechte bestorven voicht van Jasper Ariaenss weeskijnt ende Marijke Jansdochter over gegeven heeft Aert Janss van Iersel desen ije martij anno xvC seven ende tzeventich.

Compareerden voir den heemraet van Raemsdonck Lauwereijs Corneliss als gerechte bestorven voicht van Jasper Ariaenss weeskijnt ende Marijke Jansdochter met haeren gecoren voicht Jasper Ariaenss ende hebben gesamenderhant overgegeven Aert Janss van Iersel alle die goederen, have ende erve, huijsraet ende inboel zo groot ende cleijn, zo veel ende luttel, niet vuijtgesondert, als haer comparanten voirnoemt dit aengecoe­men ende aenbestorven is van Thoentghen Jansdochter. Mede geloevende dese voirss comparanten voir haer ende haerder aller nacoemelinghen egheen rechte oft eijghendom hier meer aen te behouden oft vermeten in eenigher manieren nu oft ten eeuwighe daeghen toe ende alle oude crackeelen gans doot ende te niet. Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers ende Dirck Ariaenss daer jeghens verteghen ende haer alle bedanckt der goeder accordatie. Actum et supra.

Eodem anno et die compareerden Aert Janss van Iersel ende heeft rechtelijcken geloeft ende verwilcuert zo als recht is schuldich te wesen Lauwereijs Corneliss als gerechte bestorven voicht van Jaspaer Ariaens weeskijnt ende Marijken Jansdochter die somme van xiij ponden groten vlaems, ‘tpont ses karolus guldens gereckent. Te betaelen op drie Sint Jans daeghen midsomer achtereen vervolghende, waer aff den iersten wesen ende verschijnen sal op Janssmisse anno xvC seven ende tzeventich. Onder verbant van allen sijnen goederen, moble ende inmoble, present ende toecoemende, voir den iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Heemraeders als boven.

Hierop bekenden den schout van weghen het weeskijnt ende Marijken Jans ontfangen te hebben een somme van xxvj karolus guldens den iersten dach desen iije meij anno 77.

In de kantlijn:

Sijn Aert Janss ende Marijke Jansdr veraccordeert dat Aert Janss, Marijke Jansdochter Sint Jan anno 80 sal betaelen die derthien rijns guldens die verschenen zijn Sint Jan anno 79 ende moet geven van intrest xx stuijvers. Ergo rest Aert Janss voirss te betaelen op midsomer anno 80 die somme van veerthien rijns guldens ende is daer mede de wilcuer vol ende geheel betaelt.

Fol. 142 v.

Desen xxiiije februari anno 78 zo heeft Marijken Jansdr getransporteert ende overgedragen uut den wilcuer voirss den schout tot behoeff van het weeskijnt die somme van veerthien karolus guldens te ontfangen Sint Jansmisse ierstcoemende. Heemraeders Jan Zegerss ende mij present Melis Cornelisz.

Rest Marijken Jansdr ‘t kijnt noch te geven xx stuijvers vanden intrest.

Bekenden den schout als voicht van Lijnken Jans ende in presentie vanden voirss weeskijnt die ‘t gelt selve ontfangt die somme van xxvj karolus guldens verschenen op Jansdach anno 78. Desen lesten februarij anno 79.

Bekenden Janniken Jaspersdochter met den schout haeren gecoren voicht haer vol ende geheel betaelt van Aert Janss den iersten penninck metten lesten. Desen xvje septembris anno 79.

            Vrijgift; Govert Ariaenss int Broeck; Brievinck Huijbrechtz.

Desen vje martij anno xvC seven ende tzeventich compareerde voerden heemraet Govaert Ariaenss ende gaff over met vrijer giften zo als recht Brievinck Huijbrechtz eenen halven acker weijlants onbedeelt. Streckende van Bastiaen Corneliss ende Ans Corneliss cooltuijnen aff aent noorden eijnde zuijtwaert op tot Henrick Govaertz erve toe. Gerrit Janss weduwe cum suis met haeren erve geleghen oostwaert ende Peter Ariaen Ghijben erfgenaemen westwaert. Ende dit voirss erve geloefde Govaert Ariaenss Brievinck Huibrechtz te vrijen ende te waren tot desen tegenwoirdighen daghen toe. Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegerss, Ariaen Aertss Schouten ende Dirck Ariaenss.

Eodem anno et die compareerde Brievinck Huijbrechtz ende heeft rechtelijcken geloeft ende verwilcuert zo als rechts is schuldich te wesen Govaert Adriaenss ene somme van seven hondert lichter guldens den gulden tot tien stuijvers bbb gereckent. Te betaelen op drie Bamis daeghen achtereen sonder middel vervolgende waer aff den iersten wesen ende verschijnen sal Bamisse anno seven ende tzeventich ende zo voirts in gelijcke portien ten vollen betaelt. Mits wel geconditioneerde voirwaerde dat Brievinck Huijbrechtz voirnoemt tot sijncxten ierstcoemende sal betaelen aen handen van Govaert Ariaens die somme van vier ponden groten vlaems ende dat in mindernisse der somme voirss spruijtende desen wilcuer voirss ter causen van een stuck lants boven inde gifte gementioneert. Het welcke Brievinck Huijbrechtz hier onder is verobligerende ende voirts alle sijnen anderen goederen, moble et inmoble, present ende toecoemende, geen uutgesondert voor den iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Heemraeders als boven.

Fol. 143 r.

Item Govaert Adriaenss bekenden desen voirss wilcuer ten vollen betaelt behalven xxx2 kaolus guldens die verschenen sijn Bamisse anno 78 ende noch jC ende xxxvj karols guldens die verschijnen sullen Bamisse anno 79. Ergo rest in toto jC Lxvj2 karolus guldens.

Desen voirss wilcuer bekenden Govaert Adriaens vol ende geheel betaelt te wesen bij Huijbrecht Jansz de Bosscher voir hem ende zijnen nacoemelinghen, den lesten penninck metten iersten. Desen xxxe meij anno 1582 in presentie Ariaen Peterss Schoenmakers, Jan Zegerss, Ariaen Aertsz ende Dick Adriaenss als heemraeders.

            Vrijgift; Ariaen Aertss Schouten; Ariaen Peterss.

Desen vje martij anno xvC seven ende tzeventich compareerde Ariaen Aertss Schouten ende gaff over met eender vrijer giften zo als recht is Ariaen Peterss thien geerden lants geleghen int Leech Veen. Streckende vander halver creecken aff aent noirden eijnde suijtwaert op ter halver Kae toe. Lemmen Janss met sijnen erve westwaert ende Jan Beerten cum suis oostwaert. Ende dit voirss erve geloefden Ariaen Aertss den voirss Ariaen Peterss te vrijen ende te waren naden lantrecht tot desen teghenwoirdighen daghen toe. Heemraeders Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegerss ende Dirck Ariaens.

Eodem anno et die compareerden Ariaen Peterss ende heeft rechtelijcken geloeft ende verwilcuert zo als recht is schuldich te wesen Adriaen Aertss Schouten die somme van seven ende twintichtalff pont vlaems. Te betaelen op drie Bamis Daeghen waer aff den iersten wesen ende verschijnen sal Bamisse anno seven ende tzeventich ende zo voirts in gelijcke portien sonder middel daer aen vervolgende. Spruijtende desen wilcuer ter causen van een stuck lants als inde gifte boven gementioneert is. Het welcke Ariaen Peterss voirnoemt hier onder is verobligerende ende voirts allen sijnen goederen, roerende ende onroerende, teghenwoirdighen ende toecoemende geen uutgescheijden voir den iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Heemraeders als boven.

Bekenden Adriaen Aertss desen wilcuer vol ende geheel betaelt te wesen den iersten penninck metten lesten. Desen xxxiije decembris anno 79.

Fol. 143 v.

            Vrijgift; Andries Janss; Ariaen Aertss.

Desen vje martij anno xvC seven ende tzeventich compareerden Andries Janss ende gaff over met vrijer giften zo recht is Ariaen Aertss Schouten een halff stuck goets onbedeelt geheeten die Wijntberghen. Streckende vanden halven Geijlsloot aff aentt noirden eijnde zuijtwaert op uutwijsende der halver creeck. Gijb Segerss met zijne erve westwaert ende Peter Segerss erfgenaemen oostwaert. Met alle gebuer rechten daer toe behoirende. Ende dit voorss erve geloefden Andries Janss, Adriaen Aertss voorss. te vrijen ende te waren tot desen jeghenwordighen daghen toe. Heemraeders Adriaen Peter Schoenma­kers, Jan Zegerss ende Dirck Adriaenss.

Eodem anno et die compareerden Ariaen Aertss Schouten ende heeft rechtelijcken geloeft ende verwilcuert zo als recht is te betaelen Andries Janss die somme van vier ende dertich ponden groten vlaems eens te betaelen op drie Bamis daghen waer aff den iersten wesen ende verschijnen sal Bamisse anno seven ende tzeventich zo voirts drie Bamissen sonder middel vervolgende. Spruijtende dese penninghen voirss ter causen van een stuck erffs als die gift vermelt. Het welck Adriaen Aertss voirnoemt hier onder is verobligerende ende voirts alle sijnen anderen goederen, moble ende inmoble, present ende toecoemende, voir den iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Heemraeders als boven.

            Vrijgift; Joachim Janss Schout; Adriaen Aertsz Schouten.

Desen xvje septembris anno Lxxix compareerden Joachim Janss Schout ende gaff over met vrijer giften zo recht is Adriaen Aertz Schouten een stuck lants geheeten die Wintberghen geleghen onbedeelt met Adriaen Aertz, Peter Zegers erffgenaemen oostwaert ende Gijb Zegers erffgenaemen westwaert. Streckende van die halver kreeck aff oft nae vuijtwijsen der selver kreeck noirtwaert op ten halven Geijlsloot toe. Met alle gebuerlijcke rechten daer toe behoirende. Ende geloefden Joachim Janss dit voirss halff weer lants te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot desen daghe toe. Heemraeders Meeus Adriaenss ende Jan Meeuss.

Fol. 144 r.

            Erfdelinge aengebrocht tusschen Ariaen Janss Vendricht, Steven Aertss met Anniken Jansdochter, daer sij haer sterck voor maecken ende Bastiaen Aerts desen xje martij anno xvC ende 77.

Inden iersten Ariaen Janss geloot, gecavelt ende geërfdeelt op een half weer lants met Steven Aertss ende Anniken Jans, haer beijer suster, ghegeetet (sic) het Aeng(?) weer, streckende vande halven dwersloot aff aent noorden eijnde buijten den Veerschen dijck zuijtwaert op totten halven dwersloot toe die over die suijen sijde leet van Donxen binnendijck vanden Ouden Polder.

Noch vander halven noetboom aff aent noorden eijnde int selve weer suijtwaert op totten halven sloot toe die aen die noertzijde vanden Schedeldijck leet, mits wel geconditioneerde voerwaerde dat Ariaen Jans ende Anniken sijn suster haer blockinghe altijt tzamen hebben sullen. Ende Steven Aertss sijn blockinghe met Jijken Vas Peters wedue met haerder complicijen ende den houtwas staende op dit selve halff weer een ieghelijcken sal hebben sijn portie.

Nu Bastiaen Aertss geloot, gecavelt ende geërfdeelt op eenen halven werff int selve weer als boven aenden oosten cant bedeelt, streckende vanden Donxen binnendijck aff vanden Ouden Polder aent noirden eijnde suijtwaert op ter halven noetboom toe.

Noch op een vierendeel in een weer lants onbedeelt, gecoemen van Willem Ariaen Peters dochter. Streckende vanden halven dwersloot aff aen die zuijden sijde vanden Doncksen dijck vanden Nieuwen Polder aent noerden eijnde suijtwaert op ter halven Poelsloot toe. Bastiaen Aerts cum suis met haren erve westwaert ende Lijsken Jan Wilm Wouter wedue cum suis oostwaert met allet geene der metten recht toebehoirt.

Noch met xxv stuivers jaerlijcxe losrenten te opbueren ende te ontfangen, gecoemen van de selfde Wilmken Ariaen Peterss Schoemakers ende Ariaen Aertss Schouten.

Fol. 144v.

            Testamentum Neeltghen, Mariken en Jacobxken Ariaen Ariaen Wilms dochteren.

Desen xiiije martij anno xvC seven ende tzeventich compareerden voorden heemraet van Raemsdonck Neltghen Ariaens, Marijken Ariaens ende Jacoba Ariaen Ariaen Wilms dochteren met haren gecoren voicht die sij koisen metten mont ende haer die heer gaff metter handt zo als recht was. Ende hebben tzamen ende ieghelijcken bijsonder met vrijer deliberatie van rade, gaende ende staende, haer vijf sinnen wel machtich sijnde, reciproce, over ende wederover gegundt ende gemaeckt ende begeerdt, gunnen maicken ende begeeren mits desen offer een ofte twee van hem allen sonder wettighe ooren achter te laten afflijvich wordt, dat die lanckxe van hem allen int leven blijvende haere goederen, zo have als erve teghenwoordighe ofte toecomende sullen hebben ende gebruijcken, eewelijck ende erffelijck sonder toeseggen van iemanden.

Noch hierenboiven begeeren dese voors testamentaires oft sij alle drie sonder wettighe geboerten achter te laten afflijvich woirden dat alsdan Dinghen haerder alder moeder van dese haere achtergelaten goeden sal hebben ende genieten die bruijckweer ende bladinghe. Ende nae die doot van Dingens voirss dese voirs goederen te succederen, erven ende besterven op die gerechtighe erfgenamen. Begeeren daer omme dat dit haere iegenwoordich testament ende uuterste wille sal worden gehouden voor goet, vast ende van vasder weerden als donatie ende municipael wel ad pias causas, gelijck dat volcomelijck sijn effect behout te sorteren. Al waert oick datter eenighe dipositie van gestreven rechten meer inne behouden te wezen, want sij verclaren het selffde te sijn haren utersten wille ende meijninghe. Sonder arch ende list.

Heemraders Ariaen Peter Schoenmakers, Johan Segerss, Ariaen Aerts Schouten, Ariaen Janss Vendricht ende Dierck Ariaenss. Coram Ffrans Gerits den stadthouder tot Raemsdonck.

            Ariaen Wiercken, Omghen zijn huijsvrou.

Eodem anno et die compareerde Ariaen Wircxen, gaende ende staende, sijn vijff sinnen wel machtich zijnde als dat cloeclijck voor ooghen bleeck ende heeft gewilt ende begeert als dat Omghen sijnder huijsvrouwe in zo verre hij ierst aflijvich wordt, sal hebben ende gebruijcken, haer leven lanck allen haere goederen die sij tzamen hebben, zo haeve als erve oft hier namaels duer besterven vercrijghende moeghen ende nae haer doot te wezen haefdelijck, halff ende halff, naden zuijthollantschen recht uutgescheijden het landt inde acker het welcke sullen hebben, houden ende gebruijcken Omghens voirs erfenaemen, nu ende ten eewighen daghen, sonder toeseggen ende meninge van iemanden. Ende oft gebuerde dat dese twee testamentuer eenighe quade fortuijnen ofte noot overquame, zo dat sij met haere deze goeden haer leven niet en zoude moghen sustenteren, zo sullen sij haer gerechticheijt inde acker moeghen aenverden ende verhantplichten tot haerder eighen nootruft. Begerende daeromme dat dit haer ieghenwoordighen testamente ende uutersten willen sal worden gehouden voir goet, vast ende van volder werden. Actum als boven, heemraders als boven.

Dezen xije junij anno xcvjen (12-6-1596) heeft Adriaen Wircxz van dit testament gerenuntieert ende oversulcx begeert hij mij secretaris gecasseert te woorden (Het testament is ook doorgehaald).

Fol. 145r

Transport op datum:  20-3-1577.

Verkoper: Peter Diercken.

Koper: Bastiaen Dierckxz Groeijen.

Betreft verkoop (met verlije) van: Een stuk land.

Belend             noord: halve Vlaeijkensstraet.

                        zuid: halve Broeckxen.

                        oost: Goest Zegersz c.s.

                        west: Adriaen Gijsbrechts Buijs c.s.

Koopsom: 43 ponden groten Vlaems (1 pond = 6 karolus gulden).

Te voldoen als volgt: Op 3 achtereenvolgende St. Jansdagen. De eerste St. Jansmis ’77.

Op St Jan. ’77 ontvangt Peter Diercken 15 pond. Hij zal de renthen en chijsen van ’78 voldoen. Daarna volgen nog wat ingewikkelde verrekeningen tot voldaan is.

Fol. 145v.

Transport op datum: 20-3-1577.

Verkoper: Peter Diercken.

Koper: Cornelis Diercken den Wever.

Betreft verkoop (met eenen verleije) van: een sestendeel in een stuck lants gelegen aen Huijghen Sijlken, onbedeelt met Lijsken Diercken ende haere weeskijnderen.

Belend             noord: halver groter Kil.

                        zuid: halven slootken buijten dijckx.

                        oost: Cornelis Tueniss.

                        west: Beris Cornelis cum suis met zijnen erve.

Eodem anno et die (op hetzelfde jaar en dezelfde dag) compareerde Peter Diercken en heeft overgegeven Cornelis Diercxs voirs. tot een bijpandt sijn aengedeelt, streckende van Meerten Diercken erve aff aent noirde eijnde zuijdwaert op ter halver Kae toe. Jan Gijben met zijne erve gelegen westwaert ende Cornelis Adriaens oostwaert. Ende dat ter tijt ende ter wijlen toe voor Peter Diercken dit bovengescreven erve gelost ende gevrijt heeft.

Koopsom: niet genoemd, maar is betaald op 30-3-1577.

Transport op datum: 20-3-1577.

Verkoper: Bauwen Joosten.

Koper: Commer Tuenis.

Betreft verkoop van: een half huijs met half het binnendijckx lant.

Belend             noord: het slootken buijten den dijck.

                        zuid: eersten slootken buijten den Diefdijck.

                        oost: Ariaen Peters Schoenmaeckers met sijnen erve.

                        west: Commer Tonis int selve landt ende erve.

Koopsom: 32 ponden groten Vlaems min xx stuijvers.

Te voldoen als volgt: te betalen op 4 achtereenvolgende St. Jansdagen midzomer, waarvan de eerste St. Jansmisse ’77.

De volgende tekst staat ná de transportacte op fol. 146r.

Hierop desen wilcuer bovengescreven kenden Bauwen Joosten ontfangen te hebben acht pont Vlaems min vijff stuijvers den iersten dach.

Bekenden Bauwen Joosten noch ontfangen te hebben uut handen van Tuenis Anss van wegen ‘tweeskijnt die somme van vier ponden Vlaams min vijf groot half vanden tweeden dach. Actum 4-6-’78.

Bekenden Bauwen Joosten van Jan Peters Crol ontfangen te hebben vier ponden Vlaams min vijf groot ende bekent hier mede den wilceur ten vollen betaelt den iersten penck metten lesten dezen 2-11-’78

Bekenden Bauwen Joosten desen geheelen wilceur ten vollen betaelt te wezen zo van Tuenis Anss als voicht van Commer sijns soens weeskijnt als van Jan Crollen en iersten penninck metten lesten actum 8-3-’80

Fol. 146r.

Transport op datum: 20-3-1577 (eodem anno et die).

Verkoper: Commer Tuenis.

Koper: Bauwen Joosten.

Betreft verkoop van: sijn aengedeelt alzo groot ende cleijn in qualiteijt als hem dat ofte zijn huijsvrouwe, van Ariaen Janss de Bont aengecoemen ofte aenbestorven is, geleghen int Leechveen.

Belend             noord: de Bancken.

                        zuid: Kae.

                        oost: Aert Ariaens wedue met haren erve

                        west: Ariaen Peter Schoenmakers.

Koopsom: niet genoemd, maar hangt mogelijk samen met de transactie hiervoor.

Fol. 146v.

Transport op datum: 21-3-1577.

Verkoper: Baeijen Mathijs ergenaemen: Ariaen Deniss voir hem selven, Cornelis Ariaenss voir hem selven, Ariaen Mathijss voir hem selven ende mede vervangende Jan Mathijs weeskijnde­ren, daer hij rechte bestorven voicht aff is, ende den stathouder als oppervoicht, Marij Mathijs dochter voir haer selven met haeren gecoiren voicht Ffrans Geritss stathouder, die haer metten recht gegeven was.

Koper: Willem Geritss.

Betreft verkoop (met eenen verleije) van: een stuck lants gelegen achter Cornelis Hermanss

Belend             noord: eerste slootghen buijten den dijck, waer neven ten naesten gelant is Dries Ariaenss cum suis met sijnen erve aen die oostzijde.

                        zuid: Cornelis Hermanss werff.

                        west: Lauwereijs Janss cum suis

Koopsom: 24 ponden groten Vlaems.

Te voldoen als volgt: de helft gereet, de andere helft half meert ierstcomende anno acht ende tzeventich scrijvens Luijck.

Verklaring van voldaan zijn op: De helft op bovenstaande datum. Verklaringen voor de andere helft zijn er van:

Marij Tijsdr 12-6-1579

Ariaen Mathijs 19-4-1580.

Cornelis Ariaens op de vervaldag.

Haesken Jan Mathijs weeu voir haer ende hairen kinderen.

De schout voir Cornelis Adriaenss 5-11-1579.

Fol. 147r.

Transport op datum: 21-3-1577.

Verkoper: Baeijen Mathijs ergenaemen: Ariaen Mathijss voir hem selven ende mede vervangende Jan Mathijs sijns broers weeskijnderen, ende den stathouder als oppervoicht, Cornelis Ariaenss voir hem selven, ende Marij Mathijs dochter met haeren gecoiren voicht Ffrans Geritss stathouder, die haer metten recht gegeven was.

Koper: Ariaen Deniss.

Betreft verkoop (met vrijer giften) van: een stuck lants gelegen int Geijl.

Belend             noord: halve Geijlsloot.

                        zuid: den dijck

                        oost: Gijb Segers.

                        west: Gijb Segers.

Koopsom: 29 Karolus gulden oft

mits wel geconditioneerde voirwaerde als dat Ariaen Deniss voerss stil sal staen ende geen gelt ontfangen van eenighe andere goederen voir die ander vier bovengescreven partijen ieghelijcken ontfangen sullen hebben voir sijn portie die somme van xxix Karolus gulden ende als dan voirts mede te deijlen in als zo die ander vier erffgenamen sijn quoet, portie ende gerechticheijt.

Ende heeft op dit voirs lant ontfangen Ariaen Deniss drie Karolus gl., facit tsamen sijnen ontfanck xxxij Karolus gulden den iersten dach.

Fol. 147v.

Transport op datum: 9-4-1577.

Verkoper: Die gemeen erffgenamen van Baeijen Mathijs ende Neeltghen sijnder huijsvrouwe: Ariaen Mathijs voor hem selven ende mede vervangende Marij sijn suster ende Cornelis Ariaen Muelder ende mede als gerechte bestorven voicht van Jan Mathijs sijns bruers weeskijnderen, Ariaen Deniss voir hem selven, Frans Geritss, stathouder tot Raemsdonck, als gemachtich van mr. Deoniss(?) ende van die van Dordrecht ende Jan Janss van Breda.

Koper: Quijrijn Peter Henrickx ten Rijen.

Betreft verkoop van: een halven geer onbedeelt, te weten dat voirste block.

Belend             noord: eerste dwerslootken

                        zuid: halven Leechenwech.

                        oost: Neeltghen Gerit Wouters wedue met haren erve

                        west: Dinghen Jan Clauwen met hare consorten.

Koopsom: vijff pont Vlaams als haer portie is aan de erfgenamen betaald op 18-2-1578.

Transport op datum: 15-4-1577.

Verkoper: Peter Ockerss voir hem selven ende Corstiaen Gijsbrechts als gerechte bestorven voicht ende toesiender van Mercelis Ruijseneers weeskijnt (verderop blijkt dit Lijsken Mercelisdr te zijn, zij blijkt in 1585 getrouwd met Willem Thomasz) ende Cornelis Mercelis voir hem selven.

Koper: Jan Ariaenss. (blijkens twee losse briefjes: Jan Ariaens Cleermaker).

Betreft verkoop van: een huijs ende erve daer aen gelegen.

Belend             noord: halve wech voir die duere.

                        zuid: Cornelis Peterss erve.

                        oost: Peter Henricxz.

                        west: Jan Goeijerss Coens.

Koopsom: 23 ponden grote Vlaems, die helft Corstiaen Gijsbrechts ende die anderhelft Peter Ockers ende Cornelis Mercelis tzamen.

Te voldoen als volgt: op vier opvolgende meijdaghen.

Verklaringen van voldaan zijn op:

6-9-78, Cornelis Mercelis bekent hem volder betaelinge van Jan Ariaenss.

6-9-78, Corstiaen Gijsbrechts ontvangt van Jan Adriaens 25 Kar.gl. 172 st. als eerste termijn voor het weeskijndt en Peter Ockers is hiermede betaelt den eersten dach.

19-6-1579, Corstiaen Gijsbrechts ontvangt van Jan Adriaens 25 Kar.gl. 172 st.

21-6-1580, (apart briefje) Wij Henrick Stockman, schout indie Vrijhoeffve als oppervoicht van Lijsken Mercelis (zij ondertekent zelf als Lijsken Ceelen) dochter met Jacob Goijaerts als voicht ende toesiender van’t meijsken voirss bekennen 26 Kar.gl te hebben ontvangen van Jan Ariaenss.

Vuijt den voirss wilcuer draecht Peeter Ockerss over Corstiaen Gijsbrechtss tot behoeff Mercelis Janss weeskijnt zijn aenpaert ende gerechticheijt daer hij inne gerecht is, te weten die somme van thien Karolus guldens ende vermeet hem geen recht meer inde boven gescreven wilceur int groot ofte cleijn. Gedaen voir schout ende heemraet Dierck Adriaenss ende mij present.

18-12-1581, (Op een los briefje, niet in de acte terug te vinden:) Ariaen Jan Aerts bekent te hebben ontvangen van Jan Ariaens Cleermaecker 3 pont en nog een pont grooten Vlaems, in presentie van Lenaert Peters en Adriaen Corneliss.

8-3-1585, (Op een los briefje en in de tekst:) Willem Thomas den jonghen als man ende voicht van Lesken Mercelisdr, nu ter tijt woonachtich in ‘sGravenmoer, bekent ten vollen betaelt te zijn in presentie van Corstiaen Gijsbrechts en Claes Adriaenss ‘thooffs bode, ende Adriaen Cornelis, schrijver deses (van het losse briefje).

Fol. 148v.

Transport op datum: 2-5-1577.

Verkoper: Corstiaen Gijsbrechts als gerechte bestorven voicht van Mercelis Jansz Ruijseners’ weeskijnt ende Peter Ockers voir hem selven.

Koper: Jacob Jansz van Dongen.

Betreft verkoop (met eenen verleije) van: het portie ende aangedeelt van de verkopers (Corstiaen Gijsbrechts 1/4 en Peter Ockers een half vierendeel) inde wijntmoelen ende rosmoelen metten erve daer die voirs moelens op staen binnen onse dorpe van Raemsdonck.

Koopsom: 350 Karolus guldens ende vijff stuijvers (Corstiaen Gijsbrechts 2332 gld en Peter Ockers 117 min 5 stuivers). Een deel contant en een deel in termijnen.

Hierna volgt een waarbochstelling (die lijkt op de omgekeerde wereld, maar misschien is het een waarborg voor de inkomsten van de molens? GAvS):

Ende tot goeder ende seker warandt ende bewaernisse van die incomende penningen, competerende Corstiaen Gijsbrechtsz, stelt Corstiaen voirss tot eenen onversterfelijcken ende singulieren waerburch vijff geerden lants gelegen inden ambacht ende dorpe van ‘sGravenmoer gelegen neven sijn stede tusschen die erffnisse van Jan Jan Rielen met sijnen erve gelegen aen die zuijdzijde ende Corstiaen Gijsbrechtsz met zijnen huijse ende erve selffde gelegen aen die noortzijde. Ende Peter Ockers stelt tot waerborch die voirss Jacob Janss twee geerden lants voir sijn incomende penningen, gelegen inden Ambacht van Groot Waspijck, gemeen met Ariaen Vassen, te vrijen ende waren tot desen daghen toe ende dese voirss tijt van waerburchschap sal dueren seeven jaeren lanck nae daten van desen ende langer niet. Datum, heemraders als boven.

Fol. 149v.

            Aenneminge van Brievinck Huijbrechts sijnen drie onmondighe weeskijnderen, verweckt bij Marijken Jansdochter, sijnder huijsvrouwe,

            desen ixe meij anno xvC 77.

Desen ixe meij anno xvC 77 compareerden Brievinck Huijbrechtsz ende heeft aengenomen van Ariaen Jansz als gerechte bestorven voicht ende Cornelis Ariaens als toesiender met decreet ende advies vande gerechte van Raemsdonck als opervoichden, sijn drie onmondige weeskijnderen verweckt bij Marijken Jansdochter, sijnder huijsvrouwe zaliger te onderhouden voir het joncxte mondich wezen sal.

En dat voor het erfdeel van de kinderen. Na deze tijd zal Brievinck Huijbrechts zijn kinderen uitreiken 400 Karolus guldens. Brievinck stelt tot onderpand (van die 400 Kar gl) voor zijn kinderen: Den acker met het weijken daer aen gelegen int Broeck.

Belend             noord: halve Broexer straet.

                        zuid: Peter Mertens

                        oost: Goost Zegers met zijnen erve.

                        west: Marijken Jan Andries erfgenamen.

Sijn aengedeelt inden acker opt Gat, gecomen van Lijntghen Brievincx.

Belend             noord: Ans Cornelis ende Peter Diercxz Groeijen cooltuijnen.

                        zuid: Henrick Govaerts erve.

                        oost: Anneke Gerit Jansz wedue cum suis.

                        west: Peter Ariaen Gijben erfgenamen met haren erve.

Zijn aengedeelt in de breij achter zijn huijs

Belend             noord: halver Brouwetering

                        zuid: Peter Diercxen Groeijen cooltuijn

                        oost: Peter Diercxen Groeijen cum suis met zijnen erve

                        west: Joost Gruijters kijnderen

Als een van de kinderen sterft gaat zijn aandeel naar de overige, sterven ze alle drie gaat 300 Karolus gulden naar de erfgenamen van zijn vrouw.

Fol. 150r.

            Ariaen Gijsbrechtsz; Ariaen Emmen ende Wilm Ariaensz.

Desen xiiije meij anno xvC 77 compareerden Ariaen Gijsbrechts Buijs ende gaff over met vrijer giften zo als recht is Ariaen Emmen ende Wilm Ariaens gesamenderhandt een stuck lants geleghen inde Oorde. Streckende vander Kae aff aent noorden eijnde zuijtwaert op ter Donga toe, Ariaen Gijsbrechtsz selve met zijnen erve geleghen westwaert ende Stoffel Jacobs met sijnen erve oostwaert. Ende dit voirss erve geloofden Ariaen Gijsbrechtz, Ariaen Embrechtz ende Wilm Ariaens voirss te vrijen ende te waren naden recht vanden lande. Heemraders Jan Segerz ende Ariaen Jans Venricht.

Dezen 8en januari anno 78 compareerden Ariaen Embrechts ende gaff over met vrijer giften als recht is Wilm Adriaens zijnen swager, een gerechte vierendeel in een weer lants.

Eodem anno et die compareerden Jan Embrechtz ende gaff over met vrijer giften zo als recht is Ariaen Huijbrechtz een gerichte vierendeel in een weer lants gemeen met Wilm Ariaensz, bedeelt opten oosten cant, geleghen inde Oirde. Streckende vander Kae aff aent noorden eijnde zuijtwaert op ter Donga toe, Gijsbrecht Jansz selve met zijnen erve geleghen aen die oostzijde en het selfde lant gelegen aen die westzijde. Ende geloefde Jan Embrechtz Ariaen Huijbrechtz dit voirs erve te vrijen ende te waren tot desen daghen toe. Heemraders als boven.

Vóór het hierboven weergegeven transport staat een doorgehaald stukje dat kennelijk een aanzet was tot hetzelfde transport. De tekst hiervan luidt:

Datum als boven et die compareerden Jan Embrechtz Cleijss ende gaff over met vrijer giften zo als recht is Ariaen Huijbrechtz een gerichte vierendeel (doorgehaald en verbeterd in een gerechte eenhelft) in een weer lants geleghen inde Oirde. Streckende vander ‘sGravenmoerse vaert aff aent noorden eijnde zuijtwaert op ter Donga toe, Wilm (einde tekst)

Fol. 150v.

            Vrijgift. Joost Zegerss; Jan Geritz van Bommel.

Desen xvije meij anno xvC seven ende tzeventich compareerden Joost Zegerz ende gaff over met vrijer giften zo als recht is Jan Geritz van Bommel sijn steede metten erve daeraen geleghen int Broeck. Streckende vander Broecxer straten aff aent zuijden eijnde noortwaert op totten halven Geijlstraat toe, Marijken Jan Dries erfgenamen met haren erve geleghen westwaert ende Jacob Raesen oostwaert.

Gaff noch over den voirnoemde Joost Zegerz met vrijer giften zo als recht is Jan Geritz voirss het rietlandeken geleghen teijnden Michiel Aertz hopacker. Streckende vanden voirss acker aff aent noorden eijnde zuijtwaert ter halver Kreecken toe, Metghen Zegers cum suis geleghen oost ende Adriaen Janss Vender west.

Ende stelt noch tot bijpandt Joost Zegerz, Jan Geritz voirss een geerde lants gemeen ende onbedeelt in vier geerden. Streckende vander Donga aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver Masen toe, Henrick die Brouwer met sijnen consorten geleghen westwaert ende Marijken Jan Dries erfgenamen oostwaert.

Te vrijen ende te waren naden lantrecht. Seven Karolus guldens tsiaers te betaelen alle jaeren tot halff mei anno acht ende tzeventich den iersten ende mach men dese voirs seven karolus gulden jaerlijcx lossen ende aff quijten met hondert Karolusgulden eens met gancbaer gelt, den penninck xiiij metten verschenen pachten daer bij, sonder argelist. Heemraders Ariaen Peter Schoenmaickers ende Dierck Ariaenss.

Eodem anno et die zijn Joost Zegerss ende Jan Geritsz voirs, veraccordeert als dat Jan Geritz dit eerste jaer anno 77 sal hebben ende sijnden alle dat riet dat teijnden Michiel Aerts hopacker wast ende voirts alle jaeren die gerechte eenhelft te moghen snijden totter Kreeken toe. Ende dat eenen tijt continuelijck geduerende voir Joost Zegerss voirnoemt die seven Karolus guldens gelost sal hebben. Heemraders als boven.

Fol. 151r.

Transport op datum: 18-5-1577.

Verkoper: Aelbrecht Geritz voir hem selven, Peter Jansz Roskam voir hem selven ende Marijken Govaerts dochter met Ariaen Janss Vendricht, haeren gecoiren voicht die sij koijs metten mondt ende haer die heer gaff metter handt zo als recht was.

Koper: Cornelis Jansz.

Betreft verkoop van: een huijs metten erve daer toe behoirende.

Belend             noord: Ariaen Tueniss erve.

                        zuid: halve wech voir die duere.

                        oost: Willem Buijs met zijnen erve.

                        west: pastoorije

Koopsom: betaald, maar niet genoemd.

            Delinge aengebrocht tusschen Joost Zegers ende zijne kijnderen, verweckt bij Truijken Tomasdochter zijnder huijsvrouwe, dezen xxixe meij anno xvC 77.

Inden eersten Joost Zegers geloot, gecavelt ende geerfdeelt op die steede metten erve daer aen geleghen, streckende vanden halven Geijlsloot aff aent noirden eijnde zuijtwaert op totter Kae toe. Brievinck Huijbrechts cum suis met zijnen erve geleghen aen die westzijde ende Peter Ariaen Gijsbrechts erffgenamen cum suis met haren erve geleghen aen die oostzijde, met allen gebuer rechten daer toe behoirende, met die haeflijcke goederen als peerden, koeijen, beesten, imboel ende huijsraet nu ter tijt wezende. Met noch een veldeken, geheeten Reijnen veldeken. Ende sal Joost Zegers sijn cavelinghe ende der kijnder cavelinghe vrijen tot desen daghe toe.

Nu hier jegens die kijnderen geloot, gecavelt ende geerfdeelt op vier geerden lants geleghen inden ambacht van Raemsdonck, onbedeelt in sestien geerden, waer neven ten naesten gelandt zijn die erfgenaemen van Marijken Jan Dries weeu met haren erve geleghen aen die oostzijde ende Henrick Cornelis cum suis met zijnen erve geleghen aen die westzijde. Streckende vander Dongha af aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver Masen toe.

Ende is voirwaerde dat eenen ieghelijcken sal hebben, houden ende betaelen alle commercau­sen dat op haer erve ende cavelinghe metten recht verobligeert zijn.

Met noch een vierendeel in een weer geheeten Joachim Oomen lant. Streckende vander halver Vlaeijkens straet aff aent noirden eijnde zuijtwaert op ter halver Broecxken toe. Gijb Zegers met zijnen erve geleghen aen die oostzijde ende Bastiaen Diercxz Groeijen met zijnen erve geleghen aen die westzijde. Aldus gedaen voir Ariaen Peterss, Jan Zegersz ende Ariaen Jansz Vendricht, waervoiren partijen hebben verteghen ende hem bedanckt der goeder deijlinghe.

Fol. 151v.

Eodem anno et die compareerden Segher Joosten ende gaff over met eenen verleije zo als recht is, Dierck Ariaenss, sijnen swagher, sijn portie ende aengedeelt alzo groot ende cleijn in qualitate en quantitate als hem dat aengecoemen ende aenbestorven is van sijn moeder. Ende heeft daer van erflijcken verteghen als zijn selven daer geen recht oft eijgendom meer aen te behouden ofte vermeten in eenigher manieren van nu ten eeuwighen daghen voor haer beijder nacomelinghen. Dats te weeten sijn portie ende aengedeelt in vier geerden lants onbedeelt, met noch sijn aengedeelt in Joachim Oom lant alzo groot ende cleijn, egginghe ende rugginge als die erfdeelinghe aen die ander zijde claerlijcken inhout ende vercavelt. Heemraders als boven.

Eodem die bekenden Segher Joosten vol ende al betaelt te zijn van desen uutcoop, nu ende ten eewighen daghen hier niet meer nae te vraghen ofte omme hier voir heemraders bovengescreven.

Fol. 151v.

Transport op datum: 29-5-1577 (eodem anno et die).

Verkoper: Frans Geritsz Coninck als gemachtich van mr. Deonijsen ende van die van Dordrecht, blijckende bij sekere procuratie.

Koper: Ariaen Deonijsen (=Denissen) ende Peter Clauwaertz gesamenderhandt.

Betreft verkoop van: eenen halven acker saeijlant

Belend             noord: Baeijen Mathijs cooltuijn.

                        zuid: Watersloot voir aen Vlendonck.

en noch een vierendeel inde ander helft vanden acker.

Belend             noord: Baeijen Mathijs cooltuijn.

                        zuid: het eerste slootghen buijten onder den Diefdijck

                        oost: Commer Tuenis cum suis met zijnen erve

                        west: Jan Peters Crol.

Koopsom: 38 Karolusgulden, te betalen op 2 achtereenvolgende Bamisdagen.

Verklaring van voldaan zijn op: eerste betaling ad 3 pond Vlaams op 18-12-1577. Bij de betaling van de tweede termijn staat geen datum (wel betaald dus).

Er is dan voldaan aan: Frans Gerits.

Fol. 152r.

Transport op datum: 29-5-1577 (eodem anno et die).

Verkoper: Frans Geritsz Coninck als gemachtich van mr. Deonijsen ende van die van Dordrecht, blijckende bij sekere procuratie.

Koper: Bastiaen Aertsz.

Betreft verkoop van: eenen geer, gecoemen van Baeijen Mathijsz.

Belend             noord: Jan Mathijs erfgenamen.

                        zuid: Roeloff Ariaenss erffgenamen.

                        oost: Jan Mathijs cum suis’ erve.

                        west: halve slootghen voir aen den Leechen wech.

Koopsom: 14 ponden groten Vlaams en 30 st. op 2 achtereenvolgende Bamisdagen.

Verklaring van voldaan zijn op: 12-6-1579.

Er is dan voldaan aan: Frans Gerits.

De volgende acte is geheel doorgehaald (Meestal wordt alleen de schuldbekentenis doorgehaald nadat betaald is. Mogelijk is de koop later teruggedraaid).

Transport op datum: 29-5-1577 (eodem anno et die).

Verkoper: Cornelis Gijsbrechts.

Koper: Cornelis Jan Roelen.

Betreft verkoop van: een veldeken gelegen aan Vlendonck.

Belend             noord: grote watersloot tussen de Diefdijck en Vlendonck.

                        zuid: Cornelis Gijsbrechts.

                        oost: Jan Zegers met zijnen erve en Peter Jans de … (niet leesbaar) eveneens oost!? NB: Hier moet een foutje staan één van de buren moet west liggen.

                        west:

Koopsom: 31 Karolus gulden. Geen vermelding van betaling.

Fol. 152v.

Transport op datum: 29-5-1577.

Verkoper: Cornelis Gijsbrechts voor hem selven ende Wilm Buijsen als man ende voicht van Jacob Buijsen, sijns bruers weeskijnt.

Koper: Ariaen Aerts Schouten als voicht van Ariaen Ariaens drie weeskijnderen (in de kop staat: “Ariaen Aertsz ende Ariaen Wircken” en in de wilkeur: “Ariaen Aerts Schouten als voicht van Ariaen Ariaens alias quaeij .ee.en??).

Betreft verkoop van: met vrijer giften het vrij en het onvrij met eenen verlije zoals recht is haer gerechte portie ende aengedeelt in Peer Snacken lant. (verderop: onbegrepen zowel in huijs, have, imboel als erve).

Belend             noord: halve Westcampensche straet.

                        zuid: halve Kreecke.

                        oost: Castelijnen kijnderen cum suis.

                        west: die conventualen van Emsteijn.

Koopsom: 35 Karolus guldens.

Verklaring van voldaan zijn op: 26-10-1577.

Fol. 152v – 153r.

Transport op datum: 6-6-1577.

Verkoper: Beris Cornelisz als voicht van Cornelis Hermans weeskijnderen met decreet ende advijse vanden gerechte als oppervoichden, Ariaen Lenaertz voor hem selven, Frans Meuss voir hem selven ende also Wilm Geritz nu absent wezen wil, zo maickt hem het gerechte tot Raemsdonck daer voir sterck nae inhouden ende uutwijsen der coopcedulle.

Koper: Dierck Rutten.

Betreft verkoop met eenen verleije van: een huijs, schuere ende erve daer toe behoirende.

Belend             noord: Wilm Geritsz.

                        zuid: halve Molenpatsche straete

                        oost: Commer Tonisz met sijnen erve.

                        west: Wilm Geritsz met sijnen erve.

Koopsom: 41 pond groten Vlaems min 15 stuivers.

Te voldoen als volgt: in 2 termijnen, waarvan de eerste nu bij levering.

Een deel van de wilceur wordt overgedragen aan Gerbrandt Claes, waar Cornelis Hermans eertijds dit huijs en erve van gekocht heeft en waarvan nog een deel verschuldigd is.

Verklaring van voldaan zijn op: 9-5-1581 en op 12-7-1584.

Fol. 153v.

Transport op datum: 12-6-1577.

Verkoper: Dingeman Henrick Vincx.

Koper: Peter Ariaenss tot behoeff van Gijb Wijnen.

Betreft verkoop van: die tweedeel in een block lants, onbedeelt geleghen op het Gat

Belend             noord: Brievinck Huijbrechts acker.

                        zuid: iersten halven dwarsloot.

                        oost: Gerit Jans wedue.

                        west: Gijb Weijnen int selve lant.

Koopsom: niet genoemd.

Fol. 153v.

Transport op datum: 12-6-1577.

Verkoper: Dingeman Henrick Vincx.

Koper: Peter Ariaenss tot behoeff van Gijb Wijnen.

Betreft verkoop van: een stuck lants geheeten het fuijcken landt.

Belend             noord: Peter Ariaenss erve.

                        zuid: de vaert.

                        oost: Gijsbrecht Weijnen voirs met sijnen erve.

                        west: de vaert.

Koopsom: niet genoemd.

            Houwelijcxe voirwaerde.

Dezen xven novembris anno Lxxvij compareerden Cornelis Jan Roelen ende Dinghen Jansdr, zijnder huijsvrouwe met haeren gecoiren voicht, haer metten recht gegeven, beijde op gaende been, gesondt van lichame ende volcomen van verstande. Ende hebben voir ons scholteth ende heemraders ondergescreven bekendt (alzo haer houwelijcxe voirwaerde wezende in date den xxixen junij anno Lxviij gepasseert (alzo sij segghen) bij heer Pauwels den pastoor, Jan Roelen, Adriaen Janss Schers, Jan Janss Backoecken, Jan Janss Roelen ende mr. Jan den Schout) bij deze troubel verloeren is ende men niet gevijnden en can, dat die selffde was getracteert ende inhoudende dat Jan Roelen met Cornelis sijnen soen van stonde aen soude geven hondert lichter guldens ende een coe ofte bedde. Ende is oick bevoirwaert zo wie van hem beijden lanxte int leven is blijvende ‘tzij hij ofte zij dat die sal hebben voir vuijt vande gereetse goederen die somme van hondert Karolus guldens eens. Ende dat allen die goederen, zo wel in Brabant als in Hollant gelegen, sullen wezen haeffdeelich halff ende half naden recht van Zuijthollant, begerende dat deze hare voorwaerde sal worden gehouden voir goet, vast ende van volder werden, voir allen rechten, rechteren ende rechtbancken zo geestelijck als waerlijck, actum als boven coram (= in tegenwoordig­heid van) heemraders Jan Zegers ende Adriaen Janss Vendricht ende mij present Melis Cornelis.

Fol. 154r.

            Aenneminghe van Anniken Ffrans Claes wedue, haere onmondighe weeskijnde­ren, gegenereert bijden voirss Ffrans Claess.

Dezen xiijen junij anno xvC 77 compareerden Anniken Ffrans Claes wedue met Ariaen Ghijsbrechts, haeren gecoiren voicht. Ende heeft aengenomen van Ariaen Claesz als gerechte bestorven voicht ende Jan Gijsbrechts als toesiender ter presentie van Jan Geritsz met de raet ende advijs vanden gerechte als oppervoichden, haere twee onmondighe weeskijnderen, het een geboren, het ander ongeboren te almenteren in cost ende dranck ende te onderhouden enz. tot de kinderen volwassen zijn.

Moeder krijgt hiervoor alle goederen die de kinderen vanwege hun vader zijn aanbestor­ven.

Als de kinderen volwassen zijn moet moeder hen 14 pond groten Vlaams uitreiken. Als één van de kinderen sterft moet moeder het overblijvende kind 6 pond groten Vlaams geven. Als beide kinderen sterven moet moeder de erfgenamen van haar overleden man 6 pond groten Vlaams uitreiken. Als de kinderen nog iets erven van vaders kant krijgt moeder daarvan slechts het vruchtgebruik.

Op huijden den ixen feb. 1599 bekenden Jan Gijsbrechtss van wegen Frans Claesdr, dat Jan Meeuss deze vuijtreijckinge van xvj pondt Vlaems voldaen heeft. (De bovenstaande acte is doorgehaald).

Fol. 154v.

Transport op datum: 28-6-1577.

Verkoper: Jasper Maximiliaensz als man ende voicht van Dingen Michielsdr.

Koper: Ariaen Tuenisz tot behoeff van Seger Henricxz.

Betreft verkoop van: Een vierendeel in een stuck lants gelegehen inde Donck.

Belend             noord: halve Doncxe straet.

                        zuid: halver Keen.

                        oost: Zeger Henricxz selve int selve lant.

                        west: Joost Tuenis erfgenamen.

Koopsom: 33 Karolus guldens, een deel gereet en een deel St Jansmis midzomer 1578. Volledig betaald op 9 october 1578.

Fol. 155r.

Transport op datum: 28-6-1577.

Verkoper: Floris Cornelisz als man ende voicht van Engel Gijsbrechtsdochter.

Koper: Cornelis Peter Ghijben.

Betreft verkoop van: een huijs metten erve daertoe behoirende, staende in Engelant.

Belend             noord: Sloot achter het huijs

                        zuid: eerste sloot vanuit het huis.

                        oost: Ariaen vande Corput met zijne erve.

                        west: Gijsbrecht Henricxz.

Koopsom: 20 ponden groten Vlaems in termijnen.

Verklaring van voldaan zijn op: 9-11-1578.

Fol. 155v.

Transport op datum: 28-6-1577.

Verkoper: Floris Cornelisz.

Koper: Gerit Andriesz, sijnen swagher.

Betreft verkoop van: een gerechte derdendeel in de helft vande huijs, schuer ende erve daertoe behoirende, geleghen in Engelant.

Belend             noord: eerste sloot achter het huis.

                        zuid: eerste sloot voor het huis.

                        oost: Cornelis Peter Ghijben.

                        west: de erfnissen Schuerman tot Alphen met zijnen erve.

Koopsom: voldaan, niet genoemd.

            Lesseninghe

Dezen xxviij junij anno xvC 77 zo heeft Gijsbrecht Henricxz als voicht van Henrick sijns soens weeskijndt rekeninghe gedaen op sijnen eedt zo recht is van nieuts ende outs al affgerekent. Summa(?) zo coempt het weeskijndt van Gijsbrecht Henricxz die somme van acht Rijns gulden eenen stuiver. Dies sal Gijsbrecht voirs die lanthuer inbueren, verschenen meij anno xvC 77 ter presentie van Lauwereijs Jacobsz den toesiender voir den schout ende heemraders Adriaen Peterss, Jan Zegers, Ariaen Aertsz.

Hier op betaelt aen Ghijb Weijnen van het weeskijnts weghen die somme van acht Rijns gulden min drie stuiver ende den schout v st. van reechtgelt. Somma zo heeft Gijsbrecht j st overgegeven.

Ende hiermede zijn alle oude crackeelen doot ende te niet, behoudelijcken dat het kijnt noch coempt die somme van iij Rijns gulden. Heemraders ten date als boven.

Welcke iij Rijns gulden toecomen van mis ende lande huer vanden acker van ….

Hier op den clerck betaelt iiij st. Welcke voors iij Rijns gulden vol ende geheel betaelt zijn ende affgereeckent inde lestleden/toecomende reeckeninghe als hier nae volcht.

            Eerfdeelinghe aengebrocht tusschen die gemeen erfgenamen van Huijbrecht Berthout Claeszoon, dezen iij julij anno xvC 77.

Wij Jan Zegers ende Ariaen Geritsz van Boemel, heemraders tot Raemsdonck oirconden ende kennen dat voir ons quamen die erfgenamen wijlen Huijbrecht Berthout Claeszoon, te weeten

Jan Beerten die broeder voir hem selven ende als voicht van

Volcxken Cleijs Berthouts dochter,

Jan Andries als man ende voicht van Marijken Berthouts dochter,

Jan Zegerss als gecoren voicht van Margriet Berthout Claesdochter,

Mr Ariaen Cornelis Coels als voicht van Anna Berthout Claesdochter,

Ariaen Aert Schouten als man ende voicht van Aentghen Berthout Claesdochter,

Ariaen ende Peter Joachims zonen, elcx voir hem selven ende

Jan Ariaen Gijsbers als voicht van Peter Mathijs Jans weeskijndt vanden welcken respective moedere ende grootmoedere was Neltghen Bertout Claesdochter,

kennen ende lijden van haer ende haren nacomelinghen wel ende wettelijcken jeghens malcanderen gescheijden ende geerfdeijlt te wezen vanden goeden henluijden mits de doot den voirgenoemden Huijbrecht achter gelaeten.

Inden iersten is den voirgemelden Jan Berthoutsz gedeelt op het gerechte vierendeel in een stuck lant leen zijnde onder de grave van Hollant, int Molenweer, groot int geheel neghen geerden, waer inne de tafel des heijlighen geests tot Raemsdonck toebehoren­de twee geerden. Streckende vander Donga aff aent zuijden eijnde noordewaerts op ter halver Mazen toe. Noch op een gerechte vierendeel uit een vierendeel in een stuck lants geleghen inden ambacht van Raemsdonck, streckende vanden halven slootghen aff binnen over den Diefdijck aff aent noirden eijnde zuijtwaert op ter Donga toe, Peter ….. (?) die Bont cum suis met zijnen erve geleghen oostwaert ende Ffrans Gerits den schout int selve Lant westwaert.

Hier jeghens zijn die voirgenoemde Jan Andries met Adriaen ende Jan Berthout inde qualiteijt vande weeskijnde van Claes Berthout elcx inder qualitijt voirss gescheijden ende geerfdeelt op gelijcke contingent ende partagie vanden landen voirs, gelijck den voirnoemden Jan Berthout Claessen in sijnen prive (=eigen) name gedeelt is.

Item die voirgenoemde Jan Zegers ende Adriaen Aerts inden name als voiren zijn gescheijden ende geerfdeelt tzamen op die tweedeelen van seven geerden lants liggende in Grootwas­beeck. Streckende vande oude Straet aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver Mazen toe, Joost Baeijens met zijnen erve geleghen westwaert ende den Heijlighen Geest tot Wasbeeck aen die oostzijde.

Noch op die helft scheijdinghe in een stuck lants geleghen inde ackerkens. Streckende vant halff slootken aff aenden gebranden werff aent noirden eijnde zuijtwaert op ter halver Kreeck toe, die vicarijsen met haren erve geleghe westwaert ende Cornelis erfgenamen int selve lant oostwaert.

Item die voirgenoemde Adriaen ende Peter Joachims met Jan Ariaen Gijbens inder qualiteijt voirss zijn tzamen geerfdeelt op twee geerden geleghen inden ambacht voirss, streckende van Ariaen Ariaens alias Lueskijndt cooltuijn aff aent zuijen eijnde noirtwaert op ter halver Mazen toe.

Noch op een geerde ofte weijnich min geleghen inden Ambacht van Groot Wasbeeck, streckende vander ouder straet aff aent zuijden eijndt noirtwaert op ter halver Maezen toe.

Allen dezen voirs perceelen onbegrepen der maten ende zo groot ende cleijn als zij geleghen zijn te vrijen ende waren met den heerlijcke ende andere erfchijnse die op sommige vanden perceelen voirss staen. Hier mede bedanckten hem die voirgenoemde partijen goeder scheijdinghe ende deijlinghe ende hebben op malcanderen gedaen behoirlijck verticht met rechte. Oircondt van deze hebbe ick Ffrans Geritsz de Coninck, schouteth tot Raemsdonck mijne zegele (dien ick in saecken van partijen zij ge­bruijckende) den derden julij anno xvC 77.

Ende is in deze bovengeschreven deijlinghe voirwaert ende expresselijcken onderspro­ken in enighe voirmelde parceelen, zo wat renthen zo los als erve metten rechte verobligeert zijn sullen malcanderen partijen helpen draghen ende afflegghen.

Die voirgenoemde Jan Beerthen, Jan Andriess, Adriaen Joachims cum suis ende het weeskijnt van Cleijs Berthen moeten tzamen uutreijcken Adriaen Aerts ende Jan Zegers tot behoef Maergriet Berthout Claesdr die somme van xx Rijnsche gl eens verschenen meij anno 77.

Bekenden Adriaen Aerts van Frans Beijens van weghen Volcxken Cleijsdr vol ende geheel betaelt voir haer part.

Die voirnomede Ariaen Joachims cum suis moeten boven dezen noch uutreijcken den selven Adriaen Aerts ende Jan Zegers inden name voirss xvj Rijnsche gulden eens verschenen meij anno 77.

Ende boven allen dezen beloven dese voirnoemde erfgenamen tot een leengoeden den geenen die daer op gedeelt zijn, ten versoecke ende ontfanghe van dien te helpen, elcx pro rato. Ten date als boven.

Fol. 157r.

Transport op datum: 4-7-1577.

Verkoper: Adriaen Janss Vendricht voir hem zelve ende mede vervangende Steven Aertsz, Bastiaen Aerts, sijn swagers ende Anniken Jansdochter, sijnder suster, daer hij hem sterck voir maeckt.

Koper: Damiaen Bartholomeusz.

Betreft verkoop (met ene verleije) van: een stuck lants gelegen op die Kille inden ambacht van Raemsdonck

Belend             noord: halver Vaert.

                        zuid: Donga.

                        oost: Damiaen voirs met zijnen erve.

                        west: Mr. Henrick van Asten cum suis.

Koopsom: 300 rijnsgld.

Te voldoen als volgt: helft op datum koop, andere helft Lichtmis daeraenvolgend.

De helft is voldaan op datum koop. Van de rest geen vermelding.

Fol. 157v.

Transport op datum: 4-7-1577.

Verkoper: Cornelis Gijsbrechts.

Koper: Cornelis Jan Roelen

Betreft verkoop van: een stucxken erfs geleghen aen Vlendonck.

Belend             noord: Watersloot.

                        zuid: halve sloot voor aan Vlendonck daer die willighen op staen.

                        oost: Jan Zegers met zijnen erve.

                        west: Peter Jans de Bont.

Koopsom: 31 Karolusgulden te betalen Lichtmis naestkomende.

Verklaring van voldaan zijn op: 10-2-1578.

Transport op datum: 4-7-1577.

Verkoper: Peeter Dircxen voir hem selven ende mede vervangende Ariaen Diercxen, zijnen broeder ende Lijsken zijnen suster met Bastiaen Beerthen haer twee weeskijnde­ren daer hij hem sterck voir maeckt.

Koper: Damiaen Meeus.

Betreft verkoop van: een stucxken lants geleghen int Rijsbroeck.

Belend             noord: de Vaert.

                        zuid: de Kille

                        oost: die Vaert.

                        west: Damiaen Meus.

Koopsom: voldaan maar niet genoemd.

Fol. 158r.

Transport op datum: 11-7-1577.

Verkoper: Jacob Andriess voir hem selven ende vervangende Sijken Andries, Huijbken Andries, Ariaenken Andries ende Peter Jacobs als man ende voicht van Claesken Andriesdochter, voir welcke comparanten hij hem sterck maickt ende Jacob Cornelis voir hem selven als man ende voicht voir Hilliken Andriesdr. (blijkens quitantie erfgenamen van Andries Adriaens).

Koper: Jacob Raesen.

Betreft verkoop van: een vierendeel in een weer lants geleghen op die Vlaeijkens, bedeelt opten westencant met het ander vierendeel.

Belend             noord: halve Poelsloot.

                        zuid: halve dwersloot voir aen Peer Jan Lemmens erve.

                        oost: Ariaen Peters int selve lant.

                        west: Jacob Raes voirss met zijnen erve.

Koopsom: 15 ponden groten Vlaams.

Te voldoen als volgt: 5 pond gereet, de rest op twee St Jansdagen midzomer achtereen zonder middel vervolgende.

Verklaring van voldaan zijn (=laatste termijn) op: 6-3-1580.

Er is dan voldaan aan: Huijbrecht Cornelis voir hem en voir allen Andries Adriaenss erfgenamen. (Hier is een aparte quitantie van aanwezig).

Fol. 158v.

Transport op datum: 18-7-1577.

Verkoper: Jan Adriaens.

Koper: Dierck Gruijters tot behoeff des rentmeesters vrou (volgens de kop); Dierck Gijsels tot behoeff van die wedue vande rentmeester Jan vanden Berch (volgens de tekst)

Betreft verkoop van: vijff geerden lants gelegen met vier geerden lants bedeelt opten westen kant.

Belend             noord: halver Maese.

                        zuid: Ariaen Tuenisz cooltuijn.

                        oost: Huijbrecht Jans de Bonts wedue met haren erve.

                        west: de wedue voirss selve int selve lant.

Koopsom: betaald, niet genoemd.

Fol. 158v – 159r.

Transport op datum: 25-7-1577.

Verkoper: Ariaen Mathijsz voir hem selven ende mede als voicht van Jan Mathijs zijns bruers weeskijnderen Ariaen Denisz voir hem selven ende Ffrans Gerits den schout uuten naeme van Cornelis Ariaens ende Maerijken Mathijsdr daer hij hem sterck voir maickt.

Koper: Gijsbrecht Zegerss.

Betreft verkoop van:

Belend             noord: straet binnendijcx.

                        zuid: halve Broecxken.

                        oost: Gijsbrecht Zegers selve met zijnen erve.

                        west: dezelve Gijsbrecht cum suis.

Koopsom: 10 ponden grooten Vlaems min 30 stuivers te betalen op twee St Jansdagen achtereen, te beginnen ’77.

Verklaring van voldaan zijn op: 24-9-1578.

Er is dan voldaan aan: Ariaen Mathijss, Ariaen Deniss, Cornelis Adriaenss, Marij Mathijsdr ende Haesken Jan Mathijs weeu.

Hebben oick opten selven dach Ariaen Deniss den schout ende Ariaen Mathijs aff gerekent zo hebben zij bij rekeninghe bevonden dat Ariaen Mathijs met sijnder complicien tzamen ontfangen hebben die somme van xij Lx gulden dat Ariaen Deniss stil heeft gestaen.

Fol. 159v.

Transport op datum: 11-8-1577.

Verkoper: Neltghen Huijbrecht Jansz weeu met Peeter Jansz de Bont, haren gecoren voicht die sij kois metten mondt ende haer die heer gaff metter handt zoal recht was.

Koper: Dierck Gijselsz tot behoeff van die wedue van Jan van den Berch

Betreft verkoop van: vier geerden lants geleghen achter Ariaen Tuenisz, bedeelt opten oosten candt.

Belend             noord: halver Maese.

                        zuid: Ariaen Tuenisz cooltuijn.

                        oost: Stoffel Willemsz cum suis met zijnen erve.

                        west: de rentmeesters wedue selve int selve lant.

Koopsom: betaald, maar niet genoemd.

Fol. 160r.

Transport op datum: 4-9-1577.

Verkoper: Lijsken Jan Wilm Wouters wedue met Dierck Ariaensz, haren gecoren voicht die haer metten recht gegeven was ende Wouter Wilmss als voicht van Jan Wilmss (zijns bruers) weeskijnt ende Peter Diercxen als voicht van Bastiaen Beerten weeskijnderen.

Koper: Frans Dierck Geritsz vanden Berghe.

Betreft verkoop van:

Belend             noord: Adriaen Verkerc (?) goet.

                        zuid: halve Poelsloot.

                        oost: Marijken Jan Andries erfgenamen met haren erve.

                        west: Ariaen Peter Schoenmakers met zijnen consorten.

Koopsom: betaald, niet genoemd.

Transport op datum: 4-9-1577.

Verkoper: Willem Cornelisz.

Koper: Cornelis Petersz, zijnen neve.

Betreft verkoop van: een half ackerken saeijlants min een vierendeel

Belend             noord: Aentghen Jan Mathijs wedue cooltuijn.

                        zuid: het slootghen buijten onder de Diefdijck.

                        oost: erfenisse Peter Clauwaerten ende Ariaen Denisz.

                        west: Jan Peters Crollen.

Koopsom: betaald, maar niet genoemd.

Transport op datum: 4-9-1577.

Verkoper: Cornelis Peeters.

Koper: Ariaen Deniss ende Peter Clauwaerts.

Betreft verkoop van: hetzelfde stuk land als hij hiervoor juist gekocht heeft.

Koopsom: 17 Karolus gulden ende 10 stuivers.

Te voldoen als volgt: 4 gld gereet, de rest mei ’78. De 4 gld worden gelijk betaald, vervolgens staat er:

Bekenden Cornelis Peters van Adriaen Denis hem vol ende geheel betaalt voir zijn portie den iersten penck metten lesten dezen 27e septembris anno 78.

Bekenden Cornelis Peters van Peter Claess (sic!) vol ende geheel betaalt den iersten penck metten lesten, actum den xvije octobris anno 78.

Fol. 160v.

            Erfdeelinghe aengebrocht tusschen die wedue ende erfgenamen van Andries Stoffels, dezen iiije september anno ’77.

Inden iersten die wedue, geloet, gecavelt ende geërfdeelt op die stede geleghen opt hooch veer tussen die erffenisse Tuenis Tueniss Clostermans met zijnen erve geleghen oost ende Peter Sconincx west, streckende van Jan Meeuss erve aff aen ‘tzuijt eijnde noortwaert op ter Donga toe.

Hier jegens die gemeen erfgenamen geloot ende geerfdeelt op een geerd lants geleghen in Aen Eris weer, onbedeelt int half weer opten oosten cant. Streckende vanden halven Geijlsloot aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver Mazen toe, Jan Thijs erfgenamen geleghen oost ende Jan Andries erfgenamen west, met x st. losrenten daer jaerlijcx uut gaende. Met noch op een perceelken erfs, Jacob Fasen west ende Ariaen Peterss int selffde weer west, streckende vanden halven Poelsloot aff zuijtwaert op tot den dwersloot toe aen Peer Jan Lemmens erf. Alzoo groot ende cleijn als haer dat van Andries voirs aenbestorven is.

Dies sal die wedue die erfgenamen hierenboven noch uutreijcken die somme van achtalff ponden groten Vlaams, te betalen op twee St Jansdaghen midsomer achtereen zonder middel vervolgende, waeraff den iersten wezen sal St. Jan anno acht ende tzeventich ende negen ende tzeventich den lesten.

Aldus aengebrocht ende verpeijnt aen ‘tsHeeren handt te onderhouden op een boete van vijftich gouden realen, goet van gout, swaer van gewicht, te gaen nae peijnen recht. Aldus gedaen voir Ariaen Peters, Jan Zegers, Ariaen Aertss ende Ariaen Jansz, waer voren partijen hebben vertegen ende haer bedanckt der goeder deijlinghe.

Fol. 161r.

Transport op datum: 4-9-1577 (eodem anno et die).

Verkoper: Cornelis Diericxz voir hem selven ende Ariaen Jans Reool voir hem selven.

Koper: Jan Stoffelen, Staes Huijben ende Commer Huijbrechts.

Betreft verkoop met (verlije) van: haer gerechticheijt in een geer lants geleghen in Ariaen Andries weer

Belend             noord: halve Geijlsloot.

                        zuid: halve Maze.

                        oost: Jan Mathijs erfgenamen.

                        west: Jan Andries erfgenamen.

Koopsom: niet genoemd.

Transport op datum: 4-9-1577.

Verkoper: Cornelis Diericxz voir hem selven, Jan Stoffelen voir hemselven, Ariaen Jans Reool voir hem selven, Staes Huijben voir hem selven ende Commer Tuenis voir hem selven.

Koper: Jacob Raesen.

Betreft verkoop van: een gerechte vierendeel in stuck lants geleghen op die Vlaeijkens.

Belend             noord: halve Poelsloot.

                        zuid: dwaersloot over de Geijldijck, die voir Aen Peer Jan Lemmens erve leijt.

                        oost: Ariaen Peter Schoenmakers oost.

                        west: Jacob Raes selve int selfde lant.

Koopsom: 10 ponden groten Vlaems te betaelen op twee Sint Jansdaghen midsomer achtereen zonder middel vervolghende. De eerste St. Jan 78.

De eerste betaling op 23-9-78. Bij de tweede en laatste staat geen datum.

Fol. 161v.

NB: De volgende wilcueren houden evenenals de voorgaande 2 transporten verband met de erfdeling daaraan voorafgaande. Zie ook de daarin genoemde uitreiking.

            Tuenghen Peetersdr.; Staes Huijbrechts.

Compareerden Tuentghen die wedue van Andries Stoffelen met Jan Stoffelen, haeren gecoiren voicht ende heeft rechtelijcken geloeft ende verwilcuert zo als recht is schuldich te wezen Staes Huijbrechts achtalff ponden groten Vlaams, te betalen op twee St Jansdaghen, waeraff den iersten wezen ende verschijnen sal St. Jan midsomer anno acht ende tzeventich ende den tweeden anno neghen ende tzeventich onder ‘tverbant van allen haren goeden geen uutgesondert, voir den iersten peninck metten lesten betaelt sal wezen, heemraders als boven.

Desen xjen maij xvC Lxxxiij bekende Staes Huijbrechts desen voirs wilceur vol ende geheel betaelt te wesen den iersten penninck metten lesten in presentie van Frans Gerits, schout, Jan Zegers ende Adriaen Aerts als heemraders met meer andere ende mij present ………

            Staes Huijben, Commer Huijben; Cornelis Diercxs.

Eodem die compareerden Staes Huijbrechts voir hem selven ende Commer Huijbrechts voir hem selven ende hebben rechtelijcken geloeft ende verwilcuert zo als recht is, schuldich te wezen Cornelis Diercxen, haren swager, die somme van een en dertich rijnsche gulden iiij st. te betaelen op twee St. Jansdaghen midsomer achtereen zonder middel vervolgende waer aff den iersten wezen ende verschijnen sal St. Jan anno acht ende tzeventich onder ‘tverbant van alle haren goeden, hebbende ende vercrijgende, geen uutgesondert, voir de iersten penck metten lesten betaelt sal wezen. Heemraders als boven.

Staes Huijben heeft Cornelis Diercxz voir sijn portie betaelt, die helft vande iersten dach ende op den lesten dach gl vijff (sic!) ….

Cornelis Diercxz bekenne hem vol ende geheel van Staes Huijbrechts betaelt te wesen den iersten penck metten lesten, desen xijen meij Lxxxj.

Fol. 162r.

            Erfdeelinghe aengebrocht tusschen die wedue van Commer Tueniss ende haer onmondich weeskijndt verweckt bij den Commer Tueniss voirss. dezen vijen septembris anno xvC.

Inden iersten het weeskijndt, geloot, gecavelt ende geërfdeelt op halff den acker geleghen inden Molenpadt, bedeelt opten oostencandt, streckende van het slootghen buijten over den Diefdijck aff aent zuijden eijnde noirtwaert op tot Aen Beris erve toe oft als den westen acker streckt, met noch die werffkens halff streckende vanden halven Poelsloot aff noirtwaert op totter halver Verscher straet toe. Ffrans Geritss cum suis west ende Bastiaen Aertss cum suis oost. Met noch halff het binnendijcx lant sttreckende vanden werff aff noirtwaert op totten iersten slootghen toe buijten over den dijck bedeelt opten oostencandt, Ariaen Peters Schoenmakers oost ende Dries Ariaens int selve landt west. Met alle gebuerlijcke rechten daer toe behoirende.

Hier jeghens die wedue geloot, gecavelt ende geërfdeelt op halff den acker geleghen inden Molenpadt, bedeelt opten westencandt. Peter Claess cum suis west ende het voirss weeskijndt oost. Streckende van het slootghen buijten over den Diefdijck aff aent zuijden eijnde noirtwaert op tot Aen Beris erve toe. Met noch die Vlaeijkens streckende vander halver Vlaeijkens straet aff noirtwaert op totten halven Poelsloot toe. Jan Ariaen Peters geleghen west ende Gijsbrecht Zegers cum suis oost. Met vier stuivers …. erfgelts die den Heijlighen Geest tot Raemsdonck daer jaerlijcx op heffende is ende alle gebuerlijc­ke rechten mede te onderhouden.

Ende blijft hier noch onbedeelt die stede inden Molenpat, streckende vanden acker aff als boven noirtwaert op ter slootghen toe t’eijnden de werff, Ariaen Peters oost ende Dierck Rutten west. Met noch het gerechte vierendeel in Tuenis Anss steede, Cornelis Tomass oost ende Ariaen Jochems west met noch het gerechte vierendeel in acker inde Hoeve, Wilm Geritss cum suis geleghen noirden ende Lauwereijs Janss zuijden met noch halff die rouwer (=slootje) onbedeelt. Streckende van Joost Baeijens erf aff zuijtwaert op totter Ouder Vaert toe, Beris Cornelis West ende Ariaen Joachims oost. Met noch ses geerden onbedeelt in twelff geerden, Ariaen Peters cum suis oost ende Govaert Everaerts weeu cum suis west.

Aldus aengebrocht voir Ariaen Peters, Ariaen Aertss, Ariaen Janss ende Dierck Ariaenss als heemraders, waer voren partijen hebben verteghen ende bedanckt der goedere schifftinghe ende deijlinghe. Mij aldus condich. Melis Corneliss.

Fol. 162v.

Desen xxiijen septembris anno 77 compareerden Cornelis Wilmss ende heeft hem bedanckt goeder betaelinghen van Bastiaen Diercxen Groeij den iersten penninck metten lesten van het gerechte derdendeel, te weeten zijn portie van alsulcken rentbrieff als hij met zijnder complicien op den voirss Bastiaen Diercxz erven hebbende is, te weeten het gerechte derdendeel van het hootgelt metten vrijgift al affgelost ende afgequeten in presentie vande schout Peter Janss de Bont, Peter Wouterss ende mij present Melis Cornelis.

Transport op datum: 25-9-1577.

Verkoper: Aerdt Mertens.

Koper: Adriaen Claess tot behoeff van Ffrans Dierck Geritss

Betreft verkoop van: een stuck lants geleghen inde Cleijn Donghe

Belend             noord: halve dijcksloot

                        zuid: halve Keen.

                        oost: Sander Tuenisz.

                        west: Frans Diercxz voirss.

Koopsom: niet genoemd.

Desen xijen novembris anno Lxxviij compareerden Steven Aertsz ende Aerdt Mertens ende hebben elcx bijsonder Ffrans Dierck Geritz geconstitueert ende tot eenen onsterfflijcken waerburch gestelt, te weeten Steven Aertz voir die eenhelft een geerd lants in achtalff geerden geleghen inde Donghe, streckende vander halver Keen aff noirtwaert op ter halver Maes toe, Steven Aertz gelegen cum suis oost ende Met Huijben cum suis west, ende Aerdt Mertenss voir d’ander helft stelt oick een geerd lants geleghen int selffde weer, streckende als voiren, Joachim Meeus oost ende Joost Lauwereijss west. Spruijtende dese waerburchtocht vuijt saicke datter niemant vuijt Frans Dircxz voirs erve d’welck hij van Aert Mertens gecoft heeft als boven sal dijcken, straeten maicken oft dinghen eerd hailen, ‘tselfde goet aengaende, oft datter binnen dijcxs teijnden leijt uutgescheijden die gemeijnt.

In de kantlijn:

Bekende Aerdt Mertens hem vol ende geheel betaelt van Ffrans Dircx den iersten penck metten lesten. Actum xijen novembris anno 78. Heemraders Jan Zegers ende Adriaen Aertss Schouten.

Fol. 162v.

Transport op datum: 30-10-1577.

Verkoper: Frans Geritsz den schout als gemachtich van die van Dordrecht, blijckende bij procuratie die hij ons heemraders gethoont heeft.

Koper: Jan Adriaen Gijben tot behoeff van Aentghen Jan Mathijs wedue.

Betreft verkoop van: huijs metten erve.

Belend             noord: halve Molenpatsche straet

                        zuid: Peter Claess ende Adriaen Deniss erve.

                        oost: Aentghen Huijbert Berten wedue.

                        west: Jan Peters Crol.

Koopsom: achthien ponden grooten Vlaams, te betalen in termijnen.

Verklaring van volledig voldaan zijn op: 6-8-1580.

Fol. 163r.

            Testamentum.

Dezen ven novembris anno xvC 77 compareerden voir schout ende heemraders hier ondergeschreven, Dinghen Adriaensdochter met Cornelis Jan Roelen, haren gecoren voicht ende heeft begeerdt dat Anniken Adriaen Versteechs dochter, haer nichte, sal hebben ende behouden voiruut nae haerder doet, die somme van vijfftich Karolus guldens ‘tstuck tot veertich groten gereeckent. Ende dan noch mede te deijlen haer portie ende gerechticheijt van ‘tselffde dat alsdan resteeren sal. Ende dat duer hairen goetwillichen ende getrouwen dienst die zij Dingen haer moeije altijts zonder loon gedaen heeft. Heemraders, Jan Zegerss Adriaen Aertss ende Adriaen Janssen.

Mij aldus condich ende jegenwoordich Melis Cornelis.

Cornelis Janss Roelen bekent die voirs vijfftich Karolus guldens ten vollen ontvangen te hebben van Willem Emmen, desen xviij januarij anno Lxxxj.

Fol. 163v.

Transport op datum: 7-11-1577.

Verkoper: Pauwels Adriaenss als man ende voicht van Peeterken Beert Adriaensdr.

Koper: Peeter Adriaens Sconincx.

Betreft verkoop (met verlije) van: twee geerden lants ende een vierendeel van een geerd lants, geleghen in achthien geerden, bedeelt opten westen candt met Adriaen Gijben.

Belend             noord: halver Maese.

                        zuid: halve Kreecken

                        oost: Jan Beernaertss cum suis int selffde landt

                        west: Jan Ariaen Ghijben met zijnen consoirten.

Koopsom: achtien ponden groten Vlaems vijffthien stuivers te betalen in 3 termijnen.

Na de eerste aanbetaling draagt Pauwels Adriaens de restant vordering ad 14 pond over aan Jan Wouters. Deze wordt voldaan op 7-11-1581.

Fol. 164r.

Transport op datum: 7-11-1577.

Verkoper: Pauwels Adriaens als man ende voicht van Peeterken Beert Aertsdr.

Koper: Michiel Aerts.

Betreft verkoop met een verleije van: een huijs metten erve daer aen behoirende zo groot ende cleijn als Beert Aerts dat gebruijckt ende bezeten heeft, geleghen op het Gat.

Belend             noord: Casteleijnen erve, te weeten twintich roeijen geneffens den elsacker.

                        zuid: halver Kae.

                        oost: Cornelis Diercx Groeij.

                        west: Adriaen Adriaenss alias Casteleijn.

Koopsom: 509 Karolusguldens te betalen op vier Bamisdagen, waarvan de eerste in 1578. Als borg stelt Michiel Aerts, behalve al zijn roerende goederen een acker saeijlants gekomen van Pauwels Diercx.

Idem vuijten desen voirss wilceur heeft Pauwels Adriaensz overgedragen Jan Woutersz die somme van ses ende veertich ponden groiten Vlaems tot ses Karolus guldens ‘tstuck gerekent te betaelen nae vuijt wijsens den wilceur. Actum den xvjen junij anno xvC Lxxx voir heemraden Adriaen Peters ende Adriaen Aertsz.

Jan Wouters bekende desen voirss ten vollen betaelt te wesen op drientwintich ponden groten Vlaems ende twee Karolus guldens nae, blijckende bij sijn eijghen handt gescreven den xxvijen januarij anno Lxxx.

Verder blijkt nergens een finale afrekening! Ook is de wilceur niet doorgehaald.

Fol. 164v.

            Erfdelinghe aengebrocht tusschen Bastiaen Aerts ende Anniken Jansdochter, dezen xjen novembris anno xvC 77.

Inden iersten Bastiaen Aertss geloot, gecavelt ende geerfdeelt op een stuck lants geleghen t’eijnden ‘tLanck Weer. Streckende vanden halven sloot aff die aen die noortzijde vanden Schenckeldijck leijt zuijtwaert op ter halver Kae toe, Brievinck Huijbrechtss cum suis geleghen oostwaert ende Lijsken Diercken dr. cum suis westwaert. Noch die selffde geerfdeelt op een half weer geleghen inde Oirde. Streckende vander halver Kae aff aent noirden eijnde zuijtwaert op ter halver Donga toe, off altijt die gerechte eenhelft vant selfde alst Marijken Jan Andries altijt gebruijckt ende beseten heeft. Noch op sesthien geerden int Leenweer. Streckende vander halver Kreeck aff aent noerden eijnde zuijtwaert op ter Donga toe, alzoo groot ende cleijn alst Marijken Jan Andries altijt gebruijckt ende beseten heeft.

Nu Anniken Jans dr. geloot, gecavelt ende geerfdeelt op die steede, huijsinge ende erfnisse daer aen liggende. Streckende vanden halven Geijlsloot aff aent noirden eijnde zuijtwaert op ter halver Kreeck toe, daer van Adriaen Gijsbrechts geleghen is oost ende Ffrans Gerits cum suis west. Iegelijck met zijn schauwe ende gebuerlijcke rechten daer toe behoirende. Aldus gedaen voir Adriaen Peterss, Adriaen Aertss Schouten ende Adriaen Janss Vendricht, wair voiren partijen hebben vertegen ende hair bedanckt der goeder schiftinghe ende deijlinghe ten date als voiren.

Transport op datum: 13-11-1577.

Verkoper: Pauwels Adriaens als man ende voicht van Peeterken Beert Aertsdr.

Koper: Tuenis Jans van Alphen.

Betreft verkoop (met vrijer gifte behoudens cloostercijns) van: een stuck lants geleghen int Rijsbroeck in een block geheeten die Hoeckampen alzo groot ende cleijn alst Peeterken Beert Aertsdr., zijnder huijsvrouwe altoos gebruijckt, beseeten ende toebehoirt heeft.

Koopsom: 200 Karolus guldens.

Te voldoen als volgt: nu 100 gereet op die veste, de rest St Meerten ierstcomende anno ’78.

Fol. 165r.

Transport op datum: 13-11-1577.

Verkoper: Adriaen Huijbrechts.

Koper: Peter Jans Roscam.

Betreft verkoop (met verleije) van: een huijs metten erve daer aen.

Belend             noord: Jan Mathijs erfgen. erve.

                        zuid: halve Mulenpatsche straet

                        oost: Ariaen Tueniss met zijnen erve

                        west: Adriaen Geritss Muelders wedue

Koopsom: 13 ponden groten Vlaams.

Te voldoen als volgt: op 3 achtereenvolgende St. Jansdagen midsomer, te beginnen St. Jan eerstkomende in ’78.

Adriaen Huijben draagt een deel van deze vordering, te weten 14 Kar. gld over aan Willem Cornelis.

De laatste betaling vindt plaats aan Baetghen Tomas dr. (die ontvangt namens Aen Huijben) op 11-5-1582.

Fol. 165v

Transport op datum: 13-11-1577.

Verkoper: Joachim Claess als voicht van Peter Adriaens weeskijndt.

Koper: Adriaen Peters tot behoeff Aentghen Cornelisdr. (in de wilcuer staat: Adriaen Cornelisdr, misschien is dit fout, misschien is het Aentghen Adriaen Cornelisdr.)

Betreft verkoop van: huijs metten erve daertoe behoirende.

Belend             noord: halve Muelenpatsche straet.

                        zuid: Jan Peeterss boomgaert.

                        oost: Jan Peters voirss.

                        west: Aentghen Jan Mathijs wedue.

Koopsom: 18 ponden groten Vlaams en 3 Karolus gulden, te betaeln op 3 achtereen­vol­gende St. Jansdagen, de eerste St. Jan 1577.

Transport op datum: 13-11-1577.

Verkoper: Adriaen Peterss voir hem selven, Steven Aerts voir hem selven, Bastiaen Aerts voir hem selven ende Adriaens Janss voir hem selven, mede vervangende Anneken Jansdr. sijn suster.

Koper: Jan Cornelis Meliss ende Cornelis Cornelis Meliss.

Betreft verkoop (vrij behoudens cloosters cijns) van: 4 merghen lants, geleghen int Rijsbroeck. (2 mergen voor Adriaen Peterss en 2 mergen voor Steven en Bastiaen Aerts en Adriaens Janss en Anniken sijn suster). Gelegen inde Haickampen, in acht(?) mergen onbedeelt met steginghe ende weginghe van vijfthien luepensaet lants geleghen inde Garenstrick toebehoirende de erfgenamen van Aechtken Wilm Jacobs off nae uutwijsen ende spreecken des coopcedulle daer van zijnde

Belend             noord: Cloosterswater.

                        zuid: Gebuerwech.

                        oost: Gijsbrecht Weijnen tot Alphen met zijnen adherenten.

                        west: ingelanden van Oosterhout.

Koopsom: niet genoemd.

Fol. 166r.

Transport op datum: 13-11-1577.

Verkoper: Adriaen Peterss voir hem selven, Steven Aertss voir hem selven, Bastiaen Aertss voir hem selven, Adriaen Janss voir hem selven ende mede vervangende Anniken Jansdr., zijn suster.

Koper: Peter Mertenss

Betreft verkoop (vrij behoudens cloosters cijns) van: een half weer lants, geleghen int Rijsbroeck, te weten drie merghen in ses mergen onbedeelt na inhout ‘tcloosters chijnsboeck ofte zo groot ende cleijn als zij daer geleghen zijn.

Belend             noord: Gebuer wech.

                        zuid: Donga.

                        oost: Huijbrecht Jacobs wedue cum suis.

                        west: Wilm Janss Snellen.

Koopsom: niet genoemd.

Rentbrieff

            Cornelis Adriaenss, Dierck Adriaenss, Antonis Jacob Reijnen.

Dezen xxen novembris anno xvC 77 compareerden Cornelis Adriaenss voir hem selven ende Dierck Adriaenss voir hem selven ende gaven over met eenen verleije zo als recht is Antonis Jacob Reijnen tot behoeff Marijcken Cornelis Wouterss dr vijff geerden lants geleghen inde Acker, streckende vander Donga aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver Masen toe, Jan Dries erfgenamen met zijnen erve int selve landt oost ende Reijn Jacobsz oick int selve lant west. Ende geloven comparanten voirnoemt Tuenis Jacobsz dit voirs erve te vrijen ende waren naden lantrecht. Dies heeft Antonis Jacobss uuten name van Marijke Cornelis Woutersdr., Cornelis Adriaenss ende Dierck Adriaenss wederom verleden met eenen verlije zo als recht is deze voirss vijff geerden lants te moghen bruijcken ende oirbaren tot hairen profijt, nut ende oirbaer van vijff Karolus guldens ende vijff stuijvers ‘tsiaers te betaelen alle jaren tot kersmisse, anno acht ende tzeventich den iersten te lossen den penninck sesthien, ganckbaer gelt metten verloop daer bij mits voirwairde off Cornelis Adriaenss ende Dierck Adriaenss binnen jaers ofte voir den tijde dat den iersten dach verschijnen sal eenighe penninghen schooten om die voirss rendt aff te quijten, dat die selfde sullen affgetoghen ende gereckent worden nae advenant.

Desen rentbrieff is gelost ende gequeten aen handen van Lauwereijs vanden Kieboom ende Aert Diependaele als erffgenamen van Anniken Jacobs onder den Wijngaerd. Daerom geroijeert den eersten novembris 1616(?)

Fol. 166v.

Rentbrieff                    Govaert Evaerts weeu; Antonis Jacobs Reijnen.

Dezen xxen novembris anno xvC seven ende tzeventich compareerden Joachim Claess als ghereghte bestorven voicht van Govaert Evaerts weeskijderen ende Michiel die wedue vanden voirss Govaert Evaerts met Dirck Adriaenss haren gecoren voicht ende gaven over met eenen verlije zo recht is Antonis Jacob Reijnen tot behoeff van Marijken Cornelis Wouterssdr., vier geerden lants geleghen tusschen die erfnissen Wilm Gerits cum suis met zijnen erve oostwaert ende Adriaen Adriaenss int selve lant met zijnen consorten westwaert. Streckende vander halver Muelenpatsche straet aff noirtwaert op ter halver Masen toe. Ende geloefde deze voirss vier geerden lants te vrijen ende te waren naden lantrecht. Dies heeft Antonis Jacobs, Joachim Claess ende die wedue met haren gecoren voicht wederom verleden met een verlije zo recht is die bruijckweer ende beternis vanden voirs vier geerden lants om twee Philips guldens ‘tsiaers te betaelen alle jaren tot St. Andries anno acht ende tzeventich, den iersten te lossen den penninck xvj ganckbair gelt metten verschenen pachten dair bij mits voirwaerde ofte comparanten voirnoemt dese voirss twee Philips guldens binnen jaers losten ofte aflaeijde dat zij vanden wijnst vandeze selven jaere quijt ende vrij sullen wezen.

Rentbrieff                    Adriaen Adriaenss; Antonis Jacobs Reijnen.

Vrijgift              Dezen xxen novembris anno 77 compareerden Adriaen Adriaenss den jonghen ende gaff over met vrijer giften zo recht is Tuenis Jacobss Reijnen tot behoeff Marijken Cornelis Wouterss dr., een geerd lants geleghen in Bacx weer onbedeelt. Wilm Geritss cum suis geleghen oost ende Adriaen Jans Leeuwerckeneijck west. Streckende van Adriaen Adriaenss voirs erve aff noirtwaert op ter halver Maese toe. Ende geloefde te vrijen ende te waren van schot, lot, croongelt tot dezen iegenwoordighen dage toe. Dies heeft Antonis Jacobs uuten name van Marijke Cornelisdr voirss, Adriaen Adriaens wederom verleden deze gerd lants te moghen bruijcken ende besighen om vijfentwintich stuijvers ‘tsiaers, te betalen alle jaren St. Andries dach anno acht ende tzeventich den iersten te lossen den pennick sesthien ganckbaer gelts, mits voirwaerden off Adriaen voirss deze vijffentwintich st. tsiaers lossen tusschen dit ende St Jansmisse ierstcomen­de dat hij vanden winst quijt ende vrij sal weezen. Noch isser expresselijcken ondersprocken off int affleggen ende betalen eenighe partijen daer in geoirsaeckt sijnde haer contingent, portie ende deel niet bij en leende dat die costen daer daer om gedaen sullen vallen ende tot achterdeel wesen vanden geenen daer die schade duer coempt. Mitsgaeders geloven oick parthijen in het voirss weer lants ofte renthe daer dese gift aff spruijt, gericht ofte georsaickt sijnde den voirss Adriaen Adriaenss dese voirss rendt aff te legghen ende hem altijts daer costeloos ende schadeloos aff te houden, behoudelijcken zijn contingent, wandt hij deze zijne voirss geerd tot eenen hijpoteque voir haer allen stelt. Al sonder argelist, gedaen aldus ten date als boven, coram heemraders Jan Zegerss, Adriaen Janss ende Dierick Adriaenss.

In de kantlijn:

Idem desen brieff van xxv st. ‘tsiaers hoewel hij deur gedan ende gedoot is moet nochtans jaerlijcx betaelt worden want hij geannulleert is onwetende meijnende te zijne den bovenge­schreven brieff van twee Philips gulden ……. Peeterss ….. bekent van Willem Buijssen ende derft  (?) gulden van Margriet Cornelis Ariaen Ariaenss de Jongen huijsvrou cappitael metten intreste van desen ten vollen ende al betaelt te wesen. Actum den ven julij 1617. Quod attestoir Cornelis Melis secretaris.

Fol. 167r.

Transport op datum: 11-12-1577.

Verkoper: Zeger Henricx voir hem selven ende mede als voicht van Bastiaen Aertss weeskijnderen, Adriaen Janss Vendricht voir hem selven ende mede als toesiender vander voirscreven kijnderen. Iegelijck zijn portie, besterff ende gerechticheijt inde te verkopen stede metten erve.

Koper: Sebastiaen Aerts.

Betreft verkoop van: een huijs metten erve zo groot ende cleijn als Marijken Henrick Adriaenss wedue zaligher dit altijt gebruickt ende bezeten heeft,

Belend             noord: Zeger Henricx voirss erve.

                        zuid: halve Poelsloot.

                        oost: Adriaen Janss Reool.

                        west: Meeus Adriaen cum suis.

Koopsom: 300 Karolus guldens (Zeger Henricx en Adriaen Janss Vendricht ieder de helft), te betalen op 4 Bamisdagen, waarvan de eerste 1576 (reeds verlopen dus), plus nog 40 ponden groten Vlaams aan het eind van de periode.

Verklaring van volledig voldaan zijn op: 3-2-1580.

Op een los briefje:

Ick Jan Petersz Crollen kenne ende lijde mits deze mijnder quitantie ten vollen ende al betaelt te wezen van Melis Cornelis, den iersten penninck metten lesten van alsulcken half huijs ende erve daer aen staende ende gelegen inden Meulenpat als hij ten anderen tijde van mij gecoft heeft voir die somme van twee hondert sessenvijftich rijnsgulden. Alles nae inhoudt den wilceur die den voirss Melis Cornelis in date den xvjen aprilis 78 mij daer van verleden heeft d’welcken ick begere mits dezen geannuleert, gedoot ende deurgedaen te worden voir hem ende zijnen naecomelinghen. Oircondens mijn eijghen handtmerck hier onder tot vasticheijt gestelt opten iiijen octobris anno xvC Lxxxiiij. Dits Jan Petersz      handtmerck.

Fol. 167v.

            Bastiaen Aertss; Zeger Henricxs; Adriaen Janss.

Compareerden Bastiaen Aertss ende Zeger Henricxs als gerechte bestorven voicht van Bastiaen Aertss weeskijnderen ende Adriaen Janss als toesiender ende zijn tzamen minnelijcken veraccordeert. Dat is te weten dat Bastiaen Aertss zijnde weeskijnderen uutreijcken sal over vier jaren nae date van dezen die somme van hondert Karolus gulden eens ter cause vanden coop vanden huijse daer Marij Henrick Adriaens wedue uut gestorven is. Ende ist dat Bastiaen ten daghe voirss niet en betaelt, dat hij die penninghen mach onderpanden, den penninck veerthien. Is oick voirwaert off Bastiaen voirss eenighe honten, ‘tzij willich oft els, vanden voirs steede uutroeijde dat hij die plaets wederom met jonghe willighen oft els sal beplanten. Heemraders als voren en daten als voren.

Rentbrieff                   Gijsbrecht Henricksz gaff over metter eenen verleije als recht is Antonis Jacobss Reijnen een stuck lants geheten De Heuvel, geleghen in Engelant tusschen die erfnissen Jan Joost Neelen cum suis oostwaert ende Schuerman westwaert, streckende vander halver brantwetering aff zuijtwaert op ten halven Gadt toe. Te vrijen ende te waren naden lantrecht, om vijff schelling tsiaers te betaelen alle jaren op kersavont anno acht ende tzeventich den iersten te lossen den penninck sesthien. Heemraders Jan Zegers, Adriaen Aerts ende Adriaen Jans Vendricht. Actum als boven.

            Brievinck Huijbrecht, Rub Jans, Emmen Rossoms.

Eodem die compareerden Brievinck Huijbrecht ende gaff over met vrijer giften zo als recht is Rubben Jans ende Emmen Rossoms, zijn portie ende gerechticheijt in een stuck lants geleghen in Engelant, geheeten Schuermans lant, alzo veel ende luttel, groot ende cleijn als hij ‘tselffde van Dierck Adriaen Rover gecocht ende ontfangen heeft, geleghen tusschen die erfnissen als voirss staet. Ende geloevet ‘tzelffde te vrijen ende waren naden lantrecht, heemraden als voren.

Eodem die hebben Rubben Jans ende Emmen Rossoms over haer genoemen alsulcken wilceur als Brievinck Huijbrecht ten anderen tijde Dierck Adriaens Rover verleden heeft. Ende geloven den voirss Brievinck Huijbrechts daer van te indempneren, costeloos ende schadeloos altijt daer van te houdene. Aldus gedan voir heemraders Jan Zegers, Adriaen Aerts ende Adriaen Jans Vendricht.

Fol. 168r.

            Erffdelinghe tusschen Peeter Claess ende Ariaen Deniss van Baeijen Mathijs acker geleghen achter Aentghen Jan Mathijs weeu.

Inden iersten Peeter Claess geerfdeelt opten oostencandt naest Commer Tuenis acker ende Ariaen Deniss opten westen cant naast Jan Peters Crol. Ende is voirwaerde dat Adriaen Deniss sal altijt, nu ende ten eewijghen daghe die straet ende den Dieffdijck teijnden den voirss acker onderhouden ende maicken zonder Peeters voirss last ende cost. Ende sal noch uut moeten reijcken nu tot meij eerstcomende den selven Peeter Claess een pondt Vlaams. Dies zal Ariaen voirss altijt hebben eewelijck ende erlijck Peeter Claess gerechticheijt int buijtendijcx lant teijnden den voirss acker. Gedan dezen xjen decembris anno 77. Heemraders Jan Zegers ende Adriaen Aerts.

Desen xviije augusti anno 78 bekenden Peter Claes dit voirs pont Vlaams dat Adriaen Deniss vuijt most reijcken vol ende geheel betaelt te wesen.

            Rekeninghe van Joachim Claess als toesiender van Aenghen Beert Ger­brandtsdr. ter presentie van van Adriaen Adriaenss Casteleijn als gerechte bestorven voicht.

Is deze rekeninghe gepasseerdt ende van schout ende heemraders ondergescreven gelandeert ende van volder weerden gehouden ende is den ontfanck ende uutgeeff jeghens malcanderen affgerekent tot dezen ieghenwoirdighen daghe toe. Zo is bij rekeninghe gevonden dat den uutgeef meerder is dan den ontfanc die somme van vierendertich Karolus guldens ende vierdalven stuijver. Coram heemraders Jan Zegers ende Adriaen Aerts. Dezen xjen decembris anno 77.

Fol. 168v

Transport op datum: 18-1-1578.

Verkoper: Ariaen Ariaens van Gils.

Koper: Jan Meeus Janss.

Betreft verkoop van: 9 geerden lants min een vierendeel, onbedeelt opten oostencandt, gelegen int Muelenweer in achtiendalve (=172) geerde.

Belend             noord: iersten sloot aan die noortzijde vande hootdijc aen die kercke

                        zuid: halver Kreecken.

                        oost: vicarissen met den kerckdijck.

                        west: Ariaen Gerits van Boemel c.s.

Koopsom: niet genoemd.

Transport op datum: 18-1-1578.

Verkoper: Ariaen Ariaens van Gils.

Koper: Jan Meeus Janss.

Betreft verkoop van: een stuck lants achter den Diefdijck.

Belend             noord: halven sloot buijten den Diefdijck aan het zuijdeneinde.

                        zuid: halver Kreecken.

                        oost: Ariaen Ariaenss Leuskijndt c.s.

                        west: Frans Gerits den schout c.s.

Koopsom: niet genoemd.

Fol. 169r. NB: de volgende acte lijkt sterk op de voor voorgaande, maar is geheel doorgehaald.

Transport op datum: 18-1-1578.

Verkoper: Ariaen Ariaens van Gils.

Koper: Cornelis Govaertss, Peter Meeus te Hulten.

Betreft verkoop van: 9 geerden lants min een vierendeel, geleghen int Leech Veen onbedeelt opten oostencandt, gelegen int Muelenweer, zoals Cornelis Govaerts voirss langhen tijt in huren gehadt heeft, onbegrepen der mate.

Belend             noord: halver Kreecken.

                        zuid: ouder Donga.

                        oost: vicarissenlant.

                        west: Ariaen Aerts (doorgehaald: Ariaen Gerits van Boemel) c.s.

Koopsom: niet genoemd.

Transport op datum: 18-1-1578.

Verkoper: Ariaen Ariaens van Gils.

Koper: Thijs Jan Giele (=Mathijs Jan Michielss).

Betreft verkoop (met eenen verlije) van: een half weer lants achter Jan Peeterss Crol.

Belend             noord: iersten sloot buijten den dijck.

                        zuid: halven Peerboom.

                        oost: Ariaen Ariaenss Casteleijn c.s.

                        west: Ariaen Gerits Muelders wedue int selfde lant.

Koopsom: niet genoemd.

Ende alzo op dit voirss erve vijff Rijnsche gulden metten recht verobligeert zijn, transporteert Ariaen Ariaenss voirss Mathijs Jan Gieless wederom eenen brieff van vijff Rijnsche gulden, welcke brieven beijde zijn te lossen de penninck vijfthien ofte in zo verde zij anders worden bevonden sal den vercoper Mathijs Jans bijlegghen. Ende voirts sal Mathijs Jan Gieless onderhouden alle gebuerlijcke rechten als recht is. Heemraders als boven.

Fol. 169v. (NB: zelfde acte als de doorgehaalde boven aan 169r).

Transport op datum: 18-1-1578.

Verkoper: Ariaen Ariaens van Gils.

Koper: Cornelis Govaert Peter Meeus.

Betreft verkoop van: een perceel lants, geleghen int Leech Veen in een weer lants geheeten het Meulenweer, onbedeelt int half weer opten oostencandt min noch meer als den selven Cornelis Govaert Peeter Meeus langhen tijt in hueren gehadt heeft. onbegrepen der maten.

Belend             noord: halver Kreecken.

                        zuid: Donga.

                        oost: vicarissenlant.

                        west: Ariaen Aerts c.s.

Koopsom: niet genoemd.

Eodem anno et die heeft Ariaen Ariaenss van Gils voirss(?) presentatie gedaen die voirss comparanten namelijck Jan Meeus ende Mathijs Jan Michielss ende Cornelis Govaert Peter Meeus voirss te giften ende eijgendom te geven inde voirscreven perceelen zijn nae uutwijsen zijnder coopcedulle ende weijgerlijck zijn zijn (sic) gevallen. Coram heemraders Ariaen Peter Schoenmakers, Ariaen Aerts Schouten ende mij present geheel(?) den heemraet voirss viij2 st tot eenen helen penninck.

Fol. 170r.

Transport op datum: 27-1-1578.

Verkoper: Jan Ariaens van Gestel voir hem selven, Peeter Ariaenss voir hem selven, Joost Adriaenss voir hem selven ende mede alle drie vervangende Jenniken Ariaen Jan van Gastel huijsfrouw haer moeder.

Koper: Jan Jan Gieliss.

Betreft verkoop (met verlije) van: een stuck lants geleghen inde Oirde te weeten Jan Ariaens van Gestel die gerechthe eenhelft int voirss stuck erfs ende voirts die ander helft daer van geeftven comparanten van weghen haer moeder voirss die helft ende die hander helft vanden voirss half stuck lants geven comparanten tzamen over hair portie, besterff ende gerechtiche­ijt. (sic! mij is het ook niet geheel duidelijk, GAvS)

Belend             noord: Kae.

                        zuid: Ouder Dongha

                        oost: Merten Wagemakers met zijnen erve cum suis.

                        west: Jan Jan Gieliss met zijnen consorten.

Koopsom: niet genoemd; wel genoemd: met vier Karolus gulden tsiaers losrenten die den cooper tot zijnen last hout ende voirt met allen anderen gebuer rechten die daer metten recht toe behoiren, alzo groot ende cleijn als zij (verkopers) dat ten anderen tijden van Matijs Otgens ontfangen hebben.

Waerburchtocht

Eodem anno et die compareerden Mechelt, wedue wijlen Govaert Evaertss met Dirck Adriaenss, hairen gecoren voicht ende Joachim Claess den gerechten bestorven voicht van Govaert Evaertss twee onmondighe weeskijnderen ende hebben rechtelijcken geloeft Goetschalck Diercxss ende zijnen nacomelinghen altijts, nu ende ten eewichen daghen te indempneeren, costeloos ende schadeloos te ontheffene van alsulcke erfchijns als Gielis Mathijss op zijn erve heffende is, daer Govaert Evaerts ende Vas Wouters saligher enighe (onleesbaar, vlek) geworden zijn, bedraghende jaerlijcx iiij st. een oirt ofte zomen dit noch minder gerekenen(?) mach voir zijnen waerburchtocht. Ende is hiermede die waerburchtocht van Govaert Evartss weghen den viij februarij anno Lxxij gepasseert doot ende te niet mits voirwaerden dat sij comparanten voirss gehouden zijn van stonden aen Goetschalck Diercxs te restitueeren zekere uutgeleijde penningen aen oncosten gelaeten, bedraegende die somme van sesthien st. eenen halven braspenninck, gedaen ter presentie den schout Bertelomeeus Adriaenss ende Adriaen Aertss.

Fol. 170v.

Testamentum Peeter Jans de Bont ende Anniken zijn huijsvrou.

Dezen ven februarij anno xvC acht ende zeventich compareerden voir schout ende heemraders ondergescreven Peeter Janss de Bont ende Anniken Cornelis dochter sijnder huijsvrouwe met Melis Corneliss haeren gecoren voicht die zij kois metten mondt ende hair die heet gaff metter handt als recht was. Beijde op gaende beenen, gesondt van lichame ende volcoemen van verstande. Ende hebben malcanderen met hairen vrijen eijghen wille ende rijpe deliberatie van rade getransporteert ende in forma van testamente over ende weder over gegeven, gegundt ende gemaickt, geven, gunnen ende maicken mits dezen den lancxten van hem beijden int leeven blijvende, allen hairen goederen zo have als erve, hebbende ende vercrijghende, schult met weerschult, huijsraet ende imboel, niet uutgesondert ende daer mede te roere haren vrijen eijghen wille tot sustentatie haers levens sonder toesegghen van iemanden. Mits voirwairden oft gebuerden dat Anniken Cornelisdr. ierst afflijvich werden ende Peeter Janss wederom houwelijck dede ‘tzij oft hij willighe oiren procreert oft niet, zo is geconditio­neert ende expresselijcken ondersproicken dat Peeter Janss die goederen niet en sal moghen veraliemee­ren, verhantplichten, noch verminderen, mair genieten alleenlijcken daer van die bruijckweer ende affbladinghe van gelijcken oick en zal Anniken voirs die erfgoederen moghen veralueren in zo verde zij lancste sal leeve ende houwelijck doet. Dies zo sullen die erfgenamen van Anniken Cornelisdr naer haer doot moghen van stonden aen hailen haire cleederen ende ornamenten tot hairen lijve toebehoirende. Ende naeder lester doot van hem beijden sullen alle die resterende goederen succederen, erven ende besterven aen die rechte lienie, volghende ‘tzuijthollantsche recht. Willen ende begeeren dairomme testatoeurs voirnoemt dat dit hair iegenwoirdich testament ende uutersten wille sal worden gehouden voir goet, vast ende van volder weerden als donatie ende municipael vel ad pras causas gelijck dat volcomelijc sijn effect behoirt te sorteren, alwaert oick datter eenighe clausulen ofte puncten naden geestelijcken recht meer inne behoirden te wezen dan voirss staet oft datter oick eenighe solemniteijt van gescreven rechten vergeeten oft versuijmpt mochte wezen van zij verclarent selffde te zijne hairen uutersten wille alle argelist uutgescheijden. Heemraders Adriaen Peterss ende Adriaen Aertss.

Fol. 171r.

Transport op datum: 1-2-1578.

Verkoper: Cornelis Adriaenss van Gils.

Koper: Gijsbrecht Weijnen tot Alphen.

Betreft verkoop van: een vierendeel in een weer lants onbedeelt int halff weer opten oostencandt.

Belend             noord: halver Maes.

                        zuid: iersten dwersloot, noort vanden Hootdijk.

                        oost: Ariaen Ariaenss Casteleijn cs met zijnen erve.

                        west: Willem Geritss c.s.

Koopsom: niet genoemd. Wel de volgende voorwaarde:

Mits voirwaerde dat Gijsbrecht Weijnen altijts zuijtwaert op ter Heerstraten toe over het voirss weer lants zowel binnen al buijten sal steghen ende weghen, nu ende ten eewighen daghen.

Transport op datum: 1-2-1578.

Verkoper: Cornelis Adriaenss van Gils.

Koper: Gijsbrecht Weijnen tot Alphen.

Betreft verkoop (met verlije) van: een perceel lants geleghen int Leech Veen, gemeen met Jan Janss vander Nouwelijn weeskijnt, min noch meer als hij daer in gericht is ende hem aenbestorven nae die doot van zijn vader.

Belend             noord: halver Kreek.

                        zuid: Donga.

                        oost: Frans Geerts Conninck c.s.

                        west: Vicarissen.

Koopsom: niet genoemd.

Fol. 171v.

Dezen xijen februarij anno xvC 78 bekenden Ariaen Tueniss van weeghen Peeter Janss de Vet ontfangen te hebben uut handen die wedue Jan vanden Berch, rentmeester saliger, die somme van vier ponden groten Vlaems ter causen van sekere beleende penninghe die Joachim Aerts ten anderen tijde beleent heeft op een stuck lants geleghen int Leech Veen ende noch uut handen van Beris Cornelis die somme van vier ponden groten Vlaams die Beris Cornelis voirss voir Cornelis Tomass schiet ende betaelt oick ter cause van sekere beleende penningen die Tomas Cornelis hier voirmals beleent heeft op een stuck lants oick geleghen int Leech Veen int selfde lant. Actum als boven mij present Melis Corneliss.

Transport op datum: 19-2-1578.

Verkoper: Govaert Peeterss van Bavel, Jan Adriaenss van Gils ende Deonijs (=Nijs) Adriaenss, zijnen broeder.

Koper: Pauwels Jan Pauwelss opden Haensberch.

Betreft verkoop van: 15 geerden lants oft alzo groot ende cleijn, veel ofte luttel, als zij comparanten voirss daer inne gericht zijn, onbegrepen der maeten, te weeten Govaert Peeterss voirss die gerechte eenhelft ende Jan Adriaenss ende Denijs Adriaenss tzamen die anderhelft, geleghen dit voirss stuck erfs int Leech Veen.

Belend             noord: dwersloot die aent zuijden eijnde vande Bancken leijt.

                        zuid: Dongha

                        oost: Antonis Anss.

                        west: Adriaen Peterss c.s.

Koopsom: niet genoemd.

Fol. 172r.

Transport op datum: 19-2-1578.

Verkoper: Joost Zegerss.

Koper: Rubben Janss ende Jan Lauwereijss.

Betreft verkoop (met verlije) van: een stuck erfs op die Kille.

Belend             noord: Joost Zegerss voirss. goet ende erve.

                        zuid: drie block lencken vande halve vaert.

                        oost: Peter Adriaen Gijben erfgenamen met hairen consorten.

                        west: Peter Merten Staps met zijnen erve.

Koopsom: niet genoemd. Wel:

Mits voirwaerden dat Rubben Janss ende Jan Lauwereijss nu ende ten eeuwighen daghe noirtwaert op ter Heerstraten toe indien het noot zij altijts ter minster schaij sullen steghen ende weghen.

Fol. 172v.

Transport op datum: 26-2-1578.

Verkoper: Adriaen Joachimss.

Koper: Henrick Tueniss ende Govaert Joosten tot behoeff van Tuenis Sijmonss van Son wonende tot Alphen (hairen vader).

Betreft verkoop van: behalve ‘tcloosters chijns sijns rechts, anderhalve merghen lants ofte zo groot ende cleijn als Adriaen Joachimss voirss daer inne gericht is, onbegrepen der maeten, gelegen int Rijsbroeck inde Hoeckampen.

Belend             noord: ‘tcloosters water.

                        zuid: de wech.

                        oost: de wech voirss.

                        west: Bastiaen Corneliss ende Cornelis Corneliss met hairen consorten

Koopsom: 280 Karolus guldens.

Te voldoen als volgt: 100 op de gifte en de rest Lichtmis ’79.

Verklaring van voldaan zijn op: 4-6-1612 (!)

Er is dan voldaan aan: Jan Hendricxz als man ende voicht van Peterken Adriaen Joachims­dochter. (secretaris is inmiddels Cornelis Melisz, de zoon van Melis Cornelisz).

Fol. 173r.

            Copie vuijten registere autenijcke der schepenen in Baerl ‘tslants van Breda.

Wij Joost Henricxss van Gils ende Henrick Janss de Jagere, schepenen in Baerl ‘tslants van Breda oirconden dat voir ons quamen Mechelt Henrick Cornelis van Eijntsdr. wettige huijsvrouwe Adriaen Adriaenss vander Corput met Gorissen Peter Antoniss hairen soene van hairen ijersten houwelijcke, hueren voicht, hair met consente van hairen man voirss tot dezer saicken met recht gegeven, ter eenre, ende de voirgenoem­de Adriaen Adriaenss vander Corput ter anre zijden, kennen ende lijden dat sij hem ende haire naecomelinghen sonderlinge wel ende wettelijcke bij manieren van scheijdinghe ende deijlinghe geaccordeert zijn van ende aengaende die erffgoeden hier nae gespecificeert.

Te weetene dat die voirgenoemde Mechelt Henrick Cornelis van Eijntsdr. ende hare nacomelinghen nae huer sullen volghen het gedeelte ende pairte d’welck dat de vorgenoemde Adriaen Ariaenss vander Corput jegens die kijnderen Peeter Antoniss Jan Peeter Michiels ende inde steede alle die erfnisse met hair toebehoirten tot Bairle ende tot Cleijn Bedaff geleghen met noch sekere stuck erfs, geheeten ‘tGurken daer ontrent geleghen, met een stuck erfs moer tot Bedaff geleghen met noch een stuck erfs geleghen tot Raemsdonck in Engelandt geheeten die grintbedden comende noirtwaert op aenden hof vanden huijse aldaer getimmert sijnde, met noch alsulcken fogpachten(?) ende chijnsen bijden voirgenoemde Adriaen vanden Corput vander voirss steede ende erfnisse gelost ende gequeten.

Tegens welcke goeden voirss den voirgenoemden Adriaen vander Corput ende zijnen nacomelinghen sullen volghen ‘tvoirss getimmert huijs met andere erfnissen tot Raemsdonck geleghen. Ende sullen schoten ende lasten opde voirs goeden tot Raemsdonck geleghen comende, gehouden zijn tzamen te draghen, te weten Mechelt voirss ende huere nacomeling­hen d’een derdendeel ende Adriaen vander Corput ende zijnen nacomelinghen die twee derdendeel. Ende die voirss Adriaen vander Corput sal sijn leven lanck gedurende zijn gebruijck inde timmercamere vanden huijse houden ende oick zijn notruft vande borninghe int moer tot Bedaff voirss moghen halen ende dezen achtervolgende. Ende hebben die voirss comparanten verticht gedaen ende verthijen mits dezen met behoirlijcke renunciatie voir hem ende haren nacomelinghen d’een op des anders gedeelte vanden goeden boven gespecificeert, nu ende ten eewighen daghen, om nimmermeer brueder daer nae te thalen in enigher manieren, sonder argelist. Actum den sevensten meert anno xvC Lxxvj. Aldus getransfereert ende overgesedt bij Meeus Adriaenss, Adriaen Peterss, Adriaen Aertss als heemraders bij mij gesworen clerck Melis Corneliss.

Gecollationeert aent registere auctentijck ende bevonden accorderende bij Goetschalck van Gils.

Fol. 173v.

Transport op datum: 5-3-’78

Verkoper: Dingeman Henrick Damen als gerechte voicht Jan Adriaen Wouter Sprangers die selve present is.

Koper: Damiaen Meeuss.

Betreft verkoop van: een vierendel in een weer lants geleghen inde Oirde, te weten in Rijck Emmen lant, onbedeelt.

Belend             noord: Kae.

                        zuid: Donga.

                        oost: Jan Lauwereijs.

                        west: Lenaert Huijben weeu.

Koopsom: (staat op fol. 174r ná de volgende tekst) 15 pond groten Vlaams te betalen Lichtmis 1578. Tot borg voor de verkoper stelt zich Jan Meeuss, wonende te Rijen. Damiaen stelt daarom dit erve in handen van Jan Meeuss.

Transport op datum: 5-3-1578.

Verkoper: Tuenis Cornelis voir hem selven, Jan Matheeuss voir hem selven ende mede vervangende Peeter Bernaertss sijnen swager ende Servaes Janss als voicht van sijn weeskijnt, verweckt bij Lijnken Bernaertdr, zijnder huijsvrouwe was.

Koper: Gerit Andriess.

Betreft verkoop van: een vierendeel min een sestiendendeel int halff weer in een stuck lants, geheeten Schuermanslant, gelegen in Engelant, zo groot ende cleijn, veel ende luttel als zij comparanten daer inne gericht zijn ende aengecoemen is nae die doot van Sijken Jan Willem Wouters weeskijnt, mits conditie dat Geerit Andriess daer jaerlijcx uut sal blijven gelden drie stuivers erflijck die die kercke oft Heijlighen Geest van Raemsdonck heffende is.

Belendingen niet genoemd.

Koopsom: 16 ponden groten Vlaams en 2 Karolus gulden vrij geld, te betalen op 2 Lichtmisdagen.

Verklaring van volledig voldaan zijn op: 21-11-1579.

Er is dan voldaan aan: verkopers. Faes Janss treedt hier op voir hemzelven ende voir Lijnken sijn dochter. (Kennelijk heet zowel zijn overleden vrouw als zijn dochter Lijnken òf maakt de schrijver een vergissing?)

Fol. 174r.

Eodem die heeft Gijsbrecht Henrickxss hem selven geconstitueert ende tot burge gestelt Antonis Cornelis dat Antonis voirss gegift ende gevest sal worden van Gerit Andriess in drie geerden lants ende een half vierendeel geleghen in Groot Waspijck ende den halven braspenninck daer van uutgaende aff gedaen te worden ende noch twee blancken affgedaen te worden die den Heijlighen Geest tot Raemsdonck jaerlijcx heffende is op eenen halven acker saeijlants die Tuenis Cornelis van Gerit Andries gecocht heeft ende noch dat den wilceur vanden voirss acker gelegen in xj2 hoeve die Tuenis Cornelis, Gerit Andriess ten anderen tijde verleden heeft uutgedaen ende gedoijt sal worden. Heemraders als voiren.

Fol. 174v.

            Rekeninge van Willem Geritsz ende Wijt Wouterss als voicht van Wilm Geritss weeskijnt.

Die rekeninghe tusschen Wilem Geritz als vader van zijn weeskijnt ende Wijt Wouterss als gerechte bestorven voicht is gepasseert ende gelaudeert (=geprezen) van schout ende heemraders ondergescreven van allet geene zij comparanten voirss tot dezen dage toe van weghen ‘tkijnt voirs gehandelt hebben. Zo is bij rekeninghe bevonden dat Willem Geritss noch het kijnt uut moet reijcken twee Kar. gulden xij st. ende drie blanken ende Wijt Wouters van het kijnt voirss noch coemt acht stuivers eenen halven. Aldus gepassert bij heemraders Adriaen Peterss, Adriaen Aertss ende Adriaen Janss Vendricht. Ende is hiermede al aff gereeckent ende alle commercausen doot ende te niet ende die vijftich Karolus guldens die ‘tkijnt voirss Adriaen Geritss saliger schuldich was van ‘thuijs inden Muelenpat die sijn af gerekent jegens den acker die Willem voirss van Wijt Wouterss als voicht ende den schout als oppervoicht, gecocht heeft. Actum desen ven meert anno xvC acht ende tzeventich.

Den heemraet boven gecreven kent dat alsulcken goederen als Bauwen Joosten van Jan Bernaerss gecocht heeft, gelegen in Groot Waspijck, drie sondaechse geboden in volder kerken gehadt heeft, waer aff den lesten geweest is den tweeden meert anno acht ende tzeventich ende dat zij niet gestoort en zijn geweest. Actum als boven.

Fol. 175r.

            Peeter Jacobsz renuntieert vande vochdie van Tuenis Goris Michielss weeskijnt.

Desen vjen meert anno xvC acht ende tzeventich compareerden Peter Jacob Peterss als gerechte bestorven voicht van Tuenis Goris Michielss weeskijnt, verweckt bij Metgen Sijmonsdr, sijnder wettighe huijsvrouwe was ende heeft voirden schout ende heemraders ondergescreven verticht gedaen ende verthijt mits dezen met behoirlijcke renuntiatie voir hem ende zijnen naecomelinghen vande voichdie vanden voirss weeskijnt als int ontfangen ende uutgeven ende voirts in als wat hem nade doot vanden voirss kijnde soude moghen succederen ende aencoemen naden Zuijthollantschen recht. Dies zo geloeft Tuenis Goris Michielss als natuerlijcke vader vanden voirss achtergelaten weeskijnt sijne voirss kijnde te alimenteren in cost ende dranck ende t’onderhouden in cleeden in reeden zo lijnden als wullen, schoeijen ende cousen, sieck ende gesont, geen tijt van pericle uutgesondert ende oick mede ter scholen te stellen als eenen goeden vader sijnen kijnde schuldich is te doene.

Is geconditioneert ende wel expresselijcken ondersproicken alzo Peter Jacobz renuntieert vande voichdije ende van ‘tgene hem vanden voirss kijnde soude moghen succederen dit voirss kijnt oft iemant van zijnen twegen na zijn doot oick niet en sullen deijlen noch genieten. Datum als boven, coram heemraders ende getuijghen daer toe gerequireert ende mij present Melis Cornelis.

Heemraders: Adriaen Peterss, Meeus Adriaenss, Jan Zegerss, Adriaen Aertss, Adriaen Janss ende Dierck Adriaenss.

Fol. 175v.

            Wilceur. Adriaen Peeterss, Jaspar Reumerss.

Desen xijen meert anno acht ende tzeventich compareerden Adriaen Peter Schoenmaic­kers ende heeft gelooft ende verwilceurt schuldich te wezen Jaspar Ruemerss, die somme van twintich ponden grooten Vlaams min veertich st. eens, te betaelen op twee Sinterclaes daghen achtereen vervolghende, waer aff den iersten wezen sal St. Claesdach anno acht ende tzeventich onder ‘tverbant van allen sijnen goederen, geen uutgesondert, welcke penningen spruijtende sijn ter causen van sekeren rentbrieven die op Ariaen Peeterss erve verhijpote­queert staen ende bijden troubel (alzo Jaspaer seijt) verbrant ende verloren zijn. Is voirwaerde bij soe verde noch eenighe brieven gevonden oft int licht coemen die op Ariaen Peeterss erve soude moghen staen, zo vertijt Jaspaer Ruemerss voirss daer van mits dezen voir hem ende zijnen nacomelinghen, nu oft te eewighen daghen daer mede Adriaen Peters ofte sijnen nacoemelinghen niet uter te maenen ofte te molesteren in eeniger manieren. Actum als boven, Adriaen Peterss mede als heemraet ende Adriaen Janss Vendricht.

Hierop bekenden Jaspaer Reumerss voirss ontfanghen te hebben vuijt handen van Adriaen Peterss de somme van achtenvijftich Karolusgulden op desen xven januarij anno tachtentich, mij present Melis Cornelis.

Desen xxven meij anno xvC Lxxxi bekenden Jaspaer Roemerss desen voirss wilceur vol ende geheel betaelt te wezen op achtentwintich Karolus gulden nae.

Noch bekenden Jaspaer Reumerss ontfanghen te hebben vuijt handen van Adriaen Peterss op die resterende xxviij Karolus gulden die somme van achtien Karolus gulden xvij st., blijckende bij twee verscheijden quijtantie bij hem geschreven dezen xxen octobris 82.

NB: in de losse quitanties wordt Ariaen Peters een keer genoemd: Ariaen Peter den Schoenmaker en de andere keer Ariaen Per Huiben!!

Fol. 176r.

            Uutcoep van Huijbert Stazen.

Dezen xxiijen meert anno xvC acht ende tzeventich zijn metten anderen veraccordeert ende overcoemen Huijbrecht Stasen ter eenre ende Andries Adriaenss vande Veeken als gerechte bestorven voicht van Marij Roelendr ende Jan Roel de Meijnaersz als toesiender vanden selven weeskijnde ter anre zijden. Dats te weeten dat Huijbrecht Stasen sal hebben ende behouden allen die goederen beijde have ende erve, schult ende weerschult, niet vuijtgesondert die binnen Raemsdonck ofte onder zuijthollant geleghen zijn. Ende die onder Brabant geleghen zijn zal Huijbrecht Staesen mede hebben ende deijlen, soo diep ende breet als Marijken Roelendr voirss bij soe veerde hij daer inne gericht ofte bij Marijkens sijnder huijsvrouwen leven aenbestorven soude moghen wezen. Ende verthijen hier mede den voicht ende toesiender vanden weeskijnder voirnoemt voir haer ende haerder aller naecoemelinghen vanden Zuijthollantschen goederen haer ofte de voirss kijnde daer egeen paert, deel, noch eijgendom meer aen te behouden ofte vermeeten int groot ofte int cleijn. Dies moet Huijbrecht Stasen voirss nu van stonden aen uutreijcken een bedde met een hooft polie, eenen bouwen, eenen rock en een heijck ende daerenboven noch thien ponden groten Vlaems vrijts gelts te betaelen op twee Lichtmis daghen continuelijck achter een vervolgende, waer aff den iersten wezen sal Lichtmis anno neghen ende tzeventich. verbijndende daer voiren allen zijnen goederen, moble ende immoble, present ende toecomende, geen uutgesondert voir den iersten penninck metten lesten betaelt sal wezen. Actum als boven ter presentie vanden schout, Adriaen Peterss ende Adriaen Aertss, beijde als heemraders hier over geroepen ende gebeden.

Idem deze voirss thien ponden groten Vlaems bekenden Michiel Adriaenss Spranger als man ende voicht van Mariken Roelen ten vollen ontfanghen te hebben den iersten penninck metten lesten tot Geertruijdenberge inde Croon in presentie van mij

Melis Cornelis.

Fol. 176v.

Dezen 3en aprilis anno 78 compareerden voir ons scholteth ende heemraders ondergescreven Peterken Vas Tomasdr als wettighe huijsvrou van Leonaert Corneliss ende heeft duer bevel ende begeeren van Leonaert Corneliss, haren man voirss, gewilt ende begeerdt dat alsulcke testamente ende maickagien als sij kenne(?) Marijken Ariaen Jan Maezendr ten anderen tijden hebben doen maicken ende nu die selfde tot discretie van hairen jaeren gecoemen zijnde rechtelijcken in aen ge…. (er is iets onleesbaars tussengekrie­beld) gerenuntieert ende herroepen heeft, sullen mits dezen gedeeleert, gedoijt ende gansch tot niet gedaen worden. Ende dat Jan Bernaertss hairen wettighen man met allen die goederen daer Marijken Ariaensdr voirs inne gericht is ende toebehoiren, zo onder die jurisdictie van Raemsdonck ende Waspick als alder sins geleghen, sijnen vrijen eijghen wille meede sal doen in coopen, vercoopen, verlichten ende beswairen sonder teghen segghen van iemanden. Des t’oirconden hebben wij scholteth ende heemraders deze tot vasticheijt met ons eijghen signaeteure ende naeme onderteijckent ten date als boven. Mij gesworen clerck iegenwoirdich aldus mede condich. Dit is Adriaen Peterss merck │││.

Dits Jan N Zegerss merck. Melis Corneliss.

Vrijgift Floris Corneliss; Jan Joost Neelen tot Alphen.

Dezen 9en aprilis anno 78 compareerden Floris Corneliss ende gaff over met vrijer giften zo als recht is Jan Joost Neelen tot Alphen, sijn gerechticheijt in een stuck lants geleghen int Rijsbroeck bij ‘tGat, te weten zo groot ende cleijn, veel ende luttel als zijn huijsvrouwe dat aenbestorven is, onbegrepen der maeten, Jan Joost Corneliss selve geleghen oostwaert ende d’erfgenaemen van Cornelis Joost Corneliss met hairen erve westwaert. Streckende vande halven Rijsbroecsen wech aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ten halven Gat toe. Ende geloefden Floris Corneliss dit voirss perceel lants te vrijen ende te waren naden lantrecht. Heemraders Adriaen Aertss ende Dierck Adriaenss.

Fol. 177r.

            Aenneminghe van Adriaen Huijben zijnen twee onmondighe weeskijnderen, verweckt bij Truijken Tomasdr, zijnder huijsvrouwe was. Dezen xvjen aprilis anno acht ende tzeventich.

Compareerden Adriaen Huijbrechts ende heeft bij consent ende advijs vanden gerechte aengenoemen van Cornelis Tomas, den gerechten bestorven voicht zijnen twee onmondighe weeskijnderen, naemelijck Huijbken Ariaenss ende Tuenis Adriaenss, verweckt bij Truijken Tomasdr, zijnder huijsvrouwe was, te almenteeren in cost ende dranck ende t’onderhouden in cleeden, in reeden, zo lijnden als vullen, schoeijen, cousen, sieck ende gesondt, geenen tijt van pericle uugesondert, ter tijt tot dat het joncxte mondich wezen sal. Ende dat om ende voir allen die goederen, zo have als erve, den voirss kijnderen van hair moeder aenbestorven. Mits conditie ende wel besproicken voirwairden dat Adriaen Huijbrechtss die kijnderkens voirss ten mondighen daghen gecoemen sijnde sal moeten uutreijcken eens die somme van vijftich Karolus gulden. Is noch voirwaert oft een van deze voirss twee kijnderen binnen middelen tijden aflijvich worden, sal weezen tot profijte vanden anderen overbijvende kijndt. Ende bij so veerde zij beijde binnen middelen tijden aflijvich worden, zo is wel expresselijcken ondersproic­ken dat Adriaen Huijbrechtss den erfgenamen vande kijnderen voirss niet gehouden is iets uut te reijcken, int groot ofte int cleijn, nu ofte ten eewighen daghen. Actum als boven ter presentie ende bij consent Cornelis Tomass voir hem selven ende mede vervanghende Baetghen, sijn suster ende Willem Corneliss als voicht ende man van Dinghen Tomasdr. Heemraders Adriaen Peterss, Jan Zegerss ende Dierck Adriaenss.

Fol. 177v.

            Aert Janss van Iersel cum suis; Willem Corneliss.

Dezen xxijen novembris anno Lxxviij compareerden Willem Corneliss ende heeft rechtelijcken aengenoemen Dinghen Tomasdr, sijn huijsvrouwen voirkijndt, verweckt bij Saul hairen iersten man te alimenteren in cost ende dranck ende t’onderhouden in eeten, in drincken, cleeden ende reeden, zo lijnden als vullen, eerlijcken nae sijnen staet zo langhe voir ‘tvoirss weeskijndt mondich wezen sal ende dat voir allen die goederen ‘tvoirss weeskijndt van sijnen vader aenbestorven. Dies moet Willem Corneliss Saul Saulz tot sijnen monighen daghe gecoemen sijnde, noch vuijtreijcken die somme van xxv Karolus gulden eens oft een coe daer voir. Begeerdt oick Willem Corneliss voirnoemt ende maickt Dinghen sijn huijsvrou in forma van testamente nae sijn doot bij so verde hij geen wittighe geboirten aen haer en verweckt allen zijnen goederen geen vuijtgesondert. Salvo sal Dinghen Tomasdr sijnen erfgenamen eens vuijt moeten reijcken die somme van ses Karolus gulden ende meer niet. Actum ut supra, coram heemraders Adriaen Peterss Schoenmacker ende Adriaen Janss Vender ende mij present Melis Corneliss.

Fol. 178r.

Transport op datum: 16-4-1578.

Verkoper: Antoniss (Tuenis) Anss als gerechte bestorven voicht van Commer Tueniss sijns soens weeskijnt ende Jan Peeterss Crol.

Koper: Melis Cornelisz

Betreft verkoop van: een hofstat geleghen inden Muelenpat. Mits besproicken voirwaerden dat Melis Cornelisz in geen dijckagien gehouden en is dan alleenlijck inde Dierfdijck, ten waere dat Jan Peeterss jeghens den halven acker, te weten die westzijde gehouden waere inde uutkae iets te onderhouden.

Belend             noord: eerste dwersloot teijnden den werff.

                        zuid: eersten sloot over den Diefdijck.

                        oost: Adriaen Peter Schoenmaeckers met zijnen erven.

                        west: Dierck Rutten c.s.

Koopsom: Twee maal 231 Karolus gulden te betaelen op 5 meijdaghen achtereen zonder middel vervolgende, waarvan de eerste meij 79. (aan elke verkoper)

Verklaring van voldaan zijn op: eerste termijn ontvangen door Tuenis Anss. De laatste termijnen zijn ontvangen door Lauwereijs Jans als voicht van Commer Tuenis weeskijnt. Volledig voldaan op de laatste mei 1592 (in aanwezigheid van Michiel Mathijss, de schout van Waspijck). Op een los vel een aparte quitantie van Lauwereijs Jansz. Aan de tweede verkoper (Jan Peeters) is al voldaan op 4-10-1584.

Fol. 178v.

Transport op datum: 19-4-1578.

Verkoper: Peter Joachimss voir hem selven ende mede vervangende Anniken Gerit Janss wedue.

Koper: Bastiaen Cornelis Wilms.

Betreft verkoop van: 2 mergen lants gelegen int Rijsbroeck in een block lants geheten die Hoeckampen, alzo groot ende cleijn als ‘tcloosters cijnsboeck dat claerlijck inhout. Met steginge ende weginge van vijftien leupensaet lants geleghen inden Garenstrick, toebehoirende de erfgenamen van Aechtken Wilm Jaecobs.

Belend             noord: Cloosterswater.

                        zuid: Gebuerwech.

                        oost: Gijsbrecht Weijnen met zijnen consorten.

                        west: de ingelanden van Oosterhout met hairen erve.

Koopsom: niet genoemd.

Fol. 179r.

Transport op datum: 19-4-1578.

Verkoper: Peter Joachimss inde qualiteijt als voiren.

Koper: Jan Cornelis Aertsz.

Betreft verkoop van: 12 mergen lants gelegen int Rijsbroeck.

Belend             noord: Gebuerwech.

                        zuid: Dongha.

                        oost: Huijbrecht Jacobs weeu cs.

                        west: Willem Jans Snellen.

Koopsom: niet genoemd.

Transport op datum: 30-4-1578.

Verkoper: Marijken Jan Cornelis weeu met Dierck Adriaenss hairen gecoiren voicht die hair metten recht gegeven was.

Koper: Adriaen Jan Aertsz.

Betreft verkoop van: 2 weer lants gelegen inde Oird.

Belend             noord: halver Kae.

                        zuid: Dongha.

                        oost: Ariaen Ariaen Casteleijn int selve lant.

                        west: Rijck Emmen.

Koopsom: niet genoemd.

Eodem anno et die compareerden Ariaen Jan Aertsz ende heeft bekendt, gewilt ende begeert dat alsulcke waerburch tocht ende warandt als Marijken Jan Corneliss weeu hier voirmaels den voirs Ariaen Jan Aertsz gedaen heeft, te weeten vier veertelen rogs tsiaers voir sijnen verhale vande beswaernis ende commer die opt voirss stuck erfs metten recht verobligeert is geweest en die sal worden gedoit ende geheel gecanceleert ende mits dezen doot ende tot niet sal wezen voir haerder beijder nacomelinghen.

Op een los vel van 31-1-1572 van notaris Templers, voor schepenen van Gilze, staat de borgstelling van Maria Jan Berten (kennelijk dezelfde als Marijken Jan Corneliss weeu)

Fol. 179v

Transport op datum: 30-4-1578.

Verkoper: Ariaen Jan Aertsz.

Koper: Henrick Pauwelsz. (Vermeulen)

Betreft verkoop van: 2 weer lants gelegen inde Oird.

Belend             noord: halver Kae.      

                        zuid: Dong­ha.

                        oost: Ariaen Ariaens Casteleijn int selve lant.

                        west: Rijck Emmen.                                        Koopsom: niet genoemd.

            Henrick Pauwelss; Ariaen Ariaenss Casteleijn.

Eodem anno et die heeft Henrick Pauwelss dit voirss perceel lants overgegeven Ariaen Ariaenss, in vueghen, manieren groot ende cleijnt als hij ‘tselfde hier boven van Ariaen Jan Aertsz ontfangen heeft. Heemraders als boven.

            Ariaen Ariaenss Casteleijn; Wilm Pauwelss tot Gils.

Eodem anno et die heeft Ariaen Ariaenss Casteleijn dit voirss perceel lants overgevest Wilm Pauwelss zo groot ende cleijn als hij ‘tselfde hier boven van Henrick Pauwelsz ontfangen heeft. Heemraders als boven.

Op een los vel van 31-1-1572 van notaris Templers, voor schepenen van Gilze, staan de voorgenoemde transporten beschreven, met de bedoeling ze in dit register van Raamsdonk in te laten schrijven.

            Ariaen Ariaens Casteleijn, Cornelis Adriaenss, Bastiaen Adriaenss, Marijken Adriaenss, Wilm Pauwelss tot Gils.

Eodem anno et die compareerden Ariaen Ariaens voir hem selven, Cornelis Adriaenss voir hem selven, Bastiaen Adriaenss voir hem selven ende Marijken Adriaensdr. met Ariaen Ariaenss hairen vader, hairen gecoren voicht ende gaven gesamenderhandt over met vrijer giften als recht is Wilm Pauwelss drie deelen in een stuck lants geleghen inde Oird, tusschen Wilm Pauwelss voirss erve oostwaert ende Rijck Emmen westwaert, streckende vander halver Kae aff zuijtwaert op ter Donga toe ende geloven comparan­ten voirss Wilm Pauwelss dit voirss stuck lants te vrijen ende te waeren tot dezen dage toe. Heemraders als boven.

Op drie kleine losse briefjes staan korte teksten die niet erg te plaatsen zijn. Een waar een naam in voorkomt geven we weer:

Item dit is buijtendijcx metten Wijndckens Bancken metten Leghe Veen teijnden die Bancken met xxxv stuivers heffende op Wouter Staessen met een gedeeltken in Bontengers wer in Rijsbroeck metten Werfcampen.

Fol. 180r.

            Eerfdeelinghe aengebrocht tusschen d’erfgenamen van Iken Beerdt Jansdr, Ariaen Ariaenss Casteleijnen huijsvrou was. Dezen lesten aprilis anno ’78.

Inden iersten Adriaen Adriaenss ende Cornelis Adriaenss tzamen geloot, gecavelt ende geerfdeelt op een vierendel in Claes Janss landt, onbedeelt. Streckende vanden Achterdijck zuijtwaert op ter Donga toe.

Noch zijn die selfde bedeelt op het derdendeel van vijff geerden geleghen tot Waspijck boven Kerck aent cruijs.

Noch die selfde bedeelt op het vierendeel in een weer lants geleghen binnen den ban van Raemsdonck aen Geerkens Zijl, bedeelt op den westen candt met Adriaen Adriaenss Casteleijn haer vader.

Noch op een half weer lants geleghen inde Acker, streckende vanden iersten sloot aff buijten den Diefdijck noirtwaert op ten iersten sloot toe over den dijck, gemeen met Adriaen Lambrechtsz Drossert, bedeelt op den westen candt.

Noch op een hoecxken aende Zijl met Piersens, bedeelt op den oosten candt.

Noch die selfde bedeelt op de helft in Moeijken Marijen acker, elck zijn vierendeel onbedeelt.

Ende geloeft Adriaen Adriaenss voir hem ende sijnen naecomelinghen, Cornelis Adriaenss, Bastiaen Adriaenss ende Marijken Adriaensdr zijn broeders ende suster nu ende ten eewighen voirt vrij te houden van alsulcke vierdalven Karolus gulden ‘tsiaers als opt landt aen Gerijckens Zijl verhijpotequeert staen.

Hier jeghens Bastiaen Adriaenss geloet ende geerfdeelt op een half weer lants geleghen inden Amercamp, vrij ende vranck, onbedeelt.

Noch op die helft van ses geerden lants min een vierendeel geleghen in Peersnacken weer, onbedeelt, streckende vander halver Kreeck af ter halver Mazen toe.

Noch die selfde bedeelt op een vierendeel in Moeijken Marijen acker, onbedeelt.

Hier jeghens Marijken Adriaenssdr geloet ende geerfdeelt op die helft van Heijlken Beerthen steede, streckende vanden halven Hanck aff ten Achterdijck toe, onbedeelt.

Noch op een stuck lants geleghen inde Brandt, streckende vander halver Achter straet aff ter Brandtweteringe toe.

Noch op een vierendeel daer beneffens geleghen.

Dies zo me.. (? vlekje) Marijken Adriaens dr ende beloeft Adriaen Adriaenss, Cornelis Adriaenss ende Bastiaen Adriaenss, haer broeders, altijts costeloos ende schadeloos te houden nu ende ten eewighen daghen van drie verscheijen uutgaende renthen, als een van xxxv st., een van xv st. ende een van xij2 st. tziaers, nae uutwijsen der brieven van constitutien daer toe dienende.

Noch is de selfde geërfdeelt op ‘t vierendeel in Moeijken Marien acker, onbedeelt.

Aldus aengebrocht ende verpeijndt aen ‘sHeeren handt op een boete van twintich gouden realen te verbueren. Heemraders Adriaen Peeter Schoenmakers ende Adriaen Janss Vendricht.

Is oick voirwaert oft hier noch commerkausen op de voirss percheelen lants quamen diemen nu niet en weeten oft niet verhaelt en zijn, sullen partijen malcanderen helpen draghen.

Fol. 180v.

Dezen ven meij anno xvC Lxxviij compareerden die wedue van Govaert Evaertsz met Dirck Adriaenss, hairen gecoren voicht ende Joachim Claess als gerechte bestorven voicht van Govaert Evaertsz weeskijnderen ende hebben ondergenoemen van Peeter Ariaen Gerit Hermanss ten Rijen die somme van vijftich Karolus gulden ‘t stuck tot veertich groten Vlaems gereeckent. Ende sal Peeter Ariaen Gerit Hermanss daer voiren hebben ende gebruijcken achtalff geerd lants geleghen inden ambacht van Groot Waspijck, tusschen d’erfnissen die wedue metten erfgenamen van Govaert Evaertz westwaert ende Mathijs Janss weeskijnt oostwaert. Streckende vande dwarsloot aff noirtwaert op ten iersten dwerssloot toe voir den dijck. Ende geloeven Dirck Adriaenss ende Joachim Claess inde qualiteijt als voiren Peter Adriaen Gerit Hermanss deze voirss achtalff geerde lants vrij te houden als in dijcken slooten schauwen ende alle gebuerlijcke rechten daer toe behoirende, te weten hemelvrij, mits wel geconditioneerde voirwairde dat Peeter Adriaenss voirss, dit voirss stuck lants sal moghen bruijcken, hoijen ende weijen als zijn eijghen goet van jare tot jare tot zijnder nutschappe ende oirbaer ter tijt ende ter wijlen toe voir die wedue metten erfgenamen voirss die voirss vijftich Karolus gulden gerestitueert ende ten vollen betaelt sullen hebben.

Dies zo sal Peeter Adriaen Gerit Hermanss die wedue metten ergenamen alle jaren moeten vuijtreijcken die somme van veertich Groten Vlaems. Ende is noch wel expresselijcken ondersproicken dat die voichden voirss noch die wedue ofte erfgena­men dit voirss stuck erfs niet en sullen moghen belasten ofte beswaren int groot ofte cleijn ende in geender manieren, maer houden ‘tselfde hemelvrij zo lange als Peeter Adriaen Gerit Hermanss inde bruijckweer staet welcke bruijckweering ingegaen is Sinte Peeter ad cathedrum lestleden anno acht ende tzeventich.

Fol. 181r.

Transport op datum: 28-5-1578.

Verkoper: Willem Pauwels Jansz.

Koper: Jan Lauwereijs Hoefkens

Betreft verkoop van: een stuck lants geleghen inde Oirde.

Belend             noord: Kae.

                        zuid: Dongha.

                        oost: Jacob Jan Gieliss.

                        west: Rijck Emmen erfgenaemn c.s.

Koopsom: niet genoemd.

Transport op datum: 28-5-1578.

Verkoper: Tuenis Anss als gerechte bestorven voicht van Commer sijns soens weeskijndt.

Koper: Jan Gijben.

Betreft verkoop van: halff die Geestkens onbedeelt met Jan Gijsbrechtsz ende Anniken Gijsbrechtsdr zijn suster.

Belend             noord: halve Veerscher straet.

                        zuid: halve Poelsloot.

                        oost: Bastiaen Aertsz met Tuenis Adriaenss weeu.

                        west: Frans Geritsz den schout met Jan Adriaensz.

Koopsom: 14 ponden Groten Vlaams.

Te voldoen als volgt: mei ’79.

Verklaring van voldaan zijn op: 11-4-1581.

Fol. 181v.

Transport op datum: 28-5-1578.

Verkoper: Peter Diersxz Groeij.

Koper: Cornelis Adriaens ende Dierck Adriaensz.

Betreft verkoop (met verleije) van: ‘tzevende deel in eenstuck lants geheeten ‘t leech lant, alzo groot ende Cleijn als hij van Aentghen Knapen ten anderen tijde ontfangen heeft.

Belend             noord: Heijlken Beerten erfgenamen erve.

                        zuid: halve Kae.

                        oost: Cornelis Adriaens en Dirck Adriaenss int selve lant.

                        west: Adriaen Lambrechtss int naeste lant.

Koopsom: voldaan, niet genoemd.

Transport op datum: 12-6-1578.

Verkoper: Adriaen Peterss Schoenmaecker.

Koper:

Betreft verkoop (met vrijer gifte behalve cloosters chijns) van: derdalven mergen lants geleghen int Rijsbroeck, gemeijn metten erve vande Santroesen clooster.

Belend             noord: Gebuerwech.

                        zuid: Dongha.

                        oost: Santroesen clooster int selve lant.

                        west: Santroesen clooster int selve lant.

Fol. 182r.

Transport op datum: 12-6-1578.

Verkoper: Brievinck Huijbrechtsz.

Koper: Gijb Zegerss.

Betreft verkoop van: een stuck lants geleghen opde Vlaeijkens.

Belend             noord: halve Poelsloot.

                        zuid: halve Vlaeijkensstraet.

                        oost: Gijb Zegerss kijnder.

                        west: Adriaen Gijsbrechtss c.s.

Koopsom: niet genoemd.

            Eerfdelinghe aengebrocht tuschen d’erffgenamen van Janniken Adriaen Andriesdr, dezen 22en septembris anno 78.

Inden iersten d’erfgenamen van Andries Adriaenss tzamen gecavelt ende geerfdeelt op halff die coeijweij met seven duijten(?) erfflijck tziaers daer uutgaende. Geleghen tusschen Adriaen Jansz Venders erve oost ende ‘tLanckweer west, mits uutereijcken die somme van sestalve ponden grooten Vlaams eens op twee St Jansdaghen ierstcomende, te weeten Alit Jan Buijsen ende d’erfgenamen van Huijbken Adriaen Andriesdr tzamen vijff ponden Vlaams op die drie geerden ende Jan Meeuss die somme van drie Karolus gulden op gelijcke termijnen.

Nu Jan Meeuss ten Rijen geerfdeelt op vijff geerden lants ofte soveel als Janniken Adriaen Andriesdr saliger dat gebruijckt ende toebehoirt heeft, geleghen int Breet Weer, geheeten Den Els, streckende vande halve Keen aff noirtwaert op ter Doncxer straet toe. Huijb(?) Jacob erfgenamen oost ende Aert Mertenss int selve lant west.

Hier jeghens is Aert Jan Buijs ende d’erffgenamen van Huijbken Adriaen Andriesdr tzamen t’zamen geerfdeelt op drie geerden lant gelegen in Ariaen Andries weer plach te wezen, met thien st. losrenten daer jaerlijcx uutgaende met noch ‘tgeene die kercke daer op heft. Streckende vande halven Geijlsloot aff noirtwaert op ter halver Maes toe, Staes Huijben met zijn broeder geleghen oost ende west.

Is voirwaerde wat commercausen op dees voirss perceelen oprijsen die men nu niet en weet, dat partijen die selffde sullen helpen draghen, vertijende hier van jeghen Adriaen Peeterss ende Adriaen Janss Vendricht als heemraders deze t’onderhouden op een pene van seven gouden realen te verbueren.

Fol. 182v.

Transport op datum: 1-10-1578.

Verkoper: Aert Mertenss.

Koper: Cornelis Reijnaertsz (Iccome…..??)

Betreft verkoop (met een verleije) van: Een huijs metten erve daer toe behoirende alzo groot ende cleijn alst Aert Mertenss voirnoemt van Adriaen Tueniss Swack ten anderen tijde gecoft heeft.

Belend             noord: Meeus Adriaenss erve.

                        zuid: Cornelis Reijnaertz voirs erve.

                        oost: Zeger Henricks.

                        west: Meeus Adriaens.

Koopsom: 14 ponden grooten Vlaams min 20 st.

Te voldoen als volgt: 5 pond gereet, de rest op 2 Bamisdaghen achtereen.

Verklaring van voldaan zijn op:

De gereet beloofde penningen worden gelijk voldaan.

Juetghen Aert Mertens huijsvrou verklaart 5 pond te hebben ontvangen, verschenen Bamis anno ’79.

Aert Mertens verklaart voldaan te zijn op 11-10-1580.

Fol. 183r.

Transport op datum: 6-10-1578.

Verkoper: Jan Meeus Jansz. vande Rijen.

Koper: Peter Jan Lemmensz.

Betreft verkoop van: een stuck lants achter den Dieffdijck.

Belend             noord: halve sloot buijten den Dieffdijck.

                        zuid: halve Creeck.

                        oost: Adriaen Adriaen Leuskijnt.

                        west: Frans Gerits cum suis.

Koopsom: niet genoemd.

Transport op datum: 6-10-1578.

Verkoper: Jan Meeus Jansz. van de Rijen

Koper: Melis Cornelisz.

Betreft verkoop van: 9 geerden lants min een vierendeel, geleghen int Meulenweer, onbedeelt int half weer opten oost cant.

Belend             noord: van ondergenoemde zuidgrens af, noordwaarts op tot de eerste sloot aan de noordzijde vande Hootdijck, aende kerck.

                        zuid: halve sloot buijten den Dieffdijck.

                        oost: die vicarissen met kerckdijck

                        west: Adriaen Gerits van Boemel cum suis int selve lant.

Koopsom: niet genoemd.

Fol. 183r

Transport op datum: 6-10-1578.

Verkoper: Mathijs Jan Michielss.

Koper: Jacob Janss

Betreft verkoop van: een half stuck lants genaampt den Peerboom, geleghen binnen dijcx, gemeen met Adriaen Geritz Muelders weeu. De kerke tot Cappel heft op dit land jaarlijks ‘t derdendeel van 8 stuivers.

Belend             noord: eerste dwersloot buijten over den dijck.

                        zuid: Halve Peerboom

                        oost: Adriaen Adriaenss Casteleijn cum suis

                        west: Adriaen Gerits wedue.

Koopsom: 15 ponden groten Vlaams, te betalen op 2 Bamisdagen.

Eerste termijn betaald op 28-12-1578. Daarna vermelding van volledige betaling, maar zonder datum.

Fol. 183v.

Transport op datum: 7-10-1578.

Verkoper: Commer Claesz voir hem selven, Truijken Vas Adriaensdr voir hair selven ende Adriaen Huijbrechtsz als gerechte bestorven voicht van Adriaen Vassen achtergelaeten weeskijnt.

Koper: Peeter Joachims

Betreft verkoop van: een stucxken erfs (volgens de kwitanties een “hofstede”).

Belend             noord: schauwsloot aende straet in Groot Waspijck.

                        zuid: Peeter Joachimss erve

                        oost: Peter Joachims voirs.

                        west: Lauwereijs Janss.

Koopsom: 92 ponden groten Vlaams

Te voldoen als volgt: de helft gereet, de andere helft Bamis ’79.

Verklaring van voldaan zijn op: 25-10-1579.

NB: de kwitanties suggereren dat ze door Commer Claess zijn ondertekend. Het zou betekenen dat hij (ook nog goed) kon schrijven.

Fol. 184r

            Aenneminghe van Adriaen Vassen weeskijnt, verweckt bij Huijsken Jansdochter, nu getrout hebbende Jan Joass(?), dezen vijen octobris anno 78.

Compareerden Jan Peeterss ende heeft met decreet ende advijs vande gerechte als oppervoichden aengenomen van Adriaen Huijbrechtsz den gerechte bestorven voicht ende Commer Claess den toesiender, Adriaen Vassen achtergelaeten weeskijnt te alimenteren in cost ende dranck, den tijt van ses jaeren ende t’onderhouden in cleeden, in reeden, zo linden als vullen ende in als wes ‘tvoirss kijnt binnen tijde voirss, noodich wezen sal, eerlijcken naer zijnen staet. Welcken tij ingegaan is op Sinchen dach lestleden ende dat om ende voir alsulcken geerde lants als ‘t voirss kijnt heeft liggende in Truij Gerit Buijs weer, gelegen inde ambacht van Groot Waspijck, tusschen d’erfnissen die wedue vande rentmeester Jan vande Berch gelegen int selve lant oostwaert ende Matijs Janss weeskijnt westwaert. Streckende vande Kaesloot aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver Maezen toe. Ende zijnde hiermede allen ‘tvoirss kijnts goederen verteert uutgescheijden sijn portie inde penningen die Peter Joachimss toecomen, te geven vanden erff aende Schans. Aldus gedaen voir Meeus Adriaenss, Jan Zegerss, Adriaen Aertss ende Dierc Adriaenss. Ende is voirwaerde ast voirss kijndt binnen middelen tijde afflijvich worden, ‘tzij wanneer het is, dat Jan Peeterss voirss niet te min die voirss geerd lants behouden sal. Actum als boven, heemraders als boven.

Dezen xxviijen decembris heeft Ffrans Gerits den scholteth hem selve geconstitueert tot borghe Jacob Janss voir alsulcken onraet als opt landt d’welck Jacob Janss van Mathijs Janss gecoft heeft hier naemaels soude moeghen oprijsen ende selve Jacob Janss daer van costeloos ende schadeloos te houden. Des geloeft den voirss Tijs Janss den schout voirss ende stelt hem tot borghe alsulcke penningen als hem van Jacob Janss verschijnen sullen tot Bamisdach anno 79. Mede geloevende den voirss Tijs Janss den schout alsdan vande borchtocht te ontslaan ende stellen Jacob Janss een singulieren ipoteque tot eenen onversterfflijcke waerborch binnenslans(?) tot sijnen verhael, nu ende ten eewighen daghe. Actum als boven, mij present.

Fol. 184v.

Transport op datum: 8-10-1578.

Verkoper: Adriaen Aertz als voicht van sijn moeder.

Koper: Dirck Pauwelz.

Betreft verkoop van: een half weer lants, geleghen inde Bancken onbedeelt metten Leechen Veen daer Dirck Pauwelss voirss dat halff weer in heeft.

Belend             noord: halve Kreeck.

                        zuid: Dongha.

                        oost: Jan Corneliss c.s.

                        west: Jan Zegerss.

Koopsom: 24 ponden groten Vlaams, te betalen op 3 Bamisdagen achtereen vervolgen­de, waarvan de eerste Bamis ’78.

Adriaen Aerts bekent vervolgens eerst 5 pond ontvangen te hebben, dan op 8-5-’79, 3 pond.

Op 20-4-’80 bekent Aentghen Schouten (vermoedelijk de moeder van Ariaen Aertz) met Ariaen Aertz, hairen voicht, 8 pond te hebben ontvangen.

Op 14-11-’80 bekenden Jan Adriaen Peterz ende Aertken Artsdr van weghen Aentghen haer moeder, de wilceur geheel voldaan te zijn.

Dezen xiiijen octobris anno Lxxviij compareerden Adriaen Peterss ende gaff over met vrijer giften zo recht is Seger Peterss zijnen broeder een huijs metten erve daertoe behoirende, geleghen opt Gat, zo groot ende cleijn als zij geleghen is tusschen d’erfnissen Ans Corneliss oost ende Cornelis Diercxz cum suis west. Streckende van Peter Adriaen Meeuss erve aff zuijtwaert op totten Rijsbroecxen wech toe. Ende geloeffden Adriaen Peterss dit voirss erve te vrijen ende te waren naden lantrecht. Heemraders Meeus Adriaenss ende Jan Zegerss.

Fol. 185r.

            Seger Peterss; Adriaen Peterss.

Eodem anno et die compareerden Seger Peterss ende gaff over met vrijer giften zo recht is Adriaen Peterss zijnen broeder drie geerden lants. Streckende vanden iersten sloot die buijten den Dieffdijck leijt aent noirden eijnde zuijtwaert op ter halver Kreeck toe. Gaff noch over Zeger Peterss, Adriaen Peterss zijnen broeder neghen geerden lants, geleghen int selffde weer. Streckende vander halver Kreeck aff, voirts zuijtwaert op ter Kae toe. Adriaen Peterss cum suis geleghen ooswaert ende Beris Cornelis cum suis westwaert. Ende geloeft Zeger Peterss deze voirss perceelen te vrijen ende te waren naden lantrecht. Heemraders als boven.

            Eerfdelinghe aengebrocht tuschen die wedue van Jan Buijs ende hairen kijnderen, dezen xiiijen octobris anno 78.

Inden iersten Alit Jan Buijs gecavelt, geloet ende geerfdeelt op halff die steede onbedeelt, zo groot ende cleijn als die daer geleghen is tusschen d’erfnissen Steven Aerts oost ende Jan Meeuss west. Streckende van Staes Huijbrechtz erve aff aent noirden eijnde zuijtwaert op tot Adriaen Peterss erve toe. Met allen gebuerlijcke rechten daer toe staende.

Noch op het vierendeel aen die oostzijde ende opt sestendeel aen die westzijde van het weer geleghen aen die westzijde vande Berchenwech. Streckende vander Donga aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver Dongha toe, de Berchen wech geleghen oost ende Peter Joachimss west.

Noch op een halff ackerken geleghen tusschen Adriaen Wouterss oost ende Peeter Huijbrechtz west, onbedeelt met de kijnderen. Dies is voirwairt dat Alit Jan Buijs de wedue voirss sal besitten ende gebruijcken allentgeene wat in huijs is, ‘tzij peerden, coeijen, calveren, hoij, stroij ende anders den huijse toebehoirende. Waer voiren zij gehouden is t’onderhouden Jan Janss ende Marijken Jansdr haer leven lanck in als eerlijcken nae hairen staet. Ende begeert dat Jan Janss hairen soen naer hair doot sal hebben voir uut die somme van hondert Karolus gulden eens. Ende dan voirts mede te deijlen kijnt gedeelt nae behoiren.

Hier jegens Jacob Janss, Zeger Peterss ende Marijken Jansdr zamen gecavelt ende geerfdeelt op die halff steede, zo groot ende cleijn, veel ende luttel als die moeder aend d’ander zijde op d’ander helft van dien bedeelt is. Met noch halff t’ackerken oick geleghen ende zo groot ende cleijn als die moeder daer jeghen geerfdeelt is, geleghen in Henrick Luijen Ambacht.

Ende Henrick Janss, Cornelis Janss ende Jan Janss zijn geerfdeelt op vier geerden lants geleghen in Aen Eris weer, oft zo groot ende cleijn, luttel ende veel als Jan Buijs daer inne geacht is geweest. Streckende vanden halven Geijlsloot aff noirtwaert op ter halver Maes toe, Jan Meeus cum suis geleghen oost ende Jan Mathijs erffgenamen west. Ende wat commercausen op eenighe vande voirss perceelen, nu niet wetende, nae datum van dezen oprijsen, sullen partijen malcanderen helpen dragen. Aldus aengebrocht voir heemraders Meeus Adriaens ende Jan Zegerss, waer voir partijen hebben verteghen deze t’onderhouden op een pene van seven gouden realen te verbueren.

Eodem die compareerde Zeeger Peterss ende gaff over met vrijer giften zo recht is Jacob Janss sijn poirtie ende aengedeelt inde steede boven geschreven, zo groot ende cleijn als die boven gespecificeert staet.  Heemraders als boven.

Eodem die heeft Jacob Janss geloeft ende verwilceurt zo recht is schuldich te wezen Zeger Peterss die somme van twintich ponden grooten Vlaems, te betaelen op drie Jans daghen ierst coemende, waer aff den iersten wezen ende verschijnen sal St Jan anno neghen ende tzeventich onder ‘tverbant van dezen goeden daer dezen wilceur aff spruijt ende allen zijnen anderen goederen, geen uutgesondert voir den iersten penck metten lesten betaelt sal wezen. Heemraders als boven.

Losse blaadjes:

Ick Jan Wouterssen kenne betaelt te sijen van Michyel Aertssen van alsulcken wijlker (wilkeur) als Pauels Aryaenssen, Jan Wouters over ghetranspoerteert heft ende is betaelt op xxiii ende twyntych ponde ghroete Vlems ende ii Karolus ghulden.

In kennysse der waerheyt soe hebben Jan Wouterssen dyt onder tekent met myen ghewoenlyck hanteken anno xv hondert ende Lxxxi ende tachtentych, gescreven den xxvii januarij. Jan    Woutersen.

Op heden desen iijen septembris anno xvC Lxxx soe willen Anthonis Aertz ende Mathijs Claesz volgende overgeven ende consent van Adam Meeus van Gilze vercoopen des selffs Adams erffgoederen die hij binnen Raemsdonck heeft liggende aen te veerden ter stondt ‘tgeene daer op staende bevonden mach worden te corten(?) erfflijcken den penninck xx .. los volgende de brieffven, te vrijen totter gifte toe te weghen ende te steghen ende allen anderen gebuerlijcke rechten alzoot behoiren sall.

Inden iersten een perceel genaempt ‘tGrindtlandt zo groit ende cleijn als dat van Jan Andriesz erffgenamen gecoemen is vuijtwijsende ‘tregister.

Ten tweeden een perceel inde oirde ontrent eenen merghen geleghen gemeen met Rijck Emmen.

Ten iiien eenen hoeck erffs ertijts gecoemen van Peter Diercxz genaempt Zeepkens Killeke, vuijtwijsens ‘tregister.

Idem die vercoopers de voirss perceelen sullen vercoopen met gereet gelt te corten als voiren.

Den wijncoop hier op geconsenteert bijden cooper te verlegghen en ‘tiije deel te corten te giften terstont naden slach.

Idem oft iemandt ‘tvoirss landt cofte ende sijne penningen niet gereet bij hem heeft ende betaelt sullen vercoopers die voirss percheelen daarvan sij den slach gegeven sullen hebben ten selven daeghe oft alst haer gelieve sall wederom moighen vercoopen, geldet meer dat en sal den gebreeckelijcke geen prouffijt aff hebben, geldet min dat sullen sij aen den gebreecke­lijcken verhalen met alsulcken recht alst haer vercoopers gelieven salt.

Sullen oick moighen houden ien ijen ofte meer coopdaeghen naer hairen gelieven.

andere kant:

Sullen oick moighen houden hairen schoonsten coopman den minsten meesten oft die haer gelieven sal zonder contradicte.

Ten laetsten sullen de vercoopers de coopers de voirss percheelen garandeeren volgende de voirgenoemde conditien. Welverstaende indien hem eenighe ontneminghe met beter brieven ofte bescheijt geschiet dat de voirss vercoopers houden huere acke gereserveert opden voirss Adam Meeusz ende sijnen goederen volgende huere bescheijt obligatien ende borchtochten daervan sijnde. Aldus sine fraude oft bedroch.

Op huijden desen iijen septembris voirss zo heeft Otto Geritz die voirss drie percheelen hier inne geroert, ingesedt volgende ‘tinhouden deser cedule voir de somme van drie hondert Karolus gulden van xx st. ‘tstuck, ter presentie vande schout, Adriaen Aertz ende Dierck Adriaensz, beijde als heemraet met meer andere luijden ten huijse vande schout ende ter presentie van Adriaen Meeusz voirss

ende mij secretarius Melis Cornelisz 1586.

Desen vijen septembris anno xvC Lxxx soe hebben Anthonis Aertz ende Mathijs Claesz volgende haere bescheijt duer bede ende ter presentie van Adam Meeus voirss gehouden den ijen ende den lesten coopdach van alsulcken drie percheelen erffs voiren genomineert als den voirnoemde Adam Meeus alhier heeft liggen. Ende alzo niemant dit gebot opden iersten coopdach van Otto Geritz gedaen en heeft willen verbeeteren ende die voirss Antonis Aertz ende Mathijs Claesz egeen coopdaeghen meer en begeerden te houden zo heeft Adam voirss op conditien ende dilaeij hair nae volghende den voirss Otto Geritz volgens de coopcedulle mits gaders volgende de vercoopers begeeren den slach gegeven voir de voirss somme, ter presentie den schout, Adriaen Aertz ende Dierck Adriaensz met meer andere. Toirconden hebbe ick Adam voirss tot sekerheijt van dese dit met mijn eijghen handt onderteijckent ten dage boven verhaelt. Aldus bij mij

Desen vijen septembris anno xvC Lxxx compareerden Adam Meeusz wonachtich tot Gilze ende gaff over het vrij met vrijer gifte ende het onvrij met een verlije zo als recht is Otto Geritz, drie perchelen lants hier voiren inde cedulle verhaelt, te weten een percheel lants gecoemen van Jan Andries erffgenamen, noch ontrent eenen mergen geleghen inde Oirde, gemeen met Rijck Emmen ende een perceel genaempt Seepkens Killeke. Alle gelegen inden Ambacht van Raemsdonck zo groit ende cleijn als de voirss Adam daer inne gericht is, elcx met sijn schauwe ende gebuerlijcke rechten daer toe behoirende. Ende beloeffde dese voirss perceelen lants voirts te vrijen ende te waren naden lantrecht tot desen iegenwoirdighen daghen toe. Heemraders Adriaen Aerts ende Dierck Adriaensz, beijde hier toe gerequireert.

Ten daghe voirnoemt compareerden Otto Geritsz ende heeft rechtelijcke geloeft den voirss Adam Meeusz dese voirss percheelen erfs inder qualiteijt voiren verhaelt wederom te restitueren binnen acht ofte veerthien daeghen ofte ten langhen Bamis dach ierstcoemende op conditien bij aldien Adam Meeus voirss alsdan ofte binnen dien tijde voirss, betaelen moet aen hem den van Mathijs Claesz sijnen burch die somme van vier ende vijftich Karolus gulden ende voir costen om sijnen twille zo rechtelijcken als anders gedaen ende geleden die somme van negen Karolus gulden twee st. ende aen handen van Antonis Aertz de somme van twee ende vijftich Karolus gulden ij st., vuijtwijsende d’obligatie ende drie Karolus gl vuijtgegeven costen, mitsgaders die costen tot Raemsdonck opde coopdaeghen gevallen ende gedaen, te weten aende secretaris van scrijven ende aende schout met sijnen heemraet. Ende Adams voirss burgen ende crediteurs tzamen verdroncken ende verteert beloopt de somme van vijf Karolus gld. iij groit. Ende in gevalle den voirss Adam Meeusz die voirn penningen niet en voldoet ende betaelt tot Geertruijdenberge aen handen ende op Bamis dach ten lanxten zo voirss is, blijft Otto Gerritz geërft ende gevest inde voirs erfnisse ende ten eewighen sonder iemants iegenseggen (in een tussenzinnetje in de kantlijn staat volgens mij ongeveer: ende voldoet hij aan het voirs, dan moet Otto afstand doen).

Aldus voir heemraden Adriaen Aerts ende Dierck Adriaens rest onleesbaar.

andere kant van het velletje:

Ten daghe voirss consenteerde Tuenis Aerts de wet ofte iemant anders van sijnen tweghen bij aldien Adam Meeus hem absent ofte van huijs wesen gift begeerden dat hij vuijt sijnen naemeden voirss Adam giften sal nae sijne gerichticheijt. Te weten int gene daer Meus voirss van Cornelis Casteleijnen twegen inne gericht ofte besterven soude moeghen wesen ende meer niet bij Adriaen Adriaens de jonge Casteleijn gecoft den voirss Adam Meeusz.

Oirconden mijn eijghen hant hier onder gestelt. Bij mij Antonius X Aertss

Het volgende losse velletje zat bij fol. 147, maar hoort daar niet. Er is veel in geknoeid. De definitieve tekst staat in RA 56, fol. 89r.

Op huijden desen xxvijen septembris anno xvC xciiij zoo zijn wel ende minnelijcken overcomen ende veraccordeert in presentie van Frans Geritss schout van Raemsdonck, Jan Zegerss ende Dirck Adriaenss beijde als heemraeden die gerechte erffgenaemen ende wedue van Ariaen Ariaenss den ouden Casteleijn ende mr Henrick van Asten eertijts voirster tot Alphen van 3 geschillen van’t lant gelegen int Rijsbrouck, dwelck den voirss Henrick Lauwereijs ten anderen tijde gecoft heeft vande voirs ouden Casteleijn, in vueghen dat den voirss Henrick van Asten dat voirss lant ten vollen ende al betaelt heeft op vijrentwintich rijnsgulden ende thien st. nae, die welcke resterende in volder betalinghe vande voirss gecofte erffnissen ende betaelde contributie. Ende gelooft die voirss reste somme van penningen te betaelen op d’Oosterhout­sche merckdach Alderheijligen ierstcomende 1594. Ende bij gebreecke van dijen zoo weert den voirss Van Asten verbonden duble gelt daer voiren te geven verbindende daer voiren zijnen goederen geen vuijtgesondert.

Fol. 186 r.

Desen xven octobris anno Lxxviij, soo hebben d’erffgenamen van Adriaen Dirck Peterss ter eenre ende die erffgenamen van Marijken Gijsbrecht Henricxdr ter anre zijden, haer geschillen, questien ende quereken, stick steegs, sonder wederoepen gesubmitteert ende aen mont ende vuijtspraick gebleven van arbijters, naemelijck Frans Geritz, scholteth tot Raemsdonck, Peter Willemss, scholteth van xj 2 Hoeven ende Groit Was­pijck ende Adriaen Aertsz, Schouten, van beijde zijden daer toe geeligeert.

Soe is dat sij arbijters voirnoemt (die saecke ernstelijcke gescruteert(?) hebbende), hebben vuijtgesprocken ende spreecken vuijt mits dezen, haerlieder arbitrale sententie dat die erffgenamen van Adriaen Dirck Peterss nu tot kersmisse ierstcoemde sullen betaelen aen handen van Marijken Gijsbrecht Henricxdr, die somme van twintich Karolus guldens eens, off bij faulte van dien dat die heer vuijtlegghen sal twee schat aen gelt ende vierschat aen pandt. Ende sullen noch verbetert wezen het achtendeel van een weer lants, zo groot ende cleijn als hair ‘tselffde van Jenniken Dirck Adriaenss huijsvrou aenbestorven is met xvij 2 st. losrenten daer vuijtgaende ende woirdt geheten ‘tLeechlant, geleghen onbedeelt met Casteleijnen kinder.

Ende zijn hier mede hairlieder difficulteijten ende geschillen gansch ende geheel doot ende tot niet ende hier nimmermeer egeen questie meer vuijt te hailen ofte smecken met eenighen recht, nu ofte ten eewighen daghen voir hair alder naecomelinghen.

Ende die costen hier omme gedaen sullen d’erffgenaemen van Adriaen Dirck Peeterss nu betaelen. Ende sullen die eenhelft corten aende penningen. Is oick voirwaert zoe wat schulden, tzij prouffijtelijcke oft onproffijtelijcke, datter noch sijn die Adriaen Dircxz ende Marijken Gijsbrechtsdr sa. g.. (?) aengegaen soude moghen, sullen d’erffgenaemen van Adriaen Dircxz moghen opbueren ende betaelen. Alles sonder argelist, aldus gedaen bij arbijters bovengeschreven, waer voiren partijen aende beijde zijden hebben beloeft haerlieder arbitrale sententie t’onderhouden op een pene van seven gouden realen te verbueren te gaen nae peijnen recht. Actum ut supra, mij present Melis Cornelis, 1578.

Fol. 186 v.

            Gijsbrecht Henricxz; Tuenis Corneliss.

Desen xxixen octobris anno 78 compareerden Gijsbrecht Henricxz ende heeft Tuenis Corneliss geloeft nu ende ten eewighen daghen schadeloes te houden van alsulcke twee blancken als jaerlijcx den Heijlighen Geest tot Raemsdonck erflijck op alsulcken acker heffende is, geleghen in xj 2 Hoeven, als Tuenis Cornelis ten anderen tijden van Gerit Andriess, sijnen swagher gecoft heeft, nimmermeer Tuenis Corneliss daer van gemolesteert te worden, oft anders sulcke costen, schaden ende interesten daerom gedaen ende vervallen, sullen alleenlijck wezen tot last van Gijsbrecht Henricxz voirss. Coram heemraders Meeus Adriaenss, Adriaen Aertz ende Dirck Adriaenss.

Transport op datum: 31-10-1578.

Verkoper: Aert Janss voir hem selven, Jan Janss voir hem selven, Adriaen Geritsz voir hem selven, vervanghende Anniken ende Alitghen Geritzdrs, zijn susters.

Koper: Willem Corneliss.

Betreft verkoop van: een huijs metten erve daeraen geleghen, zo groot ende cleijn alst Gerit Sijmonss saligher gebruijct ende beseten heeft.

Belend             noord: halve Bergensche straet.

                        zuid: iersten slootghen teijnden den coolhof.

                        oost: Adriaen Deniss.

                        west: Tuen Wouterss c.s.

Koopsom: niet genoemd.

Dies zo moet Willem Corneliss altoos daer een steghe laeten om ‘tgoet vander kerck aff ter Herstraeten toe te voeren, nu ende ten eewighen daghe, ist noot.

            Willem Corneliss; Adriaen Gijsbrechtsz Buijs.

Eodem die compareerden Willem Corneliss ende heeft rechtelijcken gelooft ende verwilceurt Adriaen Gijsbrechts nu tot Paschen ierst coemende oft tot meij daeraen wel betaelt, die somme van vierthien Karolus gulden ende thien stuivers, onder ‘tverbant van allen zijn goederen, geen uutgesondert, voirden iersten penninck metten lesten betaelt sal wezen, heemraden quiby supra.

Fol. 187r.

Transport op datum: 12-11-1578.

Verkoper: Jan Adriaensz.

Koper: Goetschalck Cristoffelsz.

Betreft verkoop van: een huijs metten erve daer toe behoirende.

Belend             noord: halve wech voir de deur oft tot Cornelis Jansz erve.

                        zuid: Cornelis Peters erve.

                        oost: Peter Henrichz.

                        west: Jan Govaertsz Coensz.

Koopsom: 26 ponden Groten Vlaems eens te betaelen op drie Bamisdaghen achtereen volgende, waarvan de eerste Bamis ’79. Op de koopdag is 6 Karolusgulden betaald.

Hierna vinden enkele betalingen plaats, maar vervolgens overkomt Goetschalck de nodige trouble: door vreemde legers wordt zijn huis afgebrand. Uiteindelijk komen partijen overeen dat Goetschalck de verkoper het huis weer laat tegen de resterende penningen (die hij nog schuldig is).

Fol. 187v.

Transport op datum: 13-11-’78.

Verkoper: Jan Meeus te Rijen.

Koper: Staes Huijbrechts.

Betreft verkoop van: vijff geerden lants inden Hoich Dong, onbegrepen der maete ende in alder manieren als Jan Meeus voirss daer op bedeelt is.

Belend             noord: halve straet

                        zuid: halve Kil.

                        oost: Huijbrecht Jacobsz erfgenaemen int selve lant.

                        west: Aert Mertens.

Koopsom: 192 ponden Vlaams, te betalen op 3 Bamisdagen, waarvan de eerst anno ’80.

Desen xven octobris anno Lxxix compareerden Jan Meeus ende heeft vuijt desen voirss wilceur getransporteert ende overgedraegen Adriaen Peterss die somme van seventhien ponden grooten Vlaams ende twee Karolus gulden te betaelen nae vuijtwijsens den wilceur, enz.

Een jaar later renuntieert Jan Meeus volledig van deze wilkeur tot behoef van Adriaen Peters. In ’83 is de wilkeur volledig voldaan.

Fol. 188r.

            Eerfdeelinghe aengebrocht tusschen Cornelis Janss Roelen ende d’erffgenamen van Dinghen Adriaensdr, sijnder huijsvrouw was, dezen lesten januarij anno ’78.

Inden iersten Cornelis Jan Roelen geerfdeelt op die drie deelen in de steede, geleghen op Vlendonck, zo groot ende cleijn als Dinghen Adriaenssdr daer vuijt gestorven is ende toebehoirt heeft met die driedeelen van xxxv stuijvers jaerlijcx daervuijtgaende met noch een veldeken oick gelegen op Vlendonck zo groot ende cleijn als zij ‘tselffde ten anderen tijde van Cornelis Gijsbrechts gecoft heeft.

Hier jeghens die erffgenamen van Dinghen Adriaenssdr., namelijk Ariaen Adriaenss Versteech voir hem selven ende vervanghende Henrick den Smit, Grietghen sijn suster, Adriaen Peter Maess ende Janniken Jansdr ende Crijn Adriaenss voir hem selven ende vervanghende sijnder complicien, sijn gesamenderhandt geerfdeelt op eenen halven geer geleghen binnen Raemsdonck, onbedeelt metten Heijlighen Geest, Gerrit Wouters Weeu oostwaert ende Jan Clauwen erffgenamen west, met dertich st. jaerlijcxe losrenthen daer vuijtgaende. Ende met allen gebuerlijcke rechten daer toebehoirende. Aldus aengebrocht voir Adriaen Janss ende Dierck Adriaensss, waer jeghen partijen hebben verteghen ende hem bedanckt der goeder deijlinghe, geloevende de selffde t’onderhouden op een pene van vijfftich Karolus gulden te verbueren te gaen peijns recht.

            Copie

Ick Goetschalck Christoffelsz ende Jan Adriaensz zijn minlijcken veraccordeert van alsulcken erve als ick Goetschalck eertijts van Jannen voorscreven gecoft hebbe, geve hem volcomen macht het zelffde erve te moghen vercopen tot allen tijde, zoe wanneer dat hem gelieven zal zonder iemants toeseggen. In kennisse der waerheijt heb ick Goetschalck Christoffelsz dit met mijn eijghen handt onderteijkent, is geschiet den xxijen aprilis 1584 ende was onderteijkent.

                                                                               Goetschalck Christoffelsz van Sprangh.

Fol. 188v.

Transport         Michiel Adriaenss Sconincx; Antonis Joosten.

Desen xjen februarij anno Lxxix compareerden Michiel Adriaenss Sconincx ende Aerdt Adriaenss van Berghen ende hebben rechtelijcken getransporteert, gecedeert ende overgedraghen, tranporteerden, cedeerden ende droeghen over mits desen, Antonis Joosten, alsulcke veerthien dalff ponden groten Vlaems als Cornelis Huijben haer ten andere tijde van Peeter Diercks tweghen beleden heeft, mitsgaders stellende den selven Antonis Joosten mits desen inden selven recht als sij comparanten opden voirss Cornelis Huijben (nae vuijtwijsens der taefel) hebbende sijn. Vertijen hier van met behoirlijcke renuntiatie tot behoeff der voirss Antonis Joosten, haer daer egheen recht meer aen te behouden ofte vermeeten in eenighen manieren, nu ofte ten eewighen daghen voir haerder alder naecomelinghen. Heemraders Adriaen Janss ende Dirck Adriaenss.

Item dese voirs xiij2 ponden groten Vlaams bekenden Antonis Joosten van Cornelis Huijbrechts ontfangen te hebben den iersten penninck metten lesten den 14e augustij 1579.

            Erffdelinghe aengebrocht tusschen Lauwereijs Janss ende Peterken Dierck Claesendr dezen iije mert anno Lxxix.

Inden iersten Lauwereijs Janss gecavelt ende geerfdeelt op die stede aen de schans, streckende vanden ambacht van Grootwaspijck aff zuijtwaert op tot Tuenis Anss erve toe, Peter Joachimss geleghen oost ende Willem Geritz west. Noch op die hoeve, streckende van Peter Joachimss ende Ariaen Janss Bernieren erve aff zuijtwaert op tot Aentghen Berthen erve toe, Jan Zegerss oost ende Peterken Dierck Claesdr west. Noch op een rouwer, geleghen teijnden Ariaen Zeveren, Peter Emmen cum suis geleghen oost ende Ans Corneliss cum suis west. Noch op anderhalff geerd lants geleghen in Ariaen Bert Vassen weer inden ambacht van Grootwaspijck, streckende vanden schauwsloot aff aen de Kae noirtwaert op ter halver Maes toe, Ariaen Aertz cum suis oost ende Cleijs Jacobsz west. Noch op eenen halven acker saeijlants onbedeelt gelegen in xj2 Hoefven, streckende vander halver straet aff zuijtwaert op tot Beris Huijben erve toe, Lenaert Corneliss oost ende Adriaen Diercxz cum suis west, met xxv st. jaerlijcx daer vuijtgaende.

Hier jeghens Peterken Dierck Claesdr met hairen voight geerfdeelt op die weste hoeff, streckende van Peter Joachimss erve aff zuijtwaert op tot Aentghen Berthen erve toe, Lauwereijs geleghen oost ende Tuenis Anss west, mits voirwaerden dat Lauwereijs Janss voirss hoeff sal steghen ende weghen over dese tot sijn stede toe ende dat dese weste hoef sal moeten steghen ende weghen over Lauwereijs Janss stede noirtwaert op ter Herstraeten toe. Noch de selffde geerfdeelt op eenen acker saeijlants geleghen inde Hoeff, streckende van Jan Zegerss erve aff oostwaert op tot Halffburen erfge­naemen erve toe. Tuenis Anss cum suis suijden ende Jan Mathijs wedue noirden. Noch op die drie deelen in eenen geer, Willem Joosten noirden ende Cleijs Jacobsz met meer ander zuijden. Noch op eenen halven acker in Grootwaspijck, streckende vander halver straeten aff zuijtwaert op tot Beris Huijben erve toe, Lenaert Cornelis oost ende Ariaen Dircxz west met xxv st. jaerlijcx daer vuijtgaende. Noch op anderhalff geerd lants geleghen in Ariaen Bert Vassen weer, Ariaen Aertsz oost ende Cleijs Jacobsz west, streckende vande Kaesloot aff ter Maes toe, elck met zijn schouwen ende gebuer rechten t’onderhouden.

Aldus aengebrocht ende verpeijnt nae ‘sHeeren handt t’onderhouden op een boete x Karolus gulden te verbueren te gaan nae peijnenrecht voir hemraders Adriaen Janss ende Dierck Adriaenss ende getuijghen daer toe gerequireert.

Fol. 189v.

Verleije Cornelis Mercelis; Ariaen Janss Jonghen vander Heijden.

Desen xijen meert anno xvC Lxxix compareerden voir ons heemraders ondergescreven, Cornelis Mercelis ende gaff over met vrijer giften het vrij ende het onvrij met eenen verleije zo recht is Adriaen Janss Jonghen vander Heijden, zijn gerechticheijt, poirtie ende aengedeelt in beijde die muelens, wintmuelen ende rosmuelen, staende binnen den ban van Raemsdonck. Ende geloeffden Cornelis Merceliss Adriaen Janss voirnoemt, dese voirss twee muelens te vrijen ende te wairen naeden lantrecht tot kersmisse toe lestleden anno ’78 ende langer niet. Welverstaende dat die werffen daer die voirss muelens op staen met der muelens toebehoirten sijn mede inden coep vande voirss muelens begrepen ende gecoft zo groot ende cleijn als die aldaer geleghen zijn. Waervan Cornelis Merceliss voirnoemt mits desen vertijt met behoirlijcke renuntiatie, hem aen die voirss muelens ende erve daer sij op staen egbeen recht noch eijgendom meer aen te behouden ofte vermeten, int groot ofte cleijn voir hem ende hunder beijder naecomelinghen. Alles sine froude oft bedroch, actum als boven, heemraders Ariaen Janss Vendricht ende Dierck Adriaenss.

Bekenden hem Cornelis Merceliss vol ende geheel betaelt van Adriaen Janss Jonghen vander Heijden vande voirss coep vande Muelens voirnoemt den iersten penninck metten lesten, actum als boven, heemraders als boven.

Fol. 190r.

            Ariaen Janss Jonghen vander Heijden; Jacob Janss van Donghen.

Ten die en date als voiren compareerden Adriaen Janss Jonghen vander Heijden ende gaff over het vrij met vrijer giften ende ‘tonvrij met eenen verleije zo recht is Jacob Janss van Donghen zijn gerechticheijt in den muelens, beijde staende binnen Raemsdonck metten erve daer die voirss muelens op staen, zo groit ende cleijn alst daer geleghen is. Ende geloeffden Adriaen Janss voirnoemt, Jacob Janss voirss deze voirss muelens metten erve daer zij op staen, te vrijen ende te waren naeden lantrecht tot dezen daghen toe. Welverstaende zo wat renten oft zijnsen op dit voirss deel inde voirss muelens met recht oft met enighen anderen obligatien rechtelijcken verobligeert zijn, sullen Jacob Janss weesen affcorting aende principael hootpenningen, heemra­ders als voiren.

Desen xijen meert anno xvC Lxxix compareerden Adriaen Janss Jonghen vander Heijden ende heeft geloeft ende hem selven gestelt tot eenen verhaile oft eenighe van zijnen goeden Jacob Janss van Donghen, voir alsulcken verhailen renthen oft schulden die uut den voirss muelen vuijtgaen ende men nu niet en weet, dat hem Jacob Janss daer voiren mach houden ofte arresteren ofte eenighe goederen daer goet genoch voir sijnde alles zine fraude oft bedroch.

Eodem anno et die geloefden Cornelis Merceliss den voirss Adriaen Janss vande voirss waerburchtocht te indempneren, costeloos ende schadeloos te houden voir hem ende zijne nacomelinghen, alles zonder argelist.

Bekenden Adriaen Janss ontfangen te hebben vuijt handen van Jacob Janss, die somme van sesthiendalff ponden groten Vlaams in volder betaelinghen vanden voirss muelens ende zijn die hootpenningen vande rent affgetoghen, actum als boven, ter presentie als boven.

Fol. 190v.

            Eerfdeelinghe aengebrocht tusschen d’erfgenamen van Aentghen Cornelisdr dezen xxxjen meert anno xvC Lxxix.

Inden iersten Cornelis Jorisz ende d’erfgenamen van Tomas Cornelis tzamen gecavelt ende geerfdeelt op vijfftalff geerd lants geleghen int Muelenweer, bedeelt opden oostencant, streckende vander halver Kreeck aff noirtwaert op ten iersten dwerssloot toe buijten den dijck aen die kerck. Noch op twee gerden ende een vierendeel int selve weer, streckende vande voirss dwerssloot aff noirtwaert op ter halver Kil toe ende vander halver Kil voirts noirtwaert op ter halver Maes toe op vijfftalff gerd lant oick opden oosten cant, die vicarissen geleghen oostwaert ende Beris Corneliss met Herman Corneliss erffgenamen int selve lant westwaert. Van welcke voirss bedeelt Tomas Cornelisz erffgenamen geerfdeelt zijn duergaende op die oostzijde ende Cornelis Joriss op die westzijde. Noch zijn die selffde tzamen geerfdeelt op twee geerden min een achtendeel in ‘tleengoet bedeelt op die westzijde, streckende vander Donga aff noirtwaert op ter halver Maes toe, Beris Corneliss ende Herman Corneliss erffgenamen met gelijcke twee geerden min een achtendeel, geleghen oostwaert ende Ariaen Lennaertz cum suis westwaert. Van welcke twee geerden min een achtendeel Cornelis Janss geerfdeelt is aen d’oostzijde ende Tomas Corneliss erffgenamen aen die westzijde. Een iegelijcke met sijn schauwen ende gebuer rechten daer toe behoirende.

Hier jeghens Beris Cornelis ende d’erffgenamen van Herman Corneliss gecavelt ende geerfdeelt t’zamen op vijftalff geerd int nieue(?) lenweer, zo groot ende cleijn ende streckende als boven, te weten die westzijde Cornelis Joriss ende Tomas Cornelis erffgenamen geleghen oost ende die Leeuwercken eijcx erfgenamen cum suis west. Noch die selffde t’zamen geerfdeelt op twee geerden lants int Leengoet min een achtendeel te weten d’oostzijde, streckende als boven, Cornelis Joriss ende Tomas Cornelis erffgenamen met gelijcke twee geerden min een achtendeel geleghen west ende die rentmeesters weeu oost. Een ieder met schauwe ende gebuer rechten t’onderhouden. Ende blijft noch onbedeelt die stede inden Muelenpat ende halff die schans ende int comuijn. Is oick voirwaert wat renthen oft chijnsen op enighe vande voirss goeden metten recht verobligeert zijn sullen partijen malcanderen helpen draghen, want nu even vrij gedeelt is ende sullen oick malcanderen ‘tleen te vers…. (?) ende becostighen, een ieder voir sijn poirtie ende contingent helpen draeghen.

Aldus aengebrocht ende verpeijnt aen ‘tHeeren hant deze t’onderhouden op een boete van seven gouden realen te verbueren te gaen peijns recht voir Ariaen Janss ende Dierck Ariaenss als heemraders waer voiren partijen hebben verteghen ende haer bedanckt der goeder deijlinghe.

Fol. 191r.

Transport op datum: 31-3-1579.

Verkoper: Andries Joriss ende Peter Peterss.

Koper: Lenaert Corneliss

Betreft verkoop van: huijs metten erve daertoe behoirende.

Belend             noord: ambacht van Groitwaspijck

                        zuid: Cornelis Tomass erve.

                        oost: Tijs Janss.

                        west: Cornelis Tomass.

Koopsom: 25 Karolus gld 10 st. te betalen op 2 paasdagen, waarvan de eerste anno ’80.

Verklaring van voldaan zijn op: 28-3-1581 verklaart Peter Peters volledig voldaan te zijn; op 20-7-1581 verklaart Andries Joris als voicht van Marijke Petersdr (!) volledig betaald te zijn.

Transport op datum: 21-4-1579.

Verkoper: Lenaert Corneliss

Koper: Merten Wouters.

Betreft verkoop van: bovengenoemd huijsken en erve, zoals hij van Andries Joris en Peter Peters ontvangen heeft.

Koopsom: 72 pond groten Vlaams (= 45 gld!), waarvan te betalen 4 pond Bamis ’79 en de rest Bamis ’80. De betaling staat wel vermeld, maar zonder datum.

Fol. 191v.

Aenneminghe van Heijlken Brievinch huijsvrou was.

Desen ixen meert anno Lxxix compareerden Heijlken Govaertsdr, wedue wijlen Brievinck Huijbrechten met Ffrans Geritz den schout, haren gecoren voicht ende is rechtelijcken veraccordeert in plaetse van erffdelinge met Huijbrecht Janss de Bosscher, den gerechten bestorven voicht ende met Cornelis Adriaenss den toesiender van Brievinck Huijbrechten achtergelaten weeskijnder.

Dats te weeten dat sij wedue voirnoemt sal almenteren in cost ende dranck Brievinck Huijbrechtz twee onmondighe weeskijnderen, namelijck Huijbken Brievinchx ende Lijsken Brievinchdr. ende onderhouden in cleden, reden, zo lijnden als vullen, sieck ende gesondt, geenen tijt van pericle vuijtgesondert ende oick mede ter schoelen te stellen, want men hier schoel hout. Ende voirts in alles te doene den voirss kijnder nodich wesende, eerlijcken nae hairen staet, geduerende continuelijck voir het joncxe mondich wesen sal. Waer voiren die wedue sal hebben ende genieten den tijt van d’aenneminge die affblaedinge vande erfgoeden die resteren sullen nae die vercopinge vande gereetze erfgoeden die vercoft sullen worden omme die vuijtgaende schulden (nu ter tijt wesende) daer mede te betaelen. Gereserveert dat die aenneming bij Brievinck Huijbrechten saliger gepasseert hair volcoemen effect sal sorteren. Dies is geconditio­neert oft Heijlchen die wedue voirss wederom houwelijck doet oft niet, zo dat gebuerden dat die voirss twee kijnderen verstocken worden, dat die voicht ende toesiender vande voirss kijnderen den kijnderen sullen moeghen besteden op Heijlken voirs cost ende t’haren last. Ende bij faulte van dien stelt Heijlken Govaertsdr voirss met Ffrans Geritz, haren gecoren voicht tot eenen verhaele den voirss voicht ende toesiender tot behoeff vande voirss kijnderen allet ‘tgeene ‘tzij haeff oft erff, niet vuijtgesondert, sij binnen slants oft elders soude moghen hebben.

Is noch in dese expresselijcken ondersprocken oft een van dese voirss kijnderen binnen tijde voirss aflijvich worden, sal de wedue niet te min de bruijckweer hebben vande erfgoeden voirss. Ende allen die resterende goeden, den tijt van aenneminghe omgegaen sijnde, sullen wessen haefdelich, halff ende halff volghende ‘tzuijthollantsche recht. Welverstaende die wedue ofte kijnderen int erfhuijs oft anders meer genieten soude moeghen hebben dan elcx zijne portie sal inde selve resterende goeden pessent ende geleken worden naer behoiren. Actum als boven, coram heemraden Ariaen Janss ende Dierck Ariaenss ende mij present. Melis Cornelis 1579.

Fol. 192r.

            Erfdeling tusschen Adriaen Wircxz ende Ariaen Ariaen Wilmss kijnderen aengebrocht desen xiije meij anno xvC Lxxix.

Inden iersten Adriaen Wircxz gecavelt ende geerfdeelt op die steede op die Berghen, streckende vanden halven Geijlsloot aff zuijtwaert op ter halver Kreeck toe. Jan Gertisz cum suis met sijnen erve geleghen oostwaert ende Ariaen Wilmss cum suis westwaert, met twee Karolusgulden jaerlijcxe losrenten ende thien stuijvers erflijck tsiaers daer vuijtgaende. Noch op halff die acker onbedeelt streckende vanden halven Geijlsloot aff noirtwaert op ter halver straet toe. Frans Geritz met zijnen consorten geleghen oostwaert ende Joachim Meeuss erffgenaemen westwaert. Noch op een halff eijnt ackers geleghen in xj2 hoeven onder Waspijck, streckende vanden halver straet aff zuijtwaert op tot Willem Wouterss erve toe, Beris Corneliss gelegen oost ende Adriaen Huijbrechten west. Elck met zijn schouwen ende gebuer rechten daer toe staende.

Is oick besproicken voirwaerde dat Adriaen Wircxz sal behouden allen die ruerende haeve, zo peerde, waghen als coe en calveren, verckens ende andere levende haeve.

Des moet hij de kijnderen vuitreijcken ten houlijcken staet gecomen sijnde elck een coe oft drie ponden Vlems daer voiren.

Hier jeghens Neltghen Adriaens, Marijcken Ariaens ende Jacob Ariaens dochteren gecavelt ende geerfdeelt op neghen geerden lants geleghen inde Dong gemeen met Jacob Buijssen sijn erffgenamen bedeelt opden westen cant, te weeten het halff weer, Jacob Buijssen erfgenamen voirss cum suis gelegen int selve lant oost ende Jacques Schol west. Streckende vanden halver Keen aff noirtwaert op ter halver Werffcampen­sche straet toe, met twee Karolus gulden jaerlijcxe losrente daer vuijt gaende. Noch de selffde bedeelt op halff die acker onbedeelt met Ariaen Wircxen, streckende, eggende ende ruggende als boven. Noch op een halff eijnt ackers geleghen in xj2 hoeven onder Waspijck, onbedeelt met Ariaen Wircxz streckende ende eggende als boven elck met zijn schauwe ende gebuer rechten daer toe staende.

Ende blijven noch int comuijn alle incomende ende vuijtgaende schulden, halff ende halff, vuijtgescheijden d’acht ponden grooten Vlaams die die voirss kijnderen voir aff moeten doien, spruijtende van geleende gelde. Ende voirts allen den huijsraet nu ter tijt wesende blijft halff ende halff, mits voirwairden oft enighe vande kijnderen voir hairen houwelijk sieck oft cranck worden dat sij hairen consugire(?) ende opstal hebben sullen tot Ariaen Wircxen, ten ware zij sieck waren van eenighe periculoese sieckten. Heemraders Meeus Ariaenz, Ariaen Aertz ende Dierck Ariaenss.

Fol. 192v.

            Rekeninghe van Joachim Claess aengaende Aentghen Beert Gerbrantsdr.

Desen xiije meij anno Lxxix compareerden Joachim Claezen ende heeft bij sijnen eedt rekeninghe gedaen voir schout ende heemraders. Ende is den ontfanck jegens den vuijtgeeff affgerekent, zo is bij liquideren ende affrekeninghe bevonden dat den vuijtgeef meerder is dan den ontfanck die somme van drie ende dertich Karolus gulden ende thien stuijvers. Aldus gepasseert bij heemraders Meeus Adriaenss ende Adriaen Aertz ende mij present.

            Ariaen Beijenss, Gerit Vassen.

Eodem anno et die compareerden Gerit Vass ende gaff over met vrijer giften zo recht is Adriaen Beijens ende Frans Beijenss een half stuck lants, geleghen inde Nieuwen Polder, zo groot ende cleijn als Vas Tomass saliger dat altoos beseten heeft, onbedeelt, te weten een helft van dien. Streckende vande halver straet aff diemen nuet Clooster Zijl noirtwaert op ten halven schousloot toe tot aen Jan Meeus lant, Ariaen Beijenss ende Ffrans Beijens geleghen oost ende Zeger Henrichs int selve lant geleghen west. Ende geloofen Gerit Vassen dit voirss goet te vrijen ende te waren tot naden lantrecht. Heemraden Meeus Ariaenss ende Dierick Ariaenss.

Hiervan bekenden Gerit Vass vol ende geheel betaelt te wesen van Ariaen Beijens, den iersten penck metten lesten. Heemraden Meeus Ariaenss ende Dierick Ariaenss.

Los velletje.

Wij Bert Cornelisz ende Cornelis Tomasz ende vervanghende beijde allen die erffgenamen van Aentghen Cornelisdr daer wij ons sterck voir maicken kennen ende lijden mits deser onser quijtantie vol ende geheel betaelt te weesen van Jan Woutersz van alsulcken half erve geleghen inde Schans als den voirss Jan Wouters ten anderen tijden van allen ons erffgenamen gecoft ende ontfangen heeft, schellende den selven daer van quijt ende allen den geenen die dese onse quijtantie behoevende zijn.

Oircondens ons eijghen handt hier ondergestelt. Desen viije maeij anno xvC Lxxxi bij ons.

bedraeghende int geheel die somme van drieendirtich karolusguldens.

Dits Beris ├ Cornelisz handmerck.

Los velletje.

Ick Bert Cornelisz ende Cornelis Tomasz kenne ende lijde midts deese onser quijtantie ontfangen te hebben uut handen van Jan Wouterss die somme van seventhien Carolus Rijnsge min thien st., die welcke verschoiten sijn St Jansmis anno ’79. Ende dat van alsulcken goede als den voorscreven Jan Wouterss gecoft heeft van die erfgenamen van Beris. Ende bedancke ons der goedere betalinge. Dus gedaen den negenthien augusto. In kennis van deesen soe hebbe ick Beris Cornelisz ende Cornelis Tomasz deese quijtantie onderteekent met ons gewoonlijck handmerck.

Beris ├ Cornelisz merck, Cornelis + Tomass merck.

Fol. 193r.

Transport op datum: 27-6-1579.

Verkoper: Cornelis Lemmen de Backer als gerechte bestorven voicht van Jan Ariaen Henricxz Verhoeven’ achtergelaeten weeskijnderen ende Adriaenken, wedue wijlen Jan Adriaenss voirss met Bastiaen Henricxz vande Schoot, haeren broeder ende gerechte voicht, haer metten recht gegeven ende mede als toesiender vande voirss weeskinde­ren.

Koper: Adriaen Gerit Jan Swillen.

Betreft verkoop van: Een stuck lants geleghen int Rijsbroeck opden Vaercant, also groot ende  cleijn ende in allen manieren als Jan Adriaenss voirss ten anderen tijde van Pauwels Dercxz dat ontfangen heeft.

Belend             noord: Vaert.

                        zuid: Vaert.

                        oost: Vaert.

                        west: H. Geest.

Koopsom: niet genoemd.

Transport op datum: 28-7-1579.

Verkoper: Huijbrecht Janss de Bosser als gerechte bestorven voicht van Brievinck Huijbrechts’ achtergelaeten weeskijnderen.

Koper: Peter Wouterss.

Betreft verkoop (met verleije) van: negen geerden lants geleghen opde Vlaeijkens.

Belend             noord: halve Poelsloot.

                        zuid: halve Vlaeijkens straet.

                        oost: Jacob Raesen.

                        west: Adriaen Jans Vender.

Koopsom: 12 ponden grooten Vlaems, waarvan nu gereet aan handen van Govaert Adriaens 5 pond en noch een rente van 27 Karolus gulden, de rest op Bamisdag eerstkomende.

Fol. 193v.

            Accordatie.

Desen xxviije junij anno xvC Lxxix zijn veraccordeert Huijbert Jan de Bosscher als gerechte bestorven voicht ende Cornelis Adriaens als toesiender van Brievinck Huijbrechts’ achtergelaeten weeskijnderen met decreet ende advijs vande gerechte ende bij consent vande vrinden, nemelijck Gijsbrecht Zegers ende Adriaen Wilmss ter eenre ende Adriaen Peterss van ‘sGravemoer als man ende voicht van Heijlken Brievinck Huijbrechten wedue ter anre zijden, aengaende die aennemingen vande kijnderen hiervoir gepasserdt. Dats te weten dat hij affscheijden sal ende scheijt aff mits desen vande kijnderen ende van allen proffijtelijcke ende onprofijtelijcke schulden mits die huijsinge ende erve, zo acker als hoij- ofte weijlandt die Brievinck Huijbrechts sa. achtergelaeten heeft ende bekende hem daer egeen recht meer aen. Salvo dat Adriaen Peterss, als man ende voicht voirss, sal hebben ende behouden vrij ‘tgene Heijlken, wedue voirss sijn huijsvrou int erfhuijs gemijnt oft gecoft heeft ende sal noch daerenboven ontfangen die somme van acht (er stond “twaalf” maar dat lijkt later veranderd) ponden grooten Vlaams eens, te betaelen nu tot Bamisse ierstcomende anno 79 als wilceur de schult die eenhelft ende die reste tot meij daer aen anno 80, mits voirwaerde dat Adriaen Peters sal gebruijcken tot meij ..(?) het huijs ende die kijnderdeel vande breij dit jaer ende langer niet. Des en is Adriaen Peterss niet gehouden eenighe penningen t’ontfangen noch vuijt te geven verschenen voirde lest aeneminghe vande kijnderen ende voirden tijt van het erffhuijs welcke voirss aenneminghe mits desen is geannuleert, doot ende tot niet. Actum als boven, heemraden Jan Zegerss ende Jan Meeuss ende mij present, Melis Cornelis, 1579.

            Aenneminghe van Peter Adriaenss weeskijnt metten heer.

Eodem anno et die als boven heeft Adriaen Lenaertz rechtelijck aengenomen Janniken Peter Adriaenss dr. te alimenteren in cost ende dranck ende t’onderhouden in cleeden, reeden, zo linden als vullen, schoijen, cousen, te leeren neijen ende ter schoolen te laeten gaen, sieck ende gesondt ende voorts allet geene te doene eerlijcke nae vuijtwijsen sijnen staet, vijff jaere lanck geduerende, waervan den tijt ingegaan is op desen dach anno Lxxix ende finneren sal anno Lxxxiiij, meijdach incluijs. Waer voiren Adriaen Lenaertz sal hebben die bruijckweer ende affblading vande erffgoden den tijt vande aenneminghe ende langer niet. Des is hij gehouden den voirss tijt te betaelen allen renthen ende schattinghen die op des voirss kijndts goeden vallen sullen ende langer niet, behalve die iij 1/2 Karolus gulden tsiaers die Adriaen Lenaertz op den buijtendicxen werf heft, die ‘t kint buijten moet betaelen. Ende oft gebuerde dat voirss kint binnen den tijt vande aenneminghe aflijvich worden, sal die bruijckwer wesen tot Ariaen Lenaertz proufijt vande selve jaeren daer kijnt in sterft. Aldus gedaen bijden schout ende heemraden Jan Zegerss, Adriaen Peterss ter presentie van Peter Adriaenss met Marij Maes(?) sijn huijsvrou ende Joachim Claess ende mij gesworen clerck als ..(?)

Fol. 194r

Is dese rekeninghe gepasseert bij Joachim Claess van wegen Halfbieren weeskijndt. Ende is den ontfanck jegens den vuijtgeeff afrekent zo is bij rekeninghe bevonden dat het weeskijnt van Joachim Claess noch coemt de somme van ij Karolus gulden xv st. Dies zo sal Joachim Claes ontfangen ende opbueren allen die hueren nu tot meij anno Lxxix verschenen ende moet oick betaelen allen onprofijtelijcke schulden voir desen tijt vervallen. Actum desen xxviijen junij anno xvC Lxxix bij probatie van schout ende heemraders Jan Zegerss ende Adriaen Aerts.

            Testamentum.

Desen ven augustij anno xvC Lxxix compareerden Cornelis Janss de Leeu ende Philippa Jan Copdr (sic. in de rest van het stuk staat Philips Jansdr!!) sijn wettige huijsvrou, beijde onder den blauwen heemel op gaende beenen, Philipps Jan Copdr voirss cranck van lichaeme, maer volcoemen van verstande. Ende hebben malcanderen met hairen vrijen eijghen wille ende nae rijpe deliberatie van raede getransporteert ende reciproce over ende wederover gegeeven, gegundt ende gemaeckt, geeven, gunnen, maecken mits desen den lancxen van hem beijden int leven blijvende allen haeiren goeden, have ende erve, niet vuijtgesondert te vermeerderen ende te verminderen, daer mede te doen haren vrijen eijgen willen tot sustentatie ende onderhout hairs leven. Des is voorwaerde bij so verde Philipps Jansdr voirss ierst afflijvich wordt zonder wettighe oiren achter te laeten, dat Cornelis Jans, haeren wettighen man sal hebben ende behouden hair heijcken ende pandt of overschot vande fock ende voirts allen hairen cleederen, hemden ende reoirnamen­ten tot haren lijve toebehoirende sal hebben ende behouden Philipps Jansdr haire moedere behalve tdugelijcx sulcken dat Cornelis Janss tot die heijcke ende stuck vande fock behouden sal om hem daer mede te cleeden. Ende dat die resterende goeden naer haerder beijder doot sullen wesen haefdelich, halff ende halff, volgende ‘tZuijthollantsche recht. Willen ende begeeren testateurs voornoemt dat dit haere iegenwoordighe testament ende vuijtersten wille sal woirden gehouden voir goet, vast ende van volder weerden, voir allen rechten, rechteren ende rechtbancken, geen vuijtgesondert. Want sij verclaeren ‘tselffde te zijne hairen vuijttersten wille ende meijninghe, alles sonder argeliste. Actum als boven, voir Adriaen Peterss Schoenmacker als heemraden, Beris Cornelis als buerman ende getuijche daetoe gerequireert ende mij gesworen clerck iegenwoordich ende aldus mede condich.

Melis Cornelis 1579.

Later bijgeschreven:

Idem nae die doot van Philips Jansdr. is in erff gebleven die Schans daer ‘thuijs plach te staen ende het erffken dat Cornelis Jansz van Aelbrecht Geritsz gecoft heeft, d’welck hij wirde vercoft heeft voir die somme van xiiij rijnsgulden ende daer van xiiij st. quijtgeschouden. Blijft dat hij ontfangen heeft xiij rijsgulden vj stuijvers.

Noch zoe heeft Cornelis naden doot van Phillips Jans betaalt van ‘terffken in de Schans thien rijnsgulden, waarmede ‘tzelffde betaelt is (Onderste stukje papier vergaan; niet meer te lezen).

Fol. 194v.

Desen xjen septembris anno 79 heeft Frans Geritss, scholteth rekeninghe gedaen voir Aerdt Henrick Wijten, zoe met zijn broeder ende zusters, voir Peter Henricx ende sijn susters voir Huijbrecht Peters ende voir Willem Buijsen met sijnder complicien, allen te zaemen gerechte erfgenamen van Aentghen Wilm Ariaen Diercxendr, dats te weten dat sij erffgenamen voirss affgereeckent hebben metten schout van zijn vuitgegeven penningen ende anders van Aentghens voirss verschoten, zo is bij rekeninghe bevonden dat den schout noch coempt vande voirss erffgenamen die somme van xxi Karolusgulden viij 2 st. Actum als boven, heemraden Ariaen Janss ende Aert Adriaenss. Dies heeft den schout het coeijken van Aentghen Willemsdr voir sijn vuijtgeleijnde peningen waer mede hij te vreden moet weesen.

            Transport.

Desen xijen septembris anno xvC Lxxix compareerden Lijsken Henrick Wijtendr. met Adriaen Janss Vendricht, hairen gcoiren voicht, hair metten recht gegeven ende heeft rechtelijcken getransporteert ende overgedraeghen Willem Jacobsz Knijp allen alsulcken goederen, zo haeve als erv,e tot wat plaetse die gelegen soude moghen wesen, als haer van Aentgen, wijlen wedue Henrick Corneliss Pluijm, haer moeije gesuccedeert ofte aenbestorven soude moghen wesen, geen vuijtgesondert. Dies so moet Willem Jacobz voirnoemt betaelen ende genieten allen prouffijtelijcke ende onprouffijtelijcke schulden die van Aentghen Henricxz weeu voirss tweghen Lijskens voirss soude moeghen aencoemen hair quote ende voirder niet. Ten waere dat Frans Diercx burgemeester eijschende waer die somme van vier Karolus gulden thien st, die Wilm Jacobz voirnoemt gehouden is te voldoen ende meer niet. Renuntierende met haren gecoiren voicht voirss hiermede vande voirss besterft tot behoeff van Willem Jacobz voirss haer haire naecomelinghen nu ende ten eewighen daghen daer met egeenen recht meer ofte breed nae te taelen in eenighe manieren, ten eijnde dat Willem Jacobz langhen tijde voorleden voir hair ende haire wittigen man saliger die penningen verschooten ende betaelt heeft. Alles sonder arg ofte list. Actum als boven, coram heemraders Jan Zegers ende Dierck Adriaenss.

Fol. 195r. (Rechterdeel van de bladzijde deels vergaan. Daar worden de regels weergegeven als in het origineel).

            Erfdeling aengebrocht tusschen Ariaen Huijben ende Peter Zegerss erffgena­men, desen xxjen septembris anno xvC Lxxix.

Inden eersten Adriaen Huijben gecavelt ende geerfdeelt op eenen halven acker saijlants, gelegen in xj 2 Hoeve, tusschen Adriaen Wiercken gelegen oost ende Willem Geritz west. Noch op een half weer lants bedeelt op den oostencant, streckende vande Dieffdijck aff ter halver Kreeck toe, Beert Cleijs erffgenamen gelegen oost ende Jan Jan Gerits cum suis int selve lant west. Noch op een stuck lants, geleghen teijnde Gijb Zegers cooltuijn. Streckende voorts zuijtwaert op ter halver creeck toe, Tijs Wouters gelegen oost ende Adriaen Aerts west. Een ieder met sijn schouwen ende gebuer rechten daer toe staende.

Hier jeghens zijn Peter Zegers erfgenamen gecavelt ende

gebleven. Voirts bij allet geene dat Peter Zegerss ende

Griet, zijn huijsvrou nae haerder doot aenbestorven is

achtergelaten hebben mits die doot van Huijbrecht Beert

Een ieder met sijn schauwen ende gebuer rechten daer toe be-

hoirende. Welverstaende offer eenighe van allen die

goederen belaest ofte beswaart waeren int groot ofte int

cleijn, sullen partijen een ieder tot sijnen last houden,

sonder argelist. Actum als boven bij Joost Zegers als

voicht ende Jan Berthen als toesiender vande voirss kijnder.

Voir Jan Zegerss ende Adriaen Aertz als heemraden.

Vrijgift              Jan Meeus; Melis Corneliss.

Desen xiiijen octobris anno xvC Lxxix compareerden Jan Meeus Janss ende gaff over met vrijer giften zo recht is Melis Cornelis een halff weer lants gelegen int Meulenweer. Streckende vande Dieffdijck aff zuijtwaert op ter halver …

Aen Beris erffgenamen gelegen int selve lant oost ende Ariaen Geritss van Boemel cum suis west. Ende geloefden Jan Meus dit voirss erve te vrijen ende te waren naden lantrecht. Voir heemraden Adriaen Peterss ende Adriaen Janss. Bedankten hem Jan Meeus volder betaelinghe van Melis Corneliss, den iersten penck metten lesten. Heemraden als voiren.

Fol. 195v.

Vrijgift              Melis Corneliss; Jan Meeus.

Eodem die compareerden Melis Corneliss ende gaff over met vrijer giften zo recht is Jan Meeuss, iij 2 geerde lants gelegen int Leech Veen. Streckende vander Bancken aff zuijtwaert op ter ouder Vaart toe, gelegen onbedeelt met Adriaen Peterss ende die kerck van Raamsdonck zo groot ende cleijn als Melis Corneliss voirnoemt daer in gerichtis. Ende geloeffden voirts ‘tvoirss erve te vrijen ende te waren tot desen daghe toe. Heemraden als voiren.

Bedankten Melis Corneliss hem hier van geheel betaelt.

Vrijgift              Adriaen Peterss; Jan Meeus Janss.

Desen xven octobris anno xvC Lxxix compareerden Adriaen Peter Schoenmaickers ende gaff over met vrijer giften zo recht is Jan Meeuss Janss, seven geerde lants gelegen int Leech Veen. Streckende vander Bancken aff zuijtwaert op ter ouder Vaart toe, zo groot ende cleijn als hem dit van Cleijs zoo (dit woordje is tussengekriebeld) Bert Vassen aenbestorven is, onbedeelt met S(?) Peeter ende geloeffden Adriaen Peterss dese voorss seven geerden lants te vrijen ende te waren to desen daghe toe. Heemraden Adriaen Janss ende Dirck Adriaenss.

            D’erffgenamen van Aen Beris; Jan Wouterss.

Desen xviijen octobris anno xvC Lxxix compareerden Beris Corneliss voir hemselven ende vervangende Cornelis Joriss ende Herman Cornelis erffgenamen, Cornelis Tomass voir hemselven ende mede als voicht van Ariaen Huijben kijnder, Teeus(?) Janss voir hem selven ende Willem Cornelis voir hem selven.

Ende gaven over met vrijer giften zo recht is Jan Wouterss een halff steede, gelegen onbedeelt met Huijbrecht Beerten erffgenamen, zo groot ende cleijn als Huijbrecht Beerthen ende Aentgehn Corneliss dr. die in hairen leven gebruijckt hebben. Den Leechen wech gelegen oost en Jan Mathijs erffgen west. Ende geloofden comparanten voirnoemt dese voirss halff hoffstede Jan Wouterss te vrijen naden lantrecht. Heemraden Jan Zegerss ende Ariaen Aerts.

Desen viijen meij anno xvC Lxxxi bekenden Beris Corneliss ende Cornelis Tomass, zoo voir hem selven als mede voir allen die gerechte erffgenamen van Aen Beris dat Jan Wouterss dese voirss halff stede ten vollen betaelt heeft voir hem ende allen zijnen naecomelingen.

Fol. 196r.

Gezien hebbende die littenen(?) ons overgeschreven bij Antonis Adriaenss vande Langrijt, vorster tot Gilze, hoe dat hij die erffgoederen alhier tot Raemsdonck geleghen ende twee grauharighe meripeerden, bij Adriaen Aerts onze mede heemraet in arrest gehouden, altezaemen competerende d’erffgenaemen van Adriaen Govert Meliss, drie sondaechse geboeden gegeven heeft tot Gilze in volder kercken ten generaelen ende gemene gehoire, allen verleden ende gepasseert den xiiijen novembris anno Lxxix lestleeden ende niemant vande voirss erffgenamen noch voichden ofte toesienders den voirss Adriaen Aertss van zijn achterweesen, te weeten die somme van twintich ponden grooten Vlaams cum expensis, niet gecontenteert en hebben, soe stellen wij scholteth ende heemraden ondergeschreven den voirss Adriaen Aerts vande twee peerden ende erffgoederen als eijgenaer nae onser blancken recht die selffde te moeghen verkopen, veralueeren ende te verhantplichten als zijn eijgen goet. Mitsgaeders dat den voirss Adriaen Aerts die voirss goederen publice ende openbaerlijcken veijlen ende vercoepen sal ten eijnde oft vande voirss goederen int vercoopen eenighe penningen overschoot­en, sullen weesen tot behoeff vande voorss weeskijnderen nae behoiren. Al zonder arch oft list. Aldus gedaen bij Frans Gerits, scholteth, Meeus Ariaenss, Jan Zegerss ende Adriaen Jan Andriess, heemraden binnen Raemsdonck. Desen xviijen novembris anno xvC Lxxix.

Vrijgift              Willem Corneliss; Corst Roelen.

Desen xxen novembris anno xvC Lxxix compareerden Willem Corneliss ende gaff over met vrijer giften zo recht Corstiaen Roelen een huijs metten erve daer aen geleghen, zo groot ende cleijn ende in alder manieren als Willem Corneliss dat selffde ontfangen heeft. Gelegen Adriaen Deniss oost ende Wouter Tijs erffgenamen west. Met allen gebuerlijcke rechten daer toe behoirende. Ende geloeffden Willem Corneliss dit voirss huijs ende erve te vrijen ende te waren naden lantrecht. Heemraden Adriaen Aerts ende Adriaen Janss.

Fol. 196v.

            Corst Roelen; Willem Corneliss.

Eodem die compareerden Corst Roelen ende heeft gelooft ende verwilcuert zo recht is Willem Corneliss die somme van twaalff ponden grooten Vlaams, te betaelen die een helft op die gifte ende die reste op twee Bamisdaeghen ierstcomende, waer van den iersten weesen sal Bamiss ano tachtentich. Elcken Bamis achthien Karolusgulden. Verbijndende daer voiren allen zijn goeden, geen vuijtgesondertvoir den iersten penck metten lesten betaelt is. Heemraden als voiren.

Een deel van de vordering transporteert Willem Cornelis vervolgens aan Huijbrecht Janss (die nog meer van hem te goed heeft). Dan bekent Beris Cornelis (kennelijk voor Huijbrecht Jans) een deel van de betaling ontvangen te hebben. Op 26-5-1582 heeft Corst Roelen volledig voldaan in presentie van de schout, Beris Cornelis en meer anderen.

            Waerburchschap.

Desen xjen octobris anno xvC Lxxix compareerden Jan Meeus Janss ten …..

ende stelden Jacob Janss van Donghen tot eenen onversterfflijcken waerburch een stuck lants geleghen inden Leechen wech, zo groot ende cleijn als hij dat van Melis Cornelis ontfangen heeft. Ende noch iij2 geerde lants geleghen in’t Leech veen, oick zo groot ende cleijn als dat vande voirss Melis Corneliss gecoemen is ende dat voor Thijs Jacob Michiels ten Rijen, alzo hij hier onder Raemsdonck niet gegoeijt en is.

Spruijtende dese voirss waerburchschap ter causen van alsulcken onraet van verhoelen renthen ende commer als soude moeghen coemen op half den peerboom die Jacob Janss vande voirss Tijs Janss gecoft heeft, behalve ‘tgeen die kerck oft Heijlighen Geest van Cappel daer op heffende is ende Jacob Janss tot sijnen last moet houden. Ende ingevalle de onraet hoiger oft meer liep oft bedroech dan dese voirss twee perceelen lants weerdich sijn mochten, soe stelt Tijs Janss den voirss Jacob Janss tot eenen verhaele sijn eijghen persoen ende voirts allen zijnen goeden, rurende ende onruerende, present ende toecomende, hoedanich oft tot wat plaetse voor wat gerichten, onder wat iurisdictien, ‘tzij te water ofte lande ende sijn persoen ofte eenighe van sijnen goede bevonden mochten woirden. Stellende die selfde alnoch tot Jacob Janss verhaele voir sijn costen, ….. ver…  ende ……

hij daer duer soude moeghen vercort worden. Heemraden Adriaen Peterss ende Adriaen Janss.

Fol. 197r.

            Eerfdelinghe aengebrocht tusschen Frans Gerits, schout, ende zijne kijnderen verweckt bij Peterken Adriaensdr.

Inden iersten Ffrans Gerits, schout, geloet, gecavelt ende geerfdeelt op ses geerden lants, streckende vanden iersten dwerssloot aff buijten den dijck noirtwaert op ter halver Maes toe, Ariaen Janss Vender int selve lant geleghen oost ende Frans Geritsz kijnder int selve lant west, met twee Karolusgulden jaerlijcxe losrenthen daer vuijtgaende. Noch op drie geerden lants geleghen bedeelt opden westen cant in Peerken Tomass weer. Streckende vander Donga aff noirtwaert op ter Maes toe met xv st. losrenthen daer vuijtgaende. Noch op seven geerden lants geleghen opde Geestkens(?) onbedeelt met Adriaen Peters. Streckende vande halve Poelsloot noirtwaert op ter halver Kil toe.

Noch op eenen halven acker saeijlants, geleghen bij Marij Jan Teeuwen, onbedeelt met Adriaen Adriaenss met halff die ronwer(?), streckende vander halver straet aff zuijtwaert op ter Ouder Vaert toe. Noch op anderhalf geerd lants geleghen in Casteleijns lant, zo groot ende cleijn als dat daer gelegen is. Streckende van Peter Zegers erve aff noirtwaert op ter halver Mase toe. Noch dieselffde geerfdeelt op die steede, zo groot ende cleijn ende in alder manieren als hij die langhen tijt gebruijckt ende beseten heeft.

Dies moet hij Gerit Franssen, Jan Franssen, Ariaen Ffranssen ende Marijken Fransdr, sijne kijnderen, alimenteren in cost ende dranck ende onderhouden in alles hair nodich weesende, eerlijcken nae sijnen staet, eenen tijt van vijff jaeren, ingaende Bamisse anno xvC Lxxix, welcken voirss tijt lanck Ffrans Gerits voirss sal betaelen ende ontfangen allen incoemende ende vuijtgaende peningen ofte schulden.

Hier jeghens die voirss weeskijnderen gecavelt ende geerfdeelt op ses geerden lants, streckende als boven, Frans Gerits hairen vader, int selve lant gelegen oost ende Peter Joachimss cum suis west, met twee Karolus gulden jaerlijcx daer los vuitgaende. Noch op drie geerden lants in Peerken Tomas weer, bedeelt op den oosten cant, Willem Buijse cum suis oost ende Frans Geritz west, met xv st. jaerlijcxe losrenthen daer vuijtgaende.

Noch de selffde geerfdeelt op vijftalff geerd lants geleghen inde Oude straet met Merten Lauwen erffgenaemen bedeelt opden oostencant. Noch op een vierendeel in een acker saeijlants onbedeelt met Ariaen Adriaenss, gelegen bij Jan Huijghen, streckende vander halver straet aff zuijtwaert op ter halver Ouder Vaert toe, Gijb Zegers kijnder oost ende Jan Vassen west met negen st. erfflijck daser vuijtgaende. Noch op een vierendeel in een weer lants gelegen int Leech Veen, streckende vant ierste dwerslootken aff buijten den Dieffdijck zuijtwaert op ter Donga toe, Peter Janss de Bont gelegen oost ende Leeuwercken eijcx erffgenamen west. Een ieder met zijn schauwen ende gebuerrechten daer toe behoirende. Aldus gedaen bij Frans Gerits Schout, Adriaen Adriaenss als voicht ende Adriaen Geritz van Boemel als toesiender vande voirss vier kijnderen. Desen ven octobris anno xvC Lxxix bij heemraden Meeus Adriaenss ende Adriaen Aertz.

Fol. 197v.

Transport op datum: 14-11-1579.

Verkoper: Peter Adriaenss Sconnincx, als gerechte bestorven voicht van Adriaen Adriaenss, sijns bruers weeskijnderen.

Koper: Frans Diercx.

Betreft verkoop (met verlije) van: een achtendeel in de coeweij, gelegen onbedeelt metten voirss Frans Diercx ende Cornelis Adriaenss.

Belend             noord: halve Dijckamp.

                        zuid: Henrick Corneliss erve.

Ende gelooffde Loefken Peter Adriaenss inde qualite als boven dat voirss erve te vrijen ende te waeren naden lantrecht.

Koopsom: betaald, niet genoemd.

Peter Adriaens stelt zich voorts garant voor eventuele swaricheden waarvan men nu niet en weet.

Fol. 198r.

            Erfdelinghe aengebrocht tusschen d’erffgenamen van Metghen Zeger Gijben wedue saliger. Desen xxviijen decembris anno Lxxix.

Inden iersten Joost Zegerss met Peter Zegerss weeskijnderen, gecavelt ende geerfdeelt op Metghen Zegers stede zo groot ende cleijn als zij geleghen is.

Noch die selfde geerfdeelt op het lant int Leech Veen. Noch die selfde tzamen geerfdeelt op een stuck lants geleghen aenden Geijldijck, streckende vant noirden eijnt aent Lanck Bos aff zuijtwaert op ten halven Broexken toe.

Hierjegens Gijb Zegers ende Jan Zegersz gecavelt ende geerfdeelt op het lant in Henrick Luijen Ambacht ende op het lant geleghen op de Killen, zo groot ende cleijn als zij aldaer geleghen zijn. Noch die selffde tzamen bedeelt op een halff weer lants achter Cornelis Adriaenss geleghen, met noch een stuck lants geleghen int Geijl, streckende vant zuijden eijnt aent Lanc Bos noirtwaert op ten halven Vlaeijkens straet toe.

Noch Gijb Zegerss bedeelt op vierdalven Karolusgulden tsiaers ende Jan Zegers bedeelt op xxx stuijvers tsiaers.

Aldus aengebrocht ende verpeijnt aent ‘sHeeren hant dese t’onderhouden ende t’achtervolghen op een pene van xx gouden realen te verbeuren te gaen nae peijnenrecht voir heemraden Adriaen Janss ende Dierck Adriaenss.

Transport op datum: als boven (28-12-1579).

Verkoper: Joost Zegers voir hem selven ende mede als voicht van Peter Zeegerss weeskijnderen, Gijb Zegerss voir hem zelven ende Jan Zegers voir hem selven.

Koper: Joost Daniels.

Betreft verkoop van: een derdendeel in weer lants gelegen gemeen met Adriaen Peterss ende Peter Aen Gijben erffgenaemen, onbedeelt met de voirss erfgenamen op den westencant.

Belend             noord: eerste sloot aan de zuidzijde van de Dieffdijck.

                        zuid: halve Kreek.

                        oost: Adriaen Peters voirss.

                        west: de wedue van de rentmeester c.s.

Fol. 198v.

Transport op datum: 28-12-1579.

Verkoper: Henrick Janss Buijs als man ende voicht van Lijsken Peter Gijbendr.

Koper: Peter Jan Roelenss alias Scheerder.

Betreft verkoop van: een stuck lants in de Oirde, zo groit ende cleijn als Jasper Roelensz dat in huere gehadt heeft.

Belend             noord: Kae.

                        zuid: Donga.

                        oost: Adriaen Pauwels wedue met haren kinderen.

                        west: Peter Jan Jacobsz erfgenamen.

Koopsom: 48 ponden Grooten Vlaams.

Te voldoen als volgt: Op drie achtereenvolgende Lichtmisdagen. Eerste betaling Lichtmis 1581.

Verklaring van voldaan zijn op: 27-2-1586 door Henrick Jansz.

Fol. 199r.

Transport op datum: 8-10-1579.

Verkoper: Ffrans Meeus als man ende voicht van Marijcken Herman Cornelisdr

Koper: Huijbrecht Janss (op een los briefje: Huibert Jans van den Berch)

Betreft verkoop van: alsulcken besterff als hem (verkoper) van Aentghen Cornelis van Dalen dochter (op genoemd los blaadje: Aenken Cornelis weeu) aenbestorven is, te weten een huijs ende erve, uutgescheijden incoemende ende vuijtgaende penningen, die Ffrans Meeuss voirss aen hem hout.

Ende alzo Frans Meeuss dit voirss besterff vrij over transporteert, zo stelt hij Huijbrecht Janss tot waerburch allen sijnen goederen alhier binnen Raemsdonck geleghen, den tijt van twee jaren ende langher niet. Actum ut supra voir heemraden Jan Zegers ende Adriaen Janss.

Verder geen koopsom of iets dergelijks genoemd.

Transport.        Willem Corneliss; Huijbrecht Janss.

Den vjen novembris anno xvC Lxxix Willem Corneliss ende heeft rechtelijcken getransporteert ende overgedragen Huijbrecht Janss tiendalff Karolus gulden vuijt alsulcken wilceur als hem Corst Roelen nu onlangs verleeden heeft, die verschijnen sullen op Bamisdach ierstcoemende anno tachtentich, spruijtende ter causen het gerechte deel dat Huijbrecht Janss hem in Aenbers(?) huijs vercoft heeft ende gecoemen is van Frans Meeus ende mer niet. Heemraden Jan Zegerss ende Adriaen Janss Vender.

(acte is doorgehaald ter voldoening).

Fol. 199r.

Transport op datum: 8-11-1579.

Verkoper: Cornelis Joriss als man ende voicht van Truijken Goosens dr.

Koper: Adriaen Lenaertz ende Huijbrecht Janss.

Betreft verkoop van: allen sijn besterf zo groot ende cleijn als hem dat van Aentghen Cornelis van Dalen dr aenbestorven is, niet vuijtgesondert.

Koopsom: 28 ponden Grooten Vlaams ende vierdalven Karolusgulden

Te voldoen als volgt: De helft gereet, de andere helft over een jaar.

Verklaring van voldaan zijn op: Op 1-10-1583 is alles vereffend.

Op een aantal losse briefjes, grotendeels slecht leesbaar, de volgende teksten:

xvij jaren geleden gecoft van Ariaen Peer Huijben een weer ofte halff int Rijsbrouck Ariaen Bertholomeus Canters ende Willemken zijn suster.

andere kant: Weet heer schouteth ick sou het al begeeren op.. .. dat heij .. Claes C…

…….. den vest brengen van desen hoijlant

…………………

…… dese overleden persoonen

Ariaen Bartholomeeus Canters ende Willemken sijn suster ende Jacop

…..

In manieren nae bescreven soe hebben die naebueren van Raemsdonck gehuert van Jan Cornelissoen Jan Berthen straetken vijf ende twintich jaeren lanck duerende voor die somme van twe Karolusgulden tsiaers te betaelen alle jaer Sint Jansmis natuutatis te mitsomer als verwilcoerde schult die gesworen vanden dorpe te moghen panden off sijn schatting daer aen te corten.

Ende beloeft Jan Cornelissoen voorscreven dit voorscreven straetken te maken ende te onderhouden datmen dat wijnter ende zomer gebruijcken mach. Ende bij gebreck van dijen dat die here besteden sal ende doen maken op Jan Cornelissoens voorscreven cost. Ingaende die eerste huijre anno xvC Lxiiij ende soe voort xxv jaeren achtereenvol­gende. Sonder arch ofte list.

Desen ven octobris anno 79 ……….

gecoft Huijbert Janss vanden Berch al sulcken besterf als Frans Meuss aenbesorven is van Aenken Cornelis weeu ofte Aen Beris * gheen vuijtgescheijden. Dies hout Frans Meeuss aen hem selven die oude schult aen hem selven. Ende moet Huijbert Janss hebben sijn besterff int landt ende in Aen Beris huijs. Ende moet Huijbert Janss betaelen Jan Meeuss van den Berch die somme van xij ponden groiten Vlaemsch ende twee Carolus gulden. Ende Huijbert Janss noch ij Carolus gulden int ghelach ende den goots penninck ij st eenen halven in ..sentien den schout ende Willem Geerite ende Ariaen Adriaenss ende Jan Adriaens Ghijben Ende de cooper ende de vercooper present.

Adriaen + Adriaens merck. Bij mij Frans Gherssoen schout ondertekent.

Ick Vas Willemss bekenne vol ende al betaelt te weesen van Adriaen Leenaertss, spruijtende van den wilcker van Frans Mieuss van het selfde lant dat Ariaen Leenaertss van Frans Mieuss ghecoft heeft. In kennisse der waerheijt soe hebbe ick Vas Willemss dit onderteekent op datum den xxi september anno drientachtich, in presentie van Michiel Adriaenss.

Dit is    Vas Willemss hantmerck.

Weet heer vorster tot Giels (=Gilze) als dat ghij een weete wilt doen omme u behoorlijc­ke solaris aen die voichden off d’erffgenamen ofte den schout als opervoocht van weeskijnderen van Adriaen Gheerit Meliss als dat hier peerden ende haer erffgoederen beset ende beslaegen sijn van eenen genaempt Adriaen Aerts tot Raemsdonck ende noch meer andere, voor een som van xx ponden grooten Vlaemsch ende doet hem drie weeten (hier is iets onleesbaar tussengekrabbeld) ende geeft hem drie sondaechs geboden ten volder kercke off daermen ghewoonnelijck publicatie is te doen. Ende aldan te lesten gebots ommegaen .. de heer met de schuldenaers ‘swoondaechs daer aen vercoopen sullen. Ende schrijff mij off ofte seijndt mij dat brieffken wederomme ende schrijft dat ghij drie geboden ende weeten ghedaen hebt ende met eer(?) voor lest gebodt.

Geschreeven vant Raemsdonck deessen xxxjen octobris anno 1579. Bij mij Frans Geerits, schouth to Raemsdonck.

In de kantlijn staan enkele slecht leesbare stukjes tekst die ik bovendien niet in de tekst kan plaatsen (GAvS).

Het stukje is kennelijk teruggezonden met de volgende tekst:

Dese laetste weijlinge aldus gedaen ende weeten, achtervolghende de begerte. Bij mij vorster ondergeschreven opten xiiijen novembris anno 1579. Anthonis Adriaenss vande Langrijt, vorster tot Ghilze.

Fol. 199v.

            Erfdeling aengebrocht tusschen d’erffgena­men van Willem Meeuss, desen viijen decembris anno xvC Lxxix.

Inden iersten Merten Wilmss gecavelt ende geerfdeelt op die steede met noch twee geerden lants, streckende vander Donga aff noirtwaert op ter halver Maes toe, geleghen onbedeelt met Ans Cornelis cum suis int halff weer, opden westen cant. Noch die selffde bedeelt op vijff geerden lants min een vierendeel, gelegen inde Donck, Jan Vassen int selve lant oost ende Aert Mertenss west int selve lant. Streckende vander halver Werfcampense straet af noirtwaert op ter halver Maes toe.

Hier jeghens Meeus Wilmss gecavelt ende geerfdeelt op den Broeckhoevel, streckende van Joachim Aertz stede aff zuijtwaert op ter Kae toe. Noch dieselffde geerfdeelt op die Vlaeijkens, zo groot ende cleijn als zij daer inne gerecht zijn, gelegen inde helft op den westen cant, streckende vanden halven Geijlsloot aff noirtwaert op ter halver Kil toe. Noch die selffde geerfdeelt op vijf geerden lants geleghen inde Hochdonck, streckende vander halver Kil aff noirtwaert op ter halver Maes toe, onbedeelt inde weste helft vande lande.

Mits conditen zo wat renthen ofte chijnsen vuijt eenighe vande voirss goederen jaerlijcx vuijtgaen sullen parthijen malcanderen helpen gelden ende draeghen, maer geen oncosten van schauwen.

Aldus aengebrocht ten date als boven voir heemraden Jan Zegerss ende Adriaen Aertz ende getujghen daer toe versocht.

Fol. 200r.

Transport op datum: 3-12-1579.

Verkoper: Cathelijn (Lijnken) Stevens, wedue met Michiel Aertz, haeren broeder ende gecoiren voicht, hair metten recht gegeven.

Koper: Joris Janss Vermeer.

Betreft verkoop van: een stuck lants gelegen inde Oirden; zo groit ende cleijn als gelegen is teijnden Joachim Aertz neder ende van haer vader ende moeder gecoemen is.

Belend             noord: Kae

                        zuid: Donga.

Koopsom: 170 Karolusgulden, 10 st.

Te voldoen als volgt: 11 pond Grooten Vlaams gereet, de rest op 8 Lichtmisdagen.

Verklaring van voldaan zijn wordt niet genoemd. Alleen betaling van het gereed geld wordt genoemd. Wilcuer is ook niet doorgehaald.

Fol. 200v.

Beleeninghe.   Den xviijen januarij.

Ten date als voiren compareerden Tijs Jan Michiels met hem wesende als eijscher desere saecken naemelijck Jan Meeuss vanden Rijen ende bekenden ontfangen te hebben vande voirss Mathijs Janss die somme van vijftich Karolusgulden eens. Mits besproicken voirwaerden dat den voirss Tijs Jan Michielz zal hebben ende genieten die affbladinghe ende bruijckwert vanden voirss Jan Meeuss erffgoeden alhier binnen Raemsdonck geleghen int Veen, te weeten op x2 geerde lants gecoemen eertijts van Adriaen Peters ende Melis Corneliss, zo groot ende cleijn als hij die selffde ontfangen heeft, onbegrepen der maeten. Ende renuntiert den voirss Jan Meeus mits desen vande voirss bruijckwer voir hem ende sijnen naecomelinghen ter tijt ende te wijlen toe voir den voirss Jan Meeuss die voirss vijftich Karolus betaelt ende gerestitueert sal hebben. Mits geconditioneert de voirwaerde dat men altois tot Lichtmisse naede leste bruijckweer dese beleeninghe op sal seggen ende restitueeren oft andersins dat Mathijs Janss voirnoemt vervallen is op die bruijcweer vande naestvolgende jaer ofte gebruijck vant Jan Meeus voirss die voirss vijftich Karolusgulden niet en voldoet als voiren. Ende om de selffde bruijckweer vande voirss goeden rustelijcken ende vredelijcken te gebruijcken, zo stelt Jan Meeuss voirss Mathijs Janss voirnoemt tot eenen verhaele ende mee hant drie Langenstraets lants als de selfde vande voirss Melis Cornelis gecoemen zijn, geleghen int Leech Veen. Aldus gedaen voir Adriaen Peter Schoen­maec­ker ende Adriaen Aerts Schouten als heemraden ende getuijghen daertoe versocht.

Fol. 201r.

Transport op datum: 20-1-1580.

Verkoper: Jan Emmen Cleijs.

Koper: Adriaen Henrickx Verheijden.

Betreft verkoop van: een vierendeel in een weer lants geleghen int Rijsbroeck met vrijer giften behoudelijck Cloosterchijns, gelegen onbedeelt int heel weer met Claes Emmen

Belend             noord: Jan Meeus ende Dries Willems.

                        zuid: Willem Adriaenss ende Peter Cornelis Pauwelss, Bartholomeus Pauwels erffgenamen (NB: Uit de tekst is niet op te maken of de eerste twee een deel in het weer bezitten of er ten zuiden van liggen.)

                        oost: ‘tsHeeren Oirt.

                        west: Rijsbroexen wech.

Koopsom: niet genoemd.

Transport op datum: 29-1-1530.

Verkoper: Jan Peters de Jonghen voir hem selven ende mede als voicht van Alit Henrick Adriaen Oom, zijn moedere, die zelve voir ons heemraden ondergeschreven in propere persoenen gecompareerdt is.

Koper: Joncker Wolfaert van Borselle.

Betreft verkoop van: een gerechte derdendeel in een weer lants geleghen int Rijsbroeck, vrij behoudens cloosters chijns.

Belend             noord: Gijb Ariaen Jan Jacobz.

                        zuid: Aert Janss de Hoevenaer.

                        oost: ‘sHeeren Oirdt.

                        west: Rijsbroexen wech.

Koopsom: niet genoemd.

Fol. 201v.

            Rekeninghe gedaen bij Gijsbrecht Henricx van weghen Henrick Gijsbrechts weeskijnt bij Lauwereijs Jacobz als toesiender vande voirss kijnde ende Jan Ariaen Heijnen ende Gerit Andriess als toesienders. Deser rekeninghe gepasseert voir heemraden ondergescreven desen xen februarij anno Lxxx.

Compareerde Gijsbrecht Henricxz ende heeft rekeninghe gedaen op sijne eedt, zo recht is van weghen Henrick Gijsbrechtsz weeskijnt vande rekening lestleden gepasseert, wesende inden date den xxviijen junij anno Lxxvij van dien affgerekent. Zo is bij ons heemraden ondergescreven den ontfanck ende vuijtgeeff jeghens malcanderen affgerekent. Zo is bij liquidatie van goede rekeninghe bevonden dat het weeskijnt noch coempt van Gijsbrecht Henrickz de somme van drie Karolus gulden xvij st. een oirt. Des zijn de drie Karolusgulden inde rekeninge lestleden gementioneert die Gijsbrecht Henricxz ‘tkijnt vuijt most reijcken, mits desen doot ende te niet. Heemraden Adriaen Peters Schoenmaecker ende Adriaen Aerts Schouten.

Hier op dese rekeninghe verdroncken met haer achten xxviij2 st. noch gegeven den schout ende heemraden voir die ……tie van desen ende van scrijven, xx st. facit ij Karolus gulden viij2 st. hier op gegeven.

Transport op datum: 10-2-1580.

Verkoper: Peter Diercxz Groij.

Koper: Adriaen Adriaens de Jongen Casteleijn.

Betreft verkoop van: een half weer lants.

Belend             noord: iersten sloot aan de zuidzijde van de Voirdijck.

                        zuid: halve dwerssloot.

                        oost: Heijlken Beerthen erfgenamen.

                        west: Casteleijnen erfgenamen c.s.

Koopsom: 4 pond Grooten Vlaams.

Te voldoen als volgt: op vier Bamis dagen waarvan de eerste geweest is in 1579.

Verklaring van voldaan zijn op: 22-11-1580. NB: Er is dus óf eerder betaald dan was afgesproken (dat ben ik nog niet eerder tegen gekomen, GAvS), óf er staat iets fout.

Fol. 202r.

Transport op datum: 16-2-1580.

Verkoper: Zeger Henricxz voir hem, Adriaen Janss voir hem selven ende Bastiaen Aertz voir hem selven ende mede voir zijn twee onmondighe kijnderen, verweckt bij Dinghen Henricx dr. sa.

Koper: Jan Jansz Smeets (in de kop: Smits).

Betreft verkoop (met verleije) van: 18 geerden lants gelegen inde acker.

Belend             noord: eerste dwarssloot buijten over de dijck.

                        zuid: halve Bergensche Straet.

                        oost: Wouter Tijs erffgen. metten Heijligen Geest int selve lant.

                        west: Emsteijne lant.

Koopsom: 32 ponden Grooten Vlaams.

Te voldoen als volgt: Nu gereet 10 Kar. gld aan Zeger Henricxz. De rest op drie achtereenvolgende Bamisdagen, waarvan de eerste 1580. De 10 Kar. gld worden gelijk betaald.

In de kantlijn:

Op dezen voirss wilceur heeft Adriaen Jansz ontfangen die somme van zeven ponden grooten Vlaams ende Zeger Henricxz gelijcke zeven ponden ende Bastiaen Aertsz drie Rijnsgulden eens.

Onder de tekst:

Op huijden dezen xxvjen novembris 1584 hebben partijen dezen voirss wilceur affgereeckent ende affgetoighen zijnde ‘tgeene hier op betaalt is, mitsgaders xxxiij st. erffgelts opt landt staende daer dezen wilceur aff spruijt. Is in slot van goede rekeninghe bevonden dat vuijt dezen wilceur voirss noch suijvers gelts staet t’ontfangen de somme van drijenveertich rijnsgulden. Welverstaende dat d’erffgenamen van Wouter Tijs cum suisden voirss Bastiaen Aertsz met zijne complicen gehouden waren te voldoen haer contingent inde voirss erffgelt, alzoo het zelffde hem luijden alhier ten vollen aengerec­kent woirdt. Actum als boven, mij present. Melis Cornelisz.

Jan Jansz Smeets.

Fol. 202v.

            Adriaen Maes Lemmenss; Jan Jansz

Dezen xvijen anno tachtentich compareerden Adriaen Maes Lemmensz ende gaff over met vrijer giften zo recht is Jan Janss die gerechte een helft van een stuck lants gelegen inden Leechen Wech onbedeelt streckende vande halven Leegen wech aff zuijtwaert op ter ouder vaart toe, Grietken Raesen erffgenamen gelegen oost ende Anneke Godtschalcx west. Ende geloofden Adriaen Maessen dit voirss erve te vrijen ende te waeren tot desen dage toe. Heemraden Jan Zegerss ende Adriaen Janss.

Fol. 203r.

Testamentum  Jan Bogaerd.

Desen xxiiijen februarij anno tachtentich compareerden voir heemraders tot Raemsdonck Jan Bogaerde ende Lijsken Henrick Wilmsdr sijn wettighe huijsvrou met Peter Janss de Bont, hairen oom ende gecoiren voicht haer metten recht gegeven. Ende hebben met hairen vrijen eijghen wille ende met rijpe deliberatie van raede malcanderen reciproce gegundt, gegeven ende gemaeckt, gunnen, geven ende maicken mits desen de lancxen int leven blijvende (bij so verre zij geen wittige oiren bij malcanderen gegeven achter en laiten) allen hairen goederen beijde have ende erve, hebbende ende vercrijghende, geen vuijtgesondert, ende daer mede te doene, zo int vermeerderen ende verminderen­hairen eijghen wille tot sustentatie ende onderhout hairs leevens. Mits conditien oft den lancxen van hem beijden int leven blijvende, wederom houwelijck dede, zo sal hij offer zij te vreede moeten wesen genietende alleenlijcken die bruijckweer ende affbladinghe vande erffgoederen ende verder niet. Ende naeder lester doot van hem beijden sullen die resterende goederen wesen haeffdeelich, halff ende halff naden suijthollantschen rechte. Wil ende begeert noch in dese den voirss Jan Bogaerde dat sijne voirkijnderen, verweckt bij Janniken Zegersdr, zijn wettighe huijsvrou was, nae sijnder doot in sijne goederen, hoedanich zij zijn, mitdeijlen ende sullen bij zo verde hij wittighe geborten bij Lesken Henrick Wilmsdr verweckt ende achter laet, maer sullen te vreeden wesen met ‘tgeene hij haer tot vuijtreijckinghe beloeft heeft naer vuijtwijsen der registere. Ende dat duer oirsaicke dat hij haer niet geloeft heeft vuijt te reijcken dan behouden heeft. Al sonder arch ofte list.

Willen ende begeeren testateurs voirnoemt dat dit haire iegenwoirdich testament aende vuijterste wille sal woirden gehouden voir goet, vast ende van volder weerden, voir allen rechten, rechteren ende rechtbancken, ‘tzij geestelijck ofte waerlijck. Actum als boven voir Adriaen Peter Schoenmaicker ende Adriaen Jan Andriess als heemraders ende getuijghen hier na versocht.

Fol. 203v.

            Die wedue ende erffgenamen van Adriaen Jan Peter Oomen saligher;

            Jonckheer Wolfaert van Borsselen.

In de kantlijn, zonder dat duidelijk is waar precies die tekst ingepast zou moeten worden:

alsulcken goederen als Jan Petersdr. vanden Vorsboch(?) met haire kijnderen ende complicen toebehoirt, gelegen int Rijsbroeck, genaempt den Elscamp.

Desen xxijen februarij anno tachtentich compareerden voir schout ende heemraders tot Raemsdonck Jan Adriaen Henrick Oomen zoone ende Adrianuz Benedicti als gesubsitueerde ende volcoemen macht hebbende te giften, vesten ende te erven

Jonckheer Wolffaert van Borsselen, blijckende bij procuratie van schepenen in Oosterhout, wesende in date den xxijen februarij anno tachtentich, die welkce wij schout ende heemraden ondergeschreven, gesien hebben ende hoiren leesen. Ende gaven duer crachte van dien over met vrijer giften zo recht is, behalve ‘scloosters chijns, sijns rechts, jonckheer Wolffaert van Borssele neghen leupensaets lants ofte so groot ende cleijn als die geleghen sijn inde Elscampen int Rijsbroeck, streckende oostwaert op de Ka, die gebuerwech westwaert ende Aert Jan Pauwelss zuijtwaert ende Gijsbrecht Adriaen Janss noirtwaert. Ende geloeffden Jan Adriaen Henrick Oomen ende Adrianus Benedicti inde qualite als boven den voirss jonckheer Wolffaert van Borsselen dit voirss erve te vrijen ende te waeren naden Zuithollantschen recht tot desen daege toe. Vertijende dese voirss gesubstitueerde van weghen hairen constituenten voir haerder alder nacoemelinghen van dese voirss erffnisse met behoirlijcke renuntiatie tot behoeff van jonckheer Wolffaert voirnoemt, egheen van de voirss constituanten haer recht ofte eijgendom meer aen te behouden ofte vermeten, int groot ofte int cleijn, in eenige manieren, nu ofte ten eewighen daghen. Actum als boven voir Ffrans Geritz, schout tot Raemsdonck, Adriaen Peter Schoenmaickers ende Adriaen Janss Vendricht als heemraden ende getuijgen hier toe versocht.

Fol. 204r.

Transport op datum: 3-3-1580.

Verkoper: Peter Govaertz voir hem selven, Jacob Cleijs Lauwereijsz, Lambrecht Pauwels Janss, elcx voir hem selven.

Koper: Jan Cleijs Lauwereijsz.

Betreft verkoop van: een mergen lants ofte zo groot ende cleijn als zij geleghen is inde Leeghen wech. Het erve zal noirtwaert op steghen ende weghen ter Herstraeten ofte Leeghen wech over Peter Mertens erve ende die daer met Em geerft zijn.

Belend             noord: Bert Gerbrants erffgenaemen erve.

                        zuid: Pauwels Janss.

                        oost: Peter Merten Staps.

                        west: het out Vaertken.

Koopsom: niet genoemd.

Transport op datum: 3-3-1580.

Verkoper: Peter Adriaen Sconincx.

Koper: Hendrick Janss Buijs.

Betreft verkoop (met verleije) van: een huijs metten erve daertoe behoirende geleghen opt Veer, zo groit ende cleijn als Peter Adriaens voirss dit gebruijckt ende toebehoirt heeft, met vij2 st. daer jaerlijcx die kerck vuijt reijckende.

Belend             noord: Dongha.

                        zuid: Jan Geritz erve.

                        oost: Aentghen Peters.

                        west: Jan Geritz.

Koopsom: niet genoemd. Er staat ook geen wilceur, maar wel een verklaring van Peter Adriaens van 20-8-1588, dat dan de koopsom volledig voldaan is.

De nu volgende koop is doorgehaald, blijkens de daaropvolgende tekst geannuleerd.

            Merten Wilmss; Jan Colaber (NB: in de volgende acte Hans Colaber genoemd).

Eodem die compareerden Merten Wilmss ende gaff over met eenen verleije zo recht is Jan Colaber vijff geerde lants min een halff vierendeel, geleghen inde Hoich Dong, ofte zo groot ende cleijn als hij daer inne gerecht is geweest. Streckende vande halver Werffcampsen straet aff noirtwaerts op ter halver Maes toe. Metken Huijbrecht Jacobs wedue geleghen int selve lant oost ende Aert Mertenss int selve lant west. Ende geloefden Merten Wilmss voirss dit erve te vrijen ende te waeren tot desen daeghe toe. Heemraden als boven.

Fol. 204v.

Eodem die compareerden Hans Colaber ende heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te wesen Merten Wilmss die somme van verder niet afgemaakt, in plaats daarvan doorgehaald en de volgende tekst:

Desen xxvijen aprilis anno xvC Lxxxiij compareerden Jan van Ipelaer ende heeft vuijten naeme vande weeskijnderen Hans Colaber bekent dat deze voirss veste ofte transpoirt geheelijcken is geannuleert ende gerenuntieert van die vuijten naeme voirss tot behoeff van Merten Wilmsz, eegheen vande voirss Hans Colaber haer daer geen recht ofe eijgendom meer aen te behouden ofte vermet, int groit ende cleijn, nu ofte ten eeuwighen daghen. Ende dat vuijt saecke dat den voirss Merten Wilmsz die gegeven penningen bij accorde gerestitueert heeft op vier ponden groiten Vlaams nae, die hij genoten heeft deur d’intressement, hij dese den voirss coop vande lande gehadt heeft.

Fol. 204v.

Transport op datum: 3-3-1580.

Verkoper: Cornelis Peter Gijben (Cornelis Peters).

Koper: Jan Janss Tempeler ende Willem Cornelis Deniss.

Betreft verkoop van: 18 geerden lants int Leech Veen

Belend             noord: halve Kreeck.

                        zuid: Kae.

                        oost: Lemmen Jan Lemmenss.

                        west: Adriaen Peters c.s.

Koopsom: (de wilceur staat 2 bladen verder) 196 Karolusgulden.

Te voldoen als volgt: 6 pond Grooten Vlaams gereet. De resterende 160 Karolus gulden op eerst komende Bamisdag.

Verklaring van voldaan zijn op: 18-10-1580.

Fol. 205r.

Transport op datum: 3-3-1580.

Verkoper: 1. Huijbrecht Janss voir hem selven ende mede vervanghende Adriaen Lenaertz. 2. Huijbrecht Janss voir hem selven.

Koper: Willem Cornelisz.

Betreft verkoop van: 1. het gerechte vierendeel in Aen Beris huijs ende erve, daer aen, zo groot ende cleijn als Aen Beris daer vuijt gestorven is ende als hij dat van Cornelis Joriss ontfangen hebben. 2. Franss Meeuss aengedeelt int voirss huis ende erve zo groit ende cleijn als hij (Huijbrecht Janss) dat vande voirss Frans Meeus ontfangen heeft, geleghen inden Meulenpat.

Belend             noord: halve straet.

                        zuid: eerste dwarssloot die voor Melis Corneliss boomgaert leijt.

                        oost: Melis Cornelis.

                        west: Jan Matthijs weeu.

Koopsom: niet genoemd.

Transport op datum: 4-3-1580.

Verkoper: Jan Vas Wouterss.

Koper: Jan Cornelis Aertss

Betreft verkoop van: een vierendeel in een weer in het Rijsbroeck, onbedeelt met Jan Corneliss voirss ende Peter Mertenss.

Belend             noord: Rijsbroecxe weg.

                        zuid: Donga.

                        oost: Huijbrecht Jacobs weeu ende Anniken Gerrit Janss weeu.

                        west: Willem Janss Snellen.

Koopsom: hondert Conincxdaalders en 12 Karolus gulden, de Conincx daalder tot 35 stuijvers gerekent ende de gulden tot 40 groten Vlaams.

Te voldoen als volgt: een deel gereed en de rest op 2 Bamisdagen, te beginnen op Bamis 1580.

Verklaring van voldaan zijn op: 19-7-1597, door de erfgenamen van Jan Vassen.

Fol. 205v.

Transport op datum: 5-3-1580.

Verkoper: Bastiaen Aertsz.

Koper: Jan Govaertsz.

Betreft verkoop van: 16 geerden lants int Leech Veen en inde Oirde

Belend             noord: halve Kreeck.

                        zuid: Donga.

                        oost: conventualen van Santroisen (Karthuizers).

                        west: Metghen Zegers erffgen.

Koopsom: 100 Karolus gulden en 30 st. waarvan 6 pond Groten Vlaams gereet, de rest op de 2 eerstkomende Bamisdagen.

Verklaring van voldaan zijn staat er wel, maar zonder datum.

Transport op datum: 10-3-1580.

Verkoper: Adriaen Jan Andriess ende Steven Aertsz.

Koper: Anthonis (Tuenis) Jacob Reijnen tot behoeff van Adriaen Corneliss ende Marijcken zijn suster.

Betreft verkoop van: 7 2 geerd lants in de Hoich Donck.

Belend             noord: Maes.

                        zuid: halve Keen.

                        oost: Adriaen Janss Bernieren c.s.

                        west: Jan Vas Wouterss int selve lant.

Koopsom: niet genoemd.

Fol. 206r.

            D’erffgenamen van Aentken Wilm Aen Dircx; Die joncfrou vande rentmeester ende Huijbrecht Peterss.

Desen xviijen meert anno xvC Lxxx compareerden d’erffgenamen van Aentken Wilmsdr., naemelijck Peter Henricx voir hem selven ende vervanghende Meeus Michielsz, Heijlken Henricxdr voir haer selven met hairen gecoiren voicht, Willem Buijs Willemss voir hem selven ende mede als voicht van Peter Jacobsz zijn broers weeskijnt, Staes Huijbrecht voir hem selven, Huijbrecht Peters voir hem selven, Anniken Henrick Adriaenssdr met hairen gecoiren voicht voir haer selven ende Adriaen Henrick Ariaenss voir hem selven ende mede als gemachtich van sijn susters ende broeders, blijckende bij procuratie, ons gebleeken

ende hebben gesamenderhandt overgegeven met vrijer giften zo als recht is, Charles de la Ruelle tot behoeff van joncvrou Isabelle, wedue wijlen Johan vanden Berch, sijnde met Antonie vanden Berch tot behoeff van hem ende sijnen susters ende broeders ende Huijbrecht Peters, tzamen seven geerden lants, te weeten Huijbrecht Peeterss iij2 geerd ende den voirss Charles met Antonie vanden Berch iij2 geerd tot behoeff voirss, geleghen in eenentwintich geerden, bedeelt in middel Huijbrecht Peterss voirss geleghen oistwaert ende die jonckfrou Jan vanden Berghe met haeren kijnderen westwaert. Streckende van Peter Durichz werff aff plach te weesen, noirtwaert op ter halver Maezen, soe met steginghe ende weginge over den werff ter Herstraeten toe. Ende geloeffden comparanten voirss dese voirss seven geerden lants te vrien ende te waeren ende allen voircommer aff te doen van schot, lot ende allet geene daer voir date van desen metten recht opgecoemen soude moghen wesen tot desen dage toe, onder ‘tverbant van hairen persoenen ofte elcx van hair bijsonder. Al sonder argelist, actum als boven, heemraden Adriaen Peterss ende Adriaen Janss.

Fol. 206v.

            Rekeninghe gedaen bij Joost Zegerss van weghen Peeter Zegerss weeskijnde­ren desen xxen aprilis anno xvC Lxxx gepasseert voir schout ende heemraders ter presentie van Jan Berthoutz ende Adriaen Aertz als toesienders vandien(?) met Joachim Petersz ende Marijken Peter Zegersdr.

Ten date als boven compareerden Joost Zegersz als gerecht bestorven voicht van Peter Zegersz achter gelaten weeskijnderen. Ende heeft bij zijnen eedt rekeninghe gedaen zo recht is van allet geene hij van weghen der voirss weeskijnderen ontfanghen ende vuijtgegeven heeft, van nieuws ende outs, al affgerekent tot desen iegenwoorighen daege toe. Ende sijn veertich Karolusgulden die Joost Zegersz vande kijnder quamen op die oude stede, mits desen ten vollen betaelt met noch dertich Karolusgulden die hem oick vande kijnder voirss quamen vande visschereije ende moet noch den voirss Joost Zegers allet geen betaelen dat Joost Daniels van vroukens t’onderhouden eijschende is, te weeten die kijnder poirtie in dien zo dat die voirss kijnderen daer niet meer aff gemolesteert worden. Dies moet den voirss Joost Zegerss ontfangen allen incomende schulden, zo inde erfhuijs ceele, als in den rekeninghen boeck gespecificeert ende gescreven mits wat costen om die selffde te innen gedaen worden staen alleenlijcken tot last vande weeskijnderen voirss. Ende alle ingebuerde ende vuijtgegeven penningen jegens malkanderen geliquideert zijnde, is bij goede rekeninghe bevonden dat die weeskijnderen voirss van Joost Zegersz noch coempt eens de somme vaq achthien Karolusgulden xiiij2 st. (hierin is wat geknoeid, in de kantlijn staat: somma 18 gl 13 st. 2 oirt). Ende ist hier mede van nieuws ende outs al affgerekent ende vereffent voir haeren alder nacoemelinghen tot desen dage toe ten date als boven met consent van Frans Gerits, schout als oppervoicht voir Jan Zegersz, Adriaen Aerts ende Dirck Adriaensz als heemraden daer toe verweckt. Mij iegenwoordich Melis Cornelis (1580).

Fol. 207r.

            Rekeninghe gedaen bij Willem Buijsen van weghen Jacob zijns broeders weeskijnde­ren gepasseert voir schout ende heemraders als oppervoichden ter presentie van Adriaen Aertz ende Staes Huijbrechts als toesienders vande voirss kijnderen desen lesten aprilis anno tachtentich.

Is dese rekeninghe bij Willem Buijsen gepasseert ten date als boven te weeten van vijff jaeren ende van schout ende heemraders geprobeert ende gelandeert den vuijtgeeff ende den ontfanck jegens malcanderen geliquideert ende affgereeckent sijnde, soe is bij liquidatie van goede rekeninghe bevonden dat den vuijtgeeff ende ontfanck metten anderen accorderen ende is affgerekent van nieuts als outs tot desen jegenwoirdighen daghe toe. Salvo coemp den kijnderen voirss t’ontfangen die heuve(?) die verschijnt anno Lxxx inden meij vanden bruickweer anno Lxxix. Aldus gedaen bij toesienders ende ten date als boven voirden schout ende Adriaen Peterss Schoenmaicker met Adriaen Janss Vendricht, beijde als heemraden hiertoe gerequireert. Mij present.

Fol. 207r. (acte loopt door in 207v)

            Accoordt.

Desen ijen meij anno xvC Lxxx sijn metten anderen minlijcke vergaidert ende veraccor­deert die gerechte erfgenamen van Tuentgen Cornelis Ansz dr sa., namelijck Peter Adriaens Sconincx, Anx Cornelisz ende Jan Corneliss, beijde vervangende Claes Cornelisz hairen broeder ende Cornelis Petersz Vervoirt met Alit Goosens vuijten naeme ende vanweghen Jan ende Huijbken Adriaen Janss Potbackers achtergelae­ten weeskijnderen, dats te weeten dat Peeter Adriaensz voirnoemt der voirss Tuentgens achtergelaeten goederen altgeen vuijtgesondert hebben ende behouden sal in eijgendom ende erflijcke possessie sonder toeseggen van iemants waer voren hij Peeter voirss betaelen sal op twee ierstcomende Bamisdaeghen sonder middel daertussen die somme van driendertichstalff ponden groiten Vlaems eens vrij, te weeten Adriaen Janss Potbackers erfgenamen xvij2 pont Vlaams ende Anx Cornelisz, Jan Corneliss ende Claes Cornelisz vijfthien gelijcke ponden. Ende bij aldien dat Peeter Adriaensz voirss die voirss penningen ten voirss daghe niet betaelen en mach, zo is geconditioneert ende wel expresselijcke oindersproicken dat hij die verschenen penningen mach onderhouden, den penninck veethien, van Adriaen Jans Potbackers kijnderen. Des sijn die voirss kijnderen ofte haere voichden gehouden den los van ondergehouden penningen altijt een halff jaer te voiren op te segghen want sijt van doene he ……  ende sijn hier mede die voirss erffgenamen van Tuentghen Cornelisdr vereffent ende veraccordeert den eenen den anderen nimmermeer ter saicken van dien te molesteren­met eenighen recht, zo geestelijck als weerlijck, renuntierende hier meede vande voirss besterff tot behoeff Peter Adriaenss voirnoemt haer noch hairen naecomelinghen daer geen recht noch eijgendom meer aen te behouden ofte vermeeten, int groit ofte cleijn, ofte in eenighe anderen daer nimmermeer nae te taelen, nu ofte ten eewighen dage.

Alles sonder arch ofte list. T’oirconde hebben wij erfgenamen voirss dese elcx bijsonder met onse signaturen ende gewoonlijcke hantmerck ondeerteijckent ten daege als voiren voir heemraden Meeus Adriaens ende Adriaen Jans Vendricht.

Peeter Adriaens merck, Cornelis Peters Vervoirs merck, Ans Cornelisz merck, Jan Cornelisz merck.

Fol. 208r.

Ten daghen als voiren (ijen meij) compareerden Ans Cornelisz voir hem selven ende mede als voicht van Ariaen Janss Potbackers kijnderen met den schout als oppervoicht, ter presentie van Cornelis Petersz Vervoirt ende Jan Cornelis Anss voir hem selven ende vervangende Claes Cornelis sijn broeder ende gaven gesamenderhant over met vrijer giften het vrij ende het onvrij met een verleije zo recht is Peeter Adriaensz Sconincx allen haer poirtie, besterff ende aengedeelt, zo groot ende cleijn als haer comparanten voirss dat van Tuentghen Cornelis dr gesuccedeert ende aenbestorven is, nimmermeer daer meer nae te thaelen. Ende geloefden dat te vrijen ende te waeren tot desen daeghen toe. Heemraden Meeus Adriaensz ende Adriaen Janss.

Ten daghen als voiren (ijen meij) compareerden Peeter Adriaens Sconincx ende heeft rechtelijcken geloeft ende verwilcuert zo recht is schuldich te weesen Cornelis Petersz Vervoirt tot behoef Ariaen Janss Potbackers kijnderen, die somme van achtiendalff ponden grooten Vlaams ende Anx Cornelisz, Jan Cornelis ende Claes Cornelis gebroeders, die somme van vijfthien gelijcke ponden grooten Vlaams, te betalen die voirs sommen op twee ierstcomende Bamis daeghen zonder middel vervolgende, waer aff den iersten wesen sal Bamis anno Lxxx, onder ‘tverbant van allen sijn goederen, hebbende ende vercrijgende, geen vuijtgesondert voir den iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Mits conditien dat Peeter voirss der voirss weeskijnderen penningen onderhouden mach, den penninck veerthien ende wat sij die penningen van doen hebben sijn sij ofte hairen voichden altijts den los een halff jaer te voiren op te moeten seggen. Heemraden als voiren.

Op huijden dezen xven meert 89 bekenden Dingen Rosen, wedue wijlen Jan Cornelisz van die twee delen ende Lesken Ans Cornelisz voir ‘t derdendeel dat d’erfgenaemen van Peter Sconincx dezen naevolgende (dit stukje staat boven de wilceur) wilceur haer ten vollen betaelt hebben den iersten penninck metten lesten.

Dezen xven meert 89 bekenden Jan Adriaensz Potbacker (inmiddels kennelijk volwassen!) dezen voirss wilceur metten intrest vandien ten vollen betaelt te wezen, den iersten penck metten lesten ende dat deur handen van Ariaen Petersz ende Jan Petersz (“Conincx” mogen we aannemen) In presentie van Aelt Goesens, Frans Geritsz, schout ende Jan Zegers, mij present Melis Cornelisz.

fol. 208v.

            Pachtinghe van aanwas.

Desen ven februarij anno xvC Lxxx zo heeft gepacht Jacob Woutersz van Ariaen Beijensz Peeter Huijbrechts ende Jan Gijsbrechtsz als Heijlich Geest meesters tot Raemsdonck, bij consent vande schout, heemraden ende naburen, vier geerden aenwas geleghen in sesthien geerden inde ambacht van Groot Waspick omme met grinden rijs te beplanten tslants profijt ende toirbaren tot mitschap ende oirbaer vanden landt. Streckende vanden iersten dwersloot aff die voir aen den grindt leijt aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver Maes toe, twintich jaer lanck geduerende, jaerlijcx voir de somme van vier Karolus gulden vrijts gelts, ingaende d’eerste jaar Sinte Peeter ad cathedram Lxxx. Te betaelen alle jaeren op meijdach anno Lxxxj den iersten, mits geconditioneerde voirwaerde oft bevonden werde datter iemant tot deser tijt meer voir gelijcke geerden inden selven ambacht tsiaers geeft, zo is Jacob voirss gehouden oick meer te geeven. Aldus gedaen als boven voirden schout ende Adriaen Aertsz met Adriaen Janss, beijde als heemraden ende bij gemeijne nabueren, namelijck Ariaen Gerits van Boemel, Bastiaen Aertsz met meer ander, mij iegenwoordich, Melis Cornelis.

            Contract tusschen Peeter Jansz de Bont en Heijlich Geestmeesters metten gemeijne nabueren van Raemsdonck.

Desen vijen novembris anno xvC Lxxxix (sic! mogelijk vergissing.) compareerden Peeter Janss de Bont als gerechte bestorven voicht ende Jan Meeuss als toesiender van Janniken Ariaen Janss de Bonten dr. voir schout, heemraden ende gemeen nabueren van Raemsdonck ende hebben gegeeven den Heijlighen Geest van Raemsdonck allen Jannikien Adriaens drs goederen die sij nu ter tijt heeft ende hier naemael vercrijghen sal, geen vuijtgesondert. Dies sijn die Heijligeestmrs inder tijt sijnde gehouden dat voirss Janniken t’onderhou­den haer leven lanck in alles wat haer noidich wesen sal. Alles sonder argelist. Actum ten dage als boven voir den schout, heemraden ende nabueren, namelijck Ans Corneliss, Cornelis Adriaensz, Adriaen Adriaensz ende Jongen Joachim Claesz, Steven Aerts, Andries Jansz en niet meer. Mij present Melis Cornelis.

Fol. 209r.

            Vuijtcoop.

Op desen xxvjen maeij anno xvC Lxxx soo heeft Corstiaen Adriaensz gecoft vande schout ende heemraders tot Raemsdonck als oppervoichden in presentie het kints moeder, allen alsulcken besterff, poirtie ende aengedeelt, zo groit ende cleijn, veel ende luttel als Adriaen Adriaensz sijns bruer onmondich weeskijnt van Job Adriaens dr sijn moeije aengecoemen ende aenbestorven is, zo ‘tgedeelte inden acker in xj2 Hoeffen achter Lauwereijs Merten als int ackerken inde Hoeff ende anders niet vuijtgesondert. Wes ‘t voirss weeskijnt van sijn moeij aenbestorven soude moichte wesen. Ende dat tot sustentatie ende ondehout van het voirss weeskijnt, gemerckt ‘tzelffde niet aff te leeven en heeft. Heemraden als voiren.

Ten daeghe als voiren compareerden Corstiaen Adriaensz ende heeft geloeft ende verwiceurt zo als recht is schuldich te wesen den gerechte van Raemsdonck tot behoeff Adriaen Adriaensz sijns bruer onmondich weeskijnt die somme van veertich Karolus gulden drie stuijvers en een blanck, te betaelen tot meij anno drieen tachtentich onder ‘tverbant van allen sijnen goederen, geen vuijtgesondert voirden iersten penck metten lesten betaalt sal wesen. Dies is den voirss Corstiaen gehouden binnen middelen tijde te betaelen aen Dinghens, het weeskijnt moeder wat tsiaers ………

nae vuijtwijsens der aenneminghe …..

Heemraden als voiren.

Hierop heeft Corst Adriaens betaalt ij Karolusgulden vier stuivers die verdroncken worden bij schout ende heemraden ….

versocht int besteden aennemen ende ‘tweeskijnt ten  …… te betaelen

noch gegeven den schout vande …….

noch gegeven den secretaris vande rekeninghe te maecken

Bekennen Dinghen Adriaensz van Corst Adriaensz ontfangen te hebben die somme van xxxiij st. wair voiren zij haer kijndt, verweckt bij Adriaen Adriaensz, een jaer lanck gehouden heeft. Actum desen ixen meij anno Lxxxj.

Noch bekenden Dinghen van Corst Adriaensz ontfangen te hebben die somme van xxxiij st. wair voiren zij haer voirss kijndt een jaer gehouden heeft. Actum desen xxven julij anno Lxxxij.

Fol. 209v.

            Beris Cornelisz; Cornelis Tomasz; Ariaen Lenaertsz.

Desen vjen julij anno xvC Lxxx comareerden Beris Cornelisz ende gaff over met eenen verlije zo recht is Ariaen Lenaertsz. een vierendeel ende een halff vierendeel int Muelenweer ende int Leengoet, zo groot ende cleijn als Aentgen Cornelis van Dalen dochter daer ine gerecht is geweest. Ende geloefden ‘tzelffde te vrijen ende te waren tot desen dage toe. Heemraden Jan Zegersz, Meeus Adriaensz, Jan Meeus ende Adriaen Aertsz.

Eodem die compareerden Cornelis Tomasz ende gaff over met eenen verlije zo recht is Ariaen Lenaertsz een sesthiendendeel in alsulcken goederen als Aentgen Cornelisdr int Muelenweer ende Leengoet gerecht is geweest ende achtergelaeten heeft als boven. Heemraden als voren.

            Matheus Jansz, Willem Cornelisz; Beris Cornelisz.

Desen vjen julij anno xvC Lxxx comareerden Matheus Jansz ende Willem Cornelisz ende gaven tzamen over met eenen verlije zo recht is Beris Cornelisz. elcx haer portie besterff ende aen gedeelt, zo groit ende cleijn als haer van Aentgen Cornelis aen bestorven is, niet vuijtgesondert. Ende hebben haer van gerenuntieert voir haerder alder nacomelinghen voir heemraden Ariaen Petersz ende Adriaen Aertsz.

            Testamentum.

Desen xvjen meert anno xvC Lxxx compareerden voir schout ende heemraden onderge­schreven Gijsbrecht Henrickxz ende heeft met sijn vrijen eijgen wil, gegeven, gegundt ende gemaickt, gaff, gunde ende maickte mits desen in forma van testamente ende om godts wille die kercke van Raemsdonck een achtendeelt in Cleijs Janss lant, zoe groit ende cleijn als dat van Ariaen Dirck Petersz gecoemen is, streckende vande Achterdijck aff zuijtwaert op ter Kae toe. Ende dat tot reparatie vande voirss kerck. Salvo sijn leven lanc wilt ende begeert dat dit sijne iegenwoirdighe testament ende vuijterste wille sal woirden gehouden voir goet, vast ende van volder weerden als donatie ende municipael vel ad pias causas, gelijck ende volcoemelijck sijn effect behoirt te sorteren, alle dinck sonder arch ofte list. Actum als voir, den schout, Adriaen Petersz, Ariaen Aertsz, Adriaen Jansz ende Dierck Adriaensz als heemraders ende getuijgen hier toe versocht.

fol. 210r.

            Testamentum.

Desen vjen julij anno xvC Lxxx compareerden Cleijs Jacobss, gesondt van lichame ende volcoemen van verstande ende heeft met sijnen vrijen eijghen wille en met rijpe deliberatie van raede, gegeven, gegundt ende gemaickt, gaff, gunde ende maickte mits desen in forma van testamente Dinghen Jansdr sijn wetttighe huijsvrou nae sijnder doot allen sijnen goederen zo have als erve, hebbende ende vercrijghende, gheen vuijtgesondert ende met dieselffde alle te moghen doen hairen hairen vrijen eijghen wille, nu ende ten eewighen daeghen, sonder toesegghen van iemants. Ende dat deur oirsaicke hem daertoe moverende. Wil ende begeert daeromme dat dit sijne iegenwoir­dighe testament ende vuijterste wille sal woirden gehouden voir goet, vast ende van volder weerden als donatie ende municipael vel ad pias causas, gelijck ende volcoemelijck sijn effect behoirt te sorteren, alwaert oick zo datter eenighe solemniteijt van gescreven rechte hier inne vergeeten ofte versuijmpt mochte weesen. Want hij verclaert ‘tzelffde te zijn sijnen vuijtersten wille ende meijninghe alsonder arch ofte list. Gedaen als boven, voir heemraders Jan Zegersz, Meeus Adriaenss, Adriaen Aertsz Schouten, ende Jan Meeusz.

            Testamentum.

Desen xven septembris anno xvC Lxxjx compareerden Cornelis Gijsbrechtz ende Iken Claes dr, sijn wittighe huijsvrou, beijde op gaende beenen, gesondt van lichame ende volcoemen van verstande ende hebben met rijper deliberatie van raede ende met haeren vrijen eijghen wille begeerdt, inso veerde dat sij geen wettighe geboirten bij malcanderen geprocreert achter en laeten dat Ikens voirss vrinden alhier (nae hair doot) inde Zuijthollantsche goederen niet en deijlen en sullen, ‘tzij have ofte erve, niet vuijtgesondert. Dan wil ende begeert Iken voirss dat haer moeder sal hebben hailen ende behouden, hairen rock ende ornamenten tot hairen lijve toebehoi­rende. Ende oft gebeurde dat Cornelis Gijsbrechtz ierst aflijvich worde, so sal Iken voirss behouden het derdendeel van allen die goederen, haer leven lanck ende nae haer doot wederom erven ende sterven op Cornelis Gijsbrechtsz erffgen. Willen ende begeeren voirss testateurs dat dit haire iegenwoir­dighe testament ende vuijterste wille sal worden gehouden voir goet, vast ende van volder weerden voir allen rechten, rechteren ende rechtbancken waer sij verceeren ‘tzelfde te wesen hairen vrijen eijgen wille ende meijninghe alsonder arch ofte list. Actum als boven, voir heemraders Jan Zegersz ende Adriaen Jansz.

Fol. 210v.

Transport op datum: 13-7-1580.

Verkoper: Cornelis Pauwels voir hem selven, Jan Janss van Schoonhoven als man ende voicht van Marijken Pauwels, nu absent sijnde, zo heeft Marijken voirss gecoiren tot hairen voicht Cornelis Pauwelsz, hairen broeder, die hem sterck daer voiren maickte ende Peter Mertens als voicht van Iken ende Dingen Pauwels Wiercxz dochteren.

Koper: Matheus Woutersz.

Betreft verkoop van: een stuck lants geleghen inde Bancken.

Belend             noord: halve Kreeck.

                        zuid: halve dwersloot die aent Leech Veensche hecken leijt.

                        oost: Leechen Weg.

                        west: Cornelis Anss erfgenamen.

Koopsom: 20 ponden Grooten Vlaams en 5 karolus gulden te voldoen op Lichtmis 1581. In dat geval moet er echter rente bijbetaald worden. Bij betaling binnen 14 dagen niet.

Er is geen verklaring van voldaan zijn.

Los klein briefje (zonder datum of iets, dus mogelijk ergens geheel anders thuis horend):

Ick Pauwels Adriaenss kenne ontfangen te hebben van Pieter Adriaens die somme van vijfentwintich gulden ende dat van eenen wilker ende dat vandie eerste paije ende dat duer gedaen zij mij Pauwels Adriaenss.

Fol. 211r.

Transport op datum: 13-7-1580.

Verkoper: Jan Berthen voir hem selven, Jan Andriess voir hem selven, Aert Tueniss als groitvader ende voicht ende den schout als oppervoicht van Anniken Bert Cleijs drs erfgenaam, Ariaen ende Peter Joachimss voir haer selven ende vervangende Peter Mathijs ende Frans Beijenss als toesiender van Volcxken Cleijs Berthendr ende Joost Zegersz als voicht van Peeter Zegersz achtergelaeten weeskijnderen ende Adriaen Aertsz voir hem selven.

Koper: Jan Wouters.

Betreft verkoop van: een half hoffstat metten erve daer aen, onbedeelt zo groit ende cleijn als haer comparanten die van Huijbrecht Berthen aengecomen ende aenbestorven is.

Belend             noord: halve straet.

                        zuid: Aentghen Roelen.

                        oost: den Leegen ofte Gebuerwech.

                        west: Jan Mathijs erffgenamen.

Desen xxiiijen junij anno xvC Lxxxij compareerden Adriaen Aertsz Schouten ende Jan Andriesz voir haer ende den erffgenamen van Huijbrecht Berthen ende bekenden van Jan Woutersz dezen voirss hoffstede metten erve daer ten vollen betaelt te wezen, die volle somme bedraghende seven ponden groiten Vlaams eens, waermede zij allen tzamen vernuecht ende betaelt zijn. Welcke voirss penningen de voirss Jan Andriess ende Adriaen Aertsz gegeven hebben Peter Joachimsz ende Jacob Jansz van Donghen tot quijtinghe van twee rentbrieven geconstitueert den eenen op Huijbrecht Berthen goet ende den anderen op Adriaen Aertsz goet ende tzamen die gerechte erfgenamen van Huijbrecht Berthen jaerlijcx vuijtgeven mosten.

Eodem die zo heeft Willem Gerits geconstitueert ende tot waerborch gestelt het gerechte tot Raemsdonck van wegen Dierck Rutten drie geerden lants geleghen buijten dorp met Jan Meeuss ende Ariaen Claess cum suis, streckende vande dijck aff noirtwaert op ter halver Maesen toe, geleghen in Clauwert de Backers weer. Ende dat voir alsulcken penningen als hem van Dierck Rutten voir sijn poirtie vanden huijse, schuere ende erve daer toe behoirende Dierck voirss van hem gebruijckende is, soude moeghen toecoemen ende verschenen soude moghen wesen. Aldus gedan voir Meeus Ariaensz en Jan Meeus als heemraders. Michiel est. (acte is doorgehaald).

Fol. 211v.

Desen xxen julij anno xvC Lxxx compareerden Willem Cornelisz ende heeft tot waerborch gestelt Cornelis Grans(?) tot behoeff Ffrans Diercxz sijn vader allen sijnen goederen, te weten vier geerden lants geleghen binnen dijcx streckende van Aen Gijben acker aff noortwaerts op ten iersten buijtendijcxe sloot toe over den dijck, Ariaen Huijben gelegen oost int selffde lant ende Peter Ariaen Gijben erfgenamen west. Ende dat voir allen alsulcken actie als Frans Diercxz voirss soude moeghen aencoemen ende moeghen aen gedaen worden voir ende van weghen Anniken sijnder suster ende Tuenis Corneliss sijnen broeder aengaende sulcken rentbrieff van seven Karolus gulden tsiaers als Tuenis ende Aniken Cornelis Jan de Comans dr ten anderen tijde heffende sijn geweest luijdende op een stuck ackerlants bijde hant nae vuijtwijsens haerders brieffen ende tot vasticheijt van desen hebbe ick Willem Corneliss dese zo(?) voir het weeskijnt voirss ende Anneken mijn suster voirss dit tot vasticheijt onderteijckent ten dage als boven ende nimmermeer van wegen als voren daer naer te thalen nu ofte ten eewighen dagen

Bij mij  X  Willem Corneliss.

Fol. 212r.

Desen vijen augustij anno xvC Lxxx soe heeft Ariaen Henrick Wijten voir hem ende sijnen susters ende broeders, Peer Henricxz voir hem selven ende mede oick voir sijn susters ende swager, Willem Buijsen ende Staes Huijben, elcx voir haer selven ende mede vervangende Jacob Buijsen weeskijndt ende Huijbrecht voer hem selven, alle erffgenamen gerechtige van Aentghen Wilm Aen Diercxzdr, bekennen ende bedancken haer volder ende goeder betaelinghe voir haer ende haerder aller nacomelinghe, van Ffrans Geritsz schouth tot Raemsdonck van alsulcken administratie ende dienst als hij schout voirss als voir haer van Aentghen Wilm Aen Diercxzdr voirss altois bedient, geadministreert heeft. Gedaen als boven bij heemraden Adriaen Janss ende Dierck Adriaenss.

Fol. 212v.

Transport op datum: 2-9-1580.

Verkoper: Frans Meeusz.

Koper: Adriaen Lenaertsz.

Betreft verkoop van: drie geerden lants ende een derdendeel van een vierendeel, geleghen int leengoet (het blijft wel een leengoed)

Belend             noord: halve Maas.

                        zuid: Donga.

                        oost: Adriaen Lenaertz ten naeste geland int selve weer, cum suis.

                        west: Cornelis Hermans int selve lant.

Koopsom: 32 ponden Groten Vlaams min 2 stuivers. 100 Kar. gld gereet; de rest op 2 achtereenvolgende meidagen (de eerste anno 1582). De 100 Kar. gld gereet worden vervolgens betaald.

Den voirss daege heeft den voirss Ffrans Meeuss desen voirss wilceur in handen gestelt van Beris Cornelis ter tijt ende wijlen toe voir Beris Cornelisz voirss vier ponden groiten Vlaams ierst ende voir al vanden iersten dach ontfangen sal hebben die hij verschieten moet aen Ariaen Aertsz Herselois (dit lijkt er echt te staan!) van wegen den voirss Frans Meeus. Heemraden als voiren.

Desen xxiiijen februarij anno xvC Lxxxj heeft Frans Meeusz getransporteert ende rechtelijcken overgedraeghen Vastaert Willemsz alsulcke vijfthien ponden groiten Vlaams ende achtendertich stuivers als noch inden voirss wilceur t’ontfangen is ende te betaelen sijn, nimmermeer hem daer meer rechts ofte eijgendom aen te vermeeten, int groit ofte cleijn oft in eenighe manieren, nu ofte ten eewighen daghen. Voir heemraders Adriaen Aertsz Adriaen Jansz.

Hierop bekenden Vas Willemsz ontfangen te hebben vuijt handen van Adriaen Lenaertsz die somme van eenentwintich Karolusgulden, blijckende bij zijn eijghen quitantie in date den xijen junij anno xvC Lxxxij, mij gebleecken.

Dezen xxjen septembris anno xvC Lxxxij bekenden Vas Willemsz dezen voirss wilceur van weghen ende tot behoeff van Ffrans Meeus verleeden, ten vollen betaelt te wezen, den iersten penninck metten lesten, voir Adriaen Lenaertsz ende haerder aller naecomelinghen.

Los blad:

Ick Jan Aertss kenne ontfangen te hebben vuijt handen van Willem Stoffelen, die somme van veerthien Carolus gulden, den gulden tot veertich groote Vlaams. Ende dat op cortinghe van een sekere veertich Carolus gulden, den gulden tot veertich groote Vlaams, die welcke dese voorgaende Willem Stoffelen bekent schuldich te weesen van sekeren opgenoemen goeijen alst blijck ende de somme van dese selve voorgaende blijft in rest de somma van ses ende twintich Carolus gulden, den gulden tot veertich groote Vlaams. Soe sal desen selve voirgaende Willem Stoffelen dese veertien gulden opt register vvijt laten doen als dat hijse betaelt est. Ende dat noch ses ende twintich Carolus gulden blijft. Ende dese ses ende twintich Carolus gulden moet betaelt worden op twee Corsmisse, te weeten vier ende tachtich ende vijf ende tachtich. Anno 1584 op den ijen februwarij. In kennisse der waerheijt oft presencie van Gerit Janssen, Hendrick Janss. Jan Aertssen (handmerk).

achterkant: Willem Stoffels quitantie.

Los blad:

Accordatie tusschen Aentghen Jan Mathijs ende Jan Mathijs erffgenamen ende die waerburchschap van Mathijs van Clootwijck.

Dezen xxviijen aprilis anno xvC Lxxxv soe zijn metten anderen minnelijcken veraccordeert Aentghen Jan Mathijs wedue met haren gecoren voicht, Michiel Meeusz ende Govaert Jacobsz met zijnen consorten als gerechte erfgenamen van Jan Mathijsz van allen differenten, questien ende geschillen die zij voir date van desen metten anderen gehad hebben, nopende het dlandt inde Werffcampen ende die tocht van dijen die Aentghen, wedue voirss pretendeerden daer aen te hebben. Waer jegens d’erffgenamen voirss allegeerden dat haer quam die somma van twaelff ponden Vlaems vande voirss wedue. Dwelck is veraccordeert voir haerder beijder naecomelinghen nu ende ten eewighen daghe dat d’erffgenamen voirss in erfflijcke possessie hebben ende behouden zullen die voirss Werffcampen voirtsaen ende haren nacomelinghen zonder iemants iegenseggen, mits dat die wedue voirnoemt die huer vande bruijckweer de anno vijrentachtich zal ontfangen ende betalen die schattinghen tzelffde jaer zonder d’erffgenamen voirss vande voirss twaelff pondt iets vuijt te reijcken. Ofte oick d’erffgenamen voirss die voirss wedue vande voirss Werffcampen tocht van dijen ende ‘tgelt dat zij seijde totte mangelinghe van voirss Werffcampen vuijtgereijckt ende bijgeleijt te hebben iets te gelden ofte vuijtereijcken haer ofte haren naecomelinghen. Ende die stede daer Jan Mathijsz zaliger plach te woonen blijft halff ende halff ende alle danderen goeden volgende die vorighe deijlinghe. In oirconde van dezen zoo hebben partijen voirnoemt deze hare minnelijcke accordatie voir haerder alder nacomelinghe onderteijckent ten dage, maent ende jare voirss in presentie Tuenis Jacobsz onder den Wijngaert, Jan Adriaen Gijsbrechts, Mercelis Willemsz, Jan Jansz ende Melis Cornelisz,

bij Michgel Meijssen. Dits Govaert Jacobsz hantmerck.

Los vel:

Compareerden Govaert Jacobsz voir hem selven ende Peter Joachims als voicht van Mathijs Jansz weeskijndt ende heeft geconstitueert ende tot eenen singulieren waerburch gestelt Mathijs van Clootwijck een stuck vrij lants geleghen inde Werffcam­pen, gecoemen van Huijbrecht Petersz, Jan Adriaen Gijsbrechtsz cum suis geleghen oistwaert ende Melis Cornelisz cum suis westwaert. Ende dat voir de gerechte eenhelft van alsulcken commer als naemaels opt dit dlant dat den voirss Mathijs van hem comparant ende zijnen consorten gecoft heeft, bevonden mochte worden daer op metten recht voir datum van desen gehypotequeert. Noch zoe is gecompareert Aentghen Jan Mathijs weeu met Michiel Meeusz haren gecoren voicht ende heeft voir recht geconstitueert tot eenen waerburch den voirss Mathijs van Clootwijck eenen halven buijtendijcxen werff, vrij wezende van renthen, streckende vanden dijck aff noirtwaert op totten voirss Mathijs van Clootwijcx erve toe ende dat voir alsulcke verholen commer als namaels zoude moghen spruijten vuijt deen helft van lant dat den voirss Mathijs van haer comparante gecoft heeft. Actum den xxvjen aprilis xvC Lxxxv. Voir heemraden Jan Meeus ende mij present.

Fol. 213.

            Eerffdeelinghe tusschen d’erffgenamen van Gijsbrecht Henricxz saligher, aengebrocht desen xixen septembris anno xvC Lxxx.

Inden iersten Jan Stoffelsz ende Lauwereijs Jacobsz tot behoeff Henrick Gijsbrechtsz weeskijnt geloot, gecavelt ende geerfdeelt op het smal weerken, streckende vande halven Gat aff noirtwaert op totten halven watersloot voir den werff, Gijsbrecht Henricxz  erffgenamen geleghen oist ende Cornelis Diercx Groeij west. Noch die selffde geloot ende geerfdeelt op een weer lants streckende vande werff achter ‘thuijs noirtwaert op ter halver brandtwetering toe, Dinghen Jennis geleghen oistwaert ende Peeter Adriaen Meeus westwaert met sijn schouwe ende gebuer rechten daer toe staende. Welver­staende dat dit lot vuijt die gereetze incoemende penningen int commuijn wesende, sal genieten die somme van ses Karolus gulden sijn portie hier inne te innen.

Hier jeghens is Ffloris Cornelisz geloot, gecavelt ende geerfdeelt op het oosterwer. Streckende vande halve Gat aff noirtwaert op ten werff toe voir ‘thuijs ende voirts vande werff aff noirtwaert op ter halver Brandtweteringhe toe, Ariaen vande Corput cum suis geleghen oist ende Gijsbrecht Henricxz erffgenamen west met sijn schaouwe ende gebuer rechte daertoe behoirende.

Hier jegens Gerrit Andriesz gecavelt ende geerfdeelt op een stuck lants geheeten den Toemaet, streckende vanden halven Gat aff noirtwaert op ten halven watersloot voirden werff. Noch die selffde bedeelt op een weerken achter ‘thuijs streckende vande werff aff noirtwaert op ter halver Weteringhe toe Gijsbert Henricxz erffgenamen geleghen oistwaert ende Dinghen Jennis westwaert. Elcx met sijn schouwe ende gebuer rechten daertoe staende.

Ende aengaende het huijs, schuere ende werff ende cooltuijn is te weeten dat Gerit Andriesz is bedeelt inden huijs, schuere ende erfenisse daeraen op die westzijde ende Floris Cornelis met(?) Henrick Gijsbrechtsz weeskijndt op die oostzijde. Dis te wete op de camer met halff ‘tachterhuijs ende halff die schuere met d’erffenisse daer aen te weeten die oostzijde ende die westzijde achter buijten, elcx sijn gedeelt t’onderhouden  als dat behoirt. Welverstaende dat het voirss weeskijnt bedeelt is op die twedeel vande oistzijde vande huijs, schuire ende erfenisse daer aen Ende Floris Cornelisz op het derdendeel vande oostehelft ende alle ‘tgeboompt als eijken, essen ende nete(?)boom­en sal elcx genieten naer advenant dat sij inden huijs, schuijre ende erffnisse daeraen als voirschreven is geerft ende bedeelt is.

Mits conditien ende wel besproicken voirwaerde zo wat commercausen op eenighe vande voirsss perceelen oprijsen ‘tzij wetende of onwetende, alzo elcx even vrij geerfdeelt is, sullen partijen malcanderen helpen draeghen ende gelden, mitsgaeders d’een over den anderen altois te steghen ende te weeghen, nu ende ten eewighen daghen, alles sonder tegenseggen. Aldus aengebrocht den daete als boven voir den schout ende voir Jan Zegerss ende Dierck Adriaensz, beijde als heemraders waer voiren partijen hebben vertegen ende haer bedanckt der goeder schiftinghe ende deijlinghe, mede beloevende dese t’onderhouden ende te volvoeren op een peijne van vijftich Karolus gulden te verbueren te gaen peijnenrechts.

            Gerit Andriesz; Floris Cornelisz.

Ten daeghe als boven compareerden Gerit Andriesz ende gaff over met vrijer giften zo als recht is Floris Cornelisz, sijn swaeger, sijn gerechticheijt in Schuermanslant, te weeten, zo groit ende cleijn als den voirss Gerit Andriesz dit ten anderen tijde van Tuenis Cornelisz ontvangen heeft. Mits besproicken voirwaerde dat Floris Cornelisz vuijt dit voirss erffenisse altois sal blijven gelden drie st. erfflijck tsiaers. Ende geloeffden Gerit Andriesz Floris Cornelisz voirss dese voirss erffnisse te vrijen ende te waeren naden lantrecht tot desen daeghe toe. Heemraders Jan Zegersz ende Dierck Adriaensz met sijn schauwen daertoe behoirende.

            Floris Cornelisz; Gerit Andriesz.

Ten daeghe als boven ofte voiren compareerden Floris Cornelisz ende heeft rechtelijcken geloeft ende verwilcuert Gerit Andriesz, sijnen swaeger te betaelen ses jaeren lanck geduerende jaerlijcx die somme van sesendertich Karolus guldens te betaelen alle jaeren op Sinte Lambrechtsz dach anno xvC een ende tachtentich den iersten ende zo voirts continuelijcken van jare tot jare daer aen volghende onder ‘tverbant van desen goederen daer dese wilceur aff spruijt ende voirts allen sijnen anderen goederen, ruerende

fol. 214r.

ende onrurende, present ende toecomende, geen vuijtgesondert, voor den iersten penninck metten lesten betaelt sal weesen, mits conditien dat Gererit Andriesz die voirss erffnisse dwelck hij Floris Corneliss vercoft heeft als die voirss gift vermelt, zal gebruijcken ende die affbladinghe daer van genieten den tijt van ses jaeren zonder iets daervan te wannieten(?) ofte vuijttegeeven, waervan die ierste bruijckweer wesen sal ende ingaen Sinte Peeter dach ad cathedram anno xvC eenentachtich ende zo voir ses jaren lang achtereen zonder middel daertussen. Gedaen ten daege als voiren ende heemraders als voir.

Ten voirss daeghe heeft Floris Cornelisz rechtelijcken geloeft ende verwilceurt, geloeft te betaelen Jan Stoffelsz ende Lauwereijs Jacobsz tot behoeff Hendrick Gijsbrechtsz weeskijnt, die somme van neghen Karolus gulden, te betaelen alzo laest als hij Floris Cornelisz voirss eenighe penningen ontfangt ofte verschenen sijn sullen onder ‘tverbant van zijn goederen, hebbende ende vercrijgende, geen vuijtgesondert ende dat ter causen van alsulcken actie als ‘tvoirss weeskijnt soude moeghen vinden in het acht………….. Cleijs Janss lant zo groit ende cleijn als Gijsbert Henricxz dat ten anderen tijde die kerck van Raemsdonck gegondt ende gegeven heeft. Heemraden als voiren.

Item dezen wilceur bekenden Jan Stoffelsz ten volen betaelt te wezen ende heeft die penningen inden rekeninghe gebrocht den xxvije februarij anno Lxxxij scrijvens Luijck.

Fol. 214v.

Transport op datum: 20-9-1580.

Verkoper: Gerit Andriesz.

Koper: Jan Stoffelsz ende Lauwereijs Jacobsz tot behoeff Henrick Gijsbrecht weeskijnt die tweedeelen ende Floris Cornelisz het derdendeel.

Betreft verkoop van: een stuck erffs geleghen int Rijsbroeck onbedeelt met Jan Joost Neelen. (vrij behoudens cloostercijns).

Belend             noord: Jan Joost Neelen.

                        zuid: Lijsbeth Joost Neelen.

                        voorts liggend tussen halve Gat en Rijsbroecxen wech.

Koopsom: betaald, maar niet genoemd.

Transport op datum: 20-9-1580.

Verkoper: Jan Stoffelsz als voicht ende Lauwereijs Jacobsz als toesiender van Henrick Gijsbrechtsz weeskijnt (voor 2/3) ende Floris Cornelisz voir hem selven(voor 1/3).

Koper: Gerit Andriesz.

Betreft verkoop van: half huijs, schuer ende erve daeraen (de oostzijde), gelegen in Engeland; uitgezondert zijn de negen grootste bomen, eiken, essen en notebomen.

Koopsom: niet genoemd; er is wel betaald. Van de opbrengst van de bomen moeten verkopers nog 4 Kar. gld aan Gerit Andriesz geven.

Transport op datum: 20-9-1580.

Verkoper: Jan Stoffelsz als voicht ende Lauwereijs Jacobsz als toesiender van Henrick Gijsbrechtsz weeskijnt ende Floris Cornelisz voir hem selven.

Koper: Gerit Andriesz.

Betreft verkoop van: een derdendeel in een half weerken gelegen in Engeland, bedeelt op den westencant.

Belend             noord: halve Brandtwetering.

                        zuid: de werff.

                        oost: Peter Ariaen Meeus, gelegen int selve lant.

                        west: Jan Cornelis Gijben c.s.

Koopsom: niet genoemd; er is wel betaald.

Welverstaende dat Gerit Andriesz aff doen moet ende tot sijnen last houdt alsulcken renthen als Tuenis Jacobsz onder den Wijngaert heffende is, te weeten ‘tkijnsdeel. Ende beloeft mits desen het voirss weeskijnt daer van altois costelois ende schadelois te houden ende nimmermeer daer van meer gemolesteert te worden, nu ofte ten eewighen daghe. Des zo moet Gerit Andriesz van’t voirss weeskijnts gereetse penningen die verschenen zijn ofte verschijnen sullen, ontfangen ofte inbueren op dese renthen die somme van vier Karolus gulden en meer niet. Actum ten daghe ende heemraden als voren.

fol. 215r.

Desen xxvijen septembris anno xvC Lxxx compareerden Tuentghen Peetersz dr. met Adriaen Aertsz, haeren gecoiren voicht, haer metten recht gegeven ende gaf over met vrijer giften zo recht is, Willem Cornelisz, een huijs metten erve daer aen geleghen opt Veer, streckende van Jan Meeusz erve aff noirtwaert op ter Dongha toe, Peeter Adriaen Sconnincx geleghen westwaertende Tuenis Tuenisz Cloostermans oostwaert, te vrijen ende te waeren naeden lantrecht om drie Karolus gulden ‘tsiaers te betaelen alle jaeren op Sint Tomas dach anno tachtentich naestcomende, den iersten vrije gelt van schot. lot croongelt ende van allet geene datmen daerop soude moeghen ordonneren te lossen met ganckbaer gelt, den penninck veethien metten verschenen pachten daer bij. Heemraden Jan Zegersz ende Dierck Adriaensz, Adriaen Peetersz.

Deze acte is doorgehaald. In de kantlijn staat: quijt

dese verleije is betaalt ende voldaen bij Dinghen Broeders mette hootsomme ende verschenen pachten, blijckende bij den rentbrieff, mij onvergelevert den xxiiijen october 1605. Bij mij Cornelis Melis als secretaris. ergo betaalt.

Ten voirss daeghe heeft Aelbrecht Gerritsz geconstitueert ende gemachtich gemaeckt mr Willem Philipsz sijn schaeij te schutten ende staet(?) te wachten ende alles te doene daer den voirss Albrecht Geritsz van node soude moeghen wesen tot sijn kennelijcken wederseggen toe, onder behoirlijcke rekeninghe, bewijs ende reliqua. Actum als boven voirss Jan Zegersz ende Dierck Adriaensz als heemraders.

In de kantlijn: Vrijgift Willem Stoffelsz.

Desen xien novembris anno xvC tachtentich compareerden Marijken Jacob Peetersz weeue als gemachtich van Margritken Henricx weeue, haer moeder met Frans Geritsz, haeren gecoiren voicht, ende gaf over met vrijer giften zo als recht is, Willem Stoffelsz een stuck lants geleghen binnen dijcx, streckende vanden halven dwarssloot aff noirtwaert op ten iersten buijtendijcxen dwersloot toe over den dijck die joncfrou vande rentmeester Jan vanden Berch sa. geleghen aen beijde zijden oost ende west. Ende geloefden Marijken met hairen gecoren voicht voirss dit voirss erve te vrijen ende waren naden lantrecht. Heemraders Jan Zegersz, Meeus Adriaensz ende Adriaen Aertsz.

Op 6-12-1581 verklaart Marijken, in hoedanigheid als boven volledig betaald te zijn. De hoofdsom bedroeg 8 pond grooten Vlaams.

fol. 215v.

Desen xxviijen septembris anno xvC Lxxx soe hebbe Jan Ariaens Robben als man ende voicht van Anniken Peter Janss Schoutendr als eijscher in desen ter eenre ende Ariaen Tuenisz als man ende voicht van Anniken Peter Janss wedue saligher als verweerder  ter andere zijde, sick, sleets irrevocabel ende sonder wederroepen aen mondt ende vuijtspraeck gebleven van Adriaen Peetersz, mr Willem Phillips als arbiters in desen, dewelcke tot eenen overman genomen hebben Frans Gerritsz Schout tot Raemsdonck, die welcke dese difficulteijten tusschen partijen gemoveert zijnde niet en hebben gecomen veraccordeeren ofte vereffenen, zo hebben zij noch tot assistentie genomen in desen Jan Zegersz, Adriaen Aertsz ende Dierck Adriaensz, alle als heemraeders tot Raemsdonck.

Soe ist dat sij arbiteren met haere assistenten voirss, naer lange voirgaende suspenda­tie, communicatien ende auditien verbaelijcken vande beijde zijden gehoirt hebbende ende haire schriftueren over ende wederover gesien hebben ende hoiren lesen, gesaemenderhandt vuijtgesproicken hebben eendrachtelijcken ende spreecken vuijt mits desen, haerlieder arbitrialen sententie, hoe dat allen geschillen, questien ende difficulteijten tusschen de voirss Jan Adriaensz ende Adriaen Teunisz mits desen weleertich geschiet ofte vervallen sijnde, zo vande aenneminghe van Anniken Peter Jansdr bij hairen vader als ander questien, quereelen ofte swaricheeden die de voirss Ariaen Tuenisz soude moeghen voirtbrenghen ofte actie jeghens den voirss Jan Adriaensz ofte ten eewighen daghe soude moighen maecken die welcke mits desen allen sijn veraccordeert, gans ende geheel doot ende te niet aen beijde sijden den een den anderen nimmermeer te molesteeren, nu ofte ten eewighen daeghen in deser saicke ofte in eenigher manieren. Ende daerenboeven soe moet den voirss Jan Adriaensz vande voirss Adriaen Tuenisz noch ontvangen die somme van tien Karolus gulden vrijts gelts. Ende die verteerde costen ofte ten eijnde van dezen gedaen zijn blijft tot last vande voirss Adriaen Tuenisz, sonder iets te corten. Welcke voirss thien Karolus gulden den voirss Ariaen Tuenisz betaelen moet op Sinte Mertensdach ierstcomende ofte andersins op vuijtleggen vande heer. T’oirconden van desen hebben wij Arbijters ende heemraders voirss in desen versocht sijnde elcken bijsonder met ons eijghen handt ende handtmerck onderteijckent ten daghe als boven.

Bij mij Frans Geritsz schout tot Raemsdonck oinder…

Adriaen  III  Peetersz merck.

Dit Jan  N  Zegersz merck.

Dits Ariaen Aertsz merck

Dit Dierck    Adriaensz merck.

Fol. 216r.

            Erfdeelinghe tusschen Mechelt Govaert Everaerts wedue saligher aengebrocht desen xien octobris anno xvC Lxxx tusschen hairen kijnderen gepasseert.

Inden iersten Mechelt, wedue voirss, met den schout, hairen gecoiren voicht, geloot, gecavelt ende geerfdeelt op achtalff geerd lants geleghen inden ambacht van Groit Waspick, streckende van Henrick Luijen Ambacht noirtwaert op ten iersten dwersloot toe over den hootdijck. Tijs Janss erffgenamen geleghen ten naesten oost ende die wedue voirss cum suis west. Noch die selffde gecavelt ende geerfdeelt op drie geerden lants daer ten naesten geleghen streckende vanden ambacht van Henrick Luijen af noirtwaert op ten iersten buijtendijcxen dwersloot over den hootdijck. Die selffde Mechelt voirss selve geleghen oist ende Peter Zegerss erffgenamen met hairen consorten west.

Noch die selffde bedeelt op die steede zo groit ende cleijn als die nu ter tijt geleghen is, Lauwereijs oist ende Jan Mathijs Adriaen (doorgestreept?) Gijsbrechtsz erffgenamen west. Elck perceel met sijn renthen ende lasten ende met sijn schouwen ende gebuerlijcke rechten daertoe behoirende.

Hier jegens die twee weeskijnderen geloot, gecavelt ende geerfdeelt op vierdalff geerd lants geleghen inden ambacht van Groit Waspick, te weten in Peer Fraenen weer plach te wesen, zo groit ende cleijn als Govaert Everaertsz saliger daer inne gerecht is geweest, Tuenis Anssen geleghen oistwaert ende Gerit Jansz erfgenamen cum suis westwaert met altgeene daer metten recht op verobligeert is ende voirts met sijn schauwe ende gebuer rechten daer toe staende. Streckende dese voirss erffenisse vanden halve Kaesloot aff noirtwaert op ter halver Maes toe. Des ist voirwaerde dat die wedue voirss., met den schout, hairen gecoiren voicht allen die voirss goederen, geen vuijtgesondert, moet vrijen ende waeren ende allen voircommer aff doen tot desen iegenwoirdighen daeghe toe ende voirts mede zo langhe als die aenneminghe voiren inden registere geroirt claerlijcken inhout ende vuijtwijst ende langer niet. Aldus aengebrocht ende gepasseert voir Adriaen Aertsz ende Adriaen Jansz, beijde als heemraeders. Waervoiren Mechelt voirss met hairen gecoiren voicht ende Joachim Claesz als voicht ende ter presentie van Ariaen Govaert Everaersz vuijten naeme van Govaert Everaersz achtergelaeten weeskijnderen. Waervoiren sij partijen hebben verteghen ende haer bedanckt der goeder schiftinghe ende delinghe. Geloven dese t’onderhouden op peijne van vijftich gouden realen te verbeuren te gaen peijnsrecht. Heemraders als voiren.

Fol. 216v.

Transport op datum: 12-10-1580.

Verkoper: Die wedue van Govaert Everaertsz (hierboven heet ze Mechelt, onder de wilcuer heet ze een keer Mechelt en een keer Michiel) met Frans Geritsz de schout hairen gecoiren voicht ende Joachim Claesz als voicht ende toesiender ende ter presentie van Govaert Everaerts’ achterglaeten weeskijnderen.

Koper: Adriaen Adriaensz Leuskijnt.

Betreft verkoop (met eenen verleije) van: vier geerden lants ofte zo groit ende cleijn als Govaert Everaertsz sa. daerinne gericht is geweest.

Belend             noord: halve Maes.

                        zuid: halve Meulenpatsche straet.

                        oost: Willem Geritsz.

                        west: Tuenis (int selve lant) (geen toenaam genoemd, maar vermoede­lijk is dit Tuenis onder de Wijngaert, die komt nl ook in wat onderlinge verrekeningen voor).

Koopsom: twee maal 18 pond Groten Vlaams en 50 st. te betalen aan de weduwe (een keer) als aan de kinderen (hetzelfde bedrag), op 4 Bamis dagen waarvan de eerste vervallen is Bamis 1580.

Verklaring van voldaan zijn op: na wat ingewikkelde verrekeningen is op 17-7-1584 de zaak vereffend.

Fol. 217r.

            Dierck Adriaensz als voicht van Giel Govaertsz wedue.

Desen xijen octobris anno xvC Lxxx compareerden Mechelt, wedue wijlen Govaert Everaertsz met Frans Geritsz den schout, hairen gecoiren voicht, ende heeft rechtelijcken geloeft zoals recht is, Gerit Vassen die somme van vier ponden Groiten Vlaems te betaelen op twee ierstcomende Bamis daeghen, waeraff den iersen wesen sal Bamisse anno xvC een ende tachtentich, onder ‘tverbant van allen hairen goederen, geen vuijtgesondert voir den iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Heemraden als voiren.

Bekenden Gerit Vassen hier op ontfangen te hebben die somme van elff Karolus gulden ende .. st. Desen xxjen maij anno xvC Lxxxij.

Desen ixen octobris anno xvC Lxxxij bekenden Gerit Vassen dezen wilcuer vol ende geheel betaelt te wezen, den iersten penninck metten lesten.

Eodem anno et die compareerden Merten Wouterss ende gaff over met vrijer giften zo recht is Frans Geritsz duer begeerte vande wedue wijlen Govaert Everaerts saligher een huijsken metten erve daeraen gelegen, streckende vande ambacht van Groit Waspick aff zuijtwaert op tot Cornelis Tomasz erve toe, Tijs Jansz geleghen oist ende Cornelis Toemasz west. Ende geloefden dit voirss erve te vrijen ende waeren naden lantrecht tot desen daeghe toe. Heemraden als voiren.

Transport op datum: 7-11-1580.

Verkoper: Cornelis Mathijsz.

Koper: Dirck Adriaensz tot behoeff van Gerit Dierck Geritsz.

Betreft verkoop van: een stucxken lants binnendijcx. Op dit stuk zijn bij iedere Koningsbede 2 blanken verschuldigd. Daarnaast hief Gerit Diercx op dit stuk jaarlijks 4 Karolus gulden; deze laatste zijn bij deze koop verrekend.

Belend             noord: ierste dwersloot aan de zuijtzijde vande hootdijck (binnendijcx).

                        zuid: gebuer erve daer die schoel plach te staen.

                        oost: Peerken Tomas erfgenamen.

                        west: kerckdijck.

Koopsom: betaald, maar niet genoemd.

Fol. 217v.

            Houwelijcxe voirwaerde tusschen Lauwereijs Jacobsz ende Grietghen Cornelis Jan Maeszdr.

Desen xxvijen octobris anno xvC Lxxx compareerden voir heemraders in Henrick Luijen Ambacht, Lauwereijs Jacobsz als bruijdegom ter eenre ende Grietghen Cornelis Jan Maeszdr. als bruijt met Dinghen Cornelis huijsvrou was saliger haerder moeder ende Willem Jacobsz, hairen oom ter andere zijden. Ende zijn beijde ongedwongen minnelijcken in dese haire houwelijcxe voirwaerde veraccordeert ende geslooten. Ingevalle dat Grietghen, bruijt voirss ierst afflijvich worde zonder wettighe geboirte vanden voirss Lauwereijs Jacobsz, bruijdegom, achter te laeten, dat alsdan haire erffgenamen ofte de geene die daer toe geoorsaeckt sullen weesen te vreeden moeten zijn met het geene sij nu ter tijt bijden anderen brenghen, te weeten, dat van haer zijde coempt, mits conditien ofte dat duer nootlijcken saecken veralueert ofte vermindert wordt, sal wederom gekeeken worden met gelijcke goederen. Ende oft gebuerde dat Lauwereijs Jacobsz, bruijdegom voirss ierst afflijvich worde zonder wettighe geboirten bij malcanderen vercreeghen te hebben sullen alle die goederen beijde haeve ende erve weesen haefdelich, halff ende halff volgende ‘tzuijthollantsche recht. Is noch voirwaerde oft gebuerde dat Lauwereijs ende Margrietghen voirss wittighe geborten vercrijghen ende die selffde naer Grietghen Cornelis doot afflijvich worden sullen haren erffgenamen te vreden moeten wesen zo voirss is offer geborten geweest en waren vuijtgescheijden vercreghen goederen, halff ende halff. Ende naede doot vande voirss Lauwereijs Jacobsz sal Grietghen (bij zo verde zij int leeven is) ofte zij tzamen wittighe oiren vercrijghen ofte niet niet te min hebben ende behouden alle die goederen halff naeden zuijthollantschen recht. Alle dinck sonder arch ofte list. Aldus gedaen als voiren, voir heemraders Peeter Huijbrechtsz ende Willem Wouters als getuijghen hiertoe versocht. Mij present Melis Cornelis.

Los vel (klungelig en dus slecht leesbaar schrift):

Ick Ariaen Ariaenss Shemaeij(?) die bekent hem te voellen betaelt van Wellem Emmen an die erfgenaemen van Merten Lauwereijsoen oock te vollen betaelt van Welhem Emmen van die erfgoeden vanden geet(?)

Nu Cornelis Merthens van Gaeken(?) Ariaens Verkerck, Ariaen Peter Maes kenne Cornelis Mertens te voellen betaelt te sijn all dat ghene dat sij van Dinghen Ariaens soe groet, soe cleijn ghedelt hebben.

Gescreven den seventhijnden dach van janwaris

bij mij …………. Ariaen Wouterss

Nu die kijnder van Jan Mertens als Lauweris Mertens als vocht Jan Bhijaijens(?)

Bij mij Ariaen Aersoen …….

Bij mij Cornelis Mertenss,

Janneken Jans te vollen bethaelt,

Lauwerijs Mertens,

Crijn Ariaenss,

Mathijs Janss.

Los vel (klungelig en dus slecht leesbaar schrift):

Op huijden desen iiijen januari anno m vC Lxxxj soe kenne ic Bastiaen Ariaens ontfangen te hebben uut handen van Frans Sijmons die somme van sesthijen pont groot Vlaams van weghen van eene coop van lant dat ic Frans Sijmons gecoft hebbe van Bastiaen Ariaens, welcke penninghen voirscreven waren tot Bamis 80 in kennisse van Frans Gherit den schout en Jan Segerss. Soe hebbe ick Bastiaen Ariaenss dit ondertekent (handmerk).

Ic Bastiaen Ariaenss beloove Frans Sijmusz dat wij hier een hecken voor doen ende ooft daer ijmant quaem ende daer enigh guet(?) dede dat Frans daer toe sien sal ende wat coosten maecken die beloove ic Bastiaen hem wel tedragen uut wijsen alle rechten.

Los vel

Ic Bastiaen Ariaenss kenne ontfangen te hebben uut handen van Frans Sijmonssen, spruijtende van een stuck lans, de somme van viij ponde groot, welck verschenen is te bamisse in presentie van een …… (?)

(handmerk)                             Bastiaen Ariaenssen onderteekent.

Los vel

Ic Bastiaenssen (Blijkens het handmerk onder het briefje moet dit zijn Bastiaen Ariaenss) lide ende bekenne ontfangen te hebben uut handen Frans Sijmons, die somme van acht ponden groeten Vlaems, spruijtende van eenen cop van laent het welck verschenen te Bamisse lest leden te weten 1582 achtu(?) dit geschil siende ten huse Aert Simons ende ick Bastiaen Ariaenss hebbe dit selve ondertekent met mine ghewoenlicken hanteken in presentie Ludovick Handrick die Bije, coster deser stede.

Fol. 218r.

            Pachtinghe van aenwas; Herman Huijmansz.

Desen vijen novembris anno xvC Lxxx soo heeft gepacht Herman Hermansz (sic, vergelijk kop) van Cornelis Tijs Huijmansz (sic) een half weer aenwas geleghen gemeen met Peter Jansz vande Werck bedeelt opten westen cant, den voirss Peter Janss gelegen int selve lant oost ende die rentmeeesters wedue west, streckende vande hoijlant aff ofte vanden iersten dwersloot aff die voir aende zuijtzijde vande ouden grindt leijt noirtwaert op ter halver Maes toe, achthien jaren lanck geduerende waer van dit ierste jaer ingegaen is meijdach anno tachtentich, jaerlijcx voir de somme van vijff Karolus gulden vrijts gelts te betalen alle jairen op Bamisdach anno tachtentich den iersten ende zo voirts van jaren tot jaren continuelijcken achtereen vervolgende. Mits conditien dat Huijman voirss gehouden is den resloot aenden westzijde vant weer te graven ende t’onderhouden vanden ….. ouden grint af noirtwaert op zonder iets daer ieghen te corten ende vanden ouden grindt af zuijtwaerts zo verde alst orbaer is te graeven m… hij oick graven ende corten hem dit naer behoiren. Actum ut supra, voir heemraders Meeus Adriaensz, Jan Zegersz ende Adriaen Aertz.

Dezen xijen junij 1582 bekenden Huijman Hermansz deze pachtinghe doot ende tot niet te wezen ende hem daer van te vollen betaelt voir zijn arbeijt. (bovenstaande acte is doorgehaald)

            D’erffgenamen van Dinghen Wilm Goesses(?); Willem Emmen.

Desen xjen novembris anno xvC Lxxx compareerden Adriaen Adriaensz Verstech voir hem selven, Cornelis Mertensz voir hem selven ende vervangende Crijn Adriaensz sijnen swaeger, ende oick mede Grietken Adriaenszdr, sijn moeije, Jan Bastiaensz voir hem selven, Tijs Jansz voir hem selven ende vervanghende Lauwereijs Mertensz sijnen swager, Jan Mertensz voir hem selven, Henrick Petersz Smit voir hem selven, Adriaen Peter Maes voir hem selven ende Janniken Jansdr met hairen gecoiren voicht ende gaven gesamenderhandt over met een verleije zo recht is, Willem Embrechts een halven geer, geleghen gemeen metten Heijlighen Geest van Raemsdonck ende met Crijn Peterss, te weten after die driedeelen ende voir het vierendeel Gerit Wouterss weeu geleghen oist ende Dinghen Clauwen west. Streckende vanden halven Leechen wech aff noirtwaert tot Dierck Clauwen cum suis erve toe. Ende geloefden comparanten voirss dat voirss erve ende voirss Willem Emmen te vrijen ende te wairen tot desen daghe toe. Actum als boven voir heemraders Jan Zegersz, Adriaen Aertsz ende Adriaen Jan Andriesz, den xvijen januarij anno Lxxx bedanckten haer d’erfgenamen van Dinghen Wilms voirss haer ten vollen betaelt te wesen van Willem Emmen den iersten Penck metten lesten, blijckende bij quijtantie.

Fol. 218v

Transport op datum: 11-11-1580

Verkoper: Peeter Ariaen Woutersz als man ende voicht van Lesken Jan Berthelomeus Jansz dr. en Tomas Cornelis Govaertz als gecoiren voicht van Jan ende Lijnken Jan Berthelomeusz onmondighe weeskijnderen.

Koper: Jan Jansz Tempels (Tempelaer) tot behoeff van Janniken Bertholomeus Geritzdr.

Betreft verkoop van: 102 geerden lants int Leech Veen zo groit ende cleijn als die van Ariaen Petersz ende Melis Cornelisz gecomen sijn.

Belend             noord: de Bancken.

                        zuid: Ouder Dongha.

                        oost: Ariaen van Bavels weeu met haren kijnderen.

                        west: de kerck met Sinte Petersland.

Koopsom: niet genoemd.

Transport op datum: 11-11-1580.

Verkoper: Bartholomeus Geritz kijnder: Dinghen Bertholomeus dr met Adriaen Wouter Woutersz hairen gecoiren voicht, Janneken Bartholomeus Geritsdr met Jan Janss Tempelaer hairen gecoiren voicht beijde metten recht gegeven, Adriaen Wouter Woutersz als voicht van Mechel Jan Wouter Woutersz’ onmondige weeskijnt daer moeder aff was wijlen Ariaenken Bertholomeus Geritszdr.

Koper: Cornelis ende Jan Adriaen Huijb Wouter Naes soenen, hare gebroeders vande halve bedde (kopers zijn dus halfbroers van de verkopers; GAvS).

Betreft verkoop van: een stuck lants geleghen int Leech Veen.

Belend             noord: Leegen wech

                        zuid: Ouder Dongha.

                        oost: Sijmon Willem Sijmons

                        west: Jan Cornelis Ansz

Koopsom: niet genoemd.

Fol. 219r.

Transport op datum: 23-11-1580.

Verkoper: Adriaen Adriaen de Jonge Casteleijn, Bastiaen Adriaensz voir hem selven, Huijbrecht Jansz voir hem selven,

Koper: Peter Dircx Groeij

Betreft verkoop van: stucksken lants geheeten het Hoecxken.

Belend             noord: voirdijck

                        zuid: halve dwersloot.

                        oost: Heijlken Berghen erfgenamen.

                        west: Cleijs Jansz erfgenamen

Koopsom: Niet duidelijk. De hele tekst is hier moelijk te lezen, door verbleeking en slijt van het papier. Wel duidelijk is dat hiermee deels of geheel een oude schuldbrief van de verkopers wordt afgelost.

            Adriaen Adriaensz de Jongen Casteleijn; Bastiaen Adriaensz.

Ten voirss daeghe compareerden Adriaen Adriaensz ende gaff over met vrijer giften zo recht is Bastiaen Adriaensz …. … het gerechte vierendeel in Moeijken Marien acker, onbedeelt heel’t weer. Peeter Ariaen Meeusz geleghen oist ende Michiel Aert met Jan Cornelis Gijben cum suis west. Streckende van Cornelis … erve af noirtwaert op tot cloosters goet toe. Ende geloeffde Aen Ariaenss voirss dit voirss vierendeel erfs te vrijen ende te waerentot desen dage toe. Heemraden als voiren.

Fol. 219v

Transport op datum: 24-11-1580.

Verkoper: Bastiaen Adriaensz de Jonghen Casteleijn.

Koper: Ffrans Sijmons.

Betreft verkoop van: een half stuck lants, geheeten Moeijken Marien Acker.

Belend             noord: Cloosters goet.

                        zuid: Cornelis Diercx erve.

                        oost: Peeter Adriaen Meeusz.

                        west: de voirss Bastiaen Adriaensz ende Huijbrecht Jansz met Michiel Aertz.

Koopsom: 48 pond grooten Vlaams.

Te voldoen als volgt: 100 Kar. gulden gereet, de rest op 4 achtereenvolgende Bamisdagen.

Verklaring van voldaan zijn op:

                        4-1-1580: 16 pond.

                        2-6-1582: 8 pond.

                        25-10-1582: 8 pond.

                        26-11-1583: 28 Kar. gld + een koe ter waarde van 20 gld, maakt samen 8 pond. Deze keer ontvangen van Frans Bastiaens door de huijsvrou van Bastiaen Adriaensz. Verder staan geen betalingen vermeld.

Fol. 220r.

            Erfdeelinghe tusschen Tuenis Ansz, Commer Tuenisz weeskijnt ende Jan Peeterz, te weten van twaelff geerden in Groit Waspijck, aengebrocht desen xvijen decembris anno xvC Lxxx.

Inden iersten Tuenis Ansz geerfdeelt op ses geerden aende oistzijde, te weeten opt halff weer op den oistencant ende Commer Tuenisz weeskijnt op drie geerden daer naest geleghen ende Jan Peeterz op drie geerden daer naest, te weeten opden westencant naest Gerit Jansz erfgenamen. (einde tekst!)

            Testamentum.

Desen xxen decembris anno xvC Lxxx compareerden Huijbrecht Staesz ende Anniken zijn huijsvrou, beijde op gaende benen, gesondt van lichame ende volcoemen van verstande ende hebben met hairen vrijen eijghen wille ende met rijper deliberatie van raede, reciproce, over ende wederover, malcanderen gegeven, gegundt ende gemaickt, gaeven, gunden ende maickten mits dese in forma van testament den lancxten van hem beijden int leeven blijvende, hondert Carolus guldens voir vuijt vande gereetse goederen ende die beste coe ende het beste bedde. Ende dan voirts te deijlen halff ende halff naeden zuijhollantschen recht. Willen ende begeeren testateurs voirnoemt dat dit haire iegenwoirdighen testamente ende vuijterste wille sal worden gehouden voir goet vast ende van volder weerden voir allen rechten ende rechteren, geen vuijtgesondert.

            Rekeninghe van Joachim Claesz van weghen Aentghen Beert Gerbrants dr, gedaen den xvijen januarij anno xvC Lxxxj in haire ieghenwoirdicheijt.

Compareerden ten daeghe voirss Joachim Claesz als voight van Aentghen Beert Gerbrants dr ende heeft in Aentghen Bert Gerbrants drs voirss presentie sijn rekeninghe gedaen bij sijnen eedt zo als recht is vande jaere Lxxviiij ende den ontfanck ende vuijtgeeff vande voirss jaere jeghens malcanderen affgerekent zoals bij liquidatie van goede rekeninghe bevonden dat den vuijtgeef den ontfanck meerder is die somme van derthien Karolus gulden xvj2 st. Des blijft die huere verschenen meij anno Lxxx noch suijver t’ontfangen. Mits bedanckende haer Aentghen voirss goeder voichdije van Joachim Claesz voirss van allet geene hij van hairen tweghen voir datum van desen gedaen ende gehandelt heeft. Actum als boven voir heemraders Adriaen Aertsz Schouten ende Adriaen Jan Andriesz den schout ende mij present Melis Cornelisz.

Fol. 220v.

Transport op datum: 27-12-1580

Verkoper: Peter Jacob Geritsz voir hem selven ende vervanghende Jan Meeus Brauwers ende Anna Peter Jacobs sijn dochter, Adriaen Peter Henricxz voir hem selven, Heijligher Peeter Henricxz voir hem selven ende Willem Lauwereijsz als gerechte bestorven voicht van sijn kijnderen ende Adriaen Govaert Leemans voir hem selven.

Koper: Jan Govaert van Gilze.

Betreft verkoop van: een achtendeel in vier buijnder hoijlants geleghen int Broeck inde Hoecampen onbedeelt, zo groit ende cleijn als die voirss comparanten daer in gerecht zijn

Belend             noord: water.

                        zuid: Gebuerwech.

                        oost: Gebuerwech.

                        west: Jan Cornelis Melisz cum suis.

Koopsom: niet genoemd.

Transport op datum: 7-2-1581.

Verkoper: Jan Meeus Hoevenaer als gerechte bestorven voicht ende Meeus Adriaensz als toesiender van Joachim Meeusz achtergelaeten weeskijnderen.

Koper: Joncker Wolfaert van Borssele.

Betreft verkoop (met verleije) van: 14 geerden lants inde Hoighe Donck in 21 geerden, te weeten 102 geerd geerfdeelt opden oistencandt en 32 geerd onbedeelt inde anderhelft opten westencandt.

Belend             noord: halve Maes.

                        zuid: halve Keen.

                        oost: Aert Mertens c.s.

                        west: de conventualen van Santroisen.

Koopsom: 133 pond Grooten Vlaams. Te betalen 100 gld gereet en 50 Karolus gulden Bamis eerstcomende. Daarnaast neemt Wolfaert enige renten (schulden) die hierop staan over. Het restant te betalen in 2 jaarlijkse termijnen.

Fol. 221r.

In de navolgende tekst in 1613 (!!) bijgeschreven, wordt Jan Meeusz vooreerst als Jan Meeus Hoevenaer genoemd:

Desen wilceur bekent Jan Meeus Hoevenaer ende Meus Adriaensz van Jr. Borsselen ontfangen te hebben t’weeten drije hondert sesthien gulden vijfthien stuijvers in gelt. Ende Joncker Wolphaert heeft gerechte vier hondert xxvj gl. vijff st. eenen halffven voir de rentbrieffven metten verloopen vandien, breder vuijtwijsens de reeckeninge daer van sijnde in date den jen augustij xvC Lxxxvj waer in de selffve staet dat de weeskijnderen goet coempt vijff st. j oirt d’welck Adriaen Jansz Hoevenaer ten ondergeschreven daege betaelt heeft in handen van Lesken ende Neltken Joachimsdochteren. Actum den xxven novembris 1613. Daerom den wilceur gecasseert. Mij present secretaris Mandemaec­kers. 1613.

Fol. 221v.

Transport op datum: 15-2-1581.

Verkoper: Adriaen Peter Raessen voir hem selven ende mede als voicht van Gerit Peter Raessen achter gelaeten weeskijnderen.

Koper: Cornelis Govaert Peeter Meeusz tot behoeff van Tuentghen Adriaenszdr., sijn wettighe huijsvrou.

Betreft verkoop van: een vierendeel in een weer lants geleghen opde Killen, gemeen met Gerit Jans erffgenamen ende Truijken Burchgraven

Belend             noord: halve Broecxe sloot.

                        zuid: halve Kae.

                        oost: Gerit Janss erffgen int selve lant.

                        west: Merten Denisz c.s.

Koopsom: niet genoemd.

Transport op datum: 15-2-1581.

Verkoper: Joachim Claesz vuijten naeme van Janniken Peeter Adriaenszdr.

Koper: Mathijs Jansz.

Betreft verkoop van: een ackerken zaeijlants geleghen bij de oude straet.

Belend             noord: halve Kaesloot.

                        zuid: halve Dwersloot aen de noortzijde vande Hoeff.

                        oost: Jan Mathijsz erffgenamen.

                        west: Cornelis Tomasz.

Koopsom: 14 Karolus gulden.

Fol. 222r.

            Erfdeelinghe tusschen die wedue ende erfgenamen ofte kijnderen van Adriaen Gijsbrechtsz Buijs saligher aengebrocht desen xviijen februarij anno xvC Lxxxj scrijvens Luijck.

Inden ierste die wedue met hairen gecoiren voicht geloet, gecavelt ende geerfdeelt opt halff weer neffens den Berchsen wech, zo groit ende cleijn, veel ende luttel als Adriaen Gijsbrechtsz daer inne gericht is geweest. Streckende vander Donga aff noirtwaert op ter halver Maes toe. Noch de selffde geerfdeelt op een halff weer lants geleghen onbedeelt met Adriaen Jan Andriesz, streckende vander halver Kae aff noirtwaert op ter halver Veerscher straet toe.

Nu Adriaen Adriaensz de jonghen gecavelt ende geerfdeelt op die tweedeelen in een weer lants geleghen inde Donghe, gemeen met Peter Adriaen Sconnix, Emseijns lant oist ende Jan Mathijs erfgenamen west. Streckende vander halver Keen aff noirtwaert op ter halver Maesen toe. Noch de selffde geerfdeelt op een vierendeel in een weer lants geleghen inde Acker onbedeelt met Peter Jansz de Bonts erfgenamen, streckende vande halven Geijlsloot aff noirtwaert op ter halver Keen toe. Noch die selffde geerfdeelt op het Hopvelt, streckende vande halve Bergenscher straet aff noirtwaert op ter halver Geijlsloot toe, Adriaen Wircxz geleghen oistwaert ende Peter Zegersz erffgenamen westwaert.

Noch die selffde geerfdeelt op die stede op die Berghen, streckende vander halver Bergenscher straet aff noirtwaert op ter halver Geijlsloot toe, met halff die schuer onbedeelt met noch thien st. erflijcken ‘tsiaers die den Heijlighen Geest daer jaerlijcx op heft.

Nu Jan Adriaensz geloet, gecavelt ende geerfdeelt opt halff weer gemeen met Tuenis Cornelisz ende Jan Cornelisz. Streckende vander halver Kreeck aff noirtwaert op ter halver Maesen toe, zo breet als Adriaen Gijsbrechtsz dat altijt toebehoirt heeft. Noch de selffde geerfdeelt op een veldeken buijten den Diefdijck, streckende vanden iersten dwersloot die aende zuijtzijde vande Diefdijck leijt, zuijtwaert op ter halver Kreeck toe. Het leengoet geleghen oistwaert ende Gerit Jansz erffgenamen cum suis west­waert. Noch die selffde geerfdeelt op die stede daer Ariaen Gijsbrechtsz plach te woonen, streckende vander halver Bergenscher straet aff zuijtwaert op ter halver Kreeck toe, met thien st. erflijcken ‘tsiaers die den Heijlighen Geest van Raemsdonck daer jaerlijcx op heffende is.

Fol. 222v.

Nu Anniken Adriaenszdr met Frans Geeritsz, hairen gecoren voicht in desen, geloet, gecavelt ende geerfdeelt op een halff weer lants geleghen inde Hoighe Donck, gemeen met Tuenis Tuenisz Cloosterman, bedeelt opten oistencandt. Streckende vander halver Keen aff noirtwaert op ter halver Maes toe. Noch die selffde geerfdeelt op een gerecht vierendeel in Jan Maesz weer plach te wesen. Streckende vander halver Kreeck aff noirtwaert op ter halver Mase toe. Noch die selffde geerfdeelt op een renthe van twee Philips guldens jaerlijcx die Wijt Floren tot Waspijck jaerlijcx vuijtgevende is ende noch op een renthe van twintich stuijvers tsiaers die Michiel Jansz tot Waspijck jaerlijcx vuijtgevende is.

Voorts in dese geconditioneert ende wel expresselijcken ondersproicken, zo wat schulden zij profijtelijcke tot desen daeghe toe vervallen ofte verschenen sijn, weetende ende onwetende, sullen parthijen malcanderen helpen draeghen ende gelden. Welverstaende dat van nu voirtaen die wedue voirss met Adriaen Adriaensz ende Jan Adriaensz voirss ten eewighen daeghen toe tot hairen last gesamenderhandt neemen alle renthen op eenighe vande voirss percheelen rechtelijcke verhypotequeert. Ende dat Anniken Adriaensz dr voirnoemt van dien gansch ende geheel ontslaeghen ende vrij wesen sall, van nu voirtaen ten eewighen daeghe toe. Metten cortsen allen haer goet boven genomineert hemelvrij, vuijtgescheijden sconnincx beden ende anderen onraet van dijcken ende anders van weghen ons sconnincx daer op comende. Ende voirts elcx met sijn schauwe ende gebuerlijcke rechten t’onderhouden alst behoirt.

Aldus aengebrocht voir Jan Zegersz ende Adriaen Jan Andriesz, beijde als heemraders waer voiren parthijen hebben verteegen ende haer bedanckt der goeder deijlinghe. Mede gelovende deze t’onderhouden op een boete van twintich Karolus gulden te verbueren te gaen peijns rechts.

Fol. 223 r.

Vrijgift. Peeter Cornelis Pauwelsz; Jacob Aert Wilm Jacobsz; Gerit Janss Vermeer alias Vlam.

Desen xxjen ffebruarij anno xvC Lxxxj compareerden Peeter Cornelis Pauwelsz ende Jacob Aert Wilm Jacobsz ende gaven gesamenderhandt over met vrijer giften behoudelijcken cloosters grondtchijns sijn rechts soe als recht is Gerit Janss Vermeer een gerechte vierendeel in een weer lants geleghen int Rijsbroeck onbedeelt met Em Cleijs Jansz, streckende vanden halven Rijsbroecxen wech aent noirtwest eijnde zuijtoostwaert op tot Zeebkens killeken toe. D’erffgenamen van Bertholomeus Pauwelsz geleghen aende noirtoostzijde ende die conventualen van Santroisen aende zuijtweste zijde. Ende geloeffden Peeter Cornelisz ende Jacob Aertsz voirss, dit voirss vierendeell inden weer alnts voirss te vrijen ende te waeren naeden landtrecht tot desen daeghe toe. Alles zonder argelist. Heemraders Adriaen Aertsz Schouten ende Adriaen Jan Andriesz.

                        D’erffgenamen van Tuenis Goossens; Cornelis Jan Lemmens.

Desen jen martij anno xvC Lxxxj compareerden Henrick Pauwels Jansz voir hem selven, Lauwereijs Jan Claes voir hem selven, Adriaen Anthonis Gosensz ende Jacob Claes van haren met … ende gaven gesamenderhandt over met eenen verlije zo als recht is Cornelis Jan Lemmens eenen geer geleghen inden ambacht van Raemsdonck bij het Leech Veensche hecken met eenen stooter erfflijcken daer jaerlijcx vuijtgaende, die den pastoor van Raemsdonck heffende is. Jan Willem Oomen geleghen aen die oostzijde ende die Gebuerwech aen die westzijde. Streckende vanden Leeghen wech aff noirtwaert op tot Peeter Aertsz geer toe. Ende geloeffden sij voirss comparanten voirss dit voirss erve te vrijen naden lantrecht tot desen iegenwoirdighen daghe toe. Heemraders Adriaen Peter Meeus Adriaensz ende Jan Meeusz.

Transpoirt.

Desen vijen martij anno xvC Lxxxj compareerden Frans Geritsz als gerechticht van Peeter Jansz Vermer als gerechte bestorven voircht ende Gielis Adriaen Oomen als toesiender van Gerit Janssz Vermer’ onbeiaerde kijnderen, blijckende bij procuratie voir schepenen in Oosterhout, gepasseert in date den xxjen februarij xvC Lxxxj ons heemraden geexhibueert ende voirgelesen. Ende gaff vuijt crachte van dijen over met vollen recht Peeter Cornelis Pauwels het bovengeschreven vierdepaert lants geleghen int Rijsbroeck in alder manieren als den voirss Peeter Gerit Jansz Vermer ten anderen tijde overgevest heeft gehadt, daer noijt gelt op en is gegeven, vuijtwijsens die procuratie. Actum als boven, heemraden Jan Zegersz, Dirck Adriaensz ende Andries Jansz.

Fol. 223v.

Doorgehaald de volgende tekst: “rentbrieff. Desen xen martij anno xvC Lxxxj soe zijn gecoemen Frans Geritsz, schout met”

Vrijgift. Tuenis Jansz van Vijfhoeven; Adriaen Cornelis Woutersz.

Desen xxvjen februarij anno Lxxxj compareerden Tuenis Jansz ende gaff over met vrijer giften, behoudelijcken cloosters chijns sijns rechts als recht is Adriaen Cornelis Woutersz een stuck lants geleghen teijnden die Hoeckampen int Rijsbroeck, zo groit ende cleijn ende in alder manieren als die voirss Tuenis Janss dat ten anderen tijde van Pauwels Adriaensz gecoft ende ontfangen heeft. Ende geloefden ‘tzelffde te vrijen ende te waren naden lantrecht tot desen dage toe. Heemraders Adriaen Aertsz ende Adriaen Jansz.

Vrijgift. Cornelis Tuenisz; Adriaen Peeter Schoenmackers.

Desen xjen martij anno Lxxxj compareerden Cornelis Tuenisz ende gaff over met vrijer giften als recht is Adriaen Peeter Schoenmackers vijftalff geerd lants, streckende vanden iersten dwersloot aff die aende noirtzijde vande hootdijck leijt noirtwaert op ter halver groiter Kil toe. Adriaen Petersz voirss int selve lant oist ende Cornelis Tuenisz voirnoemt west. Edne geloefden Cornelis voirss dese voirss vijftalff geerd lants te vrijen ende te waeren tot desen dage toe. Heemraders Adriaen Janss ende Dierck Adriaensz. Des is voirwaerde dat den eenen den andere niet afgraven en sal ten zij bij haerder beijder wil ende begeeren, heemraeden als voiren.

            Erffdeelinghe aengebrocht tusschen Willem Gerritsz ende Gijb Zegersz drie voirkijnderen desen ixen meert anno Lxxxj.

Inden iersten Willem Geritsz gecavelt ende geerfdeelt op het halff weer lants geleghen achter den Meulenpat, gemeijn met Gijb Weijnen bedeelt opten westen cant, streckende vanden binnendijcxen schausloot aff over den dijck noirtwaert op ter halver Maes toe zo groit ende cleijn ende in alder manieren als den voirss Willem Geritsz ende die voirss kijnderen daer tzamen ten anderen tijde op bedeelt sijn geweest met steginghe ende weginghe ende allen gebuer rechten daer toe staende.

Hier jeghens die drie voirss kijnderen geerfdeelt tzamen op ses geerden lants geleghen aen Hermans Sijl in Groit Waspijck, streckende vanden Kaesloot aff noirtwaert op ter halver Maes toe, zo groit ende cleijn ende in alder manieren als die van Adriaen Geritsz haren oom achtergelaten zijn met steghen ende weghen ende allen anderen schauwen ende gebuerrechten daer toe staende.

Des ist voirwaerde dat elck sijn geerfdeelde cavelinghe ter … aenveerden mach zo de selffde goederen nu geleghen sijn ende allen commer, zo renthen als chijnsen die op eenighe vande voirss percheelen nu ter tijt rechtelijcken verhypotequeert staen moeten partijen malcanderen helpen draghen ende gelden. Ende moeten die voirss drie kijnderen Willem Geritsz vuijtreijcken eens de somme van vijf Karolusgulden ende meer niet. Aldus gedaen ter presentie vande schout, Adriaen Jansz ende Jan Zegersz waer voren parthijen hebben verteghen ende haer bedanckt der goeder deijlinghe.

Fol. 224r

            Erffdeelinghe tusschen Gijb Zegersz drie voirkijnderen, aengebrocht den ixen meert anno Lxxxj.

Inden iersten Zeger Gijben ende Dinghen sijn suster tzamen gecavelt ende geerfdeelt op het Liesbos, onbedeelt met Govaert Adriaensz, geleghen opde Vlaeijkens, streckende vanden halven Poelsloot aff zuijtwaert op ter halver Vlaeijkensstraet toe, Jan Peters geleghen oist ende Jan Zegersz west. Noch dieselffde tzamen geerfdeelt op eenen halven acker zaeijlants geleghen in xj2 Hoeffen, streckende vander halver nieuwer straet aff zuijtwaert op tot cloosters goet toe, Ariaen Ariaensz de Jongen oist ende Wouter Vassen west. Noch dieselffde tzamen geerfdeelt op ses geerden lants geleghen inden ambacht van Groitwaspijck zo groit ende cleijn als die van Adriaen Geritsz hairen oom gecomen zijn. Noch op het gerechte vierendeel van een stuck erfs gecoemen van Jochem Zegersz, te weten zo veel als Gijb Zegersz hairen vader daer in heeft, streckende vant zuijden eijndt vant bos aff noirtwaert op ter halver Vlaeijkens straet toe. Elcx met sijn schauwen ende gebuerrechten daer toe behoirende.

Hierjegens is Aentghen Gijb Zegers dr gecavelt ende geerfdeelt op die Vlaeijkens, streckende vander halver Vlaeijkensstraet aff noirtwaert op ten halven Poelsloot toe, Adriaen van Waelwijck? gelegen oist ende Gijb Zegersz haren vader west. Met noch den acker gelegen inden Meulenpat, streckende van Willem Geritsz cooltuijn zuijtwaert op ten Diefdijck toe, met sijn schauwen ende gebuerrechten daertoe staende.

Dies is voirwaerde zo wat renthen op eenighen vande voirss percheelen rechtelijcken verhypotequeert staen, wetende ende onwetende, moeten parthijen malcanderen helpen draeghen ende gelden, zowel verschenen als noch souden moghen verschijnen. Ende moet Gijb Zegersz hairen vader het goet vrijen tot Sinte Peeter toe lestleden. Des sal hij alles wat verschenen ende vervallen is, inbueren ende ontfanghen. Ende bedancken parthijen hier mede haer goeder scheijdinge ende deijlinghe voir Jan Zegersz ende Dirck Adriaensz als heemraders, waer voir zij hebben verteghen deen opden anderen gedeelt, mede beloevende dese t’onderhouden op een pene van xx Kar. gulden te verbueren te gaen naar peijns rechts.

Fol. 224v.

            Rekeninghe van Huijbrecht Jansz de Bosscher aengaende Brievinck Huij­brechtsz drie weeskijnderen, verweckt bij Marijcken Janszdr.

Desen iiijen aprilis anno xvC Lxxxj scrijvens Luijck, compareerden Huijbrecht Jansz de Bosscher als gerechte bestorven voicht van Brievinck Huijbrechtsz achtergelaeten weeskijnderen ende heeft op sijnen eedt zo als recht is rekeninghe ende bewijs gedaen voir den schout ende heemraders tot Raemsdonck in presentie van Cornelis Adriaensz den toesiender, Gijb Zegersz ende Adriaen Wilmsz, beijde oomen vande voirss weeskijnderen van alle ‘tgeene hij opgelicht, ontfangen ende vuijtgegeven heeft van weghen den voirss weeskijnderen tot desen daeghe toe ende alle profijtelijcke ende onprofijtelijcke schulden jeghens malcanderen affgetoighen ende affgerekent zijnde is bij liquidatie van goede rekeninghe bevonden dat den ontfanck noch meerder is dan den vuijtgeeff, ses stuijvers eens. Ende moet Huijbrecht Jansz die erffhuijs ceel geheel ontfangen want die aen hem gereckent is maer allen die lanthueren vant gebruijck vanden jaere tachtentich lestleeden blijven suijver staen t’ontfangen tot behoeff vande voirss weeskijnderen, welcke voirss rekeninghe ende bewijs den schout, heemraders, toesiender ende oomen voirss geprobeert ende gelandert hebben, probeeren ende landeeren die selffde te weesen recht op ende sonder bedroch. Actum als boven. Heemraders Adriaen Adriaen Peeters ende Dirck Adriaensz, mij present.

                                                                                                                     Melis Cornelisz.

            Erffdeelinghe tusschen de wedue wijlen Bauwen Joosten ende hairen kijnderen, verweckt bijden voirss Bauwen Joosten, aengebrocht den vjen aprilis anno xvC Lxxxj scrijvens Luijck.

Inden iersten die wedue gecavelt ende geerfdeelt op een halff weer lants geleghen inde Cleijn Donck, onbedeelt met Jan Gijben, Bastiaen Aertsz cum suis gelegen oist ende Cloosterman cum suis west. Streckende vanden gemeenen dijck aff noirtwaert op zoe verde alst aen beijde zijden streckt met sijn schauwe ende gebuerrechten daer toe staende.

Hier jeghens die drie weeskijnderen gecavelt ende geerfdeelt op seven geerden lants geleghen inde ambacht van Groit Waspijck. Streckende vanden Kaesloot aff noirtwaert op ter halver Maes toe, Joost Baeijensz geleghen oist ende Jan Vassen west. Noch dieselffde geerfdeelt op een geerd lants geleghen aen Hermanszijl, gecoemen van Bastiaen Baeijensz, bedeelt op naest den Heijlighen Geest die gelegen is oist ende Adriaen Peter Gijben west, streckende als d’andere met sijnen schauwe elcx ende gebuerrechten daer toe.

Noch de selffde geerfdeelt op een halff eijndt ackers geleghen met Peeter Huijben in xj2 Hoeffen, streckende van Willem Geritsz erve aff zuijtwaert op tot Tuenis Ansz erve toe. Ariaen Joachimsz oist ende Joost Baeijens west met ‘tgeene den Heijlighen Geest van Raemsdonck daer jaerlijcx erflijcken op heffende is. Met steginge, weginge ende alle gebuerrechten daer toe behoirende.

Des blijft hier int comuijn ende onbedeelt het huijs metten erve daeraen zo dat van Tuenis Ansz gecoemen is, mitsgaders alle schulden, incoemende ende vuijtgaende voir date van dese vervallen, blijven te innen ende te betaelen halff ende halff. Actum als voiren voir heemraders Adriaen Peters, Adriaen Aertsz ende Dierck Adriaensz, waervoiren die wedue ende voichden ende toesienders vande voirss weeskijnderen heb­ben verteghen ende hair bedanckt der goeder deijlinghe, beloevende de selffde t’onderhouden op een boete van xv Karolus gulden te verbueren te gaen peijns rechts.

Fol. 225r.

Transport op datum: 14-4-1581 (stijl Luik).

Verkoper: Antonis Aertsz.

Koper: Gijsbrecht Adriaensz.

Betreft verkoop van: een achtendeel in een weer lants geleghen inden Meulenpat

Belend             noord: halver Maes.

                        zuid: Willem Geritsz werf.

                        oost: Willem Geritsz c.s.

                        west: Jacob Jansz.

Koopsom: 75 gld.

Te voldoen als volgt: naden meijdach ierscomende 50 gld en 25 gld op Bamis eerstcomende. Bij gebreke het dubbele te betalen. Dit omdat de bedragen al betaald hadden moeten zijn.

De acte is niet doorgestreept en ook zijn er geen betalingen vermeld.

Fol. 225v.

Vroen ende gift vanden Heer.

            Maeijken Adriaen Jansz dr ontfangt rechtelijcken die gifte vanden heer van Peeter Diercxz erve nae inhout haers brieffs.

Desen iersten martij anno xvC Lxxxj scrijvens Luijck compareerden Marijken Adriaen Janszdr met Mr. Willem Philipsz hairen gecoren voicht. Ende heeft versocht aenden gerechte van Raemsdonck te hebben gift ende eijgendom van een halff hoffstede gelegen Dingeman Driesz oistwaert ende Peeter Henricxz cum suis westwaert, competerende Peter Dierck Petersz die zij met recht ingewonnen ende gericht heeft naer gemeen costuijme van onser bancken recht vuijt crachte van eenen schultbrieff, inhoudende die somma van twee Karolus guldens tziaers, den gerechte genochsaem geostendeert ende gebleecken daer van bij behoirlijcke edicken ende publicatien ter volder kercken met openen deuren (alzome bij ons gewoonlijck is te doene) vuijtgeroe­pen is omme drie coepdaeghen daer van te houden, den meesten daer voir biedende, ten prouffijt ende meest oirbaer vanden proprietaris ten fine dat sij comparanten cum tutore daer van den slach vanden heer geobtineert ontfangen (daarboven geschreven: gehouden) heeft voir het inhouden ende achterwezen haers brieffs metten costen daeromme gedaen.

Ende alzo ons schout ende heemraders voirss kennelijck is dat die procedure van desen bij coopdaeghen ende allen anderen rechtvorderinghen naden lantrecht zijn volle leges ende hercoemen hebben gehadt ende daer toe langhen tijt veriaert ende verdaecht zijn ende op alle voirgaende citatien ende rechtelijcke weeten niemant gecoemen en is omme haer van hair achterweesen te contenteeren ofte gift ende eijgendom te geven met zegel ende brief daer van te verlijen. Soe ist dat wij schout ende heemraders voirss ten versoecke voirss in aensinninghe van continuatie die voirss Marijken Ariaen Jansdr met hairen voirss voicht inde voirss erffnisse hebben gevroendt ende geeijghent. Vroenen ende eijgenen mits desen naden lantrecht zo als recht is inde voirss erffnisse met zijne limitagie voirss in groit ende cleijndt als hairen schultbrief claerlijcken vuijtwijst, inhoudt ende begrijpt met steginghe ende weginghe ende alle gebuerlijcke rechten daer toe behoirende, vrijende ende warende die voirss Marijken met haer voicht voirss inde voirss erfnisse als in haer vrij eijghen goedt, zo dat haer nu vast ende zeker is naden recht vande lande, behoudelijcken den hoighen heer ende iegelijck zijns goets rechts gedaen als boven voir heemraden Meeus Adriaensz, Jan Zegersz, Adriaen Aertsz ende Dierck Adriaens.

            Marijcken Adriaensdr; Willem Stoffelsz.

Dezen 20e maij 1582 compareeren Mariken Adriaen Jansdr met Mr. Willem Philipsz hairen gecoren voicht ende gaff over met vrijer giften zo recht is Willem Stoffelsz, hairen neeff eenen halven werff, bedeelt opden oistencandt. Dingeman Driesz gelegen oistwaert ende Peter Henricxz cum suis westwaert. Streckende van Stoffel Wilmsz erve aff noirtwaert op tot Huijbrecht Petersz erve toe met steginghe ende weginghe ende in alder manieren als Marijken voirss den voirss halven werff met allen rechten ingewonnen ende vanden heer ontfanghen heeft. Heemraden Ariaen Petersz Schoenmacker, Jan Zegers, Adriaen Aertsz Schouten ende Dierck Adriaensz.

Desen xiiijen novembris xvC Lxxxvj bekenden Marijken Ariaenszdr voirss dat haer Willem Stoffelsz dezen voirss halven werff ten vollen betaelt heeft voir haer ende haren nacomeling­hen. In presentie van mij Melis Cornelissz (1586).

Fol. 226r.

Transport op datum: 20-4-1581.

Verkoper: Bastiaen Aertsz.

Koper: Adriaen Lambrechtsz Drossaert.

Betreft verkoop van: een half weer lants, gelegen inde Oirden.

Belend             noord: Kae.

                        zuid: Donga.

                        oost: Jan Aerts den Ouden.

                        west: Adriaen Lambrechtsz voirss int selffde weer.

Koopsom: niet genoemd.

Transport op datum: 20-4-1581.

Verkoper: Aentghen Schouten met Steven Aertsz (haar zoon), hairen gecoiren voicht in desen.

Koper: Adriaen Huijben.

Betreft verkoop (met eenen verleije) van: een stucxken lants geleghen opde Killen.

Belend             noord: halve Broexken.

                        zuid: Kae.

                        oost: Metghen Zegersz erffgenamen c.s.

                        west: de wedue van Adriaen Gijsbrechtsz c.s.

Koopsom: niet genoemd.

Transport op datum: 20-4-1581.

Verkoper: Aentghen Schouten met Steven Aertsz (haar zoon), hairen gecoiren voicht in desen.

Koper: Adriaen Huijben.

Betreft verkoop (met vrijer gifte) van: een stucxken lants geleghen opde Killen.

Belend             noord: halve Broexken.

                        zuid: Kae.

                        oost: Cleijs Jansz ende Neel Meelisz erffgenamen.

                        west: Metghen Zegers erffgenamen.

Koopsom: niet genoemd.

Transport op datum: 20-4-1581.

Verkoper: Aentghen Schouten met Steven Aertsz (haar zoon), hairen gecoiren voicht in desen.

Koper: Jan Adriaen Peetersz.

Betreft verkoop (met eenen verlije) van: een half huijs, schuere ende erve.

Belend             noord: halve dwersloot aende noirtzijde vande grint.

                        zuid: halve dwersloot voor aen de zuijtzijde vande coolhoff.

                        oost: Ariaen Claes cs.

                        west: Henrick Janss Buijs.

Koopsom: 238 Karolus guldens, te betalen op 4 Bamisdagen (de eerste anno 1581).

Op 8-2-1585 bekennen de erfgenamen van wijlen Aentghen Peters voirss betaald te zijn.

Fol. 226v.

Transport op datum: 20-4-1581.

Verkoper: Adriaen Jan Andriesz. (ook: Adriaen Janss Vender).

Koper: Steven Aertsz

Betreft verkoop van: een gerecht derdendeel inde helft vant Langelant, bedeelt het half weer opden oisten cant, onbedeelt int voirss halff weer.

Belend             noord: iersten buijtendijcxen halven dwersloot aende noirtzijde vanden hoitdijck opt hoichveen(?)

                        zuid: naeste buijtendijcxen halven sloot die aende noirtzijde vanden Schenckeldijck leijt.

                        oost: Ariaen Andries erffgenamen.

                        west: Vas Petersz Kit ergenamen.

Koopsom: niet genoemd, wel de volgende afspraak: Des zo hout Steven Aertsz voirss tot sijnen last twintich st. losrenthen te lossen vuijtwijsens ‘tsbrieffs die welcke inde renthen tusschen haer beijder veraccordeert ende voir date van dese geerfdeelt.

Fol. 227r.

            Houwelijcxe voirwaerde tusschen Wouter Woutersz ende

            Leenken Roeloff Janszdr.

Desen lesten aprilis anno xvC Lxxxi compareerden Wouter Woutersz als bruijdegom met Peeter Huijbensz sijnen oom ter eenre ende Leenken Roeloff Janszdr als bruijt met Jan Roelen, hairen broeder ter andere zijde ende hebben eendrachtelijcken geaccordeert ende geslooten in houwelijcxen voirwaerde in soe verde eenich van hen beijde afflijvich woirdt aleer het joncxe kijndt verweckt bij Jan Mertensz ten mondighe daeghe gecoemen sal wesen, dat een ieder hebben ende behouden sal allen ‘tgeene hij ingebracht heeft ende allen vercreghen goederen halff ende halff. Ende neemt Jan Roelen nu met hem Marijken Jan Mertensdr die hij moet onderhouden ten mondighe daeghe toe in alles wat haer nodich wesen sal ende noch langer want hem belieft. Ende oft gebuerde dat Jan Roelen afflijvich worden binnen middelen tijde aleer dit voirss Marijken mondich waer, is geconditioneert ende wel expresselijcken ondersproicken dat die huijsvrouwe van Roelen dat voirss kijndt wederom thuijs seijnden mach want haer gelieft.

Willen ende begeren bruijgom ende bruijt Jan Roelensz ende zijn huijsvrouwe Peeter Huijbrechtsz, Jacob Woutersz ende Adriaen Woutersz alles wat voirss staet sal worden gehouden voir goet, vast ende van volder waerden, voir allen rechten ende rechteren, alles sonder argelist. Mij present.

            Confirmatie.

Desen viijen meij anno xvC Lxxxj compareerden Cornelis Henrick Jansz, out ontrent achtentachtich jaeren ende Wouter Cornelis Peetersz, out ontrent vierentzeventich jaeren, beijde loffwairdige manne, ende hebben eendrachtelijcken vuijten versoecke vande Heijlich Geest, oirs ende gemeijn naebueren van Raemsdonck, getuijcht, verclaert ende bij solemmeeren eede zo als recht is geaffirmeert warachtich te zijne dat Damis Jorisz huijsvrouwe, wonende tot Dordrecht, Cleijs Laurussen kijnderen, Cornelis Tuenis Laureijsz met sijnen susters ende broeders, Pauwels Lauwereijs Claes kijnderen, Gijb Adriaen Lauwereijsz weeskijnderen ende Neeltghen Lauwereijs weeskijndt, gerechtighe erffgenaemen zijn van Iken Jan Daemendr. Welcke voirss Iken Jan Daemendr wettighe ende gerechte suster was van Dinghen Jan Daemendochter. Welcke voirss Dinghen Jan Daemendr moeder geweest is van Willem Jan Goessels zone.

Alzo waerlijck help haer deponenten Godt ende allen zijn heijlighen. Alles zonder arch ofte list. Actum als boven. Heemraders Adriaen Jansz ende Dirck Adriaensz.

Fol. 227v.

Transport op datum: 6-5-1581.

Verkoper: D’erffgenamen van Andries Adriaensz: Jacob Cornelisz voir hem selven, Huijbrecht Cornelisz voir hem selven ende mede als voicht van Peter Jacobsz weeskijndt, Jacob Andriesz voir hem selven, Jan Aertsz voir hem selven, Marijken Andriesdr ende Adriaentghen Andriesdr met Jacob Andriesz, hairen broeder ende gecoiren voicht in desen.

Koper: Tomas Vassen (Tomas Vas Petersz).

Betreft verkoop van: een stuck lants geheeten die Roewen

Belend             noord: eerste halve dwarsloot aende noirtzijde vande dijck, geheeten Lesken Peer Huijben Dijcxken.

                        zuid: halve sloit aan de noirtzijde vande Schenkeldijck.

                        oost: Adriaen Jan Andriesz erve.

                        west: Langlant.

Koopsom: 112 Karolus gulden.

Te voldoen als volgt: 50 gld nu, de rest op vier opvolgende Kerstmisdagen.

Verklaring van voldaan zijn op: 15-5-1586, in aanwezigheid van Henrick Jansz Buijs, Staes Huijbrechts en Jan Stoffelsz.

Het goed is bezwaard met een braspenninck jaarlijks. Als het goed met meer dan die braspennink bezwaard zou mogen zijn, dan staan daarvoor gedurende één jaar garant: Henrick Jansz Buijs, Staes Huijbrechts en Jan Stoffelsz, ieder voor een derde.

Fol. 228r.

Transport op datum: 10-5-1581.

Verkoper: Ffrans Geritsz, schout tot Raemsdonck, als gemachtich van Henrick Joppensz blijckende bij procuratie en gemachtich brieve, bezegelt metter stadts zegele van Dordrecht.

Koper: Cornelis Jan Roelen.

Betreft verkoop (met verlije) van: alsulcke paert ende deel in een weer lants met die hoffstede, boomgaert ende zijnen toebehoiren in allen manieren als zijne constituants huijsvrouwe moeder bij testamente van Willem Jansz Goessel gemaeckt is.

Koopsom: niet genoemd.

Transport op datum: 10-5-1581.

Verkoper: Huijbrecht Jansz de Bosscher als gerechte bestorven voicht van Brievinck Huijbrechtsz achtergelaten weeskijnderen.

Koper: Cornelis Jansz Buijs.

Betreft verkoop van: een huijs metten erve daer aen zo groit ende cleijn als Brievinck Huijbrechtsz sa. daer vuijt gestorven is.

Belend             noord: Joost Gruijters erfgenamen erve.

                        zuid: Ans Cornelisz erve.

                        oost: Bastiaen Diercxz. c.s.

                        west: Ans Cornelisz.

Koopsom: hondert daelders (‘tstuck tot vijf ende dertich st.) ende seven Karolus gulden eens.

Te voldoen als volgt: Op drie achtereenvolgende Bamisdagen, te beginnen anno 81.

Verklaring van voldaan zijn op: Er staat alleen een betaling van 81 Karolus gulden dd. 30-5-1582.

Fol. 228v.

Transport op datum: 13-5-1581.

Verkoper: Jan Meeusz.

Koper: Adriaen Jansz Reool.

Betreft verkoop (met een verlije) van: een half weer lants inde Dong, gemeen met Meeus Adriaensz, bedeelt opten westen candt.

Belend             noord: halver Maes.

                        zuid: halver Keen.

                        oost: Tuenis Cloostermans.

                        west: Adriaen Clauwerts c.s.

Koopsom: niet genoemd.

Transport op datum: 17-5-1581.

Verkoper: Jan Stoffels als gerechte bestorven voicht van Henrick Gijsbrechtsz weeskijnderen voir die twee deelen ende Floris Cornelis voir het derdendeel.

Koper: Roeloff Hendricxz vander Loicht.

Betreft verkoop (met vrijer gifte behoudens cloostercijns) van: een stuck lants geleghen int Rijsbroeck onbedeelt met Jan Joost Neelen.

Belend             noord: halve Gat

                        zuid: halve Rijsbroecxer straet.

                        oost: Jan Joost Neelen.

                        west: Neel Joost Neelen.

Koopsom: Niet geheel duidelijk. Floris Cornelis lijkt gelijk voldaan te zijn terwijl een schuldbekentenis van 90 Karolus gulden en 14 st. alleen op Jan Stoffels staat. De laatste is te voldoen als volgt: op 2 Lichtmisdagen (1581 en 1582).

Hiervan is een verklaring van voldaan zijn van 43 gld 10 st. (datum 10-2-1581 wordt op een los briefje genoemd).

Fol. 229r

            Copie Copie.

Wilhelm bijder gratie Goets Prince van Orangien, Grave van Nassau etc. als hebbende die hoighe overheit ende regeringhe vande lande van Hollant, Zelandt ende Vrieslandt, allen de gheenendie deze ieghenwoordighe zullen zien ofte hoiren lezen saluijt. Alzo merckelijck ende notoir is dat zedeert die geboirte ons heeren ende salichmaickers Jezu Christi (vande welcken alte Christenen den loop des jaers ende die termijnen der tijden zijn rekenende) eenighe daghen verloopen zijn geweest, zodat die tijden ende termijnen der verlenginghe ende vercortinghe ende oick der enengelijck maeckinghen der daeghen metten nachten niet opde zelffde sasoenen en vallen als die inden aenbeginne plaighen, mer ter contrarie verhaestighen in sulcker vueghen dat met lanckheijt van tijtden veel ongeschickheijts daer vuijt soude moighen rijzen overmits dat die sasoenen des winters ende des herfts op hairen behoirlijcken tijt niet en souden coemen te vallen. Waeromme veele geleerden ende inden loope des hemels ende der sterren ervarene luijden, dickmaels gearbeijt hebbende om die rekeninghe ende calculatie des jaers te rechte te brenghen, bevinden dat mits men voir een jaer drie hondert vijentzestich daeghen ende ses volle uren reeckent, nochtans metter daet eenighe minuten daer aen zijn ontbreeckende mits dat die sonne haire jaerlijcxen loop in een weinich min tijts volbrengt dan men gewoonlijck is te rekenen, als naemenlijcken een honderste ende sestendeel min dan een vierdeel van eenen dach, dwelck bedraighende alle hondert ende ses jaeren effen eenen dach woirdt bevonden binnen xvC tweentachtich van aen die geboirte van ons Heeren Christi overstreeckende jaren verloopen te wezen den tijt van ontrent vijfthien daeghen, zodat den dach der geboirten Christi behoirden nae d’eerste instellinghe ende calculatie omtrent xv daghen vroegher ende naerder bijden restandt der somme ende die corste winter daeghen te coemen dan hij doet het welck hoe lancx zoe meer metter tijt soude int woest verloepen ende een groite confusie inde rekeninghe der jaren mede brenghen.

Soe ist dat die selffde in verscheijden tijden ende bij veel geleerde mannen gemerckt ende aengegeven wezende, is eijtelijcke zoe veele daer inne gedaen dat den meestendeel der vorsten ende potentaten inder Christenheijt (omme de voirss inconvenienten van vorderen verloop ende onorderinghe te schouwen) hem omme vele beweechlijcke ende gewichtighen redenen ende oirsaicken, die allen te langhe waren te verhaelen, eijntelijck hebben vergeleecken datmen niet geheele vijffthien daeghen maer alleenlijck ende ten minste thien daeghen soude corten inde gemeijne ende tot noch toe geslagene calculatie des jaers op dat die saicke des ten minsten immers moegelijck waire ende tot minsten quetze vander gemeijnten mochte gericht ende gedresseert worden.

Soo ist dat wij ‘tgeene voirs es overgemerckt begerende zoe vele enichsins moegelijck es ons oijck in alle redelijcke saicken te vergelijcken ende te vernoeghen metten voirss Coninghen, voirsten ende potentaten over het Christenrijck ende in sonderheijt om onzen lieve ende getrouwe ondersaeten van Hollant ende Zeelant mette omliggende landen ende provincien accomoderen. Gemerckt oick dat om den gemeenen coophandel ende andersins nootzaecke­lijck is een goet accoert, verdrach ende vergelijckijghe te hebben van tijden, sasoenen ende termijnen metten zelfden omleggende landen, zoe in aensien van allen onderlinghe contraicten, verbintenissen, schultbrieven, betaelinghen ende allen anderen dinghen die den handel aengaen als andersins van allet geene de rekeninghe ende calculatie der tijden ende jaerlixsche sasoenen belangt, hebben bij advijzen van onzen lieven ende getrouwen, den staten van stats Hollant ende die luijden vande provinciaelen vande zelven lande geordonneert ende gestatueert, oordonneren ende statueren bij dezen dat inden voirss lande ende graefschappen van Hollant ende Zeelant, nae dat den ieersten dach van januarie naestvolgende zal weezen verleeden ende overstreecken, men den naestvolghenden diemen naeden voirs oude calculatie soude reeckenen te weezen den tweeden, niet rekenen en zal den tweeden, maar voirden twaelfsten ende den anderen dach naevolgende den derthiensten januari ende zoe voirts, ten eijnde toe vande zelffde maendt die voirdesen reijse maer een ende twintich daeghen hebben ende zal ende nochtans den laetsten dach der zelver maent voir den xxxjen gerekent sal woirden. Ende sullen voirts alle naevolgende jaren hairen vollen ende ordinarisse loop hebben, gelijck als van te voiren ende volghende den zegel die onse voirss naebueren omlegghende provincien zullen gebruijcken. Welverstaende nochtans dat hier mede niet en sullen vercort ofte verhijndert zijn eenighe naestinghe, prescriptien, actien van wat natueren die wezen moeghen, chijnsen, renthen, pachten, hueren ende obligatien, termijnen van betalinghe, wisselbrieven, provisie van institue mandementen ofte restrixtien, die welcke alle haeren vollen loop hebben zullen. Niet ieghenstaende die vercortinghe vanden voirss thien daeghen in allen schijne ofte zelffve niet en geschiet en waere. Ende dit alleen voirtgeene dat dit lopende jaer gevallen ofte verschenen es ofte vervallen ofte verschijnen zal zonder meer. Ende sullen voirtaen alle termijnen van betalinghe gerekent woirden opde zelffve wijze ende manieren alsmen van te voiren plachte doene, gelijck ofte deze vercortinghe niet gedaen en waer geweest, op dat alle voirdere materie van twist ofte misverstandt verhoeijt mach weerden. Ontbieden ende bevelen hieromme alle rechteren, justiceeren ende officieren van Hollant ende Zeelandt dat zij deze iegenwoirdighe ordonnantie ende gebot doen condighen ende vuijtroepen, elck binnen den lemijten van zijnder jurisdictie. Ende diezelffde wel saickelijcken doen           (?) naer heuren inhouden ende met manieren voirss. Des toirconden ‘tzegel van justicie hier onder op gedruckt in forme van placcate ende gegeven inden Haighe den xixen decembris anno xvC tweeentachtich.

Onderstondt gesien bijzijnder princelijck ………. (?) relatie vande president ende raede over Hollant, Zelant ende Vrieslant. Ende was onderteijckent bijden griffier Ernst. Opten ploijen was gedruckt den groiten zegel van justitie. In dorse van dezen stondt aldus.

D’inhouden zoe voirss is gepubliceert bijden secretaris dezer stede ter puijen aff opte stathuijs naer voirgaende clocken geslach den gemeijnen omstanders. Actum opden

xxxen decembris xvC Lxxxij. Present Peeter van Clootwijck, schouteth, ende was onderteijckent Adriaen de Hoighe. Hier beneffens stont aldus:

Gecollationeert jeghens d’originaele placate ende ordonnantie bezegelt ende onderteijckent als boven. Ende is daer mede bevonden accorderende dezen xxxjen decembris xvC Lxxxij, onderteijckent Mathijs Otghens.

Ende is alles voirss bevonden accorderende dezen xxen jannuarij xvC Lxxxiij, volgende deze voirss ordonnantie, bij mij secretaris tot Raemsdonck. Melis Cornelisz 1583.

Fol. 231r.

            Copie.

Wij, broeder Boudewijn, prior ende ‘tgemeen convent vanden Santroisen bij Sinte Geertruijdenberghe doen condt allen luijden dat wij gesien ende gelezen hebben eenen brieff, wael bezegelt, ongeraseert ende ongecancelleert, gansch ende gave van letteren ende van zegel, inhoudende van woirde tot woirde als hier nae besproicken staet.

Wij Willem, Grave van Heijnegowe, van Hollant, van Zeelant ende Heere van Vrieslandt, maicken condt allen luijden dat wij vercoft hebben onsen goeden luijden gemeijnlijcken die woonachtich ende gecavelt zijn inden ambacht van Raemsdonck alsulcken overmaeten als daer gemeeten was doemmen dat achterste van onsen ‘tweeghen mat daer die mate aff begonde int oosteijnde vande ambachte voirnoempt. Streckende vander Dongha totter Mase dijcke toe. Ende voirt vander eender Dongha totter andre Dongha toe, behoudelijcke ons onser vuijt lande ende ons dijcx alst totten haeren toe gecoemen is. Ende dese voirseijde overmaete alzo groit ende cleijn als daer gevallen is zullen wij ende onsen naecomelinghen hem ende den geenen die nae hem coemen, wairen als een vrij eijghen arve ende daer aff en sullen zij dijcken noch dammen. Voirts zoe geven wij hem een waterganck dat arve te wateren vrijelijcken daer haer andere arve watert, zonder hairen cost. Ende wij noch onzen naecoemelinghen nimmermeer geen overmaete meer hebben en sullen binnen dezen pailen voirss. Zonder argelist in oirconde dezen bezegelt met onse zegele gegeven tot Sinte Geertruijdenberghe, des saterdaechs voir onser vrouwendach verhoelen int jaer ons heeren duijsent driehondert dertich. Ende want wij prior ende ‘tconvent voirnoemt dezen brieff gesien ende gelezen hebben als voirs is. Zoe hebben wij om bede wille des ambachts voirnoemt dezen brieff bezegelt met ‘tzegel ons convents in kennisse der waerheijt int jaer ons heeren duijsent driehondert een en tnegentich opten iersten dach van aprelle.

Fol. 231v.

            Deelinghe gedaen tusschen die erffgename van Claes Cornelisz ende aengebrocht dezen xven mert 89.

Inden iersten Ariaen Peterss, Jan Petersz ende Huijbken Peter Sconnincx kijnderen met die wedue ende erffgenaemen van Arien Cornelisz zijn tzamen geloot, gecavelt ende geerfdeelt op het bos in Henrick Luijen Ambacht vander halver he.. aff zuijtwaert op tot cloosters aft het aude vaertken toe.

Ende Jan Adriaensz Potbacker met die wedue ende erfgenamen van Jan Cornelisz zijn daer jegens geerfdeelt op het halff weer lants gecoemen van Aentken Knapen, gemeen met Gijb Zegers kijnder, bedeelt opten oost candt. Streckende vanden halven Broecxken aff noirtwaert op toten Geijlsloot halff toe. Aeriaen Aertsz erffgenamen gelegen oist ende Gijb Zegers kijnder mette wedue int zelve lant west.

Ende blijft hier noch int commuijn ende onbedeelt den acker inden Molenpat zoo dijen daer gelegen is, waervan partijen coepdach houden zullen ende den meesten daer voiren biedende den zelve vercoepen ende ontfangen, die penningen daervan coemende als nae behoiren. Heemraden Jan Zegers Dirck Adriaens ende mij present Melis Cornelis.

Ende hebben beloeft deze t’achtervolgen op een pene van vijftich rijnsgulden te verbeuren.

Fol. 232r.

            Joachim Cornelisz; Corst Roelen.

Dezen xviijen januarij xvC Lxxxiij compareerde Joachim Cornelisz ende heeft rechtelijcken getransporteert Corst Roelen, zijnen swaiger, allen de goederen, zoe have als erve, schult ende wederschult, hem van Lijnken Joost Danielsz huijsvrouwe saliger sijn moeder aenbestorven ende achtergelaeten, niet vuijtgesondert. Waervoiren den voirs Corst Roelen geloeft ende verwilceurt zoe recht is te betaelen den voirs Joachim Cornelisz op Bamisdach ierstcomende die somme van vier ponden groiten Vlaems vrij gelt, onder ‘t verbant van allen zijnen goederen, geen vuijtgesondert. Actum als boven voir heemraden Jan Zegersz ende Adriaen Jan Andriesz.

Ten daeghe voirs compareerden Daniel Joosten voir die vijf deelen, Corst Roelen voir twee deelen ende Jan Petersz voir een deel, ende gaven gesamenderhant over met vrijer giften zoe als recht is Tuenis Cornelisz hairen swaigher alsulcke poirtie, besterft ende aengedeelt, zoe in haeve als erve, schult ende wederschult, als haer comparanten voirnoemt, van Joost Danielsz ende Lijnken haer moeder aenbestor­ven ende achtergelaeten is, niet vuijtgesondert. Ende hebben partijen voirnoemt daer van verticht gedaen ende vertijen mits dezen met behoirlijcke renunciatie haer noch haere naecoemelinghe daer geen recht ofte eijgendom meer aen te behouden ofte vermeten, int groit oft cleijn ofte in eenigher manieren, nu ofte ten eewighen daeghen voir haer ende haerder alder naecoemelinghen. Heemraden als voiren.

Ten daeghe voirs compareerden Tuenis Cornelisz ende heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te wezen Daniel Joosten zijnen broeder, die somme van vierentwintich ponden groiten Vlaems eens te betaelen op Bamisdach ierstcomende xvC Lxxxiij onder ‘tverbant van dezen voirss goederen ende voirts allen zijnen anderen goederen, hebbende ende vercrijgende, geen vuijtgesondert, voir den iersten penninck metten lesten betaelt zal wezen. Heemraders als voiren.

Ten voirss daege bekenden Daniel Joosten ontfangen ende in affcortinghe den voirss wilceur betaelt te wezen, die somme van veertich Carolus gulden. Noch die somme van xxvj karolusgulden. Noch die somme van thien Carolusgulden. Noch die somme van ses Carolusgulden. Voir heemraden als boven.

Dezen xxjen meert xvC Lxxxiiij bekenden Janniken, wedue wijlen Daniel Joosten, dezen voirss wilceur betaelt te wesen, den iersten pennk metten lesten, te weten voir zoe vele haer aengaen mach ende toebehoirt daer in. Mij present Melis Cornelisz.

Item Jan Jorisz bekent hem ten vollen van zijn poirtie betaelt te wezen in dezen wilceur den iersten penck metten lesten. Actum xxjen meert xvC Lxxxvij.

Fol. 232v.

Ten voirss daeghe compareerden Tuenis Cornelisz, wonende tot Dordrecht ende heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te wezen Corst Roelantsz ende Jan Peetersz tzamen die somme van twaelff ponden groiten Vlaams eens te betaelen op Bamis dach ierstcoemende Lxxxiij onder ‘tverbant van allen zijnen goederen, moble ende inmoble, present ende toecomende, geen vuijtgesondert, voir den iersten penninck metten lesten betaelt zal wezen. Heemraden als voiren.

Dezen xxjen meert xvC Lxxxiiij bekenden Jan Peters ende Corst Roelantsz, dezen voirss wilceur vol ende geheel betaelt te wesen, den iersten pennk metten lesten.

            Aenneminghe van Adriaen van Waelwijck Adriaensz sijne drie onmondighe weeskijnderen verweckt bij Anniken Jan Andriesdr sa.

Dezen xxen januarij xvC Lxxxiij compareerde Adriaen van Waelwijck Adriaensz ende heeft van Adriaen Jan Andries, den gerechte bestorven voicht ende Steven Aertsz den toesiender van Adriaentiens, Janitiens ende Corneliskens, sijne drie onmondighe weeskijnderen verweckt bij Anniken Jan Andriesz, sijn wettige huisvrou, met decreet ende advies vande gerechte van Raemsdonck als oppervoichden, aengenomen t’onderhouden in eeten, in drincken, cleden, reeden, zoe lijnden als vullen ende voirts in alles die voirs weeskijnderen nodich weezende eerlijck nae zijnen staet, geenen tijt van perijckel vuijtgesondert, geduerende continuelijcken den tijt voir het joncxte mondich wezen zal ende die zelffde binnen dientijde te scholen te laten gaen, zo lange die wel connen lesen ende schrijven, ten waere bij onwilligheijt der zelver. Ende dat voir allen die moble ende haefflijcke goederen, geen vuijtgesondert, den voirss weskijnderen van haerder moeder achtergelaeten, met allen die incoemende ende vuijtgaende schulden met noch die affblaedinghe ende bruijckweer vande erffgoederen ende die geheele stede zoe groit ende cleijn als die bijde voirss Anniken Jansdr achtergelaten is zonder die voirss weeskijnderen haer daer immer meer recht ofte eijgendom meer aen te behouden. Des ist voirwaert ingevalle datter een vande voirss drie weeskijnderen binnen tijde voornoemt afflijvich wordt sal wezen tot proufijt vande vaeder voornoemt.

Is noch expresselijcken ondersproicken in zoverde datter binnen tijde voirss meer afflijvich worden sal den voirss Adriaen van Waelwijck daer voiren vuijt moeten reijcken naer arbitrage ofte cueringhe van goede mannen hem des verstaende. Ende bij aldien den voirss Adriaen van Waelwijck wederom houwelijck doet is oick geconditioneert ingevalle als dan die voirss weeskijnderen verdruckt, gesmeeten ende verstooten woirden dat die voichden ende toesienders vande selffde weeskijnderen die van hem sullen moghen wechalen ende besteden die zelffde opden voirss Adriaen van Waelwijck cost. Ende die voirss weeskijnderen tot hairen houwelijcken staet gecomen zijnde zal den bader voirss die zelffde alsdan moeten vuijtreijcken voir den vuijtsetzel elcx twee ponden groiten Vlaems ende daer voiren meer niet. Des en mach oick den voirs Adriaen van Waelwijck der voirss weeskijnderen erfgoederen binnen tijde voirss niet belasten noch beswaeren dan houden die zelffde allen vrij van schot, lot ende allen anderen onraet die daerop binnen tijde voirss soude moghen vallen, vuijtgesondert ‘tgene voir date van dezen bevonden woirdt daer op rechtelijcken verhypothe­queert te wezen, sullen die voirs weeskijnderen nae date dezer aenneminghe t’hueren last hoven te weten den hootpenningen maer den vader voirss sal ‘tverloop van dien aff doen ende vrijen tot dien daeghen toe als naer behoiren, onder ‘tverbandt van allen zijnen goederen, hebbende ende vercrijghende, geen vuijtgesondert.

Aldus geschiet voir heemraders Adriaen Aertsz Schouten ende Dierck Adriaensz ende mij present. Melis Cornelisz.

Fol. 233r.

Op heden dezen xxen februarij xvC Lxxxiij stilo novo compareerden voir heemraden tot Raemsdonck Huijbrecht Jansz Muijster als gemechtich van Aentghen Vas Tomas wedue ende heeft Ffrans Dierck Geritsz geconsigneert in handen alsulcke tweeënveertich Carolusguldens als den voirss Huijbrecht Jansz vuijten naeme voirss Adriaen Geritsz van Bommel ende Dierck Adriaensz op heden date voirs tot behoeff vanden dorpe van Raemsdonck om behoirlijcke intrest ondergedaen heeft eenen tijt van ses jaeren lanck geduerende, beginnende heden date voirs ende langer niet. Ende dat ter causen van alsulcken crackeelen ende verholen commer als hier naemaels souden mogen rijsen vuijt die huijsinghe ende erfnisse geleghen opden Donck inden ambacht voirs die welcke den voirss Ffrans Diercx ten anderen tijde van Aentghens die wedue voirnoemt gecoft ende metten recht ontfangen heeft ten eijnde den voirss Ffrans Diercx daer van onbeschadicht mach blijven. Actum als boven voir heemraders Adriaen Aertsz Schouten ende Adriaen Jan Andriesz.

Fol. 233v.

            Copie.

Int jaer ons heeren duijsent vijffhondert ende tzeventich den xixen julij op eenen woonsdach ontrent acht uren voir middach ten huijse van Dielis Mathijsz heeft Lijsken die wedue van Jan Mathijsz saliger gelooft met Mathijs, hairen zoen, ten houwelijk te geven, binnen siaers nae datum van dit iegenwoirdich bescheijt(?) deze naevolgende perchelen. Inden iersten vischtauwe, gelijck schuijt ende fuijcken halff voirtaen eenen brieff van hondert … luijdende op Merten Ffrans Mussen tot Breda, daerentboven geloeft die voirseijde Lijsken hueren soen met die huijsfrouwe den cost tot Paeschen naestcoemende voirtaen een silveren ketten .. zij van kijndt eerstwerff te kerck gaet voirtaen ist voirwaerde gemaeckt indien dat Tijs Jansz sterft voir Anniken Jans, zijn huijsvrouwe ende hij geen kijnder bij heuren heeft dat als dan Anniken bij haer goet blijven sal. Maer heeft hij bij huer kijnder zoe zal’t goet gedeijlt woirden landtrechts. Indien dat Anniken sterft voir Tijzen zoe zalt oick gaen halff ende halff nae lantsrecht. Daerenboven heeft Tijs Jansz zijn zelven hier in overgegeven al dat hij geen goet van haer goet en zal moighen beswaeren oft vercoepen zonder consent van zijn huijsvrou­we ende huerder vrinde, tenwaire hij in eenighen last quame zonder zijn schult ende dat die vrinden daer inne geen reden en zouden willen gebruijcken. Dit is geschiet op jaer ende plaetze als boven in presentie van Dielis Mathijsz ende zijnder huijsvrouwen ende tot meer vasticheijt hebben Lesken Jan Mathijsz ende Tijs, heur soene, ende Anna Jans zijn toecoemende huijsvrouwe alle drie heur eijghen handt hier onder geset.

Ende was onderteijckent aldus:

Ende noch leegher stondt gescreven Ita est (= zo is het) Joes Kieboom J+d

Gecollationeert jeghens d’originael houwelijcxe voirwaerde ende is bevonden accorderende van woirde tot woirde dezen vijen martij xvC Lxxxiij stilo nove bij mij secretairs tot Raemsdonck. Melis Cornelis, 1583.

Fol. 234r.

            Aenneminghe van Bastiaen Aertsz zijne twee onmondighen weeskijnderen, verweckt bij Peterken Jan Andriesdr. zijne wettighe huijsvrouwe was.

Desen viijen martij xvC Lxxxiij stilo nove zoo heeft Bastiaen Aertsz aengenomen van Adriaen Jan Andriesz den gerechte bestorven voicht ende Steven Aertsz als toesiender van Dingenkens ende Crijnkens zijne twee onmondig­hen weeskijnderen, verweckt bij Peterken Jan Andriesdr. met decreet ende advijs vande gerechte als oppervoichden, die zelffde te almenteren in cost ende dranck ende t’onderhouden in eeten, drincken, cleden, reeden, lijnden ende vullen ende generaelijcken in allen ‘tgene die voirs kijnderen nodich weezen zal, geenen tijt van perijckel vuijtgesondert, ende oick die zelffde ter scholen te stieren, int sonderlinghe dat knechte ter plaetzen aldaer dat die voichden, toesienders ofte vrinden gelieven zal geduerende deze voirss aenneminghe continuelijck voir het joncxte mondich wezen zal.

Ende dat voir alle die schulden, incoemende ende vuijtgaende als obligatien ende andere diergelijcke brieven van verbanden zijnde geconstitueert voir date van dezen sullen gecort woirden bijden vader dezen voirss tijt lanck ende alsdan gehouden ….. als elcx pro rato daer op …. voir date van dezen geerfdeelt is. Met noch alle de haeflijcke moblen goederen, mitsgaders die bruijckweer ende affbladinghe vande erffgoederen, den voirs kijnderen van haer moeder voirs achtergelaten. Ende sal den voirss Bastiaen Aertsz daer beneffens noch behouden in erfflijcke possessie twee percheelkens lants te weeten een eijndeken geleghen int Broeck, streckende vander halver Broexer straet aff noirtwaert op ten iersten buijtendijc­xen dwersloot toe die over den Schenkeldijck zo groit ende cleijn ofte in alder manieren als die voirs twee kijnderen daer op geerfdeelt zijn met noch een percheelken lants gelegen binnen dijcx inden acker gecoemen van Tuenis Aertsz dwelck inde deijlinghe commuijn is gebleven. Ende ingevalle datter eenighe vande voirss twee weeskijnderen binnen tijde voirss sterft zal wezen tot proffijt vande vader in vueghen voirss. Ende bij aldien datze beijde binnen tijde voirss afflijvich woirden is geconditioneert dat den vader voirss den vrinden zal moeten vuijtreijcken binnen siaers naeder lesten doot zoe veele als bij goede mannen arbitralijcken als dan zal woirden vuijtgesprocken ende gediscermeert. Ende die voirs weeskijnderen ten houwelijcken staet gecoemen zijnde zal die vader elcx kijndt moeten vuijtreijcken een coe ende bedde zoe hij daer eer aff hebben wil. Is noch voirwaert ende wel expresse­lijcken ondersprocken bij aldien Bastiaen Aertsz voirs wederomme houwelijck doet, sulcx dat die voirss weeskijnderen gesmeeten, verdruckt ende verstooten wierden, dat die voochden ende toesienders van dien die zelffde van hem zullen moeghen halen ende besteden die elders daert haer believen zal op Bastiaen Aertsz voirs costen. Mits zal den voirss Bastiaen Aertsz in allen heeren boeten met een boet vrij vo… Actum als boven, ter presentie vanden schout ende Adriaen Aertsz Schouten met Dierck Adriaensz, beijde als heemraden ende getuijghen hiertoe gerequireert.

Ten dage, jare ende in presentie voirss hebben Steven Aertsz ende Adriaen Jansz gedeelt alsulcke iij2 Karolusgulden als zij tzamen jaerlijcx tot Dordrecht geldende zijn. Te weten is veraccordeert dat Adriaen Jan Andriesz voirss daer in zal gelden jaerlijcx twee Karolus gulden thien stuijvers ende Steven Aertsz twintich stuijvers, nu ende ten daghe toe voir diezelffde zal zijn gequeeten.

Mij present Melis Cornelisz.

Fol. 234v.

            Testamentum.

Desen viijen martij voirss compareerden Bastiaen Aertsz voirnoemt ende heeft met zijnen eijghen vrije wille gegeven, gegundt ende gemaeckt, gaf, gunde ende maickten mits desen in forma van testament, Dingenkens ende Crijnkens, zijne twee naekijnderen, nae zijn doot die somme van tweehondert Karolus gulden vuijt die gereetse goederen voir vuijt. Ende dan voirts mede te deijlen kijnts kijnts gedeijlt in alles. Ende dat deur oirsaecke ingevalle die voirkijnderen, te weeten Aertken ende Buijsken, hem die hondert daelders niet en quijt en willen schelden die hij haer iegenwoirdich schuldich is, wandt hij die voirs naekijnderen groetelijcken geïntresseert heeft deur d’aenneminghe vande voirss twee voirkijnderen, maer bij alene die voirss Aertken ende Buijsken hairen vader nu zijnen leven die voirss somme quijtschelden zijn daer mede die voirss twee hondert Karolus gulden geannuleert ende van geender weerden, maer sullen wezen in ‘svaders goet even rijck. Actum als boven.

            Accordatie gedaen tusschen die erffgenamen van Adriaen Peters Schoenmac­kers.

Desen xixen meert xvC Lxxxiij stilo novo zijn veraccordeert Peter Claesz ende Jan Adriaensz ter eenre ende Adriaen Adriaensz, Frans Adriaensz, Anniken Adriaensz ende Lijsken Adriaensz dochteren ter andere zijde, met tusschenspreecken vande Schout ende heemraden ondergeschreven, nopende die vuijtsettinghen die den voirss Peeter ende Jan bij tijde hairen houwelijck van hairen vader ende moeder gehadt hebben, waer jegens die andere voirs vurkijnderen niet gehadt en hebben.

Soe ist dat die zelffde behouden zullen alle die haeflijcke goederen metten huijsraet, imboel ende ‘driet dat nu gesneden is met alle anderen moblen goederen binnen ende buijtenhuijs wezende bijden voirs Adriaen Petersz achtergelaten, geen vuijtgesondert, behoudelijck die moeder een coe ende beestken ende voirts ‘tgerechte eenhelft wes voirss is. Dies sullen die voirss vurkijnderen den voirs Peter Claesz ende Jan helpen betaelen die coe ende het beestken die tot Bastiaen Aertsz noch te betalen zijn, elcx zijn aengedeelt daerinne, als in alle die andere schulden. Mitsdien sullen sij ontfangen met haer vieren, drie Karolus gulden komende van Joris Jansz ende scheeren ofte houden den grindt die jeghenwoirdigh te houden staet tot hairen proufijt. Ende zijn daer mede vande voirss vuijtsettinge veraccordeert met malcanderen int groit ende cleijn voir haer ende haeren nacomelinghen, heemraden Adriaen Aertsz Schouten ende Adriaen Jan Andriesz.

Fol. 235r.

            Erffdeelinghe aengebrocht den erffgenamen van Adriaen Peters Schoenmac­kers ende Anniken Cleijsdr haerder moeder.

Inden iersten Anniken, wedue Adriaen Peters Schoenmac­kers, geloet, gecavelt ende geerfdeelt op ‘dlandt voir Aert Jan Buijs deur opt Ver, streckende zuijtwaert op tot over den Geijldijck, zoo lanck ende breet als Adriaen Petersz voirnoemt daer vuijt gestorven is, met drie Karolus gulden losrenthen daer jaerlijcx vuijtgaende. Noch die selffde geerfdeelt op die Vlaeijkens vrij streckende vanden Poelsloot aff noirtwaert op totter halver Killen toe, met het derdendeel vanden dijck int geheel weer t’onderhouden. Noch die zelffde geerfdeelt op thiendalff geerde lants vrij goet, streckende vande iersten dwersloot aff die aende zuijtzijde vande Diefdijck leijt aent noirden eijnde, zuijtwaert op ter Kae toe, Aen Gijben erffgenamen cum suis oost ende Peter Aen Gijben erffgenamen west. Noch die zelffde geerfdeelt op het eijndeken dat aende zuijtzijde vande Dieffdijck leijt jeghens die stede vrij. Noch die zelffde gecavelt ende geerfdeelt op den acker tot Waspijck met drie Carolus gulden ses stuivers daer jaerlijcxe losrenthen vuijtgaende met noch twintich st jaerlijcx incoemende penningen t’ontfangen. Ende zullen die kijnderen deze voirss twee renthen vrijen tot dezen daeghe toe. Ende ingevalle datter noch meer vuijt die voirss percheelen commmercausen spruijten dan voirss is, zullen desgelijcx die zelffde aff moeten doen gemerckt die voirt vrij nu gedeelt zijn. Des is voirwaert dat die kijnderen zullen moeghen haer dijcken maecken mette buijtendijcxe eerde, zoe aen den Diefdijck als aenden Hootdijck jeghens den acker inde Vlaeijkens die welcke vuijt des moeders landt sal moeghen gesteecken woirden slants ende dijcx prouffijt zonder toeseggen vande moeder. Ende moet die moeder deze voirss percheelen vrijen van allen schauwen ende gebuerlijcke rechten, zoe tot elcx rechtelijck behoirt.

Hierjeghens zijn allen die kijnderen geloot, gecavelt ende geerfdeelt op allen die andere resterende erffgoederen, schult ende wederschult, incoemende ende vuijtgaende, geen vuijtgesondert die den voirss Adriaen Petersz saliger ende Anniken voirss tzamen gebruijckt, bezeten ende gemaeckt hebben.

Actum desen xixen martij xvC Lxxxiij stilo novo, heemraders Adriaen Aertsz Schouten ende Adriaen Jan Andriesz, waervoiren parthijen hebben vertegen ende haer bedanckt der goeder deijlinghe, geloevende die zelffde t’onderhouden ende t’achtervolghen op een boete van vijftich Caolus gulden te verbeuren.

Fol. 235v.

Transport op datum: 22-3-1583.

Verkoper: Adriaen Adriaen Gijsbrechtsz.

Koper: Jan Govaertsz Coens

Betreft verkoop van: Een huijs metten erve daer aen geleghen opde Berghen. Met thien st. tsiaers daer erfflijcken vuijtgaende die den Heijlighen Geest daer jaerlijcx op hefffende is.

Belend             noord: halve Geijlsloot.

                        zuid: halve Bergensche straet.

                        oost: Jacob Gijben.

                        west: Adriaen van Waelwijck Adriaensz

Koopsom: 111 Carolus guldens.

Te voldoen als volgt: 50 Carolus gulden bij de gifte en de rest op 2 Paasdagen (1584 en 1585).

Verklaring van voldaan zijn op: op 23-3-1583 ontvangt Adriaen Adriaen Gijsbrechts 50 Carolusgulden uit handen van Mercelis Wilmsz Vas van wege Jan Govaertsz Coens.

Op 2-7-1583 bekent Adriaen Adriaensz ontvangen te hebben van Mercelis Wilmsz van wege Jan Govaertsz Coens 24 Rijnsgulden als vooruitbetaling op Pasen 1584. Op 20-4-1584 de rest van de termijn van 1584 + 13 rijnsgulden op de laatste termijn.

Desen iijen maij xvC Lxxxvj bekenden Jan Adriaensz als voicht ende Ariaen Wilmsz als toesiender in presentie van Janniken die wedue van Adriaen Adriaensz zaligher dat desen wilcuer voirss ten vollen betaelt is den iersten penninck metten lesten. Dies zijn hier inne gecort ende affgetoghen thien rijnsgulden ter causen vande thien stuijvers die den Heijlighen Geest op dit voirss huis ende erve jaerlijcx heffende is ende nu d’erffgenamen ende wedue van Jan Govaertsz voirss gelden moeten. In presentie den schout, Andries Jansz, Jan Meeusz ende mij Melis Cornelisz.

Fol. 236r.

Desen xxviijen aprilis xvC Lxxxiij soe heeft Ffrans Geritsz den schout overgegeven het span toebehoirende die schutterijen ofte onse nabueren van Raemsdonck dwelck bij Peter Adriaensz Sconnincx, Adriaen Aertsz Schouten, Adriaen Jan Andriesz, Adriaen Joachimsz, Adriaen Geritsz van Bommel, Dirck Adriaensz ende Jacob Woutersz nu ter tijt burgemeeste­ren van onsen voirs dorp deur consent vande gemeijn nabueren bij gewichte ende metter vuce(?) vercoft is, te weten elcke vuce(?) voir negen ende dertich st. Ende ist bevonden wegende met noch een smeltken ende voir silveren knoopkens veerthien vucen(?) cramers gewichten ende goutsmits gewichte derthien vucen(?) ende een halff vierendeel loots tzamen bedragende aen gelde die somme van vijff ende twintich Carolusguldens  thien stuijvers, welcke voirss somma Adriaen Geritsz van Bommel, Dierck Adriaensz ende Jacob Woutersz als burgemeesteren vande voirss dorpe ontfangen hebben tot behoeff vande selven dorpe. Des t’oirconde hebbe ick geswoiren clerck alzoo mij dit alles mede condich is, deze tot vasticheijt onderteijckent ten daeghe ende jaere voirss. Bij mij Melis Cornelisz (1583).

Fol. 236v.

            Adam Meeusz; Otto Geritsz.

Desen vijen septembris xvC Lxxx compareerden Adam Meeusz, woonachtich tot Gils ende gaf over met vrijer giften het vrij ende het onvrij met eenen verlije, zoe recht is Otto Geritsz drie percheelen lants, te weeten een percheel gecoemen van Jan Andries erffgenamen, item een percheel gheeten Seepkens Killeken, ende noch eenen merghen lants geleghen inde Oirde, gemeen met Rijck Emmen. Alle drie geleghen inden ambacht van Raemsdonck, zo groit ende cleijn als den voirss Adam Meeusz daerinne gericht is, elcx met zijn schauwe ende gebuerlijcke rechten daer met recht toebehoirende. Ende geloefden deze voirss percheelen lants te vrijen ende te waren naden landtrecht tot dezen iegenwoirdighen daghe toe. Voir heemraders Adriaen Aertsz Schouten ende Dierck Adriaensz beijde hier toe gerequireert ende gecoiren.

Ten daeghe ende jaere voirss compareerden Otto Geritsz ende heeft rechtelijcken geloeft den voirss Adam Meeusz deze voirss drie percheelen lants wederom te restitueeren ende deze voirs veste te annuleren binnen acht ofte xiiij dagen ofte ten lancxten op Bamisdach ierstcomende, op conditie dat den voirss Adam Meeusz binnen den voirss tijde betaelen moet aen handen van Mathijs Claesz zijnen b.. die somma van vierenvijftich rijnsgulden ende van costen van zijnen wille zoe van rechtelijcken als anders geleden ende gedaen, die somme van negen karolus gulden twee stuijvers. ende aen handen van Antonis Aertsz die somme van tweeenvijftich rijnsgulden twee stuivers nae spreecken der obligatie ende drie rijnsgulden v.. .. costen mitsgaeders die costen opde coopdaegen tot Raemsdonck gedaen op de coopdaeghen vande voirss drie percheelen ende vande scrijven ende rechtloon bedracht tzamen die somma van vijff rijnsgulden j2 st. Ende ingevalle dat den voirss Adam Meeusz die voirss penningen niet en betaelt tot Geertruijdenberghe aen handen ende op Bamis dach lancxten als voirss is, zoo blijft Otto Geritsz voirss gevest, geerft inde voirss drie percheelen lants, nu ende ten eewighen dage zonder iemants iegenseggen. Ende voldoet hij zoe voirss is moet Otto voirss affstaen vande voirss drie percheelen lants zonder hem ofte zijn naecoemelinghen daer eenich recht meer aen te behouden, vermeeten, nu ofte ten eewighen daeghen. Actum ten daegen jare ende voir heemraders als boven

Welverstaende dat Otto Gerritsz bijden voirss Adam Meeusz inde voirss drie percheelen lants geerft is tot behoeff Matthijs Claesz ende Antonis Aertsz die welcke beijden ten achteren waren aenden voirss Adam tzamen die somme van jC xxiij gulden(?) v2 st. voir … somma mitsgaeders voir negen ix gl jaerlijcx daer vuijtgaende den voirss Adam den voirss drie percheelen heeft laten inwinnen zonder eenich contentement daer van gedaen te hebben aende voirss twee crediteurs tot welcke eijnde nu die wedue van Otto Gerritsz ende voicht van zijnen kijnderen hier nae genomineert den voirss Tuenis Aertsz ende Mathijs Claesz over transporteren die drie percheelen lants voir haer lieder achterwezen zonder den voirss voicht ende wedue daer van iets te gemeten oft verschulden, gemerckt dat Otto Geritsz als gemechticht van haer die ingewonnen ende gericht heeft(?)

Fol. 237r

            Die wedue van Otto Gerritsz; Nicolaas Jansz van den Kieboom; Tuenis Aertsz.

Desen xiijen aprilis xvC Lxxxiij compareerden Aentghen, wedue wijlen Otto Geritz, met Jan van Ipelaer, haeren gecoiren voicht ende Niclaes vanden Kieboom als gerechte bestorven voicht van Otto Geritsz onmondighe weeskijnderen ende hem sterck maickende voir Willem Otten ende hebben gesamenderhandt ons schout ende heemraden ondergeschreven verclaert hoe dat Otto Geritsz ten anderen tijde drie percheelen lants competerende Adam Meeusz, te weeten eenen mergen lants inde Oirde geleghen gemeen met Rijck Emmen, Seebkens Killeken ende een stuck lants gecoemen van Jan Andriesz erffgenamen met allen rechten ingewonnen ende gericht heeft naar gemeen costuijme van onser bancken rechte vuijt crachte van eender obligatie in date den xviijen januarij anno tachtich, inhoudende die somma van tweenvijftich Karolus gulden twee stuijvers, ons genoechsaam gebleecken ende gesien, mitsgaeders die costen daaromme zoo rechtelijcken als anders daeromme gedaen ende geleden, bedragen die somme van vijff rijnsgulden xjst. Van welcke voirss drie percheelen naer behoirlijcke publicatien gehouden zijn drie verscheijden coopdaghen ten meeste proufijt ende oirbaer vande voirs Adam Meeusz die welcke opden lesten coopdach den voirs ofte Geritsz(?) selffs den slach vanden voirs drie percheelen geven ende hem rechtelijcken daerinne gegift heeft op conditie ende voirwaerden int voirgaende blat genochsaem verclaert.

Ende alzo die voirss Adam Meeusz die zelffde langhen tijt overiaart ende verdaecht zijnde, den voirss Otto Geritsz van zijn achterwezen niet gecontenteert en heeft, zoo ist dat die wedue met hairen gecoiren voicht ende Niclaes Jansz als voicht voirss in aensieninghe vande continuatie vuijt crachte haer lieder bescheijt gegift ende geërvet hebben, giften ende erven mits desen Antonis Aertsz in die gerechte eenhelft vande voirss drie percheelen lants zoe groit ende cleijn ende in alder manieren als den voirss Otto Geritsz die van Adam Meeusz rechtelijcken ontfangen heeft. Voir heemraden Adriaen Aertsz Schouten ende Adriaen Jan Andriesz, beijde hiertoe versocht.

Ten daghe voirss compareerden die wedue met hairen gecoren voicht voirss ende Nicolaes vanden Kieboom als gerechte voicht van Otto Geritsz weeskijnderen en hem oick sterck maickende voir Willem Otten ende hebben oick gesamenderhandt vuijt crachte voiren verhaelt gegift ende geërvet, giften ende erven mits desen Mathijs Claesz inde gerechte anderhelft vande voirss drie percheelen lants onbedeelt met allen gebuerlijcke rechten daer met recht toebehoirende ende dat ter causen van alsulcke burchtocht bedragende die somma van vierenvijftich rijnsgulden ende neghen rijnsgulden ongelden als den voirss Matijs Claes ten anderen tijde voir Adam Meeus heeft moeten betaelen. Waervoiren Otto Gerits die voirss eenhelft vande percheelen met allen rechten ingewonnen heeft. Actum ende heemraden als boven.

Ten voirs daeghe heeft Mathijs Claesz die gerechte helft vande voirss drie percheelen getranspoirteert voir recht aen Dierck Crijnen in allen manieren als hij die ontfangen heeft ende geloeft hij daer nimmermeer recht aen te behouden ofte vermeten in eeniger manieren. Heemraden als voiren.

Fol. 237v.

Transport op datum: 28-4-1583.

Verkoper: Merten Wilmsz.

Koper: Adriaen Wilmsz woonende tot Geertruijdenberghe.

Betreft verkoop (met eenen verlije) van: vijff geerden lants min een halff vierendeel ofte zoe groit ende cleijn als die daer geleghen zijn, te weten inde Hoich Donck.

Belend             noord: halve Maes.

                        zuid: halve straet.

                        oost: Huijbrecht Jacobs wedue int zelffde landt.

                        west: Aert Mertens int zelffde landt.

Koopsom: 24 pond groiten Vlaams, te betalen op 3 achtereenvolgende Paasdagen, waarvan de eerste voirleden Pasen 1583.

Verklaring van voldaan zijn op:

Op dag van de veste 51 Carolusgulden.

Desen ven aprilis xvC Lxxxiiij bekenden Merthen Wilmsz met ‘tgene hij vuijt desen voirss wilceur Tuenis Jacobsz overgedraeghen heeft vol ende geheel betaelt te zijne den iersten penninck metten lesten, voir hem ende zijnen nacoemelinghen ende vande voirss resterende overgedraghen penningen heeft Adriaen Wilmsz den voirs Tuenis Jacobsz een obligatie verleden zulcx dat voirss wilceur ten vollen betaelt ende voldaen is, Mij present Melis Cornelis.

Fol. 238r.

            Rekeninghe van Willem Buijzen van weghen Frans Huijben weeskijnderen verweckt bij Heijlken zijn suster.

Desen xjen junij xvC Lxxxiij compareerden Willem Buijzen ende heeft voir schout ende heemraderen tot Raemsdonck in presentie van Staes Huijbrechtsz der voirss weeskijnderen vader op zijnen eedt rekeninghe gedaen van zijne administratie ontfanck ende vuijfgeeff van twee voirleden jairen een halff jeghens malcanderen geliquideert ende affgereekent tot desen daeghe toe. Zoe is bij liquidatie van goede rekeninghe bevonden dat den voirss Willem Buijs als voicht vande voirss weeskijnderen te cort coemt ende die voirss weeskijnderen vuijtmoet reijcken die somme van hondert negentwintich Karolusgulden vier st. een oirt. Dies moet den voirss voicht ontfangen allen ‘tgene dat noch vuijt die erffhuijsche coempt gemerckt die hem geheel tot zijnen last aengerekent wordt. Salvo die costen daerinne gedaen, sullen wezen tot last vanden voirss weeskijnderen ende noch int executeren van dien gedan zal woirden. Actum als boven voir heemraderen Jan Zegersz ende Adriaen Aertsz Schouten.

Ten voirss daeghe zoe heeft Willem Buijsz als voicht voirss op dese voirss rekeninghe betaelt die somme van eenenveertich Rijnsgulden achtien stuivers aen handen van Staes Huijbrechtsz, Jan Meeusz ende Tuenen Peren vande voirss weeskijnderen te houden ende hier voiren vertert.

Idem Staes Huijbrechtsz heeft noch in hueren gehadt twee jairen ‘dlant inde Donck, te weten het jaer een ende tweentachtich voirden somma van xiiij Karolus gulden tziaers waer jeghens den voirs Staes Huijbrechts betaelt heeft Aen Hoevenaer ende Tuen Peeren. Ende betaelen moet van verteerde costen die somme van xxviij Karolusgulden die de kijnderen voirss alnu verteert hebben die welcke hij al betaelt heeft aen handen voirss ter voirss somma toe.

            Joachim Jan Berthoutsz; Mercelis Jacobs tot behoeff van Tuen Lauwen weeskijndt.

Desen ixen aprilis xvC Lxxxiiij compareerden Ffrans Geritsz als gemechticht van Joachim Jan Berthoutsz, blijckende bij procuratie die wij heemraden ondergeschreven gesien hebben, mede ondergeteijckent bijden voirss Joachim Jansz, ende hoiren lesen ende gaff vuijt crachte van dijen over met vrijer giften zoe recht is Mercelis Jacobs tot behoeff van Tuen Lauwen weeskijndt, ses geren lants ende een halff vierendeel, geleghen int geheel weer van xxiiij2 geer inde Werfcampen, bedeelt naest ‘tvierendeel vant geheel weer geleghen opten westen candt. Ariaen Claesz westwaert ende Cornelis Huijben met Peter vande Werck oestwaert, streckende vande halver Keen aff noirtwaert op te halver Maes toe. Ende geloefden dit voirs erve te vrijen ende waren naden lantrecht tot deze dage toe. Heemraden Adriaen Aertsz ende Dierck Andriesz.

Fol. 238v.

            Aenneminghe van Staes Huijbrechtsz zijne twee weeskijnderen, genaempt Huijbken ende Bastiaen Staesz.

Desen xjen julij xvC Lxxxiij compareerden voir schout ende heemraden tot Raemsdonck Staes Huijbrechtsz ende heeft rechtelijcken aengenoemen van Willem Buijzen, den gerechten bestorven voicht met decreeet ende advijs vanden gerechte als oppervoich­den, sijne twee onmondighe weeskijnderen verweckt bij Heijlken Buijsen genaempt Huijbken Staezen ende Bastiaen Staesz, te almenteren in cost ende dranck ende t’onderhouden in eeten ende drincken in cleeden, reeden, linden ende vullen ende voirts in al den voirs weeskijnderen nodich zijnde, eerlijcken naer vermoeghen ende vuijtwijzens zijnen staet alzoe hij daer eer aff hebben wil, twee jaren lanck geduerende waer van het ierste jaer ingegaen is op Sinte Katerijnen dach lesteleeden anno twee ende tachtich, jaerlijcx voir die somma van vijff ponden groiten Vlaems ende een halff. Actum als boven voir heemraden Jan Zegersz ende Adriaen Aertsz.

            Eerfdeelinghe tusschen Staes Huijbrechtsz ende zijne drie onmondighe weeskijnderen verweckt bij Heijlken Buijs Willemsdr aengebrocht desen iiijen(?) julij xvC Lxxxiij

Inden iersten Willem Buijs Wilmsz vuijten naeme van Staesz Huijbrechtsz drie onmondighe weeskijnderen gecavelt ende geerfdeelt op twee geerden lants geleghen in Bacxweer, onbedeelt streckende vander Donga aff aent zuijden eijnde noirtwaert op ter halver Maes toe met ij2 st. daer erfflijcken siaers vuijtgaende. Noch die zelffde geerfdeelt op twee geerden lants geleghen in Peerken Tomas weer plach te wezen, bedeelt opten oostencandt, streckende vander Donga aff noirtwaert op ter halver Maes toe, vuijtgesondert ‘thuijs metten erve zoe wijt endebreet als Schalc Diercx brieff vermelt den welcken Willem Buijsen alleen betaelen moet ende wederom die voirss stede behouden met noch het gerichte gedeelten inden acker inde ackerkens hergecoemen van Jacob Buijsen erffgenamen. Met noch vijff groiten Vlaams vuijten voirss twee geerden daer erfflijcken siaers vuijtgaende, elcx met sijn schauwen ende gebuerlijcken rechten met recht toebehoirende.

Fol. 239r.

Hier jeghens Staes Huijbrechtsz geloot, gecavelt ende geerfdeelt op drie geerden lants geleghen inden Hoighen Donck, streckende vanden halven Geijlsloot aff noirtwaert op ter halver Maes toe met het derdendel van vijfftalven rijnsgulden daer jaerlijcx vuijtgaende met noch het derdendeel van vierdalven rijnsgulden daer jaerlijcx vuijtgaende met noch het derdendeel van xxv st daer jaerlijcx vuijtgaende met noch het derdendeel van xx st. daer jaerlijcx vuijtgaende. Met noch vijff geerden lants geleghen tusschen die Keen ter halver Doncxer straet toe zoe groit ende cleijn als die zelffde van Jan Meeusz gecoemen zijn, elcx met zijn schauwe ende gebuerlijcke rechten daer met recht toe behoirende. Welverstaende dat elcx ‘tgene in elck lot hier voiren gespecificeert ten achteren is, sal moeten betalen zonder bij leggen vande anderen, ten waere meerder last ende commer op eenighe vande voirs percheelen naer date van desen vuijtreesen daer metten recht op verobligeert zijnde ende nu niet wetende ofte voiren niet verhaelt, sullen partijen malcanderen helpen dragen ende gelden.

Aldus aengebrocht ende verpeijnt aen ‘sHeeren handt dese t’onderhouden ende t’achtervolg­hen op een boete van xx Karolus gulden gedaen ten daeghe voirss voir heemraden Jan Zegersz ende Adriaen Jansz waer jeghens partijen hebben verteghen ende haer bedanckt der goeder deijlinghe. Salvo is ten laetsten geconditioneert dat een ieder zijn lot sal quiten ende vrijen, nu ende ten eewighen daeghen, niettegenstaende ‘tzelffde voirss is ‘tzij offet voiren gespecificeert is ofte niet, voir heemraden als voiren.

            Testamentum              Tuenis Ansz.

Desen vjen julij xvC Lxxxiij heeft Tuenis Ansz gewilt ende begeerdt dat Peeterken Dierck Claes dr., zijn dochters dochter, nae zijn doot zal hebben ende behouden in erflijcke possessie drie geerden lants in twaelff geerden, gelegen inde oude straet, bedeelt opten oisten candt inden ambacht van Groit Waspijck. Ende dat deur oirsaecke dat die zelffde Peeterken hem zoe wel reijnicht ende zijn gerieff doet, waer mede die moeder vande voirss Peeterken bekendt deuchdelijcken te vreden te zijne dat zij inde naegelaeten goederen van Tuenis Ansz hairen vader zoe vele meender t’avont ofte morghen deelen zal, jeghens welcke voirss drie geerden lants Commer Tuenisz’ weeskijndt gelijcke geerden ofte goederen deelen zal elcx eenen dier acker als boven voirschreven aen Adriaen Jan Andriesz. Ende mij present secretarius.

Melis Cornelisz.

Fol. 239v.

            Willem Snellen; Tuenis Joosten.

Desen xviijen aprilis xvC Lxxxiij compareerden voir schout ende heemraden tot Raemsdonck, Jan Aertsz Ruijsenaers zoene diemen noemt Devijde, als gerechticht van Willem Jansz Snellen, blijckende bij procuratie in date den iersten aprilis Lxxxiij lestleden, ons ge…. ende genochsaem geprelegeert ende gaff vuijt crachte van dien over met vrijer gifte zoe als recht is, Antonis Joosten, behoudelijcken cloosters grontschijns sijns rechts een stuck lants gelegen int Rijsbroeck, groit wesende omtrent vier buijnder vuijtwijsens die voirss procuratie ofte ses mergen daer voiren naer spreecken der coopcedulle tusschen den voirss Tuenis Joosten ende Willem Jansz Snellen gemaeckt in date den xiijen januari xvC Lxxix, ons oick genoechsaem opgelesen, in grotheijt ende limitagie als den voirs Willem Jansz dat langen tijt toebehoirt ende beseten heeft met zijn schauwe ende allen anderen gebuerlijcke rechten daer met recht toe behoirende. Ende geloefden Jan Aertsz voirnoemt vuijten naeme voirss die voirss erve te vrijen ende te waeren naeden lantrecht voir heemraden Adriaen Aerts Schouten ende Adriaen Jan Andriesz.

In de kantlijn: non solnerunt.

            Huijbrecht Bosschers als voicht van Brievinck Huijbrechtsz weeskijnderen;

            die wedue ende erfgenamen van Gijb Zegersz.

Desen iijen septembris xvC Lxxxiij zoe hebben die wedue ende erffgenamen van Gijsbrecht Zegersz ende Huijbrecht Jan Bosscher, voicht voirss met malcanderen geaccordeert dat Huijbrecht Jan inde qualiteijt voirss zal lossen ende affquijten alsulcke renthbrieff als die dochter van Geraert Diercxz heeft op dlandt dat hij Brievinck Huijbrechts in zijnen leven den voirss Gijb Zegersz vrij vercoft ende rechtelijcken over getransporteert heeft, mits dat die wedue ende erffgenamen vande voirss Gijb Zegers nu tot Bamis ten lancxsten ierstcoemende tot quijtinge van dien zal bijleggen ende betaelen aen handen vanden voirss Huijbrecht Jan, alsulcken penningen als zij noch vande lande schuldich zijn. Oft bij faulte van affquijtinghe ende bijlegginghe zoe voirss dat .. jeghens den anderen als diffailliant zal verbueren dit soe van vijfftich Carolus guldens te gaen naer peijnen recht gemerckt dat Brievinck Huijbrechtsz den voirss Gijsbrecht Zegersz dat zelffde landt vrije ende zonder renthen vercoft heeft. Actum als boven voir heemraders Jan Zegersz Adriaen Jan Andriesz ende Dierck Adriaensz des zoe sullen parthijen malcanderen helpen betaelen voir jaeren renthen vanden voirss brieff die zedert die gifte vande landen vervallen ende verlopen zijn.

Fol. 240r.

            Eerffdeelinghe aengebrocht tusschen die wedue ende kijnderen van Gijsbrecht Zegersz zaliger desen iijen septembris xvC Lxxxiij.

Inden iersten die wedue geloot, gecavelt ende geerfdeelt op die oostzijde vande steede met halff ‘twer lants voir Roelkens den westen candt met noch halff den acker bij Ackermans; Oick den westen candt met noch ‘dlandt inde Werffcampen met ‘tgene daer jaerlijcx vuijtgaet, te weeten xiij2 erfflijck. Noch op halff ‘dlandt in Henrick Luijen Ambacht met Jan Zegersz geleghen. Noch die zelffde geerffdeelt opt landt achter Cornelis Adriaensz ende ‘tvierendeel int bosch, beijde oick geleghen onbedeelt met Jan Zegersz mits conditien dat deen goet over d’ander zal steghen ende weghen als naer recht behoiren zal. Ende bewaren alle schauwen ende gebuerlijcke rechten van elcx percheel in groit ende cleijnt als Gijsbrecht Zegersz dat altijt bewaert ende onderhouden heeft, mits oick dat parthijen malcanderen dit voirs goet zullen helpen vrijen ende genieten alle prouffijtelijkce ende onprofijtelijcke schulden tot meij toe ierstcomende ende langer niet.

Hierjeghens die kijnderen geloot, gecavelt ende geerfdeelt op die westzijde vande stede met halff ‘tweer lants voir Roelkens te weeten den oostencandt met noch halff den acker bij Ackermans; Oick den oosten candt. Noch opt landt opte Killen. Noch opt landt bij Ackermans streckende vander halver Verscher straet aff noirtwaert op ter halver Maes toe met noch xxviij Karolus gulden t’ontfangen incomende van Adriaen Denisz noch iij2 Karolus gulden incomende penningen bij jaerlijcxe renthe die Jan Cornelisz vuijtgevende is. Noch die zelffde opte Vlaeijkens gecomen van Brievinck Huijbrechtsz met xix Karolus gulden die daer van nu Bamisse ierstcomende betaelt moeten wezen onder ‘tverbandt hier voiren verhaelt. Mits conditien dat d’een goet over d’ander zal stegen ende weghen als naer recht behoiren zal. Ende onderhouden alle schauwen ende gebuerlijcke rechten van elcx percheel in groit ende cleijnt als Gijsbrecht Zegersz dat altijt bewaert ende onderhouden heeft, mits oick dat parthijen malcanderen dit voirss goet zullen helpen vrijen ende genieten alle profijtelijcke ende onprofijtelijcke schulden tot meij toe ierstcomende ende langer niet.

Des blijft hier noch int comuijn onbedeelt een renthe van iij Karolus gulden ‘tsiaers die parthijen halff moeten ontfangen ende zijn hier mede die voirss partijen vereffent ende hebben rechtelijcken verteeghen d’een op den anderen zijn gedeelt voir heemraden Jan Zegersz Adriaen Jansz ende Dierck Adriaensz. Ende haer bedanckt der goeder deijlinghe, gelovende dese t’onderhouden op een boete van vijftich Karolus gulden te gaen naer peijnen recht.

Fol. 240v.

            Accordatie in plaetze van erffdeelinghe tusschen Huijbrecht Jansz die Bosscher ende Cornelis Jansz Buijs.

Desen iijen septembris xvC Lxxxiij zijn minnelijcken metten anderen veraccordeert Huijbrecht Jansz de Bosscher ende Cornelis Jansz Buijs die welcke getrout heeft gehad den voirs Huijbrecht Jansz suster zaliger. Dats te weten Huijbrecht Jansz zal hebben ende behouden alle den erfgoederen die zijn suster za. achter gelaten heeft. Ende de voirs Cornelis Jansz allen zijnen goederen die hij ingebrocht ende hem door zijnen vader achtergelaten zijn, mitsgaders dat hij Cornelis noch zal hebben ende behouden in erfflijcken possessie het rechte vierdepaert van die breij onbedeelt, streckende vande Brantweteringhe aff zuijtwaert op tot Peter Diercxen hoff toe met allen die haeffijcke moeblen goederen als beesten, schuijt, fuijcken, netten ende voirts alles des aengaet, behoudelijcken dat alle schulden zoe vant huijs ende anders prouffijtelijcke ende onprouffijtelicke schulden blijven te betalen ende sullen genoten woirden alles halff ende halff. Actum als boven voir heemraden Jan Zegersz, Adriaen Jan Andriesz ende Dierck Adriaensz.

            Eerfdeelinghe tusschen Gijsbrecht Zegersz kijnderen.

Inden iersten Zeger, Aentghen ende Dinghen Gijben, tzamen geloet, gecavelt ende geerfdeelt op halff Roelkens lant, zoe groit ende cleijn als Gijsbrecht Zegersz dat achtergelaten heeft met het landt opte Killen ende halff den acker bij Ackermans, te weeten d’oostzijde met xx st. jaerlijcx van een renthe van iij2 Karolus gulden t’ontfangen.

Hier jeghens zijn Cornelis, Lijnken ende Adriaen Gijben tzamen gecavelt ende geerfdeelt opte westzijde vande stede, zo groit ende cleijn als die hiervoiren geerfdeelt is, met noch op ‘tdlandt bij Ackermans, streckende vander Verscher straet aff ter halver Maes toe met noch twee Philips gulden jaerlijcx vande renth brieff van iij2 Karolusgul­den t’ontfangen van Cornelis Ariaens (lijkt te zijn doorgestreept).

Nu Anniken Gijben dochter geerfdeelt op ‘dlandt inde Vlaeijkens gecoemen van Brievinck Huijbrechts met xix Karolusgulden nu tot Bamis toekomende daer van te Betaelen met noch xxviij , incoemende ende verschenen die Adriaen Denisz schuldich is. Met noch twee Carolus gulden jaerlijcxe renthen die Cornelis Adriaensz vuijtgeven moet. Ende heeft Dinghen die wedue voirnoemt dit voirs Anniken oick hare gedelt vande vier gulden te weten twee gulden die bij jaerlicxe renthe Cornelis Adriaensz oick vuijtgeven moet. Hebben oick partijen verteeghen van deze voirs deelinghe voir heemraden voirss ende haer bedanckt der goeder deijlinghe dese t’ondersteunen ende t’achtervolghen op een boete van vijftich gulden te verbueren.

Fol. 241r

Idem zijn die wedue van Gijb Zegers ende die voirkijnderen metten anderen minnelijc­ken veraccordeert van’tgene Gijb Zegersz van weghen den voirss voirkijnderen in haefflijcken ende moblen goederen van Adriaen Geritsz hairen oom gedeelt ende ontfanghen heeft, niet vuijtgesondert. Waervoiren die wedue ende naekijnderen betaelen moeten aen handen vande voirss voirkijnderen die somme van achtentwintich rijnsgulden eens. Ende zullen die voirss voirkijnderen ontfangen ‘tgelt dat coempt van ‘thout dat gehouden int bosch dezen voirleden winter ende van’thout dat gehouden is den winter dairvoiren. Zal die wedue voirnoemt met hairen kijnderen den voirs voirkijnderen daer van oick zoe vele vuijt moeten reijcken als bij goede mannen gelendertijt vuijtgesproicken zal woirden. Actum als voiren.

            Eerfdelinghe vande haeflijcke goederen.

Idem die wedue is gedeelt opte twee swerte coeijen met halff ‘tpeert ende drie Carolus gulden t’ontfangen die haer die kijnder jegens ‘tvullen vuijt moeten reijcken.

Hier jeghens die kijnder tzamen gedeelt opte groite ende cleijne coe ende opt vullen mits dat zij ‘tvoirss lot iij Karolus gulden vuijt moeten reijcken.

            Erffdeelinge tusschen die kijnderen.

Idem die voirkijnderen zijn gedeelt opte groite coe mits dat zij vijff Karolus gulden vuijt moeten reijcken die nakijnderen.

Idem die nakijnderen hebben met hem drijen ‘tvullen met vijff rijnsgulden t’ontfangen. Ende het joncxte kijndt is gegundt die cleijn coe mits dat zijn moeder die voirss drie rijnsgulden vuijt moet reijcken die haer opt halff peert coempt.

            Aenneminghe van Dinghen Gijb Zegers’ wedue hairen vier kijnderen.

Desen iiijen septembris xvC Lxxxiij soe heeft Dinghen Gijben rechtelijcken aengenomen hare vier kijnderen verweckt bij Gijb Zegersz … van Jan Zegersz ende Zeger Gijben in presentie van Aentghen ende Dinghen Gijb Zegers dochteren met consent ende advijs vande gerechte als oppervoichden te almenteren in cost ende dranck ende t’onderhou­den in eten, drincken, cleeden, reden linden ende vullen ende voirts in alles den voirss weeskijnderen nodich wezende, eerlijcken naer vuijtwijzens haren staet, gedurende van heden vijf continueele jaren ende dat voir allen die haefflijcken ende moblen goederen als huijsraet ende imboel den voirss kijnderen van hairen vader achtergelaten, geen vuijtgesondert, mitsgaders die affbladinghe vande erffgoederen den voirss tijt lanck gedurende ende ingevalle datter binnen middlen tijde onder die voirss kijnderen eenige perickle, sieckten coemen, dwelck Godt verhoeden wil, zal die moeder voirss beneffens ‘tgene voirss is daer voiren vuijtgereijckt woirden ende genieten van haire kijnder goederen zoe veele als goede mannen (des versocht zijnde) alsdan bevinden zullen nair recht daertoe behoiren. Actum als voiren, heemraden Jan Zegersz, Adriaen Jan Andriesz ende Dierck Adriaensz.

Fol. 241v.

            Aenneminghe die wedue van Gerit Adriaen Geritsz haer onmondich weeskijndt verweckt bijden voirss Gerit Adriaensz zaligher.

Desen iijen octobris xvC Lxxxiij compareerden Grietghen Jan Zegersdr wedue wijlen Gerit Adriaensz met Jan Zegersz hairen vader ende voicht ende heeft rechtelijcken aengenomen van Jan Adriaen Geritsz als voicht ende Zeger Jansz als toesiender met bijwezen ende tusschenspreecken van Adriaen Geritsz, Willem Jansz, Jan Baeijensz ende Wouter Vassen, haer onmondich weeskijndt verweckt bij Gerit Adriaensz, hairen wettighen man te alimenteren in cost ende dranck ende t’onderhouden in eeten, drincken, cleeden ende reeden, sieck ende gesondt, eerlijck alzo zij daer eer aff hebben wil. Ende voorts in alles te doen wat een goede moeder hairen kijnde schuldich is te doen geduerende den tijt van twee jaeren ende een halff, volgende den datum van dezen. Dat om alle die haefflijcke goederen, huijsraet ende imboel, geen vuijtgesondert ende voirs kijnde van zijn vader achtergelaten ende aengaende die erffgoederen zal Adriaen Geritsz gebruijcken den voirss tijt lanck, mits dat hij dat goet zoe lange vrijen zal van allen onraet daerop staende ende vallende. Ende oft gebuerde dat dit voirss kijndt binnen een jaer ofte halff afflijvich woirde, zal bij liquidatie ende cieringhe van goede mannen dezen voirss imboel ende haeflijcke goederen vergeleken woirden met gelde, gemerckt de zelve imboel ende have nu getanxeert worden op seven pond Vlaams. Actum als boven. Heemraden Adriaen Jan Andriesz ende Dierck Adriaensz.

Vrijgift              Govaert Adriaensz int Broeck; Tuenis Adriaensz Cuijl.

Desen iiijen novembris xvC Lxxxiij compareerden Ffrans Geritsz onsen schouteth als gemechticht van Govaert Adriaensz ende gaff over met vrijer gifte zoo recht is Melis Cornelisz tot behoeff van Tuenis Adriaensz Cuijl tot Sgravenmoer een sestendeel in een stuck lants onbedeelt geleghen opt Gat. Streckende van Ans Cornelisz erffgenamen erve aff zuijtwaert op totten iersten dwerssloot toe daer die schuijten doer varen, Truijken Burchgraven met haren consorten geleghen oostwaert ende Gijb Weijnen westwaert. Ende geloeffden dit voirss erve te vrijen ende te waren tot Sint Jans dach toe lestleden ende langer niet. Coram heemraden Adriaen Jan Andriesz ende Dierck Adriaensz.

Fol. 242r.

            Eerffdeelinghe tusschen die gerechte erffgenamen van Aentghen Beert Gerbrants dr zaligher aengebrocht opten xjen dach novembris xvC Lxxxiij stilo novo.

Inden iersten zijn d’erffgenamen van Beert Gerbrantsz jeghens d’erffgenamen van Lesken Everaertsdr, beijde respectieve vader ende moeder vande voirss Aentghen Berthen saligher, geloot ende geerfdeelt in manieren hier nae volghende. Te weeten d’eerffgenamen van Beert Gerbrandts zijde comende zijn gesmamenderhandt bij schiftinghe ende lotinghe gecavelt ende geerfdeelt op zes geerden lants geleghen t’eijnden die schans achter Mathijs Jansz hoffstadt nederstreckende vande zelffde hoffstadt aff noirt waert op ter halver Maes toe. Peter Adriaen Gijben erffgenamen gelegen oistwaert ende Beris Cornelisz cum suis westwaert mit vij rijnsgulden tsiaers losrenthen daer vuijtgaende met die helft van een geerd ende thiendedeel van een geerd gelegen onbedeelt met Govaert Everaertsz erffgenamen voir inde oude straet. Noch op het noirden veldeke inde Hoeffven. Noch op het vierendeel inde geheele oude stede, geleghen naest Cleijs Jacobsz mette geheele hegge staende opten westen candt met geene den Heijlige Geest van Raemsdonck daer jaerlijcx vuijthefft. Noch opten acker geleghen achter den boer tot Waspijck. Noch opten voirss geere inden Leegen wech daer Lijn Lemmen Maes haer gedeeltghen in heeft met het noirtoist eijndt vande wech t’onderhouden met het gedeelt achter die Bergen int Leech Veen metten verschenen huren daer van verschenen op te bueren ende t’ontfangen. Nochn op vijff geerden lants geleghen inde Werffcampen min een vierendeel van een geerde gemeen met Melis Cornelis met drie rijnsgulden daer jaerlijcx vuijtgaende. Met noch seven … stuivers erfflijcken tsiaers t’ontfangen van Beijens kijnder. Dies zal het een goet over het ander stegen ende weghen, altois ter minste schaeij waer noot is ende is elck percheel gehouden t’onderhouden voirts aen zijn schauwen ende gebuerlijcke rechten daervan staende, mits dat deen lot het andere die geerfdeelde goederen zullen helpen vrijen ende waren tot desen dage toe zonder langer.

Hierjeghens zijn d’erffgenamen van Lijsken Evert Adriaensz geloot, gecavelt ende geerfdeelt op ses geerden lants geleghen inde oude straet, met Nelis Cornelisz noch op het zuijlijcxe veldeken inde Hoeven. Noch op het vierendeel inde oude stede …ten naest Melis Cornelisz met gene die Heijlighen Geest tot Raemsdonck daer op heft. Noch op drie eijnden ackers opte Bosholen in halff die del met Adriaen Geret Buijsz den oostencandt ende j2 acker gronts vande Raemsdoncxen Vaert aff tot cloosters goet toe. Noch op eenen halven acker ende ‘tvijfthiendendeel inde anderhelft geleghen voir Jan Andriesz neder met oick zoe veel inde del(?) Noch op iij2 geerd lants inden Meulenpat met xxx st. daer jaerlijcx vuijtgaende, met noch drie rijnsgulden tsiaers staende op die Werffcampen daer dit ieghenwoirdich lot den geenen die op de Werffcampen valt altois costelois ende schadelois aff moeten houden. Noch opten achtersten geer met het zuijtooste eijndt vande leeghen wech t’onderhouden.

Dies ist voirwaert dat d’een goet over het ander altijt zal steghen ende weghen daer noot zij ter minste schaeij. Ende elcx percheel t’onderhouden zijn schouwe ende alle andere gebuerlijcke rechten daer met recht toebehoirende, mits oick dat parthijen dese voirss gedeelde goederen zullen helpen vrijen ende waeren tot desen daeghe toe ende langer niet. Is mede geconditioneert ende wel expresselijcken ondersproicken zoe wat commercausen van renthen, chijnsen of anders nae date van dezen vuijt eenige vande voirss gedeelde perchelen (metten recht daerop verobligeert zijnde) vuijtrijsen meer dan het voiren gespecificeert staen, daermen nu ter tijt niet aff en weet, zullen parthijen malcanderen helpen draeghen. Ende hebben daer op verteghen ende haer bedanckt der goeder scheijdinghe ende deijlinghe. Geloevende die zelffde t’onderhouden ende t’achtervolghen op een peijne van vijftich gouden realen te verbeuren te gaen naer peijnen recht. Coram Adriaen Aerts Schouten ende Dirck Adriaensz, beijde als heemraden ende getuijghen hier over geroepen.

Fol. 242v.

            Idem d’erffgenamen van wegen Gerbrandts Adriaensz ende d’erffgenamen vanweghen Grietghen Cleijs Beert Vassen dr zijn gesmaeldeelt bij lotinghe ende in manieren hier nae volgende.

Inden iersten Adriaen Adriaensz Casteleijn met zijnen mede erffgenamen van Gerbrandt Adriaensz respective groitvader van Aentghen Beert Gerbrantsdr, geloot, gecavelt ende geerfdeelt op drie geerden lants, geleghen achter Mathijs Jansz. stede, te weten d’oostzijde met iij2 rijnsgulden daer jaerlijcx vuijtgaende. Noch opte halve geerd ende thiendendeel van een geerd geleghen onbedeelt met Govaert Everaerts erffgenamen. Noch opte Werffcampen met drie rijnsgulden daer jaerlijcx vuijtgaende. Noch opte westzijde vande oude stede naest Cleijs Jacobs met geene den Heijlighen Geest daer op heft. Noch opten voirsten geer. Elcx percheel zo groit ende cleijn ende in alder manieren alst hier voiren geerfdeelt is.

Fol. 243r.

Hier jeghens zijn Anniken Cleijs Beert Vassendr. ende Melis Cornelisz beijde gerechte erffgenamen van Grietghen Cleijs Beert Vassendr. respectieve groitmoeder vande voirss Aentghen Beert Gerbrandtsdr, geloot, gecavelt ende geerfdeelt op drie geerden lants geleghen teijnde Mathijs Jansz hoffstadt, te weten die westzijde met iij2 rijnsgulden daer jaerlijcx vuijtgaende. Noch op het noirdensse veldeken inde Hoeven. Noch opten acker achter den boer tot Waspijck in xj2 Hoeven. Noch op een gedeeltghen int Leech Veen teijnden Waelwijcken stede mede met die verlopen huere daer van t’ontfangen ende op een erffrenthen van vij oirt st. tsiaers van Beijens kijnder t’ontfangen. Elck percheel in groit ende cleijnt ende in alder manieren alst hier voiren geerfdeelt is. Mede bedanckende parthijen voirss haer dezer goeder deijlinghe. Gelovende die zelffde voir haer ende haren nacoemeling­hen t’onderhouden ende t’achtervolghen op pene voiren verhaelt ten daeghe ende voir heemraden voirnoempt.

            Idem d’erffgenamen van Gerbrandt Adriaensz zijn wederom gesmaeldeelt ende hebben voir heemraden voirnoemt haer deelinghe oick aengebrocht in vuege hier nae bescreven.

Inden iersten Ffrans Geritsz, schout vuijten name van weghen ende tot behoeff van d’erffgenaemen Anniken Adriaensdr tot Gestel geloot ende geerfdeelt op het vierendeel inde geheele oude stede met ‘tgeene den heijlighen Geest daer op heft, te weeten den westen candt met ses rijnsgulden eens in te bueren vande gereetze penningen deze cluft(?) incoemende.

Clauwaert Adriaensz erffgenamen zijn gecavelt ende geerfdeelt op die Werffcampen met drie rijnsgulden daer jaerlijcx vuijtgaende.

Gerit Melsz tot behoeff Huijbert Jan de Bonten kijndt met zijnen consorten gecavelt ende geerfdeelt opten voirsten geer daer Lijn Lemmen Maes in heeft met een halff geerd ende thiendendeel van een geerd met Govaert Everaertsz gelegen. Elcx percheel in alder manieren voiren verhaelt. Ende hebben parthijen verteghen d’een opten anderen zijn gedeelt, bedanckende haer der zelver zeer, gelovende oick mede deze t’onderhouden ende t’achtervolghen op pene ten daeghe ende voir heemraden voirss.

Fol. 243v.

            Vuijtcoop tusschen Lenaert Roelen ende Willem Stoffelen zijnen swagher.

Desen vijen decembris xvC Lxxxiij stilo novo zoe heeft Lenaert Roelen wel ende deuchdelijcken gecoft van Willem Stoffelsz zijnen zwager, alsulcken aengedeelt in eenen acker zaeijlants mette veldekens daer teijnden aen geleghen neffens den Leeghen Wech, zoe groit ende cleijn ende in alder manieren als den zelven Dinghen zijne huijsvrouwe bij dode wijlen Roeloff Adriaensz, hairen vader achtergelaten ende daer innen geerfdeelt is. Ende geloeft Willem Stoffelsz voirnoemt hem noch zijnen naecoemelinghen daer geen recht meer aen te behouden ofte vermeten int groit ofte cleijn ofte in eenigher manieren, nu ofte ten eewighen daghen. Dies zoe heeft Leenaert Roeloffsz voirnoemt geloeft ende gelovet mits dezen te betaelen den voirss Willem Stoffels zijnen swager die zomme van vijffthien ponden groten Vlaems eens op drie ierstcomende herfstdaghen naestcomende niet doene(?) waer van den iersten wezen ende verschijnen zal Kersdach(?) xvC vierentachtich scrijvens Luijck, elcken dach ofte termijn het gerechte derdendeel der somme voirss onder ‘tverbandt van deze voirss goederen ende voirts allen zijnen anderen goederen, geen vuijtgesondert voir den iersten penninck metten lesten betaelt zal wezen. Mij present.                                                                         Melis Cornelis 1583.

..en Willem Stoffelsz bekendt deze voirss xv pond Vlaems ontfangen te hebben op xxiij rijnsgulden viij st. nae. Actum dezen xxjen martij xvC Lxxxvij mij present ende Andries Jansz.

            Joachim Jan Berthen; Andries Jansz.

Desen xxvijen novembris xvC Lxxxv compareerden Bastien Aertsz als volcomenen last hebbende van Joachim Jansz sijne swager, blijckende bij procuratie in date den xxvjen novembris 85, ons heemraden voirgelesen. Ende gaff vuijt crachte van dijn over met eenen verlije soo recht is Andries Jansz een gerechte vierdepaert in een stuck lants geleghen opten Ronden Punt, bedeelt opten oosten cant, Aert Hannecops gelegen oost ende Andries Jansz voirss int zelve lant west. Streckende vanden dijxcken aff aende Donck noirtwaert op ter Donga toe. Ende geloefden Bastiaen inde qualiteijt voirss dat voirss vierendeel lants te vrijen ende waren naden lantrecht tot desen daghe toe. Heemraden Jan Zegersz, Dirck Adriaensz ende Jan Meeusz.

Los blad (aan de randen en onder een vlek niet leesbaar):

Op huijden ….

vrindelijcken …..

… Jochum Peeterss ende Floris Wijten ….

Neeltken …. weduwe, nopende vrij .. renthen  … twee gulden x st. tsiaers wesende ……. zoo zij seggen vijfendedertich gulden eens dat zij lieden verclaeren op de stede daer met Jans voorss tegenwoordig op woont heffende zijn ende geconstitu­eert was met zegel ende brief ende metten troubel ende oirloge verloren is gebleven ende den zelven met dit weten te vinden ofte becomen van welcken constitutij brieff metten verloopen van dijen Jochum Peeterss ende Floris Wijten ons gecontenteert houden vande voornoemde Mels Jans ofte haere naecomelingen opten voirss stede, tzij ofte de brieven verloren zijnde ende naemaels gevonden mochte werden te doot, te niet ende van geender weerden en zijn. Ende geloven de voirss Mel Jans ofte haire nacomelingen hier altoos van te indemneren, gemerckt wij hier van ten vollen zijn gecontenteert met achtendedertich rijnsgulden waervan wij liedens(?) stellen alle onssen goed, zoo haef als erfve, hebbende ende vercrijgende ten waerborge voor ende onse naecomelingen tot ende in wat tijde desen voirss Mel Jans ofte haire naecomelin­gen hier van deze acten gemoeijt ende gemolesteert zoude mogen werden. Ende tot meerder verseecker­heijt soo hebben wij Jochum Peeterss ende Floris Wijtenss voirss met onsse eijgen naeme ofte hantmerck onderteeckent. Datum als voiren ter presentie Jan Franss, schout, Hendrick Jans ende Teunis Corneliss als heemraden. Ende zal ‘tzelve door begeren van partijen ten register gestelt werden.

Dits Jochum    Peeterss eijgen hantmerck, Floris Wijnants, Jan Franssoon, Anthonis Corneliss, Dits Hendrick Janss eijgen hantmerck.

Fol. 244r.

Transport op datum: 22-2-1584.

Verkoper: Adriaen Jansz Bernieren.

Koper: Willem Jansz Buijs.

Betreft verkoop (met een verleije) van: een huijs metten erve daeraen

Belend             noord: den oostencandt tot Jan Zegersz erve ende den westen candt totten ambacht van Groit Waspijck

                        zuid: Hoeff

                        oost: Jan Baeijensz.

                        west: Peter Joachimsz.

Koopsom: Betaald op 18 rijnsgulden nae die welcke den voirss Willem Jansz geloeft ende verwilceurt te betalen d’een helft Sint Jan Baptist dach ierstcomende d’anderd­helft tot vastelavont 1585, onder het verbant van alle zijnen goederen.

Transport op datum: 22-2-1584.

Verkoper: Willem Jansz Buijs.

Koper: Adriaen Jansz Bernieren.

Betreft verkoop van: Een halff weer lants geleghen inde Hoogh Donck.

Belend             noord: halver Maes.

                        zuid: halver Doncxer straet.

                        oost: Adriaen en Peter Clauwaerts.

                        west: Truijcken Ackermans erfgenamen.

Koopsom: betaald (niet genoemd).

Transport op datum: 22-2-1584.

Verkoper: Anniken Cornelisdr met Melis Cornelisz haren gecoiren voicht in desen

Koper: Adriaen Denisz.

Betreft verkoop van: een halff stuxken lants.

Belend             noord: iersten slootken dat aenden zuijtzijde vande Dieffdijck leijt.

                        zuid: Vuijlendoncxen sloot.

                        oost: Cornelis Petersz.

                        west: Staes Huijben.

Koopsom: Niet genoemd. Als rest moet betaald worden 5 rijnsgl. 14 st. op Paesdach eerstcomende. 24-5-1584 verklaring van voldaan.

Fol. 244v.

            Adriaen Aen Gijben ende Jan zijnen broeder vuijten naeme ende van weghen Aentghen Aen Gijben wedue, haer moeder, ende Adriaen Jan Andriesz hebben tzamen hair landt geerfdeelt dat zij tzamen hebben opte Vlaeijkens in manieren hier nae volghende.

Dats te weten dat Adriaen Aen Gijben ende Jan zijn broeder tot behoeff hairder beijder moeder geerfdeelt zijn opten oosten candt vant geheel weer tusschen die Vlaeijkens straet ende die Veerscher straet ende Adriaen Jan Andriess opten westen cant vant geheel weer, streckende als voren, elcx met zijn schauwen ende gebuerrechten daertoe behorende mits conditien dat partijen dit voirss lant graven zullen ende scheijden met eenen goeden wijden sloot van sevendenhalven voet de welcke geheel zal woirden gegraven opten oosten helft vant geheel landt overmits die helft zoe veel beter dan de weste geestimeert wordt, welcken sloot parthijen malcanderen zullen helpen becostigen ende daerde die inde leecht tusschen die Vlaeijkens straet ende de hoicht opte Vlaeijkens vuijten geheelen sloot aldaer vallen zal die zal geheel geworpen worden inde voirss leecht opten westen cant. Is noch expresselijcken ondersproicken dat desen toecomender somer dat noch ongegraven zal blijven maer het andere iestcomende(?) jaer ten lancxten ende zoe weer als dan in gebreecken blijft zoe consenteren parthijen voirnoemt dat den heer den onwillighen zijn helft zal besteden tot last vanden gebreeckelijcke. Actum desen xxijen februarij xvC Lxxxiiij voir heemraden Jan Zeegers, Adriaen Aertsz, Dierck Adriaensz ende Adriaen Joachimsz Buijs, waervoiren parthijen hebben verteghen ende haer bedanckt der goeder deijlinghe.

            Eerffdelinghe aengebrocht ten daege ende jare voirss tusschen Adriaen Denisz ende Marijken Jan Cornelis dr.

Inden iersten Adriaen Denisz geloot, gecavelt ende geerfdeelt op het landt int Leech Veen, streckende vande halver Kreeck aff zuijtwaert op tot Peeter Mertens goet toe. Jan Gerits erffgenamen geleghen oistwaert ende Adriaen Stappers tot Gils westwaert.

Idem noch opten acker aende rosmoelen, Adriane Adriaensz Leuskijndt gelegen oist ende Jacob den Leeuwerckeneijck west, streckende vande rosmuelen af zuijtwaert op totten dwersloot toe over den Dieffdijck. Idem noch zoe zal den voirs Adriaen Denisz hebben den waghen met zijn toebehoirt, die greel ende iserwerck daertoe behoirende. Ende moet betaelen die erffgenamen van Joachim Claesz. Idem zal noch gebruijcken den grindt die hij van Peter vande Werck gepacht heeft het voirste nieuw block totten iersten grippel toe ende voirts het achterste block zoe verse alsmen graven mach ende noch en acker die hij van Halftbieren­kijndt in pacht nog heeft neffens Cornelis Tomasz.

fol. 245r

Hierjegens is Marijken Jans dr met Adriaen Mathijs, haren oom ende gecoiren voicht gecavelt ende geerfdeelt op het landt achter Adriaen Wilmsz, streckende van Adriaen Wilmsz voirs erve aff zuijtwaert op totter halver kreeck toe, Adriaen Wircken oost ende Joost Zegers west. Noch op het huijs ende erve daer aen zoe groit ende cleijn alst haer moeder ende oom bezeten hebben met xv st. daer jaerlijcx vuijtgaende. Noch opt ackerken geleghen inde Ackerkens met Peter Claesz, streckende vande Aentghen Jan Thijs coolhoff zuijtwaert op totten halven Vuijlendoncxen sloot toe, Peter Claesz oist ende Jan Petersz Crol west. Des zoe moet Marijken voirss betalen d’erffgenamen van Gijb Zegersz.

Idem is Marijken oick gecavelt ende gebloeckt op het outblock vanden grindt die zij van Peter vande Werck in pachtinghe hebben ende voirts opt middelste nieut block met den westen acker van Halff Bieren kijnts grindt.

Idem is oick voirwaert dat parthijen malcanderen alle incoemende ende vuijtgaende schulden voir date van dezen vervallen ende hiervoiren niet gespecificeert en staen sullen helpen betaelen ende ontfangen, elcx even diep. Insgelijcx sullen oick alle goederen ‘tzij haeff ende erve, schult ende wederschult die van Adriaen Denisz vader soude moeghen coemen ende achtergelaten wezen haeffdeelijch wezen, halff ende halff, volgende ‘tzuijthollantsche recht. Actum als voiren, heemraden als voiren voir de welcke pathijen hebben verteegen deen opten anderen gedeelt ende hebben hair bedanckt der goeder deijlinghe, gelovende dese t’achtervolgen ende t’onderhouden op een boete van vijtich rijnsgulden te verbueren te gaen naer peijnenrecht.

Transport op datum: 24-2-1584.

Verkoper: Joost Zegersz kijnderen, namelijken Dierck Adriaensz voir hem selven, Tomas Joosten voir hem selven ende vervangende Marijken, Anniken, Dingens ende Joachim Joosten, zijn broeder ende gesusters.

Koper: Aert Jan Cornelisz.

Betreft verkoop van: vier geerden lants geleghen in Bacx weer onbedeelt in sesthien geerden.

Belend             noord: halver Maes.

                        zuid: Dongha

                        oost: Jan Andriesz erffgen.

                        west: Hendrik Cornelis Brouwer c.s.

Mits conditien ende welbesproicken voirwaerden dat Aert Jansz voirs op dit voirss erffve erflijcken zal blijven gelden den Heijligen geest tot Raemsdonck vijff st. tsiaers ende noch drie rijnsguldens losrenthen, welcke voirss renth ende chijns den voirss Aert Jansz aende principale hootsomma corthen zal achtervolgende naer spreecken der brieven ende bescheijt daer van zijnde. Ende geloeffden Dierck Adriaensz ende Tomas Joosten voir haer zelven ende inde qualiteijt voirss dese voirss geerden lants te vrijen ende te waren van allen voircommer tot desen daeghe toe. Heemraden Adriaen Jan Andriesz ende Dierck Adriaensz.

Ten voirss daeghe bekenden Tomas Joosten voi hem selven ende mede als voicht van zijn bovengeschreven susters ende broeder ende Joost Zegersz (sic!) ende Dierck Adriaensz dit voirs lant ten vollen betaelt te wezen den iersten penninck metten lesten, voir haer ende haren naecomelinghen.

Fol. 245v.

            Testamentum (De tekst is geheel doorgehaald; testament is mogelijk herroepen)

Desen xvjen februarij xvC Lxxxiiij soe is Ffrans Geritsz, richter des ambachts van Raemsdonck ende met hem als heemraders des voirss ambachts Adriaen Aertsz Schouten ende Dirck Adriaensz tot getuijghen geroepen ende sonderlingh gebeden ten huijse van Baeijen Jansz kijnder woonende opte Donck binnen den ambachte voirss. Ende hebben die voirss kijnderen aldaer namelijck Adriaen Baeijensz, Lijsken Baeijensdr ende Ffrans Baeijens, wettighe gebroeders ende gesusters, aenmerckende die broesheijt der menschelijcker natueren ende datter geen dinck zekerder en is dan die doot ende niet onsekerder dan die ure der zelver van haren tijtlijcken goederen hen bij Godt van hemelrijcke op dezer weerelt verleendt, gedisponeert ende geordonneert, gelijck zij doen mits dezen allet geene wes hier nae volcht.

Inden iersten zoo willen ende begeren zij testateurs voirnoemt zoo wanneer Godt almachtich zijnen wil zal hebben gedaen ende een van hem driën afflijvich geworden zal wezen zonder wettighe oiren achter te laten, dat alsdan de twee lancglevende zullen hebben ende behoudenden eerst overledenen zijnen goederen altzamen, haeff ende erve, schult ende wederschult, niet vuijtgesondert ende daermede te doene hairen vrijen eijghen wille tot sustentaite haers leven. Insgelijcx zal oick die lancgstlevende van hem driën mogen hebben ende behouden de twee overledenen hairen goederen altzamen (in zoverre zij geen wettige oir achterlaten) hoeve ende erve, schult ende wederschult, huijsraet ende imboel, niet vuijtgesondert ende daermede oick te moeghen doen int minderen, int meerderen, int permuteren ende verhantplichten, zijnen vrijen eijghen wille tot sustentatie zijnz levens, zonder oick iemants ter werelt daer van rekeninghe, bewijs ende reliqua te doene ende dat duer oirsaecke dat sij testateurs voirnoemt haere goederen malcanderen altijt getrouwelijcken hebben helpen conquesteren, winnen ende werven ende voirts om anderen redenen haer daer toe porrende ende moverende (alzo zij seijden).

Ende dat naerder lester doot van hen drijen (in zoverde zij geen wittighe geboirte achter en laeten) allen die resterende goederen sullen succederen, devolueren ende besterven op haire gerechte erffgenamen, volgende dlandtrecht. Willen ende begeren daerom testateurs voirnoemt dat dit haere tegenwoirdich testament ende vuijterste wille zal woirden gehouden voor goet, vast, gestendich ende van volder weerden als donatie ende municipael vel ad pias causas, gelijckerwijs dat behoirt zijn volcoemen effect te sorteren, niet iegenstaende dat hier inne niet en zijn gereserveert alle solemniteijten van gescreven ende geestelijcke rechten, wandt zij verclaeren tzelffde te zijn haren vuijttersten wil ende meijninghe. Alle dinck sonder fraude, arch oft list. Actum, dach ende datum ende in presentie als boven ende mij ieghenwoirdich secretaris tot Raemsdonck. Melis Cornelis, 1584.

Los briefje (niet duidelijk waar het bij hoort):

Affgerekent met Abraham Jansz desen xxen septembris 86 van outs tot desen daghe thoe, zoo is in slot van rekeninghe bevonden dat het dorp hem noch schuldich is suijvers gelts die somme van xj rijnsgulden thien stuivers.

fol. 246r.

            Erfdelinghe aengebrocht tusschen d’erffgenamen van Cornelis Hermansz ende Neesken Claesdr, hair moeder. Desen iersten februarij xvC Lxxxiiij.

Inden iersten Willem Geritsz als man ende voicht van Neesken Cornelis Hermans wedue was, gecavelt ende geerfdeelt op iij2 geerd lants int leengoet ende een vierendeel van een geerd, noch op drie geerden lants ende een vierendeel van een geerd streckende vant slottghen aff dat naest den dijck leijt aende kerck noirtwaert op ter halver Maes toe. Noch op eenen halven acker zaijlants geleghen in xi2 Hoeffven streckende vande halver Nieuwstraet aff zuijtwaert op tot Peeter Huijben erve toe met een achtendeel rogs daer jaerlijcx vuijtgaende, elcx met zijn schauwen ende gebuerlijcke rechten daertoe behoirende.

Hierjegens Beris Cornelis tot behoeff van Lenaert Cornelis gecavelt ende geerfdeelt op iij2 geerd lants ende een vierendeel int leengoet. Noch op eenen halven acker zaijlants geleghen inde Ackerkens streckende vande halver Meulenpatsche straet aff zuijtwaert op ter halver Kreeck toe. Noch opte oude stede aende Schans. Noch op een ackerken inde Hoeffven met iij2 st. daer jaerlijcx vuijt gaende. Elcx met zijn schauwen ende gebuerlijcke rechten daertoe behoirende. Actum als boven, coram heemraders Adriaen Jan Andriesz ende Dierck Adriaensz.

Ten voirss daeghe compareerde voir schout ende heemraden voirs Adriaen Adriaensz Leeuskijndt, lofweerdich van name ende fame ende verclaerde bij zijnen eedt ende zijnder mannenwaerheijt ten bijwezen van Adriaen Lenaertsz, hem kennelijck te zijn dat hij bij ende aen is geweest doen Willem Geritsz ende Neesken Claesdr haren houwelijck tracteerden ende dat diezelffde contrahenten accordeerden (alzo Neesken voirss leengoederen had) dat die zelffde leengoederen zouden weesen deelbaer als andere allodiale goederen, oft bij gebreecken van dijen dat alle die goederen die zij tzamen ten houwelijck inbrochten zouden gaen elcx ter zijde van daer die gecoemen waeren. Alzo waerlijck help hem deposant Godt Almachtich.

Ten voirss daeghe zijn Beris Cornelisz als voicht ende Gerbrandt Claesz als toesiender van Lenaert Cornelisz ende Willem Geritsz met malcanderen veraccordeert in plaetze van erffdeelinge, achtervolghende die voirgaende depositie. Dats te weten dat elcx blijven zal bij tgeene zij ten houwelijck ingebrocht hebben, welverstaende dat Willem Geritsz voirss vande gemeijne penningen die vuijte vercopinghe vant huijs ten Berch coemen zullen, voir aff sal genieten die somme van ses ponden groiten Vlaams in recompensie vant huijs inden Muelenpat affgebroicken, dwelck vande voirss Willem Geritsz gecoemen is. Ende zijn partijen hiermede wel wettelijcken vereenicht ende veraccordeert  ten dage, jaire ende in presentie als boven.

Fol. 246v.

Ten voirss daeghe zijn Lenaert Cornelisz ende Adriaen Willem Geritsz onmondich weeskijndt, verweckt bij Neesken Claesdr, geloot, gecavelt ende geerfdeelt als hier nae volcht.

Inden iersten Beris Cornelisz tot behoeff van Lenaert Cornelisz gecavelt ende geerfdeelt opt leengoet tzamen zoe groit ende cleijn alst Cornelisz Hermansz achtergelaten heeft. Noch op die helfft van een eijnt(?) ackers geleghen op xj2 hoeffven te weten opten westen candt met een halff achtendeel rogs daer jaerlijcx vuijtganede met zijn schauwen ende gebuerlijcke rechten daertoe behoirende. Noch op het vierendeel int lant dat van Baeijens gecomen is.

Hier jeghens Willem Geritsz gecavelt ende geerfdeelt tot behoeff zijn voirss weeskijndt op drie geerden lants ende een vierendeel van een geerd, streckende vande iersten dwersloot aff die aende noirtzijde vande Hootdijck aende kerck leijt, noitwaert op ter halver Maes toe, Jan Meeusz Hoevenaer gelegen oist ende Adriaen Claesz erffgena­men tot sGravenmoer west. Noch op een halff eijndt ackers geleghen in xj2 Hoeffven opten oostencandt met een halff achtendeel rogs daer jaerlijcx vuijtgaende. Noch op het vierendeel van het lant dat van Baeijens erffgenamen gecoemen is, ecx percheel met zijn schauwen ende gebuerlijcke rechten daertoe staende. Ende alzo dit lot wel het swacxte bevonden wordt zoe geloeft Beris Cornelis datmet versien zal met die penningen die vant huijs ten Berch coemen zullen ofte met anderen goederen aldaer. Ende zijn hier mede parthijen wel ende wettelijcken geschift ende geerfdeelt ende geloeven voir heemraden voirnoemt deze ende die voirgaende deelinghe t’onderhouden ende t’achtervolghen op een boete van hondert carolusguldens te verbueren te gaen naer peijnen recht. Ten voirss daeghe bekenden Adriaen Denisz voir heemraden voirnoemt van Willem Geritsz ontfangen te hebben die somme van thien rijnsgulden ende etlijcke stuivers ter goeder rekeninghe opt lant dat van Baeijens gecoemen is.

Transport op datum: 1-2-1584.

Verkoper: Adriaen de Jongen Casteleijn samen met Merten Dircxen.

Koper: Jan Gijsbrechtsz.

Betreft verkoop (met verlije) van: een stuck lants int Broeck te weten het vierendeel in Cleijs Jans lant, zoo groit ende cleijn alst hem toebehehoirt heeft.

Koopsom: betaald, niet genoemd.

Adriaen voirss belooft de voirss Jan Gijsbrechts schadelois t’allen tijde te houden vande renth van twee rijnsgulden tsiaers die op ‘tzelffve lant geconstitueert staen.

Fol. 247r.

Transport op datum: 26-2-1584.

Verkoper: Steven Aertsz ende Andries Jansz, elcx voir hem bijsonder.

Koper: Adriaen Claesz.

Betreft verkoop van: 12 1/4 geerden lants, geleghen inde Werffcampen. Te weten 6 1/8 opten oostencandt ende 6 1/8 geerden opten westencandt int geheel weer, beijde geerfdeelt. Ende nempt den voirss Adriaen Claesz, Steven Aertsz ende Andries Jansz van dit voirss landt in elcke bede aff acht st. tzamen, te weten elcx vier stuijvers.

Belend             noord: Halve Maes.

                        zuid: Halve Keen.

                        oost: Conventualen van Santroisen.

                        west: Wouter Mathijs erffgenamen.

Koopsom: 90 ponden groiten Vlaems – 15 st. (540 gulden – 15st)

Te voldoen als volgt: 200 gld gereet, 50 gulden voor St Jansdach midzomer. De rest op 2 Bamisdagen daeraan volgend.

Verklaring van voldaan zijn op: 12-9-1584: 250 gld; Bamis 1585: 150 gld. Eindafreke­ning is niet vermeld.

Fol. 247v.

            Eerfdeelinghe tusschen Adriaen Joachims ende zijne onmondighe weeskijnde­ren, verweckt aen Wilmken Petersdr, aengebrocht voir heemraders Jan Zegers ende Adriaen Jan Andriesz.

Desen 3e martij 1584 soe zijn Adriaen Joachimsz ende zijne drie weeskijnderen geerfdeelt als hier nae volgt. Inden iersten Adriaen Joachimsz geloet, gecavelt ende geerfdeelt op neghen geerden lants, geleghen inden ambacht van Groit Waspijck. Streckende vande Kaesloot aff noirtwaert op ter halver Maes toe. Noch op twee acker zaeijlants, geleghen aen malcanderen gelmeteert inde Hoeffven. Hier jeghens Adriaen Petersz ende Adriaen Adriaensz tot behoeff van Adriaen Joachimsz drie onmondighe weeskijnderen geloet, gecavelt ende geerfdeelt op ses geerden lants, oick geleghen inden ambacht van Groit Waspijck. Streckende van Jan Vassen werff aff noirtwaert op ter halver Maes toe. Noch op een del geleghen in Henrick Luijen Ambacht. Streckende van Adriaen Peter Gijben erve aff zuijtwaert op ter halver cloosters vaert toe. Noch op een halffve acker zaeijlants, geleghen in xj2 Hoeffven, bedeelt opt zuijden eijndt. Streckende van Aen Huijben erff aff zuijtwaert op ter ouder vaert toe. Welverstaende dat Joachim Adriaensz, als blijndt ende onmondich zijnde, zal hebben ende genieten voir vuijt vijfftalff geerd lants geleghen int Meulenweer tot sustentatie zijns levens. Ende dan noch mede te deijlen kijnt kijnt gedeelt zoo diep Aentghen ofte Marijken Adri­aenszdr, zijne susteren. Dies is voirwaert ende expresselijcken ondersproicken, zo wanneer den voirss Joachim Adriaensz dezer werelt overleden zal wezen, dat alsdan die voirss vijftalff geerd bijde voirss Adriaen Joachimsz ende zijnen kijnderen voirnoemt zullen woirden gedeijlt halff ende halff, gemerckt die zelffde nu vuijte gemeijne goederen voir vuijt gegeven woirden. Des blijft hier noch onbedeelt die geheel stede zoe groit ende cleijn als den voirss Adriaen Joachimsz ende Wilmken zijne huijsvrouwe zalig die gebruijckt ende beseten hebben. Ende zullen malcanderen dese voirss gedeijlte goederen helpen vrijen tot dezen daeghe toe. Ende elcx percheel met sijn schauwe ende gebuerlijcke rechten daer toe behoirende.

Actum ut supra.

Los briefje:

Ic Jan Ariaenssen, alijas Vial beecenne midts deesen wel ende ten vollen betaelt te sijn van alsulcke huijsinge ende erf daeraen geleegen, het welc dat Jan Ariaenss of sijn huijsvrou, van Cornelis Jansz eertijts gecoft heeft ende in kennisse van deesen soe hebbe Jan Ariaenss voirss deese mijne quitantie tot vasticheijt onderteekent. Deesen xxiije maertse anno xvC vier ende tachtich. + ende mij Jan Ariaen …..(?) present; Jan merck      Ariaenss.

Idem dese quitantie behoirt int naest volgende blat.

Fol. 248r.

            Aenneminghe van Adriaen Joachimsz zijne drie onmondighe weeskijnderen.

Ten daeghe ende jare voirss compareerden voir schout ende heemraden des ambachts van Raemsdonck Adriaen Joachimsz Buijs als mede heemraet des voirss ambachts ende heeft van Adriaen Petersz als gerechte bestorven voicht ende Adriaen Adriaensz als toesiender met decret ende advijs vande gerechte als oppervoichden in presentie van Crijn Govaertsz, Peter Joachimsz ende Jan Baeijensz aengenomen zijn drie onmondighe weeskijnderen, verweckt bij Wilmken Petersdr, zijn wettighe huijsvrouwe zaliger, te almenteeren in cost ende dranck ende t’onderhouden in cleeden, reden, linden, vullen, schoeijen, cousen ende voirts in alles den voirss kijnderen nodich zijnde, eerlijck naer zijnen staet, geduerende continueelijcken den tijt van twaelff jaren volghende den date van desen zonder middel daer tusschen. Ende dat omme ende voir alle haefflijcke ende moblen goederen, huijsraet ende imboel, niet vuijtgesondert, mitsgaeders om die affbladinghe vande erffgoederen den voirss weeskijnderen van haere moeder zijn achtergelaten, geduerende den voirss tijt lanck. Ende zal den voirss Adriaen Joachimsz noch darenboven hebben ende behouden in erfflijcke possessie den halven acker geleghen in xj2 Hoeffve zoe groit ende cleijn ende in alder manieren als die voirss kijnder hier voir daer op geerfdeelt zijn. Met noch die geheel stede zoe groit ende cleijn als hij met Wilmken zijn huijsvrouwe zalig altijt gebruijckt ende bezeten heeft. Met noch een renth van xxxv st. jaerlijcx t’ontvangen. dies is den voirss Adriaen Joachimsz gehouden naer expiratie van deze aenneminghe Marijkens ende Aentghen zijne dochteren tzamen vuijt te moeten reijcken een coe, ofte bedde ofte twee ponden groiten Vlaems daervoren, ‘tzij ofte zij beijde int leven zijn ofte een van hem beijden. Ende oft gebuerde datze beijde binnen tijde voirss afflijvich woirden zoo ist geconditio­neert dat den voirss Adriaen Joachimsz ongehouden is den erffgenamen iets vuijt te moeten reijcken. Ende zal in allen leijdinghen ambachtheeren boeten(?) ende anders met een duble boete vrij wezen. Heemraden Jan Zegersz ende Adriaen Jan Andriesz

(Tussengekriebeld:) Dese vuijtreijckinge is voldaen bij voichden(?) van Peeterken Ariensdochter aen handen Peeter van Kappelkens ende erffgenamen van Maijken Ariaensdr, blijckende bij sijn eijgen hant, soe dat hij de voirss Peters

            Pieter Claesz; Melis Cornelisz.

Desen xen meert xvC Lxxxiiij compareerden Pieter Claesz ende gaff over met vrijer giften zoo recht is Melis Cornelisz een huijs, schuire ende erve daer aen geleghen ende staende opde Berghen, zoe groit ende cleijn ende in alder maniere als Adriaen Petersz Schoenmaec­kers zaliger die van Gerit Woutersz weu opten xxven Lxxiiij ontvangen heeft ende hem, Pieter voirss die voirss stede vande andere erffgenamen van Adriaen Petersz gegeven ende gegundt is, mits dat hij aenden voirss Melis Cornelisz die stede betalen zoude, deur welck faulte hij den voirss Melis Cornelisz wederom in zijn stede gaff ende ervet als nu zijn vrij eijghen goet ende bedanckt hem daervan ende allen d’andere erffgenamen voirss betaelt te zijn mits dat de wilceur Melis Cornelisz voirss mach dooden den welcken Adriaen Petersz saliger verleden haer vande voirss stede. Ende geloefden Peter voirss dit voirss huijs ende erve te vrijen ende te waren tot desen dach toe. Voir heemraden Jan Zegersz ende Adriaen Aertsz, Adriaen Jan Andriesz ende Dierck Adriaens.

In de kantlijn staat een onduidelijke opmerking, deels dwars door de tekst en door de hier bovengenoemde, tussen de twee actes tussengekriebelde, opmerking. Per saldo haal ik er ongeveer het volgende uit:

Ende t oversulcx successeur ende accort van schelt quite. In presentie van mij Cornelis Melis secr. Actum desen …. november sesthienhondert.

Fol. 248v.

            Cornelis Jansz de Leeu; d’erffgenamen van Daniel Joosten.

Desen xxjen mert xvC Lxxxiiij compareerden Cornelis Jansz de Leeu ende gaff over met vrijer giften zoo recht is die wedue ende erffgenamen Daniel Joosten een huijsken metten erve daer aen zoe groit en cleijn alst zelffde staende ende geleghen is inden Meulenpat ende in alder manieren als Daniel Joosten ‘tzelffde in zijnen leven gecoft heeft. Ende geloefen ‘tzelffde te vrijen ende te waren naden landtrecht voir heemraders Adriaen Jan Andriesz ende Dierck Adriaensz.

Ten voirss daghe compareerden oick den voirss Cornelis Jansz ende heeft die voirss wedue ende erffgenamen tot waerburch gestelt zijn huijs ende erve daer aen daer hij nu ter tijt woondt. Ende dat voir alsulcken schaden ende intresten die zij ter causen van dit voirss huijs ende erve bij Jan Adriaen Vrol ofte iemandt anders namaels zouden moeghen draghen ende lijden, gemerckt hij ‘tzelffde vrij ende vranck vercoft ende over gevest heeft mede bekende ‘tvoirss hujsken ende erve mits dezen ten vollen bijden voirss wedue ende erfgenamen betaelt te zijn voir heemraden als boven.

Idem Jan Adriaensz Vrol bekent van dit voirss huijs ende erve ten vollen betaelt te zijn, blijckende bij zijn quitantie.

Ten voirss faghe heeft die wedue ende erffgen voirss, in presentie vande voirss heemraden gerekent mette debitueren ende creditueren vanden voirs Daniel Joosten diemen nu ter tijt wetende was. Zoe hebben zij betaelt vande incoemende, die vuijtgaende verschenen penningen ofte schulden. Ende rest noch suijvers gelts van allen die goederen, beijde have ende erve den voirss Daniel Joosten saliger bij dode ende afflijvicheijt van zijnen vader ende moeder achtergelaten ende bij hem in zijnen leven vercoft die somme van acht ende dertich rijnsguldens die bijden voirss erffgenamen alleen bij gelijcken parten gedeelt zijn. Ende noch een huijsken ende erve daer aen zoe groit ende cleijn alst die wedue ende erffgenamen hier voiren ontfangen hebben, waervan die voirss erffgenamen oick d’eenhelft genieten ende toebehoirt.

Ten daghe voirss compareerden Tuenis Cornelisz voir hem zelven, Jan Joren voir hem zelven ende vervangende beijde allen die gerichte erffgenamen van Daniel Joosten zaligher ende Janniken wedue wijlen Daniel Joosten voirss met Gentden(?) haren vader ende hebben hairen personen ende allen haren goederen ter waerburch gestelt aen Joost Zegersz voir alsulcke obligatie bedraghende ontrent veertich rijnsgulden die zijlieden bekennen mits dezen voldaen ende geheel betaelt te zijn alzo zijlieden nu veraccordeert zijn ende dair van in gereeden gelden ontfangen hebben die somma van xxxiiij rijnsgulden, welcke voirss obligatie ten anderen tijde verleden heeft Joost Zegers voirnoemt, den voirss Daniel Joosten zijn vader. Ende ingevalle die naemaels noch geeijscht ofte gemaent woirden den voirss Joost Zegersz ofte zijnen nacoemelinghen zoe moeghen hij ofte zij haer verhaelen aende voirgenoemde persoenen ende allen haren goederen voirss, geen vuijtgesondert, voir allen costen, schaden, intresten ende die hootpenningen voirss, die zij ter causen van dijen enichsins naemaels souden moghen lijden ende moeten betalen, overmits zij nu verclaren die zelffde obligatie verloren ende inder eerde verrot te zijn. Heemraden als voiren.

Fol. 249r.

            Accordatie in plaetze van erffdeelinghe tusschen d’erffgenamen van Jacob Gijsbrechtsz ende Alit Claesdr. zaliger.

Desen xiijen aprilis anno xvC Lxxxiiij sijn veraccordeert in plaetze van erffdelinghe die voirss erffgenamen dat den ieder bij zijnen erffgoederen blijven zal, te weten dat die erffgenamen van Alit Claesdr zullen hebben ende behouden allen d’erffgoederen geleghen onder die parochie van Raemsdonck zoe groit ende cleijn ende in alder manieren als Jacob Gijsbrechtsz ende Alit Claesdr hair moeder daer vuijt gestorven zijn, gheen vuijtgesondert, met noch een renth van seven rijnsche guldens tziaers, verschijnende vuijtwijsens sbrieffs.

Noch een renth van iij2 rijnsche guldens siaers ende voirts allen andere obligatien ofte schultbrieffen inde voirgaende delinghe tusschen die moeder ende die kijnderen gedaen, gespecificeert zijnde. Ende dat d’erffgenamen van Jacob Gijsbrechtsz zullen behouden allen die erffgoederen geleghen onder die parochie van sGravenmoer, zoe groit ende cleijn ende in alder manieren als Jacob Gijsbrechtsz die toebehoirt hebben en daer vuijt gestorffven is, geen vuijtgesondert.

Met noch een obligatie die Adriaen den timmerman ten Berch van geleendt gelt verleden heeft, inhoudende die somme van acht ponden groiten vlems eens.

Idem noch alsucke reste als Adriaen Coppen Capiteijn op een obligatie tot volder betalinghe van dijen betalen moet, bedragende ontrent xxv rijnsche guldens.

Idem noch een obligatie die Ewout Geritsz schuldich is, inhoudende die somme van vijff pondt Vlaams met noch allen die penningen die t’ontfanghen zijn vanden waterbrieff dijen oick Eewout Geritsz verleden heeft waer van dat Gijsbrechts Jacobsz ende Jan Adriaensz Cluijter voir aff tzamen zullen hebben xxj rijnsgulden die zij Jacobs haren vader geleendt hebben ende zal Hendrick Jansz zoe lange stille staen. Ende zullen d’erffgenaemen voirss noch hebben ende genieten halff die penningen die vuijte erffhuijs cedul coemen zullen.

Welcke alle voirss gespecificeerde erffgoederen rentbrieffven, obligatien ende andere waterbrieven parthjen voirss zullen gebruijcken, opbueren, ontfangen ende veralueren als haer vrij eijghen goet zonder contradictie van iemants, nu ofte ten eewighen daeghen. Ende allen anderen incoemende ende vuijtgaende schulden alhier niet genomineert ende voir date van dezen vervallen zullen parthijen malcanderen helpen ontfangen ende betaelen, halff ende halff. Actum ten daghe, maende ende jare voirss. In presentie van Jan Zegersz, Dirck Adriaensz, beijde als heemraders ende getuijghen hiertoe gerequireert, waer voiren parthijen voirss verteghen gelijck zij doen mits dezen, behoudelijcken renuntierende den eenen van des anderens gedeelt. Bedanckende haer der goeder schiftinghe ende deijlinghe, gelovende die ende allen tgeene voirss staet t’onderhouden ende t’achtervolghen op een pene van vijtich gouden realen te verbueren goet van gout ende gewichtich, te gaen naer peijnen recht.

Fol. 249v.

Transport op datum: 18-4-1584.

Verkoper: Jan Adriaen (=Aen) Gijsbrechtsz voir hem zelve ende vervangende Aentghen Jan Mathijs weeu, zijn sweermoeder, Govaert Jacobsz voir hem selven ende Adriaen Joachimsz als voicht ende hem sterck maeckende voir Peter Mathijs Jansz weeskijndt

Koper: Melis Cornelis onsen secretaris, tot behoeff van Matthijs van Clootwijck.

Betreft verkoop van: 14 geerden lants inde Hoich Donck

Belend             noord: halver Maes.

                        zuid: halver Keen.

                        oost: Peter Sconincx.

                        west: Staes Huijben c.s.

Koopsom: 558 rijnsgulden.

Te voldoen als volgt: 300 nu gereet. De rest op Paeschen 85.

Verklaring van voldaan zijn op: 30-4-1584 ontvangen van Mathijs van Clootwijck Petersz 300 gld.

Daaronder staat met ander schrift dat de wilcuer voldaan is (geen datum).

Fol. 250r.

            Eerffdelinghe aengebrocht tusschen die wedue van Joachim Claesz ende haren kijnderen verweckt bijden voirss Joachim Claesz.

Ten voirss daeghe is die voirss wedue gecavelt ende geerfdeelt op het ackerlandt metten hoijlant ende weijlant daeraen geleghen. Streckende vande halven Geijsloot (sic; verm. Geijlsloot) aff noirtwaert op ter halver Keen toe. Idem noch op het landt neffen Roekkens, streckende vanden halven Geijsloot (sic) aff zuijtwaert op ter halver Bercher straet toe. Noch opten halven acker min het vijfthiendedeel geleghen voir Jan Driesz in xj2 Hoeffven. Elcx percheel zoe groit ende cleijn ende in alder manieren als Joachim Claes daer vuijt gestorven is.

Hier jegens Aentghen Tuentghen ende Anniken Joachim Claesdr in presentie van Adriaen Claesz haren voicht ende Jan Adriaen Gijsbrechtsz haren toesiender geerfdeelt ende gecavelt op die stede metten erffve daer aen beneffens geleghen. Streckende vander halve Kae aff noirtwaert op ter halver Geijlsloot toe. Noch die zelffde geerffdeelt op het landt inde dellen, streckende vander halver Keen aff noirtwaert op ter halver Doncxer straet toe. Elcx zoe groit ende cleijn ende in alder manieren als Joachim Claesz daer vuijt gestorven is ende hem toebehoirt heeft. Mits besproicken voirwaerde offer eenighe vande voirss percheelen naemaels bevonden woirden voir daete van desen metten recht becommert ofte belast te wesen daer men nu niet aff en weet sullen parthijen voirss malcanderen tzelffde helpen affdoen. Gemerckt datze nu alle vrij geerfdeelt woirden mede bedanckende haer der goeder deijlinghe. Gelovende die zelffde t’onderhouden ende t’achtervolghen op een pene van vijfftich rijnsgulden te verbueren. Heemraden als boven.

            Aenneminghe van Joachimsz drie dochteren.

Ten voirss daeghe compareerden Bastiaen Aertsz ende heeft rechtelijcken aengenoe­men van Adriaen Claesz den gerechte bestorven voicht, Joachim Claesz drie achtergelaten dochteren, namelijcken Aentghens, Tuentghens en Annikens te almenteren in cost ende dranck ende t’onderhouden in cleeden, reden, linden ende vullen, sieck ende gesondt ende voirts in alles den voirss kijnderen nodich zijnde, eerlijcken naer zijnen staet ende alzo hij daer eer aff hebben wil, geduerende den tijt van vier eerstcomende jaren volghende den datum van desen. Waer voiren Bastiaen voirss hebben zal een peert, drie beestkens, halff die schuijt ende halff den waghen met zijn toebehoirt met noch die bruijckweer ende affbladinghe vande erffgoederen voirss den voirss tijt lanck, geduerende ten waere dat Aentghen voirss middeler tijt geraeckte te houwelijcken zal die zelffde bruijckweer in sulcken gevallen geaccordeert worden zoemen alsdan in redenen bevinden zal te behoren. Ende zal Aentghen voirss altijt hebben tot haeren vermae(?) vande voirss Bastiaen Aerts, haren oom, een coe. Ende die voirss Tuentghen ende Anniken den voirss tijt van vier jaren geexpireert zijnde drie pondt Vlaems eens, tzij ofte zij alsdan beijde int leven zijn ofte een van hem die welcke Bastiaen voirss betalen moet als verwilceurde schult. Actum voir heemraden als boven.

Fol. 250v.

            Eerfdelinghe tusschen die vrinden ende erffgenamen van Aentghen Beert Gerbrandtsdr, te weeten van haer moeders zijde, aengebrocht desen xxen aprilis xvC Lxxxiiij.

Inden iersten Neeltghen Everaertsdr geerffdeelt op drie geerden lants geleghen inden ambacht van Groitwaspijck, streckende vande Kaesloot aff noirtwaert op ter halver Maes toe, geleghen in xij geerden naast Melis Cornelisz. Noch opten achtersten geer int Leech Veen met zijn schauwe daer toe staende.

Idem Beris Cornelis tot behoeff van Halffbieren dr geerfdeelt op drie geerden lants geleghen inden ambacht ende xij gerden voirss bedeelt opten westen candt vant geheel weer. Idem noch op tvierendeel inde oude stede bedeelt tusschen Melis Cornelis ende d’erffgenamen van Anniken Adriaens tot Gestel met tgene daer erfflijcken tsiaers vuijtgaet. Noch opt .. diensche veldeke inde Hoeffven.

Idem Jan Adriaen Gijsbrechtsz tot behoeff van Govaert Everaertsz weeskijnderen geerfdeelt op iij2 geerd lants t’eijnden den Muelenpat neffen Gerkens zijl met xxx st. daer jaerlijcx vuijtgaende. Noch opte eijnden ackers opte Vestholen(?) met die dellen daer aen ….. met drie rijnsgulden jaerlijcx vuijtreijcken d’erffgenamen van Clauwaert Adriaensz ende die zelffde erffgenamenvoirss dair van eenen schaeijlois brieff te verlijden ingevalle zij lieden beschadicht woirden ter causen van alsulcke halff renthe van ses rijnsgulden int geheel als op haer lieder lot inde Werfcampen gehypothequeert staen. Gemerckt die lot die Werffcampen jaerlijcx die drie rijnsgulden voirss te baten moet coemen ende zoe wel die hootpenningen als de lopende pacht moet affdoen. Ende alle dese voirss percheelen in groit ende cleijndt ende in alder manieren als Aentghen partheijen achtergelaten heeft. Actum als boven voir heemraders Jan Zegers, Adriaen Aerts, Adriaen Jansz ende Dirck Adriaensz. Waer voiren partijen hebben vertegen ende haer bedanckt der goeder deijlinghe. Gelovende de zelffde t’onderhou­den op een pene van hondert rijnsgulden te verbueren te gaen naer peijnenrecht.

Deze renth van drije rijnsgulden tziaers heeft Tuentghen Govaert Everaersdr betaelt ende gequeten metten verlopen van dijen voir de somme van negen pondt Vlaems ende dat aen handen van Willem Gerits ende d’erffgenamen Clauwaert Adriaens, blijckende bij haer eijgen handt, actum den 22 meert 1599.  …  ….

Transport op datum: 2-5-1583.

Verkoper: Bastiaen Aertsz ende Jan Zegersz als gecoren voicht van Dinghen Gijb Zegers weeu

Koper: Adriaen Denisz.

Betreft verkoop van: een vierendeel van een stucxken lants geleghen opte Bergen. Bedeelt opten oostencandt

Belend             noord: Melis Cornelis hoffstat.

                        zuid: ….

                        oost: Adriaen van Waelwijck.

                        west: Joachim Claesz erffgenamen int zelffde landt

Koopsom: 8 pond Vlaams.

Verklaring van voldaan zijn op: 11-3-’91.

Los vel:

Ick Wijllem Gerijts van Raemsdonck … sterck van Gerbrant Claessen ende ock Wijllem Stoffels ende voor Gijel mester Tijss(?) schoutent van Vasbeck, naderhandt getrout hebbende Peeterken Dirricken ende ock Lenert Hermans ende Ariaen Willems, Lenert Hermans hallef broeder, hiervan maeke ick Willem Gerijtts mij sterck ende machtich. Te weten van alsulcken drie gerden lants geleghen inde Verfcampen tot Raemsdonck de welcke toe hebben gecomen Aentken Berten jonghedochter, gestorven alhier tot meij roeleden(?) Vijder soo maeke ick alhier Jan Ariaens Clauwens van Scraevenmoer mij selven machtich ender sterck voor mij selven ende vorts van alle mij susters ende gebroeders te saemen com suijss ende ock meede als vocht sijnde van Lijsken Fransen int bijwesen van Jan Jans Spranger ende Peeter Jans Schoenma­ker bijnnen dese stede maeckt hem mede sterck met sijnen consorten vaer van vij alle gader te saemen bekenne van dese drije gerden lants voldaen ende betaelt te veesen soo van de rente daer op gestaen heft als mette hotsomme het velcke bedraecht ter somme van neghen ponden groten vlams ijder gulden tot xx st. brabants het velcke sij te saemen onder dese erfgenamen sullen te saemen deelen. In kennisse der vaerheijt soo hebbe dijt selve laeten scrijven ende met ons eeijghen handt onderteekent desen xxij mert anno 1599.

In Gertruijdenberch in absentie van Jan Peterss weerdt inden Eenghel.

Dese eerfgenamen sij te saemen soo veraccordert met dese neghen pont groten vlams ende bekennen hier mede van alless voldaen ende betaelt te veesen van al tot al.

‘tmerck * van Willem Gerits van Raemsdonck.

Bij mij Jan Adriaensz Clauwens. Bij mij Jan Janssz Spranger.

‘tmerck     van Peter Jans Schoenmaker

Los briefje:

Item ic Bastiaen Aerssen bekenne ontvanghen te hebben van Ioris Iansen de somme van eenendertich pont groot ende dat voor de heel som ende dat bekeent hi heel en altemael ontvanghen te hebben. Bi mi Bastiaen Aerssen

Fol. 251r.

            Ariaen Adriaensz Cuep; Ariaentghen Meeus dr.

Desen ixen meij xvC Lxxxiiij compareerden Adriaen Adriaensz Cuep in een gebannen vierschaer ende gaff over met vrijer giften zoe recht is Ariaentghen, wedue wijlen Adriaen Janss Avontuer die gerechte een helft van een stuck lants gelegen opte Geeren, onbedeelt, zoe groit ende cleijn ende in alder manieren als dat ten anderen tijde van Adriaen Wilmsz Bonten gecomen is. Streckende van Jacob Jansz erve aff westwaert in tot Roel Adriaensz ende Jan Clauwens erffgenamen’ erve toe, waer van ten naesten gelandt zijn Clauweaert Adriaensz erffgenamen zuijden ende Aentghen Roelen noirden. Ende geloefden Adriaen voirss dezen voirss halven geer te vrijen ende te waeren tot dezen dage toe. Dies blijft tot last van Adriaentghens voirss drie oirt stuijver in eelcke bede tot behoeff der contributie ende sconnincx bede vuijt dit voirss erve coemende. Ende geeft Adriaentghen voirss nu gereet twintich st. van allen voirgaende achterstellingen ordinaris ende extraordinaris contributen voir datum van dezen vervallen. Ende zal die zelffde twintich st. inhouden ende corten moeghen den voirss Adriaen Adriaensz aende ierste penningen die zij hem noch schuldich is. Ende bekenden daer mede van dit voirs erve voldaen te zijne voir hem ende zijnen nacomelinghen. Actum als boven. Heemraden Jan Zegersz ende Adriaen Jan Andriesz.

            Bastiaen Aertsz; Joris Jansz ten Berch.

Desen xxviijen meij xvC Lxxxiiij compareerden Bastiaen Aertsz ende gaff over met vrijer gifte zo recht is Joris Jansz, woonende tot Geertruijdenberghe vier geerden lants geleghen inde Hoich Donck. Streckende vander halver Keen aff noirtwaert op ter halver Maes toe bedeelt int geheel weer opten westen candt waer van Jan Cornelisz ten naesten geleghen is int zelffde weer aende oistzijde ende Jan Adriaensz aende westzijde. Ende geloefden ‘tzelffde te vrijen ende te waeren naden lantrecht tot dezen daghe toe. Des ist voirwaerde offer eenighe commer van renthen ofte chijnsen op dese voirss vier geerden lants quamen voir datum van dezen daer metten recht op verobligeert zoo stelt Bastiaen Aertsz voirss Joris Jansz voirss tot eenen waerburch ende verhaele een halff weer lants. Streckende vanden halven Poelsloot aff noirtwaert op ter halver Keen toe, vrij goet, Tuenis Adriaensz weeu int zelffde weer aende oistzijde ende Bastiaen voirss aende westzijde, gedurende den tijt van thien ierstcoemende jaren volghende den datumvan dezen ende langer niet. Heemraden Jan Zegers ende Adriaen Aertsz.

Fol. 251v.

Koopsom: 31 pond groiten vlaams. Te betalen 20 pond gereet, de rest op Pinkster dag ’85. Verklaring van volledige betaling op 17-2-1586.

Testamentum.

Desen vijftien junij anno xvC Lxxxiiij compareerden voir schout ende heemraderen tot Raemsdonck ende voir getuijghen ondergeschreven, d’eersaeme Peterken Jan Mathijsdr, cranck zijnde van lichaem maer cloeck ende volcoemen van verstande als voir oighen scheen ende gebleken heeft en maakt haar testament.

Zij vermaakt Jan Adriaen Gijsbrechtsz haren wettighen man (in zoo veerde zij geraeckte te sterven voir hem zonder wettighe kijnt ofte kijnderen achter te laeten) alsucke lant als geleghen is aende kercke zijl tot Raemsdonck in groit, cleijnt ende in alder manieren alst vanden voirss Jan Adriaensz vader gecomen ende achtergelaten is, dwelck zij testatricx voirss wilt ende begeert dat den voirss Jan Adriaensz haren wittighen man, zal hebben ende behouden voir vuijt zonder ieghen spreecken van iemants ter weerelt ende dan equaliter ende even gelijck te deijlen jeghens hare gerechte erffgenamen, volgende ‘tZuijthollantsche recht.

Ende dat om merckelijcke redenen haer daer toe porrende ende moverende (alzo zij seijde). Ende oft waer datter naemaels iemant van haren erffgenamen dit hare iegenwoirdich testament ende vuijterste wille in alles ofte in eenich punckt zoude willen impugneeren, infringeeren ofte contramineeren, tzij met recht ofte oick buijten rechte, zoo wilt ende begeert zij testatrice voirnoemt dat insulcken gevalle de betreffende bezwaarmaker wordt onterft. Getuigen: Jan Jansz Wever ende Adriaen Wilmsz.

Fol. 252r.

            Hanematen weeu; Peter Sconnincx

Desen jen julij 1584 compareerden Neeltghen Aert Scherdersdr met Adriaen Jan Andriesz haren gecoren voicht ende gaff over met vrijer giften zoo recht is Peter Adriaensz, twe geerden lants in een vierendeel, streckende vander halver Kreeck noirtwaert op ter halver Maes toe. Geleghen onbedeelt int halff weer opten westen candt Tuenis Cornelisz met zijnen consorten geleghen ten naesten aende westzijde ende mr Adriaen met Jan Bernaerts int zelve landt aende oostzijde. Des blijft Peter Adriaensz vuijt dit voirss erff jaerlijcx gelden xxv st. Ende geloeffden Neltghen met haren gecoren voicht voirss dit voirss erve te vrijen ende te waeren naeden lantrecht. Heemraden Adriaen Aertsz ende Adriaen Jansz.

Fol. 252v.

Transport op datum: 17-7-1584.

Verkoper: Jan Meeusz Hoevenaer.

Koper: Abraham Jansz.

Betreft verkoop van: een stuck lants geleghen inde Ronden Put inden ambacht van Raemsdonck.

Belend             noord: Berchsen water

                        zuid: halve watersloot.

                        oost: Joachim Meeusz.

                        west: Beijen Jansz erfgenaemen.

Koopsom: 525 rijnsgulden.

Te voldoen als volgt: 200 gld gereet. De rest op 3 opvolgende Bamisdagen, waarvan de eerste anno 85.

Verklaring van voldaan zijn op: eerste termijn op 12-2-’85; Jan Meus verklaart voldaan te zijn van de tweede termijn op 24-6-1586 in aanwezigheid van Teunis Jacobsz. Op 18-6-1589 bekende Lesken, die wedue van Jan Meus ende Meus Jansz dezen wilcuer voldaen te wezen.

Fol. 253r.

            Jan Meeusz; Mercelis Jacobsz.

Ten voirss daeghe compareerden Jan Meeusz voirss ende gaff over met vrijer giften zoe recht is Mercelis Jacobsz tot behoeff van Tuen Lauwen weeskijnt een stuck lants geleghen tusschen d’erffenisse Commer Jansz erffgenamen ten naesten aende oostzijde ende d’erffgenamen van Peter Jansz de Bont aende westzijde, streckende vander halver Nieuwerstraet aff noirtwaert op ter halver Keen toe. Ende geloeffden Jan Meeusz voirss, dit voirss erve te vrijen ende te waren naden lantrecht. Heemraden voirss ende neempt Mercelis voirss tot zijnen last van dit voirss goet twee stuivers.

            Erffdelinghe aengebrocht tusschen Jan Adriaen Gijsbrechts ende d’erffgenamen van Peterken Jan Mathijsdr zaligher.

Desen xxven julij xvC Lxxxiiij zijn veraccordeert in plaetze van erffdelinghe dats te weten dat Jan Adriaen Gijsbrechtsz voirss erfflijcken hebben ende behouden zal allen d’erffgoederen die hem aengekomen ende bestorven zijn van Adriaen Gijsbrechtsz, zijn vader, geen vuijtgesondert ende de erffgoederen van Peterken Jansdr zijne huijsvrouwe saliger hebben ende behouden allen d’erffgoederen haer van Jan Mathijs achtergelae­ten ende bijde doot vande voirss Peterken achtergebleven zijn. Ende zullen dese erffgoederen voirss dit jaer behouden den gehelen gesaeijden boeckweijt voir Willem de Coomen ende Jan Adriaensz die jaerschaec(?) geheel bij Giel Gouiaen(?) ende inde hoeven die hij ten halven gesaijt heeft. Ende hebben hier mede parthijen voirss verteghen deen opten anderen zijn gedeijlt. Ende bedanken haer der goeder accordatie ende deijlinghe. Mede gelovende dese t’onderhouden ende t’achtervolgen op een boete van vijftich rijnsgulden te verbeuren te gaen nae peijnenrecht. Ende alle incoemende ende vuijtgaende schulden blijven hier in commuijn onbedeelt die welcke zullen betallt worden volgende dlandtrecht. Heemraden Adriaen Joachims Buijs ende Adriaen Aerts Schouten.

Fol. 253v.

Transport op datum: 14-8-1584.

Verkoper: Seger Henricx.

Koper: Mr. Cornelis Roelants.

Betreft verkoop van: een stuck lants geleghen opten Ronden Put inden ambacht van Raemsdonck.

Belend             noord: Watersloot.

                        zuid: Andries Jansz coelhoff

                        oost: Ffrans Dircxz ende Baeijen Jansz erffgenamen.

                        west: Joachim Meeusz erffgenamen.

Seger Hendricx stelt als onderpand voor het vrij zijn van dit stuk land (van renten of anderszins) een stuk land in de Cleijn Donck tussen de Keen (zuid) en de Doncxer Straet (noord), Zeger zelf oost en Tuenis Joosten de Jonge west.

Voorts moet Mr Cornelis den dam van dit bovengescreven gecofte goet altijt maecken ende onderhouden ten oirbaer zoe dicmael ende menich werffven alst nut is ten dijcxken ofter straet toe, zoe dat hij dijen altijt mach rijen ende jaghen. Heemraden Adriaen Aerts en Dirck Adriaensz.

Koopsom: niet genoemd.

Transport op datum: 24-5-1584. (dus eerder datum dan boven!)

Verkoper: Cleijs Jacobsz.

Koper: Jan Joosten Mamcken (òf Manicken) ende Steven Neel Stevens tzamen

Betreft verkoop van: een geer

Belend             noord: Dick Claesz efgenamen erve.

                        zuid: halve Leechen wech.

                        oost: Jan Clauwen erfgen. c.s.

                        west: Melis Cornelis.

Koopsom: niet genoemd.

Fol. 254r.

            Testamentum ende vuijtersten wille van Marijken Jan Berthen

Desen xxvijen augusti xvC Lxxxiiij compareerden Marijken Jan Berthen wedue, cranck zijnde van lichame ende leggende op haer bedde maer cloeck ende volcoemen van verstande als genoechsaem gebleecken heeft, maakt haar testament.

Zij heeft geordonneert dat Metghen, haer ongehoude dochter ende die weeskijnderen wijlen Tuenis Jansz, haren zoon, zullen hebben ende behouden voir vuijt van haren gereetzen goeden tzamen tachtich rijnsgulden eens, te weten Metgen xL ende die weeskijnderen voirss tzamen xL gelijcke guldens. Ende dat om oirsaecken ende merckelijke redenen die haer daer toe porden ende moveerden (alzo zij genoch verclaerde). Ende darenboven in allen hare goederen achter haer blijvende mede te deijlen kijnt kijnts gedeelt, volgende dlantrecht.

Opgemaakt voir Ffrans Gerits, schout, Jan Jansz, Merten Dircx, in presentie van Metghen Gerit Aerts die bewaerster daer toe gerequireert als getuijgen ende bijde voirss testatricx sonderlinghe gebeden ende mij present Melis Cornelisz.

Item tgene voirss staet heeft Frans Sijmonsz naer gecoemen ende achtervolcht ende voldaen nae sijnen inhouden.

Fol. 254v.

            D’erffgenamen van Aerdt Adriaensz; Jan Cornelis Ansz.

Desen viijen februarij xvC Lxxxv compareerden Aerdt Adriaen Aertsz voir hem zelven ende vervanghende allen zijn susters ende broeders ende oick mede als voicht van Aentghen Beerthen, zijn moeder, Steven Aertsz voir hem selven, Merthen Dircxz als voicht van Peter Dircxz weeskijnder, Andries Jansz voir hem ende zijne kijnderen verweckt bij Sijken Aertsdr, Bastiaen Aertsz voir hem zelven, Joachim Jansz voir hem selven, Jan Adriaensz voir hem selven ende Jan Cornelisz voir hem zelven. Ende gaven gesamenderhandt over met vrijer gifte zoe als recht is, Jan Cornelis Ansz een weer lants geleghen inde Cleijn Donck. Streckende vanden halven sloit aff die aende zuijtzijde vande Doncxse straet leijt noirtwaert op ter halver Maese toe ofte zoe verde die landen aen wederzijden strecken, Tuenis Tuenisz Cloostermans erffgenamen met hairen consorten geleghen ten naesten aende oostzijde ende Michiel Jansz erffgenae­men aende westzijde. Met sijn schauwen ende allen gebuerlijcke rechten daer met recht toebehoirende. Welverstaende dat op dit voirss weer lants metten recht geconditioneert staen x2 rijnsguldentsiaers te lossen vuijtwijsens sbrieffs die welcke die kerck tot Raemsdonck geldende is alle jaren. Daer van die voirss comparanten inde qualiteijt voirss geloeftt hebben gelijck zij doen bij desen de voirss Jan Cornelisz ende zijnen naecoemelinghen t’allen tijde te bevrijden en schadelois te houden. Ende tot dijen eijnde zoe is Steven Aertsz in solidum ofte als principael verbijndende zijnen persoen ende allen zijnen goeden, beijde haeff ende erve, hebbende ende vercrijgende, geen vuijtgesondert, stellende die allen tot eenen singulieren waerburch den voirss Jan Cornelisz ter tijt ofte ter wijlen toe voer die voirss renth van x2 rijnsgulden tsiaers gelost ende gequeten zal wezen ofte oick zoe lange alst den voirss Jan Cornelisz gelieft. Des zoe hebben allen die voirss comparanten ende obliganten elcx van hem bijsonder ende inde qualiteijt voirss den voirss Steven Aertsz ende zijnen naecomelinghen van deze voirss waerburchschap t’allen tijde (vuijtgesondert zijn quote) te indempneeren, costelois ende schadelois te houden. Alles zonder fraude, actum ut supra. Heemraden Dirck Adriaensz ende Jan Meeusz.

Idem deze x2 rijnsgulden tsiaers zijn gelost ende gequeten bijden kerckmeesters tot Raemsdonck den xvjen novembris xvC Lxxxvij ende was den originale brieff in date den xxen meij xvC Lij. Quod attestor. Melis Cornelisz.

Fol. 255r.

            Eerffdelinghe aengebrocht tusschen d’erffgenamen van Aentghen Peeters, wedue wijlen Aerdt Adriaensz opten dach ende jare voirss.

Inden iersten zoe is die wedue ende erffgenamen van Adriaen Aertsz geloet, gecavelt ende geerfdeelt op ‘tgerechte vierendeel van dlandt inde acker, te weten opte oosten candt. Streckende vander halver Keen aff zuijtwaert op ter Kae toe, vuijtgesondert Corst Roelen erffken. Hier naest is gecavelt ende geerfdeelt Steven Aertsz met een vierendeel int zelve weer. Streckende als voir. Idem hier naest is geerfdeelt Jan Cornelisz met een gerechte vierdepaert int zelffde weer. Ende hier naest te weeten opten westen candt zoe is geloet, gecavelt ende geerfdeelt Merthen Dircxz als voicht ende tot behoeff van Peter Dircxz weeskijnder, oick int zelve weer ende streckende als voir. Hier jeghens zoe is Joachim Jan Berthoutz geloot, gecavelt ende geerfdeelt op het gerechte vierendeel vant landt inde Heijninck, gelegen opte oostencandt. Streckende vande Binnendijcx sloot aff die aende noirtzijde vande cloostersdijck leijt noirtwaert op ter Donga toe. Hiernaast is geerfdeelt int zelffde landt Andries Jansz oick met een gerechte vierendeel streckende als voir. Idem hier naest is geerfdeelt Sebastiaen Aertsz met een gerechte vierdepaert int zelffde landt streckende als voir. Ende Jan Adriaen Petersz daer naest, te weten opten westen candt van dit voirss landt met en gerechte vierdepaert, oick streckende als voir. Welverstaende dat deze vier laetste parthijen bedeelt opte Heijninghe tot haren last houden vier rijns tsiaers met ‘tverloop van dijen die Henrick Meeusz de Hoich daer jaerlijcx op heffende is tot haeren last houden. Ende die breij teijnden die voirss Heijning met ‘tcloosters dijcxken daer jeghens geleghen, voirts ten achterdijcxken toe is voirwaert dat die naegelaten kijnderen wijlen Sijken Aertsdochter in erfflijcke possessie behouden zullen ende die aerde die totten dijck nodich wezen zal tallen tijde zullen zij duer noot van water buijten binnendijcx moeghen doen steecken ende halen.

Is noch voirwaerde ende expresselijcken ondersproicken dat een iegelijcke vande voirss parthijen sijn schauwe maken ende schade schutten zal ieghens zijn erve daer hij hier geerfdeelt is. Ende zullen die twee bedeelt opte ooste ofte weste zijde malcanderen helpen sloiten ende heijnen ende den houtwas tzamen houden ende genieten, twee ende twee eenen diep. Dies blijft hier noch int commuijn ende onbedeelt allen ‘tgeene hier niet begrepen ofte gespecificeert staen. Actum ten dage, maendt ende jaere voirss voir heemraden voirnoemt. Waer jeghens parthijen hebben verteghen ende haer bedanckt der goeder deijlinghe. Mede geloevende die zelffde t’onderhouden ende t’achtervolghen op een pene van vijfftich gouden realen te verbueren te gaen nae peijnen recht.

Fol. 255v.

            D’erffgenamen van Aentghen Schouten; Jan Cornelisz.

Ten voirss daghe compareerden Aert Adriaensz voir hem zelven ende vervangende zijne broeders ende zusters ende oick mede als voicht van zijn moeder, Steven Aertsz voir hem selven, Bastiaen Aertsz voir hem zelven, Andries Jansz voir hem zelven, Merthen Dircxz als gerechte berstorven voicht van Peter Dircxz zijns bruers weeskijnde­ren ende Jan Adriaensz voir hem zelven ende Jan Cornelisz voir hem zelven (doorgehaald), Joachim Jan Berthoutsz (boven het doorgehaalde) ende gaven gesamenderhandt over met eenen verlije zoo als recht is Jan Cornelisz hairen swager een halff huijs, schuer ende erve daer aen gelegen ende gestaan op Veer onbedeelt in limitagie qualiteijt ende quantiteijt als Aert Adriaensz zaligher dat zelffde ten anderen tijde vererfchijnst heeft ende geloeffden comparanten voirss dit voirss halff huijs, schure ende erve daer aen te vrijen ende te waeren naden landtrecht tot dezen daghe toe. Heemraden als voren. Ende ingevalle bijden vijandt dit voirss huijs ofte schuer tusschen dit ende Sint Jan ierstcomende verbrandt worde, zoo is voirwaert dat d’erffgenamen­voirss gesamenderhandt ‘tzelffde voirss zullen draeghen.

Koopsom 27 ponden groiten Vlaams te betalen op 3 eerstcomende Bamisdagen, waarvan de eerste anno 1585.

Hierop bekenden die voirss erffgenamen betaelt te wesen vijfftich rijnsgulden bij obligatie in affcortinghe vande voirss wilceur die Lesken Roecken op Aentgen Peters hadde ende voirss Jan Cornelisz gequeten heeft. Bekenden ten daghe voirss die voirss erffgenamen dezen wilceur ten vollen betaelt te wezen, den iersten penck metten lesten, alzo Jan Cornelisz twee rentbrieven behalven die voirss …. op hem neempt van welcke twee brieven die capitael somma bedraeght hondert rijnsgulden ende twee.

Fol. 256r.

            Inventaris vande naegelaeten incoemde ende vuijtgaende schulden mitsgaders vande erffgoeden wijlen Aentghen Peetersdr saliger inde voirgaende deijlinghe niet gespecificeert.

            Inden iersten d’incoemende.

Jan Cornelis Ansz heeft gecoft d’landt inde Cleijn Donck voir die somma van vijff hondert achtendertichstalven rijnsgulden gereet eens.

Idem noch Steven Aertsz vande bruickweer

vande jaere 84 van Heijninck                                                                   vij rijnsgulden x st.

Idem Jan Adriaen Petersz vande zelffde Heijminck de anno voirss.

gelijcke                                                                                                     vij rijnsgulden x st.

Idem den bovensten acker met die weij heeft Jan Cornelisz gebruijckt inden voirss jaer 84 voir     x 1/2 rijnsgulden

Idem Jan Cornelisz is schuldich vande bruijckweer vande Cleijn Donck

de anno voirss                                                                                             xj1/2 rijnsgulden

Hierop betaelt aen oncosten van schrobben viij rijnsgulden thien stuijvers ergo coempt te cort noch         iij rijnsgulden

Steven Aertsz is schuldich vande voirss jare bruijckweers inde Cleijn Donck

gelijcke                                                                                                        xj1/2 rijnsgulden

Hierop betaelt aen oncosten van schrobben ij rijnsgulden, ergo coempt te cort ofte blijft schudich ix rijnsgulden

Idem noch vande zelffde Cleijn Donck is schuldich Jan Adriaen Peterz

de anno voirss                                                                                               vier rijnsgulden

Idem d’erffgenamen van Adriaen Aertsz zijn schuldich vant lant inde acker vande bruijckweer anno 84    xj rijnsgulden

Idem Jan Jansz Sweepken woonende opten Haensberch rest noch van lanthuer vande buijtendijcxen werff bijde kerck de somma van                                                                                   ix1/2 rijnsgulden

Idem noch van zekeren imboel (beneffens tgeene een ieder gedeijlt heeft) te weten van stoelen bancken, twee lavoijren tennenwerck ende een cantoir,

facit tzamen                                                                                            xix rijnsgulden vj st.

Fol. 256v.

Idem noch zoe coempt van Jan Cornelisz vande coep vant halven huijs, schuer ende erff daer aen         xxvij ponden groiten Vlaams.

            Idem dit zijn d’onprofijtelijcke ofte vuijtgaende schulden achtergelaten bij Aentghen Petersdr voirnoempt.

Inden iersten eenen rentbrieff van vijff rijnsgulden tsiaers den welcken Met die Bontecraeij houdende is geconstitueert den penninck xv, welcke renth verloepen is Sinte Mathijs 85 ses jaren, facit           dertich rijnsgulden

Idem noch Tuenis Jacobsz eenen rentbrieff van vier rijnsgulden tsiaers te lossen den penninck xv ende ieghen woirdich verlopen acht jaren, facit                                                               xxxij rijnsgulden

Idem noch den zelven Tuenis Jacobsz eenen rentbrieff van drie rijnsgulden tsiaers te lossen den penninck xiiij ende is verlopen iegenwoirdich sevenjaren,

facit                                                                                                                 xxj rijnsgulden

Metghen de Bontecraeij voirss is noch houdende een obligatie van drie ponden groiten Vlaems op Aentghen Peeters voirss daer van twee jaren intrest facit                                                iij rijnsgulden

Noch Peterken Zoetelaers geleendt Aentghens voirss drie commuijn (conincx?) daelders tot ij  rijnsgulden vijftich ‘tstuck facit                                                                                              vij rijnsgulden iiij st.

Idem noch tot Marij Buijsers                                                                                     xxviij st.

Idem noch tot Joachim Fransen                                                                                  xiiij st.

Fol. 257r.

Idem Jacob den Meulenaer van 2 leupen rogs                                                        xxviij st.

Idem noch Andries Jansz van geleendt gelt                                                 xxx rijnsgulden

Noch Lesken inden Bock van etlijcke ware                                                                  viij st.

Idem noch Dinghen Caeijkeelen van schrobben                                          xxvj rijnsgulden

Idem noch te cort inde schattingboecken te weten aen Dirck Adriaensz als burge-

meester                                                                                                         xviij rijnsgulden

Noch in Peeter Sconnincx boeck                                                                  xxv rijnsgulden

Noch in Peeter Huijben boeck                                                                      xxvj rijnsgulden

Noch Andries Jansz verleet aen ‘tweven van linden laecken                                      xiij st.

Noch een obligatie van vijfftich rijnsgulden die welcke Lijs Roecken heffende is. Ende daervan verschenen Lichmis 85 iiij                                                                                                       rijnsgulden

Noch zo coempt Jan Cornelisz vande vuijtsettinghe vande cleeren

ende anders                                                                                                 xxiiij rijnsgulden

Noch den schout van vertichten rechtloon                                                       vj rijnsgulden

Volgt stukje doorghaald betreffende Jan Cornelisz. dat kennelijk vervangen is door het volgende stuk:

Noch heeft Jan Cornelisz ontfangen van drie jaren renthen die hj betalen moet voir ende aleer zijn daghen vervallen zullen weezen, vande coop vande huijs ende die gemeijn erffgenamen daer van vrijhouden moet. Te weeten vande twee rentbrieven vande kijnder onder den Wijngaert, die hij op hem genomen heeft in volder betalinghe vanden wilceur vande voirss huijs, facit                           xij rijnsgulden vj1/2 st.

Noch betaelt den secretaris van schrijven                                                                 xxvj st.

Den heemraet van rechtloon oft ken(?)penninck                                                          xij st.

Ende opte vercopinghe vande landt, deijlinghe ende andere accordatien verdroncken ende verteert.

Fol. 257v.

Ten daeghe voirss compareerden Jan Cornelisz ende heeft rechtelijcken geloefft ende geloefft mits desen e.. van Aentghen Peetersdr haer moeder zaliger altois te indempneren, costelois ende schadelois te houden van alsulcken seven rijnsguldens losrenthen als die kijnder Onder den Wijngaert met … diversche brieven jaerlijcx op die voirss Aentghen hebben geheven ende noch heffende blijven, vuijtwijsens die brieven waervan den eenen geconstitueert is den penninck xv te weten van vier rijnsgulden tsiaers ende verschijnende Sint Jacobs dach op hem ierstmael anno Lxxxv(?) ende den anderen den penninck xiiij te weten die iij rijnsgulden tsiaers den w.. verschijndt op sacramentsdach opten voirss Jan Cornelisz ierstmaels Lxxxvj. Ende tot indemniteijt vande voirss twee renthen brieven zo verobligeert den voirss Jan Cornelisz ende stelt tot waerburch allen zijnen goeden hebbende ende vercrijgende, geen vuijtgesondert aen hem den geïntresseerden vande voirss errgenamen zal moghen verhalen t’allen tijde als hij vuijt oirsaecke vande voirss renthen gemolesteert ofte verhindert wordt. Actum als voiren, heemraden als voren.

Idem dese voirss vier rijnsgulden geconstitueert den penninck xv heeft Jan Ariaen Petersz tot zijnen laste genoemen, zulcx dat Jan Cornelisz voirnoemt daer van leer ende vrij is ende zijnen naecomelinghen. Ende zal Jan Ariaensz voirss die jaerlijck ende kijnderen Onder den Wijngaert blijven gelden vuijt alsulcken onderpande als de selve brieff inhout. Actum dezen ixen novembris 1585.

            Cornelis Adriaensz; Willem van Donghen.

Vrijgift.

Desen ijen meert xvC Lxxxv compareerden Cornelis Adriaensz ende gaff over met vrijer gifte zoe als recht is Willem van Donghen een geerd lants geleghen in Ackermans(?) lant plach te wezen, bedeelt int midden vanden lande. Streckende vanden halve Veersche straet aff noirt waert op ter halver Maes toe. Willem van Donghen voirss zelffs int zelve lant geleghen aende westzijde. Mits geconditioneerde voirwaerde dat die hegge ende houtwas opten candt vanden geheelen lande staende gedeijlt ende genoten zal woirden naer advenant elcx daer inne gegoijt zijn zal. Ende geloofde Cornelis Adriaensz voirnoemt dese voirss geerd lants te vrijen ende waren naden lantrecht. Voir heemraden Dirck Adriaensz ende Jan Meeusz.

Los blaadje (in slecht leesbaar schrift) behorende bij fol. 258r .

In allen manijeren hiernae bescreven zoe heb Loeijs Claessen, Jacob Vaess zijn goet ofte lant weder vrij gestelt opte zelfden doot zoe die wij hem ontfangen heb, zoo van ende dranck alst ic dae ontfanghe heb zoe sal ic dae weder over in precensije van goeij mannen kennijs senden aelst an Hubrecht Janss. Ende ic Loeijs Claess mijn hantmerck hier onder gestelt *

Fol. 258r.

Transport op datum: 1-4-1585.

Verkoper: Jacob Vassen.

Koper: Loijs Claesz.

Betreft verkoop van: een gerecht sestendeel int Langweer, bedeelt int halff weer met Zeger Henricx opten westencandt. Zo groit ende cleijn als Jacob Vassen is aengecoe­men bij doode zijnen vader zaliger.

Belend             noord: halve buijtendijcxen sloot.

                        zuid: Schenckeldijck.

                        oost:

                        west:

Koopsom: 12 ponden groiten Vlaams en 30 st.

Te voldoen als volgt: 6 ponden en 15 st. gereet opte veste. De rest 1-4-1586.

Hierna volgt een stukje tekst conform hier voor genoemd briefje.

Dezen vjen augustij zoe heeft Loijs Claesz dit voirss gerechte sestepaert wederom getransporteert Jacob Vassen met allen zijn virtuijten, cracht ende in alder manieren als hij dat vande voirss Jacob ontfangen heeft ende vermeet hem daer geen recht ofte eijgendom meer aen int groit ofte celijn ofte in eeniger manieren voir hem ende zijnen naecomelinghen.

Fol. 258v.

            Erfdelinghe aengebrocht tusschen die wedue ende erffgenamen van Beris Cornelisz opten xxviijen augustij xvC Lxxxv voir heemraders Jan Zegers ende Dirck Adriaensz.

Ten daeghe, maendeende jaere voirss compareerden voir heemraders voirnoemt die wedue ende erffgenamen van Baris Cornelisz voirnoemt ende hebben haer deijlinghe aengebrocht in vueghen ende manieren hier nae volghende. Dats te weten dat Anniken die wedue voirnoemt is geloet, gecavelt ende geerfdeelt op sesse geerde lants, geleghen inden ambachte van Groit Waspijck. Streckende van Tuenis Cornelisz ende Dingeman Driesz cooltuijn ofte erve aff noirtwaert op ter halver Maes toe, waarvan die drie geerden lants geleghen zijn in twaelff geerden aende weestzijde ende die drie ander geerden int selffde lant tusschen Adriaen Geritsz drie geerden ende Adriaen Jacobsz Beens drie geerden geleghen mede int zelffde lant, streckende als voiren, met thien st. vuijte drie geerden opten westen candt voirnoemt geleghen, jaerlijcx vuijtgaende.

Noch die zelffde geerfdeelt op de schansche mede twee veldekens daer aen vij st. jaerlijcx vuijtgaende ten behoeve vande Heijlighen Geest tot Raemsdonck. Ende den groiten acker tot Waspijck geleghen in xj2 Hoeffven, streckende vande halver Nieuwe Straet aff zuijtwaert op ter Ouder Vaert toe. Elcx percheel met zijn schauwe ende allen gebuerlijcke rechten daertoe behoirende. Met noch sevenenvijftich rijnsgulden t’ontfangen van Adriaensz. Met noch tweeenveertich rijnsgulden van Willem Stoffels ..obligatie ende Jan van ..uesen tot Dongen t’ontfangen xx rijnsgulden (laatste zin staat in de kantlijn).

Hier jeghens zijn die gerechte erffgenamen van Baris Cornelis gesamenderhandt geloet, gecavelt ende geerfdeelt op vier geerden lants min een vierendeel geleghen int leengoet geerfdeelt opten oostencant van ‘tgeheel weer. Streckende vander Donga aff noirtwaert op ter halver Maes toe. Noch op vier geeren lants geleghen inden Ambacht van Groitwaspijck op ter halver Maes toe. Waer van Jonckfrou rentmeesters geleghen is aende oostzijde. Ende Cornelis Dercxz weer aende westzijde. Noch de zelffde geerfdeelt op die stede zoe groit ende cleijn als die van Dirck Huijben ten anderen tijde gecoemen is. Met noch eenen halven acker geleghen zaeijlants in xj2 Hoeffven. Streckende vanden halven Nieuwer Straet aff zuijtwaert op tot Willem Woutersz erffve toe. Melis Cornelisz gelegen oostwaert ende Adriaen Wircxz westwaert. Elcx met zijn schauwen ende alle gebuerlijcke rechten daer toe behoirende als ‘tversoeck vande leen als andere schauwen met noch xxxvj rijnsgulden verschenen bij obligatie die Jan Mathijs weeu schuldich is. Met noch Lxxvij rijnsgulden van Adriaen Lenaertsz op twee ierstcomende meijdaghen t’ontfangen. Met noch xxx rijnsgulden bij obligaite verschenen gelts tontfangen van Jan Aen Gijben. Idem is besproicken in soeverde op eenighe van deze goederen eenighe renthen ofte verholen commer naemaels vuijtrijst, datmen nu niet aff en weet oft hier niet verhaelt en staet dat parthijen dat zelffde sullen helpen gelden ende malcanderen helpen betalen waer mede zij hebben verteghen voir heemraden Jan Zegersz, Dirck Adriaensz ende Andries Janszdeen op des andere gedeijlt. Ende geloeven die zelffde t’onderhouden ende t’achtervolghen op een peijne van hondert rijnsguldens te verbueren te gaen nae peijnenrecht.

Fol. 259r.

            Smale erffdeelinghe aengebrocht tusschen d’erffgenamen van Beris Cornelisz.

Inden iersten Adriaen Lenaertsz, Ffrans Meeusz ende Lenaert Cornelis Hermansz tzamen geloot, gecavelt ende geerfdeelt op vier geerden lants min een vierendeel geleghen int Leengoet, geerfdeelt opten oosten candt van ‘tgeheel weer. streckende vander Donga aff noirtwaert op ter halver Maes toe. Met noch een obligatie op Jan Mathijs weeu, inhoudende die somma van xxxvj rijnsgulden met noch d’eenhelft van een obligatie op Jan Aen Gijben, inhoudende die somma van xxix rijnsgulden. Dies zoe moeten zij het leen versoecken ende verhergewaden buijten d’andere erffgenamen cost ende noch die wedue van Beris Cornelisz vuijtreijcken die somma van drie rijnsgulden eens.

Idem d’erffgenaemen van Tomas Cornelisz, namentlijcken Cornelis Tomasz voir hem zelven ende mede als gerechte bestorven voicht van Adriaen Huijbrechtsz weeskijnde­ren verweckt bij Truijcken Tomasdr., Matheus Jansz ende Willem Cornelisz zijn hier jegens geloet gecavelt ende geerfdeelt op het huijs ende acker daer aen, zoe groit ende cleijn als Dirck Huijben dat gebruijckt ende bezeten heeft. Noch diezelffde geerfdeelt op eenen halven acker zaijlants geleghen in xj2 Hoeffven. Streckende vander halver Nieuwer Straet aff zuijtwaert op tot Willem Woutersz erve toe. Melis Cornelisz oost ende Adriaen Wircxz west, met het vierendeel van een obligatie van xxix rijnsgulden die Jan Aen Gijben betaelen moet.

fol. 259v.

Idem Cornelisz Jorisz met zijn weeskijnderen is geloet, gecavelt ende geerfdeelt op vier geerden lants geleghen inden Ambacht van Groitwaspijck. streckende vanden Kaesloot aff noirtwaert op ter halver Maes toe. Die rentmeesters wedue geleghen ten naesten aende oostzijde ende Cornelis Dircxz aende westzijde int selffde landt. Idem noch op Lvij rijnsgulden op twee ierstcomende meijdaghen van Adriaen Lenaertsz t’ontfangen met noch het vierdepaert van een obligatie inhoudende xxix rijnsgulden die Jan Aen Gijben vuijtreijcken moet. Elcx percheel met zijn schouwen ende allen gebuerlijcke rechten daer met recht toebehoirende. Aldus gedaen voir heemraden Jan Zegers, Dirck Adriaensz Andries J… ende Willem Woutersz, waer voiren parthijen hebben verteghen ende haer bedanckt der goeder deijlinghe. Gelovende de zelffde t’onderhouden op een boete van vijfftich rijnsgulden te verbeuren, t’appliceren naer peijnen recht.

            Aenneminghe van Cornelis Jorisz zijn drie onmondighe weeskijnderen, verweckt bij Truijcken Gosensdr.

Ten daeghe voirss compareerden Cornelis Jorisz ende heeft rechtelijcken van Cornelis Tomasz, Adriaen Lenaertsz, Frans Meeusz ende Matheeus Jansz als vrinden van zijne drie onmondighe weeskijnderen verweckt bij Truijcken Gosensdr. met consent vanden gerechte aengenoemen zijne voirss drie weeskijnderen te almenteren in cost ende dranck ende t’onderhouden in eeten en drincken, cleeden reeden zoe linden als vullen. Ende voirts in alles eerlijcken nae zijnen staet ende zoe hij daer eer aff hebben wil, gedurende den tijt continuelijcken voir het joncxte mondich wesen zal. Waer voiren den voirss Cornelis Jorisz hebben ende behouden zal allen den goederen, beijde haeff ende erve, schult ende wederschult, niet vuijtgesondert onder conditien dat inde plaetze van burge om te voldoen soe voirss staet den voirss Cornelis Jorisz onvercoft zal laten blijven die vier geerden die hier boven gespecificeert ende gedeelt zijn ofte in zoe verde hij middeler tijt den waerde van dijen inden coop weet te crijghen, zoe is geconditioneert en wel expresselijcken ondersproicken dat hij die zelffde penningen sal vuijt setten tot

fol. 260r.

Geertruijdenberge ofte tot Raemsdonck ende genieten die jaerlijcxe profijten daer van. Ofte ist zaecke dat Cornelis Jorisz voirnoemt solvente borghen stelt middeler tijt dat dese voirss weeskijnderen gehouden ende gealmenteert sullen woirden den tijt lanck, zoe voirss staet, zoe mach den voirss Cornelis die zelffde vier geerden lants ter goeder moeten vercoopen ende doen daer mede ende met allen anderen goederen, gecoemen ende aenbestorven den voirss weeskijnderen van Truijcken Goosens haer moeder zijnen eijghen vrije wille zonder die zelffde daer van ten mondighen daghen gecoemen zijnde iets vuijt te moeten reijcken, dan doen als een goet vader zijnen kijnderen schuldich is te doen. Aldus gedaen voir heemraders Jan Zegersz, Dirck Adriaensz, Willem Woutersz ende Andreas Jansz.

            Peter Sconincx; Jan Aen Gijben als voicht van zijn ‘sbroeders weeskijnder; Huijbrecht Claesz.

Desen iersten julij xvC Lxxxv compareerden Peter Sconincx voir ende (sic! moet waarschijnlijk zijn “hem”) zelven ende Jan Adriaen Gijsbrechtsz als gerechte bestorven voicht van Ariaen Adriaensz sijn ‘sbroers weeskijnderen ende gaven tzamen over met vrijer giften zoe als recht is Huijbrecht Claesz xiij2 geerden lants geleghen inde Hoichdonck, streckende vande halver Keen aff noirtwaert op ter Maes toe, Jaecques Schollen geleghen ten naesten aende oostzijde ende Mathijs van Clootwijck aende westzijde, met zijn gebuerlijcke recht daer toe staende. Ende geloefden comparanten voirnoemt dit voirss stuck lants te vrijen ende te waeren tot Paeschen toe ierstcoemen­de ende langer niet. Ende stelt Peter Adriaensz voirnoemt (dus Peter Sconincx = Peter Adriaensz Sconincx) tot eenen waerburch den voirss Huijbrecht Claesz allen het geene hij heeft zoe haeff als erve, hebbende ende vercrijgende, niet vuijtgesondert, den tijt van sesse contiueele jaeren. Ende dat voir alsulcken commer schulden ofte intressen die den voirss Huijbrecht van weghe dese zelffs Peeters poirtie inde xiij2 geerd soude naemaels moeghen overcoemen ende lijden. Actum als boven heemraders Dirck Adriaensz ende Jan Meeusz.

Compareerden Huijbrecht Claesz ende heeft rechtelijcke verwilceurt Jan Adriaensz tot behoeff van Ariaen zijn broeders weeskijnder die somme van drijhondert eenendevijftich rijnsgulden eens te betaelen, daervan gereet die gerechte eenhelft ende die reste op Paeschendach ierstcomende anno 86, onder tverbandt van allen zijnen goeden, geen vuijtgesondert voirden iersten penninck metten lesten betaalt zal zijn. Actum ende voir heemraden als boven. Hierop bekenden Jan Adriaensz tot behoeve voirnoemt ontfangen te hebben die somme van hondert vijffentzeventich tijnsgulden thien stuijvers.

Desen iijen meij xvC Lxxxvj bekenden Jan Adriaensz als voicht ende Andries Jansz als toesiender van Ariaen Ariaensz weeskijnderen ende die wedue vande voirss Ariaen desen wilceur ten vollen betaelt te wesen, den iersten penninck metten lesten.

Fol. 260v

            Aentghen Jan Mathijs weeu haire recompensie van arbeijtsloon gedaan bij Tijs Woutersz.

Desen xvijen september xvC Lxxxv compareerden Aentghen wedue wijlen Jan Mathijs met Adriaen Willemsz, hairen gecoiren voicht in desen, met hairen vrijen eijghen wille ongedwonghen ofte verleijt van iemants ter werelt (alzoe zij verclaerde) (willende hare conscientie quijten ende bevrijen van tgeene haer moveerden) gegeven, gegunde ende gemaeckt, gaff, gunde ende maeckten mits desen Mathijs Woutersz een stuck lants geleghen inde ….. (?) streckende vander halver Bergenscher straet aff noirwaert op ter Veerscher straet toe. D’erffgenamen van Jan Mathijsz geleghen ten naesten aende oostzijde. Ende Peter Jansz de Bonts erffgenamen aende westzijde. Ende dat voir zijn arbeijtsloon dwelck hij bij tijde van Jan Mathijsz haire man ende naemaels verdient heeft …. zij bekende dat Jan Mathijsz van zijne goede de zelve Mathijs in zijne leven geprovideert ende besorgt heeft. Des zoe wilt ende begeert die voirss Aentghen met haren gecoren voicht voirss die bruijckweer ende affbaldinghe vande voirss erfnisse haer leven lanck ende langer niet, onder conditien dat het gebeurde dat die voirss Aentghen deur noot tzelffde goet most verhantplichten zoe is den voirss Mathijs Woutersz te vreden mits dat hij jeghens tgene voirss staet in anderen goederen voirsien woirt, dwelck zij Aentghen voirss geloeft, gelijck zij oick doet mits dezen ende die zelffde voirss goederen vrij te houden als zij iegenwoirdich zijn. Begerende voirts dat den voirss Mathijs Woutersz met tgene voirss staet vuijt oirsaecke voirss haer noch haere naecomelinghen niet meer en sal molesteren. Ende dat dit zelffde zijn volcoemen effect zal sorteren, overmits den zelffden Mathijs haer niet overvallen en heeft ende begeert voir haer ende haere nacomelinghen tgene voirss staet altijt van volder weerden te houden voir allen rechten ende rechtbancken, geen vuijtgesondert. Datum als boven, heemraden Jan Meeusz.

Mij present Melis Cornelisz 1585.

Los blaadje.

Van Peter Jochim ende Handrijck Janssen tijt aen.

Inden eersten Ariaen Wouter ende wijlen Wouter xij scattingen elck xiiij st. een oirt. Ariaen Janssen Reool ende Jan Ariaens xij scattingen elck xiiij st een oirt.

Jan Meussen ende Jan Ariaen xij scattingen elck xiiij st een oirt.

Jan Meussen noch een halff jaer van Heijlken Maeten goet iij stuijvers.

Tijs Wouters Reool ende Lenaert Roellen xij scattingen elck xiiij st een oirt.

Noch drie stuijvers van Heijl Maeten goet.

Ariaen Huijben ende Aert Ariaens xij scattingen elck xiiij st een oirt.

Noch van Heijl Maenen (sic, zie hiervoor) goet iij st.

Seeger Peeters ende Ariaen Jochim xij scattingen elck xiiij st een oirt.

Noch van Heijl Maenen goet iij st.

Merten Dircken ende Matijs Janssen xij scattingen elck xiiij st een oirt.

Noch van Heijl Maenen goet iij st.

Totalis Lxviij gl xvij st.

Hier aen affgetoegen xxiiij gl van een obligatie ende intrest vandijen.

Noch affgetogen xviij gl van hout dat Ariaen Joachims ende Seger Peters gecoft hebben ende ten Berch gelevert, toebehoirende de voirss Dingen Rosen ende Jan Potbackers.

Achterkant.

Rest noch zuijvers die voirss Dingen Rosen metten xxxvj st. die Merten Dircxz heeft ontfangen xxv gl eenen st. waer mede zij tot jaerdach toe anno xcv ten vollen heeft betaalt.

Hier aen heeft zij die voirss xxv gl j st. geweesen totfangen van Henrick Janssen ende Staes Huijben.

Fol. 261r.

Transport op datum: 12-10-1585.

Verkoper: Melis Cornelisz, de secretaris.

Koper: Janniken Peter Adriaensdr. (Janneken Petersdr.)

Betreft verkoop van: Half die haeff zoe groit ende cleijn als den voirss Melis Cornelisz die gedeijlt heeft van Aentghen Beert Gerbrandtsdr.

Belend             noord: Corst Adriaensz

                        zuid: Jannekekn voirnoemt.

                        oost: voirss Jannikens’ acker.

                        west: Tijs Jan Cuenen erff.

Koopsom: niet genoemd.

Transport op datum: 28-1-1585 (sic! zie datum hiervoor)

Verkoper: Peter Joachims voir hem selven ende mede als voicht van Anniken Gerit Jansz wedue.

Koper: Jan Zegersz tot behoeff van Jan Cornelis Ansz.

Betreft verkoop van: 12 geerden lants inde Nieuwe Polder

Belend             noord: Donga.

                        zuid: halve Gebuerwech ofte dijck aende handt.

                        oost: Adriaen Jansz Bernieren met zijne consorten.

                        west: Jan Gerits erffgenamen.

Voorwaarde: Welverstaende dat vuijt deze voirss xij geren gesondert is die stede zoe groit ende cleijn als Aert Adriaensz die ten anderen tijde vererfchijnst heeft om twee rijnsgulden tsiaers die welcke den voirss Jan Cornelisz ende zijnen naecoemelinghen zullen alle jaren blijven ontfangen, vuijtwijsens den chijnsbrieff daer aff zijnde in date den xven januarij anno xvC xxxv.

Koopsom: niet genoemd.

Transport op datum: 15-5-1584 (sic!).

Verkoper:  Bastiaen Aertsz ende Jan Zegersz als voicht van Dingen Gijben.

Koper: Adriaen Denisz.

Betreft verkoop van: Een vierendeel van een percheel lants geleghen teijnden Tuen Cleijs stede opte Bergen, bedeelt open oosten candt.

Belend             noord: ‘t voirss stedeke.

                        zuid: Kae.

                        oost: Adriaen van Waelwijck.

                        west: Joachim Claes erffgenamen

Koopsom: niet genoemd.

Fol. 261v.

            Aenneminghe van Andries Jansz zijne onmondighe weeskijnderen.

Desen xen octobis xvC Lxxxiiij compareerden Andries Jansz ende heeft van Adriaen Aertsz als gerechte bestorven voicht ende Steven Aertsz als toesiender, met decreet ende advijs vanden gerechte als oppervoicht aengenoemen zijn vijff onmondighe weeskijnderen, verweckt bij Sijken Aertsdr te almenteren enz.

tot het jongste kind mondig is. Vader krijgt daarvoor alle goederen die de kinderen door het overlijden van hun moeder ofte bestemoeder toekomen. Als er een kind sterft valt zijn deel aan vader. Sterven alle kinderen binnen genoemde tijd, zal een arbiter bepalen hoeveel vader nog aan de erfgenamen van moeder moet uitreiken. Als de kinderen trouwen kan vader hen iets uitreiken naar eigen believen.

            Jacob Jan Driesz; Commer Petersz.

Dezen xixen junij xvC Lxxxv compareerden Jacob Jansz ende gaff over met eenen verlije zoe recht is Commer Petersz neghen geerden lants, geleghen inde Werffcampen, streckende vander halver Keen aff noirtwaert op ter halver Maes toe, Melis Cornelis gelegen aende oostzijde ende Merten Dircx met zijnen consorten aende westzijde. Ende geloeffden Jacob voirss dezen ix geerden lants te vrijen ende te waren tot dezen daghe toe. Heemraden Jan Zegersz ende Jan Meeusz.

Ten voirss daghe compareerden Commer Petersz ende heeft over getransporteert Jacob Jan Andriesz alsulcke neghen ponden groiten Vlaems als hem bij wijlen Joostken Tomas dochters weeskijndt aenbestorven zijn, die Adriaen Geritsz ‘tvoirss weeskijnts vader hem vuijt moet reijcken ende schuldich is. Renuntierende tot dijen eijnde vande voirss neghen ponden Vlaams tot behoeff vande voirss Jacob Jansz hem noch zijnen nacoemelinghen daer geen recht oft eijgendom meer te behouden ofte vermeten in enigher manieren. Ende ingevalle Adriaen Gerits allegeert den voirss Commer Petersz zoe vele niet schuldich te zijne zal den voirss Commer Petersz alle die schade van pandt, pandtkeering ende andere costen die daeromme souden moeghen vallen moeten afdoen ende betaelen ende ‘tselffde recht vervolgende buijten Jacob Jansz cost. Actum ende in presentie als boven.

Fol. 262r.

            Aenneminghe van Peter Clauwaerts zijn onmondich weeskijndt verweckt bij Marijken Adriaenszdr.

Dezen xixen augustij xvC Lxxxv compareerden Peter Claesz ende heeft van Jan Adriaensz den gerechte bestorven voicht met consent vanden gerechte als oppervoich­den aengenoemen zijn onmondich weeskijnt in presentie van Ariaen Claesz den toesiender te almenteren in cost ende dranck ende t’onderhouden enz. tot het kind mondig zal zijn. Peter krijgt hiervoor alle goederen van het kind en de bruijckweer van de erfgoederen die het kind zou mogen erven. Als het kind mondig is moet vader 20 gulden uitreiken. Als het kind sterft is vader de erfgenamen niets verplicht.

Ten voirss daghe zoe heeft Peter Claesz tot behoeff van zijne voirss weeskijnde gerenuntieert van allen den goeden, beijde haeff ende erve, schult ende wederschult die hem souden moeghen competeren deur het overlijden van Adriaen Petersz zijnder huijsvrouwen vader was. Voir heemraden voinoemt.

Deze aenenminghe bekenden Adriaen Claessen dat Emmen Jacobsz met zijn swaeger van weghen ende vuijten naeme van Aentghen Emmen zijn moeder voldaen te wezen. Actum den 21 meert 1599.

            Jan Andriesz; Huijbrecht den Boer.

Dezen xxvijen decembris xvC Lxxxiiij compareerden Jan Andriesz voir hem zelven ende mede als voicht van zijn broeders ende suster ende gaf over met vrijer giften zoe recht is Huijbrecht Jansz den Boer ses geerden lants geleghen inde Werfcampen, onbedeelt met Steven Aertsz. Streckende van der halver Keen aff noirtwaert op ter halver Maes toe, Frans Geritsz geleghen aende westzijde ende het Leengoet aende oostzijde. Ende bekende Jan Andriesz voir hem selven ende zijne broeders ende suster dit voirss erve ten vollen betaelt te zijn den iersten penninck metten lesten. Heemraden Dirck Adriaensz ende Jan Meeusz.

            Peter Cornelisz, Adriaen Jan Mathijsz; Cornelis Jan Petersz.

Dezen xen meert xvC Lxxxv compareerden Peeter Cornelisz ende Adriaen Jan Mathijsz ende gaven gesamenderhandt over met vrijer giften zoe recht is Cornelis Jan Petersz van Gils twee mergen lants geleghen inde Hoeckampen met allen gebuerlijcke rechten daer behoirende. Ende geloefden comparanten voirnoemt deze voirss twee mergen te vrijen ende waren naden lantrecht tot dezen daghe toe. Heemraden Jan Zegersz ende Dirck Adriaensz.

Fol. 262v.

            Accordatie gemaeckt tusschen den voicht ende toesiender van Cornelis Buijsen ende die wedue.

Dezen xxiijen augstij xvC Lxxxv zoe zijn metten anderen accordeert Jacob Jansz Buijs als voicht van Cornelis Jansz zijn bruers weeskijndt ende die wedue dat een ieder hebben ende behouden dat van hem is gecoemen. Te weten het weeskijndt voirss dat Cornelis Jansz zijnen vader is gecoemen ende Marijken zijn moeder dat van haer gecoemen is. Dies zoe moet Marijken Adriaensz van haer voirss weeskijndt een jaer lanck in alles hem nodich zijnde onderhouden, tellende van zijnder geboirten aen tot een volle jaer ende langer niet. Ende zal daer beneffens noch moeten betaelen aen Dinghens moeder die somma van xxiiij rijnsgulden eens die zij gewonnen heeft Cornelis Jansz dezer werelt overleet. Ende ingevalle dat dit kijndt binnen twee jaren zijnder geboirten afflijvich woirdt zoe is expresselijcken ondersproicken dat d’erffgenamen vande weeskijnde voirnoemt de voirss Marijke zullen alsdan moeten betaelen die somma van twaelff rijnsgulden eens, wezende d’eenhelft vande xxiiij gulden die zij geheel betaelt. Waer mede parthijen zijn vereenicht voir heemraden Jan Zegersz, Dirck Adriaensz, Andries Jansz ende Willem Woutersz.

            Marij Tuenis; Adriaen Cornelisz.

Dezen xxxen meij xvC Lxxxiiij compareerden Marijken Tuenis Ariaens weeu met Bastiaen Aertsz haren gecoiren voicht in dezen ende gaf over met vrijer giften zoe als recht is Frans Geritsz onsen schout tot behoeff van Adriaen Cornelisz tot Geertruijdenberch een gerecht vierdepaert in twaelff geerden onbedeelt. Streckende van Henrick Fredericxz erffgenamen aff noirtwaert op ter halver Maes toe, Frans Geritsz voirnoemt met zijnen consorten geleghen ten naesten aende oostzijde ende die Vicarissen aende westzijde. Ende geloeffden dit voirss vierdepaert te vrijen ende te waeren naden lantrecht toe dezen daghe toe. Heemraden Jan Zegersz, Adriaen Aertsz ende Ariaen Jansz.

            Jan Baeijensz; Claes Cornelisz.

Dezen xxen october xvC Lxxxiiij compareerden Jan Baeijensz voirden heemraet van Henrick Luijen Ambacht ende gaf over met vrijer giften zoe als recht is Claes Cornelisz een stuck lants. Streckende vanden halver Heij aff zuijtwaert op tot Ariaen Petersz Greijnen erve toe, Claes voirnoemt geleghen ten naesten aende oostzijde ende Willem Jansz aende westzijde. Met steginghe ende weginghe over Willem Jansz goet ende voirts over het Ariaen Geritsz ter Heerstraten toe. Dies zoe moet het zelffde mede die steghe helpen maecken tot lants profijt. Ende geloeffden voirts tzelffde te vrijen ende te waeren naden lantrecht. Voir heemraden Adriaen Geritsz ende Adriaen Joachimsz.

Fol. 263r.

            Claes Cornelisz; Jan Cornelisz.

Ten daghe voirss compareerden Claes Cornelisz ende gaf over met vrijer giften zoe als recht is Jan Cornelisz zijnen broeder een gehele banck. Streckende vander halver Kreeck aff zuijtwaert op totten voirss Jan Cornelisz erve toe, Matheeus Woutersz erffgenamen erve geleghen aende oostzijde ende Dirck Pauwelsz aende westzijde. Ende geloeffden Claes Cornelisz dit voirss erve te vrijen ende te waeren naden lantrecht. Voir heemraden Jan Zegersz ende Dirck Adriaensz.

            Peter Joachimsz; Jan den Timmerman.

Dezen xxvijen novembris xvC Lxxxv compareerden Peeter Joachimsz ende gaf over met vrijer giften zoe recht is Jan Cornelisz een stuck lants geleghen opt Veer tusschen Steven Aertsz aende oostzijde ende Staes Huijben aende westzijde. Streckende van Adriaen Jansz Bernieren erve aff noirtwaert op zoe verre die landen aen weder zijden strecken. Ende geloefden dit zelffde goet te vrijen ende waren tot dezen daghe toe. Heemraden Jan Zegersz, Dirck Adriaensz ende Andries Jansz.

Ten voirss daghe compareerden Jan Cornelisz ende heeft verwilceurt Peter Joachimsz die somma van hondert rijnsgulden eens te betaelen op Bamis dach Lxxxv, van welcke somma bekendt Peter voirss ten vollen betaelt te zijn, den iersten pennicnk metten lesten. Heemraden ut supra.

            Jaecques Leveck; Cornelis Huijben.

Ten voirss daghe compareerden Ffrans Geritsz, schout als gemechtich van Jacques Leveck ende gaff over met vrijer giften zoo recht is Cornelis Huijben een huijs ende erve daeraen gestaen ende geleghen inden Muelenpat, streckende vande halver straet aff noirtwaert op tot Mathijs Jansz erffgenamen erve toe. Hendrick Pijl gelegen oostwaert ende Cornelis Gijsbrechtsz westwaert. Ende geloefden ‘t zelffde te vrijen ende waren naden lantrecht. Heemraden als boven.

            Cornelis Huijben; Jaecques Leveck.

Ten voirss daghe compareerden Cornelis Huijben ende gaff over met vrijer giften zoo recht is Ffrans Geritsz tot behoeff van Jaccques Leveck drie geerden lants met een sesthiendendeel van een gerd, geleghen inde Werffcampen, onbedeelt inde zelffde geerden naest de zesse geerden die opte oostencant leggen. Ariaen Claes erffgenamen geleghen int zelve lant aende oostzijde ende Tuenis Lauwereijs weeskijndt aende westzijde. Streckende vander halver Keen aff noirtwaert op ter halver Maes toe. Ende geloefden ‘t voirss erve te vrijen ende waren naden lantrecht voir heemraden voirnoemt.

Los blaadje:

            Eerffdelinghe aengebrocht tusschen d’erffgenamen van Tomas Cornelisz.

Inden iersten zoe zijn Cornelis Tomas ende Willem Cornelisz tzamen geerfdeelt op het huijs ende ackerken daer aen, zoo groit ende cleijn als haer dat van Beris Cornelisz aen bestorven, met zijn schauwen ende allen gebuerlijcke rechten daer toe staende, t’onderhouden. Met noch het gerechte vierdepaert van een obligatie, inhoudende die somma van xxx rijnsgulden eens verschenen sgelts, met noch twee pondt Vlaems eens t’ontfangen van Adriaen Huijbrechtsz van wegen zijnen weeskijnderen ende van Matheeus Jansz elch een pont. Ende dat op Bamis dach ierstcoemende 86.

Hier jegens zijn Adriaen Huijbrechtsz tot behoeff van zijne weeskijnderen ende Matheeus Jansz tzamen geerfdeelt op een eijndt ackers geleghen in xj2 hoeffven. Streckende vande sloot aff die aende zuijtzijde vande voetpat leijt zuijtwaert op tot Willem Wouters erve toe. Melis Cornelisz geleghen ten naesten aende oostzijde ende Ariaen Wircxz aende westzijde. Ende geloeven partijen voirnoemt d’een den anderen dit voirss erve te helpen vrijen ende waren tot dezen dage toe.

Ende ingevalle datter eenighe vande voirss goeden naemaels bevonden woirden voir date van deze rechtelijcke met enighe renthen ofte commer beswaert te zijn, zoe ist expresselijcken ondersproicken dat parthijen voirnoemt tzamen dat sullen helpen affdoen, gemerckt zij die zelfde nu vrij deijlen. Ende consenteert Matheeus Jansz dat Ariaen Huijbrechtsz voirnoemt dit zijn helft in dit voirss eijnt acker twee jaren te halve profijte zeijen zal. Actum dezen xxjen octobris Lxxxv. Heemraden Jan Zegerss, Dirck Adriaensz end Jan Meeusz.

Andere kant van het blaadje:

Ten voirss dage compareerden Willem Cornelisz ende heeft getranspoirteert ende overgedragen, transpoirteerde ende droeg over mits dezen Cornelis Tomasz zijnen swager, zijn aenpaert sege(?) haelff die stede ende huijsinghe daer op staende zoe groit ende cleijn ende in alder manieren als hij die van Beris Cornelis zaliger gedeelt heeft. Ende voirts in alles hem aenbestorven ende voiren gespecificeert is, niet vuijtgesondert.

Tomas Cornelis erffgenamen. (heeft na gevouwen te zijn ergens voorop gestaan).

Fol. 263v.

Transport op datum: 27-2-1586.

Verkoper: De erfgenamen van Adriaen Jan Andries: Jan Ariaen Jan Andriesz voir hem zelven ende mede als voicht van Leske Adriaens, Peeter Adriaensz ende Bastiaen Adriaensz, zijn broeders ende suster, in presentie ende met consent van Steven Aertsz, zijnen oom.

Koper: Corst Cornelisz.

Betreft verkoop van: een stuck lants geheeten den Schenckel breet zijnde drie weerken.

Belend             noord: halve Poelsloot.

                        zuid: halve Geijlsloot.

                        oost: Peter Woutersz.

                        west: Tomas Vassen.

Koopsom: 349 rijnsgulden, te voldoen op twee achtereenvolgende Bamisdagen, te beginnen 1586. Daarnaast is nog 50 rijnsgulden afgerekend bestaande uit een rentbrief + rente en een hypothecaire schuld.

Verklaring van voldaan zijn op: 2-2-1588.

In de kantlijn nog het volgende:

1. 12-5-1586 heeft Jan Andries een deel van deze wilceur overgedragen aan Peeter Sconninx ten behoeve van Jan Gijben weeskijndt (56 gld).

2. 2-2-1588 is een deel betaald aan Berbel inde Bock (26 rijnsgld? van verlopen rente).

Fol. 264r.

Transport op datum: 27-2-1586 (ten voirss dage).

Verkoper: De erffgenamen van Adriaen Jan Andriesz: Jan Ariaen Jan Andriesz voir hem zelven ende mede als voicht van Leske Adriaens, Peeter Adriaensz ende Bastiaen Adriaensz, zijn broeders ende suster,

Koper: Aert Jansz Timmerman

Betreft verkoop van: sesthien geerden lant, wesende daer van die sesse leen, geleghen opte Bergen.

Belend             noord: halve Geijlsloot.

                        zuid: halve Kreeck.

                        oost: Bastiaen Aertsz.

                        west: Metghen Zegers.

Welverstaende dat vuijt dit voirss erve vuijtgaet jaerlijcx drie rijnsgulden die den voirss Aert Jansz heffende is ende noch twee rijnsgulden thien stuijvers die tot Dordrecht oick daer vuijt jaerlijcx gegeven woirden zonder meer nu wetende, die welcke geconstitueert zijn den penninck jegens xiiij ende inden naevolgende wilceur affgetoighen ende gerekent zullen woirden

Koopsom: 21 rijnsgulden, te voldoen op Sijnxendach 1586.  Hiermee zijn tevens de hiervoorgenoemde rentbrieven + rente verrekend.

Verklaring van voldaan zijn op: 3-8-1586.

Fol. 264v.

Transport op datum: 27-2-1586 (ten voirss dage).

Verkoper: De erffgenamen van Adriaen Jan Andriesz: Jan Ariaen Jan Andriesz voir hem zelven ende mede als voicht van Leske Adriaens, Peeterken Adriaensz ende Bastiaenken Adriaensz, zijn broeders ende suster,

Koper: Willem Geritsz.

Betreft verkoop van: een halff weer lants, geleghen met Adriaen Gijsbrechtsz erffgenamen.

Belend             noord: halve Veersche straet.

                        zuid: halve Broecxken

                        oost: Bastiaen Dircxz c.s.

                        west: Adriaen Jansz Bernieren c.s.

Welverstaende dat op dit voirss erve metten recht geconstitueert staen twee diverse rentbrieven waarop Adriaen Cornelisz onder de Wijngaart rente heft. Deze worden met de wilceur afgerekend.

Koopsom: 188 rijnsgulden, te voldoen op 2 opvolgende Bamisdagen, waarvan de eerste anno 1586.  Hiermee zijn tevens de hiervoorgenoemde rentbrieven + rente en nog diverse andere kosten verrekend.

Verklaring van voldaan zijn op: 2-2-1589.

Fol. 265r.

Transport op datum: 6-3-1586.

Verkoper: Jan Adriaensz Schouten als man ende voicht van Lesken Adriaensdr.

Koper: Jan Gijsbrechtsz.

Betreft verkoop van: een halff weer lants geleghen inde Cleijn Donck, onbedeelt metten voirss Jan Gijsbrechtsz

Belend             noord: halver Maes.

                        zuid: eerste buijtendijcxen sloot aan de noirtzijde vanden gemeijnen dijck.

                        oost: Bastiaen Aertsz.

                        west: Teunis Cloostermans.

Koopsom: 225 rijnsgulden.

Te voldoen als volgt: 100 gld gereet, de rest in 2 termijnen en wel op de 2 eerstvolgen­de St. Jansdagen, waarvan de eerste laatstleden verschenen is.

Verklaring van voldaan zijn op: 28-8-1586 (sic!).

Fol. 265v.

Transport op datum: 8-3-1586.

Verkoper: Merten Dircxz voir hem zelven ende mede als voicht ende vader van zijn 3 onmondige weeskijnderen, Bert Bastiaens voir hem zelven ende mede vervanghende Commer Bastiaensz zijnen broeder.

Koper: Adriaen Adriaensz Sprangher.

Betreft verkoop van: 9 geerden lants in de Werffcampen.

Belend             noord: halver Maes.

                        zuid: halver Killen.

                        oost: Commer Petersz.

                        west: Adriaen Lenaertsz. c.s.

Koopsom: 53 ponden groiten Vlaams. (1 pond = 6 gld).

Te voldoen als volgt: 200 rijnsgulden gereet, de rest op St Jansdag ierstcomende.

Verklaring van voldaan zijn op: 5-8-1586

Fol. 266r.

Transport op datum: 5-2-1586.

Verkoper: Ariaen Claesz.

Koper: Ariaen Jansz Reool.

Betreft verkoop van: een stuck lants geleghen bij Ackermans ackerlant zijnde.

Belend             noord: halver Veerscher straet.

                        zuid: Bastiaen Aertsz weij.

                        oost: Bastiaen Aertsz.

                        west: Bastiaen Aertsz.

Koopsom: betaald, niet genoemd.

Transport op datum: 5-2-1586.

Verkoper: Beert Bastiaensz voir hem zelven ende vervangende Commer Bastiaensz zijne broeder.

Koper: Ariaen Jansz Reool.

Betreft verkoop van: een acker zaeijlants geleghen int Broeck.

Belend             noord: halver Broecxen straet.

                        zuid: Bastiaen Aertsz weij.

                        oost: erffenisse Bastiaen Aertsz.

                        west: Teunis Berthen weeu.

Koopsom: betaald, niet genoemd.

            Erffdelinghe aengebrocht tusschen die kijnderen wijlen Gijb Zegersz.

Desen xxven decembris xvC Lxxxv compareerden Claes Cornelisz voir hem zelven, Zeger Gijben voir hem zelven, Cornelis Gijben voir hem zelven ende mede als voicht van Anniken Gijben zijn suster in presentie van Dinghen Gijben zijn moeder ende zijn metten anderen veraccordeert beroerende het besterff van Dinghen Gijben, Lijnken Gijben ende Ariaentgen Gijben, haer broeder ende suster. Dats te weten dat Cornelis ende Anniken Gijben tzamen zullen hebben ende behouden halff die gehele stede in alle manieren als zij met haren broeder ende suster hier vorens op geeerfdeelt zijn. Met noch het gerechte vierdepaert vanden geheelen acker bij Ackermans. Streckende vander halver Verscher straet aff zuijtwaert op ten halven Geijlsloot toe. Waer jeghens Claes Cornelisz ende Zeger Gijben hebben ende behouden zullen die driedeelen in vijff deelen van twee geerden lants. Streckende vander halver Verscher straet aff noirtwaert op ter halver Maes. Ende zijn parthijen hiermede veraccordeert van allen voirgaende saecken ende geschillen die zij metten anderen gehadt hebben, geheelijcken doot ende tot niet voir haer ende haren naecoemelinghen ende geloofden ‘tgene voirss staet t’achtervolgen op een peene van vijfftich rijnsgulden te verbeuren te gaen naer peinen recht. Voir heemraden Jan Zegersz ende Jan Meeusz.

Fol. 266v.

Transport op datum: 7-1-1586.

Verkoper: Peeter Claesz.

Koper: Henrick Jansz Buijs.

Betreft verkoop van: een halff stuck lants in de Acker.

Belend             noord: halve Veerscher straet.

                        zuid: halve Geijlsloot.

                        oost: Gijb Zegers erffgenamen.

                        west: Bastiaen Aertsz

Koopsom: 22 ponden groten vlaams (=132 gld).

Te voldoen als volgt: 1/3 gereet = 44 gld; 1/3 op Bamis ierstcomende; 1/3 Bamis ’87.

Verklaring van voldaan zijn op: 28-12-’88.

Transport op datum: 7-1-1586.

Verkoper: Tuenis Cornelisz.

Koper: Henrick Jansz Buijs.

Betreft verkoop van: 2 geerden lants in een halff vienrendeel geleghen in de Werffcam­pen. Gemeen met Jan Aen Gijben en Jan Cornelisz.

Belend             noord: halver Maes.

                        zuid: halve Keen.

Koopsom: niet genoemd.

Fol. 267r.

Transport op datum: 15-3-1586.

Verkoper: Melis Cornelisz, onsen secretaris.

Koper: Adriaen Adriaensz Spranger.

Betreft verkoop van: 5 geerden lants min een vierdendeel in de Werffkampen.

Belend             noord: halver Maes.

                        zuid: halver Keen.

                        oost: Willem Gerritsz c.s. int selve lant.

                        west: Commer Petersz.

Koopsom: 28 1/2 pond groten vlaams.

Te voldoen als volgt: helft gereet; andere helft Alderheijlighen ierstcomende.

Verklaring van voldaan zijn op: 12-2-’87.

            Melis Cornelisz; Bastiaen Aertsz.

Ten voirss daeghe compareerden Melis Cornelisz ende gaff over met vrijer giften zoo recht is, Bastiaen Aerts, een huijs, schuer ende erve daer aen, zoe groit ende cleijn ende in alder manieren als den voirss Melis Cornelisz die gedeijlt heeft ende aenbestorven is van Neeltghen Cleijs Beert Vassendr, sijn sweer moeder, geleghen opde Berghen. Ende geloefden die zelffde te vrijen ende te waren naden lantrecht tot desen daghe toe. Heemraden als voiren.

Fol. 267v.

Transport op datum: 17-3-1586.

Verkoper: D’erffgenamen van Meeus Adriaensz: Jeremias Jacobsz voir hem zelven ende Jan Meeusz als gecoiren voicht van Lesken, Anniken, Tuenis ende Commerken, zijn broeders ende susters.

Koper: Henrick Beijermans van Weert.

Betreft verkoop van: die gerechte een helft van elff geerden lants zoe groet ende cleijn als die vercocht ende geleghen zijn inde Donck, bedeelt opten oosten candt.

Belend             noord: halve Maes.

                        zuid: halve Keen.

                        oost: Tuenis Cloostermans erffgenamen.

                        west: Adriaen Jansz Reool int zelffde landt.

Koopsom: 41 ponden groten vlaams. Te betalen vij de veste.

Verklaring van voldaan zijn op: 26-3-1686.

Fol. 268r.

            Waarburchschap.

Desen iijen meij xvC Lxxxv compareerden Jan Adriaen Gijben als voicht van Adriaen Adriaensz zijns broeders weeskijnderen ende heeft Huijbrecht Claesz geconstitueert ende tot eenen singulieren waerburch gestelt een gerechte vierdepaert van een stuck lants gelegen inde Acker gemeijn met d’erffgenamen van Peeter Jansz de Bondt. Aentghen Jan Tijs wedue oostwaert ende cloosters landt westwaert. Streckende vanden Geijlsloot aff noirtwaert op ter halver Keen toe, eenen tijt van seven continueele jaren volgende den datum van desen ende langer niet. Ende dat voir alsulcken renthen, chijnsen ofte verhoelen commer als naemaels op dlant dat den voirss Huijbert ten andere tijde van Ariaen Adriaensz saliger gecoft heeft ende metten rechten opten iersten julij anno Lxxxv ontfanghen heeft, soude moeghen voirtcoemen ende vuijtspruijten tot achterdeele vande voirss Huijbert Claesz ende nu ter tijt niet aff en weet. Actum als boven. Present Andries Jansz als heemraet ende mij als secretaris. Melis Cornelisz.

Transport op datum: 27-5-1586.

Verkoper: Commer Huijben.

Koper: Joostken Corssen tot Geertruijdenberghe.

Betreft verkoop (met verlije) van: 3 geerden lants inde Hoichdonck; onbedeelt int geheel weer geheeten Aen Eeris weer

Belend             noord: halve Maes.

                        zuid: halve Geijlsloot.

                        oost: Tijs van Clootwijck.

                        west: Tuenis Jacobsz onder de Wijngaert.

Koopsom: betaald, niet genoemd.

Mits dat vuijt dese voirss drie geerden jaerlijcx vuijt gaet drie gulden negen stuijvers min vijff penningen losrenten, daer omme dat dit verlije geschiet zonder meer nu ter tijt wezende. Ende ingevalle die voirss Joostken Corssen naemaels zoude moeghen woirden gemolesteert vuijt oirsaecke van eenighe andere schulden bij den voirss Commer Huijbrechtsz gemaeckt ende voir datum van desen vervallen, soe stelt hij de voirss Joostken tot eenen waerburch een halff weer lants geleghen, gemeen met Jan Gijben int Broeck. Streckende vande Cartoijsen erve ofte Breij aff zuijtwaert op ter Kae toe, waervan haer die voirss Joostken ter oirsaecke voirss verhalen mach tallen tijde melte costen daeromme gedaen. Heemraden Jan Zegersz, Dirck Adriaensz ende Jan Meeusz.

Fol. 268v.

Transport op datum: 17-6-1586.

Verkoper: D’erffgenamen van Ariaen Aertsz: Aentgen, wedue wijlen Ariaen Aertsz met Aert Adriaensz, haren soon ende gecoiren voicht in desen, Aert Adriaensz voirnoemt voor hem selven ende mede als voicht ende vervangende Volcxken zijn suster, Beert Ariaensz zijnen broer, Marijken ende Teuntken Ariaensdr. zijne susteren, Jan Cornelisz voir hem zelven.

Koper: Henrick Beijermans van Weert.

Betreft verkoop van: 12 geerden lants geleghen inde Hoighe Donck.

Belend             noord: halve Maes.

                        zuid: halve Keen.

                        oost: Frans Dircx.

                        west: Joris Jansz met vier geerden int selve lant.

Koopsom: 96 ponden groten vlaams, voor de wedue 1/3, voor haar kinderen 1/3 en voor Jan Cornelisz 1/3.

Te voldoen als volgt: de helft gereet; de helft op pijncxterdach 1587.

Verklaring van voldaan zijn op: 25-7-1588.

Fol. 269r.

Transport op datum: 17-6-1586.

Verkoper: Steven Aertsz voir hem zelven ende Merthen Dircxz als voicht ende Steven Aertsz voirss als toesiender van Peter Dircx zijns bruers ende susters weeskijnder.

Koper: Aentgen, wedue wijlen Ariaen Aertsz ende haere kijnderen.

Betreft verkoop van: een halff weer lants geleghen inde acker

Belend             noord: halve Keen.

                        zuid: Corst Roelen erve ofte halve Bergenscher straet.

Voorts van des voirss Corst Roelen cooltuijn aff zuijtwaert op ter halver kreeck toe. (Er staan dus 2 noord en zuidgrenzen aangegeven! GAvS)

                        oost: Jan Cornelis geleghen int zelve lant.

                        west: Aentgen voirnoemt met hare kijnderen int zelve lant.

Koopsom: 202 rijnsgulden. Te betalen de helft gereet, de andere helft volgende pinksteren. (wilkeur staat op 269v.). Eerste betaling staat vermeld op 10-12-1586.

Transport op datum: 17-6-1586.

Verkoper: D’erffgenamen van Ariaen Aertsz: Aentgen, wedue wijlen Ariaen Aertsz met Aert Adriaensz, haren soon ende gecoiren voicht in desen, Aert Adriaensz voirnoemt voor hem selven ende mede als voicht ende vervangende Volcxken zijn suster, Beert Ariaensz zijnen broer, Marijken ende Teuntken Ariaensdr. zijne susteren, Jan Cornelisz voir hem zelven.

Koper: Henrick Beijermans van Weert.

Betreft verkoop van: 24 geerden lants ende een halff

Belend             noord: halve Keen.

                        zuid: Corst Roelen erve ofte halve Bergenscher straet.

Voorts van des voirss Corst Roelen cooltuijn aff zuijtwaert op ter halver Keen toe. (Er staan dus 2 noord en zuidgrenzen aangegeven! Vergelijk verder acte hiervoor: hier staat Keen, hiervoor Kreeck; mij niet duidelijk of dat hetzelfde is. GAvS).

                        oost: de conventualen van Santroisen.

                        west: Wouter Tijs (er stond eerst Tijs Woutersz! is vervangen) weer.

Koopsom: Onder de acte staat dat deze betaald is, zonder datum en zonder dat bedrag genoemd is, maar op de volgende bldz. staat een wilkeur ter grootte van 400 – 8 rijnsgulden. Daaronder betaling van de helft op 24-6-1586 en volledige betaling op 25-7-1588.

Fol. 270r.

            Waerburchschap gedaen Aert Jansz Timmerman.

Desen iijen augustij xvC Lxxxvj compareerden Jan Andries voir hem zelven ende vervangende zijn susters ende broeder ende heeft geconstitueert ende tot eenen waerburch gestelt Aert Jansz Timmerman sesse geerde lants gelegen aende Raemsdoncxen kerck, het leengoet oost en Steven Aerts west. Streckende vanden buijtendijcxen dwersloot aff noirtwaert op ter halver Keen toe, gedurende eenen tijt van tijt van een geheel jaer naescomende, volgende de datum van desen ende langer niet. Ende dat voir allen het geene dat naemaels van renthen ofte commer vuijt het landt dwelck den voirss Aert Janss vande voirss Jan Andriesz gecoft heeft, soude moeghen voirtcoemen daer men nu ter tijt niet aff en weet. Ende is tot dien eijnde den voirss Aert Jansz gehouden ierstdaechs (want het hem gelieft) het voirss erve drie sondaechsche geboden te doen geven ende publiceren ter plaetsche daer hem gelieven ende goetduncken zal. Actum als boven. Voir heemraeden Jan Meeus ende Sebastiaen Aertsz.

Transport op datum: 12-12-1585 stilo novo.

Verkoper: Cornelis Dircx weeu.

Koper: Ariaen Wircx tot behoeff van Peter Henricxz (ook: Peter Heijnen), zijnen swager.

Betreft verkoop van: 9 geerden lants aende kerck buijtendijcx.

Belend             noord: halve Keen.

                        zuid: iersten buijtendijcxen dwersloot.

                        oost: Jacob Jan Driesz int zelve lant.

                        west: het leengoet.

Koopsom: 20 ponden groten vlaams.

Te voldoen als volgt: op 5 achtereenvolgende Bamisdagen, waarvan de eerste Bamisdag lestleden in 1585.

Verklaring van voldaan zijn op:

tranportdatum 4 pont

6-11-1586, bekent Huijb Cleijs ende Jan Stoffelsz voir zijn suster 4 pont vlaams ontvangen te hebben uit handen van de wedue van Peter Heijnen, verschenen Bamis lestleden.

22-2-1589: uit handen van Ariaen Wircx aan Jan Stoffels 12 rijnsgulden.

10-1-1587 (!), bekent Huijb Cleijs 10 pont vlaams te hebben ontvangen in volder betaling van zijn helft (sic daar is in de wilceur niets van terug te vinden, mogelijk is de wedue Cornelis Dircx ook inmiddels overleden, GAvS) vande wilceur.

In totaal is nu wel 20 pont betaald; GAvS).

Fol. 270v.

Transport op datum: 12-12-1585 stilo novo (ten voirss dage).

Verkoper: d’erffgenamen van Ariaen Geritsz Meulder: Ariaen Geritsz van Bommel, Willem Geritsz, Claes Cornelisz en Zeger Gijben.

Koper: Cornelis Gijsbrechtsz (zwager van verkoper Ariaen Geritsz).

Betreft verkoop van: Huijs metten erve inde Meulenpat

Belend             noord: halve sloot t’eijnde de werff.

                        zuid: halve straet.

                        oost: Cornelis Huijben.

                        west: Ariaen Petersz erffgenamen.

Voorwaarde: Onder conditien ende wel besproicken voirwaerde dat Lijnken die huijsvrouwe van Ariaen Geritsz voirnoemt haer leven lanck in het voirss huijs mach hebben hair woonplaatze in soo verde haer dat gelieft, zonder den voirss Cornelis Gijsbrechtsz, haeren broeder, daer van iets vuijtereijcken.

Koopsom: 4 pont groten vlaams (NB er wordt alleen van een schuld aan Ariaen Geritsz gesproken, misschien is dit niet de gehele koopsom).

Verklaring van voldaan zijn op: 12-11-’89.

non solnerunt

            Donatie van Anniken Gerit Jansz weeu.

Desen xxviijen meij xvC Lxxxvj compareerden Anniken Gerit Jansz weeu met Peter Joachimsz haren gecoiren voight ende gaff over met vrijer gifte zoe recht is, Jan Zegersz ende Dries Jansz als kerckmeesters, tot behoeff van onse kercke van Raemsdonck, een stuck lants, geleghen opt Veer tusschen d’erffenisse het Langweer met Zijlsloot aende oostzijde ende Baeijen Jansz kijnder aende westzijde. Streckende vanden halven Schouwsloot aff t’eijnden Met Huiben goet aent zuijden eijnde noirtwaert op ter Donga toe. Ende heeft die voirss Anneken met haren gecoiren voicht voirss van dit voirss erve verteghen tot behoeff der kercke voirss. Behoirlijcke renuncierende haer daer geen recht ofte eijgendom meer aen te behouden ofte vermeten in eenigher manieren, nu ofte ten eeuwighen daghe voir haer ende haere naecomelingen, gemerckt sij dat selffde die voirss kercke in pure aelmoes(?) ende om Godts wil heeft gegeven. Actum als boven in presentie den schout, Jan Zegersz Andries Jansz, Dirck Adriaens  ende Jan Meeusz.

Fol. 271r.

Testamentum  Peter Dircxz; Marijcken zijn huijsvrouwe.

Desen xxviijen meij xvC Lxxxvj compareerden voor schout ende heemraden onderge­noempt, Peeter Dircxz ende Marijken, zijn huisvrouwe, beijde gesondt van lichame ende volcomen van verstande alst voir oighen bleeck.

Zij testeren bijde op de langstlevende alle goederen haef ende erve.

Idem Marijken voirnoemt maeckt ende legateert nae haerder beijder doot allen haren goederen die nae haerder beijder doot zullen overblijven, den heijlighen geest tot Raemsdonck tot onderhoudenisse vanden armen. Ende dat deur merckelijcke oirsaecke haer daer toe porrende ende moverende alzoo sij sijden.

enz.….

Coram heemraden Jan Zegersz, Dirck Ariaensz ende Jan Meeusz ende mij als secretaris Melis Cornelisz.

Transport op datum: 28-5-1586.

Verkoper: Cornelis Tomasz.

Koper: Peeter Gielen.

Betreft verkoop van: een huijs ende erve daeraen gestaen ende gelegen inden Meulenpat.

Belend             noord: halve straet (zoo verde Dirck Huijben dat toebehoirt heeft).

                        zuid: (niet genoemd).

                        oost: gebuerweg.

                        west: Ariaen Peter Huijben erffgenamen.

Koopsom: 15 ponden groten vlaams.

Te voldoen als volgt: 1/2 Bamis dag ’86; de ander helft meijdach ’87.

Desen xxvjen meert ’88 bekenden die wedue van Cornelis Tomasz dezen voirss wilceur ten vollen betaelt te wezen, den iersten penninck metten lesten.

Fol. 271v

            Jan Ariaen Henricxz; Jan Stoffelsz.

Desen xxviijen meij xvC Lxxxvj compareerden Jan Ariaen Henricxz als gecoiren voicht van Truijcken Henricxdr ende gaff over met vrijer giften als recht is Jan Stoffelsz tot behoeff van Crijnken Floris Cornelisz onbeiaerde dr een stuck lants geleghen in Engelandt. Streckende vanden schuerwerff aff noortwaert op tot halve brantweteringhe toe, Dingen Iennes(?) oostwaert ende Peter Ariaen Meeusz westwaert. Noch zoe gaff den voirss Jan Ariaensz inde qualiteijt voirss over met vrijer giften den voirss Jan Stoffelsz tot behoeff voirss als recht is een stuck lants, oick geleghen in Engelandt. Streckende van Gerit Andriesz cooltuijn aff zuijtwaert op ten halven Gat toe, Crijnken Florisdr voirss geleghen oist ende Cornelis Dircxz west. Ende geloeffden Jan Ariaensz voirss vuijten name van Truijken Henricxdr dese voirss percheelen lants te vrijen ende waren tot desen dage toe. Heemraden Jan Zegers, Dirck Ariaensz ende Jan Meeusz.

            Jan Stoffels; Truijken Henricxdr.

Ten voirss dage compareerden Jan Stoffelsz vuijten naeme van Crijnken Florisdr. ende heeft rechtelijcken gelooft ende verwilceurt als recht is schuldich te wesen Truijcken Henrick Gijsbrechtsdr die somme van ses ponden groten Vlaams ter cause van vuijtreijckinge van zekere twee percheelen lants in Groit Waspick die die voirss Crijnken van Truijken Henricxdr jegens die voirss twee percheelen bij mangelinge (= ruiling) vercregen heeft ende die voirss somma bij schout ende heemraden in Groitwaspijck beter getanxeert sijn dan dese twee voirss percheelen in Engelandt gelegen. Ende sijn op dese mangelinge oncosten gevallen twe rijnsgulden die betaalt zijn halff ende halff. Ende bekenden Truijken Henricx hier op noch betaalt te wesen bij Jan Stoffels, drie pont Vlaams ende ij 1/2 st. Idem bekende noch ontfangen te hebben vuijt handen voirss die somma van twee ponden Vlaams. Heemraden als boven.

Idem Jan Stoffels heeft noch aen Ariaen Geritsz ende Dirck Adriaensz van wegen ‘tvoirss kijnts beden betaalt drie gulden xv st. Ende aen Jan Gijben ende Jan Ariaens als burgemeesters drie gulden vijf st. blijckende bij quijtantie, waermede den voirss wilceur ten vollen is betaelt.

(in de kantlijn:)

Idem noch heeft Jan Stoffels den schout ende Teunis Cornelisz betaalt als rentmees­ters(?) vanden Heijligen Geest vuijtgaende vuijt vij 1/2 geerde lants vijff st. seven penningen eens die Floris Cornelisz kijndt schuldich was. Noch voir het voirss kijndt verschoten behalve ‘tgelach aenden schout van rechtloon ende aende secretaris tzamen mette elff st. die Gerit Andriesz ende Jan Stoffels tzamen te gelden hadden vuijten wijncoop xxxvj st.

            Peter Roelen, Ariaen Roelen; Charles de la Ruelle.

Dezen iersten mert xvC Lxxxvj compareerden Peter Roelen voir hem selven ende Ariaen Roelenvoir hem selve ende gaven gesamenderhandt over met vrijer gifte als recht is Willem Stoffels tot behoeff van Charles de la Ruelle een stuck lants gelegen inde Hoeffven, streckende van Jacob Jan Aenen erff aff westwaert in tot Tijs Jan Ceunen ende Lemmen Jan Lemmens erve toe. Marij van Gesels erffgenaemen gelegen zuijden ende Halfbieren dr noirden. Ende geloefden comparant voirnoemt dit voirss erve te vrijen ende te waren tot desen dage toe. Heemraden Dirck Ariaensz ende Jan Meeusz.

Ten voirss daghe geloeffde ende verwilceurde Willem Stoffels vuijten naeme van Charles voirnoemt den voirss Peter Roelen ende Ariaen Roelen tzamen die somma van xiiij ponden groiten vlaems eens te betaelen, die gerechte eenhelft Bamisdach ierstcomende anno 86. Ende die anderhelft op kerstmisdach ierstcomende anno voirss, onder verbandt van allen des voirss Charles goederen geen vuijtgesondert, voirden iersten penninck metten lesten zal wesen betaelt. Heemraden als boven.

Ten voirss daghe bekenden Ariaen Roelen hierop ontfangen te hebben die somma van xiiij gulden x st. die hij den voirss Charles van lanthuer schuldich was.

Insgelijcx bekenden Peter Roelen hierop ontfangen te hebben ses rijnsgulden die hij oick schuldich was van lanthuer.

Idem Lenaert Roelen bekenden van wegen Adriaen Roelen ende Peter Roelen, zijne gebroeders dat Charles voirnoemt dezen voirss wilceur den lesten penninck metten iersten betaelt heeft. Actum desen xxvjen martij xvC Lxxxvij. Mij present Melis Cornelisz.

Fol. 272r.

            Eerfdelinghe aengebrocht tusschen Jan Meeusz ende zijne kijnder verweckt bij Anniken Gijbendr zijn huijsvrou was.

Inden iersten Jan Gijben als voicht tot behoeff van Lijskens en Meeusken, Anniken sijn susters kijnderen, gecavelt ende geerfdeelt op het vijrendeel inden Ronden Put, bedeelt opten westen candt. Joachim Meeusz erffgenamen gelegen ten naesten aende oostzijde int zelve lant ende Aert Hanecops west. Streckende vanden affterdijck aff noirtwaert op ter Donga toe. Noch op een ackerken inde Hoeff. Corst Ariaensz gelegen zuijt ende Lenaert Cornelis Hermans noirt, met iij 1/2 st daer jaerlijcx den heijligen geest tot Raemsdonck vuijte reijcken. Noch die zelffde op een vierendeel lants streckende vanden Dieffdijck ter halver kreeck toe.

Hier jegens is Jan Meeusz gecavelt ende geerfdeelt op die stede opte Bergen. Streckende vander halver straet aff noirtwaert op ten halven Geijlsloot toe. Met iij 1/2 st den heijligen geest voirss daer vuijt te reijcken. Met halff den acker ter Vlaeijkens straet toe, met iij 1/2 rijnsgulden losrenthen daer vuijtgaende. Met noch die acker vanden buijtendijxen sloot aff aenden Dieffdijck noirtwaert op ten iersten buijtendijcxen dwersloot toe, onder den dijck aende kerck onbedeelt met Jan Gerits kijnder, met iij st. den heijligen geest daer jaerlijcx vuijt te reijcken. Het Meulenweer oost ende Jan Maes weer west. Elcx met zijn schauwen ende gebuer rechten daer toe staende. Ende ingevalle op eenighe vanden voirss percheelen eenighe commer meer bevonden woirdt dan voirss staet zullen parthijen malcanderen helpen dragen. Actum den vjen februarij ’86. Voir heemraden Jan Zegers ende Dirck Ariaensz, waer voiren parthijen hebben vertegen ende haer bedanckt der goeder deijlinghe, gelovende de selffden te onderhouden op een boete van vijftich rijnsgulden te verbueren te gaen aner peijnenrecht.

Fol. 272v.

Rentbrieff        Govaert Aertsz kijnder; Tuenis onder den Wijngaert.

Desen xiiijen meij xvC Lxxxvj compareerden Bastiaen Aertsz vuijten naeme van Govaert Aertsz kijnder ende gaff over met eenen verlije als recht is Tuenis Jacobsz tot behoeff van Ariaen Cornelisz zijnen oom, iij 1/2 geerd lants gelegen achter den Meulenpat, bedeelt met Lauwereijs Janss opten oostencant, Willem Geritsz cum suis oost ende Ariaen Ariaensz Casteleijn int selve lant west. Streckende van Willem Geritsz werff aff noirtwaert op ter halver Maes toe. Te vrijen ende te waren; ij rijnsgulden tsiaers te betaelen alle jaeren tot Paeschen anno 89 het …..(?) te lossen den penninck xiiij ter goeder maeten metten verloop daer bij. Welverstaende dat op dese voirss iij 1/2 geerd te voirens verhypothequeert staen xxx st. zonder meer waer deur dit verlije spruijt. Met wel besproicken voirwaerden ingevalle die kijnderen voirnoemt noch middel crijgen omme dese twee gulden voirss te lossen binnen anderhalff jaer dat zij die zelffde lossen moeghen met xxviij gulden sonder vanden intrest iets te gelden. Actum als voiren. Heemraden Jan Zegers, Dirck Adriaensz ende Jan Meeusz.

Jan Joosten heeft deze penningen ontfangen opten ijen decembris 1594. (acte hierboven is doorgehaald).

            Huijbert Cleijs; Peter Dircxz.

Ten voirss daeghe compareerde Huijbert Cleijsz ende heeft rechtelijcken gelooft ende verwilceurt zoe als recht is schuldich te wesen Peter Dircxz, zijnen oom, die somme van vijffenveertich rijnsgulden ter causen van twee diverse rentbrieven, tzamen inhoudende die somme van drie rijnsgulden drie stuijvers tsiaers, die op Cleijs Adriaensz sijns vaders huijs ende stede verhypotequeert stonden ende den welcke Peter Dircxz heffende was, die hiermede zijn gelost ende gequeten. Te betalen vande voirss somma gereet twee pont Vlaams ende die reste op twee ierstcomende meijdaghen, zonder middel daertusschen, waeraff den iersten wesen sal meijdach anno Lxxxvij. Onder ‘tverbandt van allen zijnen goeden, beijde haeff ende erve, geen vuijtgesteecken, voirden iersten penninck metten lesten zal wesen betaelt. Heemraden als voiren.

Ten zelven daghe bekenden Peter Dircxz ontfangen te hebben twaelff rijnsgulden die gereet gelooft waren.

Dezen xvjen novembris 1587 bekende Peeter Dircx ontfangen te hebben die somma van xvj gulden  x st. op dezen voirss wilceur.

Dezen iiijen meert 89 bekende Peeter Dircx dezen wilceur ten vollen betaelt te wezen.

            Reool; Henrick van Weert.

Den xven aprilis xvC Lxxxvj compareerden Ariaen Jansz Reool ende gaff voer met vrijer giften zoe recht is Melis Cornelisz tot behoeff van Henrick van Weert Beijermans sestalff geerd geleghen inde Donck. Streckende vande halver Keen aff noirtwaert op ter halver Maes toe. Henrick voirss geleghen int zelve lant oost ende Peter Claesz met zijnen consorten west. Met zijn schauwen ende allen gebuer rechten daer toe behoirende. Ende geloeffden dit voirss erve te vrijen ende waren tot desen daghen toe. Bedancken­de hem der goeder betalinghe van xLiiij ponden vlaams, die Henrick van Weert hem daer voiren gelooft had. Den lesten penninck metten iersten. Heemraden Dirck Ariaensz ende Jan Meeusz.

            Rekeninghe van Willem Buijsen gedaen voir schout ende heemraden in presentie van Peeter Jacobsz.

Desen xxjen meij xvC Lxxxvj heeft Willem Buijsen op sijnen eet rekeninghe gedaen vanden ontfanck ende vuijtgeeff van Peeter Jacobsz zijns bruers kijnt die hij gehadt heeft vanden jare tachtich tot desen dage toe. Zoe is in slot van goede reckeninghe bevonden dat den ontfanck minder is dan den vuijtgeeff die somma van xxxiiij rijnsgulden ij duijten(?) Salvo is Peeter voirss te vreden (alzo hij mondich is). Dies(?) hij(?) allen die verschenen penninghen voir date van desen vervallen zelfs in manieren hij(?) ontfangen zal ende ontslaet sijnen oom ende voicht voirss van zijnen administra­tie. Mede bedanckende hem der goeder voichdije. Actum als boven, heemraden Jan Zegersz ende Dirck Ariaensz.

Fol. 273r.

            Testamentum tusschen Beijen Jansz kijnder gemaeckt.

Den xjen februarij xvC Lxxxiiij compareerden voir schout ende heemraders tot Raemsdonck, Adriaen Beijensz, Frans Beijensz ende Lesken Beijensdr, tzamen gebroeders ende gesusters, gesondt van lichame ende cloeck van verstande als voir oighen gebleecken heeft enz en testeren bij dezen:

Inden iersten willen ende begeren zij testateurs voirnoemt, zoe wanneer eenich van hem drijen dezer werelt overleden zal wesen, sonder wettige oiren achter te laeten, dat alsdan die twee langstlevende zullen hebben ende behouden dese voirss overledene goederen zoo haeff ende erve enz.

Hetzelfde als de tweede overlijdt. Een en ander om dat ze zo goed met elkaar overweg konden.

Als ten slotte de derde overlijdt zonder wettige geboorte, gaat de rest na de erfgenamen volgens landrecht.

Fol. 273v.

            Aenneminghe van Anna Thijs hare kijnderen verweckt bij Tuenis Jan Beerthen za.

Desen xxixen novembris xvC Lxxxv compareerden Anna Thijsdr, wedue wijlen Teunis Jan Berthen met Cornelis Vas Roelen, haren oom, ende Ariaen Jacobsz Corp, haren swager ende heeft van Frans Zijmonsz, Cornelis Peter Gijben ende Metgen Jansdr ende met consent ende advijs vande gerechte aengenoemen haire drie onmondighe weeskijnde­ren verweckt als boven t’alimenteren in cost ende dranck ende t’onderhouden enz.

Daarvoor krijgt moeder alle goederen van de vader en grootmoeder zaliger van de kinderen. Mitsgaders alsulcken penningen als Marijken Jan Berthen za. die voirss weeskijnderen ende Metghen Jansdr tzamen in haren leven bij testamente ten anderen tijde heeft gemaeckt vuijtwijsens den testament. Ende is hiermede oock doot ende tot niet die twelff rijnsgulden die Anniken die gehele erffgename tzamen vande lanthuer noch schuldich was. Ende ingevalle dat die voirss weeskijnderen binnen tijde deze aenneminghe nog eenighe goeden aenbestorven hoedanich die zijn, sullen oick wesen tot profijt voirss wedue. Actum desen voirss dage voir heemraden Dirck Ariaensz ende Jan Meeusz.

            Servaes Woutersz; Jan Ariaensz Cuijper.

Desen ven junij xvC Lxxxvj compareerden Servaes Woutersz ende gaff over met vrijer giften zo recht is Jan Ariaen Petersz Cuijper een sesthiendendeel in een weer lants, geheeten Schuermanslant, geleghen in Engelandt. Streckende vanden halven Gat aff noirtwaert op ter halver Brantweteringhe toe. Ende geloeffden Servaes voirss dit voirss erve te vrijen ende te waren tot desen dage toe, mede bedanckende hem der goeder betalinge den iersten penninck metten lesten. Heemraden Dirck Ariaensz ende Jan Meeusz.

Transport op datum: 27-11-1586.

Verkoper: Bastiaen Aertsz.

Koper: Cornelis Henricxz.

Betreft verkoop van: ses geerden lants min een vierendeel geleghen bedeelt opten westencandt int geheel weer.

Belend             noord: halve Keen.

                        zuid: halve Geijlsloot.

                        oost: Jan Cornelisz int zelve lant.

                        west: Bastiaen voirss.

Koopsom: betaald, niet genoemd.

Fol. 274r

Ende ingevalle datter eenighen commer van renthen ofte zijnsen naemaels op dit voirss erve voirdatum dezen metten recht bevonden woirden geconstitueert te wezen, zoo stelt Bastiaen Aertsz voirss tot een waerburch ende verhale, den voirss Cornelis Henricxz sesse gelijcke geerden daer beneffens aende westzijde geleghen, streckende zo verde als die voirss erffnisse streckt die Bastiaen Aertsz voirnoemt hiervoiren overgevest heeft. Staende ende gedurende dese voirss waerburchschap zoe langhe voir den voirss Bastiaen Aertsz dit voirss erve drie sondaechse geboeden heeft gegeven ende die zelffde allen verjaert ende verdaecht zijnde is dese voirss waerburchschap doot ende tot niet. Dan mach den voirss Cornelis Henricxz deur dien hij ter oirsaicken voirss naemaels ofte zijnen naecoemelinghen beschadicht woirden, hem aenden voirss Bastiaen Aertsz alsdan ende zijnen goeden, mitsgaders zijnen naecoeminghen goeden t’allen tijden verhaelen. Actum als boven, heemraden quibus supra.

Idem opten zelven daghe ende voir heemraden voirnoemt bekenden Jan Adriaensz hem van dese naebeschreven erffnisse ten vollen betaelt te zijn, den iersten penninck metten lesten.

Transport op datum: 27-11-1586.

Verkoper: Jan Adriaen Petersz.

Koper: Cornelis Henricxz.

Betreft verkoop van: ses geerden lants min een vierendeel ofte meer, zoe groit ende cleijn als Jan Adriaensz voirss daerinne gerecht is.

Belend             noord: halve Keen.

                        zuid: halve Geijlsloot.

                        oost: Heijlige Geest van Raemsdonck.

                        west: Adriaen Aertsz weeu cum suis int zelve lant.

Koopsom: niet genoemd.

Ook hier krijgt Cornelis Henricxz een waarborg voor eventuele commer die op dit land zou kunnen rusten. Het betreft een vierendeel ackerlants en weijlant op de Ronden Put, Steven Aertsz oost int zelve lant en Berbel inde Bock west. De drie zondagse geboden on volder kercke zijn echter al geweest. Daarmee vervalt de waarburchschap. Niettemin blijft Jan Adriaens wel persoonlijk garant staan voor verdere commer.

Fol. 274v.

            Jan Adriaen Petersz als voicht van zijn moeder; Cornelis Henricxz.

Desen voirss daghe compareerden Jan Adriaen Petersz als gerechte voicht van Anniken Cleijsdr zijn moeder ende gaff vuijtten naeme voirss over met eenen verleije zoo als recht is Cornelis Henricxz een weer lants wesende een block gelegen teijnden ‘tVeer. Streckende vant halven dijckxken aff, geheeten Lesken Peer Huijben dijcxken aent noirden eijnde zuijtwaert op ten halven Poelsloot toe. Ende voirts vanden halven Poelsloot aff die oostzijde vanden geheelen weer, te weeten die eenhelft van ‘tzelffde zuijtwaert op ter halver Vlaeijkens straet toe, Jacob Rasen int zelve landt weestwaert geleghen ende Steven Aertsz oostwaert cum suis, mits dat den voirss Cornelis vuijt dit voirss erffnisse zal blijven gelden drije rijnsgulden tsiaers die de wedue van Cornelis Heijs daeruijt jaerlijcx heffende is zonder meer. Ende gelooffden Cornelis voirss den voirss Jan Adriaensz ofte zijn moeder daer van altijt te indempneren, costelois ende schadelois te houden onder ‘tverbant van allen zijnen goeden, geen vuijtgesondert. Ende ingevalle hier op noch voirdere commer naemaels coempt dan voirss staet, soo stelt hem Jan Adriaensz tot eenen verhale die tweedeelen van een weer lants, opte Vlaeijkens, gelegen int zelve lant, Frans Geritsz aende westzijde ende Bastiaen Aertsz aende oostzijde. Streckende vanden halven Poelsloot aff noirtwaert op ter halver Keen toe. Mits dat Jan Adriaensz voirss van weegen voirss zal dit zelffve goet geven drie diversche sondaechsche geboden ende die selffde …….. ende verdaecht zijnde is den voirss Jan Adriaensz tvoirss erffenisse tot waerburch gestelt daer van ontslaghen. maer zal Cornelis altijt zijn garandt ter oirsaecke voirss moghen s….. ende verhalen naeden lantrecht. Heemraden als voiren.

Idem Jan Adriaen Petersz bekenden van weghen zijn moeder dit voirss erve ten vollen betaelt te zijn, den iersten penninck metten lesten. Actum desen xvjen decembris 1986. Quod attestor, Melis Cornelisz.

Fol. 275r.

Transport op datum: 27-11-1586.

Verkoper: Jan Adriaensz als voicht van zijn moeder (Anniken Cleijsdr).

Koper: Cornelis Henricxz.

Betreft verkoop (met een verlije) van: een half weer lants inden Nieuwen Polder. Dies is voirwaerde ende welbesproicken dat op dit voirss erve maer drie rijnsgulden vuijtgaet gelijck inden voirgaende gifte gementioneert staet ende meer niet. Ende ingevalle dattet nae datum van desen meer op bevonden woirt dan voirss staet zal hem den voirss Cornelis ende zijnen naecomelinghen t’allen tijden daer voiren moeghen verhalen in manieren ende aende zelven waerburchschap vande tweedeelen in een weer lants geleghe opte Geestkens al inde voirss gifte ofte verlije gespecificeert staet.

Belend (aan het verkochte goed)

                        noord: Ariaen Jansz Bernieren cooltuijn.

                        zuid: Cornelis Henricx erve.

                        oost: Steven Aertsz.

                        west: Adriaen Jansz voirss int zelve weer

Koopsom: 51 rijnsgulden.

Te voldoen als volgt: nu 17 gld, de rest in 2 delen op de twee eerstkomende St Andriesdagen (eerste 1587).

Verklaring van voldaan zijn op: 17-11-1588.

Fol. 275v.

Transport op datum: 1-9-1586.

Verkoper: De erffgenamen van Joachim Meeusz: Meeus Joachims, voor zich zelf en als voicht van zijn zusters Lesken en Neeltgen.

Koper: Andries Jansz.

Betreft verkoop (met verlije) van: een huijs metten erve, zoals Joachim Meeusz, haren vader die gebruijckt ende bezeten heeft, gelegen opten Donck

Belend             noord: J… Cornelisz erve.

                        zuid: Frans Dircx weij.

                        oost: voirss Frans Dircx Weijten erve (NB: hier lijkt echt Weijten te staan; hiervoor zeker niet).

                        west: Joachim Meeusz kijnder.

Koopsom: niet genoemd.

            Aenneminghe van Jan Meeusz zijn weeskijndt verweckt bij Anniken Gijben zijn wettighe huijsvrouwe was.

Desen xen octobris xvC Lxxxvj soe heeft Jan Meeusz van Jan Gijsbrechtsz den gerechten vestorven voicht van Meeus Jansz zijn onmondich weeskijndt met decreet ende advijs vanden gerechte als oppervoicht aengenomen te alimenteren het voirss weeskijndt in cost ende dranck enz. tot het kind mondig is. Dat voor de goederen die het weeskijndt van zijn moeder erft. Als het kind mondig is rijkt vader 25 rijnsgulden en een koe ofte bedde uit. Als het kind voortijdig sterft krijgen de erfgenamen van moeder 25 gld.

Fol. 276r.

Transport op datum: 27-10-1586.

Verkoper: Cornelis Adriaensz ende Dirck Adriaensz.

Koper: Cornelis Peter Jan Denisz.

Betreft verkoop (met een verlije) van: een block hoijlants geleghen opte Keen, zoo groit ende cleijn als den zelven Cornelis Petersz dat ten anderen tijde vande voirss comparanten gecoft heeft met iiij1/2 rijnsgulden daer jaerlijcx vuijtgaende, daer de verlije aff spruijt die hij tot zijnen last neempt ende aen zijn cooppenningen gecort heeft.

Belend             noord: Cornelis ende Dirck Adriaensz voirss erve.

                        zuid: Vaert.

                        oost: Jan Gijben.

                        west: Adriaen Lambrechts Drossaert.

Ende alzoo die voirss iiij1/2 rijnsgulden tsiaers op voirdere hypoteque staen geconstitu­eert dan opde voirss erfnisse ofte block lants ende den voirss Cornelis Petersz die zelffde rente van iiij1/2 gulden alleen op het selffde voirss block heeft genoemen ende aen zijn coeppenningen gecort zoe stelt Cornelis Petersz voirss hem zelven mitsgader­s allen zijnen goeden, hoedanich ofte tot wat plaetze die bevonden mochten woirden zoo wel in Hollant als in Brabant den voirss comparanten tot eenen verhaele ende waerborch, geduerende zoe langhe voir die voirss rente van iiij1/2 gulden bij hem ofte zijnen naecoemelingen gelost ende gequeten zal zijn. Aen welcke voirss goeden mitsgaders zijnen naecomelingen goeden die voirss Cornelis ende Dirck Adriaensz ende haren naecomelinghen haer tallen tijde zullen moeghen verhaelen met onvertogen recht voir zoe veele zij vande voirss rente ende coste daeromme geleden geinteresseert zouden moeghen worden, alles sine fraude. Actum ut supra, heemraden ut supra.

Opten xxjen meert xvC Lxxxvij heeft Jan Jorisz bekent van Tuenis Cornelisz zijnen broeder (sic!) voldaen te wezen van alsulcken aenpaert ende deel als hem coempt in een obligatie van xL rijnsgulden die Tuenis Cornelisz, Daniel Joosten in zijnen leven verleden heeft ende hem daer in is aenbestorven vijff rijnsgulden. Ende moet Jan voirss noch betalen aen handen van Tuenis Cornelisz over een maent noch vier rijns gulden. Des zo zal hij Tuenissen goet noch bruijcken ende vrijen tot sinte Peter toe anno acht ende tachtich inde vasten on….. onderteijckent bijden voirss Jan Jorisz ten voirss daghe.

Dits Jan + + Joriss handtmerck.

Fol. 276v.

            Commer Peetersz; Ariaen Michielsz.

Desen xxvjen decembris xvC Lxxxvj compareerden Commer Peetersz voir schout ende heemraden tot Raemsdonck ende gaff over met eenen verlije zoo als recht is Adriaen Michielsz neghen geerden lants geleghen inde Werffcampen inden ambacht voirss, Adriaen Adriaensz Spranger geleghen ten beijde zijden oostwaert ende westwaert. Streckende vander halver Keen aff noirtwaert op ter halver Maes toe. Welverstaende dat vuijt dese voirss negen geerden lants vuijtgaen ses rijnsgulden geconstitueert jeghens den penck veerthien zonder voirdere renthen. Welcke voirss sesse rijnsgulden Adriaen Michielsz voirss tot zijnen last moet houden ende geloeffden Commer Petersz voirnoemt dese voirss erfnisse voirts te vrijen ende te waren naden recht vanden lande zoe als recht is. Coram heemraden Jan Zegersz ende Jan Meeusz.

            Adriaen Michielsz; Commer Peetersz (sic! uit de tekst hierna blijkt dat dit Adriaen Adriaensz Spranger moet zijn).

Ten voirss daghe compareerden Adriaen Michielsz ende gaff rechtelijck over met eenen verlije zoo als recht is Adriaen Adriaensz Spranger alsulcken neghen geerden lants in qualite ende qualiteijt, in limitagie, mette zesse rijnsgulden jaerlijcx vuijte geeven ende voirts in vueghen ende in alder manieren als den voirss Adriaen Michielsz die zelffde neghen geerden op datum van dezen hier voren ontfangen heeft metten recht. Ende geloofden die zelffde voirts te vrijen ende te waren naden lantrecht tot dezen iegenwoirdighe daghe toe. Heemraden als voiren.

            Ariaen Adriaensz Spranger; Ariaen Michielsz

Ten voirss daghe compareerden Adriaen Adriaensz Spranger ende heeft rechtelijcken gelooft ende verwilceurt schuldich te wesen Ariaen Michielsz die somme van iiijC xxxvij gulden x stuijvers te betaelen als geleent geldt op datum voorss onder tverbant van allen zijnen goeden, hebbende ende vercrijgende, geen vuijtgesondertvoorden iersten ende lesten penck tzamen zijn betaalt. Heemraden als boven.

Hierop betaalt vande rente te weten die hootpenningen Lxxxiiij rijnsgulden, noch xx gl van lanthuer ofte bruijckweer de anno 86. Noch twee gulden wijncoop zuijver gereeckent(?) (noch drie rijnsgulden weesende aen half rente voor datum van desen vermeldt, rest noch ijC xxviij gulden x st.

Desen xxixen januarij Lxxxvij bekende Ariaen Michielsz desen wilceur ten vollen betaalt te wesen, den iersten penninck metten lesten, blijckende bij zijn eijgen quijtantie.

Fol. 277r.

            Adriaen van Waelwijck; Huijbert Cornelisz.

Desen xxvijen decembris xvC Lxxxvj compareerden Adriaen van Waelwijck Adriaensz ende gaff over met vrijer giften zo als recht is Huijbert Cornelisz een sestendeel in Lange weer, onbedeelt int halff weer te weeten inde oostehelft Tomas Vassen cum socijs geleghen ten naesten aende oostzijde ende Zeger Henricxz met zijnen consorten int zelve langelandt aende westzijde. Streckende vanden Schenckeldijck aff noirtwaert op totten dwerstuijn toe aende Donck. Ende voirts vanden dwersloot aff die aende zuijtzijde leijt van Lesken Peer Huijben dijcxken leijt (sic) noirtwaert op totten halven buijtendijxen dwersloot toe die aende noirtzijde vande hootdijck leijt opt Veer. Ende geloofden Adriaen van Waelwijck dit voirss erve te vrijen ende te waren naden lantrecht tot desen daghe toe. Heemraden Jan Zegersz ende Jan Meeusz.

            Huijbert Cornelisz; Adriaen Michielsz.

Ten voirss daghe compareerden Huibert Cornelisz voirnoemt ende gaff dit voirss sestepaert lants over met vrijer giften zoe recht is Adriaen Michielsz, in qualiteijt, quantiteijt ende in limitagie als hij comparant voirnoemt dat zelffde hier voiren metten recht ontfangen heeft. Ende geloefden ‘tzelffde te vrijen ende te waren naden landtrecht tot dezen dage toe. Coram heemraden quibus supra.

            Frans Geritsz, schout; Henrick Beijermans van Weert.

Desen viijen januarij xvC Lxxxvij compareerden Frans Geritsz voir hem zelven ende zich sterck maeckende voir Jan Ffransz, zijnen zoen ende Adriaen Franssen zijnen zoen voir hem zelven ende gaven over met vrijer giften zoo recht is Henrick Beijermans van Weert twaelff geerden lants geleghen inde Werffcampen, Huijbert den Boer ende Willem Geritsz ten naesten gelandt aende oostzijde ende Peeter Joachims ofte zijn kijnder aende westzijde. Streckende vander halver Keen aff noirtwaert op ter halver Maes toe. Ende geloeffden dese xij gerden lants te vrijen ende te waren naden lantrecht tot desen daghe toe. Heemraden Jan Zegersz ende Bastiaen Aertsz.

In de kantlijn van dit stukje een niet afgemaakte doorgehaalde zin:

Opten xixen martij 88 bekenden Ffrans G.

De wilceur (met datum 11-10-1587!!) met betaling blijkt op fol 278r te staan. Hieruit volgt:

Koopsom 444 rijnsgulden, in twee helften te betalen. Het tweede deel is betaald op 19-3-1587.

Den 26 december 86 hebben Steven Aertsz die oostzijde van ‘tLangweer inden Nieuwen Polder met Adriaen Michielsz geerfdeelt in vueghen dat Adriaen Michielsz geerfdeelt is met zijn sestendeel opten oosten candt naest den sloot onder conditien dat den houtwas die geplandt is ofte naemaels geplant zal moeghen woirden bijden voirss Steven Aertsz ende Adriaen Michielsz naer advenant elck zijns goets genoeten ende gehouden sullen woirden int halff weer. Actum als boven. Heemraden Jan Zegersz ende Jan Meeusz

Fol. 277v.

Transport op datum: 9-1-1587.

Verkoper: Peter Jacob Buijsz (Buijsen).

Koper: Mercelis Wilmsz.

Betreft verkoop van: 4 1/2 geerden lants inde Werffcampen, bedeelt opten oostcandt int geheel weer.

Belend             noord: halve Maes.

                        zuid: halve Keen.

                        oost: Adriaen Adriaensz Casteleijn c.s.

                        west: Cornelis Gijsberts int zelve lant.

Koopsom: 24 ponden groiten vlaams

Te voldoen als volgt: 1/2 gereet, de andere helft over precies een jaar.

Verklaring van voldaan zijn op: 24-1-1587 (sic!)

Ten voirss daghe compareerden Peeter Jacobsz voirss ende heeft rechtelijcken geconstitueert ende tot waerburch gestelt Mercelis Wilmsz twee geerden lants gelegen in Peerken Tomas weer, streckende vander halver Meulenpatsche straet aff noirtwaert op ter halver Maes toe ende dat voir alsulcke commer renthen ofte chijnsen die op die voirss vijftalff geerd landts naemaels bevonden mochten woirden voir datum van desen metten recht verobligeert te wezen, aengesien Mercelis voirss dit voirss goet nu vrij gecoft heeft, mits conditien dat den voirss Peeter Jacobsz dit voirss goet tot zijnen coste drie sondachse geboden geven moet, ten eijnde hij noch den voirss Mercelis Wilms voir sijne voirss xxiiij ponden vlaems naemaels niet gefrustreert, noch vercort en worden. Actum als boven, heemraden als boven.

los briefje:

Ick Aert Simonss kenne ontfangen te hebben vuijt handen van Wilm Stoffelen van Raemsdonck de somme van sesthien rijnsgulden. Ende dat in mindernisse vanden tweden termijn die hij mij sculdich is vuijtwijsende mij bescheijt dat onder den secretaris van Raemsdonck rustende is. Des oirconde so hebbe ick Aert voirss dese quijtantie ondertekent den ijen octobris 83(?). Aert vanden Berch Sz.

Fol. 278r.

            Willem Schuermans; Jan Adriaensz Cuijper.

Desen xjen octobris xvC Lxxxvij compareerden Mathijs Jacobs Quatpeert als gemechtich van Willem Jansz Schuermans blijckende bij procuratie, ons heemraden gebleecken ende voirgelesen ende gaff vuijt crachte van dijen over met vrijer giften zoo rech is Jan Adriaensz Cuijper een gerechte sesthiendendeel in Schuermanslandt, gelegen in Engelandt, zoo groot ende cleijn als den voirss Jan Adriaensz hier voiren van Servaes Woutersz gecoft ende metten recht ontfangen heeft, onbedeelt in d’een helft. Met zijn schauwe ende gebuerlijcke rechten daer met recht toe behoirende. Streckende vanden halver Brantweteringhe aff zuijtwaert op totten Broexen water toe. Ende geloefden Mathijs Jacobsz inde qualiteijt voirss dit sesthiendendeel lants te vrijen ende te waren naden landtrecht tot desen daghe toe. Heemraders Dirck Adriaensz ende Jan Meeusz.

Op deze plaats staat de wilkeur, die kennelijk behoort bij het transport van Frans Gerits aan Henrick Beijermans van Weert van fol. 277r. (zie verder aldaar).

Fol. 278v.

Transport op datum: 7-3-1587.

Verkoper: Bastiaen Aertsz.

Koper: Jan Huijbrecht Teunisz.

Betreft verkoop van: een huijs ende erve, daer aen gestaen ende geleghen opt Leech Veer (sic er staat dus niet: leech veen!) inden ambacht van Raemsdonck.

Belend             noord: Zeger Henricx erve.

                        zuid: halve Poelsloot.

                        oost: Huijbert (? lijkt doorgestreept) en Adriaen Jansz Reool.

                        west: Meeus Adriaensz erfgenamen.

Koopsom: 480 rijnsgulden.

Te voldoen als volgt: 200 gld gereet, de rest op 2 volgende Bamisdagen.

Verklaring van voldaan zijn op: 27-5-’92.

Fol. 279r.

Transport op datum: 21-3-1587.

Verkoper: Jan Meeusz Hoevenaer erfgenamen (In de transport acte alleen Jan Meeusz genoemd, in de wilceur Jan Meeus Hoevenaer): Andries Jansz voir hem zelven ende vervanghende zijn moeder ende allen zijn broeders ende susters ende susters kijnder.

Koper: Mercelis Wilmsz.

Betreft verkoop van: 9 geerden lants inde Werffcampen.

Belend             noord: halver Maes.

                        zuid: Werffcampsche straet.

Idem noch vijfftalff geerde int zelve weer in manieren als voiren. Streckende vanden sloot aff die int Werffcampensche gat gegraven leijt noirtwaert op ter halver Maes toe, in alder manieren als Jan Meeusz zaliger dat gebruijckt ende toebehoirt heeft.

                        oost: Mercelis Willems voirss int zelve weer met iiij1/2 geerde

                        west: Emsteijns landt.

Koopsom: 29 ponden groten vlaams.

Te voldoen als volgt: 9 pond gereet, de rest op 2 opvolgende Paasdagen.

9 pond gereed ontvangen door Andries Jansz op transportdatum.

Op 14-4 ontvangen 10 pond door Meeus Jansz voir hem zelf als mede als voogd van Lesken zijn moeder en vervangende al zijn broers en zusters.

Verklaring van voldaan zijn op: 3-9-1589. Ontvangen door Meeus Jansz in qualiteijt als hiervoor.

Fol. 279v.

            Rekeninghe bij Huijbrecht Jansz Bosser gedaen voir schout ende heemraden vande adminsitratie ende bewijs van Brievinck Huijbrechts kijnder goeden tot dezen dage toe gehadt.

Op huijden dezen iersten aprilis xvC Lxxxvij compareerden Huijbert Jansz Bosser als voicht van Brievinck Huijbrechts achtergelaten weeskijnderen ende heeft in presentie van Ariaen Wilmsz als oom ende toesiender ende Anniken Brievinckdr voir schout ende heemraden tot Raemsdonck op zijnen eedt rekeninghe ende bewijs gedaen zoo recht is vande administratie die welcke hij heeft gehadt zedert die laetze rekeninghe vande goederen van Brievinck Huijbrechts kijnder tot dezen dage toe. Die ontfanck ende vuijtgeeff jegens malcanderen geliquideert ende affgetoighen wezende, is in slot van goede rekeninghe bevonden dat Huijbert Jansz meer vuijtgegeven dan ontfangen heeft die zomme van zeven ponden groiten vlaams eens. Ende zal in affcortinghe van dijen ontfanghen van Dirck Adriaensz vande leste bruijckweer, nu verschenen, die somma van vijff rijnsgulden ende die resterende zevenendertich rijnsgulden zal hij ontfangen vande ierste penningen die de kijnderen voirnoemt van eenighe vercofte goederen zullen maicken. Ende allen schulden ende crediten diemen mocht bevinden in Brabant ende elders ontfangen te zijn zullen die kijnderen voirnoemt alleen ontfangen zonder dat Huijbert voirtsaen daer inne gehouden sal zijn. Actum als boven, heemraden Jan Zegersz ende Dirck Adriaensz.

            Cornelis Adriaensz; Frans Dircxz.

Desen xxiijen junij xvC Lxxxvij compareerden Cornelis Adriaensz voirde eenhelft ende Meeus Wilmsz zoo voir hem zelven ende vervangende Peeterken Cornelis ende Lijnken Cornelisdochteren ende Cornelis Adriaensz voirss als gemechtich van Ariaen Jacobsz blijckende bij procuratie in date den xxviijen meij 87 die wij hebben gezien ende horen lezen ende gaff over mete eenen verlije zoo als recht is Ffrans Dircxz die drie achtendeelen onbedeelt inde coeweij geleghen neffens den Berchsen wech opt Veer. Streckende vanden halven watersloot aff aent zuijden eijnde noirtwaert op totten dijcamp toe ofte zoo verde als Cornelis Adriaensz daer inne gerecht is vuijtwijsens d’oude brieffven daer van zijnde, Tuenis Joosten met zijnen consorten geleghen aende oostzijde ende den Berchschen wech aende westzijde. Ende geloefden Cornelis Adriaensz cum socijs voirnoemt dit voirss erve te vrijen ende te waren naden landtrecht tot dezen daghe toe. Mits conditien dat den voirss Ffrans Dircx gehouden weer van deze voirss drie achtendeelen lants alle schauwen ende gebuerlijcke rechten daer met recht toebehoirende altijt t’onderhouden ende daer van jaerlijcx vuijte reijcken zeven rijnsguldenlosrenten met twee diversche brieven daer op geconstitueert zonder meer. Actum als boven. Coram heemraders Dirck Adriaensz ende Jan Meeus.

Fol. 280r.

            Erfdelinghe gedaen tusschen Tuenis Jacobsz ende Gerit Tuenisz, vanden grindt ende landt geleghen aen het Dongs Schoer.

Op huijden dezen xxiiijen junij xvC Lxxxvij compareerden Gerit Tuenisz ende Tuenis Jacobsz ende hebben bij lotinghe geerfdeelt haren grindt ende landt gelegen inde Klein Dong, dwelck haer tzamen competeerden. In zulcker vueghen dat Gerit Antonisz ende zijnen naercoemelinghen erfflijck hebben ende behouden zullen den westen candt vanden voirss grindt ende lande daer aen Frans Dircxz gelegen ten naesten aende westenzijde ende Antonis Jacobsz aende oostzijde. Ende Antonis Jacobsz ende zijnen naecoemelinghen zal erfflijcken hebben ende behouden den oosten candt vanden voirss grindt ende landt daer aen den jongen Tuenis Joosten gelegen ten naesten aende oostzijde ende Gerit Tuenisz voirss aende westzijde. Streckende deze voirss erffnisse vander halver Keen aff noirtwaert op totten wiel toe. Welverstaende dat den voirss Antonis Jacobsz ende zijnen naecomelingen altijt over Gerit Antonisz landt aen ‘tnoirden eijnde ter straten toe vuijt zal moeghen steghen ende weghen, mede onderhoudende den dam aende straet zoe de noot vereijschen zal. Ende zal een iegelijck hebben zijn breete deurgaende gelijck den grondt iegenwoirduch gescheijden ende begraven leijt. Actum als boven.

            Aert Jan Rombouts; Cornelis Lemmen Maes.

Dezen lesten decembris xvC Lxxxvj compareerden Aert Jan Rombouts als gemechtich van Huijbert Ariaen Jan Pouwels, Adam Cornelis Daem …….. ende Cornelis Cornelis Pauwels als voicht met Peeter Jansz Vermer als toesiender van Pauwels, Marijnen ende Janniken, onbeiaerde kijnderen van wijlen Adriaen Jan Pauwelsz, blijckende bij procuratie gepasseert voir notaris ende getuijgen tot Oosterhout in date den xvjen decembris anno 86 ons heemraden voirgelezen. Ende gaff vuijt crachte van dijen over met vrijer gifte zoo recht is Ffrans Geritsz, schout, tot behoeff van Cornelis Lemmen Maes ontrent een buijnder lants onbegrepen der maten, gelegen inde Oirden inden ambacht van Raemsdonck, volgende die vercopinghe daer van gedaen. Streckende vander Donga aff noirtwaert op totte Schravenmoersche vaert toe, Jan Govaertsz met cloosters oirde ende Henrick Pauwels Vermeulen gelegen oost ende Peter Jan Roel de Meijners west. Met zijn gebuerlijcke rechten daer met recht toe behoirende. Ende geloeffden Aert Jansz, inde qualiteijt voirss, dit voirss erve den voirss Cornelis Lemmen Maes te vrijen ende te waren naden lantrecht tot dezen daghe. Heemraden Jan Zegersz ende Dirck Adriaensz.

Fol. 280v.

            Eerffdelinghe aengebrocht tusschen die erffgenamen wijlen Adriaen Petersz Schoenmackers opten xiijen novembris xvC Lxxxv.

Inden iersten Jan Adriaensz ende Peeter Claes weeskijndt zamen geloot, gecavelt ende geerfdeelt op zesse geerden landts, geleghe inden ambacht van Groitwaspijck. Peeter Adriaensdr cum suis gelegen oost ende Adriaen Aerts west met zeven rijnsgulden losrenthen daer jaerlijcx vuijtgaende. Noch die zelffde tzamen geerfdeelt op een stuck lants geleghen opte Vlaeijkens. Streckende vander halver Vlaeijkens straet aff noirtwaert op totten Poelsloot toe met vier rijnsgulden thien stuijvers losrenthen daer jaerlijcx vuijtgaende. Idem noch zoo moeten Jan Adriaensz tvoirss weeskijndt jaerlijcx gelden Maeij Robben een renth van vier rijnsgulden tziaers waer van Jan Adriaensz voirnoemt moet jaerlijcx gelden drie rijnsgulden ende Peter Claes kijnt eenen gulden staende opte Hoeckampen die haren vader ende groitvader voirss in zijnen leve vercoft heeft ende die renth aen hem gehouden. Ende moet het voirss weeskijndt noch gelden die helft van een renth van vier rijnsgulden tsiaers die Adriaen Jansz Neeff (achternaam of familierelatie?) heffende is ende die naebeschreven personen d’andere twee rijnsgulden. Idem noch een obligatie van vijftich rijnsgulden tziaers die den voirss Jan en weeskijndt tzamen aen Aert den Timmerman gelden moeten. Elcke renth ende obligatie met zijn verloopen.

Hierjegens zijn Ariaen, Frans ende Anneken Adriaensz tzamen geloot ende geerfdeelt opte stede vanden buijtendijcxen dwersloot aff aende Dieffdijck noirtwaert op ter maes toe in alder manieren als Adriaen Petersz, haren vader, die achtergelaten heeft met     (niet ingevuld) jaerlijcxe renthen die onder den Wijngaert vujtenreijcken, vuijtwijzens hare brieven. Met noch een renth van zes rijnsgulden tsiaers tot Breda vuijtereijcken, staende opte helft vande buijtendijcxen werff. Met vuijte zelve stede vuijte reijcken vier rijnsgulden tsiaers die Jan Gijsen suster jaerlijcx heffende is. Idem noch zoe moeten zij Ariaen Jansz Neeff jaerlijcx gelden twee rijnsgulden losrenthen, daer Peter Claes kijndt die wederhelft aff gelden moet oick twee gulden bedraegende.

Idem noch moeten die zelffde jaerlijcx gelden achtalven rijnsgulden losrenthen die Maeijken inde Bock met twee verscheijden brieven heffende is. Idem noch hondert rijnsgulden eens bij obligatie die Maeij Roelen competeert. Elcke rent te betalen opten daghen ende te lossen vuijtwijsens de brieven metten verloopen pachten elcx tot dezen dage toe verlopen. Met noch het land inde acker mett beijde die dijcken allen die gebuerlijcke rechten ende schauwen t’onderhouden. Al zonder argelist. Heemraden Jan Zegers ende Dirck Adriaensz.

Opten zelven dage hebben Ariaen, Frans ende Aniken aengenoemen Neeltgen Ariaens haer innocente suster twee jaren in alles t’onderhouden voir allen ‘tgeene haer bijden testamente van haren vader is gemaeckt ende haer achtergelaten bij dode hairen vader voirss, niet vuijtgesondert. Te weten het landt aende sluijs, zes geerden wezende, den werff buijtendijcx aende Zijl bijde kerck, den omhoeck ende die huijsinge ende schuer metten erve daer aen, vuijtwijsens de testamente met die renthen daer vujt gaende. Heemraden als voiren.

Idem Ariaen, Frans ende Anniken voirss hebben tzamen ontfangen van haer moeders penningen die haer moeder haer heeft geleendt. Inden iersten xviij rijnsgulden van Andries Jaspaers vant landt achter die Schans die Maeij Roelen ontfangen heeft ende noch resten vande obligatie. Noch Lxxxj rijnsgulden vande lande opte Vlaeijkens die Maeijken Wouters ontfangen heeft ende Cornelis de Wever verschoten heeft, daer mede zij aende rentbrieff van vier rijnsgulden gelost hebben xxj gld ses stuijvers vande verloop maeckt tzamen die voirss somma van .xxxj(?) gld. Noch hebben zij van Huijmans ontfangen xv gld van coep vande acker noch zes rijnsgulden van …. (?) die de moeder oick quamen van staecken ende Marij Roelen oick ontfangen heeft opte hondert rijnsgulden die zij tzamen haer mosten betalen.

Idem noch zoo heeft die moeder haer geleendt haer landt opte Geeskens daer zij opgestelt heeft die vier rijnsgulden ende noch twee rijnsgulden verloopen jaerlijcx, is nu tzamen ses gld tsiaers die rest onleesbaar

Fol. 281r.

            Copie.

Ick Cornelis Henrick Jansz voir mij selven ende mede vervanghende allen die gerechte erffgenamen van Willem Jan Goesselsz aengaende zijn svaders zijde, kenne mits dezen voir mij ende mijne naecoemelinghen ende hairen naecomelinghen als voirss is verteghen te hebben ende vertije mits dezen voir mij ende de voirss erfgenamen mit behoirlijcke renuntiatie, mij ofte den geenen hem van Willem Jan Goessens vaders weghen rechts soude moeghen vermeeten in eenighe van Willem Jansz voirss naegelaeten goederen, geen vuijtgesondert, nu ofte ten eewighen daghen. Ende deur oirsacke dat ick versocht ende bevonden hebben rechtelijcken ‘tzelffde ons ontmaeckt te wezen, oircondens mijn eijghen handt hier onder gestelt tot vasticheijt desen ixen maij anno xvC Lxxxj, onder stondt gescreven bij mij Cornelis Henrick Jansz onderteijckent met zijn gewoonlijck handtmerck, is bevonden accorderende bij mij gesworen cleck. Melis Cornelisz, 1581.

            Erfdeelinghe tusschen Jan Stoffelsz, Commer Huijbrechtsz ende Willem Buijsen, vuijten naeme van Staes Huijbrechtsz weeskijnderen aengaende den grindt.

Inden iersten Jan Stoffelsz geloet, gecavelt ende geerfdeelt op twee acker grinden geleghen naest Adriaen Janss Bernieren. Streckende vant hoijlant aff noirtwaert op ter halver Maes toe. Met noch een westen acker streckende van iersten dwersgrippel aff zuijtwaert op totten hoijlandt toe. Mits ontfangende tot vastelavont ierstcomende van Commer zijnen broeder ses Karolus gulden eens.

Commer Huijbrechtsz gecavelt ende geerfdeelt op allen den grindt zo groit ende cleijn ende in alder manieren als Henrick Adriaensz die altijt gebruijckt ende achtergelaten heeft. Mits vuijtreijckende Jan Stoffels, sijnen broeder, tot vastelavont ierstcomende anno Lxxxij die somma van ses Karolus gulden eens als verwilceurde schult.

Willem Buijsen, vuijten naeme ende tot behoeff van Staes Huijbrechtsz weeskijnderen gecavelt ende geerfdeelt op twee acker grinden int voirss landt. Streckende vanden hoijlandt aff noirtwaert op ter halver Maes toe. Mits dat die voirss weeskijnderen den eenen acker geheel een eijndt aent zuijden eijndt hebben sullen. Altois geduerende dese voirss lotinghe zo langhe als daer aen weerzijde grindt gehouden ende geteilt sal woirden. Aldus aengebracht den xiijen maij anno xvC Lxxxj scrivens Luijck voir Adriaen Jan Andriesz ende Dierck Adriaensz, beijde als heemraden waervoiren parthijen hebben verteghen ende haer bedanckt der goeder deijlinghe. Belovende dese t’onderhouden op een boete van seven gouden realen te verbeuren.

Fol. 281v.

Ten voirss daeghe compareerden Commer Huijbrechtsz ende heeft rechtelijcken verwilcuert te betaelen Jan Stoffels, zijnen broeder, die somma van ses Karolus gulden eens tot vastelavont ierstcomende anno tweeen tachtentich onder ‘tverbant van allen zijnen goederen, hebbende ende vercrijgende, geen vuijtgesondert, voirden iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Heemraden als voiren.

            Transport.

Desen xviijen maij anno xvC Lxxxj scrivens Luijck compareerden Cornelis Teunisz ende heeft rechtelijcken getransporteert, gecedeert ende overbedraighen, transporteerde, cedeerde ende droech over mits dezen Cornelis Dierck Mertensz eenen renthbrieff van eenen Karolusgulden ende thien stuijvers tziaers, staende ende veronderpandt op Peeter Adriaen Meeusz huijs ende voirts opt landt daeraen streckende ter halver brandtweteringhe toe, vrij goet naer vuijtwijsens den ouden brieff wezende in date den lesten dach van junio anno xvC ende xxiij als boven voir heemraders Jan Zegersz, Adriaen Aertsz, Adriaen Jansz ende Dirck Adriaensz waer van den selven is gebleecken ongecanceleert ende bevonden vuijthanghende bezegelt met eenen groenen zegel, bij mij geswoiren clerck Melis Cornelisz 1581.

dertich stuijvers tziaers.

            D’erffgenamen van Wilm Jan Goesselsz.

Desen xviiijen maij anno xvC Lxxxj compareerden die gerechte erffgenamen van Wilm Jan Goesselsz aengaende zijn smoeders zijde Ariaen Claes Claes ende Adriaen Ariaen Peetersz als voichden van Aerdt Gielis Petersz vande Corput, namelijck Dammus Jorisz voir hem selven, Jan Cleijs Lauwereijs voir hem selven Jacob Cleijs Lauwereijs voir hem selven ende mede vervanghende zijn broeder(s?) ende susters, Cornelis Tuenis Lauwereijsz voir hem selven ende vervanghende zijn suster, Tuenis Tuenis Lauwereijsz voir hem selven, Peter Ariaensz Vermeer voir hem zelven ende vervanghende Adriaen Adriaen Lauwereijsz sijn swager, Gijsbrecht Jansz als voicht van Ariaen Lauwereijs weeskijnder ende Jan Aertsz als voicht van Neltghen Lauwereijs weeskijnde­ren ende gaven gesamenderhandt over met eenen verlije zo als recht is Cornelis Roelensz een vierdepaert in een huijs, boomgaert ende erffnisse daer aen geleghen, mitsgaeders allen die haeve huijsraet, imboel, schut, schult, wederschult, alles wat den voirss Willem Jansz op Vlendonck toebehoirt heeft alles daer aen die gerechte een helft ende hebben comparanten voirnoemt daerop verticht gedaen ende verthijen mits dezen met behoirlijcke renuntiatie haer ende haeren naecomelinghen van nu voirtaen daer geen recht noch eijgendom meer aen te behouden ofte vermeeten, int groit ofte cleijn ofte in eenigher manieren, nu ofte ten eewighen daeghen. Heemraders Adriaen Jansz ende Dirck Adriaensz.

Fol. 282r.

            Cornelis Jan Roelen; d’erffgenamen van Willem Jan Goessels.

Eodem die compareerden Cornelis Jan Roelensz ende heeft rechtelijcken gelooft ende verwilceurt zo als recht is schuldich te wezen die gerechte erffgenamen van Willem Jan Goessels moeders weghen voiren genomineert gesamenderhandt die somma van twaelff ponden groiten vlaams eens vrijts gelts, ‘t stuck tot ses karolus gulden, den gulden tot veertich groiten vlaams gereekent te betaelen tot Bamisse ierstcomende anno xvC Lxxxi onder ‘tverbandt vanden goederen daer dezen wilceur aff spruijt ende voirts allen zijnen anderen goederen, ruerende ende onruerende, present ende toecomende, geen vuijtgesondert voirden iersten penck metten lesten betaelt zal wezen. Heemraden als voiren.

Dezen xijen octobris anno Lxxxj compareerden allen die gerechte erffgenamen van Willem Jan Goessels ende hebben haer goeder betaelinghe bedanckt van Cornelis Jansz vande voirss wilceur, den iersten penninck metten lesten.

            Waerburchschap.

Desen xijen octobris anno xvC Lxxxj zijn voir heemraders ondergescreven gecompareerdt die gerechte erffgenamen van Wilm Jan Goesselsz namelijck Ariaen Claes Claesz ende Adriaen Ariaen Peetersz als voichden van Aerdt Gielis Petersz vande Corput, Damus Jorisz, Jacob Claes Lauwereijs ende Jan Claes Lauwereijs ende vervanghende Ariaenken Claes, Neeltghen Claes, Commerken Claes, Lenaertken Claes ende Lijsken Claes dochteren haerer susteren, Peter Ariaensz Vermeer ende vervanghende Adriaen Pauwels Lauwereijsz (sic vergelijk met voor voorgaande acte, het zal òf hier goed staan òf het is Adriaen Adriaen Lauwereijsz) zijnen swager, Cornelis Tuenis Lauwere­ijsz voir hem selven ende vervanghende Tuenis Tuenis (Lauwereijsz), zijnen broeder ende Pleuntken Tuenisdr, sijn suster ende vervanghende noch Jan Aertsz als vader ende voicht van Aertken ende Janniken Jan Aertsz dochteren, Gijsbrecht Jansz als als vader ende voicht van Ariaenen, Jannen, Peeteren, Maeijken ende Elken zijne kijnderen.

Ende hebben gesamenderhandt ende elcx bijsonder tot een onsterflijcken waerburch gestelt, Cornelis Jansz Roelen een gerechte vierendeel in eenen geer duergaende onbedeelt, waervan Gerit Wouters weeu geleghen is oist ende Jan Claeuwen erffgenamen west. Streckende vanden halven leechen wech aff noirtwaert op tot Lauwereijs Janss cum suis erve toe. In alder manieren als den Heijlighen Geest dat langhen tijt verhuert heeft gehadt. Ende dat voir alsulcken twaelff ponden groiten Vlaams als zij voirss erffgenamen van den voirss Cornelis Jansz vande erffnisse ofte besterff hier voiren inde vest gespecificeert ten vollen ontfangen hebben, ten eijnde offer eenighe gerichte erffgenaamen meer voirtquaemen na date van dezen dan hier boven genomineert staen die welcke hem vuijt crachte van gerichte inde voirss gecofte ende betaelde goederen beschadicht, dat hem Cornelis voirss t’allen tijde aent voirss vierendeel vande geer verhaelen mach zonder contradictie. Actum als boven, heemraden Adriaen Aertsz ende Adriaen Jansz ende mij present Melis Cornelisz.

Fol. 282v.

Transport op datum: 10-10-1581.

Verkoper: Gerit Vermeer.

Koper: Teunis Joosten de Jonghen (zwager van de verkoper).

Betreft verkoop van: een weerken inde Cleijn Donck, ontrent eenen mergen

Belend             noord: halve Gebuerwech.

                        zuid: halve Keen.

                        oost: Zeger Henricxz met zijnen erve.

                        west: Tuenis Jansz c.s.

Koopsom: niet genoemd.

Transport op datum: 8-12-1581.

Verkoper: Jan Adriaensz als gerechte bestorven voicht ende Henrick Goverden, toesiender van Adriaen Jansz Bruijgoms weeskijndt (met consent van Adriaen Cornelisz ende Neltghen Gerits dr.

Koper: Seger Henricxz.

Betreft verkoop van: een vierendeel in een stuck lants geleghen inde Cleijn Donck, onbedeelt int weer

Belend             noord: halve Doncxer straet

                        zuid: halve Keen.

                        oost: Zeger Henricx voirss.

                        west: Tuenis Joosten de Jonghen.

Koopsom: 5 ponden groiten vlaams.

Te voldoen als volgt: op 2 achtereenvolgende Bamisdagen waarvan de eerste was in 1581.

Verklaring van voldaan zijn: Op de transportdatum bekende Dinghen de moeder vande voirss kijnder dat de helft betaald is.

Dinghen Jaspaers (kennelijk genoemde moeder) verklaart op 26-7-1583 dat met 15 gulden (=22 pond) de rest betaald is.

Fol. 283r.

            Rekeninghe van Willem Geritsz weeskijndt.

Desen viijen junij anno xvC Lxxxj Luijcx, soe hebben Willem Geritsz ende Wijt Woutersz, beijde op hairen eedt zoe als recht is reckeninghe gedaen van haeren ontfanck ende vuijtgeeff vande jare Lxxviij Lxxix ende Lxxx van weghen Willem Gerits weeskijndt verweckt bij Marijken Wouter Tijsdr sa. Ende is den vuijtgeeff ende ontfanck vande voirss drie jairen jeghens malcanderen affgerekent tot dezen iegenwoirdighen daeghe toe. Zoe is bij liquidatie van goede rekeninghe bevonden dat Wijt Woutersz voirss aen het voirss weeskijndt te cort coempt die zomme van neghen Karolus gulden ende elff st. ende dat Willem Geritsz van het voirss weeskijndt noch coempt de somma van ses Karolusgulden. Des zoe coemen hem die twee keters(?) daer zijn weeskijndt die helft in hadde. Wair voiren hem van zijnen vuijtgeeff tegent ‘tgeheel affgetoghen is twee Karolusgulden ende noch twee Philipsgulden die Willem voirss inde laetze rekeninghe noch te cort …. (?) Salvo coempt Willem Geritsz noch zuijver gelts t’ontfangen de somme van xxxv st. Des blijft die lanthuer, verschenen meij anno Lxxxj noch geheel t’ontfangen op xx st. ende xxxviij st. nae die Wijt woutersz daer op ontfangen heeft ende in deze rekeninghe gepasseert zijn. Noch zoe coempt Willem Geritsz van montcost vande voirss kijnde vande jare achtentzeventich die somma van elff karolusgulden …. ende toegelaten bij Wijt Woutersz als voicht ende schout ende heemraders als oppervoichden. Actum als boven, coram heemraden Jan Zegersz Adriaen Peters ende Dierck Adriaensz.

Ten voirss daeghe heeft Wijt Woutersz den schout betaelt ….. den secretaris v st.

Transport op datum: 11-11-1581.

Verkoper: Cornelis Adriaensz ende Dirck Adriaensz .

Koper: Adriaen Ansz.

Betreft verkoop (met een verlije) van: een stuck lants geleghen opde Killen.

Belend             noord: tweeden dwerslootken ofte Cornelis Adriaen …. erve.

                        zuid: halve Kae.

                        oost: Maeijken Peter Lemmen Aerden c.s.

                        west: Cornelis Huijben.

Koopsom: niet genoemd.

Fol. 283v.

Transport op datum: 11-11-1581.

Verkoper: Frans Geritsz, schout, als gemechtich van Gerbrandt Claesz.

Koper: Ariaen Jan Aertsz.

Betreft verkoop van: een halff banck.

Belend             noord: halve Kreeck.

                        zuid: S Peetersz landt.

                        oost: Jan Zegersz.

                        west: Ariaen Jan Aertsz voirss in de selve banck

Koopsom: niet genoemd.

Transport op datum: 2-9-1581.

Verkoper: Jan Petersz Croll.

Koper: Jacob Jansz van Donghen.

Betreft verkoop met een verlije) van: het gerechte vierdepaert inden wintmuelen ende rosmuelen metten vierdendeel vande werffen daer die voirss twee muelen nu ter tijt op getimmert staen, zoe groit ende cleijn als den voirss Jan Petersz daer inne gericht ende geerft is ofte zoe veele bij getuijghen bij eede geaffirmeert zal worden daer meer toe te behoiren ende vercoft te wezen mits dat den voirss Jacob Jansz gehouden is zonder cortinghe aen zijn selven te houden allet geene de Coninck daer jaerlijcx op heffende is ende vuijtgaet.

Koopsom: 400 Kar.gl. Betaalschema nauwelijks leesbaar, maar de wilceur is doorgehaald ten teken van betaling.

Fol. 284r.

Jacob Jansz van Donghen stelt Jan Petersz Croll ten behoeve van het hiervoor gekochte 1/4 in de 2 molens als onderpand voor zijn schulden.

            Testamentum ende vuijtersten wille van Anniken Ariaen Tuenisz huijsvrouwe.

Dezen xxjen octobris anno xvC Lxxxj compareerden Anniken Ariaen Tuenisz huijsvrouwe met Gerit Adriaensz hairen broeder ende gecoiren voicht in dezen, cranck zijnde van lichame, maer volcoemen van verstande alst voir oijghen bleeck, ende heeft gewilt ende begeert dat nae haer doot allen haere goederen, moble ende immoble, present ende toecomende, schult ende wederschult, die sij achterlaeten soude moeghen, sullen succederen, erven ende besterven op haer onmondighe weeskijnderen, verweckt bij Adriaen Tuenisz, haeren lesten man. Ende dat duer oirsaecken dat Peter ende Marijken, haire twee voirkijnderen van Peeter Jansz, haren vader, niet achtergelaeten ende overgeble­ven en is dan groite schult ende commer, die welcke Adriaen Tuenisz met zijne patrimonie goederen geliquideert ende betaelt heeft ende die voirss Peter ende Marijken daer mede naer vermoeghen op heeft helpen brenghen.

Salvo moeten die naekijnderen verweckt ende vercreghen bij Adriaen Tuenisz voirnoemt ofte hairen voicht, Peteren ende Maeijkens voirss over twee jaren volghende den date van dezen die somme van ses Karolus gulden tzaemen vuijtreijcken ende meer niet. Want haer belieft, wilt ende begeert Anniken voirss dat die haire ieghenwoirdighe testament ende vuijtersten wille zal woirden gehouden voir goet vast ende van volder weerden voir alle rechten en rechteren, want zij verclaert ‘tzelffde te zijn haren vuijtersten wille ende meijninghe al zonder argelist. Heemraders Adriaen Petersz ende Adriaen Jan Andriesz ende mij present Melis Cornelisz.

Fol. 284v.  (rechterkant van het blad slecht leesbaar!!!)

Erffdeelinghe tusschen die wedue van Jan Geritsz van Bommel ende haren weeskijnde­ren verweckt bijden voirss Jan Geritsz sa. Aengebracht dezen xvijen octobris anno xvC Lxxxj scrijvens Luijck.

Inden iersten Aentken wedue voirnoemt gecavelt ende geerfdeelt op een weer lants van ix geerden geleghen op Veer(?) opden westencandt, Peter(?) Joachimsz oostwaert ende Steven Aerts westwaert. Streckende vanden dwerslott aff die Peer Jan Lemmensz gegraven heeft noirtwaert op ter halver Maes toe, elcx int geheel weer al even diep die moeder ende haere kijnderen. Ende waer dattet geerdt elcx even veel te wa.. meten .. opt vierendeel vant landt inde acker gemeen met Jan Meeusz .. westencandt streckende vander dwersloot aff die naast de Dieffdijck leijt aende zuijtzijde noirtwaert op totten iersten buijtendijxen dwersloot toe aen die kerck. Noch opt achtendeel in zelffde weerken vanden iersten dwersloot buijten den Dieffdijck zuijtwaert op totten halver kreeck toe, het meulenweer oost ende Jan Maesz west ….

Noch op een halff stuck lants opden westen candt geleghen opde … Streckende vander Kae aff noirtwaert op ter halver Bergensche straet toe, Joost Daniels cum suis oist ende Ariaeen Wircken cum suis west. Noch op halff die stede opde Berghen, streckende vander halver Bergenscher straet aff noirtwaet op ten halven Geijlsloot toe. Michiel … oist ende Adriaen Gijben den Jonghen west. Noch op halff het eijndt …. bij Tomas Vrancken opden westen candt, streckende vander halver …. straet aff zuijtwaert op tot Tuenis Jan Berthen erve toe, Joachim … oist ende Tomas Vrancken west, elck percheel met zijn steghen, weghen ende allen gebuerlijcke rechten daer toe behoirende. Noch op een halff renthe van seven Karolus gulden tsiaers die Joost Z…. vuijtgeeft, geconstitueert ende verschenen vuijtwijsens tsbrieffs. Noch op een halff renth van iij2 Karolusgulden tsiaers die Willem Jansz …geeft verschenen ende te lossen vuijtwijsens sbrieffs. Noch op halff d’obligatie die Joachim Meeusz verleden heeft te lossen nae sprecken der selver. Noch op halff d’obligatie die Lijsken … verleden heeft luijdende van vier ponden Vlaams buijten den intrest.

In allen erffgoederen voirss die wedue voirss bedeelt opden westen candt.

Hierjeghens haire vier weeskijnderen geloot, gecavelt ende geerfdeelt op die oostzijde van allen die voirss stucken ende goederen boven gelimiteert ende genomineeert, mitsgaders op die eenhelft vande voirss renthen boven gespecificeert ende voirts op die gerechte eenhelft vande renthen ofte incoemende penningen diemen nae date van dezen zoude moeghen bevinden, nu niet wetende, mitsgaeders alle vuijtgaende die noch soude moeghen oprijsen voor datum van desen vervallen ende niet wetende sullen die moeder ende die kijnderen malcanderen helpen draeghen, elcx even diep. Bedanckende haer parthijen der goedere deijlinghe, geloevende deze t’onderhouden op een boete van xL Karolusgulden te verbueren. Heemraden Adriaen Adriaensz ende Adriaen Jansz, ter presentie van Ariaen Gerits van Bommel, Willem Geritsz ende Adriaen Janss Bernieren als voichden ende toesienders hier toe versocht.

Fol. 285r.

            Aenneminghe van Alitken Jan Gerits wedue haere onmondighe weeskijnderen verweckt bij Jan Geritsz van Bommel zaligher.

Ten voirss daeghe soo heeft soe heeft Alitken wedue wijlen Jan Geritsz met Willem Geritsz ende Adriaen Jansz Bernieren haeren gecoiren voicht in dezen aengenoemen van Adriaen Gertits van Bommel den gerechte bestorven voicht bij consent ende advijs vanden gerechte oppervoichden, haere vier onmondighe weeskijnderen, namelijck Geritden, Peteren, Lijskens ende Marijken Jan Geritsz kijnderen van nu maijdach aff aen ierstcoemende anno xvC Lxxxij scrijvens Luijck drie jaeren lanck geduerende te almenteren in cost ende dranck ende t’onderhouden ….enz.

Hiervoor krijgt moeder alle roerende en onroerende goederen en het vruchtgebruik van de erfgoederen met noch ‘tgelt datter rest vandt peerdt dat Neel Coman Jans noch schuldich is.

            Huijbrecht Jansz Muister; Ffrans Dierck Geritsz.

Dezen xxixen januarij anno 1582 compareerden Huijbrecht Jansz Muijster als gemechtich van Aentghen wedue wijlen Vas Tomasz blijckende bij procuratie gedateert den xxviijen dezer maent die wij schout ende heemraders ondergescreven gesien hebben ende hoiren lezen ende gaf vuijt crachte van dien over met vrijer gifte zo als recht is Melis Cornelisz onzen secretaris tot behoeff van Ffrans Dierck Geritsz een gerechte vierdepaert in een stuck lants geleghen opt Veer onbedeelt met Baeijen Geritsz kijnder int half weer opden oisten cant, streckende vanden halven gebuerwech noirtwaert op ten halven sloot toe die aen tzuijden eijndt van Jan Meeusz goet leijt, Baeijen Jansz kijnder voirss (sic! er staat hiervoor echt Baeijen Geritsz) geleghen aende oistzijde ende Zeger Henricxz int zelve lant aende westzijde. Ende geloefden Huijbrecht Jan vuijten name voirss dit voirss vierendeel lants te vrijen ende te waeren naden lantrecht. Heemraden Jan Zegersz ende Adriaen Jansz.

Fol. 285v. (rechterkant van het blad slecht leesbaar!)

            Accordatie tusschen Dierck Rutten ende Willem Geritsz aengaende die heijningh tusschen haerder beijder huijsen ende hoffstede.

Dezen xven decembris anno xvC Lxxxj sijn minnelijcken veraccordeert met tussches­preecken van schout ende heemraders tot Raemsdonck Dirck Rutten ende Willem Geritsz nopende die heijninghe haerder beijder huijsen ende werven daeraen geleghen inde Meulenpat(?)

Dats te weeten den thuijn die Dierck Rutten ten anderen tijde ge…. ende getuijndt heeft aende oistzijde van Willem Geritsz huijs zal ..den ingetoighen oistwaert in Dirck Rutten erve gelijck dat … ter tijt besteckt ende metten heer bepaalt is ende eeuwelijcken blijven …. zoo dat Willem Geritsz ende zijnen naecomelinghen altijt aende ….de neffens zijn huijs gemackelijcken mach steghen, weghen, rijen ende jaeghen. Ende moeten parthijen malcanderen altijt helpen tuijnen ende heijnen, elcx even veell van voir aen Willem Geritsz huijs aff voorwaert op zoe verde als werffven reijcken, te weeten Wilem Geritsz het noirden eijndt ende Dirck Rutten het zuijden eijndt mits conditien ende wel besproicken voirwaerden dat Willem Geritsz ofte zijnen naecoemelinghen noch die geene die buijtendijcx teijnden Dirck Rutten voirss hoffstede geerft ende gegoeijt zijn, nu ofte ten eewighen daghe niet meer en sullen steghen, weghen, rijen ofte jaeghen over Dirck Rutten voirss erve ofte hoffstadt. Maer zullen van nu voirt aen rijen, jaeghen, steghen ende weghen over Willem Geritsz voirss werff ofte hoffstadt ten Heerstraeten toe.

Des zoe is Dirck Rutten voirss ende zijnen naecomelinghen althois gehouden den voirss Willem Geritsz ende zijnen naecomelinghen aende noirtwesten hoeck van zijnen werff te laeten ende te maicken plaetz omme den draeij te crijghen, zoe dat Willem voirss ende zijnen naecomelinghen t’allen tijde mette waghen vuijt zijn landt achter den voirss Dirck Rutten geleghen met gemack op zijne werff mach rijen ende jaeghen te weeten die wijtte vande westen sloot aff opden oiste candt van dien affgemeeten vijffthien houtvoeten breet oistwaert in Dirck Rutten werff .. vanden noirden eijndt aff te weten van zuijden candt vande dwersloot ofte twintich voirss voeten lanck zuijtwaert op dies zoe is Willem voirss gehouden ende zijnen naecomelinghen in den dam thecken(?) t’onderhouden ende … voirss ende zijnen naecomelinghen thecken voir aen Willem Geritsz hoeck …. huijs.

Is hier beneffens noch expresselijcken ondersproicken dat Dierck Rutten voirss ende zijnen naecomelinghen altois de draeij met waghen ……  voir Willem Geritsz voirtze deur lancx zoe dat hij gemackelijcken …. achterhuijs metten waghe gewinnen can.

Ende zijn parthijen hier inne minnelijcken veraccordeert voir hair ende haerder beijder naecomelinghen ende beloeven aen sijne candt deze t’onderhouden ende tachtervolg­hen op een boete van vijftich Karolusgulden te verbueren te gaen naer peijnenrecht. Actum als voir, heemraders Adriaen Ariaen Petersz, Jan Zegersz, Adriaen Aertsz Schouten ende Dirck Adriaensz, mij present Melis Cornelisz.

Fol. 286r.

            Rekeninghe van Jan Stoffelsz van weghen Henrick Gijsbrechtsz weeskijndt gedaen voir schout ende heemraders tot Raemsdonck ter presentie Lauwereijs Jacobsz als toesiender ende Gerit Andriesz den oom.

Dezen xxvijen februarij anno xvC Lxxxij scrijvens Luijck, zoe heeft Jan Stoffelsz den gerechten bestorven voicht van Truijcken Henrick Gijsbrechts weeskijndt ter presentie van Lauwereijs Jacobsz den toesiender, Jan Ariaen Henrickz ende Gerit Andriesz beijde oomen vande voirss weeskijndt, bij zijnen eede rekeninghe gedaen zoe als recht is van zijnen ontffanck ende vuijtgeeff sedert Gijsbrecht Henricxz laetste rekeninghe tot dezzen daeghe toe.

Ende is den ontfanck ende vuijtgeeff den voirss weeskijnt aengaende geliquideert ende vereffent zoe is bij liquidatie van goede rekeninghe bevonden dat den ontfanck vande voirss Jan Stoffelsz dan den vuijtgeef meerder is thien stuijvers ij duits die welcke den toesiender ende oomen voirss bij consent vande gerechte den voirss Jan Stoffelsz voir sijn administratie ende getrouwe dienst geschonkcen hebben. Actum als boven voir heemraders Adriaen Jansz ende Dirck Adriaensz.

Item dit zijn alsulcke incomende penningen als verschenen zijn bij leven Gijsbrecht Henricxz.

Claes Vuesen vij Karolusgulden                                 Dries den Olislaiger is

Ariaen Jan Denis vijff Karolusgulden              schuldich ende Ariaen Peter

Jaspaer Cornelisz t’Alphen xst.                                   Raesz xviij Karolusgulden van

Meeus Jan Meeusz met zijn drien xvj2 kar.gl. grashuer.

            D’erffgenamen van Meeus Adriaensz; Aert Ariaensz Hanecop.

Dezen xxiijen martij anno xvC Lxxxij compareerden Jan Meeus Adriaensz voir hem selven ende vervanghende Jeremias Jacobsz, sijnen swaigher, Jan Claes voir hem selven ende Jan Meeusz Hoevenaer vuijten naeme van Meeus Adriaensz naekijnderen, namelijck Lijsken, Adriaentghen, Claesken ende Commerken, daer hij hem sterck voir maeckt ende gaven gesamenderhandt over met vrijer giften zoe als recht is, Aert Jan Pauwelsz tot behoeff van Aert Adriaensz Hanecop, een stuck lants geheeten den Ronden Put, zo groit ende cleijn als Meeus Adriaensz dat achtergelaten heeft. Jan Meeus Adriaensz met Joachim Meeusz kijnderen geleghen ten naesten aende oistzijde ende Dirck Adriaensz weeu aende westzijde. Streckende vanden Bauwech aff noirtwaert op ter Donga toe. Ende geloefden voirnoemde comparanten den voirss Aert Jan Pouwelsz tot behoeff voirss dat voirss erve te vrijen ende te waren ende allen voircommer aff te doene tot dezen daeghe toe naer breder spreecken der coopcedulle daer van sijnde. Heemraden Ariaen Aertsz ende Adriaen Jan Andriesz.

Item dit voirss erve is gereet ten vollen betaelt ende is boven alle renthen ende verloop van dien noch zuijver gelts overgebleeven voir Meeus Adriaensz naekijnder portie hondert ende sevenenveertich kar.gl. vrij die welcke bij diversche obligatien tot renthen vuijtgestelt zijn jeghens neghen kar.gl. van ‘thondert, beginnende van halff april aff anno 1582.

Fol. 286v.

Transport op datum: 28-3-1582.

Verkoper: Willem Buijs Wilmsz als gerechte bestorven voicht van Staes Huijbrechtsz weeskijnderen.

Koper: Staes Huijbrechtsz voirss.

Betreft verkoop van: een halff huijs, boomgaert ende erve daer aen geleghen opt Veer, onbedeelt; zo groit ende cleijn als den voirss Staes Huijbrechtsz die ten anderen tijde gecoft heeft gehad (sic!)

Belend             noord: Donga.

                        zuid: Adriaen Jansz Bernieren erve

                        oost: Peter Joachimsz.

                        west: Tuenis Cloostermans

Koopsom: 228 kar.gl.

Te voldoen als volgt: op 3 achtereenvolgende Bamisdagen, waarvan de eerste 1581.

Verklaring van volledig voldaan zijn op: 6-3-1586. Dat is de datum waarop de rekening van de voogdij van de kinderen afgelezen wordt. Vader heeft diverse aflossingen gedaan in de vorm van vertering door de kinderen, en andere kosten die hij voor hen gemaakt heeft.

Fol. 287r.

Transport op datum: 28-3-1582.

Verkoper: Peeter Adriaensz Sconnincx als gerechte bestorven voicht van Michiel Adriaensz sijn broeders weeskijnderen ende Adriaen Huijbrechtsz Floiren als man ende voicht van Heijlken wedue wijlen Michiel Adriaensz.

Koper: Dirck Adriaensz tot behoeff van Lijsken Dircken (= Lesken Dirck Petersdr.)

Betreft verkoop (met verlije) van: een huijs ende erve daer aen geleghen int Broeck.

Belend             noord: halve Achterstraet.

                        zuid: ackerlant dat Cornelis Adriaensz gecoft heeft.

                        oost: Joachim Aertsz ende Ans Cornelisz.

                        west: Joachim Aertsz.

Koopsom: 424 kar.gl.

Te voldoen als volgt: op 3 achtereenvolgende Bamisdagen, waarvan de eerste 1581.

Fol. 287v.

            Accordatie tusschen Ans Cornelisz ende Zeger Petersz aengaende den dijck teijnde Zeger Peterz vuijtcamer gemaeckt bij arbijters.

Dezen xxviijen meert anno xvC Lxxxij hebben Ans Cornelisz ende Zeger Petersz haire questien ende geschillen gesubmitteert ende aen mondt ende vuijtspraeck gebleeven van arbijters namelijcken Jan Zegersz ende Adriaen Aertsz ter zijde vande requiranten ende Beris Cornelis ende Dierck Adriaensz ter zijde vande gerequireerde, altezamen deur bede hiertoe verweckt die welcke genoemen hebben tot eenen overman Ffrans Geritsz, schout tot Raemsdonck. Ende gesamenderhandt die saicken deurtastent ende wel oversien hebbende, eendrachtelijcken vuijtgesproicken ende spreecken vuijt mits desen haerlieden arbitriale sententie dat Ans Cornelisz voir vuijt vande eijck genieten sal thien st. eens ende dan voirts het gerechte vierendeel in alles wat aenden voirss eijck is ofte daer van zoude moeghen vallen, zoo int cleijn als int groit. Des ist voirwaerde ende wel ondersproicken dat den voirss eijck nu inde meij ierstcoemende gevelt moet woirden.

Ende zoe Ans Cornelisz schaede geschiet int vellen sal bij Zeger Petersz recompense­ren naer arbitragie van goede mannen naer advenant zijnde gerechticheijt inden voirss eijck.

Is noch bij arbijters voirnoemt geconditioneert ende wel expresselijcken ondersproicken dat zij voirss parthijen nimmermeer malcanderen noch molesteren zullen int spitten, spaijen, teulen, sloiten, noch te graeven dan altois voir date van dezen gespit, gespaijt, geteult, gesloot ofte gegraven is tusschen haer voirss parthijen. Ten zij dat den eenen voirss getuijnt ofte gegraven heeft zoe voirss is zal den gebreckelijcken wederom jeghen int sloiten ofte graven zoe recht is ende op geen nieut werck. Ende den wijncoop ofte oncosten hier omme gedaen halff ende halff oircondens deur bede der parthijen ende arbijters voirss onderteijckent bij mij gesworen clerck. Welverstaende dat eenen zonder consent vande anderen den voirss eijck niet vercoepen en mach. Actum als boven, mij present. Melis Cornelisz.

Welverstaende dat parthijen ofte haren naecoemelinghen sullen tuijnen jeghens haren hoeven ofte cooltuijnen in alles waer des selffde tallen tijde nodich sullen bevijnden van rechts weghen te behoiren.

Fol. 288r.

Transport op datum: 11-4-1582.

Verkoper: Cornelis Mathijs Huijmansz.

Koper: Charles de la Ruelle.

Betreft verkoop van: een halve buijtendijcxen werff, geleghen gemeen met Peter Jansz vande Wirck, bedeelt opten westen candt

Belend             noord: halve Maes.

                        zuid: iersten buijtendijcxen dwersloot die aande noortzijde vande Hootdijck leijt.

                        oost: de wedue vande rentmeester met haeren kijnderen.

                        west: de wedue vande rentmeester met haeren kijnderen.

Koopsom: niet genoemd. Charles de la Ruelle hout tot zijnen last 11 st en 3 duiten erffgelts tsiaers die den Heijlighen Geest van Waspik uit deze halve werff jaarlijks heffende is.

            Vonisse.

Den heemraedt heeft gewezen voir recht op danderde schouwe vuijten aendringhe van Beert Bastiaensz alzo hij Cornelis Dircxz over jaer ende dach zijn goet wel ende deuchdelijcken vercoft heeft ende die selffde Cornelis op zijn coop tzelffde landt jaer ende dach gebruijckt heeft ende met gemoeij daer van die veste niet en begeert tontfangen dat die heer tot Cornelis Diercxz behoeve die veste van dien ontfanghen sal vuijtwijsens den coop die parthijen met malcanderen gedaen hebben.

Heemraders Jan Zegersz, Adriaen Aertsz, Adriaen Jansz ende Dierck Adriaensz. Actum dezen xen aprilis anno Lxxxij.

Fol. 288v.

vrijgift              Beert Bastiaensz; Cornelis Dircxz Wever.

Dezen xen aprilis anno xvC Lxxxij compareerden Beert Bastiaensz voir hem selven ende mede vervanghende Commer Bastiaensz sijnen broeder ende heeft opgedraighen ende overgegeven met vrijer gifte zoo als recht is den gerechte van Raemsdonck tot behoeff van Cornelis Dircxz Wever, alzoo hij absent wezen wil, een stuck hoijlants omtrent vijftalff geerd zoe groit ende cleijn den voirss Cornelis dat in hueren gehadt heeft. Streckende vanden iersten buijtendijcxen dwersloot aff die aende noirtzijde van den dijck leijt noirtwaert op ter halver Keen toe, Cornelis Tuenisz geleghen int selve landt oist ende die wedue vande rentmeester met haeren consoirten west. Ende geloefden Beert Bastiaensz voir hem ende zijnen voirss broeder dit voirss landt Cornelis Dircxz te vrijen ende te waren totten palmslach toe, als … is. Heemraders Jan Zegers, Adriaen Aertsz, Adriaen Jansz, Dirck Adriaensz.

Vonnisse         Ten daeghe voirss heeft den heemraet voirss gewezen voir recht vuijtten aendringhe van Beert Bastiaensz voirss dat den voirss Cornelis Dircxz vanden voirss erve even veel sal geven inde schattinghe als parthijen int selve lant geerft zijnde van gelijcken ende even veel erffs zijnde geldende.

            Jan Jansz Tempelaer; Cornelis Aen Huijben tot behoeff van Michiel Jan Woutersz.

Dezen xxijen maij anno xvC Lxxxij compareerden Jan Jansz Tempelaer ende gaff over met vrijer giften zoo als recht is Cornelis Aen Huijben tot behoeff van Michiel Jan Woutersz neghen geerden lants geleghen int Leech Veen, onbedeelt met Willem Cornelis Denisz. Streckende vander halver kreeck aff zuijtwaert op ter Kae toe. Lemmen Jan Lemmensz geleghen aende oistzijde ende Adriaen Petersz cum suis aende westzijde. Ende geloeffden Jan Jansz voirss deze voirss erffnisse te vrijen ende te waren naden lantrecht voir heemraders Adriaen Petersz Schoenmacker ende Dierck Adriaensz.

Fol. 290r (fol. 289 is niet aanwezig)

            Ariaen Petersz Schoenmacker; Peeter Stoffel Petersz alias Brauwer.

Ten daeghe voirss compareerden Ariaen Petersz Schoenmacker, onzen medeheemraet ende gaf over met vrijer giften zoe als recht is Peeter Stoffel Petersz eenstuck lants geleghen int Leechveen, zoo groit ende cleijn als Tomas Cornelisz dat langhen tijt in hueren gehadt heeft. Pauwels Jansz tot Gils geleghen ten naesten aende oistzijde ende Adriaen van Bavels erffgenamen aende westzijde. Streckende vander bancken aff zuijtwaert op ter Donga toe. Ende geloeffden Adriaen Peterss voirss dit voirss stuck lants te vrijen ende te waren naden lantrecht tot St Jansmisse inde zomer toe lestleden anno Lxxxj. Heemraders Ariaen Aertsz Schouten ende Dierck Ariaen Geritsz.

            Copie vande quijtantie vande erffgenamen van Aen Beris.

Wij Beris Cornelisz ende Cornelis Tomasz, beijde vervanghende allen die erffgenaemen van Aentghen Cornelisdr daer wij ons sterck voir maicken, kennen ende leijden deze onzer quijtantie vol ende geheelijcken betaelt te wezen van Jan Woutersz van alsulcken halff erve geleghen inde Schans als den voirss Jan Woutersz ten anderen tijde van allen ons erffgenamen gecoft ende ontfangen heeft, scheldende den zelven daer van quijt ende allen den geenen die deze onze quijtantie behoevende zijn, bedraeghende int geheel die somme van drieendertich carolusguldens. Oircondens ons eijghen handt hier onder gestelt.

Dezen viijen maij anno xvC Lxxxj, bij ons was onderteijckent.

Dits Beris Cor ├ nelisz handtmerck.

Gecollationeert jeghens die principaele quijtantie gescreven ende onderteijckent als voiren ende is tinhouden van den bevonden accorderende van woirde tot woirde bij mij gesworen clerck. Melis Cornelis 1582.

Fol. 290v.

Vroengift.

Dezen xxijen maij anno xvC Lxxxij compareerden voir ons heemraden onderscreven, Ffrans Geritsz, onzen richter, als gemechtich van Aert Zijmonsz vanden Berch, blijckende bij procuratie ende heeft in een gebannen vierschaar versocht te hebben gift ende eijghendom van eenen halven werff bedeelt opten westencandt, Dingemans Driesz geleghen oistwaert ende Peter Henricxz cum suis westwaert competerende Peter Dierck Petersz erffgenamen die hij tot behoeff voirss met recht ingewonnen ende gericht heeft naer gemeijn costume van onze banckenrechte vuijt crachte van eenen schultbrieff van twee carolusgulden tsiaers, wezende in date den vijen novembris 1566, den gerechte genoechsaem geostendeert ende gebleecken. Daer van bij behoirlijcke edicten ende publicatien vuijtgeroepen omme drie diversche coopdaeghen daervan te houen de meesten voir biedende ten meesten prouffijt ende oirbaer vanden proprietarissen ten … dat hij requireert ten behoeffve voirss daer van den slach vande heer (?) ootmeert(?) ende gehouden heeft voir het inhouen ende achterwezen zijns .. metten costen daer om gedaen.

Ende alzo ons heemraden voirnoemt kennelijck noch is dat die procedure van dezen bij coopdaeghen ende allen anderen rechtsvorderingen naden lantrecht zijn volle leges ende hercoemen heeft gehadt ende daertoe over lange tijt veriaert ende verdaecht en zijn ende op alle voirgaende citatien rechtelijcken weten niemant gecoemen omme hem van zijnen achterwezen te contenteren ofte gift ende eijgendom zegel ende brieff daer van te verlijen, soo ist dat wij heemraeders onderscreven in aensieninghe vande combinatie(?) den voirss Ffrans Geritsz comparerende ten behoeve voirss inden voirss halven werff hebben gevroent ende geijgent, vroenen ende eijgenen mits dezen naden lantrecht als recht is inden voirss …ven werff zo groit ende cleijn als den ouden schultbrieff claerlijcken ende vuijtwijst, met steginge, wegende ende allen anderen gebuerlijcke rechten daer met recht toebehoirende, vrijende ende warende den voirss Ffrans Geritsz tot behoeff voirss inden voirss halven werff als nu zijn vrij eijghen goet, zoe dat den zelffden hem tot behoeff voirss nu vrij ende eijghen is, behoudelijcken den hoighen heer ende eenen iegelijcken zijns goets rechts. Alles zonder argelist, actum ut supra, bij heemraden Ariaen Petersz Schoenmaicker, Jan Zegersz, Adriaen Adriaen Schouten ende Dirck Adriaensz.

Ten voirss daeghe compareerden Ffrans Geritsz ons richter als gemechtich van Aert Zijmonsz vande Berch, blijckende bij procuratie ende gaff over met vrijer gifte zoe als recht is Willem Stoffel Wilms, eenen halven werff ofte hoffstede zoe groit ende cleijn ende in alder manieren als hij den zelffden tot behoeff voirss hier voiren in gevest ende gericht heeft. Streckende van Jan Ariaen Gijben hoffstede aff noirtwaert op tot Jan vanden Berchs erffgenamen erve toe, bedeelt opden westen candt vanden … werff. Peter Henricxz cum suis geleghen west ende Dingeman Driessen oist.

Ende geloeffden Frans Geritsz vuijten naeme voirss dit voirss erve te vrijen ende te waren naden lantrecht als recht is tot dezen daeghe toe. Ende dat vuijt crachte tspreecken ende t’inhouden den voirss brieff al zonder argelist. Heemraden als voiren. Willem Stoffelsz heeft hierop betaalt xxj car.gl., den … september Lxxxij verschijnende Bamisse daer aen blijckende bij Aert Sijmonsz eijghen handt, mij present ende noch xvj st. j blanck die hij aen den schout betaalt heeft van rechtgelt.

Fol. 291r.

            Aenneminghe van Lijsken Bauwen Joosten wedue haire vier onmondighe weeskijnderen, verweckt bijden voirss Bauwen Joosten zaligher.

Dezen vjen junij anno xvC Lxxxij compareerden Lijsken wedue wijlen Bauwen Joosten zaligher met Jan Gijsbrechtsz, hairen gecoiren voicht ende heeft van Peter Baeijensz den gerechte bestoirven voicht ende van Peter Huijbrechtsz den toesiender van haire vier onmondighe weeskijnderen, namelijck Jacob Bauwensz, Aentghen ende Heijlken Bauwensdochteren ende Bauwen Bauwensz, die zelffde voirss weeskijnderen rechtelijcken aengenomen met decreet ende advijs vanden gerechte als oppervoichden te almenteren in cost ende dranck ende t’onderhouden in eeten, drincken, cleeden, reeden enz.

de tijd van 16 jaar of wanneer de jongste mondig is. Moeder ontvangt hiervoor het erfdeel van de kinderen van vader. Als een van de kinderen overlijdt gaat dat deel naar de andere kinderen (zo staat het er maar dit is in feite onzin want moeder krijgt alles al). Ook als alle kinderen overlijden hoeft moeder niets aan de schoonfamilie uit te keren.

Los blad.

Desen xviijen septembris anno xvC Lxxxj hebben Frans Geritsz, schout ende Willem Buijsen als man ende voicht van Grietghen Teunisdr. zijn huijsvrouwe, gedeijlt voir haer ende haren naecomelinghen alsulcken renthen als zij tzamen zijn geldende. Dats te weten dat Willem Buijsen voirts aen zal blijven gelden aen Ariaen Cornelisz onder den Wijngaert twee rijnsgulden tsiaers geconstitueert op zijn landt achter zijn huijs jegens den penck xiij met noch xx st. tsiaers staende opt zelve goet te lossen den penck jegens xv. Hier jeghens zal Frans Geritsz, schout voirtsaen blijven gelden vuijt dit voirss lant ten behoeffve voirss xxv st. tsiaers te lossen den penck xvj. Ende zal den voirss Willem Buijsen ende zijn naecomelinghen altijt daer van schadelois houden. Noch eenen daelder ofte xxxst. die zij comparanten te voirens tzamen gehouden hebben die den voirss Frans Geritsz voirts aen alleen zal blijven gelden die te lossen zijn den penck xv. Welverstaende dat partijen voirnoemt die voirss renthen zullen malcanderen helpen vrijen ende waren tot dezen daghe toe. Dies zoo zal ten prouffijte vande voirss Willem Buijssen wesen alsulcken aenpaert ofte contingent als Teunis Ansen erffgenamen inde voirss renthen gelden moeten. T’oirconden onderteijc­kent ten daeghe ende jare voirss. In presentie van Tuenis Jacobsz ende mij Melis Cornelisz.

Bij mij Frans Geritsen schout tot Raemsdonck onder

Dits Willem      Buijsen hantmerck.

Fol. 291v.

Transport op datum: 6-7-1582.

Verkoper: Peter Joachims voir hem selven ende vervangende Anniken Gerit Jansz wedue.

Koper: Adriaen Petersz Schoenmaicker tot behoeff van Aeffken, wedue wijlen Joost Petersz.

Betreft verkoop van: een half weer lants geleghen int Rijsbroeck, bedeelt opten westen candt, groit drie merghen.

Belend             noord: halve Rijsbroeckse wech.

                        zuid: Donga.

                        oost: Huijbert Jacobsz weeu int selffde landt

                        west: Henrick ….

Koopsom: 600 carolus gulden.

Te voldoen als volgt: te betalen op 4 St. Jansdagen te midzomer, te beginnen vanaf 1579. Peter Joachims verklaart dat op bovenstaande datum 3 termijnen betaald zijn. Verder geen andere meldingen van betaling.

Transport op datum: 17-1-1592 (! sic!)

Verkoper: Frans Meeusz.

Koper: Jan Molijn en Rob Huijben tezamen.

Betreft verkoop van: 1 1/4 geerde lants geleghen int Leengoet. Zoals de verkoper is aenbestorven en achtergelaten door Buijs Cornelis zijn oom.

Belend             noord: halver Maes.

                        zuid: Donga.                                                          Koopsom: niet genoemd.

Fol. 292r.

Wilceur Meeus Adriaensz erffgenamen.

Dezen ixen octobris anno xvC Lxxxij compareerden Lijsken ende Anniken Meeus Adriaens dochteren met Jan Meeus hairen oom ende gecoiren voicht ende den voirss Jan Meeusz als voicht van Tuenis ende Commerken Meeus Adriaens soenen ende hebben rechtelijcken verwilceurt schuldich te wezen Jan Claesz, Jeremias Jacobsz ende Jan Meeusz hairen broeder ende geswagers, die somma van twintich ponden groiten vlaams, te betalen op drie Bamisdaghen achtereenvolgende, waeraff den iersten verschenen is Bamisdach tweeentachtich onder ‘tverbandt van allen hairen goederen, hebbende ende vercrijgende, geen vuijtgesondert, voir den iersten penninck metten lesten betaelt zal wezen. Spruijtende deze voirss twintich ponden vlaams ter causen van alsulcke actie als die voirss Jan Claesz, Jeremias Jacobsz ende Jan Meeusz pretendeerden te weten dat die voirss Lesken, Anniken, Tuenis ende Commerken Meeus Adriaens nakijnder allen haer goet bij hairen vader zedeert die doot van haer moeder wel verteert soude hebben gehadt. Dwelck met deze voirss somme ende alle crackeelen geheelijcken is veraccordeert voir haer ende haerder alder nacomelinghen. Des blijft die voirgaende deelinghe sorteren hair effect zonder die voirss voirkijnder haer des iets te becroonen. Welverstaende dat die voirss vier nakijnderen sullen ontfangen allet geene dat Peeter vande Wirck op zijne daeghen noch schuldich is te betalen dan die vijftich carolus gulden die betaelt zijn weder vuijtgegeven inde gemeen schulden alst blijcken zal inde rekeninghe die van deen gelegender tijt gedaen sal worden nae behoiren. Heemraden Adriaen Aertsz ende Dierck Adriaensz.

Waarburch.

Op huijden desen xvijen januarij anno xvC Lxxxij compareerden Rob Huijbrechtss ende heeft tot eenen waerburch gestelt allen zijnen goederen, beijde haeff ende erve, hebbende ende vercrijgende, gheen vuijtgesondert. Ende dat voir ‘tvoldoen van twee hondert rijnsgulden die den voirss Rob Huijben ende Jan Molijn tzamen geloft hebben te betaelen voirde voirss geerd lants ende een vierendeel op conditien ingevalle het peijs is op vorenmaenendach anno drie ende tnegentich zoe zijn die voirseijde twee hondert rijnsgulden verschenen. Ende ingevalle van betalinge zoo zal hem den voirss Frans Meeuss aenden voirss Rob Huijben ende allen zijnen voirss goederen moghen verhaelen. Welverstaende en ist op vorenmaendach voirss anno drijentnegentich gheen peijs, zoe is wel expresse voirwaerde dat den voirn Rob Huijben ende Jan Molijn die voirss geerd lants ende een vierendeel om niet zullen hebben ende behouden, zij ende haren nacomelinghen, zonder iets daervan te gelden in eeniger manieren.

Fol. 292v.

            Eerfdeelinghe aengebrocht tusschen Bastiaen Aertsz ende zijnen voirkijnderen, verweckt bij Dinghen Henrick Buijsdr.

Inden iersten Zeger Henricxz vuijten naeme ende tot behoeff van Aertkens ende Buijskens Bastiaens zoenen, geloet, gecavelt ende geerfdeelt op een halff weer lants gelegen in Mueleneerslandt geleghen teijnden gemeenen dijck, onbedeelt. Streckende vande gemeenen dijck aff noirtwaert op ter halver Maes toe. Noch die zelffde geerfdeelt op een stuck lants geleghen neffens Jan Meeusz acker aende Handt streckende vande halven Poelsloot aff noirtwaert op tot Ariaen Jan Andries erve toe met veerthien st. erfflijcks daer jaerlijcx vuitgaende, weezende deel van achthien st. die tmanhuijs ten Berch jaerlijcx heffende is. Ende ingevalle tbevonden woirdt dat deze voirss xiv st. erfflijck verhypotequeert staen op dit voirss erff vande halver straet noirtwaert zoe voirss is ende niet ten Poelsloot toe, is expresselijcken ondersproicken dat die voirss kijnder daer jaerlijcx aff sullen gelden twaelff st. ende meer niet. Ende Adriaen J…… ses st. Noch die zelffde opt middelste weerken op de geest…. streckende vander halver Veerscher straet aff noirtwaert op ter halver Keen toe met twee karolusgulden jaerlijcxe losrenten daer vuijt gaende elcx met zijn schouwen ende gebuerlijcke rechten daer met recht toe behoirende. Des moet Bastiaen Aertsz deze voirss kijnder altijt dit voirss erffchijnsken halff helpen draeghen ende gelden.

Hier jeghens Bastiaen Aertsz, geloot, gecavelt ende geerfdeelt op ‘tlandt bij Ackermans, te weten zes geerden breet bedeelt opden westen candt. Streckende vanden halven Geijlsloot aff noirtwaert op ter halver Keen toe. Ende voirts van daer aff noirtwaert op ter halver Maes toe, vier geerden breet. Noch die selffde op halff weerken lants geleghen binnen dijcx, gemeen met Marij Tuenisz, bedeelt opden westen candt. Streckende vande halve Poelsoot aff noirtwaert op ter halver Keen toe. Noch diezelffde bedeelt op een weerken lants gecoemen van Mathijs Huijmans met twee karolusgulden losrenten daer jaerlijcx vuijtgaende. Elcx met zijn schauwen ende gebuerlijcke rechten daer met recht toe behoirende.

Ende ingevalle op eenighe vande voirss gedeelde goederen na daete van dezen eenighe commercausen meer vuijtreijsen dan voirss staet sullen partijen malcanderen helpen draeghen ende gelden. Aldus aengebracht ende verpeijnt aen tsheeren handt dezen tachtervolghen ende tonderhouden op een peijne van vijfftich gouden realen te verbueren te gaen peijns recht. Gedaen voir Adriaen Aertsz ende Adriaen Jan Andriesz, beijde als heemraden ende getuijghen hier toe versocht vijen decembris xvC Lxxxij.

Fol. 293r.

            Eerfdeelinghe aengebrocht tusschen Bastiaen Aertsz ende zijnen kijnderen, verweckt bij Peterken Jan Andriesdr zijn wettighe huijsvrou was.

Inden iersten Adriaen Jan Andriesz vuijten naeme ende tot behoef van Dingenken ende Crijnken Bastiaensz, geloot, gecavelt ende geerfdeelt op acht geerden lants geleghen inden Kerckwech onbedeelt. Streckende vander halver Keen aff noirtwaert op ter halver Maes toe met xxv st. jaerlijcx van tdorp van Raemsdonck incoemende. Noch die zelffde op een weerken lants gecoemen van Mathijs Huijmansz. Streckende vander halver Veerscher straet noirtwaert op ter halver Keen toe. Noch diezelffde op een halff weer lants geleghen opde Vlaeijkens. Streckende vanden halven Geijlsloot af noirtwaert op ter halver Keen toe. Noch die zelffde op een eijndeken lants geleghen int Broeck. Streckende vander halver Broecxer straet af noirtwaert op ten iersten dwersloot toe over den Schenckeldijck. Elcx met zijn schauwen ende allen gebuerlijcke rechten daer met recht toe behoirende.

Hier jeghens Bastiaen Aertsz, geloot, gecavelt ende geerfdeelt op die stede gecoemen van Marij Heijn Buijzen. Noch die zelffde op een halff werffken, geleghen opde Donck. Streckende vande halven noetboom aff noirtwaert op tot Lesken Peer Huijben dijcxken toe.

Noch die zelffde opt lant bij Ackermans zoe groit ende cleijn als hij daer op hier voiren geerfdeelt is. Noch die zelffde op een weerken lants binnendijcx, gemeen met Marij Tuenis, bedeelt opten westencandt. Streckende vanden halven Poelsloot aff noirtwaert op ter halver Keen toe. Noch diezelffde op een stuck lants geleghen int Broeck. Streckende vander halver Broexer straet aff zuijtwaert op ter Kae toe. Noch die zelffde geerfdeelt opt aengedeeltken ofte tvierendeel van een stuck lants gecoemen van Wilm Tuen Meijen gelegen aende Handt, elcx met zijn schauwen ende allen gebuerlijcke rechten daer met recht toe behoirende.

Ende alzo allen die voirss percheelen alhier even vrij geerfdeelt zijn zoe is wel expresselijcken ondersproicken dat partijen malcanderen zullen helpen draghen ende gelden allen renthen ofte commer op eenighe vande voirss gedeelde goederen voir date van dezen rechtelijcken verhypotequeert. Ende hebben hier mede partijen verteghen voir Adriaen Peterss Schoenmaicker ende Adriaen Aertsz Schouten, beijde als heemraders ende haer bedanckt der goeder deijlinghe. Gelovende die zelffde t’onderhouden ende tachtervolgen op een boete van hondert Karolus gulden te verbueren. Actum dezen lesten decembris xvC Lxxxij scrijvens Luijck.

Fol. 293v.

Transport op datum: 19-10-1587. (sic! acten lijken dus 5 jaar uit elkaar te liggen!)

Verkoper: Jan Meeus ende Meeus Jansz vuijten naeme ende deur begeren van Meeus Joachims, Lesken Joachims ende Neeltghen Joachim Meeusdr.

Koper: Tuenis Jacobsz.

Betreft verkoop van: 132 geerde lants, gemeijn met Adriaen Cleijs kijnder.

Belend             noord: halve Keen.

                        zuid: halve sloot.

                        oost: Adriaen Cleijs kijnder int selve lant.

                        west: Aert Adriaens erffgenamen.

Koopsom: Betaald met een rentbrieff van 12 kar.gld. tziaers die den voirss Tuenis daer jaerlijcx op heffende was en die hier mee afgereeckent is, met noch 3 jaren renten bedragende 36 gld. + nog 4 gulden contant.

Waerburschap van Meeus Jansz voir hem ende zijn moeder ende susters ende broeders.

            Meeus Jansz; Mercelis Wilmsz.

Op huijden desen xvjen aprilis xvC Lxxxvij compareerden Meeus Jansz ende heeft zoe voir hem zelven ende mede als gecoiren voicht van Lesken zijn moeder mits vervangende allen zijn broeders ende susters, broeders ende susters kijnderen, geen vuijtgesondert. Ende heeft tot eenen waerburch gestelt zoe hij doet mits desen aen Mercelis Wilmsz alsulcken halff weer lants gelegen aen die kerke van Raemsdonck als gelegen is aen die westzijde van tmolenweer ende Willem Gerits cum socijs int selve lant aende oostzijde. Streckende vanden buijtendijxen dwersloot aff …waert op ter halver Kil toe, vrij goet, voir alsulcken commercausen van renthen, chijnsen ofte andersins als vuijt het goet dat Mercelis Wilmsz van zijnen broeder Dries …. (onlees­baar; maar géén Wilmsz!), gelegen inde Werfcampen. Laatste regel onleesbaar.

Fol. 294r.

Desen xen meert anno xvC Lxxxj zo heeft den gerechte van Raemsdonck vuijten naeme vanden gemeen naburen van Raemsdonck, geloefft ende verwilceurt schuldich te wesen Jan Geurts tot behoeff van Gerbrandt Claesz, die somme van vijftich carolus guldens eens, spruijtende ter causen van alsulcken obligatie als Adriaen Geritsz moeder opt dorpe van Raemsdonck heeft gehadt, waer van nu ter tijt thoonder aff is den voirss Gerbrandt Claesz, die welcke met desen is geanulleert ende tot niet gedaen. Ende noch van alsulcken seventhien karolus gulden als den voirss Gerbrandt Claesz ten anderen tijde tot Breda bij tijde dat Jan Andriesz ende Ans Cornelisz, gesworens van onsen dorpe waren, voir ons dorp verschoten ende betaelt heeft, die welcke met desen oick ten vollen betaelt zijn, welcke voirss vijftich karolus guldens ons dorp van Raemsdonck voirss onderhouden mach om drie karolusguldens ende vijfthien st. tsiaers te betaelen, alle jaeren op lichtmis dach waer aff den iersten verscheenen is lichtmisse anno tachtentich, scrijvens Luijck. Ende want men alle jaren niet en betaelt ten voirss daeghe zo salmen jaerlijcx manen voir die gebannen vierschaar ende verhaelen sijn verloop op den geswoorens vande voirss dorpe tot dier tijt sijnde. Des zo mach men dese voirss vijftich karolusgulden onderhouden, lossen ende affquijten alsmen vermach metten geconstitu­eert verloop daer bij, alle dinck zonder argelist. Actum als boven, heemraders Meeus Adriaensz, Jan Zegersz, Adriaen Aertsz, Adriaen Jansz ende Dierck Adriaensz

Fol. 294v. (ander schrift, doorgehaald en rechter zijde niet leesbaar)

Desen xxiijen octobris anno xvC Lxxxj(? jaar niet leesbaar) zijn veraccordeert Adriaen Jans D… ende zijn susters ende geswaegers aengaende het leengoet van hun(?) ouders aenbestorven. Dats te weeten dat Adriaen Aertsz, Bastiaen Aerts ende Adriaen van … sullen hebben ende gebruijcken tzamen het ghoet, zo groot ende cleijn ende even veel als Adriaen Janss voirss toebehoirt ofte daerin gericht moghen weesen, nu ende ten eewighen daghen … kijcken ende gesustelijcken te gebruijcken J…. kijcken voir zijn portie toebehorte ……(laatste woorden onleesbaar).

Desen xvjen septembris anno xvC Lxxjx compareerden Adriaen Willems alias Haenscam ende heeft hem selven geconstitueert ende tot borge gestelt Tuenis Cornelis voir Crijn Adriaenss van alsulcken bijbel als Tuenis Cornelis voirss ten andere tijt Mathijs van Hout haelen vuijt vrintschap geleent heeft, waer voiren Crijn Adriaenss borch geworden is. Dies geloeft Crijn Adriaenss Adriaen Wilmss altois schadelois te houden van alsulcken costen, lasten ende versuijm als den voirss Adriaen Wilmss dier saecke van … soude moeghen ofte moeten doen. Ofte bij faulte van desen dat Adriaen Wilmss den voirss Crijn Adriaenss goederen hoedanich mach aenverden op …. Crijn Adriaenss voirss. Toirconde heb ick Crijn Adriaensz dese tot vasticheijt onderteijckent desen dage voirss.

Crijn (handmerk) Adriaenss.

Fol. 295r.

Desen iijen februarij anno xvC tachtentich bekenden Adriaen Aertsz als heemraet ende gekoiren voicht van Marijke Adriaen Adriaen Wilmszdr .. dat Adriaen Wiercksz van Marijken Adriaensz dr voirss gecoft heeft het sestendeel int halff eijnt ackers geleghen in xj2 Hoeven onbedeelt inden selven voirss halven acker. Ende geleffden het voirss derdendeel inden halven acker te vrijen ende te waren ende over te leveren als Adriaen Wiercxz voirnoemt die selffde ontfangen heeft ende voirder niet. Actum als boven, voir heemraden Adriaen Aertsz ende Adriaen Janss Vendricht.

Fol. 295v.

            Copie van Aentghen Wircx obligatie.

Ick Adriaen Wircx tot Raemsdonck kenne ende leijde mits desen dat ick deuchdelijcken beloeft heb te betalen Aentghen die huijsvrouwe van Cornelis Ariaen Cornelis oft den thoonder van dezen ma…. des gelts nu ter tijt tot Alphen woonachtich, het derdendeel van vier ende twintich karolusgulden eens, elcken gulden tot veertich groiten vlaams gerekent. Ende dat naden tijt van ses weecken voir s.. dienst ende arbeijt die Aentghen voirss in mijn huijs gedaen so.. hebben bij Peeter Corneliss Cleermaker van Alphen huijsvrouwe .. kijnderen int verwaren ende arbeijden vande siecken ende dooden te begraven in zo verde daer eenighe quamen ende in die Aentghen voirss langer dan ses weecken aldaer moet blijven sal ick Adriaen Wircken … tijt nae advenant vanden tijt voirder den derden penck bijleggen …. daerenboven beloeve ick noch altijt het derdendeel in alle costen bij te leggen tzij in victualie oft andersins soe die mochten vallen, verbijndende hier voren mijnen persoen ende allen mijnen anderen goederen, moble ende inmoble, present ende toecomende ende tot meerder vasticheijt hebbe ick Adriaen Wircken mijn gewoonlijcken hantmerck hier onder gestelt. Desen iiijen meert anno Lxxvij in presentie van Wouter Henricx ende Herman Jan Wircxz, onderteijckent aldus.

            Copie

Desen xxixen maeij anno Lxxvij compareerden Adriaen Wircken ende heeft rechtelijcken geloeft te betalen nu Sint Jacob ierstcomende Ariaen Cornelis Tueniss die somme van neghen Karolus gulden op wtlegginge vanden officier als twee schat gelt ende vierschat pant heemraders Ariaen Peterss, Jan Zegerss, Ariaen Janss ende Derck Adriaenss.

            Copie vande weete

Weet heer vorster ende ghij om uwen behoirlijcken solaris die weete sult doen aen Ariaen Cornelisz alias Vruegel dat hij schick alhier te bestellen in Ariaen Wircken huijs alsulcken clederen ende goederen die Ariaen Wircxz weet ende niet en weet als sijn swegeng(?) wt sijnen huij…. gedragen heeft ende dat te doene binnen dit ende woensdach ierstcomende want Ariaen Wircxz voirss gericht is gekent aen die goeden die Peter Cornelis Cleermaker alhier achtergelaten heeft ende mede door die weete aen Peter Corneliss vader ende scrijft int wout ofte die wete gedan is. Actum dezen .. februarij anno 78.

Fol. 296r.

Adriaen Clauwaertssoen voir hem selven, Joachim Claeuwaertsz voir hem selven, Peter Claeuwaertsz voir hem selven ende Ariaen Geritssoen van Boemel als voocht van Jan Buijs Geritssoen van Boemels drie dochteren hebben te samen eendrachtelijcken geloeft ende verobligeert schuldich te zijn ende te betalen Jan Jacobssoen den schout tot behoeff van Clauwaert Ariaenssoen op die Berghen die somme van acht ponden groten vlaems tsiaers sijn leven lanck duerende te betalen alle half jaeren die helft vander somme voorscreven Sinte Peter ad cathedrams in dit zullen anno xvC ende Lxix den eersten ende bij gebreck van betalingen ende soe die oude man daer af leven moet soe sal men alle halve jaeren betaelen op alsucken recht als den schout bekenne sal. Actum den xve junij anno xvC ende Lxviij heemraders Anthonis Anssen, Ariaen Peer Schoemakers ende Govaert Evertssoen.

(In de kantlijn:) Quitantie van Aert Mertenss vant huijsken dat hij gecocht heeft van Adriaen Tueniss Swack.

Ick Ariaen Tueniss kenne te vollen betaelt te wezen van Aert Mertenss vant huijs ende erve dat hij te wil ende te danck van mij gecocht heeft ende bekenne de iersten penninck metten lesten van Aert Mertenss betaelt te wezen. In kennisse der waerheijt hebbe ick Adriaen Tueniss dit met mijn eijghen handt onderteijckent den xvijen augustij anno vijff ende twintich. Was onderteijckent aldus.   

Fol. 296v.

            Aert van Beeck; Ariaen Aen Dircxssoen.

Aert Claessoen van Beeck wonende tot Rijck(?) heeft rechtelijcken gelooft ende verwilcuert schuldich te sijn ende te betalen Ariaen Ariaen Dircxssoen de ouden ende Ariaen Ariaenssoen sijn soen ende Ffrans Geritssoen die Coninck, die somme van neghen ponden groiten vlaams te betalen tot Onsen Vrouwen Lichtmis naestcomende anno xvC ende Lxix naeden stijl van Luijck. Actum den xxviijsten augustij anno xvC ende Lxviij. Heemraders Anthonis Anssen, Ariaen Geritssoen van Bommel, mij present.

Item Ffrans Geritssoen die Coninck bekende desen wilceur ten vollen ende al betaelt.

(acte is doorgehaald)

            Cornelis Janssoen Coman; Ariaen Ariaenssoen Castelleijn.

Cornelis Janssoen Koman heeft rechtelijcken geloooft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen Ariaen Ariaenssoen Castelleijn, die somme van vijfthien ponden groiten vlaams te betalen op drie St Janssens daghen na….  te mitsomer sonder middel achtereenvolghende alle jaer een paeij de somme voorscreven voor den eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Actum den xiiijen septembris anno xvC ende Lxviij. Heemraders Jan Zegerss, Ariaen Geritss van Boemel.

Item hier op betaelt vijf ponden groten vlaams te weten den iersten dach.

Item noch hier op betaelt vijf ponden groten vlaams te weten den tweden dach.

(acte is doorgehaald)

Fol. 297r.

            Cleijs Berthen ende Huijbrecht Berthen; Ariaen Aertssoen Schouten

Cleijs Berthen ende Huijbrecht Berthen hebben gesamenderhandt rechtelijcken gelooft ende verwilcuert schuldich te sijn ende te betalen Ariaen Aertssoen Schouten hare swager die somme van twe hondert Philips guldens te betalen op vier meijen daech daer den iersten meije aff veschenen was tot meij ano xvC Lxviij alle jaer een paeije der somme voorscreven sonder mideel achtereenvolgende voor den eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen.

Actum den xxijen septembris anno xvC ende Lxviij. Heemraders Anthonis Anssen, Barthelmeus Ariaenssoen, Jan Zegerssoen ende Govaert Evertssoen.

Hier op betaelt die drie eerste daghen.

Item Ariaen Aertssoen bedanckt hem goeder betaelinghe vanden wilcuer voorscreven, den iersten penninck metten lesten.

(acte is doorgehaald)

Fol. 297v.

Ariaen Aertssoen Schouten heeft rechtelijcken gelooft ende verwilcuert schuldich te sijn ende te betalen Peter Huijben die somme van vier ende tsestich ponden groten vlaams te betalen op vier bamisdaghen daer eerste af volgend was Bamis anno xvC ende Lxviij elcke jaer een gerechte vierendeel der somme vroorscreven voor den iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Actum den vijften octobris anno xvC ende Lxviij. Heemraders Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegerss ende Govaert Evertssoen.

Hier op betaelt den eerste dagh. Noch hier op betaelt den tweeden dagh.

Item Aertssoen (sic!) bedanckt hem goeder betaelinghe vanden wilcuer voorscreven.

(acte is doorgehaald)

Fol. 298r.

Ariaen Denissoen, als man ende voicht van Aleijt Thijsdochter, sijn huijsvrouwe, Cornelia Jansdochter met Merten Laureijssoen haren gecoiren voicht ende Jan Jacobssoen die schoudt als voicht Mariken Jansdochter hebben gesamenderhandt gelooft ende verwilcuert schuldich te sijn ende te betalen Baeijen Mathijssoen die somme van sesthien Karolus guldens te betalen tot Bamis naestcomende, van welcke sesthien Karolus guldens voorscreven Ariaen Denissoen die helft af betalen moet sonder arch ofte list. Actum den ixen octobris anno xvC Lxviij. Heemraders Jan Zegerssoen, Ariaen Aertssoen Schouten. Ende hiermede sijn alle oude commercausen ende crakelen doot ende te nijet.

Michiel Aertssoen heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen Jan Thomassoen sijnen swagher die somme van xxxij ponden groten vlaams ende enen daelder te betalen op ses Sinte Martens daghen anno xvC Lxix den eersten ende voort van jaer op jaer voor den eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen.

Actum den ijen novembris anno xvC ende Lxviij. Heemraders Barthelmeus Ariaenssoen, Jan Zegerssoen ende Ariaen Geritssoen van Boemel.

Fol. 298v.

            Ffrans Clauwaertssoen; Ariaen Clauwaertssoen sijnen broeder.

Ffrans Clauwaertssoen heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen Ariaen Clauwaertssoen sijnen broeder, die somme van vijftich Karolusguldens te betalen tot Bamis naestcoemende anno xvC Lxix ende noch twe bamisdagen daer aen volgende sonder middel achter een volgende die somme van acht ponden groten vlaams voor den eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Sonder arch ofte list. Actum den xvjen decembris anno xvC Lxviij. Heemraders Jan Zegerssoen ende Govaert Evertssoen.

Item die vijftich Karolusgulden verschenen Bamis anno Lxix sijn betaelt in presentie Ariaen Janssoen Bernieren.

Noch hier op betaelt Ariaen Clauwaerts die somme van acht ponden groten vlaams verschenen Bamis anno Lxx. (acte is doorgehaald)

            Jan Henrick Schuerman; Baeltgen Dierck Peterssoen dochter.

Jan Henrickssoen Schuerman heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt zoe rechtens schuldich te sijn ende te betalen Baeltgen Dierck Peterssoen dochter met haeren gecoeren voicht die somme van drie hondert karolusguldens ende xxv karolusguldens stuck tot xx st. Brabants te betalen van stonden aen gereet op die veste die gerechte helft der somme voorscreven ende die reste tot Lichtmisse toecoemende anno xvC ende Lxx stilo Luden. Hieronder verobligerende dit voorscreven goet daer dese penning vuijt spruijten met allen zijne andere goeden binnen zuijthollant gelegen voor den eersten penninck metten lesten betaelt sal zijn. Dies zullen aen dese leste penninc corten die huijr alsoo tlant dit teghenwoordigh jaer verhuijrt gelijck die selve huijrluijden dat verclaren sullen gehuijrt te hebben.

Sonder arch ofte list. Actum den xjen maij anno xvC Lxjx. Heemraders Anthonis Anssen, Jan Zegerssoen ende Ariaen Geritssoen van Boemel.

Hierop betaelt die eerste gerede penningen, te weten die somme van hondert daelders ende ij 1/2 rijnsgulden.

Fol. 299r.

            Jan Joost Cornelissoen van Alffen; Dierck Ariaenssoen de Rover.

Jan Joost Cornelissoen heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen Dierck Ariaenssoen de Rover vier vertelen rogh, goet cusbaa(?) kooren metter maten van Breda gelevert loncen(?) tusschen dit ende Sinte Andriesdach naestcoemende. Ende noch thien ponden groten vlaams te betalen van nu tot Lichtmis naestcomende over een jaar. Te weten Lichtmis anno xvC Lxxj naden stijl van Luijck. Ende sal Dirck Ariaenssoen voorscreven alsdan ontfangen twee jaerhuijre bedragende ter somme van ses karolus guldens in mindernisse der somme. Actum den ixen maij anno xvC Lxix. Heemraders Ariaen Peters Schoemakers, Jan Zegerssoen ende Govaert Evertssoen.

Fol. 299v.

Cornelis Thomassoen heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen Ariaen Clauwaertssoen die somme van xxij karolusguldens te betalen op twe meijdagen naestcomende ter causen van een overneminghe van guedt(?) te …. (?) die Ariaen Clauwaertssoen voorscreven aengenomen heeft van Henrick Cornelissoen Pluijm nae inhoudt der ceelen daer van sijnde die Cornelis Thomassoen voorscreven Ariaen Clauwaertssoen voorscreven schadeloes te houden vande selver cedullen soe langhe als die jaren duren, te weten xx jaar daer van jaar .. af verstreecken zijnde. Actum den xviijen junij anno xvC ende Lxix. Heemraders Anthonis Anssen, Ariaen Aertssoen Schouten ende Govaert Evertssoen.

Desen xviijen

Fol. 300r.

Peerken, wedue wijlen Willem Meussoen met haeren gecoiren voicht die haer recht gegeven was heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen Joachim Aertssoen, haeren broeder, die somme van twintich ponden groiten vlaams, te betalen op twe Sint Jansmissen daghen naestcomende anno xvC ende Lxx. Den eersten alle jaer die helft der somme voorscreven voor den eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Actum den xijen julij anno xvC ende Lxix. Heemraders Anthonis Anssen, Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegersz ende Govaert Evertssoen.

Item opten wilceur voorscreven is betaelt die somme van seven ponden groten vlaams in mindernisse der somme voorscreven. Ende blijft den wilceur, te weten die reste op die twee termijnen voorscreven.

Item desen wilceur voorscreven heeft Joachim Aertssen overgedraghen Aert Mertens, Ariaen Claessoon ende Ariaen Clauwaertssoon ende elcx sijn portie ende blijft Joachim Aertssoen voorscreven daer en boven noch schuldich die somme van drie ponden groten vlaams ten datum als boven ende heemraders als boven.

Item Peerken Willem Meussoen heeft haer portie van desen wilcuer voorscreven te vollen ende geheele betaelt opten vierden dach van julio anno xvC ende Lxxiij. Ende blijft Joachim Aertsz noch schuldich drie pondt groten vlaams.

Fol. 300v.

            Cornelis Thomassoen; Jan Huijben, Martien Huijben.

Cornelis Thomassoen heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen Jan Huijben ende Martien Huijben, die somme van xxiiij ponden groten vlaams te weten Mariken Huijbert Ariaensdochter die helft vande xxiiij ponden te betalen op drie meijdaghen anno xvC Lxxi den eersten ende soe voort sonder middel voor den eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Ende is voorwaarde ende wel ondersproken ist zaecke dat Cornelis Thomassoen nijet betalen en can tot sijnen daghe, soe mach Cornelis Thomassoen die penningen onderhouden den penninck xiiij.

Enden teijnden Martiens daghen soe sal Cornelis Thomassoen betaelen Jan Huijben die ander twalef pondt op drie jaeren daer nae, sonder middel achtereen volghende elck jaer een gerichte derdendeel der selven somme voorss. Actum den xvijen julij anno xvC Lxix. Heemraders Anthonis Anssen.

Item Ariaen Huijben bekent van Mariken Huijben weghen op haer deel op den wilcuer voorscreven betaelt die somme van seven ponden groten vlaams.

Item Steven Janssoen als man ende voicht van Mariken Huijbert Ariaensdochter bedankt hem goeder betalingen van Cornelis Thomassz vanden wilcuer die voor sijn portie den eersten penninck metten lesten betaelt.

Jan Huijben bekent op sijn portie ontfangen te hebben die somme van acht ponden groten vlaams. Actum den xixen octobris 1576.

Fol. 301r.

            Lemmen Jan Lemmensz; Jan Geritssoen van Boemel, Ffrans Clauwaertssoen.

Lemmen Jan Lemmensz heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen Jan Geritssoen van Boemel ende Ffrans Clauwaertssoen te samen die somme van achthien ponden groten vlaams te betalen op twe Vrouwen Lichtmisdaghen naestcoomende, alle jaer een gerechte helft der somme voorscreven, voor den eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Actum den xxvijen julij anno xvC ende Lxix. Heemraders Anthonis Anssen, Barthelmeus Ariaenss, Jan Zegersz ende Govaert Evertssoen.

Hierop betaelt die somme van ix ponden groeten vlaams, te weten den eersten dach.

(acte is doorgehaald)

Fol. 301v.

Ariaen Jan Andriessoen heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt zoe recht is Peter Huijben die somme van vijfhondert karolusgulden te betalen op vijff meijen naestcomen­de anno xvC ende Lxx den eersten ende soe voort tot vijff meijen sonder middel achtereenvolgende voirden eersten penck metten lesten betaelt sal wesen. Ende is voirwaerde ende wel ondersproken als dat die drie karolusguldens die op dit goet staen zullen corten aenden eersten dach nae inhoudende des briefs ende die vier stuivers sullen corten den penninck twintich aangesien, soe dat erfgelt is. Actum den xviijen octobris anno xvC ende Lxix. Heemraders Ariaen Peter Schoemakers, Meeus Ariaenssoen, Ariaen Aertssoen Schouten, Ariaen Geritssoen van Boemel, Govaert Evertssoen.

Hier op betaelt den eersten dach.

Noch hier op betaelt den tweeden dach.

Noch hier op betaelt den derden dach, blijckende bij quijtantie.

Noch hier op betaelt den vierden dach.

Item desen wilcuer is te vollen betaelt op xxiij karolusguldens nae.

(acte is doorgehaald)

Fol. 302r.

Jan Meeusssoen ende Bertelmeus Ariaenssoen hebben samen geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen Ariaen Geritssoen van Boemel ende Steven Aertssoen tot behoef der kercke van Raemsdonck, die somme van hondert karolusguldens ende acht karolusguldens te betalen tot meij alsmen scrijven sal duijsent vijfhondert ende Lxxij. Den eersten penck metten lesten betaelt. Actum den xviijen octobris anno xvC ende Lxix. Heemraders Ariaen Peter Schoemakers, Ariaen Aertssoen Schouten, Govaert Evertssoen.

Item desen wilcuer voorscreven hebben Ariaen Geritssoen van Boemel ende Steven Aertssoen als kerckmeesters nu ter tijdt overgedraghen Wouter Geritsz de Roij tot behoef van Neeltghen Cleijs Bert Vassen dochter. Actum den xijen februarij anno xvC ende Lxx naeden stijl van Luijck. Heemraders Ariaen Peter Schoemakers, Jan Zegersz, Ariaen Aertssoen Schouten ende Ariaen Geritsz van Boemel.

Bekenden Melis Cornelis dezen wilceur geheel ende ten vollen betaelt.

            Jan Zegersz; Jan Janssoen de Laet.

Jan Zegersz heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen Jan Janssoen de Laet die jonghe, wonende op die mede, die somme van hondert karolusguldens ende vijf ende tseventich karolusguldens te betalen op drie bamis daghen naestcomen­de anno xvC ende Lxix den eersten ende soe voort noch twe bamis daer aen volghende sonder middel achtereenvolgende voirden eersten penck metten lesten betaelt sal wesen. Actum den xiijen martij anno xvC ende Lxix naeden stijl. Heemraders Ariaen Peter Schoemakers, Bartelmeeus Ariaenssoen.

Hierop betaelt sesthien ponden groten vlaams, het welcke gereet ghelooft was in mindernisse der somme voorscreven.

Noch hierop betaelt xxvj karolusguldens den xijen decembris anno xvC ende Lxx.

Fol. 302v.

Ende is die thiende aen dander sijde begrepen verhuijrt vier jaeren lanck duerende, daer het jaer van LxixC aff gebruijckt is voor die somme van elf karolusguldens tsiaers het welcke huijr Jan Zegerss ontfanghen sal. Ende indijen Jan de Laet die huijre selve ontfangen sal, sal Jan Zegerss cortinge zijn aen sijn penningen. Actum als boven.

Item op Bamis anno xvC ende Lxix is betaelt ses ende twintich karolus guldens ipso die co…..  … anno voorscreven, mij present.

Fol. 303r.

Pauwels Diercxz heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen Ariaen Joachimsz ende Ariaen Peter Janssoen Staessen tsamen die somme van vierhondert karolusguldens ende vijftich karolusguldens twintich stuijvers voorden guldens te betalen op drie vrouwen lichtmis daghen sonder middel achtereen­volgende voirden eersten penck metten lesten betaelt sal wesen. Anno xvC ende Lxx den eersten naeden stijl van Luijck. Alle jaeren een gerechte derdendeel der somme voorscreven. Actum den xxiiijen januarij anno xvC ende Lxx naeden stijl van Luijck. Heemraders Ariaen Peter Schoema­kers ende Gerit Evertsz.

Item hierop betaelt die eerste hondert daelders.

Item noch bekenne hem Ariaen Joachimsz ende Anthonis Stoffelsz van Ariaen Petersz weghen.

Item Anthonis Stoffelsz als gemachtich ende voicht van Ariaen Petersz bedanckt hem volle ende gehele betalinghe van Ariaen Petersz voor sijn portie den eersten penninck metten lesten van den wilceur voorscreven.

Fol. 303v.

            Peter Dircxz; Ariaen Clauwaertsz.

Peter Dircxz heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen Ariaen Clauwaertsz die somme van vierhondert karolusguldens ende xij karolusguldens te betalen vijftich karolusguldens nu tot Paesschen naestcomende ende  reste op vier meijen daer aen volgende.

Hier op betaelt meij anno xvC ende Lxxj ende die vijftich guldens gereet.

Noch hier op betaelt meij anno xvC ende Lxxij.

Noch hier op betaelt die somme van vijf ponden groten vlaams die tot meij anno xvC ende Lxxiij verschijnen sullen.

Item meij anno xvC ende Lxxiij is met die vijf ponden groten vlaams boven gecreven is nu te vollen betaalt.

Item desen wilcuer is te vollen betaelt soe partijen met een gereeckent hebben op ten vetten (witte?) donderdach anno xvC ende Lxxv stilo Luden. Present Peter Janss Roscam ende mij present.

Fol. 304r.

            Steven Aertsz; Jan Andriesz.

Steven Aertsz heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen Jan Andriesz die somme van neghen ende veertich ponden groten vlaams te betalen sesthien ponden groten vlaams ende twe karolusguldens te betalen Sint Jansmis na…. te mitsomer naestcomende in mindernisse der somme voorss ende noch xxxij ponden groten vlaams ende vier karolusguldens te betalen op drie Sint Jansmissen sonder middel daeraen volgende, elcken Sint Jansmis een gerecht derdendeel der somme voorss voor den eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Actum den xjen januarij anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck. Heemraders Jan Mathijss, Ariaen Peter Schoema­kers, Ariaen Aertsz Schouten.

Item hierop betaelt die somme van seven ponden vlaams opten eersten dach.

Noch tsaemen betaelt met die seven ponden vlaams boven gescreven dei somme van sesthien ponden groten ende twe karolusguldens nae inhouden den wilceur.

Noch hierop betaelt die somme van elff ponden groten vlaams verschenen St Jan anno xvC ende Lxxiij.

Noch hierop betaelt die somme van acht ponden groten vlaams ende drie karolus guldens opten xj aprilis anno xvC ende Lxxv naer Paesschen.

Noch kenden Jan Andriess hierop betaelt te sijn xv rijnsgulden so dat den tweeden dach ten vollen betaelt is verschenen St Jan Lxxiiij.

Desen wilcuer bekent Jan Andries vol ende al betaelt den eersten penninck metten lesten desen vj martij anno 77.

Fol. 304v.

            Aerdt Mertenss; Steven Aertsz, Peter Dircxsz.

Desen xiiijen januarij anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck compareerden voor schout ende heemraedt Aerdt Mertenss ende heeft geloeft ende verwilceurt zoe recht is schuldich te sijn ende te betalen Steven Aertsz ende Peter Dircxsz gesamenderhandt die somme van twe hondert karolus guldens, het stuck tot twintich stuijvers gereeckent te betalen op drie Lichtmis daghen daer van den eersten verschijnen sal tot Lichtmis toecomende anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck alle jaren een derdendeel der somme voorscreven, voirden iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen, hieronder verobligerende tselfde goet daer dese penningen aff spruijtende zijn.

Actum den xiiijen januarij anno xvC ende Lxxij naeden stijl van Luijck. Heemraders Jan Mathijss, Jan Zegerss ende Govaert Evertss.

Item op desen wilcuer voorscreven is die helft te vollen betaelt te weten Peter Dircxssz portie.

Desen xxijen januarij anno xvC ende Lxxiiij heeft Ariaen Deniss aengenoemen van Joost Zegerss als voicht ende Jan Beerthen als toesiender van Peter Zegerss weeskijnderen, een kijndt genaempt Volcxken Peter Zegersdr een jaer lanck te almenteren in cost ende dranck voir die somme van drie karolusgulden in gelde ende een jonghe swerte ruggel coe. Des moet Ariaen Deniss tvoirss kijndt coopen twee paer schoen ende twee paar h… , welcken tijt in gaet op huijden datum van dezen ende vuijt gaet den xxijen januarij anno 80 ierstcoemende actum als boven ter presentie den schout Jan Adriaenss, Jan Zegerss, mij present.

Fol. 305r.

            Stoffel Willemss; Aelbert Geritss.

Stoffel Willemss heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen Aelbert Geritss die somme van twintich karolusguldens te betalen op twe meijen, te weten meij anno xvC ende Lxxiij ende meij daeraen volgende anno xvC ende Lxxiiij. Elcken meij een gerechte helft der somme voorscreven voor den eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Hieronder verobligende dit selfde goet daer den wilcuer af spruijt, sonder arch ofte list. Actum den xixen januarij anno xvC ende Lxxij naden stijl van Luijck. Heemraders Jan Mathijss ende Govaert Evertss.

Hierop betaelt thien karolus guldens.

Noch hierop betaelt thien karolus guldens verschenen meij anno xvC ende Lxxiij

Desen xxiijen januarij anno xvC ende Lxxij stilo Luijk compareerden voor schoudt ende heemraadt Cornelis Thoniss ende heeft rechtelijcken geloeft ende verwilcuert schuldich te sijn ende te betalen Peter Willem Michielsz die somme van seven karolusgulden ende thien stuijvers, behalve die costen van recht daer om gedaen te betalen tot halfvasten naestcoemende. Actum den xxiijen januarij anno xvC ende Lxxij naden stijl van Luijck. Heemraders Jan Mathijss, Ariaen Aertss Schouten, Jan Zegerss ende Ariaen Geritsz van Boemel.

Fol. 305v.

            Ariaen Wirkcken; Merten Ariaensz.

Ariaen Wirkcken heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen Merten Ariaensz Schouten die somme van thien karolusgulden te betalen St Jansmis na….. te mitsomer naestcomende. Hieronder verobligerende dit selve goet daer desen wilcuer af spruijt. Actum den xxviijen januarij anno xvC ende Lxxij naden stijl van Luijck. Heemraders Jan Mathijss, Jan Zegerss ende Govaert Evertsz.

Michiel Adriaenssz Conincx vuijten naem van Gerit Janssz van loon heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen Peter Henricxz die somme van dertich ponden groten vlaams. Te betalen die gerechte helft tot lichtmis alsmen scrijven sal anno xvC ende Lxxiij ende die ander helft tot Lichtmis sonder middel naeden stijl van Luijck daer aen volgende voor den eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Hieronder verobligerende die selve goederen daer desen wilcuer af spruijt. Sonder arch ofte list. Actum den eersten martij anno xvC ende Lxxij naden stijl van Luijck. Heemraders Jan Mathijss, Ariaen Geritsz van Boemel ende Govaert Evertsz.

Hierop betaelt die eerste helft vanden wilcuer voorscreven verschenen Lichtmis anno xvC ende Lxxiij.

Peter Hendricx bekende van desen wilcuer ten vollen betaelt te sijn.

Fol. 306r.

            Joost Danielssz; den erfgenamen van Ariaen Andriessz.

Joost Danielssz heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen Henrick Ariaenssz metten anderen erfgenamen van Ariaen Andriessz, elcx sijn portie in die somme van twintichstalff ponden groten vlaams te betalen elff ponden groten vlaams gereet op die veste ende die reste tot men alsmen scrijven sal duijsent vijfhondert Lxiij, dan den eersten penninck metten lesten betaelt. Hieronder veroblige­rende die selve goeden daer desen wilceur af spruijt. Actum den vierden meijs anno xvC ende Lxxj nae Paesschen. Heemraders Ariaen Peter Schoemakers, Jan Zegerss.

Hierop betaelt die eerste elf ponden groten vlaams.

Henrick Ariaenssz heeft ontfangen voor sijn portie die somme van neghen karolus gulden. Actum den xiijen martij anno xvC ende Lxxij naden stijl van Luijck.

Noch hierop betaelt die somme van seven karolus guldens.

Noch hierop betaelt thien stuijvers, facit nu tsamen seventhiendalven karolus guldens (= 16 1/2).

Noch hierop betaelt … twe philips guldens.

(acte is doorgehaald).

Fol. 306v.

            Ariaen Janssen van Ghils; Die erffgenamen van Ariaen Ariaenssz Knapen.

Ariaen Janssen van Ghils heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen den erffgenamen te samen van Ariaen Ariaenssz Knapen, elcx sijn portie die somme van xxviij ponden groten vlaams ende vier karolus guldens. Te betalen op twe Bamisdagen achter een volghende sonder middel, te weten Bamis anno xvC ende Lxxij den eersten ende soe voort ter volder somme toe voor den eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Ende nu twe ponden groten vlaams gereet op die veste in mindernisse der somme voorscreven. Actum den eersten september anno xvC ende Lxxj. Heemraders Ariaen Peter Schoemakers, Govaert Evertsz.

(Hierop volgen diverse betalingen en dan uiteindelijk in de kantlijn:)

Desen erfgenamen bekenden desen willekeur betaelt te sijn mits doende(?) vande leste penningen obligatie. Actum den xxjen septembris 1576.

Opten selven dach voorscreven heeft Baeijen Mathijssz gelooft ende verwilcuert schuldich te sijn ende te betalen den erffgenamen gelijck van Ariaen Ariaenss Knapen elcx sijn portie die somme van xxiij ponden groten vlaams te betalen op twe Bamis daghen anno xvC ende Lxxij den eersten ende soe voort voor den eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Ende nu op die gifte twe ponden vlaams gereet in mindernisse der somme voorscreven. Actum als boven. Heemraders als boven.

Hierop betaelt die eerste twe pondt vlaams opten selven dach.

Hier noch op betaelt die somme van neghen dalff vlaams die Haesken die wedue cort ende die erfgenamen weder ontfangen sullen van Ariaen Janss van Ghils.

Noch heeft Marijken Ariaens ontfangen twe pont vlaams.

Noch heeft Mariken Ariaens ontfangen die somme van vijf ponden groten vlaams.

Noch heeft Haesken Jans ontfangen des sondaechs voor Lichtmis anno Lxx stilo Luijden (NB jaartal onduidelijk wegens vlekje)

Fol. 307r.

            Gerit Janssz; Ariaen Peter Raessen.

Gerit Janssz heeft geloeft ende verobligeert schuldich te sijn ende te betalen die somme van seven ende twintich ponden groten vlaams. Te betalen op twe Bamisda­gen anno xvC ende Lxxj den eersten ende soe voort tot Bamis anno xvC ende Lxxij, voor den eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Spruijtende desen wilcuer voorscreven van een gaarde lants ende een halve ende een derdendeel van een gaarde lants gecoemen van Cornelis Peter Raessen, sijnen broeder die vuijten lande is off overleden is. Actum den xxxen octobris anno xvC ende Lxxj.

Heemraders Ariaen Peter Schoemakers, Govaert Evertsz.

Hierop betaelt die somme van xiiij ponden groten vlaams.

Noch hierop betaelt die somme van ses ponden groten vlaams den xxvsten septembris.

Noch hierop betaelt die somme van drie ponden groten vlaams den xxvijsten octobris.

            Jan Andriessz, Ans Cornelissz als gesworen; Mariken Jan Corneliss dochter.

Jan Andriessz ende Ans Cornelissz als nu ter tijdt gesworens tot Raemsdonck hebben te samen geloeft ende verobligeert schuldich te sijn ende te betalen Johan vanden Molen Ariaenssz ende Merten …. tot behoef van Mariken Jan Corneliss dochter of den thoonder van desen die somme van acht ende veertich karolus guldens te betalen tot Alderehijlighen dach naestcomende anno xvC ende Lxxij. Ende beloeven die gemeen naeburen die gesworens altijt schadeloes te houden. Actum den viijen novembris anno xvC ende Lxxj.

Heemraders Barthelmeeus Ariaenssz, Ariaen Aertsz Schouten, Ariaen Geritsz van Boemel.

Item dezen wilcuer is met een obligatie gequeten anno vijrentachtich.

Fol. 307v.

Joachim Aertssz, wonende tot Sinte Geertruijdenberghe heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen Ariaen Thonissz die somme van xLiij karolusguldens ende thiendalven st ende drie penninck hooilants te betalen op twe termijnen daer af den ijersten verschijnen sal op Sinte Egidius dach den eersten septembris anno xvC ende Lxxij. Actum den ixen novembris anno xvC ende Lxxij.

Heemraders Ariaen Geritsz van Boemel ende Govaert Evertsz.

Item dezen wilcuer voorscreven heeft Ariaen Thoniss rechtelijcken overgedragen Jan Peters van Mechelen den xiijen novembris anno xvC ende Lxxj (sic! zie hiervoor, één van beide jaartallen zal fout zijn).

Heemraders Jan Matthijssz, Ariaen Geritsz van Boemel ende Govaert Evertsz.

Hierop betaelt xxj karolusguldens opten eersten dach.

Bekenden Lijnken, wedue wijlen Jan Peetersz van Mechelen desen voirss wilcuer vol ende geheel betaelt te weesen den iersten penninck metten lesten. Desen xxviijen septembris anno xvC ende Lxxx.

Los briefje:

Ick Katelijn Jacobs, wedue wijlen Jan Peetersz van Mechelen bekenne mijnder quijtantie ontfangen te hebben de somme van de over getransporteerde penningen ter volder somma toe die mij Kathelijn over getransporteert ende gedragen sijn van Anneken Ariaens dochter ofte haren voicht op Joachim Aertsz bekennende mij selven van het selffde transport geheel ende al betaelt, den lesten penninck metten eersten. Des toirconden hebbe ick ondergescreven om beden wille dese quijtantie  voir mijn moeder gescreven ende onderteijckent. Desen xxviij dach septembris anno 1580.

De handtekening is niet helemaal duidelijk, maar het lijkt op:

.(letter) Jansz dr? van Mechelen.

Fol. 308r.

Dirck Ariaen Geritss heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen Brievinck Huijbrechtss ende Cornelis Lenerssz als man ende voicht van Anneken Jansdr die somme van acht ponden groten vlaams te betalen tot twe lichtmis daghen sonder middel achter een volghende naestcomende elcmen(?) lichtmis die helft der somme voorscreven voor den eersten peninck mette lesten betaalt sal wesen. Actum den xiiijen novembris anno xvC ende Lxxj.

Heemraders Ariaen Peter Schoemakers, Ariaen Aertsz Schouten, Ariaen Geritsz van Boemel.

(acte is doorgehaald)

Peter Zegerssz heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen Brievinck Huijbrechtss ende Cornelis Lenerssz ende Ariaen Willemssz die somme van xxiiij ponden groten vlaams ende vier karolus guldens met hem vijf cluchten(?) daer dese drie cluchten elcx haer portie af compt te betalen die een helft nu naestcomende ende die ander helft tot Kerstmis sonder middel daer aen volghende voor den eersten peninck mette lesten betaalt sal wesen. Actum als boven.

Heemraders als boven.

Fol. 308v.

Bastiaen Aertsz heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen Mathijs Huijmanss die somme van twe hondert philips guldens te betalen op twe Sint Jansmissen na…. te mitsomer naestcomende ende soe voort voor den eersten peninck mette lesten betaalt sal wesen. Actum den xiiijen novembris anno xvC ende Lxxj. Heemraders Ariaen Peter Schoemakers, Ariaen Aertsz Schouten, Ariaen Geritsz van Boemel.

Hierna volgen drie betalingen (zonder namen) en ten slotte:

Item dese lesten dach vanden wilcuer voorscreven te weten tsestich karolus guldens ende drie karolus guldens heeft Mathijs Huijmanssz overgedragen Cornelis Thomassz tot behoeff van Jenneken Thomas sijnder moeder affgetoegen thien stuijvers die betaelt zijn. Actum den xvijen septembris anno xvC ende Lxxiiij. Heemraders Govaert Evertssz, Jan Zegerssz.

Fol. 309r.

Michiel Aertsz heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen Meester Willem Phillipsz tot behoef van Peterken Bert Aertsz die somme van ses ende vijftich karolus guldens te betalen op twe Vrouwen Lichtmis daghen te weten  anno xvC ende Lxxiij ende Lxxiiij elck een gerechte helft der somme voirss voor den eersten penninck mette lesten betaalt sal wesen. Hieronder verobligerende alle sijne goeden, hebbende ende vercrijgende. Actum den xijen decembris anno xvC ende Lxxj. Heemraders Jan Mathijssz, Ariaen Peter Schoema­kers, Ariaen Aertsz Schouten, Ariaen Geritsz van Boemel.

Hierop betaelt drie ende twintich karolus guldens ende acht stuijvers, blijckende bij die reeckeninge op Zeeger Geritssz deelinge.

Noch hier op betaelt twe karolus guldens van schattinge sen van een dore te maecken(??)

Dezen wilceur bekenden Pauwels Ariaenss te vollen betaelt.

Fol. 309v.

            Jan Mathijss; Ariaen Peterssz Ru.

Jan Ariaen Gijsbrechtsz (sic! zie kop) heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen Ariaen Peterssz die men noempt Ru die somme van xvj ponden groten vlaams ende seventhien stuijvers te betalen op vier kerstavonden naestcomende anno xvC Lxxj den eersten ende soo noch drie kerstavonden daer aen volghende, sonder middel voorden eersten penninck mette lesten betaalt sal wesen. Actum den xiiijen decembris anno xvC ende Lxxj. Heemraders Jan Mathijssz, Jan Zegersz.

Opten selven dach heeft Ariaen Petersz voorscreven desen selven wilcuer overgedraeg­hen Jan Huijben tot Waspijck. Ten datum als voren ende heemraders als voren.

Hier op betaelt vier pondt vlaams opten eersten dach.

Item opten tweeden betaelt elf karolus guldens.

Noch hierop betaelt neghen karolus guldens.

Noch hierop betaelt vier karolus guldens. Testis Jan Zegersz.

Noch hierop betaelt twe pondt groten vlaams.

(Bovenstaande acte is niet doorgehaald)

Jan Ariaen Gijsbrechtsz heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen Juetcken, wedue wijlen Jan Jacobsz den schoudt die somme van xvj ponden groten vlaams ende seventhien stuijvers te betalen op vier kerstavonden naestcomende anno xvC Lxxj den eersten ende soo noch drie kerstavonden daer aen volghende, sonder middel, voorden eersten penninck mette lesten betaalt sal wesen. Actum den xiiijen decembris anno xvC ende Lxxj. Heemraders Jan Mathijssz, Jan Zegersz.

Hier op betaelt vier pondt vlaams opten eersten dach.

Noch hierop betaelt neghen karolus guldens. (het hier onderstreepte is doorgehaald)

Noch hierop betaelt sesthien karolus guldens.

Noch hierop betaelt viij karolus guldens ende drie stuivers. Testis Frans Geritsz de Coninck.

Noch hierop betaelt twe pondt vlaams den eersten augusti anno xvC ende Lxxiiij.

Noch hierop betaelt twe pondt vlaams op die overdracht van Jan Huijben op Sinte Lucasdach anno xvC ende Lxxiiij. Bekent Juetghen noch ontfangen te hebben wt handen van Jan Adriaensz op den lesten dach die somme van seventhien karolus gulden …. (niet leesbaar)

Wedue wijlen Jan Jacobsz bedanckt haer volder betaelinge van Jan ….(niet leesbaar), den eersten penninck metten lesten, blijckende bij quitantie mij gebleecken den xen aprilis anno Lxxxj.

In de kantlijn de volgende 2 teksten:

Juetcken die wedue bekent haer twe daghen te vollen betaelt geresent(?) Dierck Tuenis(?).

Jan Huijben bekent hem vol ende al betaelt van Jan Ariaen Gijben den eersten penninck metten lesten, desen 19en decembris anno 77.

Fol. 310r.

            Baeijen Mathijssz; Cornelis Jan Ruelen.

Baeijen Mathijss heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen Cornelis Jan Ruelen die somme van xij ponden groten vlaams te betalen vier ponden groten vlaams gereet in mindernisse der somme voorscreven ende die reste, te weten die ander ponden groten vlaams te betalen Sint Jansmis na…tatis(?) te mitsomer den eersten penninck metten lesten betaelt sonder fraude off bedroch. Actum den vijen februarij anno xvC ende Lxx naeden stijl van Luijck. Heemraders Ariaen Peter Schoemakers, Jan Zegersz, Ariaen Aertssz Schouten, Ariaen Geritsz van Bommel.

Hier op betaelt die somme van neghendalf ponden groten vlaams.

Fol. 310v.

            Jan Ariaen Henricxz Verhoeven; Pauwels Dircxz.

Jan Ariaen Henricxz Verhoeven heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen Pauwels Dircxz die somme van twe hondert karolus guldens ende xj karolus guldens te betalen nu gereet hondert Philips guldens ende noch St Jansmis naestcomende anno xvC ende Lxx xxv karolusguldens ende die reste tot Lichtmis daeraen volgende anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck.

Actum den xven februarij anno xvC ende Lxx naeden stijl van Luijck. Heemraders Ariaen Geritsz van Boemel, Govaert Evertsz.

Hierop betaelt die eerste hondert Philips guldens in presentie den schoudt Ariaen Geritsz van Boemel ende Govaert Evertssz als heemraders.

los briefje (slecht leesbaar schrift):

Weet Nelijs dat ick Dirck Adriaensz die Rover bekenne dat Jan Aen Gijben jndt mijn maeij tevollen betaelt heft ende begeren dat ghij den wilkuer duer doen wilt om sijn lon Dirck Adriaensz die Rover.

Op de andere kant van het briefje (ander schrift, maar eveneens slecht leesbaar):

Soude selfs gecomen hebben ende mij quam anders te …. Dit doende sult vol doen.

UE goede vrient.

Willem Lambert.

Fol. 311r.

            Adriaen Gijsbrechtssoen Buijs, Lijsken Bastiaen Berthen, Peter Dircxz, Ariaen Dircxz.

Adriaen Gijsbertssoen Buijs heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen, Lijsken, die wedue van Bastiaen Berthen zaligher met haren kijnderen ende Peter Dircxssoen ende Ariaen Dircxssoen die somme van Lxj ponden groten vlaams ende drie karolus guldens te betalen op drie Paesschen, anno xvC ende Lxxj den eersten ende nu thien ponden groten vlaams gereet in mindernisse der som­me. Actum den vierden aprilis anno xvC ende Lxx naer Paesschen. Heemraedt Jan Zegersz, Jan Mathijssoen als buerman.

Hier op betaelt die eerste thien ponden groten vlaams.

Hier noch op betaelt die somme van thien ponden groten vlaams ende enen daelder die Peter ……. (?)(mogelijk Diercx, maar dat kan ik er echt niet uithalen; GAvS) ontfangen heeft.

Noch hier op betaelt die somme van thien ponden groten vlaams ende enen daelder, te weten den dach verschenen Paesschen anno xvC ende Lxxj, in presentie den schoudt als oppervoicht vande weeskijnderen ende Ariaen Janssoen Borchgraaf als voicht van Bastiaen Berthen kijnderen ende Lijsken die moeder ontfangen hebben.

(hiernaast in de kantlijn:)

Item Peter Dircx bekent volle ende heel betaelt vanden wilcuer voorscreven voir sijn portie.

Datum als boven bekent Ariaen Ariaenssz Castelleijn de jongen, die reecken ceele voldaen te wesen, te weten xLix karolus guldens die Bastiaen Berthen zaligher schuldich bleef de anno xvC ende Lxjx den xen dach van februario naeden stijl van Luijck. In presentie den schout, Jan Zegerssz ende mij present.

Hier op heeft Peter Diercxssz noch ontfangen die somme van xxxiij karolus guldens. Hierop noch betaelt ter somme toe tsamen acht ponden groeten vlaams op Paesschen anno xvC ende Lxxij. Ende bekendt Peter Diercxssz voorscreven noch betaelt op die acht ponden groten vlaams ter somme tot van x ponden groten vlaams ende xxx st.

Noch hebben Bastiaen Berthen wedue ontfangen thien pont vlaams ende xxx stuijvers. Present Jan Mathijssz, Jan Zegerssz ende Peter Diercxz.

Fol. 311v.

            Brievinck Huijbrechtssz; Dierck Ariaenssz de Rover.

Brievinck Huijbrechtssz heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen, Dierck Ariaenssz de Rover die somme van hondert karolus guldens ende xxv karolus guldens te betalen gereet op die veste die somme van vijf ende twintich karolus guldens ende tot St Jansmisse toecomende die somme van vijf ende twintich karolusguldens ende die reste te betalen op twe meijdaghen daer van den eersten termijn verschijnen sal tot meij anno xvC ende Lxxj, hieronder verobligerende het voorscreven goet daar dese penningen wtspruijtende zijn met allen sijne andre goeden, hebbende ende vercrijghende, voorden eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Actum den xviijen aprilis anno xvC ende Lxx. Heemraders Bartelmeeus Ariaensz Jan Zegerssz ende Ariaen Geritsz van Boemel.

Hierop bekenden Dierck Ariaenssz ontvangen te hebben die eerste xxv karolusgulden op datum boven gestelt.

Noch hierop betaelt xxv karolus guldens.

Noch hierop betaelt xxv karolus guldens ende xiij karolus guldens.

(acte niet doorgehaald)

Cornelis Dircxssz heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen, Dierck Ariaenssz de Rover die somme van hondert karolus guldens ende xxv karolus guldens stuck tot xx st. Brabants gereeckent te betalen gereet op die ghifte die somme van xxv karolus guldens …. voorscreven ende tot St Jansmisse toecomende gelijcke xxv twintich karolusguldens ende die reste op twe meijdaghen daer van den eersten verschijnen sal tot meij anno xvC ende Lxxj, hieronder verobligerende het voorscreven goet daar dese penningen vuijtspruijtende zijn met allen sijne andere goeden, hebbende ende vercrijghende, voorden eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Actum als boven ende heemraders als boven.

Hierop kenden Dierck Ariaenssz die eerste xxv karolusgulden op die veste besprocken ten vollen betaelt te sijn.

Noch hierop betaelt xxv karolus guldens.

Noch hierop betaelt xxxviij karolus guldens.

(acte is doorgehaald)

Fol. 312r.

Huijbrecht Staessen heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen, Andries Stoffelsz, Jan Stoffelssoen, Cornelis Dircx, Ariaen Janssz Reool, die vier parthijen te samen die somme van acht ponden groiten vlaams te betalen op twe bamissen naestcomende.

Actum den eersten martij anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck. Heemraders Ariaen Peter Schoemakers, Bartelmeeus Ariaenssz.

Bekenden Andries Stoffelen weeu, Jan Stoffels, Cornelis Dircx ende Ariaen Janssz Reool, dezen voirss wilceur vol ende geheel betaelt, den iersten penninck metten lesten den xxxj julij anno Lxxviij.

            Roelof Ariaenssz; Bartelmeus Willemssz.

Roelof Ariaenssz heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen, Bartelmeus Willemssoen die somme van veerthien ponden groiten vlaams te betalen op vier Jaersdaghen naestcomende alle jaer een gerechten vierendeel der somme voorscreven voirden eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Actum den xxsten martij anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck. Heemraders ….

Hierop betaelt die somme van drie karolus guldens opten eersten dach.

Noch hierop betaelt den eersten dach te weten xxj karolus guldens.

Noch hierop betaelt die somme van xxj karolus guldens opten tweeden dach, facit samen die helft vanden wilcuer voorscreven. Actum den vijften junij anno xvC ende Lxxij, present de schoudt Ariaen Peter Schoemakers.

Noch hierop betaelt opten derden dach twe karolus guldens opten derden dach te weten .. Heijlcken portie.

Noch hierop betaelt die somme van seven karolus guldens ende enen daelder quijt geschuolden soe dat den wilcuer halft betaelt is te weten den derden dach op he…. portie het welcke Stijn gehaelt heeft den derden dach.

Fol. 312v.

            Ariaen Janssz Reool; Metken Jansdochter.

Ariaen Janssz Reool heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen, Metken Jansdochter die somme van seven ponden groten vlaams te betalen tot meij alsmen scrijven sal anno xvC ende vijf ende tseventich ter causen van Peter Meeussz weghen van geleenden gelde.

Actum den xxsten martij anno xvC ende Lxxj naeden stijl van Luijck. Heemraders Ariaen Peter Schoemakers, Ariaen Geritss van Boemel.

(acte is doorgehaald)

            Peter Jan Lemmensz; Steven Aertssz.

Peter Jan Lemmensz heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen, Steven Aertssz die somme van drie hondert karolus guldens te betalen op drie meijdaghen naestcomende anno xvC Lxxj den eersten ende soe voort voor den eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Actum den xxvsten aprilis anno xvC ende Lxxj nae Paesschen. Heemraders Bartelmeeus Ariaensz, Jan Zegerssz ende Ariaen Aertssz Schouten.

Hier op betaelt den eersten dach.

Noch opten tweeden dach vijf ponden groten vlaams.

Item den tweeden dach ten vollen betaelt.

Noch opten derden dach betaelt vijf ponden groten vlaams.

(acte is doorgehaald)

Fol. 313r

            Peter Ariaen Gerit Hermanssz; Peter Janssz vanden Werck.

Peter Ariaen Gerit Hermanssz heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen, Peter Janssz vanden Werck, die somme van neghen ponden groten vlaams te betalen tot meij anno xvC Lxxij den eersten metten lesten betaelt. Actum als vooren ende heemraders als boven.

Hier op betaelt die somme van drie ponden groten vlaams in mindernisse der somme.

Peter Ariaen Gerit Hermanssz heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen, Dierck Ariaen Geritssz ende Merten Diercxssz die somme van twe hondert karolus guldens te betalen tot Bamis naestcomende die somme van hondert karolus guldens ende die somme van hondert karolus guldens ende die reste tot meij daer aen volghende vol ende al betaelt. Actum als boven, heemraders als boven.

Hier van kent Dierck Ariaenssz sijn portie vol ende al betaelt.

Desen wilcuer is ten vollen ende al betaelt.

Fol. 313v

            Ariaen Woutersz Sprangersz; Dierck Ariaen Geritsz, Merten Dircxz.

Ariaen Woutersz Sprangersz heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen, Dierck Ariaen Geritsz ende Merten Dircxz te samen die somme van sesthien ponden groten vlaams te betalen acht ponden vlaams tot Lichtmis naestcomende anno xvC Lxxij naeden stijl van Luijck ende die reste tot Bamis daer aen volghende den eersten penninck metten lesten betaelt. Actum als boven ende heemraders als boven.

Fol. 314r.

Dierck Pauwels Petersz, wonende ten Rijen heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen, Cornelis Hermansz die somme van vier ende twintich ponden vlaems te betalen vijf ponden groten vlaams gereet op die ghifte in mindernisse der somme ende noch vijf ponden groten vlaams Sint Jansmis natmitatis(?) te mitsomer naestcomende ende noch xiij ponden groten vlaems op twe Lichtmissen naestcomende sonder mideel achtereen volgende voorden eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Hieronder verobligerende dit selfde goet daer desen wilcuer af spruijt. Actum den vijften dach van maert anno xvC Lxxij naeden stijl van Luijck. Heemraders Jan Mathijssz ende Govaert Evertsz.

Hierop betaelt die eerste vijf ponden groten vlaams.

Noch hierop betaelt vijf pondt groten vlaams die Ariaen Claessz ontfangen heeft, blijckende bij Ariaen … Claessz eijghen handt.

Noch hierop betaelt seven ponden groten vlaams verschenen Lichtmis anno xvC Lxxiij naeden stijl van Luijck.

Idem dit zijn alsulcke rentbrieven als Henrick Adriaen van Wijngaerden is uutgevende.

Inden iersten Aert Jan Corneliss een rentbrieff van drie veertelen rogs tsiaers belopt die hootsomme xxxj2 karolus gulden.

Noch heeft Wouter Jueten eenen rentbrieff opden selven Henrick Adriaensz, beloopt die hootsomme Lxiiij karolus gulden.

Noch een opden selven eenen van drie karolusgulden tsiaers beloopt die hootsomme xLij karolusgulden of anders nae vuijtwijsens ..(?)

Noch x st. te lossen nae meijent(?) tsbrieffs.

Des sijn Jan Stoffels ende Commer Huijben gehouden ja… (stukje papier weg; ook van de volgende regels is daardoor telkens stukje weg)

te …(?) die brieven van constitutie oft copie dae…

Ende heeft Jan Stoffels ende Commer Huijben xJ st. …

lach ende sullen Jan Meeuss die aenden lesten dach ….

ofte aende leste penningen alzoo aff gereeckent is ….

die somme van xxxviij2 kar.gl. mits moeten dies …..

lach daervan.

(in de kantlijn:)

Noch hebben Jan Stofffels ende Commer Huijben betaalt voir Jan Meeuss met int geheel xx st. ende te corten aen die penningen die Jan Meeus coemen.

Fol. 314v.

            Michiel Ariaensz Conicx; Joachim Aertssz Biernoorden.

Michiel Ariaensz Conicx heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt Joachim Aertssz Biernoorden die somme van driehondert karolus guldens ende drie ende tsestich karolus guldens ende thien stuijvers te betalen op drie kersmissen naestcomende anno xvC ende Lxxij den eersten ende soe voort tot drie kersmissen toe voor den eersten penninck metten lesten betaelt. Hieronder verobligerende dit selfde goet daer desen wilcuer af spruijt. Actum den xjxen martij anno xvC ende Lxxij. Heemraders Jan Mathijssz, Ariaen Peter Schoemaekers, Ariaen Aertsz Schouten, Jan Zegers.

Item desen wilcuer voorscreven heeft Joachim Aertssz voorscreven rechtelijcken overgedraegen Henrick Dircx Brouwer tot Delft den xxen martij anno xvC ende Lxxiiij stilo Luijcx.

Fol. 315r (aan de rechterkant zwaar beschadigd, daardoor niet geheel leesbaar)

            Peter Jacob Geritsz; Jacob Janssz inde Sleutel

Peter Jacob Geritsz heeft rechtelijcken geloeft…

schuldich te sijn ende te betalen Jacob Janssz inde …

die somme van Lxxx karolus guldens te …

Lichmis naestcomende anno xvC ende Lxxiij naeden stijl van

Luijck. Hieronder verobligerende dit selffde lant daer desen

wilcuer af spruijt. Actum den xxjen martij anno xvC ende

Lxxj naden stijl van Luijck. Heemraders Jan …

                                                                                    Jan….

Ariaen Huijbrechts heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te sijn ende te betalen, Cornelis Thomasz tot behoeff van Jenneken Cleijs Huijben dochter, sijnder moeder, die somme van achtien ponden groten vlaams te betalen op vier meijdaghen, daer den eersten meij aff verschijnen was tot meij anno xvC ende Lxxij ende soe voort tot vier meij daghen toe op elcken meij een gerecht vierdendeelder somme voorscreven voor den eersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Actum den xiiijen meij anno xvC ende Lxxij. Heemraders Jan Mathijsz, Ariaen Peter Schoenmakers, Jan Zegerssz ende Ariaen Aertssz Schouten.

Salvo is wel geconditioneert ende ondersproicken als dat ende oft gebuerde dat Ariaen Huijben voorscreven die voornoemde penningen nijet en conste betalen op sijn daghen soe voorscreven is, dat hij die onderhouden mach die hij nijet en betaelt den penninck veerthien. Salvo altijdt soe veel te betalen dat die moeder voorscreven altijt genoch hebben af te lenen. Ende oft gebuerde dat die moeder aflijvich worden binnen dijen middelen tijden soe sal Ariaen Huijben gehouden wesen die onbetaelde penningen te verijpotequeren op zijn lant ofte goet den erfgenamen goet genoch zijnde.

Fol. 315v.

Desen xiiijen martij anno 77 compareerden Bauwen Joosten ende heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te wesen Peter Joachims die somme van veerthien­dalff pondt vlaams, het stuck tot ses karolus gulden gerekent. Te betaelen hier van den gerechten eenhelft gereet ende die reste tot Pijncxteren anno acht ende tzeventich. Verbijndende hier voir allen mijn goederen, moble ende inmoble, present ende toecomende voir den iersten penninck metten lesten betaelt sal wesen. Spruijtende desen wilcuer voirss ter causen van een huijs het welck mij wel te wel ende te danck vanden voirss Peter Joachims gehuert is. Heemraders Jan Segers ende Ariaen Jansz Vendricht.

Hier op kenne ick Peter Joachims die een helft betaelt te zijn. Bedanckt hem Peeter Joachims volder betalinghen den iersten penninck metten lesten.

            Huijbrecht Stazen; Aentghen Petersdr.

Dezen iiijen novembris anno 77 compareerden Huijbrecht Stasen ende Commer Huijbrechtsz ende hebben gesamenderhant rechtelijcken geloeft ende verwilcuert schuldich te zijn Aentghen Peeters dochter die somma van vijff ponden groten vlaams te betaelen St. Jansmisse midsomer ierstcomende onder tverbant van allen haren goederen, geen vuijtgesondert. Heemraders Jan Segers, Adriaen Aertsz ende Ariaen Jansz Vendricht.

            Cornelis Gijsbrechtss; Ariaen Huijben.

Compareerden voir ons schout ende heemraders tot Raemsdonck Cornelis Gijs­brechtss ende heeft rechtelijcken geloeft ende verwilceurt schuldich te wesen Ariaen Huijben, die somme van ses ponden groten vlaens eens te betaelen tot Bamisse ierstcomende anno acht ende tzeventich. Verbijndende daer voiren allen zijnen goederen, hebbende ende vercrijgende, egeen vuijtgesondert, voirden iersten penninck metten lesten betaelt sal wezen. Actum dezen xxvjen novembris anno xvC 77.

Bekenden Adriaen Huijben hierop ontfangen te hebben xxxj karolus gulden min vijff st. dezen xvj novembris anno 78.

Bekenden Adriaen Huijben desen wilcuer ten vollen betaelt, den iersten penninck metten lesten, den iersten februarij anno 79.


[1]               Er staat voor “somme” een tekentje dat in meerdere folio’s voorkomt zie ook folio 82 r. regel 11 voor het woord “zeggen”.